Dagelijkse woorden van God: Bestemmingen en uitkomsten | Fragment 603

08 oktober 2020

Degenen onder de broeders en zusters die altijd lucht geven aan hun negativiteit zijn hielenlikkers van Satan en hinderen de kerk. Ooit moeten zulke mensen worden verdreven en geëlimineerd. Als mensen in hun geloof in God geen hart van verering voor God hebben, geen hart van gehoorzaamheid jegens God hebben, dan zullen ze niet alleen helemaal geen werk voor Hem kunnen doen, maar zullen ze daarentegen degenen worden die Zijn werk hinderen en die zich tegen Hem verzetten. In God geloven zonder Hem te gehoorzamen of te vereren, en in plaats daarvan weerstand tegen Hem bieden, is voor een gelovige de grootste schande. Als gelovigen in hun spreken en gedrag net zo nonchalant en ongeremd zijn als ongelovigen, dan zijn ze zelfs nog slechter dan ongelovigen; ze zijn archetypische demonen. Zij die binnen de kerk hun giftige, kwaadaardige praat spuien, die geruchten verspreiden, onenigheid zaaien en kliekjes vormen onder de broeders en zusters – zij hadden uit de kerk moeten worden gezet. Maar omdat het nu een ander tijdperk van Gods werk is, zijn deze mensen ingeperkt, want hen staat gegarandeerde eliminering te wachten. Iedereen die door Satan is verdorven, heeft een verdorven gezindheid. Sommigen hebben niets anders dan een verdorven gezindheid, terwijl anderen anders zijn: ze hebben niet alleen een verdorven satanische gezindheid, maar hun natuur is ook uiterst kwaadaardig. Niet alleen onthullen hun woorden en daden hun verdorven, satanische gezindheid; deze mensen zijn bovendien de authentieke duivel Satan. Hun gedrag onderbreekt en hindert Gods werk, het verstoort het intreden van de broeders en zusters in het leven en het schaadt het normale leven van de kerk. Vroeg of laat moeten deze wolven in schaapskleren verwijderd worden; er moet een onverbiddelijke houding, een houding van afwijzing worden aangenomen tegenover deze hielenlikkers van Satan. Alleen zo staat men aan de kant van God, en wie dat niet doet, wentelt zich met Satan in het slijk. Mensen die oprecht in God geloven, hebben Hem altijd in hun hart en dragen in zich altijd een godvererend hart, een godminnend hart. Zij die in God geloven, moeten dingen voorzichtig en behoedzaam doen, en alles wat ze doen moet overeenstemmen met Gods vereisten en moet Zijn hart tevreden kunnen stellen. Ze moeten niet eigengereid zijn en doen wat ze maar willen; dat past niet bij heilig fatsoen. Mensen moeten niet door het lint gaan en met de vlag van God in de rondte zwaaien terwijl ze overal dik doen en de boel oplichten; dit is de meest opstandige vorm van gedrag. Gezinnen hebben hun regels en naties hebben hun wetten – en is dat zelfs niet nog sterker het geval in het huis van God? Zijn de normen niet nóg strenger? Zijn er niet nóg meer bestuurlijke decreten? Het staat mensen vrij om te doen wat ze willen, maar de bestuurlijke decreten van God kunnen niet naar wens veranderd worden. God is een God die geen belediging door mensen tolereert; Hij is een God die mensen ter dood brengt. Weten mensen dit echt nog niet?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Een waarschuwing aan hen die de waarheid niet beoefenen

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Delen

Annuleren