Dagelijkse woorden van God: Gods verschijning en werk | Fragment 62

02 augustus 2020

Overal in het heelal vieren de mensen de komst van mijn dag, en er lopen engelen tussen de massa’s. Wanneer Satan problemen veroorzaakt helpen de engelen mijn volk altijd, omwille van hun dienst in de hemel. Zij laten zich niet voor de gek houden door de duivel vanwege menselijke zwakheden, maar doen als gevolg van de aanval van de machten van de duisternis, nog meer hun best, door de mist heen, het leven van de mens te ontmoeten. Alle mensen onderwerpen zich onder mijn naam, en nooit staat er iemand op om mij openlijk tegen te spreken. Vanwege het werk van de engelen accepteert de mens mijn naam en allen leven midden in de stroom van mijn werk. De wereld valt! Babylon is verlamd! De religieuze wereld, hoe zou zij niet vernietigd kunnen worden door mijn gezag op aarde? Wie durft mij nog steeds ongehoorzaam te zijn en mij tegen te spreken? De schriftgeleerden? Alle religieuze functionarissen? De machthebbers en autoriteiten op aarde? De engelen? Wie viert niet de volmaaktheid en volheid van mijn lichaam? Te midden van alle volkeren, wie zingt mijn lofzang niet onophoudelijk, wie is er niet voortdurend blij? Ik woon in het land van het hol van de grote rode draak, maar dat maakt niet dat ik tril van angst of wegloop, want het hele volk begint er al een afkeer van te krijgen. Nooit is de ‘plicht’ van wat dan ook uitgevoerd voor de draak; in plaats daarvan gaat alles zijn eigen gang, en neemt de weg die het het beste uitkomt. Hoe zouden de landen op aarde niet kunnen vergaan? Hoe zouden de landen op aarde niet kunnen vallen? Hoe zou mijn volk niet kunnen juichen? Hoe zouden zij niet kunnen zingen van vreugde? Is dit het werk van de mens? Is dit het toedoen van de handen van de mens? Ik heb de mens de wortel van zijn bestaan gegeven en hem voorzien van materiële zaken, toch is de mens ontevreden over zijn huidige omstandigheden en vraagt hij of hij mijn koninkrijk binnen mag gaan. Maar hoe zou hij mijn koninkrijk zo makkelijk binnen kunnen gaan, zonder er een prijs voor te betalen, en niet bereid zijn belangeloze devotie aan te bieden? In plaats van ook maar iets te eisen van de mens, stel ik voorwaarden aan hem, opdat mijn koninkrijk op aarde vervuld zal zijn van glorie. De mens is door mij het huidige tijdperk in geleid, hij leeft in deze staat, en hij leeft onder de leiding van mijn licht. Als het zo niet was, wie van de mensen op aarde zou zijn vooruitzichten dan kennen? Wie zou mijn wil begrijpen? Ik voeg mijn voorzieningen toe aan de behoeften van de mens; ligt dat niet in lijn met de wetten van de natuur?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 22

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren