Dagelijkse woorden van God: Gods verschijning en werk | Fragment 65

19 juni 2020

Op de dag dat alle dingen werden opgewekt, kwam ik onder de mensheid en heb ik daar geweldige dagen en nachten mee doorgebracht. Pas op dit moment krijgt de mens enig besef van mijn toegankelijkheid, en naarmate zijn interactie met mij frequenter wordt, ziet hij een glimp van wat ik heb en wat ik ben en zodoende doet hij meer kennis over mij op. Omgeven door alle mensen hef ik mijn hoofd op en kijk ik, en zij zien mij allemaal. Niettemin wanneer rampspoed over de wereld komt, worden ze direct angstig, en verdwijnt mijn beeld uit hun harten; aangeslagen met paniek door de komst van de rampspoed, schenken ze geen aandacht aan mijn vermaningen. Er zijn vele jaren met mij voorbij gegaan onder de mensen, toch zijn zij altijd onkundig gebleven en hebben ze mij nooit gekend. Vandaag vertel ik het hun met mijn eigen mond en laat ik alle mensen voor mij komen om iets van mij te ontvangen, maar nog steeds blijven zij op een afstand van mij, en kennen mij daarom niet. Wanneer mijn voetstappen de uithoeken van het heelal betreden zal de mens over zichzelf gaan nadenken en zullen alle mensen naar mij toe komen, zich voor mij buigen en mij aanbidden. Dit zal de dag van mijn verheerlijking zijn, de dag van mijn terugkeer, en ook de dag van mijn vertrek. Nu ben ik met mijn werk onder de gehele mensheid begonnen, ben ik officieel van start gegaan, door het gehele universum, met het laatste deel van mijn managementplan. Van nu af aan lopen allen die niet oppassen elk moment het risico in een genadeloze tuchtiging gestort te worden. Dit komt niet doordat ik harteloos ben, maar het is een stap in mijn managementplan; allen moeten voortgaan volgens de stappen van mijn plan, en geen mens kan dat veranderen. Wanneer ik officieel met mijn werk begin, bewegen alle mensen zoals ik beweeg, zodat alle mensen in het gehele universum in de maat lopen met mij, er is ‘gejuich’ over het hele universum, en de mens wordt door mij aangespoord. Als gevolg daarvan wordt de grote rode draak zelf door mij opgezweept tot een staat van razernij en ontsteltenis, en dient hij mijn werk en, ondanks het feit dat hij er niet toe bereid is, is het onmogelijk voor hem zijn eigen wensen te volgen, waardoor hij geen andere keus heeft dan zich te onderwerpen aan mijn leiding. In al mijn plannen fungeert de grote rode draak als mijn contrast, als mijn vijand, en ook als mijn dienaar; derhalve heb ik mijn ‘eisen’ aan hem nooit laten verslappen. Daarom wordt het laatste stadium van het werk van mijn incarnatie voltooid in zijn huishouding. Op deze manier is de grote rode draak beter in staat mij naar behoren diensten te verlenen, waardoor ik hem zal overwinnen en mijn plan zal voltooien. Terwijl ik aan het werk ben, beginnen alle engelen met mij aan de beslissende strijd en zij zijn vastberaden mijn wensen in het laatste stadium te vervullen, zodat de mensen op aarde zich aan mij overgeven zoals de engelen, en geen verlangen koesteren mij tegen te werken, en niets doen dat zich tegen mij verzet. Dit is de dynamiek van mijn werk door het gehele universum.

Het doel en de betekenis van mijn komst onder de mensheid is de gehele mensheid te redden, de gehele mensheid terug te brengen naar mijn huishouden, de hemel met de aarde te herenigen, en de mens de ‘tekens’ tussen hemel en aarde over te laten brengen, want dat is de ingewortelde functie van de mens. In de tijd dat ik de mensheid schiep, had ik alle dingen klaargemaakt voor de mensheid, en later stond ik de mensheid toe de rijkdommen te ontvangen die ik haar onder mijn voorwaarden gaf. Daarom zeg ik dat het onder mijn leiding is dat de gehele mensheid deze dag heeft bereikt. En dit alles is mijn plan. Onder de gehele mensheid bestaan talloze hoeveelheden mensen onder de bescherming van mijn liefde, en leven talloze hoeveelheden onder de tuchtiging van mijn haat. Ofschoon de mensen allemaal tot mij bidden, zijn zij nog steeds niet in staat hun huidige omstandigheden te veranderen; als zij eenmaal de hoop verloren hebben kunnen zij slechts de natuur haar gang laten gaan en ophouden mij ongehoorzaam te zijn, want dit is alles wat door de mens bereikt kan worden. Wanneer het aankomt op de staat van het leven van de mens, moet de mens het echte leven nog vinden; hij heeft nog steeds de onrechtvaardigheid, de troosteloosheid en de ellendige omstandigheden in de wereld niet doorzien – en aldus, ware het niet dat er een ramp op komst was, zouden de mensen nog steeds Moeder Natuur omarmen, en zouden zij zich nog steeds verdiepen in de smaak van ‘het leven’. Is dit niet de realiteit van de wereld? Is dit niet de stem van de redding waarmee ik tot de mensheid spreek? Waarom heeft, onder de mensheid, niemand mij ooit waarlijk liefgehad? Waarom heeft de mens mij enkel lief te midden van tuchtiging en beproevingen, maar heeft niemand mij lief onder mijn bescherming? Ik heb de mensheid mijn tuchtigingen vele malen geschonken. Ze kijken er naar, maar sluiten de ogen ervoor, en zij bestuderen en overdenken ze niet op dat moment, en daarom is alles wat over de mensheid komt genadeloos oordeel. Dit is slechts een van mijn werkwijzen, maar het is nog steeds met het doel de mens te veranderen en er voor te zorgen dat hij mij liefheeft.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 29

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren