Dagelijkse woorden van God: Gods gezindheid en wat Hij heeft en is | Fragment 238

12 augustus 2020

Het werk dat ik heb gepland, blijft onophoudelijk voorwaarts gaan. Het Tijdperk van het Koninkrijk is aangebroken en ik heb jullie als mijn volk in mijn koninkrijk gebracht. Nu stel ik andere eisen aan jullie, dat wil zeggen: ik ga de constitutie afkondigen op basis waarvan ik dit tijdperk ga besturen.

Jullie zijn mijn volk, dus jullie moeten in staat zijn om mijn naam te verheerlijken, oftewel te getuigen te midden van beproevingen. Als iemand probeert mij te misleiden en de waarheid voor mij te verhullen, of achter mijn rug om onbetamelijk handelt, zal hij of zij zonder uitzondering weggejaagd worden, uit mijn huis worden gezet en met een snelle berechting te maken krijgen. Zij die mij in het verleden ontrouw en ongehoorzaam zijn geweest, en zich nu openlijk tegen mij keren, zullen eveneens uit mijn huis worden weggejaagd. Mijn volk moet steeds zorgdragen voor mijn last en mijn woorden leren kennen. Alleen zulke mensen zal ik verlichten. Zij zullen zeker onder mijn leiding en verlichting leven en geen tuchtiging ondergaan. Er zijn er die mijn last veronachtzamen en zich op de planning van hun eigen toekomst richten. Zij zijn niet bezig om mijn hart te behagen maar willen alleen een graantje meepikken. Ik weiger absoluut om die bedelaars te gebruiken, want vanaf het moment van hun geboorte weten ze totaal niet hoe ze voor mijn last moeten zorgdragen. Zulke mensen zijn niet goed bij hun hoofd, ze lijden aan ‘ondervoeding’ van de hersenen en moeten naar huis om ‘aan te sterken’. Aan dergelijke mensen heb ik niets. Iedereen onder mijn volk wordt geacht mij te kennen, tot aan het einde toe, zoals ook niemand bijvoorbeeld geen moment vergeet te eten, zich te kleden en te slapen. Uiteindelijk wordt mij kennen dan een vertrouwde vaardigheid zoals eten, iets wat je moeiteloos, met bedreven hand doet. En de woorden die ik spreek? Die moeten allemaal met de grootste zekerheid worden aangenomen en volledig worden geassimileerd. Van oppervlakkige halve maatregelen kan er geen sprake zijn. Iedereen die geen acht slaat op mijn woorden weerstaat mij in mijn ogen. Iedereen die mijn woorden niet eet of ze niet wil leren kennen, schenkt geen aandacht aan mij en zal meteen buiten de deur van mijn huis worden gezet. Want, ik heb het al eerder gezegd, ik wil niet heel veel mensen, maar een select groepje. Als er uit honderd mensen maar één in staat is om mij door mijn woorden te leren kennen, zou ik bereid zijn om alle anderen weg te doen zodat ik deze ene gericht kan verlichten. Zo zie je dat het niet per se zo is dat alleen grotere aantallen mij kunnen manifesteren, naar mijn voorbeeld kunnen leven. Ik wil de tarwe (ook al zijn de korrels niet helemaal volgroeid) en niet het onkruid (ook al zijn de korrels volgroeid genoeg om bewondering te oogsten). Wat betreft degenen die niet willen zoeken maar zich lui gedragen: zij behoren uit zichzelf weg te gaan. Ik wil ze niet meer zien, opdat ze mijn naam niet te schande maken.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 5

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren