Dagelijkse woorden van God: Gods gezindheid en wat Hij heeft en is | Fragment 243

24 juli 2020

Mensen moeten zich houden aan de vele plichten die ze moeten vervullen. Daar moeten de mensen zich aan houden en die moeten zij uitvoeren. Laat de Heilige Geest doen wat door de Heilige Geest gedaan moet worden; mensen kunnen daar geen rol in spelen. Mensen moeten zich houden aan datgene wat mensen moeten doen; dat heeft geen betrekking op de Heilige Geest. Het gaat daarbij alleen om datgene wat mensen moeten doen en waar zij trouw aan moeten zijn als aan een gebod, net als trouw aan de wet van het Oude Testament. Hoewel het nu niet het Tijdperk van de Wet is, zijn er nog steeds vele woorden die gelijk zijn aan die in het Tijdperk van de Wet en waaraan onverkort vastgehouden moet worden, en zij worden niet alleen maar uitgevoerd door te vertrouwen op de aanraking door de Heilige Geest, maar ze moeten door mensen nageleefd worden. Bijvoorbeeld: vel geen oordeel over het werk van de praktische God; verzet je niet tegen de mens over wie God getuigenis heeft afgelegd; ken je plaats voor Gods aangezicht en wees niet losbandig; spreek met mate en laat je woorden en daden in overeenstemming zijn met de regelingen die de mens over wie God getuigenis heeft afgelegd, heeft ingesteld; heb ontzag voor de getuigenis van God; veronachtzaam het werk van God en de woorden uit Zijn mond niet; boots de toon en de bedoelingen van Gods uitspraken niet na; doe naar buiten toe niets wat duidelijk ingaat tegen de mens over wie God getuigenis heeft afgelegd. Dit alles, en nog meer, is waar iedereen zich aan dient te houden. In elk tijdperk stelt God veel aan de wetten verwante regels vast waaraan de mens zich moet houden. Daardoor stelt Hij grenzen aan de gezindheid van de mens en onderzoekt Hij diens oprechtheid. Neem bijvoorbeeld het gebod ‘Eer je vader en je moeder’ uit het tijdperk van het Oude Testament. Dit gebod geldt tegenwoordig niet meer; destijds beperkte het alleen enkele externe gezindheid van de mens, werd het gebruikt om de oprechtheid van het geloof van de mens in God aan te tonen en was het het teken van hen die in God geloofden. Hoewel we nu in het Tijdperk van het Koninkrijk leven, zijn er toch nog veel regels waar mensen zich aan moeten houden. De regels van het verleden gelden niet; tegenwoordig zijn er vele, meer toepasselijke zaken die mensen moeten doen en die noodzakelijk zijn. Ze hebben niets te maken met het werk van de Heilige Geest en moeten door de mens uitgevoerd worden.

In het Tijdperk van Genade zijn veel praktijken uit het Tijdperk van de Wet afgeschaft, omdat die wetten in die tijd niet echt effectief waren voor het werk. Nadat die wetten waren afgeschaft, werden veel praktijken ingevoerd die wel geschikt waren voor dat tijdperk en die zijn uitgegroeid tot de vele regels die er tegenwoordig zijn. Toen de God van vandaag verscheen, werden die regels overbodig en hoefden ze niet meer nageleefd te worden. Er werden veel praktijken ingevoerd die voor het werk in de huidige tijd geschikt zijn. Tegenwoordig zijn deze praktijken geen regels, ze zijn er om een doel te bereiken; voor vandaag zijn ze geschikt en morgen worden het misschien voorschriften. Samenvattend: je moet je houden aan dat wat vruchtbaar is voor het werk dat je vandaag doet. Denk niet aan morgen: wat je vandaag doet, doe je ter wille van vandaag. Misschien zijn er morgen wel betere praktijken en moet je die dan uitvoeren, maar besteed daar niet te veel aandacht aan; houd je aan datgene waaraan je je vandaag moet houden zodat je niet tegen God ingaat. Vandaag de dag is het voor de mensen het allerbelangrijkst dat zij zich houden aan wat hieronder vermeld staat. Pleeg geen bedrog en verberg niets voor de God die voor je staat. Spreek geen onreine of hooghartige taal tegen de God die voor je staat. Bedrieg de God die voor je staat niet door mooie woorden en fraaie toespraken met het doel Zijn vertrouwen te winnen. Handel niet oneerbiedig voor Gods aangezicht. Gehoorzaam alle woorden die uit Gods mond komen en verzet je niet tegen Zijn woorden, ga er niet tegen in en betwist ze niet. Leg de woorden die uit Gods mond komen niet op de manier uit die je het best uitkomt. Houd je tong in bedwang, opdat je niet ten prooi valt aan de bedrieglijke plannen van de goddelozen. Let op waar je loopt, opdat je de grenzen die God voor jou heeft gesteld niet overschrijdt. Als je dat wel doet, zul je op een in Gods ogen verwaande en hoogdravende manier spreken en zal God een afkeer van je krijgen. Herhaal de door God gesproken woorden niet achteloos, anders zullen anderen je bespotten en zullen de duivels je voor de gek houden. Gehoorzaam al het werk dat door de God van vandaag gedaan wordt. Ook als je het niet begrijpt, moet je er geen oordeel over vellen; het enige wat je kunt doen is zoeken en de gemeenschap met andere christenen zoeken. Niemand mag inbreuk maken op Gods oorspronkelijke positie. Het enige wat je kunt doen is de God van vandaag dienen vanuit de standplaats van de mensen. De God van vandaag kun je niet onderwijzen vanaf de plaats van de mensen; dat is misplaatst. Niemand mag op de plaats staan van de mens over wie God getuigenis heeft afgelegd; in je woorden, daden en diepste gedachten sta je op de standplaats van de mensen. Daar moet je je bij neerleggen, het is de verantwoordelijkheid van de mens, het kan door niemand veranderd worden, en als je dat wel zou doen, zou je inbreuk maken op de bestuursbesluiten. Iedereen moet dat onthouden.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De geboden van het nieuwe tijdperk

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren