Dagelijkse woorden van God: God kennen | Fragment 66

18 juni 2020

“Ik zeg u echter dat hier Iemand is Die meer is dan de tempel. Als u begrepen had wat bedoeld wordt met: ‘Barmhartigheid wil ik, geen offers,’ dan zou u geen onschuldigen hebben veroordeeld. Want de Mensenzoon is heer en meester over de sabbat” (Mat. 12:6-8). Waar verwijst hier ‘tempel’ naar? Om het eenvoudig te stellen: ‘tempel’ verwijst hier naar een majestueus, hoog gebouw, waar priesters tijdens het Tijdperk van de Wet God vereerden. Wanneer de Heer Jezus zegt “hier Iemand is Die meer is dan de tempel”, naar wie verwijst ‘Iemand’ dan? Het is duidelijk dat ‘Iemand’ de Heer Jezus in het vlees is, omdat alleen Hij groter dan de tempel was. Waartoe riepen deze woorden de mensen op? Ze riepen de mensen op de tempel te verlaten – God had de tempel reeds verlaten en werkte er niet meer. De mensen zouden dus Gods voetstappen buiten de tempel moeten zoeken en Zijn stappen in Zijn nieuwe werk moeten volgen. De achtergrond van de woorden van de Heer Jezus was dat onder de wet mensen de tempel waren gaan beschouwen als iets groters dan God Zelf. Dat wil zeggen, de mensen vereerden de tempel in plaats van God. Daarom waarschuwde de Heer Jezus hen geen afgoden te vereren maar God, omdat Hij oppermachtig is. Daarom zei Hij: “Barmhartigheid wil ik, geen offers,” Het is duidelijk dat in de ogen van de Heer Jezus, de meeste mensen onder de wet niet langer Jehova vereerden, maar slechts de stappen van het offerproces afwerkten. De Heer Jezus stelde vast dat dit proces afgodenverering was. Deze afgodendienaars zagen de tempel als iets groters, en hoger dan God. In hun harten was alleen plaats voor de tempel, niet voor God, en als zij de tempel kwijtraakten, raakten ze hun woonplaats kwijt. Zonder de tempel hadden ze geen plek om te aanbidden en konden ze hun offers niet brengen. Hun zogenaamde woonplaats was de plek waar ze opereerden onder het vaandel van het vereren van Jehova God, hierdoor konden ze in de tempel verblijven en hun eigen zaken afhandelen. Hun zogenaamde offerdienst was alleen maar bedoeld om hun eigen persoonlijke, schandelijke transacties uit te voeren onder het mom van hun dienst in de tempel. Dit was de reden dat mensen in die tijd de tempel als groter dan God beschouwden. Omdat ze de tempel als dekmantel gebruikten en offers als voorwendsel om mensen en God te bedriegen, sprak de Heer Jezus deze woorden om de mensen te waarschuwen. Als jullie deze woorden toepassen op het heden zijn ze nog steeds even valide en even relevant. Hoewel de mensen vandaag ander werk van God hebben ervaren dan de mensen in het Tijdperk van de Wet, is de essentie van hun natuur dezelfde. In de context van het werk van vandaag de dag, doen mensen nog steeds hetzelfde type dingen als verwoord in “de tempel is groter dan God”. Zo zien mensen bijvoorbeeld het vervullen van hun plicht als hun taak, of ze beschouwen getuigenis geven voor God en het strijden tegen de grote rode draak als politieke bewegingen ter verdediging van mensenrechten, voor democratie en vrijheid, of ze zetten hun plicht hun vaardigheden te gebruiken om in carrières, maar ze behandelen het vrezen van God en het vermijden van het kwaad als niets meer dan een stukje religieuze doctrine waar ze zich aan moeten houden, enzovoort. Zijn deze uitdrukkingen van de kant van de mens niet in wezen hetzelfde als verwoord in “de tempel is groter dan God”? Het verschil is dat de mensen tweeduizend jaar geleden hun persoonlijke zaken afhandelden in de fysieke tempel en dat de mensen vandaag de dag hun persoonlijke zaken afhandelen in immateriële tempels. Deze mensen die regels koesteren, beschouwen regels als groter dan God, deze mensen die van status houden, zien status als hoger dan God, deze mensen die van hun carrière houden, beschouwen hun carrière als groter dan God, en zo voort – al hun uitdrukkingen leiden mij ertoe te zeggen: “Mensen prijzen God als de grootste in hun woorden, maar in hun ogen is alles groter dan God.” Dit is omdat, zodra mensen op hun pad waarop ze God volgen een gelegenheid vinden hun eigen talenten ten toon te spreiden, hun eigen zaken te behartigen of hun eigen carrière na te streven, ze afstand nemen van God en zich op hun geliefde carrière storten. Wat betreft datgene wat God hen heeft toevertrouwd, en Zijn wil: deze dingen zijn al lang weggegooid. Wat is in dit scenario het verschil tussen deze mensen en degenen die tweeduizend jaar geleden in de tempel hun eigen zaken deden?

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III

Een deel van het materiaal uit deze video is afkomstig van:

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap. https://www.debijbel.nl

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren