Dagelijkse woorden van God: God kennen | Fragment 92

13 juli 2020

De zegeningen van God

Gen. 17:4-6 Ik doe jou deze belofte: je zult de stamvader worden van een menigte volken. Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want ik maak je de vader van vele volken. Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Er zullen veel volken uit je voortkomen en onder je nazaten zullen koningen zijn.

Gen. 18:18-19 Abraham zal immers zeker tot een groot en machtig volk uitgroeien. Alle volken van de aarde zullen bovendien met hem zegen ontvangen. Want ik ken hem, ik weet dat hij aan zijn kinderen en de generaties daarna opdracht zal geven om de weg van Jehova in acht te nemen, om gerechtigheid en recht te doen. Dan zal Jehova Abraham zegenen met wat Hij hem heeft beloofd.

Gen. 22:16-18 ‘Ik heb bij mijzelf gezworen,’ zegt Jehova: ‘Omdat je dit gedaan hebt en je zoon, je enige zoon, niet van mij hebt weggehouden, zal ik je volop zegenen. Ik zal je nakomelingen zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en als de zandkorrels van het strand aan de zee. Je nakomelingen zullen de poort van hun vijanden in bezit nemen. En door jouw nageslacht zullen alle volken van de aarde worden gezegend, omdat jij mijn stem hebt gehoorzaamd.’

Job. 42:12 En Jehova zegende Job later nog meer dan in het begin. Hij bezat uiteindelijk veertienduizend schapen, zesduizend kamelen, duizend span runderen en duizend ezelinnen.

De unieke manier en kenmerken van de uitspraken van de Schepper zijn een symbool van de unieke identiteit en het gezag van de Schepper (Geselecteerde passages)

Velen willen de zegeningen van God zoeken en krijgen, maar niet iedereen kan deze zegeningen krijgen, want God heeft Zijn eigen principes en zegent de mens op Zijn eigen manier. De beloften die God de mens doet en de omvang van de genade die Hij de mens schenkt, worden toegewezen naar aanleiding van de gedachten en daden van de mens. En wat kun je zien aan de zegeningen van God? Wat vertellen ze ons? Laten we op dit gebied de discussie over wat voor soort mensen God zegent, of de principes van Gods zegening van de mens terzijde schuiven. Laten we in plaats daarvan naar Gods zegen voor de mens kijken met de bedoeling om het gezag van God te kennen, vanuit het perspectief van het leren kennen van het gezag van God.

De vier gedeeltes uit de Schrift hierboven zijn allemaal verhalen over Gods zegen voor de mens. Ze geven een gedetailleerde beschrijving van de ontvangers van Gods zegeningen, zoals Abraham en Job, evenals van de redenen waarom God Zijn zegeningen schonk en van wat er in deze zegeningen besloten ligt. De toon en de manier waarop God zich uitspreekt en het perspectief en de positie van waaruit Hij sprak, stellen mensen in staat te waarderen dat Degene die zegeningen geeft en de ontvanger van dergelijke zegeningen, een duidelijk verschillende identiteit, status en wezen hebben. De toon en manier waarop deze uitspaken worden gedaan en de positie van waaruit ze werden gesproken, zijn uniek voor God, die de identiteit van de Schepper bezit. Hij heeft gezag en macht, Hem komt de eer toe van de Schepper, Hij bezit majesteit waar niemand aan twijfelt.

Laten we eerst naar Gen. 17: 4-6 kijken: “Ik doe jou deze belofte: je zult de stamvader worden van een menigte volken. Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want ik maak je de vader van vele volken. Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Er zullen veel volken uit je voortkomen en onder je nazaten zullen koningen zijn.” Dit waren de woorden van het verbond dat God met Abraham vestigde, evenals de zegen van God aan Abraham: God zou Abraham tot vader maken van naties, zou hem buitengewoon vruchtbaar maken en naties en koningen zouden uit hem voortkomen. Hoe zie je het gezag van God in deze woorden? En hoe zie je een dusdanig gezag? Welk aspect van het wezen van Gods gezag zie je? Als je deze woorden goed leest, is het niet moeilijk om te ontdekken dat het gezag en de identiteit van God duidelijk geopenbaard zijn in de bewoordingen waarmee God Zich uit. Bijvoorbeeld, wanneer God zegt: “Ik doe jou deze belofte: je zult … ik maak je … Ik zal je … maken …”, uitdrukkingen als “je zult” en “Ik zal”, waarvan de bewoording de bevestiging van Gods identiteit en gezag dragen, zijn in één opzicht een indicatie van de trouw van de Schepper; in een ander opzicht zijn het speciale woorden die door God worden gebruikt, die de identiteit van de Schepper bezitten – en die ook deel uitmaken van het conventionele vocabulaire. Als iemand zegt dat hij of zij hoopt dat een ander heel vruchtbaar zal zijn, dat naties en koningen uit hem of haar zullen voortkomen, dan is dat ongetwijfeld een soort wens en geen belofte of zegening. Dus mensen durven niet te zeggen: “Ik zal je … maken van dergelijke en dergelijke, en ik zal … zus en zo”, want zij weten dat zij niet die macht bezitten; het is niet aan hen en zelfs als ze zoiets zeggen, zouden hun woorden leeg zijn en onzin, ingegeven door hun verlangen en ambitie. Durft iemand op zo’n hoge toon spreken als hij weet dat hij of zij die wensen niet kan vervullen? Iedereen wenst zijn nakomelingen het beste en hoopt dat ze zullen uitblinken en veel succes zullen hebben. Wat een groot geluk zou het voor een van hen zijn om keizer te worden! Als iemand gouverneur zou worden, zou dat ook al goed zijn – zo lang iemand maar belangrijk is! Dit zijn menselijke wensen, maar mensen kunnen alleen zegeningen toewensen aan hun nazaten en kunnen dit soort beloftes niet vervullen of waarmaken. In zijn hart weet iedereen heel goed dat hij of zij niet de macht heeft om zulke dingen te bereiken, want wanneer dit alles al buiten hun macht ligt, hoe zouden ze dan het lot van anderen kunnen bepalen? Terwijl de reden waarom God zulke woorden kan zeggen, ligt in het feit dat God dit gezag bezit en in staat is om alle beloften die Hij de mens doet te vervullen en te realiseren en om alle zegeningen die Hij de mens schenkt uit te laten komen. De mens is door God geschapen en het is voor God kinderspel om iemand buitengewoon vruchtbaar te maken; om iemands afstammelingen welvarend te maken is slechts een woord van Hem genoeg. Hij zou Zich voor zoiets nooit in het zweet hoeven werken, of Zijn geest op de proef stellen, of Zichzelf in bochten te draaien; hierin ligt juist de kracht en het gezag van God.

Wanneer je leest “Abraham zal immers zeker tot een groot en machtig volk uitgroeien. Alle volken van de aarde zullen bovendien met hem zegen ontvangen” in Genesis 18:18, kunnen jullie dan het gezag van God voelen? Kunnen jullie het buitengewone van de Schepper voelen? Kunnen jullie de heerschappij van de Schepper voelen? De woorden van God zijn zeker. God zegt dergelijke woorden niet vanwege, of als een weergave van Zijn vertrouwen in succes; ze zijn juist een bewijs van het gezag van Gods uitspraken en zijn een gebod dat de woorden van God waarmaakt. Er zijn twee uitdrukkingen waar jullie hier aandacht aan moeten besteden. Wanneer God zegt: “Abraham zal immers zeker tot een groot en machtig volk uitgroeien. Alle volken van de aarde zullen bovendien met hem zegen ontvangen.” is er dan enige dubbelzinnigheid in deze woorden? Is er enig punt van zorg? Is er enig element van angst? Omdat de woorden “zal immers zeker” en “zullen” onderdeel zijn van Gods uitspraken, hebben deze elementen, die kenmerkend zijn voor mensen en vaak in hen worden getoond, nooit enige relatie met die van de Schepper gehad. Niemand zou dergelijke woorden durven gebruiken als hij anderen het beste wenst, niemand zou met een dergelijke zekerheid iemand anders durven zegenen met een grote en machtige natie, of beloven dat alle naties van de aarde in hem gezegend zullen zijn. Hoe zekerder de belofte in de woorden van God, hoe meer ze iets bewijzen – en wat is dat iets? Ze bewijzen dat God dit gezag heeft, dat Zijn gezag deze dingen kan volbrengen en dat hun vervulling volkomen zeker is. God was zeker in Zijn hart van alles waar Hij Abraham mee zegende, Hij vertoonde niet de minste aarzeling. Bovendien zou dit alles in overeenstemming met Zijn woorden worden bereikt en zou geen enkele kracht de vervulling ervan kunnen veranderen, belemmeren, schaden of verstoren. Ongeacht wat er gebeurde, niets kon de vervulling van Gods woorden intrekken of beïnvloeden. Dit is juist de macht van de woorden die van de Schepper komen en het gezag van de Schepper die geen ontkenning van de mens duldt! Twijfel je nog steeds als je deze woorden hebt gelezen? Deze woorden werden gesproken door de mond van God, en er is kracht, majesteit en gezag in de woorden van God. Zulke macht en zulk gezag, en de onvermijdelijkheid van de vervulling van feiten, zijn onbereikbaar voor een geschapen of niet-geschapen wezen, en onovertrefbaar door een geschapen of niet-geschapen wezen. Alleen de Schepper kan op zo’n toon en met zo’n intonatie met de mensheid praten en feiten hebben bewezen dat Zijn beloften geen lege woorden zijn, of nutteloze opschepperij, maar de uitdrukking zijn van het unieke gezag dat niet te overtreffen is door een persoon, ding of object.

Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke I

Een deel van het materiaal uit deze video is afkomstig van:

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap. https://www.debijbel.nl

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren