Dagelijkse woorden van God: Gods werk kennen | Fragment 197

14 augustus 2020

De vleeswording van God heeft schokgolven veroorzaakt in alle religies en sectoren, de oorspronkelijke orde van religieuze kringen is ‘op de kop gezet’ en het hart in beroering gebracht van allen die naar de verschijning van God hunkeren. Wie aanbidt er niet? Wie verlangt er niet naar om God te zien? God is vele jaren persoonlijk onder de mensen geweest, toch heeft de mens dat nooit beseft. Vandaag is God Zelf verschenen en heeft Zijn identiteit aan de massa getoond – hoe kan dit het mensenhart niet verblijden? God deelde eens vreugde en verdriet met de mens en vandaag is Hij herenigd met de mensheid en wisselt hij verhalen van voorbije tijden uit met hem. Nadat Hij uit Judea vertrok, konden mensen geen spoor meer van Hem vinden. Zij hunkeren ernaar om God wederom te ontmoeten, maar beseffen niet dat zij Hem vandaag weer ontmoet hebben en met Hem herenigd zijn. Hoe zou dit geen gedachten aan gisteren kunnen oprakelen? Tweeduizend jaar geleden vandaag aanschouwde Simon Barjona, de nakomeling van de Joden, Jezus de Heiland, hij at met Hem aan dezelfde tafel en nadat hij Hem vele jaren gevolgd had, voelde hij een diepe genegenheid voor Hem. Hij had Hem vanuit het diepst van Zijn hart lief, hij hield zielsveel van de Heer Jezus. Het Joodse volk wist totaal niet hoe deze baby met gouden lokken, geboren in een koude kribbe, de eerste beeltenis van Gods vleeswording was. Ze dachten allemaal dat Hij aan hen gelijk was, niemand vond Hem anders – hoe konden mensen deze normale en gewone Jezus ook herkennen? Het Joodse volk zag Hem als een Joodse zoon van die tijd. Niemand beschouwde Hem als een liefderijke God en mensen stelden alleen maar blinde eisen aan Hem, zij vroegen Hem om rijke en overvloedige genadegaven, vrede en vreugde. Zij wisten alleen dat Hij, als een miljonair, alles had wat iemand ooit kon wensen. Toch behandelden mensen Hem nooit als iemand die geliefd was; de mensen in die tijd hielden niet van Hem, protesteerden alleen maar tegen Hem en stelden irrationele eisen aan Hem. Maar Hij verzette Zich nooit en bleef de mens genadegaven verlenen, ook al kende de mens Hem niet. Hij schonk mensen op stille wijze warmte, liefde en barmhartigheid. Hij gaf mensen bovendien nieuwe manieren voor de praktijk om ze uit de banden van de wet te leiden. De mens had Hem niet lief, hij benijdde Hem alleen maar en herkende Zijn uitzonderlijke talenten. Hoe kon de blinde mensheid weten hoe groot de vernedering was die de lieflijke Jezus de Heiland onderging toen Hij onder de mensen kwam? Niemand dacht aan Zijn nood, niemand wist van Zijn liefde voor God de Vader en niemand kon van Zijn eenzaamheid weten; ook al was Maria Zijn aardse moeder, hoe kon zij de gedachten in het hart van de barmhartige Heer Jezus kennen? Wie wist van het onuitsprekelijke lijden dat de Zoon des mensen verduurde? Nadat de mensen in die tijd eisen aan Hem hadden gesteld, verdrongen ze Hem kil naar de achtergrond en wierpen ze Hem eruit. Dus zwierf Hij door de straten, dag na dag, jaar na jaar, vele jaren dolend tot Hij 33 zware jaren had geleefd, jaren die zowel lang als kort waren geweest. Wanneer mensen Hem nodig hadden, nodigden ze Hem met een glimlach op hun gezicht bij hen thuis uit en probeerden ze eisen aan Hem te stellen – maar nadat Hij Zijn bijdrage aan hen had geleverd, schoven ze Hem onmiddellijk buiten de deur. Mensen aten waarin Zijn mond voorzag, zij dronken Zijn bloed, zij genoten de genadegaven die Hij over hen uitstortte, toch keerden ze zich ook tegen Hem, want zij wisten nooit aan wie zij hun leven te danken hadden. Uiteindelijk nagelden ze Hem aan het kruis, maar toch gaf Hij geen kik. Zelfs vandaag houdt Hij Zich stil. Mensen eten Zijn vlees, zij eten het voedsel dat Hij voor hen bereidt, zij bewandelen de weg die Hij voor hen geopend heeft en zij drinken Zijn bloed, toch zijn zij nog steeds van plan om Hem te verwerpen, zij behandelen de God die ze hun leven gegeven heeft feitelijk als de vijand en behandelen degenen die net als zij slaven zijn juist als de hemelse Vader. Keren zij zich hiermee niet opzettelijk tegen Hem? Hoe kwam het dat Jezus aan het kruis stierf? Weten jullie dat? Werd Hij niet verraden door Judas, die Hem het meest nabij stond en Hem gegeten, Hem gedronken en van Hem genoten had? Was de reden voor Judas’ verraad niet omdat Jezus maar een normale onbeduidende leraar was? Als mensen echt hadden gezien dat Jezus uitzonderlijk en die Ene uit de hemel was, hoe hadden ze Hem dan 24 uur lang levend aan het kruis kunnen nagelen totdat Hij geen adem meer in Zijn lichaam had? Wie kan God kennen? Mensen genieten alleen maar van God met onverzadigbare hebzucht, maar zij hebben Hem nooit gekend. Zij kregen een vinger maar namen de hele hand en zij maken Jezus totaal gehoorzaam aan hun geboden, aan hun orders. Wie heeft er ooit enige barmhartigheid getoond jegens deze Zoon des mensen, die nergens een plaats heeft om Zijn hoofd neer te leggen? Wie heeft er ooit aan gedacht om zijn krachten met Hem te bundelen en zo de opdracht van God de Vader te vervullen? Wie heeft er ooit een gedachte aan Hem besteed? Wie heeft er ooit oog voor Zijn moeilijkheden gehad? De mens neemt Hem zonder een greintje liefde in de tang; de mens weet niet waar zijn licht en leven vandaan kwamen en plant alleen maar in het geheim hoe hij de Jezus van tweeduizend jaar geleden, die de pijn onder de mensen heeft ervaren, wederom kan kruisigen. Inspireert Jezus werkelijk tot zulke haat? Is alles wat Hij deed al lang vergeten? De haat die zich duizenden jaren heeft opgehoopt, zal uiteindelijk tot uitbarsting komen. Jullie, die als de Joden zijn! Wanneer is Jezus ooit vijandig naar jullie geweest dat jullie Hem zo haten? Hij heeft zoveel gedaan en zoveel gesproken – is daar niets van in jullie voordeel? Hij heeft Zijn leven aan jullie gegeven zonder daar iets voor terug te vragen, Hij heeft Zich helemaal aan jullie gegeven – willen jullie Hem nog steeds levend opeten? Hij heeft Zijn alles aan jullie gegeven, zonder iets achter te houden, zonder ooit enige wereldse glorie, de warmte onder mensen en de liefde onder mensen of alle zegeningen onder mensen te genieten. Mensen zijn zo gemeen tegen Hem, Hij heeft nooit alle rijkdommen op aarde genoten, Hij wijdt heel Zijn oprechte, bevlogen hart aan de mens toe, Hij heeft Zich helemaal aan de mensheid toegewijd – en wie heeft Hem ooit warmte geschonken? Wie heeft Hem ooit comfort geboden? De mens heeft alle druk op Hem gelegd, hij heeft alle tegenspoed bij Hem neergelegd, hij heeft Hem met de onfortuinlijkste ervaringen onder de mensen belast, hij verwijt Hem voor alle onrecht en Hij heeft het stilzwijgend aanvaard. Heeft Hij ooit tegen iemand geprotesteerd? Heeft Hij ooit van iemand enige beloning gevraagd? Wie heeft er ooit enige sympathie jegens Hem getoond? Wie van jullie heeft als normaal mens geen romantische kindertijd gehad? Wie heeft geen kleurrijke jeugd gehad? Wie heeft er niet de warmte van dierbaren? Wie is er zonder de liefde van familieleden en vrienden? Wie is er zonder het respect van anderen? Wie is er zonder een warm gezin? Wie is er zonder de troost van vertrouwelingen? En heeft Hij hier ooit iets van genoten? Wie heeft Hem ooit enige warmte geschonken? Wie heeft Hem ooit een greintje comfort geboden? Wie heeft Hem ooit enige menselijke moraliteit getoond? Wie is er ooit tolerant jegens Hem geweest? Wie heeft Hem in moeilijke tijden ooit bijgestaan? Wie heeft er ooit het zware leven met Hem doorstaan? De mens heeft zijn eisen aan Hem nooit bijgesteld; hij stelt gewoon zonder enige scrupules eisen aan hem, alsof Hij met Zijn komst naar de mensenwereld zijn os of paard, zijn gevangene moet zijn en Zijn alles aan de mens moet geven; zo niet, dan zal de mens Hem nooit vergeven, Hem nooit rust gunnen, Hem nooit God noemen en Hem nooit hoogachten. De mens is te streng in zijn houding jegens God, alsof hij God per se dood wil martelen, waarna hij zijn eisen aan God pas bij gaat stellen; zo niet, dan zal de mens de normen voor zijn eisen aan God nooit naar beneden bijstellen. Hoe zou God zulke mensen niet kunnen verafschuwen? Dat is niet de tragedie van vandaag? Het geweten van de mens is nergens te bekennen. Hij blijft zeggen dat hij Gods liefde zal terugbetalen, maar hij ontleedt God en martelt Hem dood. Is dit niet het ‘geheime recept’ voor zijn geloof in God, door zijn voorouders doorgegeven? De ‘Joden’ zijn overal te vinden en zij doen vandaag nog steeds hetzelfde werk, zij voeren nog steeds hetzelfde werk uit met hun verzet tegen God en toch geloven zij dat ze God hoogachten. Hoe kunnen de ogen van de mens zelf God kennen? Hoe kan de mens, die in het vlees leeft, de vleesgeworden God die van de Geest is gekomen als God behandelen? Wie onder de mensen kan Hem kennen? Waar is de waarheid onder de mensen? Waar is echte rechtvaardigheid? Wie is er in staat om de gezindheid van God te kennen? Wie kan met de God in de hemel wedijveren? Geen wonder dat niemand God gekend heeft toen Hij onder de mensen is gekomen en dat Hij verworpen is. Hoe kan de mens het bestaan van God tolereren? Hoe kan hij toelaten dat het licht de duisternis van de wereld verdrijft? Is dit allemaal niet de eerzame toewijding van de mens? Is dit niet de oprechte intrede van de mens? En is het werk van God niet gecentreerd rondom de intrede van de mens? Ik zou graag willen dat jullie Gods werk samenvoegen met de intrede van de mens, een goede relatie ontwikkelen tussen de mens en God en de plicht doen die de mens behoort te doen naar zijn beste vermogen. Zo zal Gods werk vervolgens tot een einde komen en met Zijn verheerlijking besluiten!

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Werk en intrede (10)

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren