Dagelijkse woorden van God: Het blootleggen van religieuze opvattingen | Fragment 284

17 juli 2020

Het werk van God gaat door. Het doel van Zijn werk blijft weliswaar onveranderd, maar de middelen waarmee Hij werkt veranderen voortdurend. Dus veranderen Zijn volgelingen ook. Hoe meer werk van God er is, hoe beter de mens God leert kennen, en de gezindheid van de mens verandert met Zijn werk mee. Maar omdat het werk van God steeds verandert, worden zij die het werk van de Heilige Geest niet kennen en de absurde mensen die de waarheid niet kennen, tegenstanders van God. Het werk van God zal nooit op de opvattingen van de mens worden afgestemd, want Zijn werk is altijd nieuw en nooit oud. Nooit herhaalt Hij Zijn oude werk, Hij werkt liever gestaag door aan wat nooit eerder is gedaan. Omdat God Zijn werk nooit herhaalt en de mens steevast Gods huidige werk op basis van Zijn werk in het verleden beoordeelt, is het bijzonder moeilijk voor God om ieder stadium van het werk van het nieuwe tijdperk uit te voeren. De mens werpt veel te veel hindernissen op! De mens denkt veel te bekrompen! Niemand kent het werk van God, maar toch definieert iedereen Zijn werk. Als de mens weg is bij God verliest hij zijn leven, de waarheid en de zegen van God. Toch aanvaardt de mens het leven en de waarheid niet, net zomin als de hogere zegeningen die God de mensheid schenkt. Alle mensen willen God winnen maar kunnen toch geen verandering in Gods werk verdragen. Zij die het nieuwe werk van God niet aanvaarden geloven dat het werk van God onveranderlijk is, en dat Gods werk voor eeuwig stil blijft staan. Zij geloven dat ze zich alleen maar aan de wet hoeven te houden om de eeuwige redding van God te ontvangen en dat zolang ze maar berouw tonen en hun zonden opbiechten Gods hart voor altijd tevreden gesteld zal zijn. Ze menen dat God voor de mens slechts de God van de wet en de God die aan het kruis was genageld kan zijn; ze menen ook dat God de Bijbel niet mag en kan ontstijgen. Juist deze meningen hebben hen stevig aan de oude wet verankerd en aan strikte regelingen vastgeketend. Zelfs nog meer mensen geloven dat wat het nieuwe werk van God ook is, het onderbouwd moet zijn door profetieën, en dat in ieder stadium van het werk aan iedereen die Hem met een oprecht hart volgt ook openbaringen getoond moeten worden, anders zou dat werk nooit van God kunnen zijn. Het is al geen gemakkelijke opgave voor de mens om God te leren kennen. Als je daarbij het absurde hart en de opstandige natuur van gewichtigheid en hoogmoed van de mens optelt, is het nog veel moeilijker voor de mens om het nieuwe werk van God te aanvaarden. De mens bestudeert het nieuwe werk van God niet zorgvuldig, maar accepteert het ook niet deemoedig; de mens neemt liever een geringschattende houding aan en wacht op de openbaring en begeleiding van God. Is dit niet het gedrag van een mens die tegen God opstaat? Hoe kan zo iemand Gods goedkeuring verkrijgen?

Toentertijd zei Jezus dat het werk van Jehova in het Tijdperk van Genade achterop begon te raken, en zo zeg ik nu dat het werk van Jezus achterop begint te raken. Als er alleen het Tijdperk van de Wet was geweest, en geen Tijdperk van Genade, had Jezus niet gekruisigd kunnen worden en had Hij de hele mensheid niet kunnen verlossen. Als er alleen het Tijdperk van de Wet was geweest, had de mensheid zich dan tot de dag van vandaag kunnen ontwikkelen? De geschiedenis gaat door; is de geschiedenis niet de natuurwet van Gods werk? Is dit niet een afbeelding van Zijn management van de mens binnen het hele universum? De geschiedenis gaat door, en dat geldt ook voor het werk van God, en Gods wil verandert voortdurend. Het zou niet praktisch zijn als God een enkel stadium van Zijn werk zesduizend jaar zou onderhouden, want alle mensen weten dat Hij altijd nieuw is en nooit oud. Hij zou geen werk als de kruisiging vol kunnen houden, en één, twee, drie keer … aan het kruis worden genageld. Dit is het idee van een absurd mens. God houdt hetzelfde werk niet gaande, en Zijn werk verandert voortdurend en is altijd nieuw, net zoals ik iedere dag nieuwe woorden tot jullie spreek en nieuw werk doe. Dit is het werk dat ik doe, waarvan de kern in de woorden ‘nieuw’ en ‘wonderbaarlijk’ ligt. “God is onveranderlijk, en God zal altijd God zijn”, dit zijn inderdaad ware woorden. Het wezen van God verandert niet, God blijft altijd God, en Hij zou nooit Satan kunnen worden. Maar dit bewijst niet dat Zijn werk net zo constant en onveranderlijk is als Zijn wezen. Je verklaart dat God zo is, maar hoe verklaar je dan dat God altijd nieuw is en nooit oud? Het werk van God verspreidt zich voortdurend en verandert steeds, en Gods wil wordt voortdurend geopenbaard en kenbaar gemaakt aan de mens. De mens ervaart het werk van God en daarom verandert zijn gezindheid steeds, verandert zijn kennis steeds. Waaraan ontspruit deze kennis dan? Ontspruit deze niet aan het steeds veranderende werk van God? Als de gezindheid van de mens kan veranderen, waarom kan de mens dan niet mijn werk en mijn woorden ook steeds laten veranderen? Moet ik me aan de beperkingen van de mens houden? Neem je dan niet gewoon je toevlucht in spitsvondigheden?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe kan een mens die God in zijn opvattingen heeft afgebakend de openbaring van God ontvangen?

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren