Dagelijkse woorden van God: De incarnatie | Fragment 130

02 augustus 2020

Jezus en ik komen voort uit dezelfde Geest. Al zijn wij door het vlees niet met elkaar verbonden, onze Geest is één. Al is de inhoud van wat we doen en het werk dat we ondernemen niet hetzelfde, in essentie zijn we hetzelfde. Ons vlees neemt verschillende vormen aan, maar dit komt doordat er verandering is gekomen in het tijdperk en de eisen die aan ons werk gesteld worden. Onze bedieningen zijn niet dezelfde, daarom is het werk dat wij voortbrengen en de gezindheid die wij onthullen aan de mens ook anders. Daarom is wat de mens ziet en begrijpt nu anders dan in het verleden, dit komt door de verandering van tijdperk. Hun Geest is één, ook al zijn Zij van een ander geslacht en is de vorm van Hun vlees anders, en zijn Zij niet in dezelfde familie geboren, laat staan in hetzelfde tijdsgewricht. Het kan niet worden ontkend dat Zij de incarnatie van God in twee verschillende tijdsperiodes zijn, ook al deelt Hun vlees niet hetzelfde bloed of fysieke verwantschap van enig soort. Dat Zij het geïncarneerde vlees van God zijn is een onweerlegbare waarheid, al hebben Zij niet dezelfde stamboom en hebben Zij geen gemeenschappelijke menselijke taal (de één was een man die de taal van de Joden sprak en de andere is een vrouw die uitsluitend Chinees spreekt). Om deze redenen hebben Zij in verschillende landen geleefd om het werk te doen dat eenieder past, en ook nog in verschillende tijdsperiodes. Ondanks het feit dat Zij uit dezelfde Geest bestaan en dezelfde essentie hebben, zijn er helemaal geen absolute overeenkomsten tussen de uiterlijke omhulsels van Hun vlees. Zij delen slechts dezelfde menselijkheid, maar waar het het uiterlijk voorkomen van Hun vlees en de omstandigheden van Hun geboorte aangaat, lijken Zij niet op elkaar. Deze dingen hebben geen invloed op Hun respectievelijke werkzaamheden of op de kennis die de mens van Hen heeft, want uiteindelijk zijn Zij dezelfde Geest en kan niemand Hen scheiden. Al hebben Zij geen familierelatie, Hun hele wezen staat onder de hoede van Hun Geest, die Hen ander werk toebedeelt in andere tijden, en die Hun vlees een andere stamboom toebedeelt. Zo is ook de Geest van Jehova niet de vader van de Geest van Jezus, en de Geest van Jezus is niet de zoon van de Geest van Jehova: Zij zijn één en dezelfde Geest. Dit geldt ook voor de geïncarneerde God van vandaag en Jezus. Hoewel Zij geen familierelatie hebben, zijn Zij één; dit komt omdat Hun Geest één is. God kan het werk van mededogen en barmhartigheid verrichten, alsook het werk van het rechtvaardige oordeel en de tuchtiging van de mens, en dat van het uitroepen van een vloek over de mens; uiteindelijk kan Hij het werk van de vernietiging van de wereld en het straffen van de kwaden doen. Doet Hij dit niet allemaal Zelf? Is dat niet Gods almacht?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De twee incarnaties voltooien de betekenis van de incarnatie

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Delen

Annuleren