Dagelijkse woorden van God: De incarnatie | Fragment 108

21 juni 2020

Hoewel Christus op aarde namens God Zelf kan werken, komt Hij niet met de bedoeling alle mensen Zijn beeld in het vlees te laten zien. Hij komt niet zodat alle mensen Hem kunnen zien; Hij komt om de mensen bij de hand te nemen en hen een nieuw tijdperk binnen te leiden. De functie van het vlees van Christus is het werk van God Zelf, dat wil zeggen, het werk van God in het vlees, en niet om het wezen van Zijn vlees volledig begrijpelijk te maken voor de mens. Hoe Hij ook werkt, het is niet onhaalbaar voor het vlees. Hoe Hij ook werkt, Hij werkt in het vlees met een normale menselijkheid, en openbaart het ware gezicht van God niet volledig aan de mens. Daar komt nog bij dat Zijn werk in het vlees nooit zo bovennatuurlijk of onschatbaar is als de mens denkt. Ook al vertegenwoordigt Christus God Zelf in het vlees en voert Hij persoonlijk het werk uit dat God Zelf zou moeten doen, Hij ontkent het bestaan van God in de hemel niet en prijst niet koortsachtig Zijn eigen daden. In tegendeel, Hij blijft nederig verborgen in Zijn vlees. Behalve Christus ontberen allen die onterecht claimen Christus te zijn Zijn eigenschappen. Wanneer de arrogantie en gezindheid van de valse Christussen hiermee wordt vergeleken, wordt het duidelijk wat voor vlees waarlijk Christus is. Hoe onechter zij zijn, hoe meer de valse Christussen opscheppen, en hoe kundiger zij zijn in het tonen van tekenen en het verrichten van wonderen om de mens te misleiden. Valse Christussen hebben geen eigenschappen van God; Christus is niet besmet door een element dat aan een valse Christus toebehoort. God wordt alleen vlees om het werk van het vlees te volbrengen, niet alleen zodat de mens Hem kan zien. Integendeel, Hij laat Zijn werk Zijn identiteit bekrachtigen, en Zijn openbaring Zijn wezen bevestigen. Zijn wezen is niet ongegrond; Zijn identiteit werd niet door Zijn hand in beslag genomen; deze wordt door Zijn werk en Zijn wezen bepaald. Hoewel Hij het wezen van God Zelf bezit en het werk van God Zelf kan doen blijft Hij toch uiteindelijk vlees, in tegenstelling tot de Geest. Hij is niet God met de eigenschappen van de Geest; Hij is God met het omhulsel van vlees. Dus, hoe normaal of zwak Hij ook is, en hoe Hij ook aan de wil van God de Vader probeert te voldoen, Zijn goddelijkheid is ontegenzeggelijk. Er is niet alleen een normale menselijkheid met haar zwakheden in de vleesgeworden God; eerder nog is er de heerlijkheid en ondoorgrondelijkheid van Zijn goddelijkheid, evenals al Zijn daden in het vlees. Daarom bestaan zowel menselijkheid als goddelijkheid feitelijk en praktisch in Christus. Dit is niet in het minst leeg of bovennatuurlijk. Hij komt naar de aarde met het voornaamste doel om werk te verrichten; het is noodzakelijk dat Hij een normale menselijkheid bezit om het werk op aarde te kunnen verrichten, anders, hoe groot de kracht van Zijn goddelijkheid ook is, kan haar oorspronkelijke functie niet goed gebruikt worden. Hoewel Zijn menselijkheid heel belangrijk is, is het niet Zijn wezen. Zijn wezen is de goddelijkheid, en daarom is het moment dat Hij Zijn bediening op aarde begint uit te voeren het moment dat Hij het wezen van Zijn goddelijkheid kenbaar begint te maken. Zijn menselijkheid bestaat slechts om het normale leven van Zijn vlees te ondersteunen, zodat Zijn goddelijkheid het werk normaal kan uitvoeren in het vlees; het is de goddelijkheid die Zijn werk geheel aanstuurt. Als Zijn werk klaar is, heeft Hij Zijn bediening volbracht. Wat de mens zou moeten kennen is de omvang van Zijn werk, en het is door Zijn werk dat Hij zich door de mens laat kennen. Tijdens Zijn werk laat Hij het wezen van Zijn goddelijkheid helemaal zien, hetgeen niet een gezindheid is die door menselijkheid is besmet, of een wezen dat bezoedeld is door gedachten of menselijk gedrag. Als de tijd komt dat Zijn hele bediening ten einde is gekomen, heeft Hij de gezindheid die Hij kenbaar moest maken al perfect en compleet tot uitdrukking gebracht. Zijn werk is niet in opdracht van een mens; ook de uitdrukking van Zijn gezindheid is helemaal vrij en wordt niet door het verstand beheerst of door gedachten bewerkt, maar wordt op natuurlijke wijze geopenbaard. Geen mens kan dit bereiken. Zelfs in een moeilijke omgeving of als de omstandigheden het niet toelaten kan Hij Zijn gezindheid op het juiste moment laten zien. Hij die Christus is laat het wezen van Christus zien, zij die Christus niet zijn hebben de gezindheid van Christus niet. Dus zelfs als iedereen zich tegen Hem verzet of denkbeelden heeft over Hem, dan nog kan niemand op basis van de denkbeelden van de mens ontkennen dat de gezindheid die door Christus wordt getoond het karakter van God is. Allen die met een zuiver hart Christus volgen of vastbesloten op zoek zijn naar God zullen toegeven dat Hij Christus is op basis van de uitdrukking van Zijn goddelijkheid. Ze zouden nooit Christus ontkennen op basis van een aspect van Hem dat niet beantwoordt aan de denkbeelden van de mens. Ook al is de mens dwaas, toch weet hij wat de wil van de mens is en wat van God komt. Veel mensen verzetten zich alleen met hun eigen oogmerk opzettelijk tegen Christus. Als dit niet zo was, zou geen enkel mens een reden hebben om het bestaan van Christus te ontkennen, want de goddelijkheid die Christus laat zien bestaat wel degelijk, en iedereen kan Zijn werk met het blote oog waarnemen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het wezen van Christus is gehoorzaamheid aan de wil van de hemelse Vader

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren