Dagelijkse woorden van God: Het blootleggen van de verdorvenheid van de mensheid | Fragment 331

23 augustus 2020

Mijn herhaalde leringen hebben jullie allang naar achteren geschoven in jullie gedachten. Jullie behandelen ze zelfs als speeltjes voor jullie vrije tijd en beschouwen ze altijd als jullie eigen ‘beschermende amulet’. Wanneer Satan jullie beschuldigt, bidden jullie; wanneer jullie negatief zijn, sluimeren jullie; wanneer jullie blij zijn, rennen jullie rond; wanneer ik jullie een verwijt maak, gedragen jullie je kruiperig; en wanneer jullie mij verlaten, lachen jullie manisch. In een menigte is er niemand hoger dan jij, maar je denkt nooit van jezelf dat je het arrogantst van iedereen bent. Altijd ben je onbeschrijfelijk hooghartig, zelfgenoegzaam en verwaand. Hoe zouden zulke ‘jonge heren en meisjes’ en ‘dames en heren’ die niets weten en nooit leren met mijn woorden kunnen omgaan als een kostbare schat? Maar laat me nu verdergaan met je bevragen: wat heb je in de loop van zo veel tijd precies geleerd uit mijn woorden en werk? Ben je niet listiger geworden in je bedrog? Verfijnder in je vlees? Nonchalanter in je houding tegenover mij? Ik zeg je rechttoe rechtaan: ik heb zo veel werk gedaan, maar het heeft je moed vergroot, moed die eerder was zoals die van een muis. Je vrees voor mij neemt met de dag af, want ik ben te vriendelijk en heb je vlees nooit met geweld gestraft; misschien denk je dat ik alleen maar lompe opmerkingen maak – maar vaker nog glimlach ik naar je, en ik lees je bijna nooit in persoon de les. Bovendien vergeef ik je altijd je zwakte, en het komt alleen hierdoor dat je mij behandelt zoals de slang de goede boer behandelt. Wat bewonder ik de vaardigheid, de prestatie van het waarnemingsvermogen van de mens! Eerlijk gezegd maakt het tegenwoordig niet uit of je hart wel of geen eerbied kent. Ik ben niet ongerust of bezorgd. Maar ik moet je ook het volgende vertellen: jij, ‘getalenteerde persoon’, onwetend en onwillig om te leren als je bent, zult uiteindelijk ten onder gaan aan je zelfgenoegzame, kleingeestige slimheid – jij zult degene zijn die lijdt en getuchtigd wordt. Ik zou niet zo stom zijn om je te begeleiden terwijl je blijft lijden in de hel, want ik ben niet van dezelfde soort als jij. Vergeet niet dat je een schepsel bent dat door mij vervloekt is en niettemin door mij onderwezen en gered is. Je hebt niets voor me waar ik geen afstand van zou willen doen. Wanneer ik werk, worden mij nooit beperkingen opgelegd door welke mensen, gebeurtenissen of voorwerpen dan ook. Mijn houdingen en meningen met betrekking tot de mens zijn altijd dezelfde gebleven: ik mag je niet graag, want je bent een aanhangsel aan mijn management en er is niets aan je wat beter is dan er is aan welk ander ding dan ook. Dit is mijn advies aan je: bedenk te allen tijde dat je niets meer bent dan een schepsel van God! Je leeft misschien met mij, maar je moet je identiteit kennen; schat jezelf niet te hoog in. Zelfs als ik je geen verwijt maak of je niet behandel, en je een glimlach laat zien, bewijst dat niet dat je van dezelfde soort bent als ik; je moet weten dat je een van degenen bent die de waarheid nastreven, en dat je niet de waarheid zelf bent! Je moet nooit ophouden te veranderen samen met mijn woorden. Hier kun je niet onderuit komen. Ik raad je aan te proberen iets te leren in deze geweldige tijd, wanneer deze zeldzame gelegenheid zich voordoet. Houd me niet voor de gek; je hoeft niet te proberen mij met vleierij te misleiden. Wanneer je me zoekt, is dat allerminst omwille van mij: het is omwille van jezelf!

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Zij die niet leren en onwetend blijven: zijn zij geen beesten?

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Delen

Annuleren