Dagelijkse woorden van God: Gods werk kennen | Fragment 206

08 augustus 2020

Eén fase van het werk van de voorafgaande twee tijdperken vond plaats in Israël; een andere vond plaats in Judea. In het algemeen gezegd: geen van de twee fasen van dit werk werd voltrokken buiten Israël; ze waren de fasen van werk dat verricht werd onder het oorspronkelijke uitverkoren volk. Dus, vanuit het oogpunt van de Israëlieten is Jehova God alleen de God van de Israëlieten. Vanwege Jezus’ werk in Judea, en vanwege Zijn volmaking van het werk van de kruisiging, vanuit het perspectief van de Joden is Jezus de Verlosser van het Joodse Volk. Hij is alleen de Koning van de Joden en niet van enig ander volk; Hij is noch de Heer die de Engelsen verlost, noch de Heer die de Amerikanen verlost, maar Hij is de Heer die de Israëlieten verlost, en in Israël zijn het de Joden die Hij verlost. In werkelijkheid is God de Meester van alle dingen. Hij is de God van heel de schepping. Hij is niet alleen de God van de Israëlieten, en Hij is niet alleen de God van de Joden. Hij is de God van heel de schepping. De twee eerdere fasen van Zijn werk vonden plaats in Israël en zodoende zijn er bepaalde opvattingen ontstaan in mensen. Mensen denken dat Jehova in Israël aan het werk was, en Jezus Zelf Zijn werk in Judea volbracht – sterker nog: Hij deed Zijn werk in Judea via incarnatie – maar hoe dan ook, dit werk strekte niet buiten Israël. Hij was niet aan het werk met de Egyptenaren; Hij was niet aan het werk met de Indiërs; Hij was alleen aan het werk met de Israëlieten. Zodoende vormen mensen verschillende opvattingen en schematiseren Gods werk binnen een bepaald domein. Zij zeggen dat wanneer God aan het werk is, dit uitgeoefend moet worden onder het verkoren volk en in Israël; afgezien van de Israëlieten, heeft God geen andere ontvanger van Zijn werk, en Hij heeft ook geen ander domein om in te werken; ze zijn in het bijzonder streng met het ‘disciplineren’ van de geïncarneerde God, die ze niet toestaan om Zich buiten het domein van Israël te begeven. Zijn dit niet allemaal menselijke opvattingen? God heeft de hele hemel en aarde geschapen en alle dingen, en heeft de hele schepping gecreëerd; hoe zou Hij Zijn werk kunnen beperken tot Israël alleen? Wat zou, in dat geval, voor Hem het nut zijn van de rest van de schepping? Hij heeft de gehele wereld geschapen; Hij heeft Zijn managementplan van zesduizend jaar niet alleen in Israël ten uitvoer gebracht maar ook met elk persoon in het heelal. Ongeacht of zij in China wonen, of de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk of Rusland, elk persoon is een afstammeling van Adam; ze zijn allemaal gemaakt door God. Geen enkel persoon kan uitbreken uit het domein van Gods schepping en geen enkel persoon kan ontsnappen aan het etiket ‘afstammeling van Adam’. Ze zijn allemaal Gods schepsels en ze zijn allemaal Adams afstammelingen; ze zijn ook de gecorrumpeerde afstammelingen van Adam en Eva. Het zijn niet alleen de Israëlieten die Gods schepping zijn maar alle mensen; niettemin, sommige schepsels zijn vervloekt en anderen gezegend. De Israëlieten hebben vele begerenswaardige kwaliteiten; God was oorspronkelijk aan het werk met hen omdat zij het minst gecorrumpeerde volk waren. De Chinezen verbleken als je ze met hen vergelijkt en kunnen het wel vergeten om ze te evenaren. Zodoende werkte God van oorsprong onder het volk van Israël, en de tweede fase van Zijn werk is uitgevoerd in Judea alleen. Ten gevolge hiervan vormen mensen vele opvattingen en vele regels. Als Hij inderdaad zou handelen volgens menselijke opvattingen dan zou God alleen de God van de Israëlieten zijn. Op die manier zou Hij niet in staat zijn om Zijn werk naar de heidense volken uit te breiden omdat Hij alleen de God van de Israëlieten zou zijn in plaats van de God van heel de schepping. De profetieën zeiden dat Jehova’s naam groot zou zijn onder de heidense volken en dat Jehova’s naam verspreid zou worden onder de heidense volken – waarom zouden zij dit zeggen? Als God alleen de God van de Israëlieten zou zijn, dan zou Hij alleen in Israël werken. Bovendien zou Hij niet Zijn werk uitbreiden, en Hij zou niet deze profetie maken. Aangezien Hij deze profetie gemaakt heeft, was het nodig dat Hij Zijn werk naar de heidense volken uitbreidde, en naar elk land en plaats. Aangezien Hij dit verklaard heeft, wilde Hij dit dus zo doen. Dit is Zijn plan want Hij is de Heer die de hemel en de aarde en alle dingen gemaakt heeft, en de God van heel de schepping. Ongeacht Hij aan het werk is met de Israëlieten of in het gehele Judea, het werk dat Hij doet is het werk van het gehele heelal en het werk van de gehele mensheid. Het werk dat Hij tegenwoordig doet in het land van de grote rode draak – in een heidens land – is nog steeds het werk van de gehele mensheid. Israël kan de basis zijn voor Zijn werk op aarde; insgelijks kan China de basis worden voor Zijn werk onder de heidense volken. Heeft Hij nu niet de profetie vervuld die zegt: “de naam van Jehova zal groot zijn onder de heidense volken”? De eerste stap in Zijn werk onder de heidense volken heeft te maken met dit werk dat Hij nu doet in het land van de grote rode draak. Voor de geïncarneerde God om aan het werk te zijn in dit land en tussen deze verdoemde mensen gaat in het bijzonder in tegen menselijke opvattingen; deze mensen zijn het laagst en zonder enige waarde. Dit zijn al de mensen die Jehova in eerste instantie heeft verlaten. Mensen kunnen verlaten worden door andere mensen maar als ze verlaten worden door God dan hebben deze mensen geen status, en zullen ze de minste hoeveelheid waarde hebben. Als onderdeel van de schepping, is het zowel pijnlijk om bezeten te zijn door Satan als verlaten te zijn door andere mensen, maar als een onderdeel van de schepping door de Heer van de schepping is verlaten, dan geeft dat aan dat zijn of haar status een absoluut dieptepunt heeft bereikt. De afstammelingen van Moab werden vervloekt en zij waren geboren in dit onderontwikkelde gebied; zonder twijfel zijn de afstammelingen van Moab de mensen met de laagste status onder de invloed van de duisternis. Omdat deze mensen het verleden de laagste status hadden is het werk dat onder hen is verricht het meest in staat om menselijke opvattingen te verbrijzelen, en dat is ook het meest voordelig voor Zijn hele managementplan van zesduizend jaar. Hij werkt onder deze mensen en met die handeling kan Hij het best menselijke opvattingen verbrijzelen; hiermee begint Hij een tijdperk; hiermee verbrijzelt Hij alle menselijke opvattingen; hiermee beëindigt Hij het werk van het gehele Tijdperk van Genade. Zijn oorspronkelijke werk was uitgevoerd in Judea, in het domein van Israël; onder heidense volken deed Hij geen enkel tijdperk-beginnend werk. De slotfase van Zijn werk wordt niet alleen uitgevoerd onder de mensen van heidense volken, het wordt zelfs uitgevoerd onder die vervloekte mensen. Dit ene punt is het bewijs dat het meest in staat is om Satan te vernederen; zodanig dat God de God van heel de schepping in het heelal ‘wordt’ en de Heer van alle dingen wordt, het onderwerp van aanbidding van alles dat leven heeft.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God is de Heer van heel de schepping

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Delen

Annuleren