293 God hoopt dat de mensheid kan blijven leven

God verachtte de mens, want die bestreed Hem,

maar in Zijn hart bleven Zijn zorg en genade voor de mens gelijk.

Maar toen Hij hen vernietigde,

was Zijn hart nog steeds onveranderd.

Toen de mens verdorven en ongehoorzaam was

moest God de mens vernietigen vanwege Zijn principes en vanwege Zijn essentie.

Maar door Zijn wezen had God nog steeds medelijden met de mens

en wilde hem verlossen,

zodat hij kon blijven leven.

Maar de mens bleef ongehoorzaam en wees Gods redding af.

Hij weigerde Gods goede bedoelingen te aanvaarden.

Hoe God ook riep en waarschuwde, hoe Hij ook tolereerde en voorzag,

de mens begreep niet en waardeerde niet en lette ook niet op.

God was nog steeds tolerant, met pijn wachtend tot de mens zou veranderen.

Hij bereikte Zijn grens, Hij deed wat Hij moest doen.

Vanaf dat God Zijn vernietigingsplan maakte, totdat Hij het uitvoerde,

hadden de mensen tijd om om te keren.

Dit was de laatste kans die God de mensen gaf, dit was de laatste kans, dit was de laatste kans die God de mensen gaf.


Naar Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf I

Vorige: 292 Mensen kennen Gods redding niet

Volgende: 294 Door Gods genade heeft de mens tot op heden kunnen blijven bestaan

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek