Hoe ik mijn liegen verhielp

31 juli 2022

Door Marinette, Frankrijk

Voor ik Gods werk van de laatste dagen aanvaardde, loog ik en probeerde ik bij mensen in het gevlij te komen zonder erbij na te denken, want ik was bang om mensen teleur te stellen of te beledigen als ik de waarheid vertelde. Ik werd een gelovige in Almachtige God in november 2018 en leerde uit Zijn woorden dat Hij een hekel heeft aan mensen die hielenlikken en doortrapt zijn. Ik besloot Gods woorden in praktijk te brengen en een eerlijk mens te zijn, en na enige moeite lukte het me meestal om de waarheid te spreken. Toen ik bijvoorbeeld ruim € 50 moest betalen voor mijn medicatie, maar de apotheker zich vergiste en maar de helft nam, wees ik hem op zijn vergissing zonder erbij stil te staan. Maar het was moeilijker om eerlijk te zijn als mijn reputatie of persoonlijke belangen eronder leden.

In maart 2021 was ik kerkleider en had ik het altijd druk. Soms raakte ik echt uitgeput door slaapgebrek. Op een middag wilde ik net een dutje gaan doen, toen mijn partner zuster Li met me wilde praten over ons werk. Ik was niet erg blij toen ik haar berichtje zag, want ik was moe en wilde nergens over praten. Het enige wat ik op dat moment wilde was uitrusten, maar dat wilde ik niet eerlijk tegen zuster Li zeggen. Ik was bang voor wat ze van me zou denken, dat ik lui was of zo, te veel bezig met mijn lichamelijke comfort, en dat ze slecht over me zou denken. Dus om geen gezichtsverlies te lijden, zei ik gewoon tegen haar: “Sorry, ik heb een belangrijke afspraak. Ik moet naar de dokter.” Ik flapte die leugen eruit zonder erbij na te denken. Ik voelde me zo schuldig dat ik helemaal geen rust kreeg, maar me de hele tijd vreselijk voelde. God houdt van eerlijke mensen. Hoe kon ik zo achteloos liegen? Hoe kon iemand me vertrouwen? Ik wist dat het niet goed was om te liegen omdat ik moe was, dat het God niet zou bevallen, en dat ik het werk van de kerk moest laten voorgaan. Ik nam meteen contact op met zuster Li. Ze vroeg me of ik al terug was van mijn afspraak. Ik vertelde haar niet de waarheid, maar bleef liegen omdat ik geen slechte indruk op haar wilde maken en ze me achterbaks zou vinden. Ik zei dat ik niet bij mijn dokter was geweest, dat ze op het laatste moment had afgezegd omdat ze naar de vaccinatiekliniek moest. Daarna spraken we over het werk, maar ik voelde me erg ongemakkelijk. Ik had één keer tegen haar gelogen en gaf het toen niet toe, maar bleef liegen. Ik zag in hoe ernstig mijn satanische gezindheid was en schaamde me. Ik durfde haar nauwelijks aan te kijken. Ik had haar misleid en dat betekende dat ik echt een oneerlijk mens was. Ik verkeerde echt in tweestrijd. Als ik het eerlijk zou zeggen, zou ik het beeld dat ze van me had kapotmaken en zou ze me beschouwen als een oneerlijk mens. Maar als ik bleef liegen, zou God van me walgen. En dus kwam ik voor God om over mezelf na te denken, en toen besefte ik dat ik in mijn leven vaak slinks en geslepen was. Op een keer vroeg een leidster me om zuster Zhou te vertellen over een bijeenkomst die avond. Ik besefte dat ik dat niet had gedaan, maar vertelde de leidster niet de waarheid, om geen slechte indruk te maken. Ik loog en zei dat ik het haar net had laten weten. Toen stuurde ik zuster Zhou direct een bericht over de bijeenkomst. Ook ging ik meestal op vrijdagochtend boodschappen doen, en kon dan geen ongeplande bijeenkomsten bijwonen. Ik vertelde de leidster niet gewoon de waarheid, dat ik eten moest kopen voor mijn keukenvoorraad voor de komende dagen, en alleen dan tijd had voor boodschappen. Dan zei ik dat ik een andere bijeenkomst of een afspraak had en dat ik daarom niet kon gaan. Ik verdraaide de waarheid met allerlei slimme leugentjes om geen slechte indruk te maken en de leidster te laten denken dat ik het altijd druk had met mijn plicht. Ik zag in dat ik absoluut niet voldeed aan de eerlijkheid die God vereiste. Daarom bad ik: “Almachtige God, ik heb echt spijt van mijn leugens en bedrog. Ik kan maar niet nalaten om te liegen voor mijn eigen lichamelijke comfort. Ik ben totaal geen eerlijk mens. God, wijs me de weg en help me de waarheid te begrijpen en te worden verlost van deze verdorvenheid.”

Later las ik deze passage uit Gods woorden. “In hun dagelijks leven zeggen mensen veel nutteloze, onware, onkundige, domme en vergoelijkende dingen. In wezen zeggen ze die dingen omwille van hun eigen trots, om hun eigen ijdelheid te strelen. Het uiten van deze onwaarheden zijn hun verdorven gezindheden die zich uitstorten. Deze verdorvenheid oplossen zal je hart reinigen en je zo steeds zuiverder en eerlijker maken. In feite weten alle mensen waarom ze liegen: omwille van hun belangen, aanzien, ijdelheid en status. En door zich met anderen te vergelijken, slaan ze zichzelf te hoog aan. Als gevolg daarvan worden hun leugens blootgelegd en doorzien door anderen, waardoor ze juist inboeten aan aanzien, karakter en waardigheid. Dit is het gevolg van een overdaad aan leugens. Wanneer je te veel liegt, is elk woord dat je spreekt besmet. Het is allemaal onwaar, en niets ervan kan waar of feitelijk zijn. Hoewel je misschien geen gezichtsverlies lijdt wanneer je liegt, voel je je vanbinnen al onteerd. Je zult voelen dat je geweten je verwijten maakt, je zult jezelf verachten en je zult op jezelf neerkijken. ‘Waarom leef ik zo erbarmelijk? Is het echt zo moeilijk om ook maar iets eerlijks te zeggen? Moet ik alleen omwille van aanzien deze leugens vertellen? Waarom is het zo vermoeiend om op deze manier te leven?’ Je kunt op een manier leven die niet vermoeiend is. Als je oefent om een eerlijk mens te zijn, kun je makkelijk en vrijuit leven, maar als je ervoor kiest te liegen om je aanzien en ijdelheid te beschermen, is je leven erg vermoeiend en pijnlijk, wat betekent dat dit pijn is die je jezelf aandoet. Welk aanzien win je door leugens te vertellen? Het is iets leegs, iets wat volstrekt waardeloos is. Wanneer je liegt, verloochen je je eigen karakter en waardigheid. Deze leugens kosten mensen hun waardigheid en karakter, en God vindt ze onplezierig en verwerpelijk. Zijn ze het waard? Absoluut niet. Is dit het juiste pad? Nee. Zij die vaak liegen, leven gevangen in hun satanische gezindheden en onder Satans heerschappij, niet in het licht of ten overstaan van God. Je moet vaak nadenken over hoe je een leugen moet vertellen. Na te hebben gelogen, moet je nadenken over hoe je het moet verdoezelen, en als je het niet goed genoeg verdoezelt, komt de leugen aan het licht. Dus moet je je hoofd breken over hoe je het kunt verdoezelen. Is dat geen vermoeiende manier om te leven? […] Je denkt misschien dat leugens je gewenste reputatie, status en ijdelheid kunnen beschermen, maar dit is een grote vergissing. Niet alleen beschermen leugens je ijdelheid en persoonlijke waardigheid niet; nog ernstiger is dat ze er ook toe leiden dat je kansen misloopt om de waarheid in praktijk te brengen en een eerlijk iemand te zijn. Zelfs als je op dat moment je reputatie en ijdelheid beschermt, verlies je de waarheid en verraad je God. Dat betekent dat je de kans om Gods redding te verkrijgen en vervolmaakt te worden volledig misloopt. Dit is het grootst mogelijke verlies en iets om eeuwig spijt van te hebben. Bedrieglijke mensen zien dit nooit duidelijk in(‘Alleen door eerlijk te zijn, kan iemand als een echt mens leven’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). Dit was perfect van toepassing op mij. Ik zag in dat ik een doortrapte leugenares was. Als ik gewoon wilde uitrusten, kon ik niet de waarheid vertellen over zoiets onbenulligs. Ik zei niet tegen mijn collega dat ik een dutje nodig had en haar wat later wilde ontmoeten, maar in plaats daarvan loog ik. Dat deed ik om mijn aanzien en status te beschermen, om het beeld dat anderen van me hadden te beschermen. Maar God haat zulk gedrag en ik voelde me er ook schuldig over. Het is zoals Gods woorden luiden: “Hoewel je misschien geen gezichtsverlies lijdt wanneer je liegt, voel je je vanbinnen al onteerd. Je zult voelen dat je geweten je verwijten maakt, je zult jezelf verachten en je zult op jezelf neerkijken. ‘Waarom leef ik zo erbarmelijk? Is het echt zo moeilijk om ook maar iets eerlijks te zeggen? Moet ik alleen omwille van aanzien deze leugens vertellen? Waarom is het zo vermoeiend om op deze manier te leven?’(‘Alleen door eerlijk te zijn, kan iemand als een echt mens leven’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). Ik identificeerde me echt met deze woorden van God. Ik besefte echt dat het uitputtend was om te liegen om mijn reputatie te beschermen, dat ik moest blijven liegen om mijn eerste leugen te verdoezelen en dat ik uiteindelijk steeds onechter en onoprechter zou worden. Ik wist dat God er een hekel aan had, want Hij is heilig en rechtvaardig. Als ik terugdacht aan mijn oneerlijke gedrag, kreeg ik een slecht geweten, huilde berouwvol voor God, en schaamde me voor mijn leugens. Maar na afloop ging ik onwillekeurig door met liegen. Dat was zo verdorven en beschamend van me. Liegen was mijn aard geworden. Ik herinnerde me iets wat de Heer Jezus zei: “Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad(Matteüs 5:37). “Jullie zijn van je vader de duivel en de lusten van je vader zullen jullie doen. Hij was een moordenaar vanaf het begin en bleef niet in de waarheid, want er is geen waarheid in hem. Wanneer hij een leugen spreekt, spreekt hij vanuit zichzelf: want hij is een leugenaar en de vader ervan(Johannes 8:44). Het was waar. Uit mijn voortdurende leugens bleek dat ik toebehoorde aan de duivel en het alleen deed om mijn eigen imago en reputatie te beschermen. Maar dat ging ten koste van mijn karakter en waardigheid. Het was zo dom van me. God regelde kansen voor me om de waarheid te praktiseren en een eerlijk mens te zijn, om getuigenis te geven en Satan te beschamen. Maar ik trapte in Satans listen en was daardoor een mikpunt. Het was alleen voor mijn reputatie en om mijn verdorvenheid te verdoezelen. Ik was geen eerlijk mens, maar ik was bedrieglijk van natuur.

Ook las ik dit in Gods woorden: “Moeten jullie weten dat God gesteld is op wie eerlijk is. In essentie is God trouw; daarom kan op Zijn woorden altijd worden vertrouwd. Bovendien zijn Zijn daden onberispelijk en onbetwistbaar; daarom is God gesteld op wie absoluut eerlijk jegens Hem zijn. Eerlijkheid betekent je hart aan God geven, in alles oprecht zijn tegenover God, in alles open naar Hem zijn, de feiten nooit verbergen, niet proberen de mensen boven of onder je te misleiden en geen dingen doen om alleen maar bij God in een goed blaadje te komen. Kortom, eerlijk zijn is zuiver zijn in je woorden en daden, en God noch mensen misleiden(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Drie vermaningen). Ik zag in dat eerlijk zijn betekent dat je geen bedrog in je hart en geen leugens op je tong hebt, en nooit God of mens bedriegt bij wat dan ook. Ik besefte dat ik doortrapt was geweest tegen zuster Li en altijd had gelogen om mijn imago en mijn eigen belangen te beschermen. Ik was moe en wilde een dutje doen. Daarom wilde ik op dat moment niet over het werk van de kerk praten, maar ik zei niet gewoon wat ik dacht, maar loog dat ik een afspraak had omdat ik geen slechte indruk op haar wilde maken. Ik loog liever om onder dat gesprek uit te komen dan dat ik gewoon zei dat ik te moe was en wat rust nodig had. En toen we ons gesprek hadden, gaf ik mijn fout niet toe, maar bleef liegen en verdoezelde de eerste onwaarheid met een nieuwe. Toen mijn leidster vroeg over het werk, loog ik dat ik iets gedaan had wat ik niet echt had gedaan. En toen ik mijn wekelijkse boodschappen moest doen en dat botste met een bijeenkomst, loog ik dat ik een afspraak had. Ik wilde gewoon in alles mijn image beschermen. Ik zag in dat ik echt een sluwe, bedrieglijke natuur had. Ik kon niet eens over de simpelste dingen de waarheid zeggen. Ik was zo grondig verdorven door Satan dat ik totaal niet eerlijk was.

Er was nog een passage in Gods woorden die ik las: “Alleen wanneer mensen ernaar streven eerlijk te zijn kunnen ze weten hoe diep verdorven ze zijn en of ze wel of niet werkelijk enige menselijke gelijkenis hebben, en kunnen ze duidelijk bepalen waar ze met zichzelf aan toe zijn of hun tekortkomingen zien. Alleen wanneer ze eerlijkheid beoefenen kunnen ze zich ervan bewust worden hoeveel leugens ze vertellen en hoe diep verborgen hun bedrog en oneerlijkheid zijn. Alleen wanneer ze ervaren wat het is om eerlijkheid te beoefenen kunnen mensen geleidelijk de waarheid over hun eigen verdorvenheid leren kennen en hun eigen aard en essentie herkennen, en alleen dan kan hun verdorven gezindheid continu worden gezuiverd. Alleen tijdens het proces waarbij hun gezindheid wordt gezuiverd, zullen mensen in staat zijn de waarheid te verkrijgen. Neem jullie tijd deze woorden te ervaren. God vervolmaakt niet degenen die bedrieglijk zijn. Als je hart niet eerlijk is – als je geen eerlijke persoon bent – dan zul je niet door God worden gewonnen. Evenmin zul je de waarheid verkrijgen of God kunnen winnen. Wat betekent het om God niet te winnen? Als je God niet wint en de waarheid niet hebt begrepen, zul je God niet kennen, waardoor je op geen enkele manier verenigbaar met God kunt zijn, en in dat geval ben je de vijand van God. Als je onverenigbaar bent met God, is God jouw God niet. En als God niet jouw God is, kun je niet gered worden. Als je er niet naar streeft gered te worden, waarom geloof je dan in God? Als je geen redding kunt verkrijgen, zul je voor altijd een bittere vijand van God zijn en zal je uitkomst vaststaan. Als mensen dus gered willen worden, moeten ze beginnen met eerlijk te zijn. Er is een teken dat degenen markeert die uiteindelijk door God zullen worden gewonnen. Weten jullie wat het is? Het staat in Openbaring, in de Bijbel: ‘Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets op hen aan te merken’ (Openbaring 14:5). Wie zijn ‘hen’? Dat zijn degenen die door God gered, vervolmaakt en gewonnen zijn. Hoe beschrijft God deze mensen? Wat zijn de kenmerken van hun handelingen en hoe komen die tot uiting? Er valt niets op hen aan te merken. Geen leugen komt over hun lippen. Jullie begrijpen en bevatten waarschijnlijk allemaal wat niet liegen betekent: het betekent eerlijk zijn. ‘Er valt niets op hen aan te merken’: waar verwijst dit naar? Het betekent dat men geen kwaad doet. En op welk fundament berust het gegeven dat men geen kwaad doet? Zonder enige twijfel berust het op het fundament van de vrees voor God. Dat er niets valt aan te merken, betekent dus dat men God vreest en het kwaad vermijdt. Hoe definieert God iemand op wie niets valt aan te merken? In Gods ogen zijn alleen degenen die God vrezen en het kwaad vermijden volmaakt. Mensen op wie niets valt aan te merken, zijn dus diegenen die God vrezen en het kwaad vermijden, en alleen op hen die volmaakt zijn, valt niets aan te merken. Dit klopt volledig(‘Zes indicatoren van vooruitgang in het leven’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). Toen ik hierover nadacht, werd ik echt bang. God zegt: “Als je geen eerlijke persoon bent – dan zul je niet door God worden gewonnen. Evenmin zul je de waarheid verkrijgen of God kunnen winnen.” “Als je geen redding kunt verkrijgen, zul je voor altijd een bittere vijand van God zijn en zal je uitkomst vaststaan.” Het is waar dat God geen bedrieglijke mensen redt. Ik wist dat ik door God zou worden geëlimineerd als ik geen berouw toonde. Dankzij Gods woorden kreeg ik eindelijk echt inzicht in mezelf en wist ik dat leugens afkomstig zijn van de duivel, en dat ik lieg door mijn opvoeding en de invloed van de maatschappij. Mijn moeder had me altijd geleerd dat hoe afschuwelijk iemands haar of kleren ook waren, ik toch aardige dingen moest zeggen om ze niet te kwetsen. Anders zou niemand er voor mij zijn als ik hulp nodig had. Door die opvoeding durfde ik niet eerlijk te zijn. Ik deed mijn best om een goed image te behouden, zodat mensen me aardig vonden en dachten dat ik meeleefde. Maar in feite werd ik uiteindelijk een onecht, bedrieglijk mens. Het herinnerde me aan Job 1:7 in de Bijbel: “Jehova zei tegen Satan: ‘Waar kom je vandaan?’ En Satan gaf Jehova als antwoord: ‘Ik heb de aarde doorkruist en heb overal rondgetrokken.’” Satans woorden waren doortrapt en indirect en het was niet duidelijk wat hij werkelijk zei. Als ik loog, was ik toch net zo doortrapt als Satan? Ik schaamde me, want ik zag in dat ik net zo’n natuur had als Satan. Satan had me in zijn macht en ik was in de greep van mijn satanische gezindheid. Hoe kon ik op die manier verenigbaar zijn met Christus of Gods goedkeuring krijgen? Ik kwam voor God om berouw te tonen en vroeg Hem me te vergeven. Ik was vervuld van haat voor mezelf en Satan en voelde me zo schuldig. Gods gezindheid is rechtvaardig en ik wist dat ik niet kon blijven liegen en Hem beledigen. Een andere passage waar ik over nadacht was deze: “Er is een teken dat degenen markeert die uiteindelijk door God zullen worden gewonnen. Weten jullie wat het is? Het staat in Openbaring, in de Bijbel: ‘Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets op hen aan te merken’ (Openbaring 14:5). Wie zijn ‘hen’? Dat zijn degenen die door God gered, vervolmaakt en gewonnen zijn(‘Zes indicatoren van vooruitgang in het leven’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). God waardeert hen die eerlijk zijn en oneerlijke mensen zullen nooit Zijn koninkrijk binnengaan. Ik wilde echt ophouden met liegen en rein van geweten worden, maar ik kon het niet alleen. Ik moest Gods hulp zoeken, om te zorgen dat ik niet in Satans val trapte. De waarheid zeggen was soms misschien gênant, maar ik wilde ophouden met liegen. Toen las ik nog een keer ‘Een eerlijk iemand zijn: de principes daarachter.’ “(1) Als je jezelf aanleert om een eerlijk iemand te zijn, is het nodig om op God te vertrouwen. Geef Hem je hart en aanvaard Zijn inspectie. Alleen zo kun je mettertijd je leugens en bedrog van je afwerpen. (2) Het is nodig om de waarheid te aanvaarden en over al je woorden en daden na te denken. Ontleed de oorzaak en essentie van de verdorvenheid die in jou wordt onthuld, en leer jezelf echt kennen. (3) Het is nodig om te onderzoeken bij welke kwesties je aan het liegen slaat en bedrieglijk neigt te zijn. Durf jezelf te ontleden en bloot te leggen, bied je excuses aan anderen aan en maak dingen goed. […]” (‘170 Principes van het beoefenen van de waarheid’). Ik wist dat ik zuster Li mijn excuses moest aanbieden. Ik was zo bedrieglijk, ik had twee keer tegen haar gelogen. Ik besloot dat ik eerlijk tegen haar moest zijn over mijn verdorvenheid en mijn motieven. Ik kon die dingen niet verzwijgen. Ik moest hoe dan ook de waarheid zeggen en een eerlijk mens zijn. Nadat ik nog heel wat keren had gebeden, verzamelde ik de moed om me bloot te geven tegen zuster Li. Ik vertelde precies alles over hoe ik haar had misleid en dat ik berouw had getoond voor God. Ik verdoezelde niet langer mijn leugens, want ik wist dat God naar me keek en ik alles tot in de details moest vertellen. Toen ik klaar was, voelde ik dat een zware last van me was afgenomen en ik was veel meer ontspannen.

Daarna begon ik voortdurend in gebed voor God te komen en vroeg Hem mijn hart te onderzoeken. Als ik een of andere doortrapte bedoeling had of als ik oneerlijk of bedrieglijk was, vroeg ik God om me te disciplineren en tegen te houden. Ik wist dat een probleem met liegen niet meteen kan worden weggenomen en ik was in mijn leven nooit echt een eerlijk mens geweest. Ik wilde blijven zoeken om een eerlijk mens te worden. God geeft Zijn liefde en zegen aan hen die eerlijk zijn, en alleen eerlijke mensen kunnen worden gered. Als ik sindsdien besefte dat ik een onoprechte gedachte had, kwam ik voor God en bad: “God ik ben op een probleem gestuit en voel dat ik het niet kan overwinnen zonder te liegen. Verlicht me om de waarheid te begrijpen en geef me de kracht om het vlees te verzaken. O God, ik wil de waarheid praktiseren en een eerlijk mens zijn. Help me alstublieft. Ik ben u zo dankbaar.”

Na een bijeenkomst vroeg een leider me een keer wat ik ervan vond. Ik had gemerkt dat hij aanmatigend was op de bijeenkomst en er waren nog meer problemen met zijn communicatie. Maar ik was bang dat ik zijn trots zou krenken als ik de waarheid zei en dat hij me dan niet aardig zou vinden. Ik wilde niet eerlijk zijn zodat hij een andere mening over me kreeg. Dus ik zei: “Het was geweldig.” Ik voelde me vreselijk zodra ik het had gezegd. Ik besefte dat ik had gelogen dus ik bad tot God en vroeg Hem om me te helpen om een eerlijk mens te zijn en de waarheid te spreken. Ik ging naar de leider en sprak met hem over de problemen met de bijeenkomst en voelde me veel geruster. De volgende bijeenkomst die hij hield was veel beter. Ik zag in dat God luistert als we oprecht zijn in onze gebeden. Ik merkte dat ik na een tijdje geleidelijk veranderde. Ik had altijd gelogen om mijn aanzien en status te beschermen. Maar toen ik mijn hart aan God gaf en Hem vroeg over mijn hart te waken, over mij te waken en me in het gareel te houden, zag ik mijn eigen gesteldheid duidelijker. Ik kwam in gebed voor God en praktiseerde eerlijk te zijn. Daarmee zou ik soms mensen kunnen beledigen, maar een eerlijk mens zijn voor God is belangrijker voor me.

Ik had de gewoonte om te liegen om mensen blij te maken en mijn aanzien en status te beschermen, maar nu werk ik eraan om een eerlijk mens te zijn in elke omgeving die God voor me regelt. Ik ben God echt dankbaar voor deze ervaringen en dit inzicht. Het oordeel van Zijn woorden heeft me geholpen om mijn verdorvenheid en lelijkheid te zien en enkele veranderingen te ondergaan. Ik weet dat je niet van de ene op de andere dag het liegen afleert, en dat God de ene situatie na de andere voor me regelt om te ervaren. Ik moet alert blijven zodat ik geen leugen vertel waar God van walgt. Het belangrijkste is om het oordeel van Gods woorden te aanvaarden en om te bidden en op Hem te vertrouwen, om echt verlost te worden van de neiging om te liegen. Moge alle glorie naar Almachtige God gaan.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Leven voor God

Door Yongsui, Zuid-Korea Almachtige God zegt: “Om de realiteit binnen te kunnen gaan, moet je alles naar het echte leven richten. Als...