Ik miste bijna mijn kans om de Heer te verwelkomen

14 maart 2022

Door Wang Lei, China

Mijn vrouw en ik werden christenen in 1995. We streefden meteen heel ijverig ons doel na en al snel werkten we voor de Sola Fide-kerk. Rond 2000 hoorden veel leden van die kerk het evangelie van Bliksem uit het oosten en ze begonnen in Almachtige God te geloven. Vanaf dat moment preekten de dominees en ouderlingen constant tegen Bliksem uit het oosten tijdens bijeenkomsten van collega’s. Op een dag zei dominee Wang dat Paulus in de Bijbel heeft gezegd: “Het verbaast me dat u zich zo snel hebt afgewend van hem die u door de genade van Christus heeft geroepen en dat u zich tot een ander evangelie hebt gekeerd. Er is geen ander evangelie, er zijn alleen maar mensen die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien. Wanneer iemand u iets verkondigt dat in strijd is met wat ik u verkondigd heb, al was ik het zelf of een engel uit de hemel – vervloekt is hij!” (Galaten 1:6-8). Hij zei ook dat we de weg van de Heer moesten volgen, en dat we de Heer verraadden en zouden worden verdoemd als we naar andere evangelies luisterden. Hij zei dat Bliksem uit het oosten preekte dat de Heer al was teruggekeerd en het oordeelswerk van de laatste dagen door Zijn woorden deed, en dat dit een ander evangelie was. Hij zei dat we er niet naar mochten luisteren en het vooral niet mochten geloven, want dan zouden we de Heer verraden. Hij drong erop aan dat we mensen die over Bliksem uit het oosten praatten onmiddellijk de deur zouden wijzen. Telkens als onze dominees deze Bijbelverzen ter sprake brachten, waarschuwde ik mezelf in stilte: de geestelijken willen niet dat we contact hebben met Bliksem uit het oosten en dat is voor ons eigen bestwil. Ik begrijp de Bijbel niet goed en mijn gestalte is klein, dus ik mag niet zomaar naar alles luisteren. De Heer heeft me begenadigd, dus ik mag Hem niet verraden. Ik had vrienden en familieleden die het evangelie meerdere keren met me deelden, maar ik wees ze allemaal af. Ik wilde de weg van de Heer volgen en mocht nergens anders naar luisteren. Wat zou ik doen als ik zou worden misleid en vervolgens afgewezen door de Heer? Op een dag kwam mijn nichtje het evangelie delen met mij en mijn vrouw, en ik reageerde koel: “In de Bijbel staat: ‘Wanneer iemand u iets verkondigt dat in strijd is met wat ik u verkondigd heb, al was ik het zelf of een engel uit de hemel – vervloekt is hij!’ (Galaten 1:8). We geloven in de Heer Jezus en als we een ander pad volgen, zou dat apostasie en verraad van de Heer zijn. We zouden worden verdoemd. Je moet meteen biechten en berouw tonen tegenover de Heer.” Ik luisterde naar wat de dominee had gezegd. Het maakte niet uit wie het evangelie van God in de laatste dagen kwam delen. Ik luisterde niet en gebruikte elke mogelijke smoes om ze weg te werken.

Maar op een dag, toen mijn vrouw en ik op het veld werkten, zei ze heel voorzichtig tegen me: “De Heer Jezus is teruggekeerd. Hij is Almachtige God.” Toen ze dat zei, besefte ik dat ze niet alleen had geluisterd naar het evangelie van Bliksem uit het oosten, maar dat ze het ook had aanvaard. Ik was woedend en viel tegen haar uit: “De geestelijken hebben herhaaldelijk gezegd dat we niet mogen luisteren naar Bliksem uit het oosten. Waarom heb je naar ze geluisterd? Een andere weg aanvaarden is verraad van de Heer. Dan zul je niet in Gods koninkrijk komen.” Ik raakte steeds meer van streek en dacht aan dit Bijbelvers: “[…] maak jezelf niet medeverantwoordelijk voor zijn zonden, zorg ervoor dat je rein blijft” (1 Timoteüs 5:22). Ze had Bliksem uit het oosten aanvaard en de Heer verraden, maar ik wilde niet meedoen met haar zonden. Ik vertelde het meteen aan de dominee, zodat hij haar kon overhalen om terug te komen. Hij was geschokt toen hij het hoorde en zei: “Ze heeft de Heer verraden door naar mensen te luisteren die andere overtuigingen preken en ze zal uit de kerk worden gezet. Kijk of ze boeken heeft en vernietig ze als je er vindt. Ga meteen naar huis om haar in de gaten te houden. Ze mag absoluut niet naar buiten gaan en naar die mensen luisteren.” Toen ik dat hoorde, dacht ik: ja, ik kan mijn vrouw alleen maar redden door te doen wat de dominee zegt. Anders wordt ze afgewezen door de Heer en verliest ze haar kans om naar de hemel te gaan. Vanaf dat moment hield ik mijn vrouw nauwlettend in de gaten. Zolang ik er was, mocht ze geen contact hebben met mensen van Bliksem uit het oosten. Onze twee dochters hielden haar in de gaten als ik ging werken. Maar ze ging nog steeds stiekem naar bijeenkomsten. Op een dag kwam ik thuis van mijn werk en toen ik mijn vrouw niet zag, wist ik dat ze weer naar een bijeenkomst was gegaan. Ik was woedend. Het lukte me maar niet om haar in bedwang te houden, dus ik besloot dat ik hardhandiger moest optreden. Ik kon niet zomaar toekijken hoe ze de Heer verraadde en door Hem werd verstoten. Toen ze terugkwam, hief ik de hand op tegen haar. Ik had haar nog nooit geslagen in al die jaren dat we getrouwd waren. Ik voelde me er vreselijk over. Toen bedacht ik me dat ik gewoon bang was dat ze op het verkeerde pad zou eindigen en de redding van de Heer zou missen. Maar wat ik ook deed, ze bleef sterk in haar geloof in Bliksem uit het oosten. Ik wist niet wat ik moest doen. Toen herinnerde ik me dat dominee Wang had gezegd dat ik haar boeken moest vernietigen. Ik vond dat hij gelijk had. Hoe kon ze zonder boeken om te lezen haar geloof beoefenen? Ik vond in het geheim haar boeken en vernietigde ze in woede, maar ze was nog steeds niet van plan om terug te komen. Ze vond altijd een manier om aan mijn blik te ontsnappen en naar bijeenkomsten te gaan, en ze zei altijd tegen me dat ik Almachtige Gods woorden moest lezen om zelf te kijken of het de stem van God was. Eerlijk gezegd weifelde ik. Mijn vrouw was altijd heel makkelijk geweest. Ze was nooit echt koppig geweest. Ik snapte niet waarom ze nu wel voet bij stuk hield. Ik vroeg me af wat Bliksem uit het oosten echt preekte en waarom het zo’n aantrekkingskracht op haar had. Ik wilde Almachtige Gods woorden lezen. Maar toen herinnerde ik me wat de dominee had gezegd en ik waarschuwde mezelf: we moeten de weg van de Heer blijven volgen in ons geloof. Als we ervan afdwalen, verraden we de Heer. Daarom weigerde ik.

Op een dag was ik in de kolenmijn. Een collega was bezig met een ontsteker die opeens explodeerde, en hij werd ter plekke blind. Ik was in de buurt, maar ik was helemaal in orde. Ik beefde van angst. Ik had medelijden met mijn collega, maar tegelijkertijd was ik heel blij dat God me had beschermd. Ik was nog steeds niet gekalmeerd toen ik thuiskwam en tegen mijn vrouw vertelde wat er was gebeurd. Haar antwoord was: “Hij is fysiek blind, maar jij bent spiritueel blind. Ik zeg je altijd dat je Almachtige Gods woorden moet lezen, maar je weigert en veroordeelt Hem zelfs. Je kwam ongedeerd uit de mijn door Gods bescherming, maar zo wilde Hij je ook waarschuwen.” Haar woorden raakten me. Wat als God me echt had willen waarschuwen? Een paar dagen later, toen ik de transportband in de mijn inspecteerde, werd ik opeens zo duizelig dat ik bijna op de band viel. Het zweet brak me uit. Ik wist dat ik gehakt was geworden als ik was gevallen. Ik had een gevoel van paniek dat ik niet kan beschrijven. Thuis sprak ik erover met mijn vrouw. Ik vroeg: “Waarom word ik als gelovige niet beschermd? Wat is er aan de hand?” Ze zei: “De Heer Jezus is al teruggekeerd. Hij is Almachtige God. Je blijft Hem weerstaan, dus God waarschuwt je. Je moet je niet langer tegen Hem verzetten.” Ik werd bang en vond dat ik haar niet langer moest tegenhouden. Maar toen dacht ik aan de dominee die had gezegd dat ze een ander pad volgde en de Heer had verraden, en dat God me zo testte en ik absoluut aan Zijn kant moest blijven staan. Ik durfde er niet meer over na te denken. Ik was bang dat ze me zou overtuigen en dat ik zou weifelen. Ik bleef haar verhinderen om bijeenkomsten bij te wonen en drong er steeds bij haar op aan om te biechten en berouw te tonen. Maar toen ik haar wilde tegenhouden, werd mijn hele lichaam om een of andere reden zwak. Ik had geen greintje kracht meer en kon niet eens gaan werken. Ik lag gewoon in bed als een lijk. Ik bad steeds weer tot de Heer, maar ik werd niet beter. Mijn vrouw zei dat ik tot Almachtige God moest bidden. Ze zei dat alleen Hij me kon redden. Ik was ten einde raad en besloot om het te proberen. In stilte bad ik vanuit mijn hart: “O, Almachtige God. Almachtige God …” Ik was geschokt dat ik mijn kracht langzaam voelde terugkomen zodra ik Almachtige God te hulp had geroepen. Dat gebeurde nog enkele keren. Zodra ik haar weg blokkeerde, verloor ik al mijn kracht en kon ik niet eens werken. Maar zodra ik bad tot Almachtige God, keerde mijn kracht langzaam terug. Daarna was ik niet meer zo streng en gaf ik steeds meer toe. Ik vroeg me af of Almachtige God echt de teruggekeerde Heer Jezus kon zijn? Toen mijn vrouw er weer bij me op aandrong om de ware weg te onderzoeken, ging ik akkoord.

Diezelfde dag zag ik enkele mensen die het evangelie van Bliksem uit het oosten deelden in het huis van mijn schoonzus. Een zuster sprak over Gods werk vanaf het Tijdperk van de Wet helemaal tot aan het Tijdperk van Genade, en over het werk van de Heer Jezus die werd gekruisigd en ons heeft verlost van onze zonden. Toen gebruikte ze de woorden van de Heer Jezus en ook de profetieën in de Bijbel om te communiceren over God die terugkeert in de laatste dagen, de waarheid uitdrukt en het werk van het oordeel doet om de mens te ontdoen van zijn zondige natuur. Hij reinigt ons grondig, redt ons en neemt ons mee naar Zijn koninkrijk. Ze sprak ook over de betekenis van de opname, de wijze en dwaze maagden en meer. Hun communicatie was heel duidelijk en volledig in overeenstemming met de Bijbel. Het vulde mijn hart echt met licht. Ik had nog nooit zoiets gehoord in al mijn jaren als christen. Ik dacht bij mezelf dat de preken van Bliksem uit het oosten duidelijk het werk van de Heilige Geest hadden en ik me eraan kon laven. Ik vroeg me af waarom de geestelijken uit de kerk ons ervan wilden weghouden. Ik wilde met ze communiceren als ik naar de kerk ging, zodat zij ook alles over Bliksem uit het oosten konden horen en konden overwegen of het de ware weg was. Voordat ik een kans had om ze te zien, kwamen ze naar mijn huis. Ze stonden erop dat mijn vrouw Bliksem uit het oosten zou verlaten. Ze discussieerde twee of drie uur met hen. Toen ze zagen dat ze vastbesloten was om te blijven geloven, schreeuwde dominee Wang tegen haar: “Je weigert om te luisteren en wilt per se in Bliksem uit het oosten geloven. Dat is apostasie en verraad van de Heer. Je zult niet veilig zijn als je afdwaalt van de Heer en als je iets overkomt, zal de kerk er niet voor je zijn.” Een andere dominee voer luid tegen haar uit: “Je keert de Heer de rug toe. Je moet nu meteen biechten en berouw tonen. Anders word je uit de kerk geschopt.” Ze wilden mijn vrouw ook dwingen om op de grond te knielen en bij de Heer te biechten. Ik ergerde me rot aan hun agressieve benadering en ik dacht: zelfs als haar geloof niet juist is, kunnen jullie er niet zomaar over oordelen en het veroordelen. Jullie moeten haar vergeven, liefhebben, helpen en geduldig met haar communiceren. Dat is de wil van de Heer. Hoe kunnen jullie zo dominant zijn?

Die nacht lag ik te woelen in bed en kon ik niet slapen. Ik snapte gewoon niet waarom zij, als dominees, broeders en zusters zo behandelden. Ze hadden niets van de liefde, het medeleven en de tolerantie die we volgens de Heer zouden moeten hebben. Wat voor geestelijken waren dat? Wat me echt verbaasde, was dat geruchten over mijn vrouw zich snel door de kerk verspreidden. Iedereen zei dat ze in Bliksem uit het oosten geloofde en gek was geworden. Ik was heel boos. Tijdens een bijeenkomst vroeg ik aan dominee Wang: “Er is duidelijk niets mis met mijn vrouw, dus waarom noem je haar gek? Hoe kun je zomaar die geruchten verzinnen?” Ik was geschokt toen hij onverschillig antwoordde: “We zijn bang dat andere gelovigen ook Bliksem uit het oosten zullen volgen en de Heer zullen verraden, dus we doen dit omdat we om hen geven …” Ik kon gewoon niet geloven dat een dominee dat had gezegd. De Heer Jezus heeft duidelijk gezegd: “Laat jullie ja ja zijn, en jullie nee nee; wat je daaraan toevoegt komt voort uit het kwaad(Matteüs 5:37). Hij heeft ons geleerd om eerlijk en rechtdoorzee te spreken, niet te liegen of te bedriegen en geen dingen te verzinnen. De dominees vertelden niet alleen uitgesproken leugens, maar ze voelden zich niet eens schuldig. Dominee Wang had gewoon brutaal gezegd dat het geen optie was voor de gemeente. Ze gedroegen zich helemaal niet als gelovigen. Ik kon me tijdens die bijeenkomst helemaal niet concentreren en ging eerder weg. Veel familieleden en vrienden kwamen vragen hoe het met mijn vrouw ging vanwege de leugens die de dominees hadden verspreid, en de hele buurt fluisterde erover. Het plaatste mij en mijn vrouw echt in een moeilijke positie. Ik was gekwetst en teleurgesteld door het gedrag van de dominee, en bad constant: “O, Heer, de dominees verdraaien de waarheid en verspreiden leugens over mijn vrouw om gelovigen ervan te weerhouden om Bliksem uit het oosten te onderzoeken. Ik keur hun daden helemaal niet goed. Heer, ik heb gehoord wat Bliksem uit het oosten preekt. Ik vind het fantastisch en heel praktisch, maar ik ben bang dat ik u verraad. Ik weet niet wat ik moet doen. Kunt u me verlichten en inzicht geven?”

Ik was een tijdje echt de weg kwijt. Ik bleef maar denken aan mijn communicatie met de mensen van Bliksem uit het oosten. Ze waren allemaal heel waardig en warm. Ze leken echt heel vroom en hun communicatie over de woorden van de Heer was heel verhelderend. Het was heel anders als ik de dominees hoorde spreken. Maar als het de ware weg was, waarom wilden de dominees en ouderlingen hem niet aanvaarden en mochten gelovigen hem niet onderzoeken? Terwijl ik daarover piekerde, hoorde ik opeens een majesteitelijke en gezaghebbende stem zeggen: “Twijfel niet, maar geloof altijd.” Toen ik die stem hoorde, was het alsof ik tegenover God stond en naar Hem luisterde. Ik was verbouwereerd. Ik stond daar maar en was een beetje bang. Ik dacht aan de profetie in Openbaring: “Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt(Openbaring 2:7). Ik dacht ook aan wat mijn vrouw altijd zei, dat Almachtige God veel woorden had uitgedrukt. Konden die woorden zijn wat de Geest zegt tegen de kerken? Ik besloot toen om Bliksem uit het oosten te onderzoeken. Mijn vrouw nodigde broeder Zhou van De Kerk van Almachtige God uit, zodat hij kon getuigen van Gods werk in de laatste dagen. Ik zei tegen de broeder: “Paulus heeft in de Bijbel gezegd: ‘Het verbaast me dat u zich zo snel hebt afgewend van hem die u door de genade van Christus heeft geroepen en dat u zich tot een ander evangelie hebt gekeerd. Er is geen ander evangelie, er zijn alleen maar mensen die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien. Wanneer iemand u iets verkondigt dat in strijd is met wat ik u verkondigd heb, al was ik het zelf of een engel uit de hemel – vervloekt is hij!’ (Galaten 1:6-8). Volgens de dominees en ouderlingen betekent dit dat het apostasie en verraad aan de Heer is als we afdwalen van de weg van de Heer en luisteren naar een ander evangelie. Ik ben bezorgd dat ik de Heer verraad als ik in Almachtige God geloof.” Hij reageerde met de vraag: “De dominees en ouderlingen zeggen dat je afdwaalt van de weg van de Heer, een ander evangelie aanvaardt en Hem verraadt als je in Almachtige God gelooft. Is dat echt wat Paulus heeft gezegd? Durven ze te garanderen dat met ‘een ander evangelie’, Paulus verwees naar het evangelie van het koninkrijk van Gods terugkeer in de laatste dagen? Is dat wat Paulus heeft gezegd?” Ik was sprakeloos. Ik besefte dat Paulus dat nooit had gezegd. Toen vervolgde hij zijn communicatie: “De context van Paulus’ waarschuwing was dat hij dit zei kort nadat de Heer Jezus Zijn werk van de verlossing had voltooid, toen Zijn evangelie van het koninkrijk van de hemel werd verspreid. Veel Galatiërs hadden de Heer Jezus aanvaard, maar sommige werden misleid en begonnen in een ander evangelie te geloven. Paulus schreef deze brief om de Galatiërs aan te sporen en te waarschuwen dat er in het Tijdperk van Genade maar één evangelie was, namelijk het evangelie van het werk van de verlossing van de Heer Jezus. Als iemand een ander evangelie preekte dan dat van de Heer Jezus, was het een ander evangelie om mensen te misleiden. God had Zijn werk van de laatste dagen niet gedaan, en niemand deelde het evangelie van de laatste dagen toen Paulus dit zei. Daarom verwijzen Paulus’ woorden niet naar het evangelie van de terugkeer van de Heer in de laatste dagen. Door willekeurig Paulus’ woorden aan de kerken in het Tijdperk van Genade te gebruiken om Gods verschijning en werk in de laatste dagen te veroordelen, rukken ze dingen uit hun verband en interpreteren ze de Bijbel verkeerd. Dat is gewoon absurd.”

Broeder Zhous communicatie gaf me enig inzicht in wat de dominee had gezegd, maar ik had nog steeds enkele twijfels. In de Heer geloven betekent trouw zijn aan Zijn naam en Zijn weg. Als ik de weg van Bliksem uit het oosten aanvaardde, zou ik dan de Heer verraden? Hij zei: “Denk erover na. Toen de Heer Jezus verscheen en werkte, hoorden veel mensen die in Jehova God geloofden de weg van de Heer en ze begonnen Hem te volgen. Betekende dat dat ze Jehova God verraadden? Was dat apostasie? Dat was duidelijk niet het geval. Ze volgden de voetstappen van het Lam. Ze waren vrome volgelingen van God. Wie koppig vasthield aan het Oude Testament en de Heer Jezus afwees leek Jehova God toegewijd te zijn, maar in feite waren zij degenen die zich het meest verzetten tegen God. Ze hielden slechts Gods eerdere werk hoog, maar ze wilden Gods huidige werk en woorden niet aanvaarden of aannemen. Ze veroordeelden het zelfs en vochten ertegen. Daarom waren zij degenen die de Heer verraadden en vervolgens werden ze door Hem afgewezen en geëlimineerd.” Broeder Zhou zei ook: “Gods werk ontwikkelt zich altijd. Hij doet altijd nieuwer en hoger werk volgens Zijn managementplan en de behoeften van de mensheid. In het Tijdperk van Genade deed de Heer Jezus het werk van de verlossing om ons van onze zonde te verlossen, zodat we, als we hebben gezondigd, kunnen worden vergeven door te bidden tot de Heer Jezus. Maar daardoor waren we nog niet verlost van de zondige natuur in ons. We leven nog steeds in de bittere cyclus van zondigen en biechten, biechten en zondigen, en we kunnen niet ontsnappen aan de ketenen van zonde. En in wat voor gesteldheid leven gelovigen in de Heer tegenwoordig? Ze liegen en bedriegen altijd voor naam en status. Ze volgen wereldse trends, begerig naar geld. Er is jaloezie en concurrentie, oordeel en geen liefde tussen gelovigen. Collega’s zijn betrokken bij intriges en machtsgrepen die kerken uiteenrukken. Dominees en ouderlingen weigeren om het werk van de teruggekeerde Heer ook maar te onderzoeken. In plaats daarvan fabriceren ze geruchten, weerstaan en veroordelen ze het, en weerhouden ze er anderen van om de ware weg te zoeken. Sommigen hebben zelfs samengewerkt met de CCP en de politie geholpen om de verspreiders van het evangelie van de laatste dagen te arresteren.” Hij zei: “God is rechtvaardig en heilig, en Zijn koninkrijk is heilige grond. Hoe kon God toestaan dat diegenen die altijd zondigden en Hem weerstonden Zijn koninkrijk binnengingen? Daarom beloofde de Heer Jezus dat Hij zou terugkomen. Almachtige God is gekomen in de laatste dagen, drukt waarheden uit en doet het werk van het oordeel op basis van het werk van de verlossing van de Heer Jezus om onze zondige natuur te verhelpen, zodat we al onze zonden kunnen afwerpen, volledig kunnen worden gered door God en door Hem worden meegenomen naar Zijn koninkrijk. Dat vervult volledig de profetie van de Heer Jezus: ‘Hij die mij verwerpt en mijn woorden niet ontvangt, wordt geoordeeld: het woord dat ik heb gesproken zal hetzelfde zijn dat hem op de laatste dag zal oordelen(Johannes 12:48). ‘Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat(Johannes 16:12-13).”

Toen las broeder Zhou enkele passages uit Gods woorden. Almachtige God zegt: “Jezus deed veel werk onder de mens, maar voltooide alleen de verlossing van alle mensen en werd het zondoffer van de mens; Hij ontdeed de mens niet van heel zijn verdorven gezindheid. Om de mens volledig van de invloed van Satan te redden, was het niet alleen vereist dat Jezus het zondoffer werd en de zonden van de mens droeg, maar ook dat God zelfs nog groter werk deed om de mens volledig te verlossen van zijn satanisch verdorven gezindheid. En zo, nu de zonden van de mens zijn vergeven, is God teruggekeerd naar het vlees om de mens het nieuwe tijdperk binnen te leiden, en is Hij het werk van tuchtiging en oordeel begonnen. Dit werk heeft de mens een hoger rijk binnengebracht. Iedereen die zich aan Zijn heerschappij onderwerpt, zal een hogere waarheid genieten en rijkere zegeningen ontvangen. Ze zullen echt in het licht leven en ze zullen de waarheid, de weg en het leven verkrijgen.” “Na het werk van Jehova, is Jezus vlees geworden om Zijn werk onder de mensen te verrichten. Zijn werk stond niet op zichzelf, maar bouwde voort op het werk van Jehova. Het was het werk van een nieuw tijdperk: God had het Tijdperk van de Wet afgesloten. Zo zette God Zijn werk, nadat het werk van Jezus was voleindigd, voort in het tijdperk dat daarna kwam omdat het hele management van God voortdurend verder gaat. Als het oude tijdperk verstrijkt, wordt dit vervangen door een nieuw tijdperk en nadat het oude werk is voltooid zal een nieuw werk het management van God voortzetten. Deze vleeswording is de tweede vleeswording van God, die volgt op de voltooiing van Jezus’ werk. Natuurlijk staat deze vleeswording niet op zichzelf: het is de derde fase in het werk na het Tijdperk van de Wet en het Tijdperk van Genade. Elke nieuwe fase in het werk van God brengt altijd een nieuw begin en een nieuw tijdperk met zich mee. Er vinden dus ook bijbehorende veranderingen plaats in de gezindheid van God, in Zijn werkwijze, in de plaats van Zijn werk en in Zijn Naam. Het is dan ook geen wonder dat de mens het werk van God in het nieuwe tijdperk moeilijk kan aanvaarden. Maar hoe Hij ook wordt tegengewerkt door de mens, toch doet God altijd Zijn werk en leidt Hij de gehele mensheid verder(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord). Nadat hij dat had gelezen, zei hij: “Almachtige God doet het werk van het oordeel en hoewel het anders is dan het werk van de verlossing van de Heer Jezus en van Jehova Gods werk in het Tijdperk van de Wet, is dit werk gebouwd op basis van die twee fasen van werk. Deze fase van werk doet God in de laatste dagen om de mensheid volledig te reinigen en te redden. Elke fase van werk is hoger dan de laatste, maar ze worden allemaal gedaan door dezelfde God. Almachtige God is de teruggekeerde Heer Jezus, en de enige manier waarop we echt kunnen worden bevrijd van zonde en kunnen worden gereinigd, is door Almachtige Gods werk van het oordeel te aanvaarden. Alleen dan kunnen we Gods koninkrijk waardig zijn. Wie Almachtige God aanvaardt, is een wijze maagd die de stem van de Heer hoort en Hem verwelkomt. Hij wordt opgetild voor de troon en woont het bruiloftsmaal van de Heer bij. Dat is iets heel anders dan afdwalen van de weg van de Heer en Hem verraden.” Ik was heel opgetogen toen ik dat hoorde. Ik besefte dat de Heer Jezus het werk van de verlossing had gedaan om onze zonden te vergeven, maar Hij had onze zondige natuur niet verholpen. Almachtige God is gekomen in de laatste dagen voor het werk van het oordeel, dat de enige manier is om onze zondige natuur te verhelpen, ons te reinigen, ons volledig te redden en ons verlossing te brengen, zodat we het koninkrijk van de hemel kunnen binnengaan. Ik wist dat ik de Heer niet verraadde door naar Bliksem uit het oosten te luisteren, maar dat ik Zijn stem hoorde en Hem verwelkomde. Ik volgde de voetstappen van het Lam. Dat doet me denken aan dit vers uit Openbaring: “Zij volgen het lam waarheen het maar gaat(Openbaring 14:4). Nu de Heer is teruggekeerd, zouden we Hem juist verraden als we de woorden en het werk van de teruggekeerde Heer niet zouden aanvaarden. Ik was toen compleet van mijn stuk. Almachtige God was de teruggekeerde Heer Jezus waarop ik jaren had gewacht. Eindelijk kon ik de Heer verwelkomen. Ik kon de stem van de Heer horen en Hem verwelkomen terwijl ik nog leefde. Wat een grote zegen. Maar ik had nooit gedacht dat ik de Heer zo zou verwelkomen. Mensen hadden jarenlang het evangelie met me gedeeld, maar ik had naar de leugens van de geestelijken geluisterd, dus ik had God steeds opnieuw de deur gewezen, en al het mogelijke gedaan om mijn vrouw ervan te weerhouden om in Almachtige God te geloven. De geestelijken hadden me zelfs aangespoord om de werken met Gods woorden van mijn vrouw te vernietigen. Ik verdiende het om te worden verdoemd. Ik was niet waardig om voor God te komen.

De dominees en ouderlingen kenden de Bijbel heel goed en hadden de Heer jarenlang gediend. Hoe konden ze zo nonchalant met de Bijbel omgaan, door een verkeerde interpretatie mensen misleiden, en zelfs geruchten verzinnen om gelovigen ervan te weerhouden om de ware weg te onderzoeken? Ik was er toen ook erg van in de war. Ik vond het logischer nadat ik meer had gecommuniceerd met broeders en zusters tijdens bijeenkomsten. Denk aan toen de Heer Jezus kwam werken. Waarom verzonnen de farizeeën leugens, en veroordeelden en weerstonden ze Hem? In hoofdstuk 11, verzen 47 tot 48 in het Evangelie volgens Johannes staat: “Toen kwamen de hogepriesters en de Farizeeën bijeen in de raad, en zeiden: ‘Wat doen we? Want deze mens verricht veel wonderen. Als we hem dus zijn gang laten gaan, zullen alle mensen in hem geloven: en zullen de Romeinen komen om zowel onze plaats als ons volk af te nemen.’” En er is Matteüs 23:13-14, waar de Heer Jezus de farizeeën berispt: “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel. Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over jullie zal strenger worden geoordeeld dan over anderen.” Deze Bijbelpassages laten ons zien dat de farizeeën als gekken gingen liegen. Ze bestreden en veroordeelden de Heer Jezus en misleidden gelovigen om hun status en broodwinning te behouden. Ze beweerden dat de weg van de Heer Jezus in strijd met de wet was, ketterij was en mensen op een dwaalspoor bracht. Ze lasterden en bespotten Hem en zeiden dat Hij demonen verjaagde door middel van Beëlzebub, de prins van de demonen. Ze kochten zelfs soldaten om om te liegen en het feit van de verrijzenis van de Heer Jezus te verdoezelen. Zo werden de meeste gelovigen misleid. Ze verwierpen de Heer Jezus en verloren zo Zijn redding. Almachtige God is verschenen en werkt in de laatste dagen. Geestelijken in de religieuze wereld zien hoe gezaghebbend en machtig Almachtige Gods woorden zijn, en dat mensen de stem van God er meteen in kunnen herkennen en Almachtige God zullen volgen. Dus dat vormt echt een bedreiging voor dominees en ouderlingen. Als iedereen in Almachtige God gelooft, luistert niemand meer naar ze. Wie zou ze dan nog offergaven geven? Ze proberen hun eigen status en broodwinning te beschermen door verwoed Almachtige God te lasteren en te veroordelen, mensen te misleiden en ze ervan te weerhouden om Gods stem te horen en de Heer te verwelkomen. Dat zij Almachtige God veroordelen en weerstaan, is precies hetzelfde als wat de farizeeën met de Heer Jezus deden. Het zijn antichristen die mensen ervan weerhouden om zich tot God te keren. Laten we nog een passage uit Almachtige Gods woorden lezen. Het zal ons helpen om de essentie van de dominees beter te begrijpen.

Almachtige God zegt: “Er zijn mensen die de Bijbel lezen in majestueuze kerken en deze de hele dag lang reciteren, maar toch begrijpt niet één van hen het doel van Gods werk. Niemand van hen is in staat God te kennen en nog minder kan iemand van hen in overeenstemming zijn met Gods wil. Ze zijn allemaal waardeloze, verachtelijke mensen, die allen vanuit de hoogte God de les lezen. Ze verzetten zich moedwillig tegen God, zelfs wanneer ze Zijn banier dragen. Terwijl ze claimen in God te geloven, zijn ze toch degenen die het vlees van de mens eten en zijn bloed drinken. Zulke mensen zijn allemaal duivels die de ziel van de mens verslinden, hoofddemonen die opzettelijk degenen die op het rechte pad willen wandelen in de weg staan, en struikelblokken waarmee degenen die God zoeken belemmerd worden. Ze lijken misschien een ‘gezond gestel’ te hebben, maar hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze niets anders dan antichristen zijn die mensen ertoe aanzetten God te weerstaan? Hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze levende duivels zijn gericht op het verslinden van mensenzielen?(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten). Dominees beweren dat ze hun kuddes beschermen, maar in werkelijkheid beschermen ze hun eigen status en inkomsten. Ik zag alleen maar hoe vroom de dominees vanbuiten leken, maar ik had geen idee van de motieven achter hun daden. Daarom konden ze me bedotten. We weten dat het verwelkomen van de Heer heel belangrijk is. Als dominees en ouderlingen iemand horen getuigen dat de Heer is gekomen, moeten ze het meteen zoeken en onderzoeken, en broeders en zusters leiden om de stem van de Heer te horen en Hem te verwelkomen. Ze zijn echter meer begaan met hun titel en salaris, waardoor ze verwoed de Bijbel verkeerd interpreteren, mensen misleiden en ze ervan weerhouden om de ware weg te onderzoeken. Als iemand Almachtige God aanvaardt, verdraaien ze de feiten en saboteren ze ze met laster, zodat andere gelovigen die veroordelen en afwijzen. De geestelijken van de kerk zijn heel verraderlijk, heel kwaadaardig. Voor hun positie en hun broodwinning aarzelen ze niet om te verhinderen dat broeders en zusters in het koninkrijk kunnen komen. Het is walgelijk. Die geestelijken van de kerk zijn antichristen die tegen God zijn. Ze zijn vijanden van God. Nu vraag ik me af hoe ik eerder zo dwaas en naïef heb kunnen zijn. Ik geloofde in de Heer zonder naar Zijn woorden te luisteren. In plaats daarvan luisterde ik naar de leugens van de dominees. Ik hield wanhopig vast aan religieuze noties en wees God keer op keer de deur. Ik probeerde zelfs mijn vrouw ervan te weerhouden om Almachtige God te aanvaarden en verzette me samen met de geestelijken tegen God. Ze hadden me bijna te gronde gericht. Wat een enge gedachte. Het was Gods verschijning en werk in de laatste dagen die het ware gezicht van de geestelijken van de kerk openbaarden, zodat ik kon zien dat het farizeeën en antichristen waren die tegen God zijn. Zo kon ik worden bevrijd van hun bedrog en controle. Gods werk is heel echt.

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud