Waarheid kan niet worden gewonnen in religie

13 maart 2023

Als kind volgde ik mijn ouders in mijn geloof in de Heer en ik ijverde voor het geloof. Ik nam actief deel aan alle kerkactiviteiten, wat ze ook waren. Ik gaf een tiende van mijn inkomen en nam altijd deel aan de kerkelijke dienst. Omdat ik zo ijverig was, werd ik deken, en op mijn dertigste werd ik ouderling. Maar zelfs nadat ik vele jaren had geloofd, was er iets wat me altijd dwarszat. Ik zag de woorden van de Heer Jezus: “Niet iedereen die tegen mij zei, Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan; maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ‘Heer, Heer, hebben we niet in uw naam geprofeteerd? En in uw naam duivelen uitgeworpen? En in uw naam vele wonderlijke werken gedaan?’ En dan zal ik hun verklaren: ‘Ik heb u nooit gekend. Ga weg van mij, u die zonde begaat’(Matteüs 7:21-23). Dat vond ik verwarrend. Waren wij niet de mensen die predikten en werkten in naam van de Heer, en die “Heer, Heer” riepen? Waarom zei de Heer dat hij zulke mensen niet kent, en dat zulke mensen boosaardig zijn? Was het niet Zijn wil dat we zo voor Hem zouden zwoegen? Wat was dan de wil van de Heer? Ik kon nooit een antwoord vinden.

In maart 2020, nodigde een zuster me op een dag uit om naar een online preek te luisteren. Ik dacht: tijdens de pandemie kunnen we niet naar de kerk gaan, dus dit is goed. Ik stemde er blij mee in. Tijdens die online bijeenkomst sprak zuster Maureen over de betekenis van wijze en dwaze maagden, wat Christus is, of het hemelse koninkrijk in de hemel of op aarde is enzovoort. Ik vond dat ze heel goed over die dingen sprak. Het waren allemaal kwesties waarover ik niet duidelijk kon preken, dus haar preek was heel interessant voor mij. Ze zei ook: “Wie in de Heer gelooft, hoopt het hemelse koninkrijk binnen te gaan, maar wat voor mensen kunnen het hemelse koninkrijk binnengaan?” Toen las ze deze Bijbelverzen: “Niet iedereen die tegen mij zei, Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan; maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ‘Heer, Heer, hebben we niet in uw naam geprofeteerd? En in uw naam duivelen uitgeworpen? En in uw naam vele wonderlijke werken gedaan?’ En dan zal ik hun verklaren: ‘Ik heb u nooit gekend. Ga weg van mij, u die zonde begaat’(Matteüs 7:21-23). Ze zei: “De Heer zegt dat niet alle gelovigen het hemelse koninkrijk kunnen binnengaan. Alleen wie Gods wil doet, kan binnengaan. Dus wat betekent het om Gods wil te doen? Veel mensen denken dat ze Gods wil doen zolang ze meer dienen, de Bijbel lezen, bidden, en veel goede daden doen, en dat ze het koninkrijk zullen binnengaan als de Heer terugkeert. Is dat standpunt correct? Komt het overeen met Gods wil? De joodse farizeeërs hadden veel goede gedragingen, maar toen de Heer Jezus kwam en zo veel waarheden uitdrukte, herkenden ze de Heer niet. Verwoed weerstonden en veroordeelden ze Hem. Ze nagelden de Heer Jezus zelfs aan het kruis en werden uiteindelijk boosaardig. Hieruit kunnen we concluderen dat de wil van de Vader doen zich niet beperkt, zoals wij denken, tot het evangelie prediken, de Bijbel lezen, bidden en goede daden doen. Dat is slechts één aspect van wat een christen moet doen. Dus wat betekent het precies om de wil van de Vader te doen? In de Bijbel staat: ‘Jullie moeten dus heilig zijn, want ik ben heilig(Leviticus 11:45). ‘Zonder heiligheid zal niemand de Heer zien(Hebreeën 12:14). Hieruit kunnen we concluderen dat God wil dat mensen heiligheid bereiken en vrij van zonde zijn, wat betekent dat ze God gehoorzamen, naar Zijn woorden luisteren, en niet langer zondigen, God weerstaan en God verraden. Ook als Gods werk niet overeenstemt met menselijke noties, moeten ze gehoorzamen en het aanvaarden. Alleen dat zijn mensen die Gods wil doen en die in Gods koninkrijk zullen blijven. Hoewel we in de Heer geloven en we verzaken en ons inspannen voor de Heer, liegen en zondigen we vaak. Er is vaak jaloezie en strijd onder collega’s, en in tijden van rampspoed en ziekte klagen we tegenover God, oordelen we over Hem en verraden we Hem zelfs. Doen we dan echt Gods wil?” Na haar preek was ik me opeens bewust: dat Gods wil doen niks te maken heeft met hoe druk we het hebben. Het gaat erom dat we naar Gods woorden luisteren, God gehoorzamen, niet meer zondigen en God niet meer weerstaan. Maar we blijven zondigen. Overdag leven we in een staat van zonde en ’s nachts biechten we. We zijn niet ontsnapt aan zonde, we kunnen Gods woord niet praktiseren, en als er iets ongelukkigs gebeurt, nemen we dat de Heer kwalijk en klagen we over Hem. Hoe kunnen we zeggen dat we Gods wil doen?

Later, bij elke bijeenkomst, deelde Maureen enkele woorden met mij. Ik vond die woorden, goed, fris en heel helder. Ik vond de bijeenkomsten steeds leuker, en keek altijd uit naar de volgende. Dat was het moment waarop ik ontdekte dat mijn preken en de preken van veel dominees, gewoon woorden van doctrine waren. Die gebruikten we om mensen aan te moedigen. Eerlijk gezegd, hadden we helemaal geen begrip van God en de waarheid. Maar toen ik online broeders en zusters ontmoette en naar hen luisterde, voelde ik heel diep dat ik werd gevoed. Ik voelde vrijheid en opluchting. Ik kon vragen stellen als ik de Schrift niet begreep of als ik dingen niet wist, en vond er altijd antwoorden. Ik had nog nooit zoveel geleerd tijdens mijn kerkbijeenkomsten.

Tijdens een bijeenkomst stuurde Maureen me een passage om te lezen. “Eens ben ik aangeduid met Jehova. Ik ben ook de Messias genoemd en de mensen noemden me Jezus de Redder, met liefde en respect. Tegenwoordig ben ik echter niet de Jehova of Jezus die de mensen in het verleden hebben gekend: ik ben de God die is teruggekeerd in de laatste dagen, de God die het tijdperk tot het einde zal voeren. Ik ben God Zelf die oprijst vanaf het uiteinde der aarde, vervuld van mijn volledige gezindheid en vol gezag, eer en glorie. De mensen zijn nooit interactie met mij aangegaan, hebben mij nooit leren kennen en hebben mijn gezindheid nooit leren kennen. Vanaf de schepping van de wereld tot op de dag van vandaag heeft geen enkel mens mij ooit gezien. Dit is de God die in de laatste dagen aan de mens verschijnt, maar onder de mensen verborgen is. Hij houdt verblijf onder de mensen, waarachtig en echt, als de brandende zon en de laaiende vlam, vol kracht en vol gezag. Absoluut iedereen, absoluut alles zal worden geoordeeld door mijn woorden en er is geen enkel mens of ding dat niet door het branden van het vuur zal worden gezuiverd. Uiteindelijk zullen alle naties worden gezegend vanwege mijn woorden en ook aan stukken worden geslagen vanwege mijn woorden. Zo zullen alle mensen in de laatste dagen zien dat ik de teruggekeerde Redder ben en dat ik de Almachtige God ben die de hele mensheid overwint. En allen zullen zien dat ik ooit het zondoffer voor de mens ben geweest, maar dat ik in de laatste dagen ook het vuur van de zon word dat alles verbrandt en de Zon van de rechtvaardigheid die alles openbaart. Dit is mijn werk van de laatste dagen. Ik heb deze naam aangenomen en ik bezit deze gezindheid zodat alle mensen kunnen zien dat ik een rechtvaardige God ben, en de brandende zon en de laaiende vlam, en zodat allen mij, de enige ware God, kunnen aanbidden en zodat zij mijn ware gezicht kunnen zien: ik ben niet alleen de God van de Israëlieten en ik ben niet alleen de Verlosser; ik ben de God van alle schepselen in de hemelen, op de aarde en in de zeeën(Het Woord, Vol. 1, De verschijning en het werk van God, De Redder is al teruggekeerd op een ‘witte wolk’). Nadat ik die passage had gelezen, vroeg Maureen me: “Wie heeft dit gezegd?” Snel las ik de passage opnieuw in stilte. Ik voelde dat die woorden gezag en macht hadden, en in de woorden “Ik ben de Almachtige God die de hele mensheid overwint”, voelde ik de majesteit van God. Ik wist zeker dat God die woorden had gesproken, want geen mens kon zulke dingen zeggen. Geen beroemde persoon, grootse man of religieuze leider kon zulke woorden zeggen. Ik zei tegen Maureen: “Dat heeft God duidelijk gezegd, want alleen God Zelf weet wat God gaat doen, en niemand zou durven zeggen: ‘Eens ben ik aangeduid met Jehova. Ik ben ook de Messias genoemd en de mensen noemden me Jezus de Redder, met liefde en respect.’” Nadat ze mijn antwoord had gehoord, zei ze verrukt: “Amen. Dit is de stem van God. Wie Gods woorden kan herkennen, wordt gezegend door God.” Ik had die woorden nooit in de Bijbel gelezen, dus ik was nieuwsgierig waar die woorden vandaan kwamen. Toen zei ze tegen me dat de Heer Jezus was teruggekeerd als Almachtige God, de Redder. Almachtige God had de boekrol geopend en de zeven zegels verbroken. Die woorden kwamen uit de boekrol. Ze zijn de waarheid zoals uitgedrukt door God in de laatste dagen. Ik was heel verrukt toen ik dat hoorde en dacht: is de boekrol geopend? Dan moet ik opschieten en Gods woord lezen. Toen vervolgde ze: “De Heer Jezus keert terug in de laatste dagen. Hij verschijnt en werkt onder de naam ‘Almachtige God’. Hij heeft veel waarheden uitgedrukt, en doet het oordeelswerk dat begint met het huis van God, namelijk het werk van het grondig reinigen en redden van mensen. Alleen als we het oordeel in Gods woord aanvaarden kunnen we zonde en verdorvenheid afwerpen en worden gezuiverd, worden gered en het hemelse koninkrijk binnengaan. Gods nieuwe naam in de laatste dagen, Almachtige God, vervult de profetie in Openbaring: ‘Ik ben Alfa en Omega […] die is en die was, en die zal komen, de Almachtige(Openbaring 1:8). ‘Halleluja! De Heer, onze God, de Almachtige, heeft het koningschap op zich genomen(Openbaring 19:6). Jehova, Jezus en Almachtige God zijn de namen van God. Hoewel God in elk tijdperk verschillende namen heeft, is Hij één God en één Geest.” Nadat ik naar haar had geluisterd, besefte ik dat Gods nieuwe naam in de laatste dagen lang geleden in Openbaring was voorspeld. Ik had het niet gezien. Ik wist alleen dat God van nature almachtige was. Het was nooit in me opgekomen dat “Almachtige God” de naam is die God gebruikt als Hij terugkeert in de laatste dagen. Ik was heel blij en verrukt. Het bleek dat God is teruggekeerd. Hij is Almachtige God. Ze zei ook tegen me: “Almachtige God verscheen en begon te werken in 1991, dertig jaar geleden. Almachtige God heeft veel waarheden en miljoenen woorden uitgedrukt die allemaal online staan. Nu zijn Zijn woorden verspreid van het oosten naar het westen, naar veel landen wereldwijd. Steeds meer mensen horen Gods stem en aanvaarden Almachtige Gods werk in de laatste dagen. Dat vervult volledig de profetie van de Heer Jezus: ‘Want zoals een bliksemschicht vanuit het oosten weerlicht tot in het westen, zo zal ook de Mensenzoon komen(Matteüs 24:27).” Toen ik dat hoorde, was ik heel verrast. Het bleek dat Bliksem uit het oosten de verschijning en het werk van God was. Enkele jaren geleden had ik in de krant gelezen dat Bliksem uit het oosten de terugkeer van de Heer getuigde. Maar dat werd toen door veel dominees en ouderlingen veroordeeld. Ze wilden niet dat gelovigen naar hun preken luisterden, dus ik dacht dat het niet de ware weg was. Ik zocht en onderzocht het niet, en las zeker niet Almachtige Gods woord. Ik had nooit gedacht dat Almachtige God de teruggekeerde Heer Jezus is, en is verschenen en dertig jaar heeft gewerkt. Ik was een beetje nerveus. Het voelde alsof ik ver achterliep, dus ik wilde meer van Gods woord lezen. Na verloop van tijd, door bijeenkomsten en gesprekken over Gods woord met mijn zuster, begreep ik steeds beter waarom God vlees moet worden om te werken in de laatste dagen, hoe God Zijn woorden gebruikt om het oordeelswerk te doen, hoe we het oordeel moeten ervaren om te worden gereinigd en het hemelse koninkrijk binnen te gaan, en meer. Almachtige God heeft al deze mysteries geopenbaard, en veel waarheden uitgedrukt, wat de profetie van de Heer Jezus vervult: “De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid(Johannes 16:13). Ik was er steeds meer van overtuigd dat Almachtige God de tweede komst van de Heer Jezus is. Daarna stuurde ze me een boek van Gods woorden. Ik las Gods woord elke dag en vond spirituele voorziening.

Later ging ik naar zo veel mogelijk bijeenkomsten. Maar omdat ik nog steeds diensten in mijn kerk bijwoonde, botsten de tijden van bijeenkomsten soms. Ik dacht: moet ik mijn kerk verlaten? Maar ik was al achttien jaar ouderling. Elke termijn was vier jaar en het duurde nog ruim een jaar voor mijn huidige termijn zou eindigen. Wat zouden mijn broeders en zusters van me denken als ik halverwege mijn termijn de kerk verliet? Zouden ze denken dat ik er niks om gaf en de Heer niet trouw was? Maar toen dacht ik: de Heer is teruggekeerd, dus moet ik in de religieuze wereld blijven? Ik wist heel goed dat de dominees met hun preken vanuit de preekstoel de gelovigen niet langer konden voeden. Ze bleven maar praten over de Heer Jezus, tekenen en wonderen. Veelbesproken thema’s waren de Heer imiteren, je naasten liefhebben zoals je jezelf liefhebt, geduldig zijn enzovoort. Tientallen jaren lang hadden de dominees deze oude, versleten woorden van doctrine gepredikt. Ze waren afgezaagd en droog, en ik kon mijn broeders en zusters ook niet voeden. Ik wist heel goed dat de religieuze wereld al verlaten was. Ik was toen in tweestrijd, dus ik bad tot God: “God, ik wil de kerk verlaten, maar ik heb zorgen en ben bang dat mijn broeders en zusters over me zullen roddelen. God, wat moet ik doen? Leid me.” Tijdens mijn gebed dacht ik aan wat er in de Bijbel staat: “Zie, de dagen komen […] dat ik voor een honger in het land zal zorgen. Geen honger naar brood en geen dorst naar water, maar om de woorden van Jehova te horen(Amos 8:11). “En ik heb u ook de regen onthouden, toen de oogsttijd nog drie maanden weg was. En ik heb het laten regenen op de ene stad maar niet laten regenen op de andere stad: op het ene stuk land viel regen en het stuk land zonder regen verdorde(Amos 4:7). Ik dacht aan Israëls zeven jaren van hongersnood, toen er geen eten was, en de broers van Jozef allemaal naar Egypte gingen om hem om eten te vragen. Nu leed de hele religieuze wereld hongersnood door het ontbreken van het werk van de Heilige Geest, maar wat ik at en dronk in De Kerk van Almachtige God waren Gods huidige woorden, wat ik won, was echt licht en ik werd duidelijk geleid door de Heilige Geest. Als ik het niet kon bijhouden, zou ik worden verworpen door het werk van de Heilige Geest. Ik had nu de kerk gevonden met het werk van de Heilige Geest, ik had Gods stem gehoord en ik had de Heer verwelkomd, dus ik kon niet in de verlatenheid van de religieuze wereld blijven. Vanaf dat moment, zolang de kerk geen werk voor me had geregeld, ging ik er niet heen, maar omdat ik ouderling was, woonde ik af en toe een dienst bij.

Op een dag, een half jaar later, keek ik naar een toneelstuk op internet, ‘Een verstandige keuze’. Het verhaal ontroerde me zeer. De protagonist, Li Mingzhi, was lid van de gemeenteraad. Nadat hij het werk van Almachtige God in de laatste dagen had aanvaard, begreep hij enkele waarheden. Hij dacht na over de jaren waarin hij de CCP had gediend en hoe hij samen met de CCP kwaad had gedaan. Hij besefte dat hij de weg naar vernietiging volgde en zag duidelijk dat hij alleen de waarheid en het leven kon winnen door Christus te volgen en zich in te spannen voor God. Hij bad tot God en zei dat hij vastbesloten was om zijn baan op te geven en zichzelf aan God te wijden. Toen de vrouw het ontdekte, was ze er fel op tegen. Toen probeerde zijn familie hem zover te krijgen dat hij niet meer in God zou geloven. Ook al was zijn hele familie tegen hem, hij gaf niet toe. Hij sprak erover met zijn familie, en uiteindelijk nam hij vastberaden ontslag en besloot hij om God te volgen. Toen dacht ik aan mezelf. Als ik in de religieuze wereld zou blijven en God niet met heel mijn hart zou volgen, zou ik nooit de waarheid winnen, en zou ik worden verworpen door God. Door over de waarheid te praten, zag ik steeds duidelijker het ware feit van het verzet van de religieuze wereld tegen God. Ik wist dat het tijd was om de religie achter me te laten.

Nadat ik Almachtige Gods werk van de laatste dagen had aanvaard, herinnerde ik me, dat Gods werk van de laatste dagen een paar jaar eerder naar Taiwan was verspreid. Almachtige Gods woorden werden toen gepubliceerd in de kranten, maar Taiwans religieuze kringen verklaarden samen dat ze Bliksem uit het oosten zouden boycotten. Die verklaring werd door veel dominees ondertekend. Die dominees wisten lang geleden al dat de Heer was teruggekeerd, maar ze zochten en onderzochten het niet, en deelden het nieuws van de terugkeer van de Heer niet met hun gelovigen. Ze spanden ook samen om God te weerstaan en de verspreiding van Gods evangelie van het koninkrijk in Taiwan te voorkomen. Dat deed me denken aan de hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeërs van tweeduizend jaar geleden. Zij zagen duidelijk dat de woorden en het werk van de Heer Jezus macht en gezag hadden, maar ze gaven niet toe dat de Heer Jezus de Messias is omdat ze bang waren dat alle gelovigen de Heer Jezus zouden volgen, en zij hun status en inkomen zouden verliezen. Daarom verzonnen ze valse oordelen en veroordeelden ze de Heer Jezus. Hetzelfde geldt voor de huidige religieuze wereld. De dominees vrezen dat als mensen allemaal in Almachtige God geloven en niet naar de kerk gaan, niemand offergiften zal geven en ze niks zullen verdienen, dus om hun status en inkomen te behouden, spanden ze samen om het werk van Almachtige God in de laatste dagen te veroordelen en te weerstaan. Dat deed me denken aan wat de Heer Jezus zei toen hij de farizeeërs vervloekte: “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel. Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe. […] Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bereizen landen en zeeën om één enkele proseliet te winnen, en wanneer je hem eenmaal voor je gewonnen hebt, wordt hij dankzij jullie tot een hellekind in het kwadraat(Matteüs 23:13-15). Die dominees in de religieuze wereld weten heel goed dat de Heer is teruggekeerd en veel waarheden heeft uitgedrukt, maar ze onderzoeken het niet. Ze bedriegen anderen en weerhouden hen ervan om Gods nieuwe werk te onderzoeken. Ze voorkomen dat gelovigen de Heer verwelkomen. Die religieuze leiders zijn heel hatelijk. Het zijn geen mensen die de Heer oprecht volgen. Het zijn hedendaagse farizeeërs.

Tijdens een bijeenkomst las ik deze woorden van Almachtige God: “Er zijn mensen die de Bijbel lezen in majestueuze kerken en deze de hele dag lang reciteren, maar toch begrijpt niet één van hen het doel van Gods werk. Niemand van hen is in staat God te kennen en nog minder kan iemand van hen in overeenstemming zijn met Gods wil. Ze zijn allemaal waardeloze, verachtelijke mensen, die allen vanuit de hoogte God de les lezen. Ze verzetten zich moedwillig tegen God, zelfs wanneer ze Zijn banier dragen. Terwijl ze claimen in God te geloven, zijn ze toch degenen die het vlees van de mens eten en zijn bloed drinken. Zulke mensen zijn allemaal duivels die de ziel van de mens verslinden, hoofddemonen die opzettelijk degenen die op het rechte pad willen wandelen in de weg staan, en struikelblokken waarmee degenen die God zoeken belemmerd worden. Ze lijken misschien een ‘gezond gestel’ te hebben, maar hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze niets anders dan antichristen zijn die mensen ertoe aanzetten God te weerstaan? Hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze levende duivels zijn, gericht op het verslinden van mensenzielen?(Het Woord, Vol. 1, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten). Terwijl ik nadacht over Gods word, besefte ik dat dominees in de religieuze wereld worden betaald door de offergiften van broeders en zusters aan God. Toch weerhouden ze mensen ervan om zich tot God te keren. Zo verpesten ze de kans van mensen om de Heer te verwelkomen, en het hemelse koninkrijk binnen te gaan. Het zijn gewoon duivels die de zielen van mensen verslinden. Ik bedacht me ook dat tijdens de pandemie, kerken geen diensten hadden gehouden. Tijdens een bijeenkomst zeiden de dominees dat ze de landbouwproducten van broeders en zusters buiten ons kantoor wilden verkopen om het inkomen van de gelovigen te vergroten. Zo konden de broeders en zusters hun tienden blijven betalen. Ik was heel boos toen ik dat hoorde en maakte bezwaar. Ik zei: “Als dominees zouden jullie om het leven van mensen moeten geven. Waarom geven jullie alleen om geld?” De secretaris-generaal zei tegen me: “Als de kerk geen diensten houdt, komen er minder offergiften van broeders en zusters binnen. Dan heeft de kerk aanzienlijk minder inkomsten.” Ik zag dat de dominees alleen om hun salaris en inkomen gaven, niet om het begieten van broeders en zusters en het versterken van hun geloof. Ze waren de hypocriete farizeeërs waarover de Heer Jezus had gesproken. Ze begeerden de offergiften die broeders en zusters aan God hadden gedaan. Ze gaven niks om de levens van hun gelovigen. Ze weerhielden mensen ervan om de Heer te verwelkomen, en wilden hun gelovigen in hun greep houden. Ik zag het ware gezicht van de dominees steeds duidelijker. Die religieuze dominees waren slechts antichristen die God ontkenden en weerstonden. Nadat ik vele jaren in de Heer had geloofd, kon ik ze eindelijk doorzien. Eindelijk ontwaakte ik. Ik bedankte God voor Zijn genade, en voor de kans om Zijn stem te horen en Zijn werk in de laatste dagen te aanvaarden. Anders zou ik samen met de dominees kwaad doen en God weerstaan. Dan zou ik mijn kans op redding verliezen.

Later zag ik een videolezing van Almachtige Gods woord. “Begrijpen jullie nu echt wat geloof in een religie en geloof in God is? Is er verschil tussen geloof in een religie en geloof in God? Waarin zit dat verschil dan? Hebben jullie deze vragen al uitgezocht? Hoe zijn de gelovigen in een religie meestal? Waar zijn ze op gericht? Hoe kan het geloof in een religie gedefinieerd worden? Als mensen in een religie geloven, erkennen ze dat er een God is en brengen ze bepaalde veranderingen aan in hun gedrag: ze slaan mensen niet, vloeken niet, ze doen anderen geen slechte dingen aan, ze plegen diverse misdaden niet en overtreden de wet niet. Op zondag gaan ze naar een bijeenkomst. Zo iemand gelooft in een religie. Je goed gedragen en vaak naar een bijeenkomst gaan, is dus het bewijs dat je in een religie gelooft. Als iemand in een religie gelooft, erkent hij dat er een God is en denkt hij dat in God geloven betekent dat hij een goed mens is. Zolang hij niet zondigt of iets verkeerd doet, gaat hij na de dood naar de hemel en heeft hij een goed einde. Zijn geloof biedt hem geestelijke steun. Als zodanig kan het geloof in een religie ook als volgt worden gedefinieerd: in een religie geloven betekent in je hart erkennen dat er een God is, erop vertrouwen dat je na je dood naar de hemel gaat, emotionele steun hebben in je hart en een deel van je gedrag veranderen – goed zijn en verder niets. Of de God waarin zij geloven wel of niet bestaat, wat deze God op dit moment doet, wat deze God van hen vraagt, daar hebben zij geen idee van, dit leiden zij af en bedenken zij allemaal op grond van de doctrines van de Bijbel. Dat is het geloof in een religie. Geloof in een religie is in de eerste plaats het streven naar gedragsveranderingen en geestelijke steun. Maar het pad dat deze mensen bewandelen – het pad van het streven naar zegeningen – is niet veranderd. Er is geen verandering gekomen in hun verkeerde zienswijze, opvattingen en fantasieën over het geloof in God. De basis van hun bestaan, het doel en de richting waar ze naar streven in hun leven zijn gebaseerd op de ideeën en meningen van een traditionele cultuur en zijn helemaal niet veranderd. Dat is de gesteldheid van iedereen die in een religie gelooft. Wat is geloof in God dan? Wat is Gods definitie van geloof in God? (Vertrouwen op de soevereiniteit van God.) Vertrouwen op het bestaan van God en vertrouwen op de soevereiniteit van God – dat is het meest essentieel. In God geloven betekent naar Gods woorden luisteren, bestaan, leven, je plicht doen en je met alle activiteiten van een normale menselijkheid bezig houden zoals de woorden van God vragen. Daaruit vloeit voort dat in God geloven God volgen inhoudt, doen wat God vraagt en leven zoals God vraagt. In God geloven is Gods weg volgen. Zijn de doelen en richting in het leven van mensen die in God geloven niet compleet anders dan van mensen die in een religie geloven? […] En dus moet het geloof in God in overeenstemming zijn met Gods woorden en met wat God vraagt en moeten mensen in praktijk brengen wat God vraagt. Alleen dit is het ware geloof in God, dit is tot de kern van de zaak komen. De waarheid in praktijk brengen, Gods woorden volgen en naar Gods woorden leven: dat is de juiste weg voor een menselijk leven; geloof in God heeft betrekking op het pad van menselijk leven. Het geloof in God heeft op zoveel waarheden betrekking en de volgelingen van God moeten deze waarheden begrijpen. Hoe kunnen ze God volgen als ze die niet begrijpen en aanvaarden? Mensen die in een religie geloven, erkennen slechts dat er een God is, en ze vertrouwen erop dat er een God is. Maar ze begrijpen deze waarheden niet en aanvaarden ze niet. Dus zijn mensen die in een religie geloven geen volgelingen van God(Het Woord, Vol. 3, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Men kan niet worden gered door geloof in religie of door religieuze ceremonies bij te wonen). Gods woorden zijn heel waar. Ik dacht aan mezelf in de religieuze wereld, zonder het werk van de Heilige Geest en zonder de voeding van Gods huidige woorden. Ik kon alleen religieuze regels en rites volgen en ogenschijnlijk enkele goede daden doen. Als ik zag dat broeders of zusters negatief waren, steunde ik ze. Ik legde mijn hand op hen tijdens het bidden en nam actief deel aan kerkdiensten. Ik dacht dat het in overeenstemming was met Gods wil. Pas na het lezen van Gods woorden wist ik dat ik geloofde in religie, niet in God. Het waren slechts ogenschijnlijk goede daden. Ik praktiseerde Gods woorden niet en gehoorzaamde God niet. Dat zou mijn gezindheid niet veranderen. Onze inspanningen zijn gewoon ons eigen wensdenken en niet in overeenstemming met Gods wil. Ik herinnerde me ook dat ik vaak tegen mijn broeders en zusters had gezegd dat ze hard voor de Heer moesten werken. Als ze de hemel zouden binnengaan, zouden ze vijf of tien steden beheren. Nu, na het lezen van Gods woord vond ik dat mijn preken absurd en onrealistisch waren. Niemand van ons had Gods oordeel in de laatste dagen ervaren. Onze verdorven gezindheden waren niet gezuiverd, en we waren helemaal niet in staat om Gods koninkrijk binnen te gaan. Ogenschijnlijk goede daden zijn niet genoeg om in God te geloven. Daarvoor moet je Gods werk en woorden ervaren, een verandering in gezindheid bereiken, en God gehoorzamen en aanbidden. Dat is in overeenstemming met Gods wil. Ik zag dat mijn geloof in de Heer in de religieuze wereld gewoon een verward geloof was geweest, en niet iets wat God kon prijzen. Als ik in de religieuze wereld in God bleef geloven en samenkomsten bleef bijwonen, zou ik nooit de waarheid winnen. Maar toen dacht ik, aan mijn taak als ouderling, dus ik moest nog steeds naar de kerk gaan. Als ik de kerk zou verlaten, zou ik vast en zeker worden verworpen en geminacht. Anderen zouden geen respect voor me hebben en denken dat ik de Heer ontrouw was. Toen ik daaraan dacht, aarzelde ik. Ik wilde ze vertellen dat ik de Heer had verwelkomd en Almachtige God had aanvaard, maar ik wist dat ik, zodra ik het zei, zou worden vervolgd en gehinderd door de dominee en de andere collega’s. Ik bleef er maar over piekeren in mijn hart. Ik wist dat ik de religieuze wereld vroeg of laat zou verlaten, maar ik wist niet hoe ik mijn ontslag moest indienen. Ik bad hierover vaak tot God om samen met Hem te zoeken.

Later las ik een passage uit Almachtige Gods woorden: “God zoekt mensen die naar Zijn verschijning verlangen. Hij zoekt hen die in staat zijn om Zijn woorden te horen, hen die Zijn opdracht niet vergeten zijn en hun hart en hun lichaam aan Hem opofferen. Hij zoekt hen die zo gehoorzaam zijn als baby’s en geen weerstand aan Hem bieden. Als jouw toewijding aan God niet door enige macht of kracht gehinderd wordt, dan zal God je met instemming beschouwen en zal Hij je Zijn zegeningen geven. Als je een hoge positie hebt of een eerbare reputatie, over erg veel kennis beschikt, veel bezittingen hebt, en gesteund wordt door veel mensen, maar deze dingen je niet weerhouden om God te benaderen om Zijn roeping en Zijn opdracht te accepteren, om te doen wat God van je vraagt, dan zal alles wat je doet de aller gewichtigste zaak ter wereld zijn en de meest rechtvaardige onderneming van de mensheid. Als je de roeping van God verwerpt in het belang van status en je eigen doelen, dan zal alles wat je doet vervloekt en zelfs veracht worden door God(Het Woord, Vol. 1, De verschijning en het werk van God, Bijlage 2: God beschikt over het lot van de gehele mensheid). Uit Gods woord begreep ik dat ik bleef aarzelen om de kerk te verlaten omdat ik mijn positie als ouderling niet kon opgeven. Dankzij mijn status keken mijn broeders en zusters naar me op en respecteerden ze me. Ze behandelden me anders en dachten altijd aan me als er voordelen waren. Ik was bang dat ik dat allemaal zou verliezen als ik de kerk verliet. Ik verlangde naar status en begeerde de voordelen van status. Dat was niet het juiste pad en het ergerde God. Ik wist duidelijk dat ik mezelf moest bevrijden van de ketenen van status. Als ik niks veranderde, zou ik het pad volgen van God weerstaan. Dat was niet het resultaat dat ik wilde. Ik kon mezelf niet langer bezighouden met de hoge dunk van mijn broeders en zusters. Het deed er niet toe of anderen me bewonderden. Het was alleen belangrijk of ik Gods goedkeuring kon winnen. Ik moest trouw zijn aan God, niet aan status. Met deze kennis werd mijn vastberadenheid om de kerk te verlaten sterker.

Op een dag ging ik zoals altijd na de kerk. Na de dienst op zondag zei ik tegen iedereen dat ik mijn taak als ouderling neerlegde. Iedereen was verbaasd toen ze dat hoorden. Ze probeerden me allemaal te overtuigen om te blijven. Daarna zeiden enkele dominees tegen me, dat de taak van ouderling een verbond met God was dat niet kon worden verbroken. Ik dacht: de Heer is teruggekeerd en heeft veel waarheden uitgedrukt en nieuw werk gedaan. Moet ik me aan dit verbond houden en de Heer niet verwelkomen? Ik herinner me hoe de hogepriesters, schriftgeleerden en farizeeërs God het hele jaar door in de Tempel dienden, maar toen de Heer Jezus kwam werken, veroordeelden en weerstonden ze de Heer Jezus en nagelden ze Hem aan het kruis. Is dat trouw aan God? Die mensen waren helemaal niet trouw aan God. Ze weerstonden God. De Heer Jezus was nu teruggekeerd en had veel nieuwe woorden uitgedrukt. Als ik me aan dat zogenaamde “verbond” zou houden en in de kerk zou blijven, en Gods huidige woorden en werk niet zou bijhouden, was ik niet trouw aan God. Ik dacht aan hoe de Heer Jezus had gezegd: “Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en zij volgen mij(Johannes 10:27). Gods schapen moeten luisteren naar Gods woorden en Hem zonder aarzeling volgen. De dominees probeerde me over te halen, maar ik twijfelde niet. Ik ben dankbaar dat God me uit de religieuze wereld heeft geleid, me Gods praktische woorden heeft laten eten en drinken, en me het werk van de Heilige Geest heeft geschonken. Daardoor kon ik ongekende rust en bevrijding ervaren. Nu ik geen ouderling meer was, sprak ik niet langer droge en lege woorden van doctrine vanaf de preekstoel. In plaats daarvan rustte ik mezelf uit met Almachtige Gods woorden. Elke dag bracht veel voldoening en vreugde.

Al gauw verspreidde zich het nieuws dat ik de kerk had verlaten. Twee maanden later hoorde ik dat een zuster een video van De Kerk van Almachtige God online in een groep had gepost, dus de dominees hadden de kerk verzegeld met de boodschap dat iemand de kerk had verlaten, en de kerk daarom voorzorgsmaatregelen moest nemen tegen Bliksem uit het oosten. Dat nieuws maakte me verdrietig, ook omwille van de dominees, maar ik was zekerder dan ooit dat de meeste dominees in de religieuze wereld niet van de waarheid houden. Het is hun aard om de waarheid te haten. Ze denken dat ze de Bijbel en God kennen, maar ze zijn in feite de blinden die de blinden in de put leiden. Er lopen buiten nog veel schapen van God rond die de Heer niet verwelkomen. Ik moest het evangelie van het koninkrijk aan hen prediken, mijn verantwoordelijkheden vervullen en Gods liefde terugbetalen. Zo begon ik Gods evangelie van de laatste dagen te prediken. Ik zag dat mensen die echt in God geloven een voor een terugkeren naar God. Dat maakt me heel blij en gelukkig. Ik voel ook dat elke dag vol en zinvol is. Ik ben dankbaar dat God me uit de religieuze wereld heeft geleid om Zijn voetstappen te volgen, zodat ik Gods werk in de laatste dagen kan ervaren. Daarvoor voel ik me echt gezegend.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Geef een reactie