De gevolgen van me niet inpsannen voor mijn plicht

31 juli 2022

Door Yichen, Italië

In 2019 kregen Zuster Zhang en ik de leiding over het ontwerpen van kunst. Toen ik aan deze plicht begon, begreep ik niet veel principes. Zuster Zhang communiceerde dus geduldig met mij en nam het grootste deel van het werk op zich. Later hoorde ik dat ze deze plicht twee jaar had bekleed en enige werkervaring had en in alles, van communiceren tijdens bijeenkomsten tot het werk samenvatten, meer overzicht had dan ik. Als de broeders en zusters vragen opwierpen, had ze altijd goede oplossingen. Vergeleken met haar vond ik dat ik fors achterliep. Ik dacht: hoeveel lijden en welke prijs is nodig om als Zuster Zhang te worden? Omdat ze meer ervaring heeft en een grotere last op zich neemt, laat ik haar maar meer werk doen.

Tijdens de samenvatting van het werk vroeg ze me na te denken hoe ik moest communiceren om problemen op te lossen. Ik dacht gewoon: dat is veel werk. Naast de bestaande problemen in onze plicht samenvatten, moet ik relevante woorden van God en principes vinden om over te communiceren. Vooral met professionele kwesties heb ik niet veel ervaring. Om een oplossing aan te dragen, zou ik zoveel informatie moeten vinden en communicatie moeten zoeken over wat ik niet begrijp. Dat zou zoveel tijd en moeite kosten. Zuster Zhang kent dit gebied, dus kan zij de samenvattingen maken. Dat laat ik aan haar. Daarna dacht ik nooit meer aan de samenvattingen van het werk. Toen Zuster Zhang later vroeg wat ik dacht, zei ik: “Ik ken het gebied niet goed, dus is het beter als jij de samenvattingen maakt.” Soms, als ze onze studierichting aan het plannen was, vroeg ze of ik mee wilde doen, zodat ik haar kon adviseren en helpen mogelijke problemen te voorkomen. Ik dacht: Zuster Zhang is altijd de verantwoordelijke geweest voor dit gebied, en ik begrijp minder dan zij. Om mee te doen zou ik erover na moeten denken en de dingen die ik niet ken moeten bestuderen. Dat is te veel moeite! Laat maar, ik bemoei me er niet mee. En dus wees ik Zuster Zhang af.

Later leerden we een nieuwe tekentechniek. We ondervonden veel moeilijkheden en problemen, maar zij besprak ze en loste ze op met ons. Omdat ik het gebied niet goed kende, was ik na twee keer uitleg nog steeds in de war, en dacht ik: nieuwe vaardigheden op dit gebied leren is zo vermoeiend. Ik denk dat ik me er deze keer niet mee ga bemoeien. Hoe dan ook, we hebben Zuster Zhang. Zij kan ons helpen bij het leren. Toen ik later aan het studeren was, luisterde ik niet goed. Soms zei ik geen woord; op andere momenten begon ik aan andere dingen te werken. Toen Zuster Zhang naar mijn ideeën en gedachten vroeg, antwoordde ik altijd onverschillig dat ik er geen had. Uiteindelijk kwam ik erachter dat ik steeds minder last droeg in mijn plicht. Hoe meer ik het gevoel had dat ik niet goed genoeg was, hoe minder problemen ik begon op te merken. In die periode voelde mijn hart iedere dag leeg en ik werd steeds negatiever. Ik had het idee dat mijn kaliber laag was en dat ik mijn plicht niet waardig was. Soms was ik behoorlijk jaloers op Zuster Zhang. Ik vond dat ze haar plicht goed vervulde omdat ze ervaring en een goed kaliber had, maar ik was anders. Ik had een laag kaliber en geen ervaring, dus was het moeilijk mijn plicht te doen.

Op een dag besprak ik mijn werk met Zuster Zhang en toen zei ze tegen me: “Je hebt deze plicht nu een tijdje gehad. Toch zeg je dat het je aan ervaring en begrip ontbreekt. Maar eigenlijk is het zo dat je geen last wil dragen, of moeite wil doen. De reden dat ik enkele goede ideeën heb, is dat ik vaak bid, op God vertrouw en principes zoek om dingen te begrijpen. Als we professionele aspecten niet begrijpen, moeten we ze bestuderen. Hoe kunnen we anders onze plicht goed vervullen?” Toen vertelde ze me hoe ze op God vertrouwde en oplossingen zocht als ze moeilijkheden tegenkwam. Helaas had ik toen mijn probleem nog helemaal niet door. Integendeel, ik vond dat Zuster Zhang mijn moeilijkheden niet begreep, dus nam ik haar suggesties helemaal niet ter harte, en dacht ik later niet over mezelf na.

Niet lang daarna kreeg Zuster Zhang de leiding over ander werk. Ik was echt verdrietig toen ze wegging, omdat ik zoveel werk te doen kreeg, dat mijn hoofd helemaal leeg was. Ik vroeg me af: ik heb nu al een jaar de leiding over dit werk. Waarom kan ik het dan nog steeds niet op me nemen? Dat was het moment waarop ik me herinnerde wat Zuster Zhang tegen me had gezegd. Had ik echt geen last gedragen in mijn plicht? Ik bad tot God om Zijn begeleiding terwijl ik over mezelf nadacht. Later las ik deze passage van Gods woord: “Een groot deel van de tijd zijn jullie niet in staat te antwoorden als men jullie naar werkaangelegenheden vraagt. Bij het werk is een groot aantal mensen betrokken, maar jullie hebben nooit gevraagd of het goed gaat, en daar zelfs nooit over nagedacht. Met het oog op jullie kaliber en kennis, zou het niet zo moeten zijn dat jullie niets weten; jullie hebben immers allemaal meegedaan aan dit werk. Waarom zeggen de meeste mensen dan niets? Kan het zijn dat jullie echt niet weten wat te zeggen – dat jullie niet weten of het goed gaat? Hiervoor zijn twee redenen: de eerste is dat het jullie helemaal niets kan schelen, dat jullie nooit iets om deze dingen hebben gegeven en dat jullie ze altijd alleen maar als te voltooien taak hebben behandeld. De andere is dat jullie niet geneigd zijn iets om deze dingen te geven. Als je er echt wat om gaf en echt betrokken was, zou je overal een zienswijze en een standpunt over hebben. Geen standpunt of zienswijze hebben komt vaak doordat men onverschillig en apathisch is en geen enkele verantwoordelijkheid neemt. Je voert je plicht niet zorgvuldig uit, je neemt geen enkele verantwoordelijkheid, je bent niet bereid een prijs te betalen of betrokken te raken. Evenmin doe je enige moeite of ben je bereid er meer energie in te steken; je wilt alleen een ondergeschikte zijn, wat niet verschilt van een ongelovige die voor zijn of haar baas werkt. God houdt er niet van als je je plicht op deze manier vervult, God keurt het niet goed, God veracht het, en vroeg of laat zal deze persoon worden geëlimineerd(‘Alleen door eerlijk te zijn, kan iemand als een echt mens leven’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). Gods woord onthulde mijn gesteldheid precies. Toen ik met Zuster Zhang werkte en de dingen besprak, had ik nooit mijn eigen mening of ideeën. Ik had altijd het gevoel gehad dat dit kwam doordat ik het gebied of het werk niet goed kende. Pas toen ik Gods woord had gelezen, begreep ik dat het door mijn onverschilligheid en gebrek aan verantwoordelijkheid kwam. Ik dacht terug aan mijn samenwerking met Zuster Zhang. Elke keer als ik een professioneel probleem had, maakte ik me daar geen zorgen over. Ik gebruikte mijn onervarenheid met de plicht en gebrekkig begrip van de principes als smoes om deze te ontduiken. Als we het werk bespraken, was ik gewoon een luisteraar. Ik dacht er nooit zorgvuldig over na. Vaak zei ik tegenover Zuster Zhang dat ik het niet begreep en dat zij meer werkervaring had. Maar dat waren gewoon leugens en smoezen. Mijn ware doel was haar sympathie en begrip te krijgen, zodat zij meer werk zou doen en ik van mijn vrije tijd kon blijven genieten. Ik was zo sluw en bedrieglijk! Ik had nu een jaar de leiding over dit werk en ik had de professionele basis. Als ik dus verantwoordelijk was geweest en ijverig had gestudeerd, had ik zelf een aantal meningen gehad als ik het werk besprak. Misschien was ik zelfs in staat geweest het over te nemen toen Zuster Zhang overgeplaatst werd. Ik had alleen maar doorgemodderd met mijn plicht en was onverantwoordelijk geweest, alsof ik gewoon voor een salaris werkte om rond te komen en van dag tot dag overleefde met zo weinig inspanning of zorgen als ik me kon veroorloven. Ik dacht er nooit over na hoe ik de dingen goed moest doen, mijn best moest doen en mijn verantwoordelijkheid moest nemen. Ik modderde maar wat aan, er alleen op uit om lichamelijk lijden te vermijden. Ik dacht helemaal niet na over Gods wil. Hoe kon ik zeggen dat ik een plaats in mijn hart had voor God? Hoe kon God mijn houding ten opzichte van mijn plicht niet verafschuwen?

Daarna las ik nog een passage van Gods woorden: “De Heer Jezus zei eens: ‘Want wie heeft zal nog meer krijgen, en het zal overvloedig zijn; maar wie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen’ (Matteüs 13:12). Wat is de betekenis van deze woorden? Ze betekenen dat als je niet eens je eigen plicht of werk uitvoert of jezelf er niet eens aan wijdt, God zal wegnemen wat eens van jou was. Wat betekent ‘wegnemen’? Wat voelen mensen als gevolg daarvan? Het is mogelijk dat je niet datgene hebt bereikt wat je kaliber en gaven je in staat hadden kunnen stellen om te bereiken, en dat je niets voelde, en terugkeerde tot dezelfde gesteldheid waarin je als ongelovige verkeerde. Dit alles werd door God weggenomen. Als je tekortschiet in je plicht en geen prijs betaalt, en niet oprecht bent, zal God wegnemen wat eens van jou was; Hij zal je recht om je plicht te vervullen intrekken, Hij zal je dit recht niet toekennen. Omdat God je gaven en kaliber gaf, maar jij je plicht niet naar behoren vervulde, geen bestedingen deed voor God, geen prijs betaalde en je niet toegewijd inzette, onthoudt God je niet alleen Zijn zegen, maar neemt Hij ook af wat je eens had. God schenkt de mensen gaven, Hij geeft hun speciale vaardigheden en intelligentie en wijsheid. Hoe moet de mens die dingen gebruiken? (Hij moet deze gaven gebruiken om zijn plicht goed te vervullen.) Je moet je speciale vaardigheden, je gaven, je intelligentie en wijsheid wijden aan je plicht. Je moet je hart gebruiken en je hersens pijnigen om alles wat je weet, alles wat je begrijpt, alles wat je kunt bereiken en alles waar je aan denkt, toe te passen op je plicht. Als je dat doet, zul je gezegend zijn. Wat betekent het om gezegend te zijn door God? Wat voelen mensen daardoor? (Dat er een pad is wanneer ze hun plicht vervullen, dat ze verlicht zijn door de Heilige Geest.) Dat God hen heeft verlicht en begeleid. Het kan voor mensen lijken dat, binnen je vermogens, je kaliber en de dingen die je hebt geleerd ontoereikend zijn om je te laten doen wat je wilt – maar als God werkt en je verlicht, kun je niet alleen begrijpen, maar ook beter presteren. Je vraagt jezelf af: ik was niet zo bekwaam. Ik voel dat ik nu veel meer in me heb. Hoe komt het dat ik plotseling de dingen begrijp die ik nooit heb geleerd en zoveel kan doen? Hoe ben ik plotseling zo slim geworden? Je kunt het niet uitleggen. Dit is de verlichting en zegen van God; dit is hoe God mensen zegent. Als je dit niet voelt onder het vervullen van je plicht of het doen van je werk, ben je niet door God gezegend. Als het altijd voelt of het vervullen van je plicht zinloos is, als het voelt alsof er niets kan worden gedaan, en je jezelf er niet toe kunt zetten bij te dragen, als je nooit verlicht wordt, als je voelt dat je geen slimheid of wijsheid bezit om in te zetten, dan is dat een probleem: het toont aan dat je niet de juiste beweegredenen hebt voor het vervullen van je plicht, dat je die slordig en achteloos doet, dat je niet het juiste pad bewandelt en dat God je niet goedkeurt of zegent; dit is het soort omstandigheden waarin je terecht bent gekomen(‘Alleen door eerlijk te zijn, kan iemand als een echt mens leven’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). Nadat ik goed over Gods woord had nagedacht, begreep ik dat God eerlijke mensen en diegenen die zich oprecht voor Hem inspannen, zegent. Hoe ijveriger iemand is en hoe beter hij probeert te worden in zijn plicht, des te meer begeleidt de Heilige Geest hem en des te effectiever wordt hij in zijn plicht. Maar als je je plicht sluw vervult, niet ijverig bent en geen prijs betaalt, zul je nooit vooruitgang boeken of profiteren van je plicht. Je kunt dan zelfs kwijtraken wat je had kunnen bereiken. Op dat moment herinnerde ik me een ervaring waarover Zuster Zhang me had verteld. In het begin begreep ze niet veel van het werk, maar ze bracht haar moeilijkheden vaak naar God. Ze bad, zocht en liet haar gedachten erover gaan, communiceerde erover met anderen en werd onbewust verlicht door de Heilige Geest, en altijd had ze nieuwe ideeën. Ze ging voortdurend vooruit en werd heel effectief in haar plicht. Maar ik probeerde de status quo te handhaven, probeerde niet verder te komen maar van mijn vrije tijd te genieten. Nooit wilde ik lijden of een prijs betalen. Het gevolg was dat ik mijn volledige mogelijkheden nooit heb benut. Het is zoals in Gods woorden staat: “Wie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen(Matteüs 13:12). God verafschuwde mijn nonchalante en onverantwoordelijke houding ten opzichte van mijn plicht. Ik besefte dat als ik geen berouw toonde, ik door God zou worden afgewezen en verafschuwd. Uiteindelijk zou ik mijn plicht helemaal kwijtraken. Toen ik hieraan dacht, werd ik bang, dus bad ik onmiddellijk tot God om Zijn begeleiding bij het zoeken naar een beoefeningspad en om te zeggen dat ik berouw wilde tonen.

Ik las deze passage van Gods woord: “Hoe moeten mensen hun plichten opvatten? Als iets wat de Schepper – God – hen te doen geeft; dit is hoe de plichten van mensen tot stand komen. De opdracht die God je geeft is jouw plicht, en het is door de Hemel verordend, en door de aarde erkend, dat je je plicht vervult zoals God dat vraagt. Als je kunt zien dat je Gods opdracht ontvangt, dat dit Gods liefde en Gods zegeningen zijn die jou ten deel vallen, zul je je plicht kunnen aanvaarden met een hart dat liefde voor God heeft. Je zult dan onder het doen van je plicht in staat zijn rekening te houden met Gods wil, en je zult alle moeilijkheden kunnen overwinnen om God tevreden te stellen. Zij die zich echt inzetten voor God zouden Gods opdracht nooit kunnen weigeren, nooit enige plicht kunnen weigeren. Welke plicht God je ook toevertrouwt, welke moeilijkheden die plicht ook met zich meebrengt, je moet deze niet weigeren, maar aanvaarden. Wat is het pad om dit te beoefenen? Het bestaat eruit dat je alles getrouw doet om God tevreden te stellen. Waarin ligt hier het brandpunt? Bij ‘alles’. Met ‘alles’ wordt hier niet per se bedoeld de dingen die je graag doet of waar je goed in bent, laat staan dingen waarmee je al bekend bent. Soms ben je ergens niet goed in, soms moet je iets leren, soms zul je moeilijkheden tegenkomen en soms moet je lijden. Maar welke taak het ook is, zolang de opdracht van God komt, moet je die van Hem accepteren, als jouw plicht zien, vol overgave uitvoeren en aan Gods wil tegemoetkomen: dit is het pad van de praktijk(‘Alleen door een eerlijk mens te zijn kun je echt gelukkig zijn’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). Nadat ik diep had nagedacht over deze woorden van God raakte ik enorm geïnspireerd. Mijn plicht was een opdracht van God, Gods taak voor mij. Ongeacht mijn bekwaamheid of de eenvoud of complexiteit van die plicht, hij was afkomstig van God, dus moest ik verantwoordelijkheid nemen en zo trouw zijn als ik kon. Pas als ik mijn best deed en mijn verantwoordelijkheid nam, zou ik Gods zegeningen ontvangen. Ik dacht aan alle keren dat ik God gezworen had trouw mijn plicht te vervullen om Zijn liefde te beantwoorden. Nu de plicht een beetje ingewikkeld en uitdagend was en ik moest lijden en een prijs betalen, knoeide ik maar wat aan en probeerde ik eronder uit te komen. Toen ik dit doorhad, vond ik dat ik bij God in het krijt stond en het niet waard was van Zijn liefde te genieten. Zo kon ik niet doorgaan. Ik moest volgens Gods woord praktiseren, eerlijk omgaan met mijn plichten en mijn verantwoordelijkheden nemen zodat ik in de toekomst geen spijt zou hebben.

Dus begon ik het werk dat me eerst in verwarring had gebracht te onderzoeken en beter te leren kennen en probeerde ik niet meer sommige ingewikkelde problemen te ontwijken. In plaats daarvan besprak ik ze en communiceerde erover met mijn broeders en zusters en vroeg ik hun mij te onderwijzen wanneer ik het niet begreep. Uiteindelijk begon ik de details te beheersen en kon ik oplossingen bieden wanneer anderen moeilijkheden hadden. Als ik ons werk samenvatte, had ik aanvankelijk geen ideeën en ging ik het graag uit de weg, maar ik herinnerde me wat ik in Gods woord had gelezen, dus verloochende ik bewust mijn vlees, dacht aan de problemen in onze plicht en werkte om principes te vinden en informatie op te zoeken. Nadat ik zo een tijdje had gepraktiseerd, voelde ik de zegening en leiding van God duidelijk. Ik begon dingen die ik niet begreep of die me in verwarring brachten te beheersen en mijn samenvattingen van het werk behaalden enig resultaat. Mijn broeders en zusters brachten mijn samenvattingen in praktijk en boekten ook vooruitgang.

Ik dacht dat mijn houding ten opzichte van mijn plicht een beetje veranderd was. Maar toen God een andere omgeving voor mij creëerde, viel ik terug in mijn oude patroon.

In september 2021 ging ik, omdat het nodig was voor het werk, samen met Zuster Li nieuwkomers begieten. Ik dacht dat er bij deze plicht geen technische details kwamen kijken en het dus minder problematisch zou zijn, maar toen ik eraan begon, kwam ik erachter dat het niet eenvoudig was nieuwkomers goed te begieten. Ik moest niet alleen in het Engels communiceren, maar ook communiceren over de waarheid om hun opvattingen en verwarring op te lossen. Ik zag dat Zuster Li zeer bedreven was in alle aspecten van het werk. Ze kon de relevante waarheid snel vinden om de problemen van de nieuwkomers op te lossen, maar ik was daar heel slecht in. Vaak kon ik niet helder over de waarheid communiceren of hun problemen oplossen. Om het niveau van Zuster Li te bereiken moest ik lang studeren en mezelf van het nodige voorzien, en een behoorlijke prijs betalen. Ik dacht: Laat maar. Zuster Li is nu mijn partner, dus hoef ik me er niet druk over te maken. Door deze gedachte zocht ik niet zo naarstig naar de waarheid en informeerde ik na afloop van bijeenkomsten niet proactief bij de nieuwkomers naar hun problemen. Op een dag bedacht ik dat ik al twee maanden deze plicht deed maar nog steeds een nieuwkomer niet alleen kon begieten. Ik had altijd het gevoel dat ik het niet begreep, maar ik streefde er niet naar een prijs te betalen. Ik moest me wel afvragen: hoe komt het dat ik, zodra ik een plicht tegenkom waar ik niet bekwaam in ben, ik gebrek aan kennis als excuus gebruik om met de plicht aan te modderen en ik de prijs niet wil betalen? Ik bracht mijn gesteldheid en verwarring voor God en bad.

Tijdens mijn godsdienstoefeningen trof ik op een dag twee passages aan van Gods woord: “Wanneer ze een plicht vervullen, kiezen mensen altijd de plicht die uit licht werk bestaat, die hen niet zal vermoeien, waarvoor ze niet in wind en regen hoeven te werken. Dit noemen we de krenten uit de pap halen; het is een van de manieren waarop het begeren van de gemakken van het vlees tot uitdrukking komt. Is er nog iets anders? (Altijd klagen wanneer hun plicht een beetje zwaar valt, een beetje vermoeiend is, wanneer er een prijs betaald moet worden.) (Vooral bezig zijn met eten en kleding, en de geneugten van het vlees.) Dit zijn allemaal manieren waarop het begeren van de gemakken van het vlees tot uitdrukking komt. […] Het gebeurt ook wanneer mensen altijd klagen in hun plicht en geen enkele moeite willen doen, wanneer ze, zodra ze een beetje vrije tijd hebben, moeten rusten en een praatje moeten maken, en klagen zodra ze beginnen te werken. Zodra er zich iets lastigs aandient, krabbelen ze terug; zodra ze iets zien wat moeilijk of vermoeiend is, zoeken ze een uitvlucht. Dan zeggen ze: ‘Dit kan ik niet aan, mijn kaliber is te slecht! Die-en-die heeft een beter kaliber dan ik, heeft meer inzicht dan ik en is vaardiger; die kan dit werk succesvol doen, het is beter als die het doet’, en zoeken ze elders wat licht werk zodat ze meer tijd hebben om zichzelf te vermaken. […] Dit is het begeren van de gemakken van het vlees, nietwaar? Zijn mensen die de gemakken van het vlees begeren geschikt voor het vervullen van een plicht? Snijd het onderwerp aan van het vervullen van hun plicht, spreek over het betalen van een prijs en het ondergaan van tegenspoed, en ze blijven het hoofd schudden: ze zouden te veel problemen hebben, ze hebben volop klachten, over alles zijn ze negatief. Zulke mensen zijn waardeloos, ze zijn niet bevoegd hun plicht te vervullen, en horen verstoten te worden(‘Hoe herken je valse leiders’). “Sommige valse leiders hebben wel een beetje kaliber, maar doen geen echt werk en begeren vleselijke gemakken. Zij die vleselijke gemakken begeren verschillen niet van varkens. Varkens brengen elke dag door met eten en slapen. Jij geeft ze met plezier zo veel graan zodat je in de toekomst hun vlees kunt eten. Als valse leiders ook worden vetgemest zoals men varkens vetmest, om fors en dik te zijn, maar alleen maar ruimte innemen en geen echt werk doen, wat is er dan het nut van dat je hen vetmest? Moeten zij niet worden verwijderd en verstoten? Daarom is het vetmesten van een valse leider minder waard dan het vetmesten van een varken. Hoewel een varken niets doet – het eet en drinkt drie keer per dag voor niets – kun je aan het eind van het jaar zijn vlees eten en dan voel je je erg voldaan. Het varken een jaar lang voeden was hard werk, maar aan het eind van het jaar kreeg je er iets voor terug, kon je vlees eten en een plezierig Chinees nieuwjaar doorbrengen – en dus voel je in je hart dat het vetmesten van een varken de passende handelswijze is. Maar een valse leider vetmesten – dat is allemaal tevergeefs, nietwaar? Zij hebben dan wel de benaming ‘leider’, ze bekleden dan wel deze functie, en hebben drie keer per dag goed te eten, en genieten veel van Gods genade, en aan het eind van het jaar hebben zij zichzelf dik gegeten, maar hoe is het met het werk gegaan? Kijk naar alles wat dit jaar in jouw werk is klaargespeeld: welke klussen zijn succesvol geweest, welk echt werk heb je gedaan? Gods huis vergt niet dat je elke taak perfect uitvoert, maar het belangrijkste werk moet je goed doen – het evangeliewerk, bijvoorbeeld, of film- en televisiewerk, het tekstuele werk, enzovoorts. Dit alles moet vrucht dragen. Van het meeste werk ziet men na drie tot vijf maanden een effect, een resultaat; als er na een jaar nog geen resultaat is, is dat een ernstig probleem. Bekijk na een jaar welk werk dat onder jouw verantwoordelijkheid viel het meest succesvol is geweest, waarbij je de hoogste prijs hebt betaald en het meest hebt geleden. Kijk naar je prestaties: in je hart moet je enig idee hebben of je, na een jaar lang Gods genade te hebben genoten, enkele waardevolle prestaties hebt geleverd. Wat deed je precies terwijl je het eten van Gods huis at en al die tijd Gods genade genoot? Heb je iets bereikt? Als je niets hebt bereikt, ben je een profiteur, echt een valse leider(‘Hoe herken je valse leiders’). Toen ik die woorden overdacht, werd ik recht in het hart getroffen. Toen begreep ik pas dat ik altijd terugdeinsde voor moeilijkheden in mijn plicht en onbegrip of onkunde als afweermiddel gebruikte omdat ik te lui was en te zeer naar lichamelijk gemak snakte. Toen ik in het verleden supervisor was met Zuster Zhang, pikte ik er altijd eenvoudige en makkelijke taken uit voor mezelf en gaf ik haar alles waar ik niet bekwaam in was of waarvoor zorgvuldig moest worden nagedacht. Bij het begieten van nieuwkomers met Zuster Li wilde ik me nog steeds niet druk maken, lijden of een prijs betalen. Ik dacht na waarom ik me zo gedroeg en besefte dat dit voornamelijk kwam doordat ik door satanische filosofieën werd beheerst. Dingen als ‘Ieder voor zich en God voor ons allen’ en ‘Pluk de dag, want het leven is kort,’ hadden diep in mijn hart wortel geschoten. Ik had altijd al gevonden dat mensen voor zichzelf moesten leven en dat we met lichamelijk comfort en zonder zorgen leefden zoals het hoorde. Toen ik naar Gods huis kwam om mijn plicht te vervullen had ik deze mening nog steeds en als er moeilijkheden waren of dingen waar ik niet goed in was, als ik moest lijden of een prijs betalen, schrok ik als een lafaard terug en stelde mijn lichamelijk gemak voorop. Door zo te leven verschilde ik niet van een varken. Varkens hebben geen gedachten en doen niets. Ze kunnen alleen eten, drinken en slapen. Ik was hetzelfde en hield me alleen met mijn lichamelijk gemak bezig. Wat een vulgair leven leidde ik! In het verleden als supervisor, en nu in het begieten, had God me zo verheven, maar ik probeerde niet vooruit te komen of zelfs maar over mijn verantwoordelijkheden en plichten na te denken. Ik was onverantwoordelijk in het werk van de kerk en met de levens van mijn broeders en zusters. Ik had niet het geringste geweten! Ik wilde duidelijk niet lijden of een prijs betalen, maar gebruikte altijd het excuus dat ik iets niet begreep of wist, om medelijden op te wekken, om anderen te laten denken dat ik mijn gebreken kon toegeven, zodat ze me als verstandig en eerlijk zouden zien. De waarheid is dat ik die woorden gebruikte om mijn eigen luidheid en gebrek aan verantwoordelijkheid te verdoezelen. Ik was zo sluw en bedrieglijk dat ik al mijn broeders en zusters voor de gek hield. Hen kon ik weliswaar een poosje voor de gek houden, maar God ziet alles en God is rechtvaardig. Ik probeerde God voor de gek te houden en te bedriegen, hoe kon God me dan niet verafschuwen? Daarom zag ik God zegening of sturing nooit in mijn plichten in die tijd. Als problemen je altijd in de war brengen en je geen duidelijke vooruitgang boekt, dan zijn dat waarschuwingstekens!

Daarna las ik nog een passage van Gods woord. Almachtige God zegt: “Vanaf het moment dat God het bouwen van de ark aan Noach toevertrouwde, dacht Noach nooit: wanneer gaat God de wereld vernietigen? Wanneer geeft Hij mij het teken dat Hij dat zal doen? In plaats van over zulke zaken na te denken, deed Noach erg zijn best om alles wat God hem had verteld uit het hoofd te leren en vervolgens uit te voeren. Toen hij had aanvaard wat God hem had toevertrouwd, ging Noach zonder dralen aan het werk om de ark te bouwen, alsof dat het belangrijkste in zijn leven was. Er gingen dagen voorbij, er gingen jaren voorbij, de tijd schreed verder, jaar na jaar. God oefende nooit enige druk op Noach uit, maar al die tijd volhardde Noach in de belangrijke taak die God hem had toevertrouwd. Elk woord dat God had geuit, en elke zin die God had geuit, stond op Noachs hart geschreven zoals woorden op een stenen tafel staan gekerfd. Hij lette niet op veranderingen in de buitenwereld, op de spot van de mensen om hem heen, op de tegenspoed die het met zich meebracht of op de moeilijkheden die zich voordeden; hij volhardde van begin tot einde in datgene wat hem door God was toevertrouwd. Nooit wanhoopte hij of overwoog hij op te geven. Gods woorden stonden op Noachs hart geschreven en waren zijn dagelijkse werkelijkheid geworden. Noach vond alle materialen die hij nodig had om de ark te bouwen en sloeg die in. De vorm en kenmerken van de ark zoals God die had opgedragen werden geleidelijk uitgevoerd, met elke zorgvuldige slag van Noachs hamer en beitel. In wind en regen, ongeacht hoe mensen hem bespotten of belasterden, ging Noachs leven op deze manier door, jaar na jaar. God bekeek in het geheim elke handeling van Noach, zonder ooit nog een woord tot hem te richten, en Zijn hart werd door Noach geroerd. Maar Noach wist of voelde dat niet; van begin tot einde bouwde hij gewoon de ark en verzamelde hij alle soorten levende wezens uit onwankelbare trouw aan Gods woorden. In Noachs hart was er geen hogere opdracht die hij moest volgen en uitvoeren: Gods woorden waren zijn levenslange richting en doel. Wat God hem dus ook zei, wat God hem ook vroeg te doen, hem opdroeg te doen, Noach aanvaardde het volledig, leerde het uit zijn hoofd en vatte het op als zijn levenslange streven. Hij onthield het niet alleen en hield het niet alleen duidelijk voor ogen; hij maakte het ook tot de werkelijkheid van zijn eigen leven. Hij gebruikte zijn leven om Gods opdracht te aanvaarden en uit te voeren. En op deze manier werd, plank na plank, de ark gebouwd. Elke stap die Noach zette, elke dag, was gewijd aan de woorden en geboden van God. Het leek er misschien niet op dat Noach aan een taak van groot belang werkte, maar in Gods ogen was alles wat Noach deed, zelfs elke stap die hij zette om iets te bereiken, al het werk dat zijn hand deed, allemaal kostbaar, gedenkwaardig en waardig om door deze mensheid nagevolgd te worden. Noach hield zich aan wat hem door God was toevertrouwd. Hij bleef standvastig in zijn geloof dat elk door God geuite woord waar was; hieraan twijfelde hij niet. Als gevolg daarvan kwam de ark gereed en konden alle soorten levende wezens erin wonen(‘Antichristen ontmaskeren’). Toen ik de woorden van God overdacht, raakte ik heel ontroerd. Noach was gehoorzaam en hield rekening met God. Toen God tegen Noach zei dat hij een ark moest bouwen, koesterde Noach die opdracht en voldeed hij aan Gods vereisten. In het begin wist hij niet hoe hij een ark moest bouwen en was het bouwen te moeilijk. In ieder stadium moest hij lijden en een prijs betalen. Maar Noach was trouw aan Gods opdracht. Om Gods opdracht te volbrengen, leed hij, betaalde hij de prijs en bouwde hij nagel voor nagel de ark. Noach hield het 120 jaar vol en eindelijk was Gods opdracht volbracht. Hoewel Noach veel leed om de ark te bouwen en geen lichamelijk gemak genoot, voerde hij Gods opdracht wel uit, stelde Hem tevreden en verdiende Zijn goedkeuring. Het leven van Noach was heel zinvol! Ik zag dat ik vergeleken met Noach geen menselijkheid had. Ik koesterde Gods opdracht niet en was niet trouw. Ik was lui en sluw, hunkerde alleen naar lichamelijk gemak en was helemaal niet bereid te lijden. Ik was Gods opdracht niet waardig. Ik was echt verachtelijk! Als ik zo doorging en niet veranderde, zou ik mijn plicht van God kwijtraken. Daar zou ik de rest van mijn leven spijt van hebben.

In de daaropvolgende dagen richtte ik mijn tijd in en voorzag mezelf iedere dag van waarheden met betrekking tot het begieten van nieuwkomers. Op een dag brachten de broeders en zusters op een bijeenkomst een probleem met het begietingswerk naar voren en toen ik iets hoorde wat ik niet begreep wilde ik het uit de weg gaan. Ik dacht eraan ze het zelf op te laten lossen. Maar deze keer was ik me ervan bewust dat ik maar wat aan wilde modderen zonder verantwoordelijkheid te nemen. Ik dacht aan de serieuze en verantwoordelijke houding van Noach ten opzichte van zijn opdracht en toen corrigeerde ik bewust mijn onjuiste gesteldheid. Ik luisterde heel aandachtig hoe ze over de waarheid communiceerden om het probleem op te lossen en toen ze het samenvatten, gaf ik mijn advies. Ik was verbaasd toen ze zeiden dat mijn advies goed was. Terwijl ik samen met Zuster Li nieuwkomers begoot oefende ik in het oplossen van de praktische problemen van nieuwkomers en als er problemen waren die ik niet kon oplossen, vroeg ik haar meteen om hulp. Na een tijdje kon ik de nieuwkomers ook onafhankelijk begieten. Hoewel ik nog steeds veel tekortkomingen en gebreken heb, kan ik mezelf voelen groeien en rijker worden en voel ik me meer op mijn gemak. Het begrip en de voordelen die ik heb ontvangen, zijn helemaal het effect van Gods werk. God zij dank!

De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud