990 Zij die in zonde zijn gevangen zonder berouw zijn niet meer te redden
1 Welnu, of jullie streven wel of niet effectief is geweest, wordt afgemeten aan wat jullie op het moment bezitten. Dit wordt gebruikt om jullie uitkomst mee te bepalen; dat wil zeggen: jullie uitkomst openbaart zich in de offers die jullie hebben gebracht en de dingen die jullie hebben gedaan. Jullie uitkomst zal bekend worden gemaakt aan de hand van jullie streven, jullie geloof en datgene wat jullie gedaan hebben. Onder jullie allen zijn er velen die al niet meer gered kunnen worden, want vandaag is de dag waarop de uitkomsten van mensen geopenbaard worden, en ik zal niet warhoofdig zijn in mijn werk; degenen die totaal niet meer gered kunnen worden, zal ik het nieuwe tijdperk niet binnenleiden. Er komt een tijd waarop mijn werk voltooid is. Ik zal geen werk uitoefenen aan die stinkende lijken zonder geest die totaal niet meer gered kunnen worden; dit zijn de laatste dagen van de redding van de mens, en ik zal geen nutteloos werk doen.
2 Zij die alleen maar aan hun vlees denken en die van comfort genieten; zij die lijken te geloven, maar niet echt geloven; zij die zich inlaten met kwaadaardige geneeskunde en tovenarij; zij die promiscue, haveloos en sjofel zijn; zij die offers aan Jehova en Zijn eigendommen stelen; zij die van omkoping houden; zij die ijdel dromen van het opstijgen naar de hemel; zij die arrogant en verwaand zijn, die alleen maar naar persoonlijke roem en rijkdom streven; zij die onbeschaamde woorden verspreiden; zij die God Zelf belasteren; zij die uitsluitend oordelen ten nadele van God en Hem belasteren; zij die klieken vormen en onafhankelijkheid nastreven; zij die zichzelf verheerlijken boven God; die lichtzinnige mannen en vrouwen van jongere, middelbare en oudere leeftijd die verstrikt zijn in de losbandigheid; die mannen en vrouwen die onder andere mensen persoonlijke roem en rijkdom genieten en persoonlijke status nastreven; die onboetvaardige mensen die in de zonde gevangenzitten – is het voor hen allen niet zo dat zij niet meer gered kunnen worden?
Naar Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Praktijk (7)