Dagelijkse woorden van God: Intrede in het leven | Fragment 454

18 september 2020

Jezus kon Gods opdracht – het werk van de verlossing van de hele mensheid – voltooien omdat Hij alle aandacht schonk aan Gods wil, zonder enige plannen of regelingen voor Zichzelf te maken. Zo was Hij ook de vertrouweling van God – God Zelf – wat jullie allemaal goed begrijpen. (In feite was Hij de God Zelf van wie God had getuigd. Ik zeg dit hier om met het feit van Jezus de kwestie toe te lichten.) Hij was in staat van Gods managementplan het exacte middelpunt te maken, bad altijd tot de hemelse Vader en zocht de wil van de hemelse Vader. Hij bad en zei: “God de Vader! Volbreng dat wat uw wens is en handel niet naar mijn wensen, maar naar uw plan. De mens mag dan zwak zijn, maar waarom zou u om hem geven? Hoe kan de mens uw bezorgdheid waardig zijn, de mens die als een mier in uw hand is? In mijn hart wens ik alleen uw wil te volbrengen, en ik wil dat u in mij kunt doen wat u zou doen in overeenstemming met uw eigen wensen.” Op weg naar Jeruzalem leed Jezus hevige pijn, alsof er een mes werd rondgedraaid in Zijn hart, en toch had Hij niet het geringste voornemen om Zijn woord te breken. Steeds was er een sterke kracht die Hem voortdreef naar waar Hij zou worden gekruisigd. Uiteindelijk werd Hij aan het kruis genageld, werd Hij de gelijkenis van zondig vlees en voltooide Hij het werk van de verlossing van de mens. Hij brak los uit de ketens van de dood en het dodenrijk. Tegenover Hem verloren de sterfelijkheid, de hel en het dodenrijk hun kracht en werden door Hem overwonnen. Hij leefde drieëndertig jaar en gedurende die tijd spande Hij Zich altijd tot het uiterste in om aan Gods wil te voldoen in overeenstemming met Gods werk destijds. Hij dacht nooit aan Zijn eigen winst of verlies en had altijd de wil van God de Vader voor ogen. Daarom zei God na Zijn doop: “Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.” Vanwege Zijn dienst aan God die in harmonie was met Gods wil, legde God de zware last van de verlossing van de hele mensheid op Zijn schouders en zorgde ervoor dat Hij die volbracht, en Hij was bekwaam en gerechtigd om deze belangrijke taak te voltooien. Zijn hele leven verdroeg Hij onmetelijk lijden voor God en talloze malen werd Hij verzocht door Satan, maar nooit verloor Hij de moed. God gaf Hem zo’n immense taak omdat Hij Hem vertrouwde en liefhad, en daarom zei God persoonlijk: “Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.” Alleen Jezus kon destijds deze opdracht volbrengen, en dit was één praktisch aspect van Gods voltooiing van Zijn werk van verlossing van de hele mensheid in het Tijdperk van Genade.

Als jullie net als Jezus alle aandacht kunnen schenken aan de last van God en jullie vlees de rug kunnen toekeren, zal God jullie Zijn belangrijke taken toevertrouwen, zodat jullie zullen voldoen aan de voorwaarden om God te dienen. Alleen onder zulke omstandigheden zullen jullie durven zeggen dat jullie Gods wil doen en Zijn opdracht vervullen, en alleen dan zullen jullie durven zeggen dat jullie God werkelijk dienen. Durf je, met het voorbeeld van Jezus, te zeggen dat je Gods vertrouweling bent? Durf je te zeggen dat je Gods wil doet? Durf je te zeggen dat je God werkelijk dient? Tegenwoordig begrijp je niet hoe je God moet dienen; durf je te zeggen dat je Gods vertrouweling bent? Als je zegt dat je God dient, is dat dan geen godslastering? Denk er eens over na: dien je God of dien je jezelf? Je dient Satan en toch zeg je koppig dat je God dient – is dat geen godslastering? Achter mijn rug om begeren veel mensen de zegen van een hoge status. Ze doen zich tegoed aan eten, slapen graag en besteden veel zorg aan het vlees; ze zijn altijd bang dat er voor het vlees geen uitweg is. In de kerk doen ze niet hun geëigende taak, ze klaplopen ten koste van de kerk of lezen anders hun broeders en zusters de les met mijn woorden en spelen de baas over anderen vanuit gezaghebbende functies. Deze mensen zeggen steeds dat ze Gods wil doen en Gods vertrouwelingen zijn – is dat niet absurd? Als je de juiste bedoelingen hebt, maar niet kunt dienen naar Gods wil, gedraag je je dwaas; maar als je bedoelingen niet goed zijn en je nog steeds zegt dat je God dient, dan ben je iemand die zich tegen God verzet en zou God je moeten straffen! Met zulke mensen heb ik geen medelijden! Ze klaplopen in het huis van God, begeren altijd de gemakken van het vlees en houden geen rekening met de belangen van God. Ze zoeken altijd wat goed voor hen is en schenken geen aandacht aan Gods wil. Ze aanvaarden niet het toezicht van Gods Geest in alles wat ze doen. Voortdurend intrigeren ze en misleiden ze hun broeders en zusters. Ze zijn achterbaks als een vos in een wijngaard die altijd druiven steelt en de wijngaard vertrapt. Kunnen zulke mensen Gods vertrouwelingen zijn? Ben je het waardig om Gods zegen te ontvangen? Je neemt geen last aan voor je leven en de kerk, ben je het dan waardig om Gods opdracht te ontvangen? Wie zou iemand als jij durven vertrouwen? Als je op deze manier dient, zou God je dan een grotere taak durven toevertrouwen? Zou dit geen vertragingen opleveren voor het werk?

Ik zeg dit zodat jullie kunnen weten aan welke voorwaarden moet worden voldaan om te dienen in harmonie met Gods wil. Als jullie je hart niet aan God geven, als jullie niet zoals Jezus heel zorgvuldig omgaan met Gods wil, dan kan God jullie niet vertrouwen en zal Hij uiteindelijk over jullie oordelen. Misschien koester je tegenwoordig, in je dienst aan God, steeds het voornemen om God te misleiden en ga je steeds op een plichtmatige manier met Hem om. Kortom, ongeacht al het andere: als je God bedriegt, zul je een meedogenloos oordeel ondergaan. Jullie moeten ervan profiteren dat jullie zojuist het juiste pad van dienst aan God zijn opgegaan om eerst jullie hart aan God te geven, met onverdeelde loyaliteit. Of je nu tegenover God of tegenover andere mensen staat, je hart moet altijd naar God gekeerd zijn en je moet het voornemen hebben om God lief te hebben zoals Jezus dat deed. Op deze manier zal God je vervolmaken, zodat je een dienaar van God wordt die naar Zijn hart is. Als je werkelijk wilt worden vervolmaakt door God, en als je wilt dat jouw dienst in harmonie is met Zijn wil, moet je je eerdere opvattingen over geloof in God veranderen en de oude manier waarop je God diende, veranderen, zodat God meer van je vervolmaakt. Zo zal God je niet in de steek laten en zul je net als Petrus in de voorhoede zitten van hen die God liefhebben. Als je nog steeds geen berouw toont, ga je een einde als dat van Judas tegemoet. Dit moet iedereen die in God gelooft, begrijpen.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Hoe te dienen in harmonie met Gods wil

Een deel van het materiaal uit deze video is afkomstig van:

De bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap. https://www.debijbel.nl

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren