Dagelijkse woorden van God: Intrede in het leven | Fragment 480

03 september 2020

Sommige mensen zeggen: “Paulus heeft enorm veel werk verzet. Hij heeft een zware last voor de kerk op zijn schouders genomen en er een grote bijdrage aan geleverd. De dertien brieven van Paulus beslaan de 2000 jaar van het Tijdperk van Genade, doen alleen onder voor de vier Evangeliën. Wie kan zich met hem meten? Niemand kan de Openbaring van Johannes ontcijferen, terwijl de brieven van Paulus leven brengen en de kerken baat hadden bij het werk dat hij deed. Wie zou dat anders hebben kunnen bereiken? En wat deed Petrus dan voor werk?” Als de mens anderen de maat neemt, is dat naar hun bijdrage. Als God de mens de maat neemt, is dat naar zijn aard. Van allen die het leven zoeken was Paulus een persoon die zijn eigen essentie niet kende. Hij was zeker niet nederig of gehoorzaam, en ook kende hij zijn eigen wezen niet, hetgeen lijnrecht tegenover Gods wil stond. En dus was hij iemand die geen gedetailleerde ervaringen had opgedaan, en was hij iemand die de waarheid niet in de praktijk bracht. Petrus was anders. Hij kende zijn onvolkomenheden, zijn zwakheden en zijn verdorven gezindheid als schepsel van God. Daarom had hij een pad van oefening om zijn gezindheid te veranderen. Hij behoorde niet tot de mensen die slechts een doctrine hadden, maar geen realiteit bezaten. Zij die veranderen, zijn nieuwe mensen die gered zijn. Zij zijn het die geschikt zijn om naar de waarheid op zoek te gaan. Mensen die onveranderlijk blijven, zijn van nature achterhaald; het zijn degenen die niet gered zijn, dat wil zeggen, die door God veracht en verworpen worden. Ze zullen niet door God herdacht worden, hoe groots hun werk ook is geweest. Als je dit met je eigen zoektocht vergelijkt, dan moet het duidelijk zijn of je uiteindelijk dezelfde soort persoon bent als Petrus of als Paulus. Als er nog steeds geen waarheid aanwezig is in wat je zoekt, en als je zelfs nu nog even arrogant en schaamteloos als Paulus bent, en nog net zo lichtvaardig jezelf ophemelt, dan ben je ongetwijfeld een ontaard, mislukt mens. Als je hetzelfde zoekt als Petrus, als je op zoek bent naar oefening en ware verandering, en niet arrogant of eigenzinnig bent maar je plicht wilt vervullen, dan ben je een schepsel van God dat kan overwinnen. Paulus kende zijn eigen wezen of verdorvenheid niet, laat staan dat hij zijn eigen ongehoorzaamheid kende. Hij maakte nooit gewag van zijn verachtelijk verzet tegen Christus, en hij had ook geen grote spijt. Hij gaf slechts een korte uitleg, en diep in zijn hart onderwierp hij zich niet helemaal aan God. Hoewel hij op weg naar Damascus viel, heeft hij niet diep in zichzelf gekeken. Hij vond het goed genoeg om gewoon door te werken, en beschouwde zelfkennis en zijn vroegere gezindheid veranderen niet als de meest cruciale zaken. Gewoon de waarheid spreken en voor anderen zorgen was voor hem voldoende balsem voor zijn geweten, en hij troostte zich dat hij de apostelen van Jezus niet meer achtervolgde en zichzelf zijn vroegere zonden had vergeven. Het doel dat hij nastreefde was slechts vluchtig werk en een kroon in de toekomst, het doel dat hij nastreefde was overvloedige genade. Hij was niet op zoek naar voldoende waarheid; hij hoefde niet dieper door te dringen tot de waarheid die hij voorheen niet had begrepen. En zo kun je zeggen dat zijn zelfkennis vals was en hij aanvaardde de tuchtiging of het oordeel niet. Het feit dat hij in staat was werk te doen, betekent nog niet dat hij kennis bezat van zijn eigen aard of wezen. Hij concentreerde zich uitsluitend op praktijken buiten zichzelf. Bovendien was hij uit op kennis, niet op verandering. Zijn werk kwam helemaal voort uit de verschijning van Jezus op weg naar Damascus. Het was niet iets dat hij zich oorspronkelijk had voorgenomen. Ook was het geen werk dat zich voordeed nadat hij het snoeien van zijn vroegere gezindheid had geaccepteerd. Hoe hij ook werkte, zijn vroegere gezindheid veranderde niet, dus deed hij met zijn werk geen boete voor zijn eerdere zonden. Het werk speelde slechts een bepaalde rol voor de kerken van die tijd. Iemand als hij, wiens vroegere gezindheid niet veranderde, dat wil zeggen, die geen redding ontving en zelfs meer zonder de waarheid ging, is zonder meer niet in staat een van de mensen die door de Heer Jezus aanvaard zijn te worden. Hij was niet vervuld van liefde en eerbied voor Jezus Christus en hij was ook niet erg bedreven in het zoeken naar de waarheid, en hij was al helemaal niet iemand die op zoek was naar het mysterie van de incarnatie. Hij was slechts iemand die zeer bedreven was in drogredenen en die zich niet wilde buigen voor hogergeplaatsten of voor hen die de waarheid bezaten. Hij was afgunstig tegenover mensen of waarheden die aan hem tegengesteld of hem vijandig waren en gaf de voorkeur aan getalenteerde mensen die een grote naam en diepgaande kennis vertegenwoordigden. Hij hield er niet van met arme mensen om te gaan die op zoek waren naar de ware weg en alleen maar om de waarheid gaven. In plaats daarvan hield hij zich bezig met notabelen uit de religieuze organisaties die slechts over doctrines praatten en overvloedige kennis bezaten. Hij hield niet van het nieuwe werk van de Heilige Geest en gaf niets om de beweging van het nieuwe werk van de Heilige Geest. In plaats daarvan gaf hij de voorkeur aan voorschriften en doctrines die boven algemene waarheden stonden. Met zijn natuurlijke essentie en het geheel van wat hij zocht, verdient hij het niet om een christen te worden genoemd die op zoek is naar de waarheid, laat staan een trouwe dienaar in het huis van God, want hij huichelde te veel en was te ongehoorzaam. Hoewel hij bekend staat als een dienaar van de Heer Jezus, was hij totaal ongeschikt om de poort van het hemelrijk binnen te gaan omdat zijn handelingen van het begin tot het einde niet rechtschapen genoemd kunnen worden. Hij kan slechts gezien worden als een huichelaar die zonden beging, maar toch ook voor Christus werkte. En hoewel hij niet kwaadaardig genoemd kan worden, past het heel goed hem een zondig man te noemen. Hij heeft veel werk verzet, maar moet niet worden beoordeeld op de hoeveelheid, maar alleen op de kwaliteit en de essentie van het werk. Alleen zo kun je tot de bodem van de zaak komen. Hij heeft altijd geloofd: ik ben in staat om te werken, ik ben beter dan de meeste anderen; als geen ander houd ik rekening met de last van de Heer en niemand heeft zo’n diep berouw als ik, want het grote licht scheen op mij en ik heb het grote licht aanschouwd; daarom is mijn berouw dieper dan dat van wie dan ook. Toentertijd was dat wat hij diep van binnen dacht. Aan het einde van zijn werk zei Paulus: “Ik heb de strijd gestreden, mijn weg is ten einde, en er is een kroon van rechtvaardigheid voor mij klaargelegd.” Zijn strijd, werk en weg waren helemaal ten behoeve van de kroon van rechtvaardigheid, en hij maakte niet actief gestage vorderingen. En hoewel hij zijn werk niet werktuigelijk uitvoerde, kun je wel zeggen dat hij zijn werk slechts deed om zijn fouten goed te maken, om de beschuldigingen door zijn geweten te compenseren. Hij hoopte slechts zijn werk af te krijgen, zijn weg tot een einde te brengen en zijn strijd zo spoedig mogelijk te strijden om des te eerder de hevig gewenste kroon van rechtvaardigheid te verkrijgen. Waar hij op hoopte was niet de Heer Jezus tegemoet te komen met zijn ervaringen en ware kennis, maar zijn werk zo snel mogelijk af te hebben zodat hij de beloning die hij had verdiend met zijn werk zou ontvangen als hij Jezus ontmoette. Hij gebruikte zijn werk om zichzelf te troosten en een deal te sluiten in ruil voor een toekomstige kroon. Hij was niet uit op de waarheid of op God, maar alleen op de kroon. Hoe kon zo’n streven aan de norm voldoen? Zijn motivatie, zijn werk, de prijs die hij betaalde en al zijn moeite – dat was allemaal doortrokken van zijn prachtige fantasieën en hij werkte geheel volgens zijn eigen verlangens. In de prijs die hij betaalde met zijn gehele werk kwam niet de minste bereidheid voor; hij had gewoon een deal gesloten. Hij deed niet bereidwillig zijn best om zijn plicht te vervullen, maar om het doel van de deal te bereiken. Hebben zulke inspanningen enige waarde? Wie zou zijn onreine inspanningen prijzen? Wie is er in zulke inspanningen geïnteresseerd? Zijn werk was vol dromen over de toekomst, vol fantastische plannen, en hield geen pad in waarlangs hij zijn menselijke gezindheid kon veranderen. Zoveel van zijn liefdadigheid was schijn. Zijn werk bracht geen leven maar bestond uit voorgewende beleefdheid; het was een deal. Hoe kan dergelijk werk de mens op het pad brengen naar het hervinden van zijn oorspronkelijke plicht?

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren