Dagelijkse woorden van God: Het blootleggen van de verdorvenheid van de mensheid | Fragment 342

23 augustus 2020

Ik ben onder jullie geweest en heb me meerdere lentes en herfsten met jullie ingelaten; ik heb een tijdlang onder jullie gewoond, en heb met jullie gewoond. Hoeveel van jullie verachtelijke gedrag is nota bene onder mijn ogen weggeglipt? Die welgemeende woorden van jullie weerklinken doorlopend in mijn oren; miljoen en miljoenen van jullie aspiraties zijn op mijn altaar geplaatst – te veel om zelfs maar te tellen. Maar wat betreft jullie toewijding en dat wat jullie besteden, jullie spenderen nog geen cent. Jullie plaatsen nog geen miniem drupje oprechtheid op mijn altaar. Waar zijn de vruchten van jullie geloof in mij? Jullie hebben eindeloze genade van mij ontvangen, en eindeloze mysteriën uit de hemel gezien; ik heb jullie zelfs de vlammen van de hemel laten zien, maar ik heb het niet over mijn hart kunnen verkrijgen om jullie te verbranden. Niettemin, hoeveel hebben jullie mij in ruil gegeven? Hoeveel zijn jullie bereid mij te geven? Je houdt het voedsel dat ik je heb gegeven in de hand, draait je om en offert het aan mij, en je gaat zelfs zo ver dat je zegt dat het iets was wat je kreeg in ruil voor het zweet van je eigen harde werk, en dat je me alles offert wat je bezit. Hoe kun je niet weten dat jouw ‘bijdragen’ aan mij allemaal alleen maar dingen zijn die van mijn altaar zijn gestolen? Bovendien, nu je ze aan mij offert, ben je me niet aan het oplichten? Hoe kun je niet weten dat wat ik tegenwoordig geniet, bestaat uit alle offeranden op mijn altaar; niet uit dat wat jij met je harde werk hebt verdiend en vervolgens aan mij hebt geofferd? Jullie durven me nota bene op deze manier op te lichten; hoe kan ik jullie dan vergeven? Hoe kunnen jullie van me verwachten dat ik dit nog langer verdraag? Ik heb jullie alles gegeven. Ik heb alles voor jullie geopend, in jullie behoeften voorzien en jullie de ogen geopend, en toch lichten jullie me op deze manier op en negeren jullie je geweten. Onbaatzuchtig heb ik jullie alles geschonken zodat jullie, ook al lijden jullie, nog altijd alles van me hebben gewonnen wat ik uit de hemel heb meegenomen. Ondanks dat hebben jullie geen enkele toewijding, en zelfs als jullie een kleine bijdrage hebben geleverd, proberen jullie achteraf met mij ‘de rekening te vereffenen’. Zal je bijdrage niet op niets neerkomen? Wat je me hebt gegeven, is maar een korreltje zand, en niettemin heb je een ton goud van me gevraagd. Ben je niet gewoon onredelijk? Ik werk te midden van jullie. Er is geen enkel spoor van de tien procent die ik zou moeten krijgen, laat staan van enige bijkomende offers. Bovendien worden die tien procent die de vromen bijdragen in beslag genomen door de boosaardigen. Zijn jullie niet allemaal uit mijn buurt verspreid? Staan jullie niet allemaal vijandig tegenover mij? Zijn jullie niet allemaal mijn altaar aan het kapotmaken? Hoe zouden zulke mensen in mijn ogen als schatten kunnen worden gezien? Zijn zij niet de zwijnen en honden die ik veracht? Hoe zou ik naar jullie slechte daden kunnen verwijzen als schatten? Voor wie wordt mijn werk eigenlijk gedaan? Zou het zo kunnen zijn dat het doel ervan alleen maar is om jullie allemaal neer te slaan om mijn gezag te onthullen? Hangen jullie levens niet allemaal af van een enkel woord van mij? Waarom is het zo dat ik alleen woorden gebruik om jullie te onderrichten, en heb ik geen woorden in feiten veranderd om jullie zo gauw als ik kon neer te slaan? Is het doel van mijn woorden en werk alleen maar om de mensheid neer te slaan? Ben ik een God die de onschuldigen willekeurig doodt? Hoeveel van jullie verschijnen op dit precieze moment voor mij met jullie hele wezen om het juiste pad van het menselijk leven te zoeken? Het zijn alleen jullie lichamen die zich voor mij bevinden; jullie harten zijn nog steeds op de vlucht en zijn heel ver weg van mij. Omdat jullie niet weten wat mijn werk in feite is, wil een aantal van jullie van mij vertrekken en zich van mij verwijderen, hopend om in plaats daarvan in een paradijs zonder tuchtiging of oordeel te leven. Is dit niet wat mensen in hun hart wensen? Ik probeer je beslist niet te dwingen. Welk pad je ook maar neemt, is je eigen keuze. Het tegenwoordige pad is er een dat vergezeld gaat van oordeel en vervloekingen, maar jullie moeten allemaal weten dat alles wat ik jullie heb geschonken – of het nu oordelen of tuchtigingen zijn – de beste gaven zijn die ik jullie kan schenken, en het zijn allemaal dingen die jullie dringend nodig hebben.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Jullie zijn allemaal zo laag van karakter!

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren