Dagelijkse woorden van God: Het blootleggen van de verdorvenheid van de mensheid | Fragment 370

31 augustus 2020

De mens leeft te midden van het licht, niettemin beseft hij niet hoe kostbaar het licht is. Hij weet niets over de essentie van het licht en de bron van het licht, en daarnaast weet hij niet wie het toebehoort. Wanneer ik het licht schenk aan de mens, onderzoek ik onmiddellijk de omstandigheden onder de mensheid: Dankzij het licht zijn alle mensen aan het veranderen, groeien ze en hebben ze de duisternis verlaten. Ik kijk in elke hoek van het universum, en zie dat de bergen opgeslokt zijn in mist, dat de wateren bevroren zijn in de kou en dat vanwege de komst van het licht de mensen in de richting van het oosten kijken opdat zij iets nog kostbaarders mogen ontdekken, de mens blijft echter incapabel om een duidelijke richting te zien te midden van de nevel. Omdat de hele wereld onder een deken van mist ligt wordt mijn bestaan, wanneer ik vanuit de wolken omlaag kijk, nooit door de mens ontdekt; de mens is ergens naar op zoek op aarde, hij schijnt te foerageren, hij is kennelijk van plan mijn aankomst af te wachten maar hij weet niet wanneer dat zal zijn, en het enige wat hij kan doen is vaak naar het lichtschijnsel in het oosten kijken. Onder alle volkeren zoek ik degenen die waarlijk naar mijn eigen hart zijn. Ik wandel tussen alle volkeren, en woon tussen alle volkeren, maar de mens is veilig en wel op aarde, en aldus zijn er geen die echt naar mijn eigen hart zijn. De mensen weten niet hoe ze zich om mijn wil moeten bekommeren, ze kunnen mijn daden niet zien, en ze kunnen zich niet door het licht voortbewegen en door het licht beschenen worden. Alhoewel de mens mijn woorden immer koestert, is hij onmachtig de bedrieglijke listen van Satan te doorzien; omdat de mens te klein van gestalte is, is hij onmachtig te doen wat zijn hart hem ingeeft. De mens heeft nooit oprecht van mij gehouden. Wanneer ik hem verhoog voelt hij zich onwaardig, maar daardoor wil hij nog niet proberen mij tevreden te stellen. Hij houdt enkel de status vast die ik hem in handen gegeven heb en onderzoekt deze; ongevoelig voor mijn lieflijkheid blijft hij zich liever hardnekkig volproppen met de zegeningen van zijn status. Is dit niet de onvolkomenheid van de mens? Als de bergen zich verplaatsen, zouden zij een omweg kunnen maken omwille van jouw status? Wanneer de wateren stromen, kunnen zij voor jouw status tot stilstand komen? Zouden de hemelen en de aarde door jouw status teruggedraaid kunnen worden? Ik was eens genadig tegenover de mens, alsmaar weer, maar niemand koestert dit of schat dit op waarde, ze luisterden er alleen maar naar als naar een verhaal, of lazen het als een roman. Raken mijn woorden echt het hart van de mens niet? Hebben mijn uitspraken dan echt geen invloed? Zou het kunnen dat niemand in mijn bestaan gelooft? De mens houdt niet van zichzelf; in plaats daarvan verenigt hij zich met Satan om mij aan te vallen, en gebruikt Satan als een ‘troef’ om mij mee te dienen. Ik zal door alle bedrieglijke listen van Satan heen prikken, en de mensen van de aarde er van weerhouden de bedriegerij van Satan te accepteren, zodat zij zich niet tegen mij verzetten vanwege het bestaan van Satan.

Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods woorden aan het hele universum, hfst. 22

Meer bekijken

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Geef een reactie

Delen

Annuleren