Couplet 1

Wat zoek ik in mijn geloof?

Nu ben ik ontwaakt, maar

vroeger geloofde ik alleen maar in de Heer voor Zijn zegen.

Ik genoot begerig van Gods genade.

Maar oordeel ontwaakte mijn hart.

Couplet 2

In gebed zei ik alles juist,

maar in werkelijkheid deed ik wat ik wilde.

Wat ik deed voor God was voor mijn toekomst en lot.

De waarheid heb ik niet beoefend.

Maar oordeel ontwaakte mijn hart.

Voor-refrein 1

maar in mijn hart was ik leeg, niet gevuld.

Mijn verdorven gezindheid was niet gereinigd.

Hoe kon ik Gods wil uitvoeren?

Refrein

Gods woord is als een tweesnijdend zwaard,

dat mijn hart en geest doorboort.

Ik heb veel verduurd door beproevingen en loutering,

mijn verdorvenheid wordt gezuiverd.

Ik heb Gods liefde geproefd en ben vastbesloten

om altijd de waarheid te zoeken.

Ik vervul plichtsgetrouw mijn plicht aan God,

betaal Zijn liefde terug en ben Zijn getuige.

Couplet 3

In geloof genoot ik van Gods genade,

wat niet betekent dat ik leven kreeg.

Zonder waarheid kan ik de realiteit niet naleven,

ik loog als ik zei dat ik van God hield,

Maar oordeel ontwaakte mijn hart.

Couplet 4

Ongeacht hoe vroom en hoeveel goeds ik deed,

ik was een grote huichelaar.

Ik gooide het op een akkoord met God,

bedroog en bevocht Hem werkelijk.

Maar oordeel ontwaakte mijn hart.

Voor-refrein 2

Ik heb Zijn oordeel en zuivering nodig.

Ik ben geoordeeld voor Christus' zetel.

En mijn hart is nu ontwaakt.

Refrein

Gods woord is als een tweesnijdend zwaard,

dat mijn hart en geest doorboort.

Ik heb veel verduurd door beproevingen en loutering,

mijn verdorvenheid wordt gezuiverd.

Ik heb Gods liefde geproefd en ben vastbesloten

om altijd de waarheid te zoeken.

Ik vervul plichtsgetrouw mijn plicht aan God,

betaal Zijn liefde terug en ben Zijn getuige.