Over Gods bestuurlijke decreten in het Tijdperk van het Koninkrijk

Laten we in de eerste plaats praten over wat bestuurlijke decreten zijn en wat de definitie van bestuurlijke decreten is. Dat is iets wat moet worden begrepen. Sommige mensen die de term “bestuurlijke decreten” horen, vragen zich af: “Wat is de betekenis van bestuurlijke decreten? Zijn het juridische statuten? Zijn het regels? Vormen ze een systeem? Voorschriften van een bepaalde groep? Zijn het geboden? Wat wordt er in hemelsnaam mee bedoeld?” Mensen begrijpen het niet. Niemand begrijpt precies wat bestuurlijke decreten zijn of hoe ze werken. Hoewel mensen vaak zeggen: “God heeft Zijn bestuurlijke decreten. Als je ongehoorzaam bent, zal God die decreten gebruiken om je in toom te houden en je te straffen.” Ze spuien de woorden “bestuurlijke decreten” zonder hun essentiële betekenis te begrijpen. Dus wat precies zijn bestuurlijke decreten? Ze zijn een klasse van woorden die door God zijn uiteengezet en die de aard en de verdorven gezindheden van mensen aan de orde stellen om hen in toom te houden. Bestuurlijke decreten zijn geen wetten of juridische statuten. Ze zijn ook niet te vergelijken met de instellingen van de mensenwereld. Ze zijn een door God gedefinieerde set maatstaven bedoeld om het gedrag van mensen in toom te houden. De details van bestuurlijke decreten behandelen hoe je God moet vrezen, hoe je God moet aanbidden, hoe je God moet gehoorzamen, hoe je moet handelen als een geschapen wezen, hoe je moet handelen als een persoon, hoe je moet getuigen van God en hoe je kunt voorkomen dat je Gods naam te schande maakt. De details van Gods bestuurlijke decreten behandelen veel dingen. Sommige mensen zeggen: “De Geest van God kan dingen doen. Hij kan mensen straffen en iedere persoon geven wat ze verdienen. God heeft ook de waarheid uitgesproken om alle mensen te leiden. Waarom moeten er dan bestuurlijke decreten zijn?” De waarheid gaat over het binnengaan van mensen in het leven en het begrip dat mensen hebben van verdorven gezindheden. Bestuurlijke decreten zijn duidelijk omschreven bepalingen. Wat je gesteldheid ook is, wat voor persoon je ook bent, als je gelooft in God moet je alles doen wat wordt bepaald in de bestuurlijke decreten binnen in Gods huis. Als je dat niet kunt, zal je naam worden doorgehaald en ben je in de ogen van God iemand die veracht en verworpen dient te worden. De bestuurlijke decreten zijn in werkelijkheid de absoluut minimum vereiste handelingen voor gelovigen in God, zoals hoe de Israëlieten Jehova aanbaden met offers en zich aan de sabbat hielden. Het was in het Tijdperk van de Wet dat Jehova bepaald werk deed, veel woorden sprak en talloze wetten uitvaardigde. Die wetten bevatten natuurlijk veel dat de mens moet doen: bijvoorbeeld hoe ze Jehova moeten aanbidden of hoe ze offers moeten brengen aan Jehova, tienden moeten afdragen, offerandes moeten brengen enzovoort. Toen werden dat wetten genoemd en in het Tijdperk van Genade werden soortgelijke bepalingen de geboden genoemd en waren alle mensen verplicht om die te gehoorzamen. Nu, in het Tijdperk van het Koninkrijk, in deze fase van het werk van de laatste dagen, zijn de geboden van een nieuw tijdperk uitgedrukt en ze worden nu bestuurlijke decreten genoemd. In het Tijdperk van het Koninkrijk maken die geboden deel uit van de bestuurlijke decreten. De geboden van het Tijdperk van Genade kunnen nu echter niet dienen als bestuurlijke decreten, want Gods eisen aan de mens zijn in elk tijdperk anders.

Elk tijdperk heeft geboden en elk tijdperk heeft Gods eisen en maatstaven voor de mens, maatstaven die veranderen naargelang de veranderingen in het tijdperk en de vereisten van Gods werk. Het zou ongepast zijn om enkele van de wetten van het Tijdperk van de Wet nu te gebruiken, maar natuurlijk zijn andere nog steeds geschikt. De meeste van de geboden waarover Jezus sprak in het Tijdperk van Genade zijn geschikt voor het heden, terwijl andere dat niet zijn. Sommige mensen zeggen: “Eer je vader en moeder, zondig niet, pleeg geen overspel, aanbid geen idolen… Hoe kunnen deze niet geschikt zijn?” Ik heb het over slechts enkele geboden. Voor geboden zoals “Eer je vader en moeder” hangt het af van de omstandigheden, dus krijg niet het verkeerde idee. Sommige dwaze mensen zeggen: “God zei dat de wetten en geboden die eerder kwamen allemaal zijn afgeschaft. Slechts enkele kunnen nog worden gebruikt.” Je moet dit begrip niet doorgeven. Het verspreiden van een dergelijke boodschap is een fout en werkt ontwrichtend. Het is een verkeerde interpretatie van Gods woorden. Degenen die Gods woorden verkeerd interpreteren, beledigen Zijn gezindheid, en degenen die Zijn gezindheid beledigen, zijn demonen. Ongeacht de tijd moet je je houden aan het minimum dat vereist is voor het fatsoen van een heilige. Dat is in ieder geval vereist om een menselijke gelijkenis te hebben. Die wetten en geboden werden allemaal gecreëerd volgens hun eigentijdse tijdperk en context, en volgens het eigentijdse werk en de behoeften van de mens. In dit huidige tijdperk heeft God meer woorden gesproken en mensen meer regels gegeven om hen in toom te houden. Dat wil zeggen dat Hij hun maatstaven heeft gegeven, zoals hoe ze in God moeten geloven, wat ze wel en niet moeten doen als onderdeel van hun geloof in God enzovoort. In het Tijdperk van Genade zei Jezus: “Ik ben niet gekomen om de wet af te schaffen, maar om deze te vervullen.” Toch schafte Hij later veel wetten af. Die wetten waren niet gepast voor dat tijdperk, ze waren niet geschikt voor het werk van die tijd en ze pasten niet in de omgeving van die tijd, dus Hij schafte ze af. Nu is de behoefte aan afschaffing van die wetten natuurlijk nog groter. Zo moeten in het nieuwe tijdperk ook enkele geboden uit het Nieuwe Testament worden afgeschaft terwijl andere behouden moeten blijven, want de omgeving van het huidige werk is anders en wat mensen nodig hebben, is anders. Elke fase van werk is hoger dan de vorige. Enkele dwaze mensen zeggen: “De Heer Jezus zei dat Hij was gekomen om de wet te vervullen, dus waarom besloot Hij om zo veel wetten af te schaffen en te elimineren? Waarom schonden Zijn daden de wet?” Zijn afschaffing was in feite een vervulling. Dat was omdat het werk dat Hij deed een dergelijk resultaat bereikte, dus het was niet langer nodig om die wetten na te leven. Zo was het na het zoenoffer van Jezus ook niet meer nodig om zoenoffers te doen volgens die wet, want het werk van God volgt geen regels. Bepaalde wetten en geboden kunnen worden afgeschaft en in plaats daarvan kan nieuw werk worden gebruikt. Als jullie de boodschap zouden verspreiden dat alle eerdere geboden zijn afgeschaft omdat ze niet langer nuttig zijn, zou dat absurd zijn. Nu heeft God bestuurlijke decreten uitgevaardigd die passen bij de gesteldheden en behoeften van de mensheid. Sommige mensen vragen: “Waarom vaardigt God bestuurlijke decreten uit in elk tijdperk? Het is al eerder gebeurd, mensen zijn zich ervan bewust en we doen wat er wordt gevraagd. Dat zou voldoende moeten zijn. Waarom telkens nieuwe uitvaardigen?” Zou het mogelijk zijn om geen bestuurlijke decreten uit te vaardigen nu mensen zo verdorven zijn? Alle mensen hebben verdorven gezindheden. Kunnen mensen God gehoorzamen terwijl ze worden beheerst door hun verdorven aard? Je kunt niet beweren dat zodra mensen geloof in God verwerven en de geboden kunnen uitvoeren en gehoorzamen, ze heilig en rechtvaardig zijn geworden. Zo werkt het niet. Mensen hebben verdorven gezindheden en leven altijd te midden van die verdorven gezindheden, dus er is altijd een noodzaak voor overeenkomstige bestuurlijke decreten om hun gedrag in toom te houden. Als mensen deze bestuurlijke decreten werkelijk overtreden, kunnen ze worden gedisciplineerd, beperkingen opgelegd krijgen of worden verdreven en verstoten. Er zijn allerlei soorten consequenties. In het Tijdperk van de Wet en het Tijdperk van Genade waren er wetten en geboden. Nu, in het Tijdperk van het Koninkrijk, moeten er naast geboden bestuurlijke decreten zijn. Dus wat zijn de belangrijkste bestuurlijke decreten van het Tijdperk van het Koninkrijk? Dat zijn er tien.

1. De mens moet zichzelf niet groter maken of verheerlijken. Hij moet God aanbidden en verheerlijken.

“De mens moet zichzelf niet groter maken of verheerlijken. Hij moet God aanbidden en verheerlijken.” Deze vier dingen hebben in feite betrekking op één kwestie: als ze spreken, moeten mensen een menselijke positie innemen en mogen ze niet over zichzelf opscheppen. Schep niet op over hoe goed je een bepaalde kerk hebt geleid, schep niet op dat de kerk van jou is en schep niet op dat God je gebruikt en bijzonder goed voor je is. Spui geen dingen zoals: “God at met ons en sprak met ons.” Zulke dingen komen niet overeen met de werkelijkheid. God behandelt al Zijn uitverkorenen hetzelfde. Zolang een persoon niet is ontmaskerd en verstoten, heeft God dezelfde houding tegenover iedereen. Als God met je over de waarheid heeft gecommuniceerd, bewijst dat niet dat je beter bent dan anderen. Het is gewoon toevallig zo gebeurd. Wat is dan een redelijk iets om te zeggen? Als je niet kunt communiceren over de waarheid en als je niet in staat bent om je broeders en zusters leven te geven, dan moet je aan introspectie doen en jezelf kennen, jezelf analyseren, kunnen zeggen wat in je hart zit, jezelf openstellen en jezelf blootgeven tegenover iedereen. Dat in praktijk brengen levert resultaten op. Je openstellen is niet hetzelfde als jezelf rechtvaardigen. Het wil zeggen dat je de onjuiste motieven en ideeën door iedereen samen laat analyseren, zodat anderen er ook van kunnen profiteren. Op die manier verheerlijk je jezelf niet. Als je jezelf correct behandelt en je juiste plaats inneemt, dat wil zeggen, als je je eigen motieven opzij kunt zetten en kunt analyseren, de smerige dingen binnen in je bloot kunt leggen en op die manier jezelf kunt ontmaskeren, laat dat zien dat je de juiste positie inneemt. Ik heb gemerkt dat veel leiders alleen in staat zijn om mensen de les te lezen en uit de hoogte tegen anderen te preken, en dat ze niet met anderen als gelijken kunnen communiceren. Ze zijn niet in staat om normaal met mensen om te gaan. Als sommige mensen spreken, is het alsof ze altijd een speech afsteken of verslag uitbrengen. Hun woorden zijn altijd alleen gericht op de gesteldheden van andere mensen, maar ze geven zichzelf nooit bloot. Ze analyseren nooit hun eigen verdorven gezindheden. In plaats daarvan analyseren ze alleen de kwesties van andere mensen om deze als voorbeeld te gebruiken, zodat iedereen er weet van heeft. Waarom doen ze dat? Waarom steken ze preken af en zeggen ze zulke dingen? Het bewijst dat ze helemaal geen kennis hebben van zichzelf, dat ze te zeer verstoken zijn van verstand, en dat ze te arrogant en verwaand zijn. Ze denken dat hun vermogen om de verdorven gezindheden van anderen te herkennen bewijst dat ze boven anderen staan, dat ze mensen en dingen beter kunnen onderscheiden dan anderen en dat ze minder verdorven zijn dan andere mensen. Ze kunnen anderen analyseren en de les lezen, maar ze geven zichzelf niet bloot, ze ontmaskeren of analyseren hun eigen verdorven gezindheden niet, ze laten hun ware gezicht niet zien en ze zeggen niets over hun eigen motieven. Ze lezen alleen andere mensen de les omdat ze zich ongepast gedragen. Dat is zelfvergroting en zelfverheerlijking. Hoe kun je een leider zijn en toch zo onredelijk moeilijk zijn? Waarom, sinds je leider van een kerk bent, berisp je af en toe anderen, gedraag je je willekeurig en doe je wat je wilt? Waarom denk je nooit na over de gevolgen van je woorden, over je eigen identiteit? Waarom gedraag je je zo? Dat komt omdat je je eigen status en identiteit niet kent, ook al ben je een leider. Dat je een leider bent geworden, wil enkel zeggen dat je bent verheven en een kans hebt gekregen om te praktiseren. Het is niet gebeurd omdat je meer werkelijkheid dan anderen bezit of omdat je beter bent dan anderen. In feite ben je hetzelfde als alle anderen. Niemand bezit werkelijkheid en in sommige opzichten ben je zelfs meer verdorven dan anderen. Dus waarom zorg je zo onredelijk voor problemen, en lees je anderen willekeurig de les, hekel en beperk je hen? Waarom dwing je anderen om naar je te luisteren, zelfs als je het mis hebt? Wat bewijst dat? Dat bewijst dat je de verkeerde positie inneemt. Je werkt niet vanuit de positie van een mens. Je doet je werk vanuit Gods positie, vanuit een positie boven anderen. Als wat je zegt correct is en overeenkomt met de waarheid, kunnen anderen naar je luisteren. In dat geval is het aanvaardbaar. Maar wanneer je het mis hebt, waarom dwing je anderen om naar je te luisteren? Heb je gezag? Ben je oppermachtig? Ben je de waarheid? Als sommige mensen naar een plek gaan om het evangelie te prediken en de mensen daar zien en hun levensomstandigheden zijn niet naar hun smaak, krijgen ze een hekel aan die plek en willen ze ergens anders heen gaan. Een andere persoon kan tegen hen zeggen: “Iemand moet hier het evangelie prediken. Je vertraagt het werk als je gaat.” Maar ze luisteren niet en willen nog steeds vertrekken. Ze zeggen: “Waarom blijf jij dan niet? Ik moet gaan. Jullie moeten naar me luisteren en leren om te gehoorzamen.” Ze vertragen liever het werk van de kerk om hun eigen zin door te drijven en een plek te kiezen die ze fijn vinden. Ze doen wat ze willen en eisen dat anderen doen wat ze zeggen. Loven ze niet zichzelf? Verheerlijken ze niet zichzelf? Zijn het geen arrogante mensen? In hun plicht volgen ze zo veel mogelijk hun eigen voorkeuren zonder ook maar een beetje de waarheid te beoefenen. Dus als ze mensen leiden, vragen ze niet dat die mensen de waarheid praktiseren. In plaats daarvan eisen ze dat anderen luisteren naar wat ze zeggen en hun wegen te volgen. Betekent dat niet dat ze mensen vragen om hen te behandelen als God en hen te gehoorzamen als God? Bezitten zij de waarheid? Ze zijn verstoken van de waarheid en vervuld van de gezindheid van Satan, en ze zijn demonisch. Dus waarom vragen ze mensen nog steeds om hen te gehoorzamen? Looft zo iemand niet zichzelf? Verheerlijken ze niet zichzelf? Kunnen zulke individuen mensen voor God brengen? Kunnen ze mensen God laten vereren? Zij zijn degene die ze willen dat mensen gehoorzamen. Als ze zo werken, leiden ze mensen dan echt om de werkelijkheden van de waarheid binnen te gaan? Doen ze echt werk dat God hun heeft toevertrouwd? Nee, ze proberen hun eigen koninkrijk te vestigen. Ze willen God zijn, en ze willen dat mensen hen behandelen als God en hen gehoorzamen als God. Zijn zij geen antichristen? Antichristen hebben altijd al zo gehandeld; hoezeer ze het werk van de kerk ook vertragen of het binnengaan in het leven van Gods uitverkorenen ook belemmeren of schaden, iedereen moet hen gehoorzamen en naar hen luisteren. Is dat niet de aard van demonen? Is dat niet de gezindheid van Satan? Zulke mensen zijn levende demonen in mensengedaante. Ze kunnen menselijke gezichten hebben, maar binnen in hen is alles demonisch. Alles wat ze zeggen en doen, is demonisch. Niets wat ze doen, stemt overeen met de waarheid, niets ervan is wat mensen met verstand doen, dus er kan geen twijfel zijn dat dit de daden van demonen, Satan en antichristen zijn. Jullie moeten dat duidelijk kunnen onderscheiden. Dus als jullie handelen, spreken en met anderen omgaan, bij alles wat jullie doen in het leven, moeten jullie dit decreet in je hart houden: “De mens moet zichzelf niet groter maken of verheerlijken. Hij moet God aanbidden en verheerlijken.” Op die manier worden mensen begrensd en zullen ze niet zover gaan dat ze Gods gezindheid beledigen. Dit bestuurlijke decreet is cruciaal en jullie moeten er allemaal goed over nadenken wat dit bestuurlijke decreet betekent, waarom God dit van de mensheid eist en wat Hij wil bereiken. Overweeg het zorgvuldig. Laat het niet simpelweg het ene oor in en het andere oor uit gaan. Dit zal heel nuttig voor jullie zijn.

2. Doe alles wat Gods werk ten goede komt, en niets wat de belangen van Gods werk schaadt. Verdedig Gods naam, Gods getuigenis en Gods werk.

Je hoort alles wat betrekking heeft op de belangen van het huis van God, of wat het werk van Gods huis en de naam van God betreft, hoog te houden en er verantwoordelijkheid voor te nemen. Ieder van jullie heeft deze verantwoordelijkheid en verplichting, en dit is wat jullie moeten doen.

3. Het geld, materiële objecten en alle eigendommen in Gods huishouden zijn offerandes die door de mens gegeven moeten worden. Niemand mag van deze offerandes genieten, behalve de priesters en God, want de offerandes van de mens zijn voor het genot van God, God deelt deze offerandes alleen met de priesters; niemand anders is bevoegd of heeft het recht om ook maar van enig deel te genieten. Alle offerandes van de mens (inclusief geld en materiële dingen waarvan genoten kan worden) worden aan God geschonken, niet aan de mens, en dus zou de mens er niet van moeten genieten; als de mens dat zou doen, betekent het dat hij offerandes steelt. Ieder die dat doet, is een Judas, want behalve dat hij een verrader was, deed Judas ook een greep in de geldbuidel.

Ik moet deze woorden uitleggen. Als ik dat niet doe, zijn er bepaalde mensen die zo schaamteloos en koppig zijn dat ze offerandes zullen stelen. Momenteel zitten alle leiders en werkers op alle niveaus in de kerk tijdelijk in een proeftijd. Degenen die geschikt zijn, zullen blijven worden gebruikt, maar de ongeschikten zullen worden ontslagen of verstoten. Die posities staan niet vast. Denk niet dat je positie van leider of werker vaststaat en dat je nooit zult worden ontslagen of verstoten. Geef je niet over aan deze misvatting. Dit is een buitensporig verlangen. De priester is geen normale leider. Hij heeft het recht en de bevoegdheid om God direct te dienen. Hij heeft dat recht en die bevoegdheid natuurlijk gekregen van God, net zoals de priesters in het Tijdperk van de Wet. Zij konden de tempel binnengaan, maar anderen niet. Zij konden de offerandes eten, maar anderen niet. Wat voor persoon is een priester nu, in het Tijdperk van het Koninkrijk? Een persoon die in het verleden bekend zou staan als een priester wordt nu iemand genoemd die wordt gebruikt door de Heilige Geest. Dus beschrijft dat jullie? Jullie zijn helemaal geen priesters! Een priester is iemand die wordt gebruikt door de Heilige Geest en niemand anders behalve een dergelijke persoon mag van de offerandes genieten. Niemand ander is waardig. Als je beweert dat je waardig bent, beweer je dat uit eigen beweging. Je zult geen toestemming krijgen om van de offerandes te genieten. Ze zijn niet voor jou bedoeld.

Ik zal meer spreken over jullie situatie. Voor mensen zoals jullie, leiders en werkers die specifiek werk doen in de kerken, kan de kerk je reiskosten vergoeden, maar de kerk is niet verantwoordelijk voor jullie dagelijkse behoeften. Je geloof in God en inspanning voor God is vrijwillig. Als je zegt: “Ik doe dit niet vrijwillig. Het werd geregeld door Gods huis”, dan kun je gaan. Sommige mensen zeggen: “God riep me, God wilde me gebruiken, dus ik kwam. Ik kwam niet vrijwillig.” In dat geval heb ik je nu niet nodig. Je kunt gaan. Ik dwing mensen nooit. Zelfs als je hier vrijwillig bent, of je mag blijven, hangt af van je bevoegdheden. Als je onbevoegd bent, zul je niet worden gebruikt. Iemand anders kan worden gevonden om je plek in te nemen. Gods huis gebruikt mensen volgens dat principe. Er zijn geen speciale uitzonderingen. Het geld van Gods huis wordt uitgegeven aan het werk ervan. Het is niet bedoeld om het leven van individuele mensen te ondersteunen en het is niet bedoeld voor het persoonlijke genot van mensen.

4. De mens heeft een verdorven gezindheid en is bovendien bezeten van emoties. Daarom is het absoluut verboden dat twee personen van verschillend geslacht zonder toezicht samenwerken bij het dienen van God. Ieder die daarop wordt betrapt, zal, zonder uitzondering, worden verbannen.

Sommigen broeders staan erop om slechts met zusters te communiceren, en zelfs dat ze dat alleen doen. Ze stellen zich open voor de zusters wanneer ze met hen communiceren, maar ze weigeren om dit met iemand anders te doen. Deze mensen deugen niet! Sommige zusters communiceren niet met andere zusters en stellen zich nooit open voor hen, maar zoeken uitsluitend broeders op om mee te communiceren. Wat voor mensen zijn dit? Is er niet één enkele zuster die je kan steunen? Is er niet één enkele zuster die met jou wil communiceren? Verachten ze je allemaal? Is niemand goed genoeg voor je? Kun je alleen maar opschieten met broeders? Ik denk dat je andere beweegredenen hebt! Er zijn mensen die altijd met het andere geslacht flirten. Dat is gevaarlijk. Je moet jezelf beheersen, inzicht ontwikkelen en verstand gebruiken. Mensen hebben verdorven gezindheden, dus geef je niet over aan losbandigheid. Je moet jezelf beheersen en op die manier zal je gedrag verbeteren. Zonder zelfbeheersing en zonder vrees voor God worden mensen volkomen zedeloos. Zodra ze de bestuurlijke decreten schenden, zijn de gevolgen ernstig, dus ze moeten dit bestuurlijke decreet altijd onthouden.

5. Vel geen oordeel over God, en spreek niet oppervlakkig over zaken die met God te maken hebben. Doe wat de mens hoort te doen, en spreek zoals de mens hoort te spreken, ga niet over je limiet heen en overschrijd je grenzen niet. Bewaak je eigen tong en wees voorzichtig waar je je voeten neerzet om te vermijden dat je iets doet wat Gods gezindheid beledigt.

6. Doe wat de mens hoort te doen, kom je verplichtingen na, kom je verantwoordelijkheden na en houd je aan je plicht. Omdat je in God gelooft, moet je een bijdrage leveren aan Gods werk; als je dat niet doet, ben je ongeschikt om de woorden van God te eten en te drinken, en ongeschikt om in Gods huishouden te wonen.

Decreet Zes heeft betrekking op de plichten van mensen. Ongeacht je eerdere binnengaan in het leven of hoe je persoonlijke streven zich heeft ontwikkeld, en ongeacht je kaliber of menselijkheid, zolang het werk van de kerk van je eist dat je iets doet, moet je dat doen, hoe moeilijk of zwaar het ook is. Als je het niet doet, ben je ongeschikt om in het huis van God te blijven. Gods huis geeft geen gratis kost en inwoning, en herbergt geen schavuiten! Als iemand niet de waarheid nastreeft, moeten ze op zijn minst een dienstdoener kunnen zijn. Als ze geen enkele dienst willen verrichten of zich minimaal inspannen enkel om iets te kunnen eten, moeten ze worden verwijderd, moeten hun boeken van Gods woorden worden teruggenomen en moeten ze worden behandeld als niet-gelovigen. Op zijn minst moeten mensen oprecht in God geloven, God een beetje vrezen in hun hart en laten zien dat ze God aanbidden om waardig te zijn om in Gods huis te blijven. Gods huis vraagt niet veel van mensen. Zolang mensen een geweten en verstand hebben, de waarheid kunnen begrijpen en aanvaarden, en verantwoordelijk kunnen zijn in hun plicht, is dat genoeg. Op zijn minst moeten je gedrag en de manier waarop je handelt aanvaardbaar zijn. Je moet God een klein beetje vrezen in je hart en je moet Hem enigszins gehoorzamen. Als je zelfs dat niet kunt doen, dan moet je zo snel mogelijk terug naar huis gaan en niet langer in Gods huis aanmodderen. Als je weigert om zelfs de kleinste plicht te doen en slechts wilt klaplopen in Gods huis, ben je dan iemand die oprecht gelooft in God? Naar mijn mening is een dergelijke persoon een niet-gelovige, niets anders dan een ongelovige. Ze zijn walgelijk om te zien! Als je in God wilt geloven, doe het dan goed of doe het helemaal niet. Geloof in God is vrijwillig. Niemand dwingt je. Als je dat kleine beetje niet kunt begrijpen, wat valt er dan nog te zeggen over geloof in God? Gods huis wil niet verspillen. De kerk is geen bergingsstation. Degenen die de waarheid niet eens een heel klein beetje aanvaarden, zullen worden verstoten en verwijderd! De waarheid heerst in Gods huis. Als iemand iets onzinnigs probeert, of voor ontwrichting of verstoring zorgt, moeten ze worden verwijderd en volledig worden verstoten.

7. Bij werk en kerkzaken moet je, naast aan God gehoorzamen, bij alles de instructies opvolgen van de persoon die door de Heilige Geest gebruikt wordt. Zelfs de kleinste overtreding is onacceptabel. Wees volkomen meegaand en maak geen analyse van goed of fout; wat goed of fout is, heeft niets met jou te maken. Jij moet je alleen bezighouden met absolute gehoorzaamheid.

Je moet luisteren naar de mens die wordt gebruikt door de Heilige Geest en hem gehoorzamen, ongeacht wat hij zegt of doet. Doe wat je is opgedragen, op de manier zoals je is opgedragen. Zeg niet: “Weet God het? Ik moet het aan God vragen.” Er is geen reden om het te vragen. Doe gewoon wat de mens die wordt gebruikt door de Heilige Geest je heeft opgedragen om te doen. Begrijp je dat? Er hoeft niet meer over te worden gesproken. Jullie moeten dit al duidelijk begrijpen.

8. Mensen die in God geloven, moeten God gehoorzamen en Hem aanbidden. Verheerlijk niemand en kijk naar niemand op; zet niet God op de eerste plaats, de mensen naar wie je opkijkt op de tweede plaats en jezelf op de derde plaats. Geen enkele persoon zou een plaats in jouw hart moeten hebben en je moet niet denken dat mensen – vooral hen die je vereert – op gelijk niveau staan met God, of dat ze Zijn gelijken zijn. Zoiets is voor God onverdraaglijk.

Sommige mensen doen met de massa mee en vleien bij anderen. Als ze iemand zien die Ik complimenteer, goed behandel of met wie ik vaak communiceer, doen ze hun best om bij die persoon te vleien. Er heeft zich een notie gevormd in hun hoofd. Na God komt deze broeder en daarna komt deze zuster. Koester geen gradaties: God is eerst, iemand is twee, derde of vierde… Hebben zulke rangschikkingen een doel? Is het niet net zoals het keizerlijke hof, waar de keizer eerst is, de eerste minister tweede is en een andere ambtenaar derde is? Zulke rangschikkingen bestaan niet in Gods huis. Er is slechts één God en Gods uitverkorenen, en Gods uitverkorenen mogen allen God gehoorzamen en aanbidden! Jullie zijn in feite allemaal gelijk. Ongeacht of jullie God eerder of later hebben aanvaard, en ongeacht je geslacht, leeftijd of kaliber, jullie zijn allemaal gelijk voor God. Aanbid geen mensen en heb geen hoge dunk van jezelf. Creëer geen rangschikkingen of gradaties. Als je dat doet, bewijst het dat datgene wat in je hart zit, is verontreinigd door veel menselijke noties en denkbeelden, en dus is het waarschijnlijk dat je wetten schendt.

9. Houd je gedachten op het werk van de kerk. Zet de vooruitzichten van jouw eigen vlees opzij, wees gedecideerd ten aanzien van familieaangelegenheden, wijd je met heel je hart aan het werk van God, en zet Gods werk op de eerste plaats en je eigen leven op de tweede. Dit is de betamelijkheid van een heilige.

10. Familieleden die niet gelovig zijn (jouw kinderen, echtgenoot of echtgenote, zussen, ouders, enzovoort) moeten niet de kerk in gedwongen worden. Gods huishouden komt geen leden tekort en het is zinloos om die aantallen aan te vullen met mensen die nutteloos zijn. Al diegenen die niet van harte geloven, moeten niet de kerk binnengeleid worden. Dit decreet is aan alle mensen gericht. Jullie moeten ten aanzien van dit punt elkaar controleren, monitoren en eraan herinneren, en niemand mag het overtreden. Zelfs wanneer familieleden die niet van het geloof zijn met tegenzin de kerk binnengaan, mogen ze geen boeken krijgen, en geen nieuwe naam; zulke mensen horen niet bij Gods huishouden en hun toetreding tot de kerk moet met alle mogelijke middelen worden tegengehouden. Als de kerk in problemen komt vanwege een invasie van demonen, dan zul je zelf uitgebannen worden of zul je restricties opgelegd krijgen. Kortom, iedereen draagt hierin verantwoordelijkheid, maar je moet hier ook niet roekeloos mee omgaan, of het gebruiken om iemand iets op het persoonlijke vlak betaald te zetten.

Dat zijn de tien bestuurlijke decreten van God die Gods uitverkorenen moeten volgen in het Tijdperk van het Koninkrijk. Onthoud ze allemaal.

Eind 1995

Vorige: De meest fundamentele beoefening om een eerlijk iemand te zijn

Volgende: Wat het betekent dat God het lijden van de wereld ervaart

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek