Over de Bijbel (1)
Hoe moet de Bijbel worden benaderd vanuit het geloof in God? Dat is een kwestie van principe. Waarom bespreken wij deze vraag met elkaar? Omdat jij in de toekomst het evangelie zult verkondigen en het werk van het Tijdperk van het Koninkrijk zult uitbreiden, en het dan niet volstaat om slechts over Gods huidige werk te kunnen spreken. Om Zijn werk te verbreden is het belangrijker dat je de oude religieuze opvattingen en de oude manieren van geloven van mensen kunt oplossen en hen in het geheel kunt overtuigen. Om dat punt te bereiken moet je de Bijbel erbij betrekken. Jarenlang heeft de traditionele manier van geloven (die van het christendom, één van de drie belangrijkste religies in de wereld) van mensen bestaan uit het lezen van de Bijbel; van de Bijbel afwijken is geen geloof in de Heer, van de Bijbel afwijken is een kwaadaardige dwaalleer en ketterij. Zelfs wanneer mensen andere boeken lezen, dienen die boeken op een Bijbelverklaring te berusten. Dit houdt in dat als je in de Heer gelooft, je dan de Bijbel dient te lezen en behalve de Bijbel mag je geen enkel boek vereren dat niet over de Bijbel gaat. Doe je dat wel, dan verraad je God. Vanaf het moment dat de Bijbel er was, was het geloof van de mens in de Heer het geloof in de Bijbel. Je kunt wel zeggen dat mensen in de Heer geloven, maar in plaats daarvan kun je beter zeggen dat ze in de Bijbel geloven. Beter dan te zeggen dat ze begonnen zijn de Bijbel te lezen, kun je zeggen dat ze begonnen zijn te geloven in de Bijbel. En in plaats van te zeggen dat ze tot de Heer zijn teruggekeerd, kun je beter zeggen dat ze tot de Bijbel zijn teruggekeerd. Op deze manier vereren mensen de Bijbel alsof het God is, alsof het hun levensbloed is, alsof het verlies ervan gelijk zou staan met het verlies van het leven. Mensen zien de Bijbel als net zo hoog als God, en sommigen vinden de Bijbel zelfs boven God verheven. Als mensen het zonder het werk van de Heilige Geest moeten stellen, als ze God niet kunnen voelen, dan kunnen ze toch verder gaan met hun leven. Maar zodra ze de Bijbel verliezen, of de welbekende hoofdstukken en spreuken uit de Bijbel kwijt zijn, dan lijkt het wel alsof ze hun leven verloren zijn. En dus gaan mensen de Bijbel lezen zodra ze in de Heer geloven, en leren hem van buiten. Hoe meer ze van de Bijbel uit hun hoofd kennen, des te meer dit als bewijs geldt van hun liefde voor de Heer en dat zij geweldige gelovigen zijn. Zij die de Bijbel hebben gelezen en er met anderen over kunnen praten zijn allemaal goede broeders en zusters. Jarenlang is geloof in en trouw aan de Heer afgemeten aan het niveau van het begrip van de Bijbel. De meeste mensen begrijpen gewoon niet waarom ze in God zouden moeten geloven, of hoe ze in God moeten geloven. Ze zijn alleen maar blindelings op zoek naar aanwijzingen om de hoofdstukken van de Bijbel te ontcijferen. De mensen hebben nooit de richting van het werk van de Heilige Geest nagestreefd. Al die tijd hebben ze slechts wanhopig de Bijbel bestudeerd en onderzocht, en niemand heeft ooit buiten de Bijbel om nieuwer werk van de Heilige Geest aangetroffen. Niemand is ooit van de Bijbel afgeweken en dat hebben ze ook nooit durven doen. Mensen hebben al die jaren de Bijbel bestudeerd, ze hebben zoveel verklaringen gevonden en er zoveel werk in gestoken. Ze hebben ook veel verschillende meningen over de Bijbel, waar ze eindeloos over debatteren. Dit gaat zover dat er inmiddels meer dan tweeduizend denominaties zijn gevormd. Ze willen allemaal bijzondere verklaringen of diepere mysteriën vinden in de Bijbel. Ze willen de Bijbel onderzoeken en er de achtergrond van Jehova’s werk in Israël of van het werk van Jezus in Judea in ontdekken, of meer mysteriën die niemand anders kent. De manier waarop mensen de Bijbel benaderen, is er een van obsessie en geloof, en niemand kan absoluut zeker zijn van de innerlijke waarheid of het wezen van de Bijbel. Dus hebben de mensen vandaag de dag nog steeds een onbeschrijfelijk gevoel van verwondering waar het de Bijbel aangaat, en zijn zij er zelfs sterker op geobsedeerd en geloven zij er sterker in. Tegenwoordig wil iedereen de profetieën van het werk van de laatste dagen in de Bijbel vinden en ontdekken wat God voor werk doet in de laatste dagen, en welke tekenen van de laatste dagen zich voordoen. En zo wordt hun verering van de Bijbel nog vuriger. En hoe meer de laatste dagen naderen, hoe meer zij blindelings geloof hechten aan de profetieën van de Bijbel, vooral die over de laatste dagen. Met zo’n blind geloof in de Bijbel, met zo’n vertrouwen in de Bijbel hebben ze geen behoefte meer om het werk van de Heilige Geest te zoeken. In hun opvattingen denken de mensen dat alleen de Bijbel het werk van de Heilige Geest kan brengen, dat ze alleen in de Bijbel de voetstappen van God kunnen vinden, dat alleen in de Bijbel de mysteriën van Gods werk verborgen liggen, dat alleen de Bijbel, en geen ander boek of mens, alles van God en van Zijn gehele werk kan verklaren. De Bijbel kan het werk van de hemel naar de aarde brengen en de Bijbel kan de tijdperken beginnen en eindigen. Met zulke opvattingen heeft de mens niet de neiging op zoek te gaan naar het werk van de Heilige Geest. Hoezeer de Bijbel de mensen in het verleden dus ook heeft geholpen, nu is het een belemmering geworden voor Gods meest recente werk. Zonder de Bijbel kunnen mensen op andere plaatsen naar Gods voetstappen zoeken. Maar nu zijn Zijn voetstappen door de Bijbel ingesloten en is het twee keer zo moeilijk geworden Zijn meest recente werk uit te breiden; een zware strijd. Dit komt allemaal door de bekende hoofdstukken en spreuken uit de Bijbel en door de verschillende profetieën van de Bijbel. Voor de mensen is de Bijbel een afgodsbeeld geworden, het is een puzzel in hun brein geworden. Ze kunnen gewoon niet geloven dat God buiten de Bijbel kan werken, dat mensen buiten de Bijbel God kunnen vinden. En ze kunnen al helemaal niet geloven dat God van de Bijbel kan afwijken bij het eindwerk en opnieuw kan beginnen. Dat is ondenkbaar voor de mensen, ze kunnen het niet geloven en zich ook niet voorstellen. De Bijbel is voor de mensen een grote belemmering geworden om Gods nieuwe werk te aanvaarden, en een moeilijkheid voor het verbreden door God van dit nieuwe werk. Als jullie dus het werkelijke verhaal van de Bijbel niet begrijpen, zullen jullie niet in staat zijn het evangelie met succes te verkondigen of getuigenis van het nieuwe werk af te leggen. Ook al lezen jullie nu de Bijbel niet, toch staan jullie er uiterst welwillend tegenover. Dit betekent weliswaar dat jullie de Bijbel niet vasthouden, maar dat veel van jullie opvattingen er wel vandaan komen. Jullie begrijpen de oorsprong van de Bijbel niet of het werkelijke verhaal over de voorgaande twee stadia van Gods werk. Ook al lezen jullie de Bijbel niet vaak, jullie moeten de Bijbel begrijpen, jullie moeten de juiste kennis van de Bijbel krijgen. Alleen zo kunnen jullie weten waar het zesduizendjarige managementplan van God over gaat. Dat zullen jullie gebruiken om mensen te overtuigen, om ze te laten erkennen dat deze stroom de ware weg is, om ze te laten erkennen dat het pad waar jullie nu op lopen het pad van de waarheid is, dat dit door de Heilige Geest wordt geleid en niet door mensen op touw is gezet.
Nadat God het werk van het Tijdperk van de Wet had verricht, werd het Oude Testament geschreven en toen begonnen de mensen de Bijbel te lezen. Nadat Jezus was gekomen, verrichtte Hij het werk van het Tijdperk van Genade en schreven Zijn apostelen het Nieuwe Testament. Op die manier kwamen het Oude en het Nieuwe Testament van de Bijbel tot stand en zelfs tot op de dag van vandaag wordt de Bijbel gelezen door allen die in God geloven. De Bijbel is een geschiedenisboek. Natuurlijk, er staan ook wel voorspellingen van profeten in, en dergelijke voorspellingen zijn zeker geen geschiedenis. De Bijbel bevat diverse onderdelen en bestaat niet alleen uit profetieën, of uit het werk van Jehova, noch zijn er enkel de brieven van Paulus. Je moet weten uit hoeveel delen de Bijbel bestaat: het Oude Testament bestaat uit Genesis, Exodus …, en ook zijn er de profetieboeken die de profeten schreven. Uiteindelijk eindigt het Oude Testament met het boek Maleachi. Het is een verslag van het werk van het Tijdperk van de Wet dat door Jehova werd geleid; van Genesis tot aan het boek Maleachi is het een allesomvattend verslag van al het werk van het Tijdperk van de Wet. Dit wil zeggen dat het Oude Testament alles vastlegde wat werd beleefd door de mensen die door Jehova werden geleid in het Tijdperk van de Wet. Tijdens het Tijdperk van de Wet in het Oude Testament sprak het grote aantal profeten dat Jehova op de been had gebracht profetieën voor Hem, ze gaven de verschillende stammen en volkeren onderricht en voorspelden het werk dat Jehova zou gaan doen. Deze mensen die op de been waren gebracht, hadden allen de Geest der profetie ontvangen van Jehova: ze konden de visioenen zien die Jehova hun gaf en Zijn stem horen en zo werden ze door Hem geïnspireerd en schreven ze profetieën. Het werk dat zij deden was de uitdrukking van de stem van Jehova, de uitdrukking van de profetie van Jehova, en het werk van Jehova in die tijd was eenvoudigweg de mensen met de Geest te leiden; Hij werd geen vlees en de mensen zagen niets van Zijn gezicht. Zo heeft Hij vele profeten op de been gebracht om Zijn werk te doen en hen voorzien van orakels om aan iedere stam en clan van Israël door te geven. Het was hun werk te profeteren, en sommigen schreven de aanwijzingen op van Jehova aan hen, om deze aan anderen te laten zien. Jehova heeft deze mensen op de been gebracht om te profeteren, het toekomstige werk of het werk dat nog in die tijd te doen stond te voorspellen, zodat de mensen de wonderbaarlijkheid en wijsheid van Jehova konden aanschouwen. Deze profetieboeken verschilden behoorlijk van de andere Bijbelse boeken, het waren woorden die gesproken en geschreven waren door hen die de Geest der profetie hadden ontvangen, door hen die de visioenen of de stem van Jehova hadden ontvangen. Als je de profetieboeken buiten beschouwing laat, is het Oude Testament samengesteld uit door mensen opgestelde verslagleggingen nadat Jehova klaar was met Zijn werk. Deze boeken kunnen de voorspelling die door de profeten was uitgesproken die Jehova had laten opstaan niet vervangen, net zomin als dat Genesis en Exodus vergeleken kunnen worden met het boek Jesaja en het boek Daniël. De profetieën waren uitgesproken voordat het werk werd uitgevoerd, terwijl de andere boeken geschreven werden nadat het werk klaar was, wat is waartoe mensen in staat waren. De profeten uit die tijd waren door Jehova geïnspireerd en spraken enkele profetieën. Ze spraken vele woorden en voorspelden de dingen van het Tijdperk van Genade en de vernietiging van de wereld in de laatste dagen – het werk dat Jehova van plan was uit te voeren. Alle overige boeken leggen het werk van Jehova in Israël vast. Als je de Bijbel dus leest, lees je vooral over wat Jehova in Israël deed. In het Oude Testament staat voornamelijk geschreven over het werk van Jehova die Israël leidt, hoe Hij Mozes gebruikte om de Israëlieten uit Egypte te leiden, hen van de ketenen van de Farao bevrijdde en mee de wildernis in nam, waarna ze het land Kanaän binnengingen. Alles wat daarna volgde was hun leven in Kanaän. Behalve dit, is alles opgesteld vanuit verslagen van het werk van Jehova in heel Israël. Alles wat in het Oude Testament staat geschreven is het werk van Jehova in Israël, het is het werk dat Jehova deed in het land waarin Hij Adam en Eva heeft geschapen. Vanaf het moment na Noach, dat God de mensen op aarde officieel begon te leiden, is alles wat in het Oude Testament staat het werk van Israël. En waarom is er dan niets vastgelegd over enig werk buiten Israël? Omdat het land Israël de bakermat van de mensheid is. In het begin waren er geen andere landen dan Israël, en Jehova werkte nergens anders. Zo is wat er in het Oude Testament van de Bijbel staat uitsluitend het werk van God in Israël in die tijd. De woorden die door de profeten gesproken werden, door Jesaja, Daniël, Jeremia en Ezechiël … hun woorden voorspellen Zijn andere werk op aarde, ze voorspellen het werk van Jehova God Zelf. Dit kwam allemaal van God, het was het werk van de Heilige Geest en behalve deze boeken van de profeten is er alleen een verslag van de ervaringen van de mensen met Jehova’s werk in die tijd.
Het scheppingswerk vond plaats voordat de mensheid bestond, maar het boek Genesis kwam pas nadat de mensheid er was. Dit boek was door Mozes geschreven tijdens het Tijdperk van de Wet. Het is net als wat er vandaag onder jullie gebeurt: nadat het gebeurt, schrijven jullie het op om het aan de mensen in de toekomst te laten zien. Voor de mensen in de toekomst is wat jullie hebben vastgelegd dus wat voorheen is gebeurd, het is niets meer dan geschiedenis. Wat in het Oude Testament is vastgelegd is Jehova’s werk in Israël, en wat in het Nieuwe Testament is vastgelegd is Jezus’ werk tijdens het Tijdperk van Genade. Ze documenteren het werk van God in twee verschillende tijdperken. Het Oude Testament documenteert Gods werk gedurende het Tijdperk van de Wet en dus is het Oude Testament een historisch boek, terwijl het Nieuwe Testament het product is van het werk van het Tijdperk van Genade. Met de aanvang van het nieuwe werk raakte het Nieuwe Testament ook verouderd. Het Nieuwe Testament is dus ook een historisch boek. Natuurlijk is het Nieuwe Testament minder systematisch dan het Oude Testament, er staat ook minder in. De vele woorden die door Jehova zijn gesproken zijn allemaal opgetekend in het Oude Testament van de Bijbel, terwijl slechts sommige van de woorden van Jezus in de vier evangeliën zijn vastgelegd. Jezus heeft natuurlijk ook veel werk verricht, maar dit is niet allemaal gedetailleerd opgetekend. Er is minder opgeschreven in het Nieuwe Testament vanwege de hoeveelheid werk die Jezus heeft gedaan; de hoeveelheid werk die Hij heeft verricht in de drieënhalf jaar die Hij op aarde was, was veel minder dan het werk van Jehova, en dat geldt ook voor het werk van de apostelen. En dus zijn er minder boeken in het Nieuwe Testament dan in het Oude Testament.
Wat voor soort boek is de Bijbel? Het Oude Testament is het werk van God tijdens het Tijdperk van de Wet. Het Oude Testament van de Bijbel legt al het werk van Jehova vast tijdens het Tijdperk van de Wet en Zijn scheppingswerk. Het geheel is een verslag van het werk dat Jehova heeft uitgevoerd, en uiteindelijk beëindigt het de verhalen van Jehova’s werk met het boek Maleachi. In het Oude Testament staan twee delen van het werk dat God gedaan heeft: het ene is het scheppingswerk, het andere het uitvaardigen van de wet. Beiden waren het werk dat Jehova uitvoerde. Het Tijdperk van de Wet vertegenwoordigt Gods werk onder de naam Jehova; het is het geheel van het werk dat in de eerste plaats onder de naam Jehova is verricht. Het Oude Testament is dus een verslag van Jehova’s werk, en het Nieuwe Testament een verslag van Jezus’ werk dat in de eerste plaats onder de naam Jezus is verricht. Het belang van de naam Jezus en het werk dat Hij deed staat grotendeels in het Nieuwe Testament beschreven. Gedurende het Oude Testament in het Tijdperk van de Wet bouwde Jehova de tempel en het altaar in Israël, Hij leidde het leven op aarde van de Israëlieten, en bewees dat zij Zijn uitverkoren volk waren, de eerste groep mensen die Hij op aarde uitverkoos en die naar Zijn hart waren, de eerste groep die Hij persoonlijk leidde. De twaalf stammen van Israël waren de eerste uitverkorenen van Jehova en dus werkte Hij altijd in hen tot het moment dat Jehova’s werk in het Tijdperk van de Wet ten einde was. De tweede fase van het werk was het werk van het Tijdperk van Genade in het Nieuwe Testament. Dit werd uitgevoerd onder het Joodse volk, onder een van de twaalf stammen van Israël. Het bereik van dit werk was geringer, omdat Jezus de vleesgeworden God was. Jezus werkte slechts in heel het land Judea en dit slechts drieënhalf jaar. Zo kan wat in het Nieuwe Testament is opgetekend nooit de hoeveelheid werk in het Oude Testament overtreffen. Het werk van Jezus tijdens het Tijdperk van Genade is voornamelijk in de vier evangeliën vastgelegd. De mensen in het Tijdperk van Genade liepen vooral op het pad van de meest oppervlakkige verandering in hun levensgezindheid. Het grootste deel hiervan is in de brieven terug te vinden. De brieven laten zien hoe de Heilige Geest in die tijd te werk ging. (Ongeacht of Paulus getuchtigd was of met tegenslag te kampen had gehad, hij deed zijn werk natuurlijk wel op de aanwijzingen van de Heilige Geest, hij was iemand die door de Heilige Geest werd gebruikt in die tijd. Ook Petrus werd gebruikt door de Heilige Geest, maar hij verzette niet zo veel werk als Paulus. Hoewel het werk van Paulus de onzuiverheden van de mens bevatte, blijkt uit de brieven van Paulus hoe de Heilige Geest in die tijd te werk ging. Het pad dat Paulus leidde, was het rechte pad, het was juist, het was het pad van de Heilige Geest).
Als je het werk van het Tijdperk van de Wet wilt zien en wilt zien hoe de Israëlieten Jehova’s weg volgden, dan moet je het Oude Testament lezen. Als je het werk van het Tijdperk van Genade wilt begrijpen, dan moet je het Nieuwe Testament lezen. Maar hoe zie je het werk van de laatste dagen? Je moet het leiderschap van de hedendaagse God aanvaarden en het werk van vandaag binnengaan. Want dit is het nieuwe werk en het is voorheen door niemand in de Bijbel opgeschreven. God is nu vleesgeworden en heeft andere uitverkorenen aangewezen in China. God werkt in deze mensen, Hij zet Zijn werk op aarde voort en gaat door waar Hij bij het werk van het Tijdperk van Genade was gebleven. Het werk van vandaag is een pad waar niemand ooit op heeft gelopen, een weg die niemand nog ooit heeft gezien. Het is werk dat nooit eerder is gedaan – het is Gods meest recente werk op aarde. Werk dat nooit eerder is gedaan is dus geen geschiedenis, want nu is nu en moet nog verleden tijd worden. Mensen weten niet dat God grootser, nieuwer werk op aarde heeft verricht en buiten Israël, dat het werk allang buiten de grenzen van Israël is getreden en de voorspelling van de profeten heeft overtroffen, dat het nieuw en wonderbaarlijk werk is buiten de profetieën om en nieuwer werk buiten Israël en werk dat mensen niet kunnen waarnemen of zich kunnen voorstellen. Hoe zou de Bijbel een uitvoerig verslag van dergelijk werk kunnen bevatten? Wie zou ieder detail van het hedendaagse werk vooraf kunnen vastleggen, zonder iets weg te laten? Wie zou dit machtigere, wijzere werk, dat de conventies trotseert, in dat oude stoffige boek vast hebben kunnen leggen? Het werk van vandaag is geen geschiedenis. Als je dus het nieuwe pad van vandaag wil begaan, moet je de Bijbel achter je laten, moet je verder gaan dan de profetie of geschiedenisboeken in de Bijbel. Dan zul je pas het nieuwe pad juist weten te bewandelen, dan zul je pas het nieuwe rijk en het nieuwe werk binnen weten te gaan. Je moet begrijpen waarom er nu van je gevraagd wordt de Bijbel niet te lezen, waarom er separaat van de Bijbel ander werk is, waarom God niet op zoek is naar nieuwere, specifiekere beoefening in de Bijbel, en waarom er in plaats daarvan machtiger werk bestaat. Dit is wat jullie allemaal moeten begrijpen. Je moet het verschil tussen het oude en het nieuwe werk kennen. Ook al lees je de Bijbel niet, je moet hem wel grondig kunnen analyseren. Als je dat namelijk niet kunt, zul je de Bijbel blijven aanbidden en zul je het moeilijk vinden het nieuwe werk binnen te gaan en de nieuwe veranderingen te ondergaan. Nu er een meer verheven weg is, waarom zou je dan de lagere, achterhaalde weg bestuderen? Nu er nieuwere uitspraken zijn, en er nieuw werk is, waarom zou je dan tussen de oude, historische verslagen verblijven? De nieuwe uitspraken kunnen je voldoende geven, wat bewijst dat dit nieuw werk is. De oude verslagen kunnen je niet verzadigen, of in je huidige behoeften voldoen, wat bewijst dat ze geschiedenis zijn en niet het werk van het hier en nu. De meest verheven weg is het nieuwste werk. Nu dit nieuwe werk er is, doet het er niet meer toe hoe verheven de eerdere weg was, het is gewoon geschiedenis waar mensen op terugkijken, en hoe waardevol dat ook is als naslagwerk, het blijft de oude weg. Ook al staat het in het ‘heilige boek’, de oude weg is geschiedenis, ook al staat het niet in het ‘heilige boek’, de nieuwe weg is van het hier en nu. Deze weg kan jou redden en deze weg kan jou veranderen, want dit is het werk van de Heilige Geest.
Jullie moeten de Bijbel begrijpen – dit werk is van het grootste belang! Tegenwoordig hoef je de Bijbel niet te lezen, want hij bevat niets nieuws; alles is oud. De Bijbel is een geschiedenisboek. Als je het Oude Testament in het Tijdperk van Genade had gegeten en gedronken – als je in het Tijdperk van Genade in praktijk had gebracht wat vereist was in de tijd van het Oude Testament – zou Jezus je afgewezen en veroordeeld hebben; als je het Oude Testament op het werk van Jezus had toegepast, zou je een farizeeër zijn geweest. Als je nu het Oude en het Nieuwe Testament samenvoegt om te eten en te drinken en in praktijk te brengen, dan zal de God van vandaag je veroordelen; dan zul je buiten het werk van de Heilige Geest van vandaag gevallen zijn! Als je het Oude Testament en het Nieuwe Testament eet en drinkt, dan sta je buiten de stroom van de Heilige Geest! In de tijd van Jezus leidde Hij de Joden en allen die Hem volgden in overeenstemming met het werk dat de Heilige Geest in die tijd in Hem verrichtte. Hij baseerde Zijn handelingen niet op de Bijbel, maar sprak in overeenstemming met Zijn werk. Hij schonk geen aandacht aan wat de Bijbel zei en zocht niet in de Bijbel naar een pad om Zijn volgers langs te leiden. Meteen vanaf het moment dat Hij begon te werken, verspreidde Hij de weg van berouw – een woord waarvan absoluut nog geen sprake was geweest in de profetieën van het Oude Testament. Hij handelde niet alleen niet volgens de Bijbel, maar leidde ook een nieuw pad en deed nieuw werk. Nooit verwees Hij in Zijn predikingen naar de Bijbel. Tijdens het Tijdperk van de Wet was er nooit iemand in staat geweest Zijn wonderen te verrichten, zoals het genezen van zieken en het uitdrijven van demonen. Dat gold ook voor Zijn werk, Zijn leer, en het gezag en de kracht van Zijn woorden onder alle mensen in het Tijdperk van de Wet. Jezus deed gewoon Zijn nieuwere werk, en al veroordeelden velen Hem met de Bijbel in de hand, en gebruikten ze zelfs het Oude Testament om Hem te kruisigen, toch oversteeg Zijn werk het Oude Testament. Waarom nagelden de mensen Hem anders aan het kruis? Was dat niet omdat er niets in het Oude Testament stond over Zijn leer, Zijn vermogen om de zieken te genezen en de demonen uit te drijven? Zijn werk werd verricht om op een nieuw pad voor te gaan, niet om opzettelijk het gevecht tegen de Bijbel aan te gaan of om opzettelijk het Oude Testament af te schaffen. Hij was gewoon gekomen om Zijn bediening uit te voeren, om het nieuwe werk te brengen onder hen die naar Hem verlangden en op zoek waren. Hij was niet gekomen om het Oude Testament uit te leggen of het werk ervan te onderhouden. Zijn werk was niet om de ontwikkelingen van het Tijdperk van de Wet te laten doorgaan, want Zijn werk schonk er geen aandacht aan of het op de Bijbel was gebaseerd. Jezus is gewoon gekomen om het werk te doen dat Hij moest doen. En zo verklaarde Hij geen profetieën van het Oude Testament en werkte Hij ook niet volgens de woorden van het Tijdperk van de Wet in het Oude Testament. Hij negeerde wat er in het Oude Testament stond, Hij gaf er niets om of het met Zijn werk overeenkwam of niet, en gaf er ook niets om wat anderen van Zijn werk wisten of hoe zij het veroordeelden. Hij ging gewoon door met het werk dat Hij moest doen, ook al gebruikten veel mensen de voorspelling van de profeten uit het Oude Testament om Hem te veroordelen. Het leek bij de mensen alsof Zijn werk nergens op gestoeld was, en veel van het werk was in conflict met wat er in het Oude Testament stond. Zat de mens er hier niet naast? Moet doctrine op het werk van God worden toegepast? En moet Gods werk overeenkomen met de voorspelling van de profeten? Want wat is uiteindelijk groter: God of de Bijbel? Waarom moet God volgens de Bijbel werken? Kan het zijn dat God het recht niet heeft de Bijbel te overtreffen? Kan God niet afwijken van de Bijbel en ander werk doen? Waarom hielden Jezus en Zijn discipelen zich niet aan de Sabbat? Als Hij moest praktiseren met het oog op de Sabbat en volgens de geboden uit het Oude Testament, waarom hield Jezus Zich dan niet aan de Sabbat nadat Hij gekomen was, maar waste Hij voeten, bedekte hoofd, brak brood en dronk wijn? Ontbreekt dit niet allemaal aan de geboden van het Oude Testament? Als Jezus Zich aan het Oude Testament hield, waarom brak Hij dan met die doctrines? Je dient te weten wat eerst kwam, God of de Bijbel! Hij was de Heer van de Sabbat, kon Hij dan niet ook de Heer van de Bijbel zijn?
Het werk dat Jezus in de tijd van het Nieuwe Testament verrichtte was de aanzet voor nieuw werk: Hij werkte niet volgens het werk van het Oude Testament, en Hij paste ook de woorden van Jehova in het Oude Testament niet toe. Hij deed Zijn eigen werk, en Hij deed nieuwer werk, werk dat boven de wet stond. Zo zei Hij: “Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen.” In overeenstemming met wat Hij heeft bereikt is er zo dus met veel doctrines gebroken. Toen Hij op de sabbat de discipelen door de graanvelden voerde, plukten zij de korenaren en aten ze de halmen op; Hij hield zich niet aan de Sabbat, en zei: “De Mensenzoon is heer en meester over de sabbat.” Toentertijd werd eenieder die zich niet aan de Sabbat hield gestenigd tot de dood volgens de regels van de Israëlieten. Maar Jezus ging de tempel niet binnen en hield zich ook niet aan de Sabbat, en Zijn werk was niet door Jehova gedaan in de tijd van het Oude Testament. Dus stond het werk van Jezus boven de wet van het Oude Testament, het was meer verheven en kwam er niet mee overeen. Tijdens het Tijdperk van Genade werkte Jezus niet volgens de wet van het Oude Testament en had Hij al gebroken met die doctrines. Maar de Israëlieten hielden stevig vast aan de Bijbel en veroordeelden Jezus – betekende dat niet dat ze het werk van Jezus ontkenden? Tegenwoordig houdt de religieuze wereld nog stevig vast aan de Bijbel en zeggen sommige mensen: ‘De Bijbel is een heilig boek en het moet gelezen worden.’ Sommigen zeggen: ‘Gods werk moet voor altijd gehandhaafd blijven, het Oude Testament is het verbond van God met de Israëlieten, en er kan niet van worden afgezien, en de sabbat moet voor altijd geheiligd blijven!’ Zijn ze niet belachelijk? Waarom hield Jezus Zich niet aan de sabbat? Zondigde Hij? Wie kan zulke dingen volledig begrijpen? Hoe de mensen de Bijbel ook lezen, het is onmogelijk om met hun begripsvermogen het werk van God te kennen. Niet alleen zullen ze geen zuivere kennis van God verwerven, maar hun noties zullen ook nog steeds flagranter worden, zo flagrant dat ze tegen God zullen beginnen op te staan. Als er vandaag geen incarnatie van God was, zouden de mensen als gevolg van hun eigen noties ten onder gaan, en zouden ze sterven onder Gods tuchtiging.