Alleen door zelf de waarheid binnen te gaan, kan ik anderen echt helpen
Door Du Fan, provincie Jiangsu
Onlangs hield een kerk een stemming om een nieuwe leider te kiezen, maar de leider die de vergadering voorzat, handelde tegen de principes van de kerk en hield de stemming op haar eigen manier. Toen enkele andere broeders en zusters hun mening uitten, erkende ze die niet alleen niet, maar ze hield ook hardnekkig vast aan haar eigen manier. Wat volgde was dat de kerk in verwarring was gebracht, door de acties van de leider. Toen ik daarachter kwam, verloor ik compleet mijn geduld: hoe kon iemand zo arrogant en zelfingenomen zijn? De plichten vervullen van een kerkleider zonder God in je hart, neerkijken op de werkregelingen, de suggesties van broeders en zusters weerleggen en verwerpen – wie anders dan jij is de schuld van de kerkelijke verwarring! Ik stuurde onmiddellijk iemand om de kerkleider te spreken en ondertussen las ik Gods woord, zoekend naar gerelateerde waarheden die ik op zou kunnen brengen bij de leider om haar te overtuigen van de dwaling van haar wegen. Later die avond ging ik naar de leider toe en ontmoette haar. Tijdens het gesprek sprak ik haar aan op een beschuldigende toon, niet in staat mijn eigen boosheid te onderdrukken. Tot mijn verbazing stond de leider na tien minuten plotseling op en rende met tranen in haar ogen naar buiten. Een broeder die haar achterna was gegaan, kwam even later terug en zei: “Ze is weg en ze weet dat ze verkeerd bezig was.” Ik was onverbiddelijk en schreeuwde boos: “Wil je dingen gewoon onopgelost laten, terwijl het gaat om zo’n belangrijke principiële kwestie? Wat ben je arrogant en zelfingenomen! Je gaat tegen de principes van de kerk in en laat niet toe dat iemand anders daar ook iets in te zeggen heeft. Hoe denk je in de toekomst iets gedaan te krijgen? Wat een gevaarlijk vooruitzicht! Dit werkt niet. Als je onaangekondigd wegstormt, zal ik je gewoon een brief moeten schrijven.” Terplekke ging ik zitten en schreef haar een brief waarin ik symbolisch erkende dat mijn houding in het gesprek niet ideaal was geweest en vroeg om haar vergeving. In de brief ging ik ook in op haar problemen, waarbij ik principes citeerde om het probleem op te helderen. Ik dacht dat ik de dingen best goed had afgehandeld. Aan de ene kant liet ik zien dat ik in staat was om mijn eigen ego los te laten en een dieper inzicht in mezelf te krijgen, terwijl ik tegelijkertijd de waarheid gebruikte om problemen op te lossen. Als ze zag hoe ik zaken aanpakte, zou deze leider absoluut overtuigd zijn en nieuwe inzichten krijgen, dacht ik.
Eens, toen ik hierover met mijn leider sprak, vroeg de leider me hoe ik de waarheid was binnengegaan bij het oplossen van dit probleem. “Hoe ik de waarheid ben binnengegaan? Heb ik geen goed werk geleverd? Waren mijn acties ongepast?” Ik voelde me een beetje verward. De leider vervolgde: “Het is geen kwestie van hoe goed je het probleem hebt opgelost, maar eerder of je bij het oplossen van het probleem je status en macht gebruikt hebt om anderen te overtuigen. Of heb je de waarheid gebruikt om God te verheffen en van Hem te getuigen, en anderen een dieper inzicht in zichzelf te laten krijgen? Op het eerste gezicht lijkt het alsof je in Gods woord communiceerde, maar in werkelijkheid probeerde je haar gewoon jouw standpunt op te dringen. Waarom is ze uiteindelijk vertrokken? Het is duidelijk dat ze vertrok, omdat ze je argument niet kon accepteren, ze was niet overtuigd. Als we ons alleen bezighouden met het communiceren van de waarheid met anderen en nalaten aandacht te besteden aan ons eigen bederf, nalaten om onszelf te kennen en alleen werken omwille van het werk, zijn we gedoemd om niets nieuws te leren en is er geen verandering in onze eigen gezindheid. Zijn we in deze zin niet zoals Paulus, die anderen leiding gaf, maar die in de dienst van God steeds vaster zat in zijn verdorven wegen? In zijn arrogantie werd hij een man die in God geloofde en zich toch verzette tegen God en in verdoemenis zou eindigen.” Dit gesprek was als een roep die me uit een lange sluimering deed ontwaken. Inderdaad, toen God me deze situatie voorlegde, zocht ik niet naar de waarheid of speurde naar Gods bedoeling, overwoog niet hoe zelf de waarheid binnen te gaan of na te denken over mijn eigen emotionele reactie op de situatie. Het enige wat ik kon was nadenken over het oplossen van de problemen van anderen. Overwoog ik op die manier wel Gods verlangen om anderen voor Hem te brengen? Of gebruikte ik liever mijn status om anderen te dwingen mijn standpunt te accepteren? Ik was bedorven door satan, zonder waarheid, menselijkheid of verstand. Ik was ook een slachtoffer. Hoe was ik beter dan anderen? Ik had geen zelfkennis, geen begrip van de waarheid. Zonder het te beseffen, had ik een harde toon aangenomen en mijn geduld verloren en mijn status gebruikt in het anderen de les lezen. Mijn satanische arrogantie en verwaandheid was ontmaskerd! Toen mijn zuster huilend wegrende, bezon ik mij niet op mijn daden, in plaats daarvan was ik bitter tegen haar en werd woedend. Leek mijn gedrag niet op de tirannieke acties van de grote rode draak?
Dank God voor Zijn leiding. Deze ervaring heeft me verlicht om te zien hoe belangrijk het is om de realiteit van de waarheid binnen te gaan. Alleen door de realiteit van de waarheid binnen te gaan, kunnen we Gods bescherming ontvangen en ons niet verzetten tegen God. In een preek werd gezegd: “Veel mensen worden valse leiders en antichristen, omdat ze niet echt de waarheid nastreven en als gevolg daarvan hebben ze geen enkele realiteit van de waarheid. Zodra ze status krijgen en enige autoriteit hebben, beginnen ze onverantwoord te handelen, boven anderen te staan, de baas over anderen te spelen en te smachten naar de zegeningen van het hebben van status. Uiteindelijk worden zulke mensen verafschuwd en afgewezen door Gods uitverkorenen, en bezwijken ze uiteindelijk aan totale mislukking. Zou dit mogelijk een zeldzame gebeurtenis kunnen zijn? Waarom kunnen mensen niet tot bezinning komen? Wat voor nut heeft het om in God te geloven, alleen maar om autoriteit te verwerven, macht te gebruiken en te smachten naar de zegeningen van het hebben van status? Dit is het gedrag van zelfzuchtige, laaghartige en slechte mensen, het is het laaghartige verlangen van degenen die het pad bewandelen van de antichrist” (Communicatie van boven). Door deze passage besefte ik dat degenen die de waarheid niet binnengaan, zichzelf bij het verkrijgen van status tot koning zullen verklaren en hoogmoedig hun status zullen gebruiken om anderen te onderdrukken, te bedriegen en over hen te heersen. Ze zullen uiteindelijk valse leiders en antichristen worden. Het is niet de macht die deze mensen heeft bedorven, maar de onvermijdelijke uitkomst van het niet zoeken van waarheid! Hoewel het lijkt alsof deze ervaring niet zo afschuwelijk was, tonen mijn mentale staat en ware natuur in het verzet tegen God onmiskenbaar aan dat ik de weg van het verzet tegen Christus bewandelde. Als ik niet de leiding van God had gehad, dan zou ik mijn dwaasheid echt niet hebben beseft en ik zou nog steeds in eigengerechtigheid leven. Als ik dat pad verder gevolgd was, zou ik uiteindelijk zijn ontmaskerd en uitgeschakeld! Als ik bedenk hoe de dingen zouden hebben kunnen aflopen, krijg ik de rillingen. Wat voor gevaarlijke wateren heb ik betreden, na zoveel jaren in God te hebben geloofd en nog steeds niet in staat om de realiteit binnen te gaan. Zoals Paulus, die leefde met een ingebeelde opvatting van waarheid, maar in God bleef geloven en Hem dienen volgens zijn natuurlijke karakter en verdorven natuur. Als ik de huidige stand van zaken niet ongedaan maak, ben ik misschien tot de eeuwige verdoemenis veroordeeld. In de toekomst moet ik meer belang hechten aan het persoonlijke binnengaan en nastreven van de waarheid.
Niet lang nadat dit allemaal was gebeurd, ontving ik een brief van een zuster, die begon met te zeggen dat ze moeite had de waarheid te begrijpen en om mijn leiding vroeg. Na het lezen van de brief verloor ik weer mijn geduld: wat een arrogante persoon ben je! Je kunt niet goed samenwerken met die kerkleiders en werkers. Telkens wanneer ze je suggesties geven, verzin je gewoon smoesjes en blijf je naar willekeur handelen. Je bent niet succesvol geweest in het evangelisatiewerk waar je verantwoordelijk voor bent en de kerken rapporteren steeds over jouw situatie. Vandaag schrijf je me om me te vragen om leiding: weet je zeker dat je mijn leiding kunt accepteren? Je denkt dat alles wat je hebt gedaan gepast en juist is geweest en al je mislukkingen zijn het resultaat van andere mensen die de waarheid niet kunnen beoefenen: hoe goed ken je jezelf eigenlijk? … Hoe meer ik erover nadacht, hoe bozer ik werd, ik voelde de vlammen van woede woeden in mijn hart: heb je me niet gevraagd om je leiding te geven? Ik wil al een tijdje eens bijpraten met je, vandaag heb ik eindelijk de kans. Ik legde de opdrachten waarmee ik op dat moment bezig was opzij en ging aan het werk, zoekend naar woorden van God die betrekking hadden op haar situatie en die ik kon citeren om haar te overtuigen. Maar wat bleek nu: hoe meer ik naar geschikte passages zocht, hoe minder ik er vond – ik verbaasde me erover hoe al de verzen waar ik enig inzicht in had, nu allemaal verdwenen konden zijn. Net toen ik geïrriteerd raakte, voelde ik plots dat mij werd verweten: Waar zoek je naar Gods woord? Deze persoon hier staat voor je, hoe ga je de waarheid binnen? Waarom probeer je altijd andermans problemen op te lossen? Wat heb je nu in jezelf blootgelegd? Op dat moment kalmeerde mijn hart en begon ik in mijzelf te denken: ben je nu al vergeten wat er de vorige keer is gebeurd? Werk niet alleen omwille van het werk – los je eigen problemen op, voordat je anderen probeert te helpen. Op dit punt gekomen dacht ik terug aan deze passage van Gods woord: “Eerst moet je alle moeilijkheden oplossen die in jezelf aanwezig zijn door op God te vertrouwen. Maak een eind aan je ontaarde gezindheid en wees in staat om je toestanden echt te begrijpen en erachter te komen hoe je de dingen moet aanpakken; blijf communiceren over alles wat je niet begrijpt. Jezelf niet kennen is voor jullie geen optie. Genees eerst je eigen ziekte en overdenk mijn woorden middels het vaker eten en drinken van mijn woorden, leef het leven en doe de dingen in overeenstemming met mijn woorden. Of je nu thuis bent of ergens anders, je moet God toestaan om kracht in jou uit te oefenen. […] Kan het leven van iemand tot wasdom komen als diegene niet kan leven naar Gods woorden? Nee, dat kan niet. Jullie moeten te allen tijde naar mijn woorden leven. In het leven moeten mijn woorden de leidraad van je handelen zijn. Zij zullen maken dat je voelt dat God er behagen in schept dat dingen op een bepaalde manier worden gedaan en dat God het haat als dingen op een andere manier worden gedaan; langzaamaan zul je op het rechte pad komen” (‘Hoofdstuk 22’ van Uitspraken van Christus aan het begin in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’). “Je moet de mensen met wie je communiceert begrijpen en praten over de spirituele kanten van het leven, alleen dan kun je leven geven aan anderen en hun tekorten goed maken. Je moet geen belerende toon tegen hen aanslaan, wat fundamenteel een verkeerde houding is. Bij communicatie moet je spirituele zaken begrijpen. Je moet wijsheid hebben en in staat zijn om te begrijpen wat omgaat in de harten van anderen mensen. Je moet een goed mens zijn om anderen te dienen en je moet communiceren met wat je hebt” (‘Hoofdstuk 13’ van Uitspraken van Christus aan het begin in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’). Gods woorden waren zo helder als een bergmeer en hielpen me mijn eigen tekortkomingen te bedenken: Wanneer ik in wat voor situatie dan ook kom, ben ik me nooit bewust van mezelf en hecht ik geen belang aan wat ik in mezelf blootleg. Ten diepste heb ik God niet in mijn hart en weet ik niet hoe ik op Hem moet vertrouwen. Bovendien begrijp ik veel te veel van Gods woorden niet en ben ik niet in staat om dingen te bezien of te handelen in overeenstemming met Gods woorden. God vraagt dat we leven volgens Zijn woord op elk moment van elke dag en dat we Gods woord nemen als een leidraad om onszelf daarnaar te gedragen. Hij vraagt dat we doen wat Hij liefheeft en dat we dat wat niet overeenstemt met Zijn bedoeling verlaten. Haat God niet dat wat ik vandaag van mezelf heb laten zien? Op welke manier waren mijn acties vandaag vervulling van mijn taken? Nee, ik heb duidelijk kwaad gedaan. Later las ik ‘De principes om anderen te helpen met een liefhebbend hart’, en het eerste principe zei: “Je moet verschillende soorten mensen onderscheiden volgens Gods woord. Degenen die echt in God geloven en de waarheid aannemen, moet je helpen met een liefdevol en eerlijk hart” (Praktijk en oefeningen voor principieel gedrag). Ik vond ook deze woorden van God, “Wat vereist Gods woord als principe voor de behandeling van anderen? Heb lief wat God liefheeft en haat wat God haat. Dat betekent, de mensen die God liefheeft, die werkelijk de waarheid nastreven en Gods wil doen, zijn de mensen die je moet liefhebben. Degenen die niet Gods wil doen, degenen die God haten, die God ongehoorzaam zijn en die door God worden veracht, zijn mensen die we moeten verachten en verwerpen. Dat is wat Gods woord vereist” (‘Alleen door je verkeerde opvattingen te kennen, kun je jezelf kennen’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). Omdat God ons liefheeft, wordt Hij vlees en verbergt Hij zich nederig en laat niets Hem tegenhouden om de hele mensheid te redden. Hij haat de bedorven aspecten van de mens, maar voelt mee met hun zwakheid, spreekt nooit mensen aan wat hun verdorvenheid betreft, maar moedigt mensen altijd aan door ernstige vermaning, aanhoudend onderwijs en liefde om hen de dwaling van hun wegen te laten beseffen en een nieuwe weg vooruit te vinden. God schenkt mij Zijn genade, doet mij verheffen en staat me toe deze plicht te vervullen, zodat ik kan liefhebben wat God liefheeft, mijn broeders en zusters kan helpen en ondersteunen met een liefhebbend hart wanneer zij met problemen te maken krijgen en alle mensen met een eerlijk hart kan behandelen. Ik ging echter tegen Zijn principes in: alleen omdat ik een beetje status had en zag dat anderen iets van hun bederf hadden laten zien, liet ik het na om mee te voelen met hun zwakheid, maar gebruikte in plaats daarvan Gods woord als een wapen om ze te onderdrukken en hen te dwingen het met mij eens te zijn. Is dit geen daad van haat? Ik voelde me opeens zo beschaamd en schaamde me voor mijn arrogantie en onwetendheid. Daarna las ik een passage uit Gods woord van het 43e principe, ‘Het principe van delen vanuit het hart’: “In ‘Ervaringen delen en communiceren’ betekent spreken over elke gedachte in je hart, over je gesteldheid, over je ervaringen en kennis van Gods woord, en over de verdorven gesteldheid binnen in je. En daarna onderscheiden anderen deze dingen: ze accepteren wat positief is en erkennen wat negatief is. Alleen dit is delen en alleen dit is werkelijk communiceren” (‘De meest fundamentele beoefening om een eerlijk iemand te zijn’ in ‘Verslagen van de gesprekken van Christus’). Door het woord van God te eten en te drinken, leerde ik met mijn zuster te communiceren op een manier die nuttig voor haar zou zijn. Ditmaal voelde ik een golf van liefde opwellen in me toen ik de pen pakte. Ik voelde een sterk verlangen om mijn hart bloot te leggen in een gesprek met mijn zuster. Ditmaal besprak ik in plaats daarvan mijn inzichten in mijn eigen arrogante en verwaande natuur en onmenselijk gedrag – ik had broeders en zusters niet correct behandeld, verzuimd liefde en medeleven met hen te tonen. In de brief schreef ik het volgende: ik dank God oprecht dat Hij je voor me heeft geplaatst, waardoor ik de boosaardigheid in mijn hart heb gezien. Ik heb geen waarheid of realiteit als leider. Ik verdien het niet om leider te zijn, omdat ik naliet verantwoordelijkheid te nemen voor de plicht die God mij schonk – ik faalde om als een dienaar voor God te handelen. In plaats daarvan zag ik mijn plicht als een positie van autoriteit, van status en dacht dat ik boven anderen stond. Toen ik je brief zag, was ik vervuld van minachting en veroordeling en geloofde ik zelfs dat ik de autoriteit had om je te snoeien en te behandelen. Wat arrogant en verwaand was ik geweest! In werkelijkheid waren jouw onvolkomenheden ook mijn onvolkomenheden en tekortkomingen. Als ik en mijn broeders en zusters niet harmonieus kunnen samenwerken, is het God die het feit blootlegt dat dit hele debacle het resultaat was van mijn onvermogen om de waarheid binnen te gaan in een harmonieuze samenwerking. Dank God voor deze openbaring, die me heeft geholpen te beseffen dat ondanks dat ik al vele jaren in God geloof, ik nog steeds geen inzicht heb in Gods redding van de mensheid. Ik moet ook Gods intentie om de mensheid te redden nog begrijpen. Ik weet niet op welke manier de mens gered en vervolmaakt moet worden. Daardoor ben ik tot nu toe niet in staat om, in welke situatie ik ook kom, Gods oordeel en tuchtiging, behandeling en snoeien te accepteren. In plaats daarvan ga ik altijd op in oppervlakkige zaken. Als je me deze brief niet had gestuurd om mij te ontmaskeren, had ik de natuur van mijn probleem niet gezien. Laten we voortaan samen het binnengaan in de realiteit van de waarheid beoefenen.
Toen ik mijn ego daadwerkelijk losliet, mezelf leerde kennen en ontleden, en de feitelijke toestand gebruikte die ik heb ervaren in het communiceren en het binnengaan in de waarheid met mijn zuster, voelde ik me extreem rustig en vredig en voelde dat er geen afstand en vervreemding was tussen ons. Ik zag echt het teken van Gods zegen in situaties waarin ik de waarheid beoefende. Alleen door Gods voortdurende leiding en verlichting begon ik, die alleen over waarheid kon spreken maar het niet kon toepassen, ik, die passief door ervaringen ging zonder de realiteit van de waarheid binnen te gaan, langzaamaan te verbeteren. Ik zag de heilige en rechtvaardige gezindheid van God in mijn ervaringen uit het verleden. Net zoals een passage uit een preek zei: “Waar bederf is, daar zal oordeel zijn; waar kwaad is, daar zal tuchtiging zijn” (Communicatie van boven). Ik begon me ook steeds meer ervan bewust te worden dat Gods oordeel en tuchtiging precies is wat we nodig hebben. Het ervaren van Gods oordeel en tuchtiging is een geschenk van diepe redding en genade. Alleen door dit oordeel en tuchtiging te ontvangen kunnen we worden ontrukt aan de duistere invloed van satan, de duisternis afwerpen, het licht en de waarheid zoeken, de waarheid binnengaan en de waarheid beoefenen. Ik bid dat Gods oordeel en tuchtiging mij volgen waar ik ook ga, zodat ik zuiverheid kan bereiken en kan leven als een echt mens.