1.Oordeel is de sleutel tot het hemelse koninkrijk

Door Zhenglu, China

Ik kom uit een christelijk gezin. Mijn vader zei vaak: “Door in de Heer te geloven, worden onze zonden vergeven en zijn we niet langer zondig. Als de Heer komt, zal Hij ons meenemen naar het hemelse koninkrijk, want in de Bijbel staat: ‘Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered’ (Romeinen 10:10).” Dus jarenlang dacht ik dat ik door mijn geloof werd gerechtvaardigd en gered en dat ik naar de hemel zou gaan. Later las ik deze woorden van de Heer Jezus: “Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan(Matteüs 18:3). “Niet iedereen die tegen mij zei, Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan; maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is(Matteüs 7:21). Dit verwarde me zeer. De Heer zegt dat alleen degenen die de wil van de Vader doen in de hemel komen. Hij zegt dat we anderen niet moeten haten of benijden, maar van elkaar moeten houden. Ik wist dat ik hier niet aan voldeed. Ik loog en bedroog continu uit eigenbelang en had geen geduld met broeders en zusters. Ik kon niet van anderen houden zoals ik van mezelf hield. Bij problemen gaf ik God de schuld. Ik hield niet echt van God. Ik hield me niet aan de geboden van de Heer en deed Gods wil niet. Hoe kon ik in de hemel komen? Toen schoten Gods woorden me te binnen: “Jullie moeten dus heilig zijn, want ik ben heilig(Leviticus 11:45). Ik zondigde en beleed de hele tijd en zat nog steeds vast in zonde. Zou de Heer me meenemen naar de hemel als Hij kwam? Ik bestudeerde de Bijbel aandachtig om dit uit te zoeken. Ik las en las, maar ik vond niet hoe ik me van zonde kon ontdoen. Ik dacht aan wat Paulus had gezegd: “Wie zal mij, ongelukkig mens, redden uit dit bestaan dat beheerst wordt door de dood?” (Romeinen 7:24). Zelfs Paulus wist het niet, dus hoe kon ik het weten? Ik werd er niet jonger op en had bijna mijn hele leven geloofd, maar ik wist nog steeds niet zeker of ik in de hemel zou komen. Ik voelde me heel zielig en verloren. Ik wilde niets liever dan de weg naar de hemel vinden en eindelijk de Heer in vrede ontmoeten. Daarom ging ik op bezoek bij bekende christenen, waar ze ook waren, maar zij konden me ook niet helpen. Ik woonde bijeenkomsten van andere denominaties bij maar ze spraken steeds over dezelfde dingen, over rechtvaardiging en redding door geloof. Ik was zeer teleurgesteld.

Toen kon ik onverwacht studeren aan een seminarie dat werd geleid door buitenlanders. Ik keek uit naar hun preken en was er zeker van dat ik daar antwoorden zou vinden. Vervuld van geloof studeerde ik daar ruim twee maanden. Helaas las de dominee tijdens zijn lessen gewoon uit boeken over kerkgeschiedenis, het leven van Jezus, overzichten van het Nieuwe en Oude Testament enzovoort. Hij sprak nooit over de manier van leven. Op een avond na het eten vroeg ik aan de dominee: “Kunt u ons vertellen over de manier van leven?” Hij zei: “Dat is precies wat we hier leren. We zijn de grootste religieuze organisatie wereldwijd, internationaal erkend. Na drie jaar krijg je een internationaal domineescertificaat. Dan kun je het evangelie preken en wereldwijd kerken stichten.” Ik vond dit heel ontmoedigend. Ik wilde geen dominee worden. Ik wilde alleen weten hoe ik in de hemel kon komen. Daarom vroeg ik: “Kom ik met dat geweldige certificaat ook in de hemel?” De dominee antwoordde niet. Ik bleef vragen stellen. “U schijnt al tientallen jaren te geloven. Bent u gered? Gaat u naar de hemel?” Zelfverzekerd zei hij: “Natuurlijk ga ik naar de hemel.” Toen vroeg ik: “Waar baseert u dat op? Houdt u van anderen zoals van uzelf? Hebt u zich ontdaan van zonde en bent u nu heilig? Bent u als een klein kind geworden? De hele tijd zondigen we en negeren we de lessen van de Heer. Overdag zondigen we en ’s nachts belijden we onze zonden. God is heilig. Zegt u dat zondige mensen zoals wij het hemelse koninkrijk kunnen binnengaan?” Nadat ik deze vragen had gesteld, werd zijn gezicht vuurrood en zei hij geen woord. Ik was zeer ontdaan. Ik verliet het seminarie en ging terug naar huis.

Op weg naar huis, was ik enorm bedroefd en leek al mijn hoop vervlogen. Ik wist niet waar ik de weg naar de hemel kon vinden. Toen zag ik het betraande gezicht van mijn oude vader voor me. Hij had zijn hele leven gepreekt over rechtvaardiging door geloof en dat we na onze dood in de hemel zouden komen, maar hij stierf vol spijt. Ik had bijna mijn hele leven in de Heer geloofd en mensen elke dag verteld dat ze na hun dood naar de hemel zouden gaan. Maar nu twijfelde ik aan de weg naar het hemelse koninkrijk. Zou ik net als mijn vader vol spijt sterven? Opeens dacht ik aan wat de Heer Jezus had gezegd: “Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan(Matteüs 7:7). Ik dacht: de Heer is trouw. Ik mag niet opgeven. Zolang ik leef, blijf ik de weg naar de hemel zoeken. Ik bad tot de Heer: “Heer, ik heb overal gezocht naar de manier om zonder zonde te zijn en naar de hemel te gaan maar niemand kan me helpen. O, Heer, wat moet ik doen? Als predikant vertel ik mensen elke dag dat ze sterk moeten staan in hun geloof en moeten volhouden tot het einde om in de hemel te komen. Maar nu weet zelfs ik niet hoe ik zonder zonde kan zijn en naar de hemel kan gaan. Ben ik niet de lamme die alle blinden naar een put leidt? O, Heer. Waar kan ik de weg naar de hemel vinden? Ik vraag om uw leiding.”

Toen ik thuiskwam, hoorde ik dat goede leden en leiders van veel kerken naar Bliksem uit het oosten waren gegaan. Mensen vonden hun preken geweldig en zeiden dat ze nieuw licht hadden, en door sommige dominees zelfs werden bewonderd. Ik dacht: waarom heb ik nooit iemand ontmoet van Bliksem uit het oosten? Het zou prachtig zijn om ze ooit te ontmoeten. Ik moet met hen zoeken en zien waarom hun preken zo geweldig zijn. Misschien kunnen ze mijn probleem oplossen.

Broeder Wang van mijn kerk kwam op een dag langs. Hij zei dat twee familieleden die in Almachtige God geloofden op bezoek waren en hij vroeg of ik ook wilde komen. Ik was heel blij toen ik hij dat zei en we haastten ons naar zijn huis. We stelden ons voor en ik vertelde ze mijn probleem. Ik zei: “Ik heb altijd geloofd dat we zijn gered omdat we zijn gedoopt, dat geloven in ons hart en belijden met onze mond betekent dat we zijn gerechtvaardigd door geloof, en dat de Heer ons na Zijn komst naar de hemel zal verheffen.” “Maar ik twijfel er al enkele jaren aan of ik wel in de hemel zal kunnen komen. Volgens mij is het niet zo simpel. In de Bijbel staat: ‘Want zonder heiliging zal niemand de Heer zien’ (Hebreeën 12:14). Ikzelf en broeders en zusters in de kerk zondigen continu en ik denk niet dat mensen die zoals wij in zonde leven, naar de hemel kunnen gaan. Ik wil graag weten hoe we precies in het hemelse koninkrijk kunnen komen. Kunnen jullie hierover met me communiceren?”

Zuster Zhou zei lachend: “Het hemelse koninkrijk binnengaan is een grote zorg voor elke christen.” “De Heer Jezus zei hier duidelijk over: ‘Niet iedereen die tegen mij zei, Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan; maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is(Matteüs 7:21).” “De Heer is heel duidelijk. Alleen wie Zijn woorden praktiseert en Gods wil doet, kan het hemelse koninkrijk binnengaan. De Heer heeft nooit gezegd dat eens gered hetzelfde is als altijd gered, of dat we worden gerechtvaardigd door geloof en zo Zijn koninkrijk kunnen binnengaan.” “Rechtvaardiging door geloof is iets wat Paulus heeft verzonnen. Paulus was gewoon een apostel, een verdorven mens. Hij was Christus niet en zijn woorden waren niet die van Christus. We kunnen niet vertrouwen op zijn woorden om in de hemel te komen.” “Alleen Jezus is de Heer en de Koning van het hemelse koninkrijk. Alleen Zijn woorden hebben gezag en zijn de waarheid. Menselijke noties zijn niet de waarheid en kunnen niet de norm zijn om in Zijn koninkrijk te komen.” “We kunnen hier alleen de woorden van de Heer volgen. We kunnen niet de woorden van Paulus volgen en daarmee uit.” Zuster Zhou las toen enkele passages uit Almachtige Gods woorden voor over de betekenis van rechtvaardiging en redding door geloof, en of redding gelijkstond aan toegang tot de hemel. Almachtige God zegt: “Jezus’ werk was in die tijd het werk om heel de mensheid te verlossen. De zonden van allen die in Hem geloofden, werden vergeven; Hij zou je verlossen zolang je maar in Hem geloofde. Als je in Hem geloofde, was je geen zondaar meer, dan zou je van je zonden worden verlost. Dit was de betekenis van gered zijn en dat je door geloof gerechtvaardigd was. Toch bleef er in de gelovigen datgene achter wat opstandig was en zich tegen God verzette en nog steeds beetje bij beetje weggenomen moest worden. Redding betekende niet dat de mens volledig door Jezus was gewonnen, maar dat de mens niet langer van de zonde was, dat zijn zonden hem vergeven waren. Op voorwaarde dat je geloofde, zou je nooit meer van de zonde zijn(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De visie van Gods werk (2)). “Je weet alleen dat Jezus zal nederdalen tijdens de laatste dagen, maar hoe precies zal Hij nederdalen? Kan een zondaar zoals jullie, die net is verlost en niet is veranderd of vervolmaakt door God, naar Gods hart zijn? Voor jou geldt dat jij, die nog steeds je oude zelf bent, inderdaad gered bent door Jezus en dat je niet beschouwd wordt als een zondaar vanwege de redding door God, maar dat bewijst niet dat je niet zondig bent en niet onzuiver bent. Hoe kun je heilig zijn als je niet veranderd bent? Van binnen ben je overladen met onzuiverheid, zelfzuchtig en verachtelijk, maar toch wil je nederdalen met Jezus – dan zou je wel boffen! Je hebt een stap overgeslagen in je geloof in God: je bent alleen nog maar verlost, maar je bent nog niet veranderd. Om naar Gods hart te zijn, moet God persoonlijk het werk verrichten, dat inhoudt dat Hij je verandert en zuivert. Anders zul jij, die alleen verlost is, geen heiligheid kunnen verkrijgen. Op die manier ben je niet gekwalificeerd om te delen in de goede zegeningen van God omdat je een stap mist in Gods werk van het managen van de mens, en wel de cruciale stap van verandering en vervolmaken. Daarom ben jij, een zondaar die net is verlost, niet in staat om rechtstreeks de erfenis van God te erven(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Over titels en identiteit). “Jezus deed veel werk onder de mens, maar voltooide alleen de verlossing van alle mensen en werd het zondoffer van de mens. Hij ontdeed de mens niet van heel zijn verdorven gezindheid. Om de mens volledig van de invloed van Satan te redden, was het niet alleen vereist dat Jezus de zonden van de mensheid als zondoffer op Zich nam, maar ook dat God nog belangrijker werk uitvoerde om de mens volledig te ontdoen van zijn gezindheid die door Satan was verdorven. Daarom keerde God nadat de zonden van de mensen waren vergeven terug in het vlees om de mens naar een nieuw tijdperk te leiden. Hij begon het werk van tuchtiging en oordeel, waardoor de mens in een hogere sfeer terechtkwam. Iedereen die zich aan Zijn heerschappij onderwerpt, zal een hogere waarheid genieten en een rijkere zegen ontvangen. Ze zullen echt in het licht leven en de waarheid, de weg en het leven verkrijgen(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord).

Toen zei zuster Wang het volgende: “Laat in het Tijdperk van de Wet, verdierf Satan de mensheid steeds dieper en zondigden mensen steeds meer. Iedereen liep gevaar om onder de wet ter dood te worden veroordeeld. Daarom deed de Heer Jezus het verlossingswerk in het Tijdperk van Genade. Door Zijn kruisiging werd Hij het zondoffer van de mens en vergaf Hij de zonden van de mens. Toen hoefden we alleen maar in de Heer te geloven, te belijden en tegenover Hem berouw te tonen. Dan werden onze zonden vergeven en konden we genieten van Zijn genade. Dat was redding voor mensen die onder de wet hadden geleefd. Deze ‘redding’ betekende vrijheid van veroordeling en vervloeking door de wet, nu en in de toekomst. Dat is ‘worden gered door geloof’.” Zuster Wang vervolgde: “We worden niet rechtvaardig als we worden gerechtvaardigd door geloof. Rechtvaardiging en redding door geloof betekenen niet dat we vrij van zonde zijn, dat we puur zijn, dat we volledig zijn gered of dat we naar de hemel gaan.” “Hoewel onze zonden zijn vergeven, zijn onze zondige natuur en satanische gezindheden nog diep in ons geworteld. We kunnen nog steeds liegen, bedriegen, jaloers zijn en anderen haten, en vaak zondigen we en verzetten we ons tegen God. Hoe kunnen mensen zoals wij, vervuld van satanische gezindheden, die God negeren en weerstaan ooit in het hemelse koninkrijk komen?” “Daarom beloofde de Heer Jezus dat Hij zou terugkeren. Almachtige God is gekomen in de laatste dagen. Hij heeft alle waarheden uitgedrukt die ons zuiveren en redden en Hij doet het oordeelswerk om onze satanische natuur en gezindheden te verhelpen en ons te redden van zonde en ons te zuiveren, zodat we het hemelse koninkrijk kunnen binnengaan.” “Almachtige Gods oordeelswerk vervult de profetie van de Heer Jezus: ‘Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid(Johannes 16:12-13). ‘Want ik kwam niet naar de aarde om te oordelen, maar om de wereld te redden. Hij die mij verwerpt en mijn woorden niet ontvangt, wordt geoordeeld: het woord dat ik heb gesproken zal hetzelfde zijn dat hem op de laatste dag zal oordelen(Johannes 12:47-48).” “En in 1 Petrus staat: ‘Want de tijd is gekomen dat het oordeel begint bij het huis van God(1 Petrus 4:17). Alleen door het verlossingswerk van het Tijdperk van Genade te ervaren, kunnen we genieten van de genade van de Heer en worden onze zonden vergeven. We kunnen niet zonder zonde of gezuiverd zijn. Daarom moeten we Gods oordeelswerk in de laatste dagen aanvaarden en volgen en waarlijk berouw tonen en worden gezuiverd van verdorvenheid om vrij van zonde te zijn en voor eens en altijd te worden gered. Dan kunnen we de rampen overleven en zal God ons naar Zijn koninkrijk leiden.”

De boodschap van de zuster opende echt mijn ogen. Dat we door de redding van ons geloof in de hemel zouden komen was gewoon onze verbeelding en strookte niet met de woorden van de Heer. De Heer Jezus deed het verlossingwerk, maar heeft de zonde niet uitgewist, dus we hebben nog steeds een zondige natuur. Daarom moeten we wel zondigen en Hem weerstaan. Daarom kon ik me al die jaren nooit van zonde bevrijden hoe ik mijn vlees ook verzaakte of mijn eigen lichaam ook onderwierp. Dat kwam dus door mijn eigen zondige natuur en omdat ik Gods nieuwe werk niet had ervaren. Almachtige God doet het oordeelswerk om onze zondige natuur te ontwortelen en ons voor eens en altijd te zuiveren en volledig te redden. Dat is precies wat we nodig hebben en het is fantastisch. Maar ik wist niet hoe God over ons oordeelde en ons zuiverde in de laatste dagen dus ik vroeg het aan de zusters.

Zuster Wang las nog een passage uit Almachtige Gods woorden voor: “In de laatste dagen gebruikt Christus een verscheidenheid aan waarheden om de mens te onderwijzen, het wezen van de mens te ontmaskeren, en zijn woorden en daden te ontleden. Deze woorden omvatten verscheidene waarheden, zoals de plicht van de mens, hoe de mens God moet gehoorzamen, hoe de mens trouw moet zijn aan God, hoe de mens een normale menselijkheid moet naleven, alsook de wijsheid en de gezindheid van God, enzovoort. Deze woorden doelen allemaal op het wezen van de mens en zijn verdorven gezindheid. In het bijzonder die woorden die aan de kaak stellen hoe de mens God versmaadt, worden gesproken in verband met hoe de mens een belichaming van Satan is en een vijandelijke macht tegen God. Door het ondernemen van Zijn werk van oordeel, maakt God niet zonder meer de natuur van de mens duidelijk met slechts een paar woorden; over een langer tijdsbestek houdt Hij Zich bezig met ontmaskeren, behandelen en snoeien. Deze methoden van ontmaskering, behandelen en snoeien kunnen niet vervangen worden door gewone woorden, maar met de waarheid die de mens in het geheel niet bezit. Alleen dit soort methoden wordt beschouwd als oordeel; alleen door middel van dit soort oordeel kan de mens onderworpen worden en grondig overtuigd worden om zich aan God te onderwerpen, en daarenboven ware kennis van God vergaren. Wat het werk van oordeel teweegbrengt is het begrip van de mens van het ware gezicht van God en de waarheid over zijn eigen opstandigheid. Door het werk van oordeel vergaart de mens veel begrip over de wil van God, over het doel van Gods werk, en over de mysteriën die onbegrijpelijk voor hem zijn. Het laat de mens ook zijn verdorven essentie herkennen en kennen en de wortels van zijn verdorvenheid, alsmede de afstotelijkheid van de mens ontdekken. Deze resultaten worden allemaal verkregen door het werk van oordeel, want de essentie van dit werk is eigenlijk het werk van het openleggen van de waarheid, de weg en het leven van God voor al degenen die geloof in Hem hebben. Dit werk is het werk van oordeel gedaan door God(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid).

Toen vervolgde ze haar boodschap: “Almachtige God drukt de waarheid uit om over ons te oordelen en ons te zuiveren in de laatste dagen. Hij openbaart de satanische natuur en gezindheden van de mens die God weerstaan. Door het oordeel en de openbaringen van Zijn woorden en de feiten zien we hoezeer Satan ons heeft verdorven. Onze natuur is arrogant, bedrieglijk wreed en boosaardig, en we haten de waarheid. Satanische gezindheden vullen onze botten en bloed, en we lijken nauwelijks menselijk. We worden beheerst door deze verdorven gezindheden, en kunnen er niets aan doen dat we ons verzetten tegen God. Zo hemelen we onszelf vaak op en pronken we als we werken en preken om het respect van anderen te winnen. We doen alles voor ons eigenbelang. We wedijveren om prestige en saboteren elkaar. We benijden en haten iedereen die beter is dan wij. We putten onszelf alleen uit voor zegeningen en om in Zijn koninkrijk te komen.” “We geven God de schuld en begrijpen Hem verkeerd zodra er thuis iets misgaat.” “Door Gods oordeel en tuchtiging kunnen we onze eigen verdorvenheid zien. Dan haten we echt onze satanische natuur. We beginnen spijt te voelen en onszelf te haten, en vervolgens tonen we berouw aan God. We leren ook een beetje over Gods rechtvaardige gezindheid. We beginnen God te vrezen en ons aan Hem te onderwerpen. We kunnen bewust ons vlees verzaken en Gods woorden praktiseren. We kunnen onze plicht vervullen als echte geschapen wezens en beginnen enige menselijke gelijkenis na te leven.” “Door die ervaring, voelen we hoe diep Satan ons heeft verdorven, dat we het oordeel van Gods woorden moeten aanvaarden, dat onze satanische gezindheden moeten worden gezuiverd, dat we God niet langer kunnen weerstaan en dat dat de enige weg naar Gods koninkrijk is.”

Mijn hart verlichtte zich door deze boodschappen. Als we alleen het verlossingswerk van het Tijdperk van Genade aanvaarden en niet Almachtige Gods oordeelswerk, zullen we altijd door zonde worden geketend, zelfs als we in de Heer geloven. Dan zullen we nooit Gods wil doen of Gods koninkrijk binnengaan. Almachtige God die de waarheid uitdrukt en Zijn oordeelswerk doet, is de enige weg naar het hemelse koninkrijk. Ik had jarenlang overal gezocht naar de weg naar het hemelse koninkrijk en nu had ik die eindelijk gevonden. Ik huilde van vreugde, want mijn langverwachte wens was eindelijk vervuld. Dit is Gods stem en Almachtige God is de Heer Jezus die is teruggekeerd. Toen de Heer Jezus werd geboren, was Simeon in de wolken toen Hij hem acht dagen na Zijn geboorte zag. Nu ik Gods stem heb gehoord en de Heer in mijn leven heb verwelkomd voel ik me nog gelukkiger en gezegender dan Simeon. Ik ben Almachtige God heel dankbaar.

Volgende: 2. De weg naar zuivering

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

46. Ik ben thuisgekomen

Door Chu Keen Pong, MaleisiëIk geloofde al ruim tien jaar in de Heer en diende twee jaar in de kerk, toen ik mijn kerk achterliet om in het...

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek