Een ervaring van het delen van het evangelie

14 maart 2022

Door Fusu, Zuid-Korea

Nadat ik het werk van de laatste dagen van Almachtige God had aanvaard, begon ik het evangelie te delen. Ik besloot in stilte dat ik mijn plicht goed zou doen, wat voor moeilijkheden ik ook tegen zou komen, zodat Gods schapen Zijn stem konden horen en tot Hem konden komen.

In februari 2018 ontmoette ik online broeder Mel uit de Filipijnen. Hij zat op het seminarie en in het begin spraken we veel over zaken zoals de wijze en dwaze maagden, wat opname is, enzovoort. Toen ter sprake kwam wie het koninkrijk binnen kunnen gaan, vroeg ik broeder Mel: “Denk jij dat ieder van ons die gelooft in de Heer uiteindelijk het hemelse koninkrijk in zal gaan?” Trots zei hij: “Natuurlijk. In Efeziërs 2:8-9 zegt Paulus: ‘Door zijn genade bent u nu immers gered, dankzij uw geloof. Maar dat dankt u niet aan uzelf; het is een geschenk van God en geen gevolg van uw daden, dus niemand kan zich erop laten voorstaan.’ Wij zijn door geloof gerechtvaardigd en we zullen gered worden als we tot het einde toe volhouden. Wanneer de Heer terugkeert, zal Hij ons rechtstreeks opnemen in het koninkrijk. Als we daaraan twijfelen, is dat een ontkenning van de redding van de Heer Jezus en een gebrek aan geloof.” Toen hij dat gezegd had, vroeg ik hem: “Je zegt dat we door geloof gerechtvaardigd en door genade gered zijn, zodat we het koninkrijk in kunnen gaan. Is hier een Bijbelse basis voor? Heeft de Heer Jezus dat gezegd? Heeft de Heilige Geest dat gezegd? De Bijbel noemt gerechtvaardigd en gered worden door geloof, maar zegt niet dat we daardoor in het koninkrijk zullen komen. Er is geen basis voor deze uitspraak. Is het niet gewoon een menselijke opvatting?”

Mel was verbijsterd en mompelde zacht: “Rechtvaardiging door geloof betekent niet dat je het koninkrijk in zal gaan?” Ik stuurde hem een paar Bijbelverzen: “Niet iedereen die tegen mij zei, Heer, Heer, zal het koninkrijk der hemelen binnengaan; maar hij die de wil doet van mijn Vader, die in de hemelen is(Matteüs 7:21). “Ik verzeker jullie: als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan(Matteüs 18:3). “Geen leugen komt over hun lippen, er valt niets op hen aan te merken(Openbaring 14:5). “Jullie moeten dus heilig zijn, want ik ben heilig(Lev. 11:45). Toen zei ik: “De woorden van de Heer zijn heel duidelijk over de voorwaarden waarop je het koninkrijk kunt binnengaan. De Heer is heilig en Hij vraagt ons om net zo puur, eerlijk en argeloos te zijn als kleine kinderen om verdorvenheid af te werpen en gereinigd te worden, en mensen te worden die God gehoorzamen en Zijn wil doen. Alleen dat maakt iemand geschikt voor het koninkrijk. En hebben we aan deze eisen voldaan? Durf je te zeggen dat je nooit liegt? Durf je te zeggen dat je helemaal vrij van zonden en gereinigd bent?” Mel zei geen woord. Ik ging door met mijn communicatie: “Als we belijden en spijt betuigen aan de Heer, worden we gerechtvaardigd door geloof en gered door genade – tot zover is dat waar. Maar wat betekenen gerechtvaardigd door geloof en gered door genade nu werkelijk? We weten allemaal dat in het Tijdperk van de Wet God leiding gaf aan het leven van de mensen door het uitvaardigen van de wet en de geboden via Mozes, maar aan het einde van dat tijdperk hield niemand zich aan de wet. Iedereen zondigde steeds vaker. Iedereen liep gevaar om onder de wet veroordeeld of ter dood gebracht te worden. Dit was de context waarin God vlees werd, werd gekruisigd als zondoffer voor de mens en de mens bevrijdde van de wet. Zolang de mensen de Heer Jezus als hun Redder aanvaardden, en beleden en berouw toonden, werden daarna hun zonden vergeven en werden ze niet veroordeeld voor het breken van de wet. Dat betekent dat de Heer ons niet langer als zondig beschouwde. We konden rechtvaardigen worden genoemd vanwege de verlossing door de Heer, en waren geschikt om in gebed tot God te komen en te genieten van de genade, vrede en vreugde die de Heer ons schonk. Dat is waarom gerechtvaardigd door geloof en gered door genade betekent dat onze zonden zijn vergeven door geloof en dat we niet zijn veroordeeld onder de wet. Maar het betekent niet dat we vrij zijn van zonde of gereinigd, dat we werkelijk rechtvaardig zijn en het koninkrijk waardig.”

Mel reageerde verrast: “Dus gerechtvaardigd door geloof betekent alleen dat onze zonden zijn vergeven en dat de Heer ons niet als zondig beschouwt, maar niet dat we rechtvaardig zijn en het koninkrijk binnen kunnen gaan. Onze dominee heeft het daar nooit over gehad.” Toen las ik hem deze passage van de woorden van Almachtige God voor “Jezus’ werk was in die tijd het werk om heel de mensheid te verlossen. De zonden van allen die in Hem geloofden, werden vergeven; Hij zou je verlossen zolang je maar in Hem geloofde. Als je in Hem geloofde, was je niet langer van de zonde, dan was je van je zonden verlost. Dit was de betekenis van gered zijn en dat je door geloof gerechtvaardigd was. Toch bleef er in de gelovigen datgene achter wat opstandig was en zich tegen God verzette en nog steeds beetje bij beetje weggenomen moest worden. Redding betekende niet dat de mens volledig door Jezus was gewonnen, maar dat de mens niet langer van de zonde was, dat zijn zonden hem vergeven waren. Op voorwaarde dat je geloofde, zou je nooit meer van de zonde zijn(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De visie van Gods werk (2)). “Ondanks alles waarvan de mens wellicht verlost is en waarvan zijn zonden hem vergeven zijn, kan dit alleen worden opgevat in de zin dat God Zich de overtredingen van de mens niet herinnert en hem niet overeenkomstig behandelt. Wanneer de mens, die leeft in een lichaam van vlees, echter niet van zonde is vrijgemaakt, kan hij alleen maar blijven zondigen en eindeloos zijn verdorven satanische gezindheid blijven openbaren. Dit is het leven dat de mens leidt: een eindeloze cyclus van zondigen en vergeven worden. Het grootste deel van de mensheid zondigt overdag en belijdt dit ’s avonds weer. Zelfs als het zondoffer voor de mens voor altijd van kracht blijft, zal het de mens op deze manier niet redden van de zonde. Slechts de helft van het reddingswerk is afgerond, want de gezindheid van de mens is nog steeds verdorven. […] Het is niet gemakkelijk voor de mens om zich van zijn zonden bewust te worden. Hij kan zijn eigen diepgewortelde natuur niet herkennen en moet vertrouwen op het oordeel van het woord om dit te bereiken. Alleen zo kan de mens geleidelijk vanaf dit punt veranderen(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het mysterie van de vleeswording (4)). “Je weet alleen dat Jezus zal neerdalen tijdens de laatste dagen, maar hoe zal Hij precies neerdalen? Kan een zondaar zoals jullie, die net is verlost en niet is veranderd of vervolmaakt door God, naar Gods hart zijn? Voor jou geldt dat jij, die nog steeds je oude zelf bent, inderdaad gered bent door Jezus en dat je niet beschouwd wordt als een zondaar vanwege de redding door God, maar dat bewijst niet dat je niet zondig bent en niet onzuiver bent. Hoe kun je heilig zijn als je niet veranderd bent? Van binnen ben je overladen met onzuiverheid, zelfzuchtig en verachtelijk, maar toch wil je nederdalen met Jezus – dan zou je wel boffen! Je hebt een stap overgeslagen in je geloof in God: je bent alleen maar verlost, maar je bent niet veranderd. Om naar Gods hart te zijn, moet God persoonlijk het werk verrichten, dat inhoudt dat Hij je verandert en zuivert. Anders zul jij, die alleen verlost is, geen heiligheid kunnen verkrijgen. Op die manier ben je niet gekwalificeerd om te delen in de goede zegeningen van God omdat je een stap mist in Gods werk van het managen van de mens, en wel de cruciale stap van verandering en vervolmaken. Jij, een zondaar die net is verlost, bent daarom niet in staat om rechtstreeks de erfenis van God te erven(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Over titels en identiteit).

Nadat ik Gods woorden gelezen had, legde ik uit: “In het Tijdperk van Genade voerde de Heer Jezus het werk van de verlossing uit gebaseerd op de behoeften van de mens. Hij drukte de weg van berouw tonen uit, zodat mensen konden belijden en spijt betuigen gebaseerd op hun kennis van zonde, streven de Heer lief te hebben, het zout en het licht te zijn en anderen lief te hebben als henzelf, en meer. Dat mensen goed gedrag aanleerden was het resultaat van het werk van verlossing. Wanneer we verlost zijn door de Heer Jezus, zijn onze zonden vergeven en beschouwt Hij ons niet als de zondig. Maar dat betekent niet dat we vrij zijn van zonde of dat we gereinigd zijn, want onze zondige natuur zit nog diep verankerd en we blijven onze verdorven gezindheden openbaren, zoals arrogantie, onoprechtheid, leugenachtigheid, slechtheid en gemeenheid. Bijvoorbeeld, als we een bepaalde gave of sterke kant hebben, of enig kaliber, denken we dat we geweldig zijn. We zijn hooghartig en kijken neer op anderen. Wanneer we offers brengen of een beetje tegenslag hebben in ons werk, kunnen we niet anders dan opscheppen en snoeven, opdat anderen ons vereren. Als we zien dat iemand anders beter is dan wij, kunnen we jaloers zijn en hen haatdragend bejegenen. Als iets onze eigen belangen raakt, kunnen we liegen en bedriegen. Als we geconfronteerd worden met tegenspoed, beproevingen, rampen, ziekten of familieproblemen, begrijpen we het soms verkeerd en geven God de schuld, of ontkennen en verraden we Hem zelfs. Dit alles toont dat we nog steeds geketend zijn door zonde en dat we nog steeds zondigen en God weerstaan. Tweeduizend jaar lang leefde iedereen in deze vicieuze cirkel van zondigen en belijden, en geen enkel persoon is daar vrij van geweest. Dat is zonneklaar. Als we onszelf vergelijken met wat de Heer van ons verlangt, niet liegen, vrij zijn van gebreken, en gezuiverd zijn – dan komen we niet eens in de buurt. We kunnen onmogelijk God verheerlijken of getuigenis van Hem afleggen. Hoe kunnen mensen zoals wij het koninkrijk binnengaan? Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde. Nu blijft een slaaf niet voor eeuwig in huis, maar de Zoon blijft wel voor eeuwig(Johannes 8:34-35). Dus als we gereinigd willen worden en het koninkrijk binnengaan, moet God in de laatste dagen terugkomen en ons bevrijden van zonde, om onze satanische gezindheden op te lossen en onze zonde en tegenstand tegen God geheel te ontwortelen.”

Na deze communicatie zei Mel dat hij het nu begreep dat de Heer Jezus slechts het werk van verlossing deed. En dat we, zelfs al zijn we gerechtvaardigd door geloof, nog steeds zondigen en geketend zijn door zonde, zodat we echt het koninkrijk niet kunnen binnengaan. Maar nadat hij er even over had nagedacht, vroeg hij: “Maar je zei dat de Heer een volgende stap van het reddingswerk zal zetten in de laatste dagen. Dat lijkt op een ontkenning van de redding van de Heer Jezus. Onze zonden zijn vergeven door ons geloof, dus zelfs al zijn we niet rechtvaardig, Gods redding is perfect. De voltooiing van het werk van de Heer Jezus heeft daarvoor gezorgd, dus er is geen verdere redding. We kunnen niet opnieuw gered worden, wanneer we al gered zijn. Zou dat niet betekenen dat de redding van de Heer nutteloos was? Zuster, het lijkt alsof je deze twijfels alleen maar hebt omdat je geen geloof hebt in de redding van de Heer.”

Toen dacht ik: “Broeder Mel is erg jong maar hij heeft een aantal sterke opvattingen. Hij is het er mee eens dat rechtvaardiging door geloof iemand geen intrede in het koninkrijk geeft, maar hij kan Gods reddingswerk in de laatste dagen niet aanvaarden.” Ik bad tot God en vroeg om Zijn leiding. Na het gebed zei ik tegen Mel: “In de Bijbel wordt geprofeteerd dat God nog een stap van het werk zal doen in de laatste dagen. Lees 2 Korintiërs 1:10: ‘Die ons heeft gered en ons opnieuw zal redden uit eenzelfde doodsgevaar. Op hem hebben we onze hoop gevestigd: hij zal ons altijd redden.’ En ook Hebreeën 9:28: ‘Net zo zeker is het dat Christus, die eenmaal is geofferd om de zonden van velen te dragen, voor een tweede maal zal verschijnen om te redden wie hem verwachten, maar dan gaat het niet meer om de zonde.’ In 1 Petrus 1:5 staat: ‘Die worden beschermd door de kracht van God door geloof tot de redding die klaar is om in de laatste tijd te worden geopenbaard.’ En in Johannes 12:47-48: ‘Als iemand mijn woorden hoort maar ze niet bewaart, zal ik niet over hem oordelen. Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden. Wie mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt heeft al een rechter: alles wat ik gezegd heb zal op de laatste dag over hem oordelen.’ 1 Petrus 4:17 zegt: ‘Want de tijd is gekomen dat het oordeel begint bij het huis van God.’ Deze verzen zeggen: ‘hij zal ons altijd redden’, ‘voor een tweede maal zal verschijnen om te redden wie hem verwachten’, ‘de redding die klaar is om in de laatste tijd te worden geopenbaard’ en ‘Want de tijd is gekomen dat het oordeel begint bij het huis van God’. Ze betekenen allemaal dat God een volgende stap in het werk zal zetten in de laatste dagen, niet om de mensheid te verlossen van haar zonden, maar om te oordelen, reinigen en haar geheel te redden. Het werk van verlossing van de Heer Jezus heeft ons onze zonden kwijtgescholden, en in de laatste dagen zal God het oordeelswerk uitvoeren om onze zondige natuur eens en voor altijd weg te nemen, om ons geheel te bevrijden van zonde en te reinigen.”

Toen zei Mel verrast: “Dus het blijkt dat God het oordeelswerk en de reiniging zal verrichten in de laatste dagen en dat er een andere stap van redding is. Maar vertel me, hoe doet God dit oordeelswerk?”

Dus deelde ik dit met hem: “Hebreeën 4:12 zegt: ‘Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan een tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden.’” Toen las ik hem enkele woorden van God voor. Almachtige God zegt: “Christus van de laatste dagen gebruikt een verscheidenheid aan waarheden om de mens te onderwijzen, om het wezen van de mens te ontmaskeren, en om de woorden en daden van de mens te ontleden. Deze woorden omvatten verscheidene waarheden, zoals de plicht van de mens, hoe de mens God moet gehoorzamen, hoe de mens trouw moet zijn aan God, hoe de mens een normale menselijkheid moet naleven, alsook de wijsheid en de gezindheid van God, enzovoort. Deze woorden doelen allemaal op het wezen van de mens en zijn verdorven gezindheid. In het bijzonder die woorden die aan de kaak stellen hoe de mens God versmaadt, worden gesproken in verband met hoe de mens een belichaming van Satan is en een vijandelijke macht tegen God. Door het ondernemen van Zijn werk van oordeel, maakt God niet zonder meer de natuur van de mens duidelijk met een paar woorden; over een langer tijdsbestek houdt Hij Zich bezig met ontmaskeren, behandelen en snoeien. Al deze methoden van ontmaskering, behandelen en snoeien kunnen niet vervangen worden door gewone woorden, maar met de waarheid van datgene waarvan de mens in het geheel verstoken is. Alleen dit soort methoden kan als oordeel worden beschouwd; alleen door middel van dit soort oordeel kan de mens onderworpen worden en grondig ten aanzien van God overtuigd worden, en daarenboven ware kennis van God vergaren(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Christus doet het werk van het oordeel met de waarheid). “Het werk dat God doet in dit tijdperk is voornamelijk het voorzien in de woorden voor het leven van de mens, de onthulling van de verdorven gezindheid van de mens en het wezen van de aard van de mens; en ook de eliminatie van godsdienstige opvattingen, feodale denkpatronen, achterhaalde denkpatronen, alsmede de kennis en cultuur van de mens. Dit moet allemaal worden blootgelegd en weggezuiverd door Gods woorden. In de laatste dagen gebruikt God woorden en geen tekenen en wonderen, om de mens te vervolmaken. Hij gebruikt Zijn woorden om de mens te ontmaskeren, de mens te oordelen en te tuchtigen en de mens te vervolmaken, zodat de mens in Gods woorden de wijsheid en lieflijkheid van God gaat zien en Gods gezindheid gaat begrijpen, zodat de mens door Gods woorden de daden van God aanschouwt(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods huidige werk kennen). Nadat hij dit gelezen had, ging ik door: “In de laatste dagen is de wedergekeerde Heer Jezus, Almachtige God, vleesgeworden en naar de aarde gekomen, en Hij gebruikt de waarheid om het oordeelswerk te doen. Hij drukt alle waarheden uit die de mens reinigen en volledig redden. Hij onthult en ontleedt de satanische gezindheden van de mensen en legt onze opvattingen en absurde begrip van God bloot, en ook de satanische filosofieën, vergiffen en vooruitzichten die we in onszelf koesteren. Op deze manier kunnen we allerlei waarheden begrijpen en Gods rechtvaardige gezindheid, Zijn heilige en prachtige essentie, en Zijn almacht en wijsheid kennen. Gods woorden onthullen verdorvenheden die we eerder niet opgemerkt hadden en we kunnen kennis verwerven over God en onszelf door wat in Zijn woorden wordt geopenbaard. Onze verdorven gezindheden worden dan geleidelijk gereinigd en veranderd. Als we eenmaal veel van de woorden van Almachtige God hebben gelezen, enkele waarheden hebben begrepen en enig onderscheidingsvermogen hebben verworven wat betreft onze opvattingen over rechtvaardiging door geloof en redding door genade, zien we in dat onze wens om het koninkrijk binnen te gaan, ondanks onze vuiligheid en verdorvenheid, arrogant en onredelijk is. Dan gaan we waarlijk berouw tonen aan God, en dit betekent dat we het oordeel van Gods woorden beginnen te accepteren.”

Toen hij dit gehoord had, glimlachte Mel en zei: “Ik krijg werkelijk het gevoel dat ik word geoordeeld door God. Als ik terugkijk op al mijn jaren van geloof in de Heer Jezus, dacht ik dat gerechtvaardigd door geloof en gered door genade betekende dat ik het koninkrijk in kon gaan, en ik twijfelde er niet aan dat dit waar was. Nu zie ik dat mijn geloof was gestoeld op mijn opvattingen en voorstellingen, en dat het helemaal niet strookt met Gods wil.”

Ik zei: “Dat klopt. Als de woorden van Almachtige God dit niet hadden onthuld, dan kon niemand dit begrijpen.” Daarna las ik hem een andere passage voor uit de woorden van Almachtige God: “Waarom is het overwinningswerk de laatste fase? Is het niet om duidelijk te maken hoe iedere mensenklasse zal eindigen? Is het niet om iedereen in de loop van het overwinningswerk van tuchtiging en oordeel de kans te geven om zijn ware kleuren te laten zien en zo daarna naar soort te kunnen worden ingedeeld? Beter dan te beweren dat de mensheid daardoor wordt overwonnen, zou je kunnen zeggen dat hierdoor duidelijk wordt hoe elke mensenklasse zal eindigen. Het gaat dus om een beoordeling van hun zonden en vervolgens een presentatie van de verschillende klassen die er zijn onder de mensen, waarbij wordt beslist of ze boosaardig of rechtvaardig zijn. Na het overwinningswerk komt het werk de beloning van het goede en de bestraffing van het kwade. Mensen die volledig gehoorzamen, dat wil zeggen de volledig overwonnenen, zullen worden overgeplaatst naar de volgende stap van de verspreiding van het werk over het hele universum. Degenen die niet overwonnen zijn zullen in de duisternis belanden en met rampspoed worden geconfronteerd. De mensheid zal dus worden ingedeeld in soorten, de mensen die kwaad doen bij de boosaardigen, die voor altijd zonder het zonlicht zullen zijn, en de mensen die het goede doen bij de rechtvaardigen, om het licht te ontvangen en daar eeuwig in te leven(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De innerlijke waarheid van het werk van de overwinning (1)). Ik vertelde hem: “Door geoordeeld en ontmaskerd te worden door Gods woorden, worden de verdorven gezindheden van de mensen gereinigd en worden ze waarlijk rechtvaardig. Ze kunnen worden beschermd en de grote rampen overleven en Gods Koninkrijk binnengaan. Maar wie alleen denkt aan genade en gered worden, maar tegelijkertijd het oordeelswerk van de laatste dagen verwerpt, zal worden ontmaskerd en geëlimineerd door God. Zij zullen jammeren wanneer de rampen komen. Dat vervult de profetie in Openbaring 22:11: ‘Hij die onrechtvaardig is, laat hem onrechtvaardig blijven, hij die smerig is, laat hem smerig blijven, hij die rechtvaardig is, laat hem rechtvaardig blijven en hij die heilig is, laat hem heilig blijven.’ Zo zullen de rechtvaardigen gescheiden worden van de onrechtvaardigen, en dan zal God het goede gaan belonen en het kwade straffen, en de mensen aanpakken naargelang wat ze hebben gedaan.”

Mel antwoordde blij: “Dus het oordeelswerk in de laatste dagen is niet alleen om de mensen te reinigen, maar ook om verschillende typen mensen te ontmaskeren. Gods werk is echt wijs. Wat onze dominee altijd gepredikt heeft – rechtvaardiging door geloof en redding door genade – klopt niet. Ik heb nooit onderscheidingsvermogen gehad. Ik heb me gewoon vastgeklampt aan die opvattingen, in de veronderstelling dat de redding van de Heer al voltooid is en dat er geen verdere redding is, en dat we het koninkrijk in kunnen gaan met die rechtvaardiging en redding. Ik schaam me nu ik eraan denk. Ik dank voor de genade van de Heer dat ik dit heb mogen horen. Ik dank de Heer voor de genade dat ik dit heb mogen horen. Ik ben bereid om Gods oordeelswerk van de laatste dagen te aanvaarden.”

Ik was opgetogen dat hij Gods oordeelswerk van de laatste dagen wilde aanvaarden. Maar ik verbaasde me een paar dagen later toen we elkaar ontmoetten, en Mel zei dat hij dat weekend naar het huis van zijn dominee was gegaan en mijn communicatie met hem had gedeeld. Zijn dominee zei dat ik het verkeerd had dat rechtvaardiging door geloof en redding door genade juist waren, en dat er geen noodzaak was om door God in de laatste dagen geoordeeld te worden. Hij had Mel ook gezegd om het contact met mij af te breken. Ik merkte dat hij erg terneergeslagen was toen hij dat zei en ik zag dat hij nu onzeker was over het aanvaarden van Gods oordeel van de laatste dagen. Ik bad snel tot God en vroeg Hem om mij te leiden in mijn getuigenis. Toen kwam een passage van Gods woorden in mij op. “Wanneer jullie van God getuigen, zouden jullie vooral moeten spreken over hoe God mensen oordeelt en tuchtigt, welke beproevingen Hij gebruikt om mensen te louteren en hun gezindheid te veranderen. Jullie moeten ook spreken over hoeveel verdorvenheid in jullie ervaring is geopenbaard, hoeveel jullie hebben doorstaan en hoe jullie uiteindelijk door God zijn overwonnen, en spreken over hoeveel echte kennis jullie hebben van Gods werk en hoe jullie van God zouden moeten getuigen en Hem terug zouden moeten betalen voor Zijn liefde. Jullie moeten stevige taal gebruiken en op een eenvoudige manier spreken. Praat niet over lege theorieën. Spreek meer gewone taal; spreek uit jullie hart. Op die manier moeten jullie dingen ervaren. Maak geen gebruik van diepzinnig klinkende, lege theorieën om met jezelf te pronken. Dat maakt een arrogante en onzinnige indruk. Jullie moeten wat meer over werkelijke dingen spreken vanuit je ware ervaring, dingen die echt zijn en uit het hart komen. Daar hebben anderen het meest profijt van en het is voor hen het meest geschikt om te zien(‘Alleen door de waarheid na te streven kan iemand een verandering in gezindheid verkrijgen’ in ‘De gesprekken van Christus van de laatste dagen’). Het is waar. Getuigen is niet alleen mensen vertellen over Gods werk van de laatste dagen. De sleutel ligt in het gebruiken van onze eigen ervaringen om te getuigen dat Gods oordeelswerk mensen werkelijk kan reinigen en redden. Ik bedacht dat ik zelf Gods oordeel had ondergaan, dus waarom zou ik hem niet vertellen over mijn eigen ervaringen. Deze gedachte kalmeerde me en toonde me een weg vooruit.

Ik zei tegen Mel: “God zet een andere stap van redding in de laatste dagen. De Heer keert terug en doet het oordeelswerk, en dat is een feit dat niemand kan ontkennen. Nadat we zijn verdorven door Satan is het niet in onze natuur de waarheid lief te hebben, en we kunnen haar echt niet in praktijk brengen. Sommige mensen kunnen zichzelf in de hand houden, of ze vasten en bidden, maar niemand kan helemaal aan de zonde ontsnappen. Zoals gezegd wordt: het is makkelijker om bergen en rivieren te verleggen dan iemands natuur. Als we Gods oordeel en reiniging in de laatste dagen niet aanvaarden, zal onze satanische natuur stevig in ons verankerd blijven, en kan die ons onze satanische gezindheid elk moment laten onthullen en ervoor zorgen dat we ons verzetten en rebelleren tegen God. Kijk bijvoorbeeld eens naar mij. Ik was nogal arrogant. Ik had een beetje kaliber en had veel gedaan en veel opgeofferd om de Heer te dienen. Ik had altijd het gevoel dat ik iemand was die God vreugde bracht. Maar toen ik het getuigenis hoorde dat de Heer Jezus was teruggekeerd en het oordeelswerk van de laatste dagen deed, weigerde ik dat de aanvaarden. Ik dacht dat we gerechtvaardigd waren door geloof, gered door genade. Dus destijds zei ik, zonder er zelfs maar over na te denken: ‘Dat dat onmogelijk was. God zal niet meer werk doen. We hoeven Zijn oordeelswerk niet te aanvaarden.’ De broeders en zusters bleven daarna de woorden van Almachtige God met me delen en mijn opvattingen werden uiteindelijk gecorrigeerd. Nadat ik het werk van Almachtige God van de laatste dagen had geaccepteerd, las ik op een dag een paar passages van Almachtige Gods woorden tijdens mijn godsdienstoefeningen die maakten dat ik me echt schaamde. Almachtige God zegt: ‘Denk niet dat je een natuurtalent bent, slechts een beetje lager dan de hemelen maar veel hoger dan de aarde. Je bent niet slimmer dan wie dan ook – en men kan zelfs stellen dat je meer vertederend onnozel bent dan wie dan ook onder de mensen op aarde die met verstand zijn uitgerust. Je schat jezelf immers zo hoog in en hebt jezelf nog nooit minderwaardig gevoeld; het lijkt erop dat je mijn handelingen waarneemt tot in het kleinste detail. In feite ben je iemand die het wezenlijk aan verstand ontbreekt, want je hebt er geen idee van wat ik zal doen, laat staan wat ik op dit moment aan het doen ben. Daarom zeg ik dat je niet eens gelijk bent aan een oude boer die op het land zwoegt, een boer die niet de geringste gewaarwording heeft van het menselijk leven en toch afhankelijk is van de zegeningen van de Hemel terwijl hij het land bewerkt(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Zij die niet leren en onwetend blijven: zijn zij geen beesten?). ‘Laat jullie meningen over het “onmogelijke” varen! Hoe meer er door mensen geloofd wordt dat iets onmogelijk is, hoe waarschijnlijker het zal gebeuren, want de wijsheid van God torent boven de hemelen uit, Gods gedachten zijn hoger dan de gedachten van de mens en het werk van God ontstijgt de grenzen van de gedachten en opvattingen van de mens. Hoe meer iets onmogelijk is, hoe meer er waarheid in zit die gezocht kan worden; hoe meer iets de opvattingen en verbeelding van de mens te boven gaat, hoe meer het de wil van God bevat.’ ‘Als jullie graag getuige willen zijn van de verschijning van God, Gods voetstappen willen volgen, dan moeten jullie eerst afstand nemen van jullie eigen opvattingen. Jullie moeten niet eisen dat God dit of dat doet, laat staan Hem binnen je eigen grenzen plaatsen en Hem beperken tot je eigen opvattingen. In plaats daarvan moeten jullie vragen hoe jullie Gods voetafdrukken moeten zoeken, hoe jullie Gods verschijning moeten aanvaarden en hoe jullie je moeten onderwerpen aan het nieuwe werk van God: dit is wat de mens moet doen. Aangezien de mens niet de waarheid is en de waarheid niet bezit, moet hij zoeken, aanvaarden en gehoorzamen(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Bijlage 1: De verschijning van God heeft een nieuw tijdperk ingeluid).”

Toen vertelde ik hem: “Het lezen van Gods woorden raakte me diep. Ik zag hoe arrogant ik ben. Toen Gods werk van de laatste dagen mij bereikte, streefde ik er niet naar en onderzocht ik het niet, en ik las niet serieus Gods woorden om te zien of ze Zijn stem waren. Ik zei alleen maar arrogant dat God niet meer werk zou doen, alsof ik inzicht had in Gods werk. Ik ben gewoon zo’n mens die verdorven is door Satan. Ik ben gewoon de zoveelste persoon die verdorven is door Satan. Hoe kon ik Gods werk doorgronden? God is de Schepper en elk werk dat Hij doet is in overeenstemming met Zijn managementplan. Alsof God mijn goedkeuring zou moeten hebben voor Zijn werk, dat het in overeenstemming zou moeten zijn met mijn opvattingen. Mijn stellige bewering van ‘Geen sprake van’ beperkte God en toonde dat ik me verzette tegen God en Hem veroordeelde. Dat was net als de farizeeën die maar bleven wachten op de komst van de Messias, maar toen de Heer Jezus verscheen en werkte, kenden ze Hem niet. Ze oordeelden en veroordeelden Hem, gebaseerd op hun opvattingen, en lieten Hem zelfs kruisigen. Uiteindelijk beledigden zij Gods gezindheid en werden door Hem gestraft. Mijn gedrag verschilde niet van dat van de farizeeën die zich verzetten tegen de Heer Jezus. Toen ik dit besefte, begreep ik ook dat het genieten van de genade van de Heer en een paar goede dingen doen, niet een verandering van gezindheid kan vervangen. Zonder het oordeel en de reiniging door God zou mijn arrogantie de kop opsteken op het moment dat er iets gebeurde dat me niet beviel. Ik zou zelfs mijn verstand kunnen verliezen. Ik dacht dat ik de ware weg verdedigde en toegewijd was aan God, terwijl ik me eigenlijk verzette tegen God en Hem veroordeelde. Ik had een totaal gebrek aan inzicht. Dat is zo beangstigend. Ik verwierf een beetje inzicht in mijn arrogante gezindheid door het oordeel van Gods woorden, en als ik op het punt stond mijn arrogantie te tonen, las ik Gods woorden van oordeel en tuchtiging en onderzocht mezelf. Voor ik het besefte, was ik een bescheidener persoon geworden, en ik herwon wat van mijn aangeboren geweten en verstand. Het lukte me om de waarheid te zoeken als er iets gebeurde wat me niet beviel, in plaats van in het wilde weg te oordelen en dingen in te perken, of me koppig te houden aan mijn eigen denkbeelden. Ik kreeg ook steeds meer eerbied voor God en verwierf langzaam een menselijke gelijkenis. Ik leerde dat oordeel en tuchtiging geleidelijke verandering en reiniging betekenen. En dit is het proces van verandering van onze satanische gezindheden door Gods woorden. Gods woorden zijn streng en doordringend, maar dit is Zijn grotere, nog diepere liefde voor de mensheid. Het gezegde luidt: ‘Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.’ God oordeelt en ontmaskert ons op deze manier om onze verdorven gezindheden beter te kunnen veranderen. God doet dit omdat Hij zoveel van ons houdt. Toen ik dit eenmaal allemaal begreep, werd ik bereid meer oordeel en tuchtiging aan te nemen uit Gods woorden en zo snel mogelijk mijn arrogantie te verwerpen om een menselijke gelijkenis na te leven. Ik leerde ook dat Gods oordeelswerk in de laatste dagen precies is wat wij nodig hebben in ons leven. En alleen dit soort oordeel kan ons redden van de zonde. Oordeel en tuchtiging zijn echt Gods redding voor ons, en die liefde is groter dan genade of een zondoffer.”

Toen Mel mijn communicatie had gehoord, zei hij verheugd: “In al mijn jaren van geloof in de Heer Jezus heb ik andere kerkleden nooit horen spreken over hun eigen verdorvenheid. Ze pronken alleen maar met hoe goed ze zijn. Uiterlijk beoefent iedereen tolerantie met elkaar, maar als het om hun eigen belangen gaat, verdwijnt alle liefde. Nu zie ik dat dit komt door onze satanische gezindheden, en zonder de ervaring van het oordeel en de zuivering van Gods woorden, zullen we onszelf nooit kennen, noch luisteren naar Gods woorden en ons aan Hem onderwerpen. We zullen ook niet echt in staat zijn om anderen lief te hebben zoals onszelf. Oordeel en tuchtiging zijn werkelijk Gods redding voor de mensheid en dit is wat wij nodig hebben. De woorden van Almachtige God zijn werkelijk de waarheid. Ik zal niet meer naar andere mensen luisteren. Ik zal alleen geloven in Almachtige God en Zijn woorden aanvaarden.” En terwijl hij dit zei, veranderde hij de naam van onze chatgroep in ‘Het is mijn echte familie’. Deze volwassen man brak in tranen uit en zei: “Ik heb God gevonden; ik heb mijn familie gevonden. Overal waar ik Gods woorden kan lezen, is mijn familie!” Ik werd werkelijk geraakt toen ik hem dit hoorde zeggen.

Mijn ervaring met het delen van het evangelie met Mel gaf me het diepe inzicht dat mensen zonder begrip van de waarheid kunnen worden ingepalmd en ingeperkt door allerlei religieuze opvattingen en drogredenen. We moeten ons echt verlaten op God, Gods woorden aan hen voorlezen en communiceren over de waarheid, en wat we zelf echt hebben begrepen uit het ervaren van Gods werk gebruiken om te getuigen van Zijn redding. Mensen moeten de waarheid begrijpen en onderscheidingsvermogen ontwikkelen wat betreft hun opvattingen om werkelijk tot God te komen. Ik heb ook ervaren hoe moeilijk Gods werk om de mensheid te redden is. Ik wil samenwerken met God en meer mensen tot waar geloof brengen voor Gods aangezicht om Hem troost te brengen.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Geef een reactie