Na de aardbeving

26 oktober 2022

Door Jane, Filipijnen

In 2019 aanvaardde ik het werk van Almachtige God van de laatste dagen. En later las ik vele woorden van Almachtige God. Het voedde me zo en ik genoot er echt van. Zo had ik me nog nooit gevoeld. Door communicatie leerde ik dat we moeten geloven, Gods woorden moeten lezen en de plicht van een schepsel moeten vervullen zolang we leven. En hoewel mijn vader tegen mijn geloof was en boos werd bleef ik naar bijeenkomsten gaan, omdat ik wist dat ik alleen zo Gods woorden kon leren begrijpen. Voordat ik Gods woorden kon lezen, was mijn leven zo leeg. Gods woorden vervulden me en gaven richting aan mijn leven. Dat is belangrijk. Bijeen kunnen komen en samen Gods woorden lezen.

Maar al snel kreeg ik met verleiding te maken. Mijn buurvrouw vroeg of ik verkoopster wilde worden in de winkel waar zij werkte. Ze zei dat ik meer dan 500 peso’s per dag kon verdienen en dat ik zeker aangenomen zou worden. Dat klonk mij als een goed inkomen. Met dat geld zou ik me de dingen die ik wilde kunnen veroorloven en ook zou ik mijn ouders bij kunnen staan. Maar als ik die baan aannam, had ik minder tijd. Ik zou doorgaans geen bijeenkomsten kunnen bijwonen. Toch wilde ik het geld en liet de gelegenheid niet graag voorbij gaan. Uiteindelijk kon ik de verleiding niet weerstaan. Ik nam de baan aan. Ik tekende een contract voor maar één maand. Na die maand zou ik weer als altijd naar bijeenkomsten kunnen gaan en in de tussentijd deed ik gewoon mijn best om aanwezig te zijn. Maar helaas liep het anders. Het was niet mogelijk bijeenkomsten bij te wonen zoals ik had gehoopt. Ik kon mijn telefoon niet gebruiken op het werk en ik was pas om 6 uur klaar. Ik moest echt lang reizen, dus als ik thuis kwam was ik zo moe. Ik had gewoon de energie niet. Als ik te laat thuis kwam, miste ik de bijeenkomsten. Het voelde alsof ik steeds verder van God af kwam te staan, en ik voelde een ondefinieerbare angst en ongemak. Ik wist niet waarom, maar ik was bijna de hele tijd verdrietig. Ik deed alsof ik glimlachte, maar in werkelijkheid leed ik pijn vanbinnen. Het voelde alsof al het licht verdwenen was uit mijn leven. Soms voelde het zo donker dat ik gewoon begon te huilen. Ik miste de bijeenkomsten echt. Als er geen klanten waren, probeerde ik op te schrijven wat ik me herinnerde van Gods woorden, zodat ik ze kon lezen en erover nadenken. Ik kon Gods hulp en sturing voelen. Ik keek voortdurend op de kalender, streepte de resterende dagen van mijn contract af. Ik wilde klaar zijn met de baan en weer naar bijeenkomsten.

Op een dag zat ik op Facebook en een broeder had een passage van Gods woorden gestuurd. “Allerlei soorten rampen zullen één voor één plaatsvinden; alle naties en plaatsen zullen rampen ervaren: epidemieën, hongersnoden, overstromingen, droogte en aardbevingen zijn overal. Deze rampen gebeuren niet slechts op een of twee plekken, noch zullen ze in één of twee dagen voorbij zijn; in plaats daarvan zullen ze zich over een steeds groter gebied verspreiden en steeds zwaarder worden. Gedurende deze tijd zullen allerlei insectenplagen elkaar opvolgen en het verschijnsel van kannibalisme zal overal voorkomen. Dit is mijn oordeel over alle naties en volken(Het Woord, Vol. 1, Het werk van God en het kennen van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 65). “Mijn genade uit zich naar degenen die mij liefhebben en zichzelf verloochenen. De straf waarmee de goddelozen bezocht worden is ondertussen juist het bewijs van mijn rechtvaardige gezindheid, en meer nog, getuige van mijn toorn. Wanneer rampspoed aanbreekt, zullen allen die zich tegen mij verzetten huilen als ze slachtoffer worden van hongersnood en epidemieën. Zij die allerlei vormen van kwaad hebben bedreven, maar mij vele jaren hebben gevolgd, zullen niet ontsnappen aan het boeten voor hun zonden. Ook zij zullen worden ondergedompeld in rampspoed, zoals maar zelden is gezien in miljoenen jaren, en zij zullen in een constante staat van paniek en angst leven. En mijn volgelingen die mij trouw zijn gebleven, zullen juichen en mijn macht bejubelen. Zij zullen een onuitsprekelijke voldoening ervaren en leven te midden van een vreugde zoals die ik de mensheid nog nooit eerder heb toebedeeld. Want ik koester de goede daden van de mens en verafschuw zijn kwade daden. Sinds ik de mensheid ben gaan leiden, hoopte ik van harte een groep mensen te winnen die eensgezind waren met mij. Degenen die niet eensgezind met mij zijn, vergeet ik ondertussen nooit; ik veracht hen altijd in mijn hart en wacht op de gelegenheid dat ik vergelding over hen kan laten komen, hetgeen ik met genoegen zal aanschouwen. Vandaag is mijn dag eindelijk gekomen en ik hoef niet langer te wachten!(Het Woord, Vol. 1, Het werk van God en het kennen van God, Bereid voldoende goede daden voor voor je bestemming). Ik vond de woorden van God zo waar en ik was echt bang. Alles wat Hij zei, zag ik uitkomen. Over de hele wereld vonden verschrikkelijke rampen plaats. Vulkaanuitbarstingen, orkanen, aardbevingen, pandemieën … Zo ging het in de hele wereld. Maar ik had me van God afgekeerd omdat ik geld wilde verdienen. Als er een ramp zou gebeuren en God me niet zou beschermen, kon ik mijn leven kwijtraken. Dus bad ik: “God, ik heb het geld verkozen boven U. Vergeef me, alstublieft. Ik weet dat ik tegen Uw wil in ging, maar ik wil berouw tonen.” Ik zei tegen mezelf dat het niet te laat was voor berouw en ik nog een kans had om naar bijeenkomsten te gaan. Ik keek uit naar het einde van mijn contract. Dan zou ik een plicht op me kunnen nemen.

Maar in datzelfde jaar, op 15 december, voelde ik me onrustig. Ik wist niet waarom, maar ik had een bang voorgevoel. Ik wilde naar huis, weg van het winkelcentrum. Ik wilde niet op mijn werk blijven. Precies op dat moment gingen een collega en ik naar het toilet. Wat later, toen we het winkelcentrum weer inliepen begon de grond opeens te schudden. Ik zag massa’s mensen het winkelcentrum uitrennen. Sommigen stonden verlamd van angst. Overal vielen er dingen van de planken. Gelukkig waren we vlak bij de uitgang, dus kwamen we het gebouw snel uit. Ik schudde heen en weer alsof ik in een wieg lag en het was moeilijk om naar een veiligere plek te komen. Nu ik er achteraf over nadenk, was ik net voor het begon het winkelcentrum uitgelopen om naar het toilet te gaan. Het was daar heel druk, dus moesten we een tijdje buiten wachten. Op het moment dat ik weer naar binnen ging, begon de aardbeving. De timing was perfect. Het was dus de bescherming van God die me van het gevaar had gered. Daarna was ik zo ontroerd. Niet omdat ik het had overleefd, maar omdat God met mij was. Ik zag Zijn liefde. Hij redde mij van die aardbeving. Ik bleef God aanroepen vanuit mijn hart: “Dank u, Almachtige God dat u mij hebt gered.” Ik stond daar buiten en had zoveel gedachten. Ik wist dat ik geld had verdiend met deze baan. Maar toch voelde ik me somber en verdrietig. Geld is niet belangrijk. Het gaat je niet helpen bij een aardbeving. Voor God komen en Zijn redding ontvangen, is het enige dat telt. Ik wilde graag naar huis en naar een bijeenkomst. Ik wilde iedereen vertellen hoe God mij voor de ramp had beschermd. Hoe ik getuige was geweest van Zijn liefde en Zijn daden.

Die dag, op weg naar huis, bleef ik me maar afvragen: Waarom beschermde God mij nog steeds, zelfs nadat ik me van Hem had afgekeerd? Ik opende de kerkapp en zag enkele woorden van Almachtige God. “Gods liefde is echt: door de genade van God ontloopt de mens de ene ramp na de andere, terwijl God keer op keer Zijn tolerantie toont tegenover de zwakheid van de mens. Het oordeel en de tuchtiging van God stellen mensen in staat om geleidelijk de verdorvenheid van de mensheid en hun satanische wezen te leren kennen. Datgene wat God geeft, Zijn verlichting van de mens en Zijn leiding, dit alles stelt de mensheid in staat om steeds meer het wezen van de waarheid te kennen, en om steeds beter te weten wat mensen nodig hebben, welke weg ze moeten nemen, waarvoor ze leven, wat de waarde en betekenis van hun leven is, en hoe ze de weg voor hen kunnen bewandelen. Al deze dingen die God doet, zijn niet los te zien van Zijn enige oorspronkelijke doel. Wat is dan dit doel? Waarom gebruikt God deze manieren om Zijn werk aan de mens uit te voeren? Welk resultaat wil Hij bereiken? Met andere woorden, wat wil Hij in de mens zien en van hen verkrijgen? Wat God wil zien, is dat het hart van de mens nieuw leven kan worden ingeblazen. Deze manieren die Hij gebruikt om aan de mens te werken, zijn om voortdurend het hart van de mens op te wekken, de geest van de mens op te wekken, de mensen te laten weten waar ze vandaan komen, wie hen leidt, hen ondersteunt, voor hen zorgt en wie tot nu toe de mensen heeft laten leven; ze moeten de mens laten weten wie de Schepper is, wie ze moeten aanbidden, welk soort weg ze moeten bewandelen en op welke manier de mens voor God moet komen; ze worden gebruikt om geleidelijk het hart van de mens te doen herleven, zodat de mens Gods hart kent, Gods hart begrijpt en de grote zorg en gedachte ziet achter Zijn werk om de mens te redden. Wanneer het hart van de mens nieuw leven wordt ingeblazen, wil de mens niet langer leven met een ontaarde, verdorven gezindheid, maar wil hij in plaats daarvan de waarheid nastreven om God tevreden te stellen. Wanneer het hart van de mens is gewekt, kan de mens zich volstrekt van Satan losmaken. Niet langer zal hij door Satan worden geschaad, beheerst of voor de gek gehouden. In plaats daarvan kan de mens op een proactieve manier aan het werk van God en Zijn woorden meewerken om het hart van God tevreden te stellen en aldus godvrezendheid te verkrijgen en het kwade te mijden. Dit is het oorspronkelijke doel van Gods werk(Het Woord, Vol. 1, Het werk van God en het kennen van God, God Zelf, de unieke VI). Het was zo ontroerend om dit te horen. Ik kon Gods liefde en barmhartigheid zien. Uit geldbejag had ik ervoor gekozen de bijeenkomsten op te geven, dus dacht ik dat God me niet zou redden. Maar toen er een aardbeving kwam, beschermde Hij me op wonderbaarlijke wijze en liet Hij me niet vallen. God wilde dat ik het geld niet meer begeerde en eindelijk wakker werd. Hij wilde dat ik voor Hem kwam, de waarheid nastreefde en een plicht deed. Ik vond dit ik ongelooflijk geluk had gehad. Ik moest deze gelegenheid koesteren. Ik moest berouw tonen, mijn lichamelijk genot loslaten en mijn plicht in de kerk weer oppakken.

Nadat mijn contract in december af was gelopen, stak ik bijna al mijn tijd en energie in mijn plicht. Ik voelde wel wat zwakte als ik problemen tegenkwam en soms werd ik echt moe. Op zo’n moment dacht ik eraan terug hoe God me tijdens de aardbeving had beschermd. Wat de moeilijkheden ook waren, met die gedachte wist ik dat ik hard moest werken en mijn plicht moest doen om Gods liefde te beantwoorden. Ik dacht dat als ik het zo deed, dat mijn bestemming goed zou zijn en ik aan rampen zou ontkomen. Op een dag bekeek ik ‘Door ziekte werd mijn motief voor zegeningen onthuld’. De video liet een broeder, een gelovige, zien die veel gaf en hard werkte om zijn plicht in de kerk te doen, totdat hij heel ziek werd. Hij voelde zich ellendig en gaf God zelfs de schuld. Hij vond dat hij zoveel had gegeven, dat hij dus niet zo ziek had hoeven worden. Hij begreep niet waarom God hem niet had beschermd. Maar nadat hij Gods woorden had gelezen, besefte hij dat hij zijn plicht niet deed om de waarheid na te streven en God te gehoorzamen. Hij wilde alleen maar gezegend worden en Gods koninkrijk binnenkomen. Nadat ik zijn ervaring had gezien, besefte ik dat mijn motieven in mijn plicht ook wel eens onzuiver konden zijn. Ik hoopte altijd dat God me voor een ramp zou behoeden. Ik was dus bang dat ik een deal sloot met God, net als de broeder. Later die nacht vroeg ik me af: deed ik mijn plicht om God tevreden te stellen? Of was het om Gods genade te krijgen? Ik dacht aan de aardbeving en aan hoe ik beschermd was en aan de schrik die ik daarna voelde. Ik was zo bang dat ik op een dag in de rampen zou vervallen. Toen ik dus terugverlangde naar een plicht doen, hoopte ik gewoon dat God me voor rampen zou behoeden. Ik had dezelfde motieven en zienswijze als de broeder in de video. Hij maakte een ziekte mee en ik een aardbeving. Als ik een offer bracht, was dat niet om God tevreden te stellen. Het was gewoon om tegen een ramp te worden beschermd door Hem. Ik wilde een goede uitkomst en Zijn koninkrijk binnenkomen. Die hele nacht was ik van streek. Ik kon niet accepteren dat de enige reden dat ik mijn plicht deed, was om Gods zegeningen te krijgen. Ik wilde er zo graag zuiver in zijn. Maar de waarheid was dat mijn geloof voor mijn eigen gewin was. Ik had geen eerbied of verering voor God, ik gehoorzaamde Hem niet als onze Schepper.

Later zocht ik naar relevante waarheden hierover en vond ik deze woorden van God. “Mijn daden zijn groter in aantal dan de zandkorrels van het strand, en mijn wijsheid overtreft die van al de zonen van Salomo, toch zien mensen mij alleen als een arts met weinig aanzien en een onbekende leraar van mensen. Zoveel mensen geloven in mij alleen maar zodat ik hen zou kunnen genezen. Zoveel mensen geloven in mij alleen maar zodat ik mijn krachten zou kunnen gebruiken om onreine geesten uit hun lichaam te verdrijven. En zoveel mensen geloven in mij alleen maar om wellicht vrede en vreugde van mij te kunnen ontvangen. Zoveel mensen geloven in mij alleen maar om grotere materiële rijkdom van mij te eisen. Zoveel mensen geloven in mij alleen maar om dit leven in vrede door te brengen en om veilig en gezond te zijn in de toekomstige wereld. Zoveel mensen geloven in mij om het lijden van de hel te vermijden en de zegeningen van de hemel te ontvangen. Zoveel mensen geloven in mij enkel vanwege tijdelijke troost, zonder ernaar te streven in de komende wereld iets te bereiken. Toen ik mijn woede over de mensheid bracht en alle vreugde en vrede terugnam die deze eens bezat, begon de mens te twijfelen. Toen ik de mens het lijden van de hel gaf en de zegeningen van de hemel terugeiste, veranderde de schaamte van de mens in kwaadheid. Toen de mens mij vroeg om hem te genezen, besteedde ik geen aandacht aan hem en voelde ik een afkeer jegens hem. De mens ging ver weg van mij en zocht daarvoor in de plaats de weg van kwaadaardige geneeskunde en tovenarij. Toen ik alles wegnam wat de mensen van mij hadden geëist, verdween iedereen spoorloos. Dus zeg ik dat de mens geloof in mij heeft, omdat ik te veel genade schenk, en er veel te veel is om te verkrijgen(Het Woord, Vol. 1, Het werk van God en het kennen van God, Wat weet jij over het geloof?). Deze woorden van God onthulden mijn gesteldheid. Ik geloofde, maar alleen om van Zijn genade te genieten, om voor een ramp te worden behoed door Hem. Na de aardbeving, liet ik mijn verlangen naar geld en plezier los en keerde terug naar mijn plicht. Maar hoe hard ik ook werkte, ik wilde alleen maar dat God me behoedde voor een ramp. Ik wilde mijn plicht inzetten om Gods zegeningen te krijgen. Ik deed mijn plicht voor persoonlijk gewin. Ik sloot een deal met God. Ik voelde me zo beschaamd en schuldig toen ik mijn zelfzuchtige motieven doorzag. Mijn zienswijze was verkeerd. Ik bad tot God. “O God, ik ben zo verdorven geweest. Al mijn inspanningen waren een transactie. Ik bedrieg U. O God, ik ben dankbaar dat U mijn verdorvenheid heeft geopenbaard en mij mezelf laat kennen. Ik wil mijn plicht niet meer doen voor zegeningen. Ik wil U alleen behagen.”

Later stuurde een zuster mij een aantal woorden van God. Met behulp daarvan begreep ik waar het in mijn streven verkeerd was gegaan. Gods woorden zeggen: “Welk pad bewandelen jullie nu in jullie geloof in God? Als je niet, zoals Petrus, leven, begrip van jezelf en kennis van God zoekt, bewandel je niet het pad van Petrus. De meeste mensen bevinden zich tegenwoordig in deze toestand: ‘Wil ik zegeningen verkrijgen, dan moet ik me uitputten voor God en een prijs voor Hem betalen. Wil ik zegeningen verkrijgen, dan moet ik alles achterlaten voor God; ik moet voltooien wat Hij me heeft toevertrouwd en mijn plicht goed uitvoeren.’ De overheersende bedoeling hiervan is zegeningen ontvangen; dit is een voorbeeld van jezelf volledig uitputten voor God met als doel het verkrijgen van beloningen van Hem en het verwerven van een kroon. Zulke mensen hebben niet de waarheid in hun hart en het is beslist zo, dat hun begrip uitsluitend uit een paar woorden uit de doctrine bestaat waar ze overal waar ze maar komen mee opscheppen. Dit is het pad van Paulus. Het geloof in God van zulke mensen is een kwestie van constant ploeteren, en diep in hun hart hebben ze het gevoel dat, hoe meer ze doen, des te meer dit hun trouw aan God zal bewijzen; dat hoe meer ze doen, hoe tevredener Hij beslist zal zijn; en dat hoe meer ze doen, hoe meer ze een kroon zullen verdienen wanneer ze voor God komen, en hoe groter de zegeningen zullen zijn die ze krijgen. Ze menen dat als ze kunnen lijden, prediken en sterven voor Christus, als ze hun eigen leven kunnen opgeven en als ze alle plichten kunnen vervullen die God hun heeft toevertrouwd, dat ze dan degenen zullen zijn die de grootste zegeningen krijgen en dat ze zeker een kroon zullen ontvangen. Dat was precies wat Paulus zich had voorgesteld en waar hij naar streefde; dat is precies het pad dat hij bewandelde en het was onder aansturing van dergelijke gedachten dat Paulus werkte om God te dienen. Vinden zulke gedachten en bedoelingen hun oorsprong soms niet in een satanische aard?(Het Woord, Vol. 2, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, Hoe het pad van Petrus te bewandelen). “Alle verdorven mensen leven voor zichzelf. Ieder voor zich en God voor ons allen – dit vat de menselijke natuur samen. Mensen geloven in God omwille van zichzelf; wanneer ze dingen vaarwel zeggen en zichzelf uitputten voor God, is dat om gezegend te worden, en wanneer ze Hem trouw zijn, is dat om beloond te worden. Samenvattend: het wordt allemaal gedaan om te worden gezegend en beloond, en om het hemelse koninkrijk binnen te gaan. In de maatschappij werken mensen voor hun eigen voordeel, en in het huis van God vervullen zij een plicht om gezegend te worden. Het is om zegeningen te verwerven dat mensen alles vaarwel zeggen en veel leed kunnen doorstaan: er is geen beter bewijs van de satanische natuur van de mens(Het Woord, Vol. 2, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, deel drie). Ik stak veel op van Gods woorden. Veel mensen kunnen alles opgeven om een prijs te betalen voor Hem, maar het is niet hun passie om God tevreden te stellen. Ze doen het gewoon voor zegeningen. Ze zijn net als Paulus. Paulus leed veel en reisde veel, verkondigde het evangelie, maar hij wilde dat werk en die moeite gewoon ruilen voor Gods zegeningen. En nadat hij veel werk had verzet, zei hij: “Ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de krans van de gerechtigheid” (2 Timoteüs 4:7-8). Ieder ding dat Paulus deed was een transactie. Alles was voor een kroon, voor zegeningen en beloningen. Hij bekommerde zich alleen om het werk, in plaats van het binnengaan van de werkelijkheid van Gods woorden. Dat is de reden dat de gezindheid van Paulus nooit veranderde. Daarom gaf God hem nooit Zijn goedkeuring, ook al verkondigde hij het evangelie en won hij veel mensen. Toen ik over mezelf nadacht, zag ik dat ik net als Paulus was. Nadat ik mijn baan had opzegd, stak ik bijna al mijn tijd en energie in mijn plicht. Op drukke dagen at ik maar één maaltijd. Maar dat was niet om de waarheid na te streven of om God tevreden te stellen, maar alleen om Zijn zegeningen te ontvangen. Ik probeerde niet mezelf te kennen of een oplossing te vinden voor mijn verdorvenheid, ik wilde alleen maar dat God zag hoeveel ik deed en me beschermde, zodat mijn uitkomst goed zou zijn en ik in Zijn koninkrijk zou komen. Ik zag hoe diep verdorven ik was door Satan, en hoe egoïstisch, hoe alles wat ik deed voor mezelf was. Ik had geen toewijding of ware liefde voor God. Alleen maar voor mezelf. Toen ik dit inzag, was ik echt van streek. Ik bad tot God: “O God, help mij veranderen. Ik hanteer verkeerde zienswijzen in mijn plicht. Ik wil mijn plicht doen zoals U dat wilt en niet voor mezelf.”

Wat later las ik nog een passage van Gods woorden, die me zo ontroerde. In Gods woorden staat: “Ik heb geen andere keuze en heb me van ganser harte aan jullie gewijd, maar toch koesteren jullie boosaardige bedoelingen en zijn jullie halfslachtig jegens mij. Tot zover reikt jullie plicht, jullie enige functie. Zo is het toch? Weten jullie niet dat jullie totaal gefaald hebben in het vervullen van de plicht van een schepsel? Hoe kunnen jullie gezien worden als een schepsel? Is het jullie niet duidelijk wat jullie uitdrukken en naleven? Jullie hebben niet aan jullie plicht voldaan, maar jullie willen wel de tolerantie en de overvloedige gratie van God verkrijgen. Zulke genade staat niet klaar voor zulke waardeloze, lage personen als jullie, maar voor hen die niets vragen en graag offers brengen. Mensen als jullie, die zo matig zijn, zijn het absoluut niet waard de hemelse gratie te genieten. Alleen ontbering en eindeloze straf zal jullie dagen vergezellen! Als jullie mij niet trouw kunnen zijn, zal lijden jullie lot zijn. Als jullie geen verantwoording kunnen afleggen tegenover mijn woorden en mijn werk, dan zal straf jullie uitkomst zijn. Alle gratie, zegeningen en het prachtige leven van het koninkrijk zal aan jullie voorbijgaan. Dit is het einde dat jullie verdienen en een gevolg waarvoor jullie zelf verantwoordelijk zijn! Niet alleen doen zij die onwetend en arrogant zijn niet hun best en vervullen zij hun plicht niet – ze houden hun handen uitgestoken om genade te ontvangen, alsof ze verdiend hebben waar ze om vragen. En als het niet lukt om te krijgen waar ze om vragen, dan worden ze zelfs nog ontrouwer. Hoe kunnen zulke mensen redelijk gevonden worden? Jullie zijn van laag kaliber en onverstandig, volkomen ongeschikt om de plicht te vervullen die jullie horen te vervullen tijdens het managementwerk. Jullie waarde is al gekelderd. Dat jullie mij niet terugbetaald hebben voor de aanzienlijke genade die ik jullie heb verleend, is een daad van extreme opstandigheid, ernstig genoeg om jullie te veroordelen en jullie lafheid, onbekwaamheid, verachtelijkheid en onwaardigheid aan te tonen. Wat geeft jullie het recht om je handen nog uitgestoken te houden?(Het Woord, Vol. 1, Het werk van God en het kennen van God, Het verschil tussen de bediening van vleesgeworden God en de plicht van de mens). Toen ik dat las, besefte ik hoe hebzuchtig ik was geweest. Ik had veel tijd besteed aan mijn plicht, maar ik was God de hele tijd zegeningen aan het ontlokken, deals aan het sluiten. Eigenlijk deed ik mijn plicht niet en was ik geen waar schepsel. Hoe dacht ik dan recht te hebben op Gods genade, op bescherming tegen rampen of om Zijn koninkrijk binnen te komen? Zonder de openbaring van Gods woorden had ik nooit geweten hoe opstandig en verdorven ik was of hoezeer God mijn verachtelijke motieven voor zegeningen verafschuwde. Ik dacht alleen maar aan mezelf, niet aan Gods wil. Iemand als ik is Gods redding niet waard. God is rechtvaardig en heilig. Hij houdt van mensen die Hem toegewijd zijn. Zij die een plicht kunnen doen met een zuiver hart. Maar had ik wel een zuiver hart? Nee. Ik schaamde me zo voor mijn verachtelijke motieven en extravagante wensen. Ik verdiende Gods genade niet. Ik wilde mezelf en mijn verkeerde motieven veranderen om alles wat ik had in te kunnen zetten voor mijn plicht om God tevreden te stellen.

Toen ik later in een bijeenkomst was, las ik een aantal woorden van God die me goed hielpen. Gods woorden zeggen: “Er bestaat geen verband tussen de plicht van de mens en of hij gezegend of vervloekt is. Zijn plicht is wat de mens hoort te vervullen; het is zijn door de hemel gezonden roeping en zou niet afhankelijk moeten zijn van vergoeding, voorwaarden of redenen. Dan pas vervult hij zijn plicht. Men is gezegend wanneer men vervolmaakt wordt en Gods zegeningen geniet na het ondergaan van oordeel. Men is vervloekt wanneer de eigen gezindheid niet verandert na het ondergaan van tuchtiging en oordeel, dat wil zeggen, wanneer men geen vervolmaking ervaart, maar gestraft wordt. Maar ongeacht of ze gezegend of vervloekt zijn, moeten schepsels hun plicht vervullen, doen wat ze horen te doen en kunnen doen; dit is wel het rminste wat een mens, iemand die God nastreeft, hoort te doen. Je moet je plicht niet alleen vervullen om gezegend te worden en je moet niet weigeren te handelen uit angst om vervloekt te worden. Laat me jullie dit ene ding vertellen: de vervulling van zijn plicht is iets wat de mens hoort te doen, en als hij niet in staat is om zijn plicht te vervullen, dan is dat zijn opstandigheid. Het is door het proces van het vervullen van zijn plicht dat de mens geleidelijk aan veranderd wordt, en het is door dit proces dat hij zijn trouw bewijst. Derhalve, hoe meer je in staat bent je plicht te vervullen, des te meer waarheden je zult ontvangen, en dan zal ook jouw uitdrukking echter worden(Het Woord, Vol. 1, Het werk van God en het kennen van God, Het verschil tussen de bediening van vleesgeworden God en de plicht van de mens). Nadat ik dat had gelezen, kon ik zien dat, omdat ik een schepsel ben, ik mijn plicht moet doen – dat is mijn verantwoordelijkheid. Ik zou geen zegeningen van God moeten eisen. Ik zou er niet aan moeten denken of ik gered of gestraft wordt. Het enige waar ik aan moet denken is hoe ik mijn plicht goed moet doen. Ik dacht altijd dat als ik een plicht deed, God mij niet zou straffen. En dat mij geen ramp zou overkomen. Ik dacht dat Hij alleen diegenen straft die Hem niet volgen of geen plicht doen dus zette ik mijn plicht in als ruilmiddel voor Gods bescherming. Toen besefte ik dat het doen van onze plicht datgene is wat wij schepselen horen te doen. Dat heeft niets te maken met gezegend worden. En of ik nu gered of gestraft wordt op het einde, God kijkt of ik de waarheid heb verkregen, of ik veranderd ben. Dat is de rechtvaardigheid van God. Ook al raak ik gewond, of ga ik dood, ik zou me bij de rampen nog steeds aan Gods heerschappij moeten onderwerpen en Hem niets verwijten. En ik zou mijn plicht doen nooit mogen gebruiken om de rampen te overleven. Dat is niet de plicht van een schepsel. Ik zou mezelf op moeten offeren aan God en mijn plicht doen zonder iets daarvoor terug te krijgen, omdat Hij me heeft geschapen. Als ik daarna mijn plicht deed, herinnerde ik mezelf hier zo mogelijk vaak aan. Ik kon het niet zelfzuchtig doen. Ik moest God tevreden stellen en Hem vreugde brengen.

God zij dank! God gebruikte deze situaties om mijn verdorvenheid en mijn ongepaste streven aan het licht te brengen, zodat ik mijn verachtelijke motieven voor zegeningen kon zien en wat veranderingen kon aanbrengen in mijn streven naar geloof. En nu doe ik een plicht niet om meer genade te verkrijgen of aan rampen te ontkomen. Ik wil gewoon de waarheid nastreven, mijn plicht doen en Gods liefde beantwoorden.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Waar ophemeling toe leidt

Door Song Yu, Nederland In 2019 werd ik gekozen als leider en werkte ik samen met Wayne. Gedurende onze contacten ontdekte ik dat hij...

Geef een reactie