Vraag 2: Wat is het verschil tussen Gods werk en het werk van de mens? En wat is het wezenlijke verschil tussen de geïncarneerde God en de mensen die God gebruikt?
Antwoord: De vraag is heel belangrijk. God kennen en Zijn wezen en Zijn werk begrijpen is absoluut essentieel voor ons. Als we geen onderscheid kunnen maken tussen Gods werk en dat van de mens, en het wezenlijke verschil niet begrijpen tussen de geïncarneerde God en de mensen die God gebruikt, zullen we gauw geneigd zijn om de mensen die we bewonderen, aan te zien voor mensen die God gebruikt, en het werk van de mens aan te zien voor Gods werk. Als we mensen volgen, denken we ten onrechte dat we God volgen, zonder te beseffen dat we afdwalen van de ware weg en God weerstaan. Dat is een belediging van Gods gezindheid. Er is meer dan 2000 jaar verstreken en nog steeds kan niemand duidelijk onderscheid maken tussen het werk en wezen van de geïncarneerde God en dat van de mensen die God gebruikt. In de laatste dagen is Almachtige God gekomen om de mysteries die dit onderwerp verhullen op te helderen. Laten we eens zien wat God zegt over het verschil tussen het werk van de geïncarneerde God en het werk van de mensen die God gebruikt.
Almachtige God zegt: “Het werk van God Zelf heeft betrekking op het werk van de gehele mensheid en het vertegenwoordigt ook het werk van het gehele tijdperk. Dat wil zeggen, dat Gods eigen werk de beweging en ontwikkeling van al het werk van de Heilige Geest vertegenwoordigt, terwijl het werk van de apostelen na Gods eigen werk komt en daaruit voortvloeit. En het is niet zo, dat hun werk het tijdperk leidt, of ontwikkelingen van het werk van de Heilige Geest in een geheel tijdperk vertegenwoordigt. Zij doen enkel het werk dat de mens behoort te doen, dat helemaal niets van het managementwerk omvat. Gods eigen werk is het project binnen het managementwerk. Het werk dat door de mens gedaan wordt is enkel de plicht van de mens die gebruikt wordt en heeft geen relatie met het managementwerk” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en het werk van de mens).
“Het werk van de vleesgeworden God opent een nieuw tijdperk, en zij die Zijn werk voortzetten zijn de mensen die door Hem zijn gebruikt. Het werk dat door de mens wordt gedaan valt helemaal binnen de bediening van God in het vlees en kan dat niet overschrijden. Als de vleesgeworden God niet komt om Zijn werk te doen, kan de mens het oude tijdperk niet teneinde brengen of een nieuw tijdperk inluiden” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De verdorven mensheid heeft meer behoefte aan redding door de vleesgeworden God).
“De vleesgeworden God is wezenlijk anders dan de mensen die door God worden gebruikt. De vleesgeworden God kan het werk van goddelijkheid verrichten, terwijl de mensen die door God worden gebruikt dat niet kunnen. Aan het begin van ieder tijdperk spreekt Gods Geest persoonlijk om het nieuwe tijdperk van start te laten gaan en de mens naar een nieuw begin te brengen. Wanneer Hij klaar is met spreken, betekent dit dat Gods werk binnen Zijn goddelijkheid klaar is. Daarna volgen alle mensen hen die door God gebruikt worden om hun levenservaring binnen te gaan” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het wezenlijke verschil tussen de vleesgeworden God en de mensen die door God gebruikt worden).
“Wat God uitdrukt, is wat God Zelf is en het is buiten het bereik van de mens, dat wil zeggen, het gaat verder dan een mens kan bedenken. Hij drukt Zijn werk van het leiden van de gehele mensheid uit; dit is niet relevant voor de details van de menselijke ervaring, maar betreft daarentegen Zijn eigen management. De mens drukt zijn beleving uit, terwijl God Zijn wezen uitdrukt – dit wezen is Zijn eigenlijke gezindheid en het is buiten het bereik van de mens. De ervaring van de mens is zijn zicht en kennis die hij heeft verworven op basis van Gods uitdrukking van Zijn wezen. Dergelijk zicht en dergelijke kennis worden het wezen van de mens genoemd. Ze worden uitgedrukt op het fundament van de eigenlijke gezindheid van de mens en zijn werkelijke kaliber; derhalve worden zij ook het wezen van de mens genoemd. […] De woorden die door Gods vleesgeworden vlees worden gesproken zijn de directe uitdrukking van de Geest en drukken het werk uit dat door de Geest is gedaan. Het vlees heeft het niet ervaren of gezien, maar uit toch Zijn wezen, omdat de substantie van het vlees de Geest is, en Hij het werk van de Geest uitdrukt” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en het werk van de mens).
“Het werk van mensen die worden gebruikt is ook het werk van de Heilige Geest. Het enige is, dat het werk van God de complete uitdrukking is van de Heilige Geest, en dat is absoluut waar, terwijl het werk van mensen die worden gebruikt wordt gemengd met vele menselijke dingen, en het niet de directe uitdrukking van de Heilige Geest is, laat staan complete uitdrukking” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en het werk van de mens).
“Het werk van de mens vertegenwoordigt zijn eigen ervaring en zijn menselijkheid. Wat de mens biedt en het werk dat de mens doet vertegenwoordigt hem. Het zicht, de beredenering, de logica en het rijke inbeeldingsvermogen van de mens worden allemaal in zijn werk betrokken. De beleving van de mens is met name meer in staat om zijn werk te vertegenwoordigen en de dingen die een mens heeft ervaren zullen de onderdelen zijn van zijn werk. Het werk van de mens kan zijn ervaring uitdrukken” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en het werk van de mens).
“Het werk dat God doet, vertegenwoordigt niet de ervaring van Zijn vlees; het werk dat de mens doet vertegenwoordigt de ervaringen van de mens. Iedereen spreekt over zijn persoonlijke ervaring. God kan de waarheid direct uitdrukken, terwijl een mens enkel de bijbehorende ervaringen kan uitdrukken, nadat hij de waarheid heeft ervaren. Gods werk heeft geen regels en is niet onderworpen aan beperkingen van tijd of plaats. Hij kan uitdrukken wat Hij is op elk gegeven moment en overal. Hij werkt zoals Hij dat wil. Het werk van de mens heeft voorwaarden en context; anders is hij niet in staat om te werken en kan hij zijn kennis van God of zijn ervaring van de waarheid niet uitdrukken. Je moet gewoon hun onderlinge verschillen met elkaar vergelijken om te kunnen zeggen of het Gods eigen werk is of het werk van de mens” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Gods werk en het werk van de mens).
Uit de woorden van Almachtige God blijkt dat zowel het werk van de geïncarneerde God als dat van de mensen die God gebruikt oppervlakkig gezien het werk en de woorden van de mens lijken. Maar er zijn wezenlijke verschillen. De geïncarneerde God lijkt oppervlakkig gezien een gewoon normaal persoon, maar Hij is eigenlijk het vlees waarin de Geest van God zich hult. Zijn wezen is goddelijkheid. En dus kan Hij de waarheid, Gods rechtvaardige gezindheid en wat God heeft en is direct uitdrukken. Hij kan de mysteries van Gods managementplan onthullen en een nieuw tijdperk inluiden en het oude afsluiten. De mensheid gaat in haar geheel voorwaarts met Gods werk. Als Gods werk één tijdperk afsluit en een ander inluidt, gaat de mensheid in haar geheel voorwaarts een nieuw tijdperk in. Dit bewijst dat door het werk van de geïncarneerde God de hele era voorwaarts gaat. Het werk van de mens daarentegen kan geen nieuw tijdperk inluiden of het oude tijdperk afsluiten. Een ander wezenlijk verschil is dat het werk en woord van de geïncarneerde God de directe uitdrukking van Zijn goddelijkheid is. Het is niet bezoedeld door menselijke gedachten, verbeelding, logica of redenering. Het is doordrenkt met de oorspronkelijke bedoeling van de Geest van God, zonder dat die ook maar enigszins is verdund door menselijke ideeën. Elk van de woorden van de geïncarneerde God is de waarheid, en loopt over van gezag en kracht, en dus kunnen ze het leven van de mens worden, de gezindheid van de mens veranderen, en de mens zuiveren, redden en vervolmaken. Ten slotte zullen ze de mensheid de weg wijzen naar haar prachtige eindbestemming. De mensen die God gebruikt, zijn echter menselijk in wezen. Ze zijn niet de geïncarneerde God, dus ze kunnen geen nieuw tijdperk inluiden of het oude afsluiten. Evenmin kunnen ze de mens de weg wijzen naar een nieuw tijdperk. In hun werk speelt Gods management geen rol. Ze verrichten alleen het werk van hun menselijke bijdrage op basis van Gods werk, en wisselen van gedachten over hun ervaringen en kennis van Gods woord. Deze ervaringen en kennis zijn representatief voor wat de mens heeft en is, en ze zijn doordrenkt van de verbeelding, logica, redenering, ervaring, lessen enzovoort van de mens. Hoewel de meeste van deze gedachtewisselingen overeenstemmen met de waarheid en mensen spirituele voeding, steun en hulp kunnen geven, zijn ze niet de waarheid en niet genoeg om het leven van een mens te zijn. Alleen als het werk van de mens bijdraagt aan Gods werk zal het resultaat van het zuiveren, redden en vervolmaken van de mens worden bereikt. Dat is het verschil tussen het werk van de geïncarneerde God en dat van de mensen die God gebruikt.
We zullen het beter begrijpen als we de feiten van Gods werk en het werk van de mens onderzoeken. Toen de Heer Jezus kwam om Zijn werk te doen, wees Hij de weg met: “Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!” Hij deed het werk van de verlossing van de mensheid in die fase, sloot het Tijdperk van de Wet af en luidde het Tijdperk van Genade in. En dus begon de nieuwe era van de mensheid met het Tijdperk van Genade. De Heer Jezus drukte Zijn gezindheid van liefde en genade uit, en door Zijn zondoffer konden de zonden van de mens worden vergeven. De mens zou niet langer worden vervloekt of veroordeeld omdat hij de wet had overtreden, en was in plaats daarvan gerechtigd om voor God te komen, tot Hem te bidden en Hem aan te roepen, en de waarheid en genade te genieten die Hij hun schonk. Nadat de Heer Jezus Zijn werk voltooide en opvoer naar de hemel voedden en dienden Zijn apostelen de mens op basis van het werk en de woorden van de Heer Jezus. Ze vertelden over hun ervaringen en kennis van Gods woord om Gods uitverkorenen het woord van de Heer in praktijk te laten brengen, Zijn geboden te gehoorzamen, de redding van de Heer Jezus te verspreiden en ervan te getuigen, om kerken op te richten en gelovigen te dienen enzovoort. Ze droegen bij aan Gods werk met de woorden van de Heer Jezus als hun fundament. Ze vervulden de plicht van de mens. De brieven die ze schreven en de woorden die ze uitspraken waren in feite hun eigen persoonlijke ervaringen en kennis van het werk en woord van de Heer Jezus. Het stemde allemaal overeen met de waarheid, maar kan niet worden gelijkgesteld met het werk en de woorden van de Heer Jezus. Christus van de laatste dagen, Almachtige God, is gekomen. Hij heeft het Tijdperk van het Koninkrijk ingeluid en het Tijdperk van Genade afgesloten. Het Tijdperk van het Koninkrijk begint met het werk van Almachtige God. Almachtige God heeft het werk van het oordeel gedaan dat begint bij Gods huis, alle mysteries van Gods 6000-jarige managementplan onthuld, alle waarheden die de mensheid zullen zuiveren en redden, uitgedrukt, en Gods heilige en rechtvaardige wezen aan ons mensen geopenbaard, alsmede Zijn majesteitelijke en vertoornde gezindheid die de beledigingen van de mens niet duldt. Hij doet dit om de mensheid grondig te bevrijden van haar verdorven gezindheid, los te maken van Satans invloed, en de mensheid eindelijk naar haar uiteindelijke mooie bestemming te brengen. Met het werk van Almachtige God is Gods managementplan voltooid en wordt het hele oude tijdperk afgesloten. Al Zijn woorden zullen worden vervuld en zullen vrucht dragen. Uiteindelijk zal de hele mensheid Almachtige God erkennen als de enige ware God, en getuigen van hoe Almachtige God Zijn woorden uitvoert en het tijdperk afsluit. Nadat Almachtige God een groep overwinnaars heeft gevormd, zullen allerlei rampen neerdalen, en de hele mensheid zal worden getroffen door rampen en worden gelouterd. Pas dan zal God openlijk neerdalen met wolken om Zich aan alle naties en volkeren te manifesteren. Dit bewijst dat het werk van Almachtige God in de laatste dagen een tijdperk afsluit en een nieuw tijdperk inluidt. Het werk van de mens die wordt gebruikt door God is om zijn kennis en ervaringen met Gods woord te vertellen gebaseerd op het werk en woord van Almachtige God, en Gods uitverkorenen te bewateren en te hoeden, ze te leiden in hun streven naar de waarheid om binnen te gaan in de werkelijkheid van Gods woorden, en ze te leiden om tegen de hele wereld, tegen de hele mensheid, openlijk te getuigen van het evangelie van de komst van het koninkrijk. De mens die God gebruikt, draagt slechts bij aan Gods werk om de plicht van de mens te vervullen. Dit is het voornaamste verschil tussen het werk van de geïncarneerde God en het werk van de mensen die God gebruikt, een verschil dat geheel wordt bepaald door het verschillende wezen van God en mens.
We hebben net verteld over het verschil tussen het werk van de geïncarneerde God en het werk van de mensen die God gebruikt. Ik denk dat we dat allemaal begrijpen. Dus laten we een stap verdergaan en praten over het aanzienlijke verschil tussen de geïncarneerde God en de mensen die God gebruikt. Laten we kijken wat Almachtige God zegt over dit aspect van de waarheid.
“De vleesgeworden God heet Christus, en Christus is het vlees aangekleed door de Geest van God. Dit vlees is als van geen ander mens van vlees. Dit verschil is er, omdat Christus niet van vlees en bloed is, maar de belichaming van de Geest is. Hij bezit zowel normale menselijkheid als volledige goddelijkheid. Geen mens bezit Zijn goddelijkheid. Zijn normale menselijkheid draagt al Zijn normale lijfelijke handelingen, terwijl Zijn goddelijkheid het werk van God Zelf uitvoert” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het wezen van Christus is gehoorzaamheid aan de wil van de hemelse Vader).
“Omdat Hij een mens met de essentie van God is, staat Hij boven alle geschapen mensen, boven iedere mens die het werk van God kan uitvoeren. En dus is Hij, onder allen met een menselijk omhulsel net als Hij en onder allen die menselijkheid bezitten de enige die de geïncarneerde God Zelf is – alle anderen zijn geschapen mensen. Hoewel ze allen menselijkheid bezitten, hebben geschapen mensen alleen maar menselijkheid, terwijl de vleesgeworden God anders is: in Zijn vlees heeft Hij niet alleen menselijkheid, maar ook – nog belangrijker – goddelijkheid” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, De essentie van het door God bewoonde vlees).
“De goddelijkheid van Christus staat boven alle mensen, daarom is Hij het hoogste gezag over alle schepselen. Dit gezag is Zijn goddelijkheid, dat is, de gezindheid en het wezen van God Zelf, hetgeen Zijn identiteit bepaalt” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Het wezen van Christus is gehoorzaamheid aan de wil van de hemelse Vader).
“Omdat God heilig en onbezoedeld is, waar en echt is, komt Zijn vlees voort uit de Geest. Dat is zeker, zonder enige twijfel. Hij kan niet alleen getuigen van God Zelf, maar bovendien Zijn wil volledig uitvoeren. Dat is één kant van Gods substantie. Dat het vlees voortkomt uit de Geest die een beeld heeft, wil zeggen dat er een verschil in aard is tussen het vlees waarin Gods Geest Zich kleedt en het vlees van mensen. Het verschil zit vooral in hun geest” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Interpretaties van de mysteriën van “Gods woorden aan het hele universum”, hfst. 9).
“Hij die de incarnatie van God is, zal de essentie van God hebben. Hij die de incarnatie van God is, zal de uitdrukking van God hebben. Omdat God vlees wordt, zal Hij het werk voortbrengen dat Hij moet doen. En omdat God vlees wordt, zal Hij uitdrukken wat Hij is en zal Hij in staat zijn de waarheid naar de mens te brengen, het leven te schenken en de weg te wijzen. Vlees dat niet de essentie van God bevat, is zeker niet de vleesgeworden God. Dat lijdt geen twijfel. […]
[…] God is immers God en de mens is mens. God heeft het wezen van God en de mens heeft het wezen van de mens” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord).
Almachtige God heeft heel duidelijk gezegd dat de geïncarneerde God Gods Geest is die is verwezenlijkt in het vlees. Hoewel Hij normale menselijkheid bezit, is Zijn wezen goddelijk. De mensen die God gebruikt, zijn echter in wezen menselijk. Ze kunnen alleen menselijk zijn en hebben helemaal geen goddelijk wezen. “Christus heeft een goddelijk wezen” betekent dat wat Gods Geest bezit, Zijn inherente gezindheid, Zijn wezen van rechtvaardigheid en heiligheid, wat God heeft en is, Gods almacht en wijsheid, en Gods gezag en kracht, allemaal is verwezenlijkt in het vlees. Het vlees is het vlees met goddelijk wezen. De ware God is naar de aarde gekomen om te werken en de mensheid te redden. Omdat Christus goddelijk wezen heeft, zijn Zijn emotionele toestand, zienswijzen, gezichtspunten en meningen over verschillende mensen, gebeurtenissen en dingen, en alle gedachten van Christus de waarheid. Ze zijn allemaal uitdrukkingen van Gods heilige wezen en levensgezindheid. Christus kan God volledig vertegenwoordigen, en kan direct Gods stem, Zijn gezindheid en wat God heeft en is door Gods identiteit uitdrukken. Hij kan de mens de waarheid, de weg en het leven schenken, en dat gaat het vermogen van elke geschapen mens te boven. Dat is omdat Christus volledige goddelijkheid bezit, en dus kan Hij Gods woord direct uitdrukken, op elk moment en op elke plek, terwijl de profeten slechts af en toe enkele van Gods woorden kunnen overbrengen. Alles wat Christus uitdrukt, is de waarheid, en dat is Gods werk in het nieuwe tijdperk. Hij praat niet over Zijn kennis en ervaring met Gods woorden. Omdat Christus volledige goddelijkheid heeft, kan Hij op elk moment en op elke plek de waarheid uitdrukken om mensen te voorzien, te bewateren en te hoeden en de hele mensheid te leiden. En omdat Christus volledige goddelijkheid heeft, kan Hij Gods werk op Zich nemen. Hij kan de mensheid leiden en verlossen, de mensheid overwinnen en redden, en het hele oude tijdperk afsluiten. Maar de mensen die God gebruikt, zijn menselijk in wezen. Ze bezitten geen goddelijkheid, maar zijn niet meer dan mensen. En dus kunnen ze alleen het werk van de mens uitvoeren en de plicht van de mens vervullen. Hoewel ze de verlichting, de illuminatie, het werk en de volmaaktheid van de Heilige Geest bezitten, kunnen ze op zijn best alleen bijdragen aan Gods werk en hun kennis en ervaring uitdrukken. Hun woorden kunnen misschien overeenstemmen met de waarheid en anderen meestal ten goede komen, maar ze zijn niet de waarheid en ze staan niet op gelijke hoogte met Gods woorden. dat de geïncarneerde God het werk verricht van het inluiden van een tijdperk en het afsluiten van een tijdperk. Hij kan de waarheid direct uitdrukken en de mensheid in haar geheel leiden. Maar de mens die God gebruikt of de mensen die het werk van de Heilige Geest hebben dragen op zijn best alleen bij aan Gods werk, terwijl ze de plicht van de mens vervullen. Op zijn best drukken ze alleen hun eigen kennis en ervaringen met Gods woord uit, en komt wat ze zeggen overeen met de waarheid. Hoelang ze ook voor God hebben gewerkt, en hoeveel ze ook hebben gesproken, ze delen slechts hun kennis en ervaring met Gods woord, en ze verheerlijken slechts God en geven getuigenis voor God. Dit is het wezenlijke verschil tussen de geïncarneerde God en de mensen die God gebruikt of de mensen die het werk van de Heilige Geest hebben.
De geïncarneerde God is goddelijk in wezen, en dus zijn Zijn werk en woord niet bezoedeld door de gedachten, opvattingen, verbeelding en logica van de mens, en drukt de geïncarneerde God veeleer alles wat goddelijkheid heeft en is en de oorspronkelijke betekenis van Gods Geest uit. Net zoals de Heer Jezus in het Tijdperk van Genade de mysteries van het koninkrijk van de hemel openbaarde, de weg van het berouw bracht en Zijn gezindheid van liefhebbende goedheid en genade uitdrukte enzovoort. Dat zijn allemaal directe uitdrukkingen van de Geest van God en natuurlijke openbaringen van de gezindheid van God en alles wat Hij heeft en is. Ze gaan allemaal het verstand van de mens te boven. In de laatste dagen drukt Almachtige God de hele waarheid uit die de mensheid zal zuiveren, redden en vervolmaken. Hij openbaart Gods rechtvaardige gezindheid die geen belediging duldt, en onthult alle mysteries van Zijn managementplan, zoals de mysteries van Gods incarnatie, het verschil tussen Gods werk en het werk van de mens, het doel van Gods managementplan, de waarheid achter de drie fasen van Gods werk, de oorsprong van de verdorvenheid van de mens, hoe de mens zich moet losmaken van de zonde en Gods redding moet ontvangen, het toekomstige lot van de mensheid enzovoort. Alles wat Almachtige God doet, is de directe uitdrukking van de goddelijkheid en de oorspronkelijke betekenis van de Geest van God, wat het verstand van de mens te boven gaat. Het werk en woord van de geïncarneerde God en Zijn uitgedrukte gezindheid bewijzen afdoende dat de geïncarneerde God goddelijk in wezen is, en dat Hij niemand anders is dan God Zelf, de Enige ware. De mensen die God gebruikt, kunnen God echter onmogelijk vervangen bij het uitvoeren van Zijn goddelijke werk, noch kunnen zij de oorspronkelijke wil van Gods Geest direct uitdrukken. Ze kunnen alleen het werk van een menselijke bijdrage op basis van Gods werk doen, hun kennis en ervaring delen, Gods uitverkorenen leiden om de werkelijkheid van de waarheid van Gods woorden binnen te gaan, en getuigenis geven voor God en Hem dienen. Dat is de vervulling van de plicht van de mens. Ze doen het werk waartoe het menselijke verstand in staat is, het werk dat de mens kan ervaren, het werk dat in wezen is wat de mens heeft en is. Omdat de geïncarneerde God en de mensen die Hij gebruikt verschillend zijn in wezen, is hun werk volkomen verschillend van natuur. De geïncarneerde God verschilt net zoveel van de mensen die Hij gebruikt als God verschilt van de mens. De ene heeft het wezen van God, terwijl de andere menselijk is in wezen. De Ene met goddelijk wezen kan Gods werk doen, terwijl degenen met menselijk wezen alleen het werk van de mens kunnen doen. Iedereen die in God gelooft, moet dit begrijpen.
We begrijpen nu het verschil tussen Gods werk en het werk van de mens, en ook het wezenlijke verschil tussen de geïncarneerde God en de mensen die God gebruikt. We moeten echter nog steeds onderscheid maken tussen het werk van de mensen die God gebruikt en het werk van religieuze leiders en religieuze persoonlijkheden. Dit is ook heel belangrijk. Als we geen onderscheid kunnen maken tussen Gods werk en dat van de mens, of onderscheid kunnen maken tussen de mensen die God gebruikt en die hypocriete farizeeërs, zullen we geneigd zijn om mensen te vereren en te volgen en zullen we makkelijk afdwalen van de ware weg. Het zal net zo zijn als toen de Heer Jezus kwam om Zijn werk te doen, en Gods uitverkorenen in het judaïsme de hypocriete farizeeërs volgden en Hem verzaakten. In de laatste dagen doet Almachtige God het werk van het oordeel. In de religieuze wereld, misleiden, hinderen en beperken dominees en leiders, de hedendaagse farizeeërs, zoveel mensen, en brengen hen ertoe om Christus van de laatste dagen te verzaken. Dat is een serieuze les die we moeten leren. Om God te volgen, moeten we het wezen van religieuze leiders kunnen onderscheiden. Dat is dat zij niets anders zijn dan hypocriete farizeeërs. Ze werken met behulp van hun gaven en talenten, en interpreteren de Bijbel volgens hun eigen opvattingen, verbeelding en logische redenering. Wat zij eigenlijk prediken, zijn de theorieën van theologie en Bijbelstudies. Ze geven alleen om het interpreteren en prediken van de woorden van mensen in de Bijbel, in plaats van Gods woorden te verheerlijken en ervan te getuigen. Ze gebruiken de woorden van mensen om die van de Heer Jezus te vervangen en maken van de Heer niet meer dan een boegbeeld. Dit werk is volledig tegenstrijdig met Gods wil. De essentie van het verzet van de farizeeërs tegen God ligt hierin. Religieuze mensen vallen allemaal voor het leiderschap van de farizeeërs en volgen hen blindelings. Ze geloven jarenlang in God, maar ontvangen nooit enige voeding van de waarheid of het leven. Ze kunnen op zijn best hopen om wat kennis van de Bijbel en theologische theorieën te verwerven. Ze worden steeds arroganter, zelfgenoegzamer en neerbuigender van gezindheid en hebben niet de geringste eerbied voor God. Geleidelijk aan verliest God Zijn plaats in de harten van de mens, en zonder het te beseffen, bewandelt hij de weg van de farizeeërs en weerstaat hij God. Er zijn met name veel religieuze leiders en persoonlijkheden die de Bijbel uit zijn context halen en verkeerd interpreteren, ketterijen en dwalingen verspreiden die overeenstemmen met de opvattingen en verbeelding van de mens en hun ambities en verlangen bevredigen om hen te misleiden, gevangen te nemen en te manipuleren. Er zijn veel mensen die met deze ketterijen en dwalingen omgaan alsof ze Gods woord, de waarheid zijn. Ze zijn op de verkeerde weg gebracht. Deze religieuze leiders en zogenaamde beroemdheden zijn nou net de antichristen die God heeft ontmaskerd door Zijn werk van het oordeel in de laatste dagen. Deze feiten bewijzen afdoende dat het werk van deze zogenaamde leiders en spirituele figuren niet voortkomt uit het werk van de Heilige Geest. Het zijn juist farizeeërs en antichristen die ons misleiden en kwaad doen. Ze verzetten zich allemaal tegen God en verraden Hem. Zij zijn het die God opnieuw aan het kruis nagelen en God heeft hen vervloekt.
Nog steeds ontbreekt het mensen aan onderscheidingsvermogen. Ze behandelen die bedrieglijke religieuze leiders en spirituele figuren alsof ze de mensen zijn die God gebruikt, en beschouwen hun valse, bedrieglijke woorden als de verlichting en illuminatie van de Heilige Geest. Ze gaan zelfs zover dat ze die aanzien voor Gods woord, de waarheid. Ze geloven alleen in naam in God en vereren en volgen in werkelijkheid mensen. Er is geen plaats voor God in hun hart. Ze dwalen af van God en verraden Hem zonder het ooit te beseffen. Het zijn zulke stumpers. Het is zo zonde. Dit is de voornaamste reden waarom Gods werk de religieuze wereld zal elimineren en verzaken. Als we niet in staat zijn om Gods werk te onderscheiden van het werk van de mens, of het verschil te zien tussen het werk van mensen die God gebruikt en dat van de hypocriete farizeeërs, zullen we nooit ontkomen aan de misleiding en manipulatie van deze religieuze bedriegers en antichristen. Als we ons hele leven zo blijven geloven, zal het allemaal vergeefs zijn, hoe we ons ook inspannen, en zullen we nooit Gods lof kunnen ontvangen. Laten we een passage lezen uit het woord van Almachtige God: “Die mensen die beweren God te volgen zouden er het beste aan doen hun ogen te openen en eens goed te kijken, om precies te zien in wie ze geloven: is het werkelijk God in wie je gelooft, of is het Satan? Als je weet dat datgene waarin je gelooft, niet God is maar je eigen afgoden zijn, dan kun je beter niet beweren een gelovige te zijn. Als je werkelijk niet weet in wie je gelooft, ook dan kun je beter niet beweren een gelovige te zijn. Het zou godslasterlijk zijn om dat te zeggen! Niemand dwingt je om in God te geloven. Zeg niet dat jullie in mij geloven; ik heb genoeg gehad van zulke praat en wil die niet meer horen, want waar jullie in geloven, zijn de afgoden in jullie hart en de plaatselijke pestkoppen onder jullie. Zij die hun hoofd schudden wanneer ze de waarheid horen, die grijnzen wanneer ze over de dood horen praten, zijn allemaal Satansgebroed, en zij zijn degenen die geëlimineerd zullen worden” (Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Een waarschuwing aan hen die de waarheid niet beoefenen).
uit het filmscenario van ‘Opname in Gevaar’