Intrede in het leven 3

Dagelijkse woorden van God Fragment 444

Hoe komt men tot een begrip van de details van de geest? Hoe werkt de Heilige Geest in de mens? Hoe werkt Satan in de mens? Hoe werken boze geesten in de mens? Wat zijn de verschijningsvormen? Als jou iets gebeurt, komt dat dan van de Heilige Geest en moet je het gehoorzamen of afwijzen? In de werkelijke beoefening van mensen is er veel wat voortkomt uit de menselijke wil, waarvan mensen steevast geloven dat het van de Heilige Geest komt. Sommige dingen komen van boze geesten en toch blijven mensen denken dat ze van de Heilige Geest zijn gekomen, en soms begeleidt de Heilige Geest mensen vanbinnen, maar zijn mensen bang dat dergelijke begeleiding van Satan komt, waardoor ze niet durven gehoorzamen, terwijl die begeleiding in werkelijkheid de verlichting van de Heilige Geest is. Daarom is het, tenzij men onderscheiding toepast, onmogelijk om ervaring op te doen in de praktijk; zonder onderscheiding is het onmogelijk om het leven te winnen. Hoe werkt de Heilige Geest? Hoe werken boze geesten? Wat komt voort uit de wil van de mens? En wat ontstaat uit de begeleiding en verlichting van de Heilige Geest? Als je de patronen van het werk van de Heilige Geest in de mens begrijpt, zul je in je dagelijks leven en tijdens je praktische ervaringen in staat zijn je kennis te vermeerderen en onderscheid toe te passen; je zult God leren kennen, je zult Satan kunnen begrijpen en onderscheiden; je zult niet verward zijn in je gehoorzaamheid of streven, en je zult iemand zijn met heldere gedachten die het werk van de Heilige Geest gehoorzaamt.

Het werk van de Heilige Geest is een vorm van proactieve begeleiding en positieve verlichting. Het staat mensen niet toe om passief te zijn. Het brengt hun troost, geeft hun geloof en volharding en stelt hen in staat om vervolmaking door God na te streven. Wanneer de Heilige Geest werkt, kunnen mensen actief binnengaan; ze zijn niet passief of gedwongen, maar handelen op eigen initiatief. Wanneer de Heilige Geest werkt, zijn mensen blij en bereidwillig; ze zijn bereid om te gehoorzamen en worden graag nederig. Zelfs al hebben ze pijn en zijn ze kwetsbaar vanbinnen, ze zijn vastberaden om mee te werken; ze lijden gewillig, ze zijn in staat te gehoorzamen en worden niet bezoedeld door de menselijke wil, worden niet bezoedeld door de gedachten van de mens, en worden beslist niet bezoedeld door menselijke verlangens en drijfveren. Wanneer mensen het werk van de Heilige Geest ervaren, zijn ze vanbinnen bijzonder heilig. Zij die het werk van de Heilige Geest bezitten, leven de liefde voor God na, en de liefde voor hun broeders en zusters; ze verheugen zich in de dingen waarin God Zich verheugt, en verafschuwen de dingen die God verafschuwt. Mensen die geraakt worden door het werk van de Heilige Geest hebben normale menselijkheid, streven doorlopend de waarheid na en bezitten menselijkheid. Wanneer de Heilige Geest in mensen werkt, wordt hun toestand steeds beter en wordt hun menselijkheid steeds normaler. Hoewel een deel van hun samenwerking misschien dwaas is, zijn hun drijfveren de juiste, is hun intreden positief, proberen ze geen verstoring te veroorzaken en is er in hen geen kwaadwilligheid. Het werk van de Heilige Geest is normaal en echt, de Heilige Geest werkt in de mens volgens de regels van het normale leven van de mens, en Hij verzorgt verlichting en begeleiding in de mensen in overeenstemming met het werkelijke streven van normale mensen. Wanneer de Heilige Geest in mensen werkt, begeleidt en verlicht Hij hen naar gelang de behoeften van normale mensen. Hij voorziet hen van wat ze nodig hebben, en Hij begeleidt en verlicht hen positief aan de hand van wat hen ontbreekt en aan de hand van hun tekortkomingen. Het werk van de Heilige Geest is er om mensen te verlichten en te begeleiden in het echte leven; alleen als ze Gods woorden ervaren in hun werkelijke leven kunnen ze het werk van de Heilige Geest zien. Als mensen in hun dagelijks leven een positieve gesteldheid en een normaal geestelijk leven hebben, bezitten ze het werk van de Heilige Geest. Wanneer ze met zo’n gesteldheid de woorden van God eten en drinken, hebben ze geloof; wanneer ze bidden, zijn ze geïnspireerd; wanneer ze ergens tegenaan lopen, zijn ze niet passief; en als er dingen gebeuren, kunnen ze in die dingen de lessen zien waarvan God wil dat ze die leren. Ze zijn niet passief of zwak, en hoewel ze echte moeilijkheden hebben, zijn ze bereid alle regelingen van God te gehoorzamen.

Welke effecten worden bereikt door het werk van de Heilige Geest? Je kunt dan wel dwaas zijn en geen onderscheidingsvermogen hebben, maar zodra de Heilige Geest werkt zal er geloof in je zijn, en je zult steeds voelen dat je nooit genoeg van God kunt houden. Je zult bereid zijn samen te werken, hoe groot de moeilijkheden die nog komen ook zullen zijn. Er zullen je dingen overkomen en het zal je niet duidelijk zijn of die afkomstig zijn van God of van Satan, maar je zult kunnen wachten en zult niet passief zijn en ook niet nalatig. Dit is het normale werk van de Heilige Geest. Wanneer de Heilige Geest in je werkt, loop je nog steeds tegen echte moeilijkheden op. Soms zul je in tranen uitbarsten, en soms zullen er dingen zijn die je niet kunt overwinnen, maar dit is allemaal maar een fase van het gebruikelijke werk van de Heilige Geest. Hoewel je die moeilijkheden niet te boven kwam, en hoewel je destijds zwak was en veel te klagen had, kon je nadien God nog altijd liefhebben met een absoluut geloof. Je passiviteit kan je er niet van weerhouden normale ervaringen te hebben, en wat anderen ook zeggen, hoe anderen je ook aanvallen, je kunt nog altijd van God houden. Tijdens het gebed voel je altijd dat je God in het verleden zo veel schuldig was, en telkens wanneer je zulke dingen weer tegenkomt, neem je je voor om God tevreden te stellen en het vlees te verzaken. Deze kracht toont aan dat het werk van de Heilige Geest in je is. Dit is de normale gesteldheid van het werk van de Heilige Geest.

Wat is het werk dat van Satan afkomstig is? In het werk dat van Satan komt, zijn de visies binnen de mensen vaag; het ontbreekt mensen aan normale menselijkheid, de drijfveren van hun handelingen zijn verkeerd, en hoewel ze van God willen houden, zijn er in hen altijd beschuldigingen. Deze beschuldigingen en gedachten veroorzaken doorlopend verstoring in hen, beperken de groei van hun leven en verhinderen dat ze in de normale toestand voor God verschijnen. Dat wil zeggen: zodra het werk van Satan in de mensen is, kan hun hart niet in vrede voor God verschijnen. Zulke mensen weten niet wat ze met zichzelf aan moeten – wanneer ze mensen zien bijeenkomen, willen ze wegrennen, en ze kunnen hun ogen niet sluiten wanneer anderen bidden. Het werk van boze geesten verwoest de normale verhouding tussen de mens en God en verstoort de vroegere visies van mensen of hun voormalige pad om het leven binnen te gaan. In hun hart kunnen ze nooit dichtbij God komen, en er overkomen hen altijd dingen die hen verstoren en ketenen. Hun hart vindt geen vrede, ze hebben geen kracht over om van God te houden en de moed zakt hen in de schoenen. Dat zijn de verschijningsvormen van het werk van Satan. De verschijningsvormen van het werk van Satan zijn: niet standvastig kunnen zijn en niet standvastig in je getuigenis kunnen staan, waardoor je iemand wordt die fout zit, wanneer hij tegenover God staat en die God niet trouw is. Wanneer Satan ingrijpt, verlies je de liefde voor en trouw jegens God die binnenin je zijn, wordt de normale verhouding tot God van je afgenomen, streef je geen waarheid of zelfverbetering na; je gaat achteruit en wordt passief, je leeft jezelf uit, je geeft de zonde alle ruimte om zich te verspreiden en haat de zonde niet. Ook maakt de inmenging van Satan je losbandig; deze zorgt ervoor dat Gods aanraking uit je verdwijnt, dat je over God klaagt en dat je je tegen Hem keert, waardoor je aan Hem begint te twijfelen. Het risico bestaat zelfs dat je God zult verlaten. Dit alles is afkomstig van Satan.

uit ‘Het werk van de Heilige Geest en het werk van Satan’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 445

Wanneer er in het dagelijks leven iets met je gebeurt, hoe moet je dan onderscheiden of het door het werk van de Heilige Geest komt of door het werk van Satan? Wanneer de toestand van mensen normaal is, is hun geestelijke leven en hun leven in het vlees normaal en is hun verstand normaal en ordelijk. Wanneer ze zich in deze toestand bevinden, kan over het algemeen gezegd worden dat wat ze ervaren en in zichzelf te weten komen het gevolg is van de aanraking van de Heilige Geest (inzicht hebben of wat simpele kennis hebben bij het eten en drinken van de woorden van God, of trouw zijn in sommige dingen, of de kracht hebben om van God te houden bij sommige dingen – dit alles komt van de Heilige Geest). Het werk van de Heilige Geest in de mens is bijzonder normaal; de mens kan het niet voelen, en het lijkt door de mens zelf te komen, hoewel het in feite het werk van de Heilige Geest is. In het dagelijks leven doet de Heilige Geest zowel groot als klein werk in iedereen, en alleen de omvang van het werk varieert. Sommige mensen hebben een goed kaliber en begrijpen dingen snel, en de verlichting van de Heilige Geest is extra groot in hen. Sommige mensen hebben daarentegen een zwak kaliber en het kost hen langer om dingen te begrijpen, maar de Heilige Geest raakt hen vanbinnen aan en ook zij kunnen trouw aan God bereiken – de Heilige Geest werkt in iedereen die God nastreeft. Wanneer mensen in het dagelijks leven zich niet tegen God keren en niet in opstand komen tegen God, geen dingen doen die ingaan tegen het management van God en het werk van God niet verstoren, werkt in elk van hen de Geest van God in meerdere of mindere mate. Hij raakt hen, verlicht hen, geeft hun geloof, geeft hun kracht en beweegt hen ertoe om proactief binnen te gaan, niet lui te zijn of de geneugten van het vlees te begeren, de waarheid in de praktijk te willen brengen en naar de woorden van God te verlangen. Dit alles is werk dat van de Heilige Geest afkomstig is.

Wanneer de gesteldheid van mensen niet normaal is, worden ze verlaten door de Heilige Geest; in hun gedachten klagen ze al gauw, hun drijfveren zijn verkeerd, ze zijn lui, ze geven zich over aan het vlees en hun hart komt in opstand tegen de waarheid. Dit alles komt van Satan. Wanneer mensen geen normale toestand hebben, wanneer ze duister vanbinnen zijn en hun normale verstand verloren hebben, door de Heilige Geest zijn verlaten en God niet in zich kunnen voelen, dat is wanneer Satan in hen werkt. Wanneer mensen altijd innerlijke kracht hebben en altijd van God houden, dan zullen dingen die hen overkomen over het algemeen van de Heilige Geest afkomstig zijn, en steeds wanneer ze iemand ontmoeten, komt die ontmoeting voort uit de regelingen van God. Dat wil zeggen: wanneer je een normale toestand hebt, wanneer je je binnen het grote werk van de Heilige Geest bevindt, dan kan Satan je onmogelijk doen wankelen. Met dit fundament kan gesteld worden dat alles van de Heilige Geest komt, en hoewel je misschien onjuiste gedachten hebt, kun je die afzweren en volg je die niet. Dit alles komt van het werk van de Heilige Geest. Met wat voor situaties bemoeit Satan zich? Satan kan makkelijk in je werken wanneer je toestand niet normaal is, wanneer je niet door God bent aangeraakt en wanneer je het werk van God ontbeert, wanneer je vanbinnen droog en dor bent, wanneer je tot God bidt maar niets begrijpt, en wanneer je de woorden van God eet en drinkt maar niet wordt verlicht of geïllumineerd. Met andere woorden, wanneer de Heilige Geest je heeft verlaten en je God niet kunt voelen, dan overkomen je veel dingen die het gevolg zijn van de verzoeking van Satan. Terwijl de Heilige Geest werkt, werkt Satan ook doorlopend. De Heilige Geest raakt de mens vanbinnen aan, terwijl Satan zich tegelijkertijd bemoeit met de mens. Maar het werk van de Heilige Geest neemt de eerste plaats in, en mensen met een normale toestand kunnen zegevieren; dit is de zege van het werk van de Heilige Geest over het werk van Satan. Terwijl de Heilige Geest werkt, bestaat er in de mensen nog steeds een verdorven gezindheid; maar onder het werk van de Heilige Geest kunnen mensen hun opstandigheid, drijfveren en onzuiverheden makkelijk ontdekken en herkennen. Pas dan hebben mensen wroeging en worden ze bereid om berouw te tonen. Als zodanig worden hun opstandige en verdorven gezindheden geleidelijk afgeworpen binnen Gods werk. Het werk van de Heilige Geest is bijzonder normaal; terwijl Hij in de mensen werkt, hebben ze nog altijd moeilijkheden, huilen ze nog altijd, lijden ze nog altijd, zijn ze nog altijd zwak en is er nog steeds veel dat onduidelijk is voor hen. Toch kunnen ze in deze gesteldheid hun achteruitgang een halt toeroepen en kunnen ze van God houden, en ook al huilen ze en zitten ze in nood, dan nog kunnen ze God loven; het werk van de Heilige Geest is bijzonder normaal, niet in het minst bovennatuurlijk. De meeste mensen geloven dat, zodra de Heilige Geest begint te werken, er veranderingen optreden in de gesteldheid van mensen en de dingen die wezenlijk voor hen zijn, worden verwijderd. Zulke overtuigingen zijn misvattingen. Wanneer de Heilige Geest in de mens werkt, zijn de passieve dingen van de mens nog steeds aanwezig en blijft zijn gestalte dezelfde, maar hij verwerft de illuminatie en verlichting van de Heilige Geest. Daardoor wordt zijn gesteldheid proactiever, wordt zijn innerlijke toestand normaal en verandert hij snel. In zijn echte belevingen ervaren de mensen vooral het werk van ofwel de Heilige Geest ofwel Satan, en als ze deze gesteldheden niet kunnen begrijpen en geen onderscheid maken, dan kan er van intreden in ware ervaringen geen sprake zijn, laat staan van veranderingen in gezindheid. Zodoende bestaat de sleutel tot het ervaren van Gods werk uit het kunnen doorzien van zulke dingen; op die manier zullen zij het makkelijker kunnen ervaren.

uit ‘Het werk van de Heilige Geest en het werk van Satan’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 446

Het werk van de Heilige Geest is positieve vooruitgang, terwijl het werk van Satan bestaat uit terugtrekking, negativiteit, opstandigheid, verzet tegen God, verlies van geloof in God, onwilligheid om zelfs maar lofzangen te zingen en te zwak zijn om je plicht te vervullen. Alles wat voortkomt uit de verlichting van de Heilige Geest is volkomen natuurlijk; het wordt je niet opgedrongen. Als je het opvolgt, zul je vrede kennen; zo niet, dan zul je achteraf berispt worden. Met de verlichting van de Heilige Geest zal niets wat je doet gehinderd of belemmerd worden. Je zult worden bevrijd en in je handelingen zal er een beoefeningspad zijn. Je zult op geen enkele manier worden tegengehouden en zult in staat zijn de wil van God te doen. Het werk van Satan bezorgt je inmenging in veel dingen; het leidt ertoe dat je niet bereid bent te bidden, te lui bent om de woorden van God te eten en drinken, en niet geneigd bent het leven van de kerk te leiden, en het vervreemdt je van het geestelijke leven. Het werk van de Heilige Geest verstoort je dagelijks leven niet, en verstoort je normale geestelijke leven niet. Veel dingen kun je juist op het moment waarop ze gebeuren niet onderscheiden, maar na een paar dagen wordt je hart lichter en je geest helderder. Je begint iets te begrijpen van de dingen van de geest, en langzaamaan kun je onderscheiden of een gedachte afkomstig is van God of van Satan. Sommige dingen zorgen er duidelijk voor dat je je tegen God verzet en tegen Hem in opstand komt, of weerhouden je ervan de woorden van God in praktijk te brengen; al deze dingen komen van Satan. Sommige dingen zijn niet duidelijk, en op het moment zelf kun je niet zeggen wat ze zijn; achteraf kun je hun verschijningsvormen zien en dan onderscheidingsvermogen toepassen. Als je duidelijk kunt onderscheiden welke dingen van Satan komen en welke door de Heilige Geest worden aangestuurd, zul je in je ervaringen niet gauw op een dwaalspoor worden gebracht. Soms, wanneer je toestand niet goed is, heb je bepaalde gedachten die je uit je passieve gesteldheid halen. Dit toont aan dat zelfs wanneer je toestand ongunstig is, sommige van je gedachten nog steeds afkomstig kunnen zijn van de Heilige Geest. Het is niet het geval dat wanneer je passief bent, al je gedachten afkomstig zijn van Satan; als dat zo was, wanneer zou je dan kunnen overgaan op een positieve gesteldheid? Als je een tijdlang passief bent geweest, geeft de Heilige Geest je een kans om vervolmaakt te worden; Hij raakt je aan en haalt je uit je passieve gesteldheid.

Wanneer je weet wat het werk van de Heilige Geest en wat het werk van Satan is, kun je deze vergelijken met je eigen gesteldheid tijdens je ervaringen, en met je eigen ervaringen. Op deze manier zullen er veel meer waarheden zijn die te maken hebben met beginselen in je ervaringen. Als je deze waarheden over beginselen hebt begrepen, zul je je huidige gesteldheid kunnen beheersen, zul je onderscheid kunnen maken tussen mensen en onderscheid kunnen maken tussen gebeurtenissen, en zul je niet zo veel moeite hoeven te steken in het verkrijgen van het werk van de Heilige Geest. Natuurlijk hangt dit ervan af of je beweegredenen goed zijn en of je bereid bent te zoeken en te beoefenen. Zulke taal – taal die betrekking heeft op beginselen – moet een rol spelen in je ervaringen. Als deze ontbreekt, zullen je ervaringen volop inmenging van Satan kennen en veel dwaze kennis bevatten. Als je niet begrijpt hoe de Heilige Geest werkt, begrijp je niet hoe je binnen moet gaan, en als je niet begrijpt hoe Satan werkt, begrijp je niet hoe je behoedzaam moet zijn bij elke stap die je zet. Mensen moeten begrijpen hoe zowel de Heilige Geest als Satan werkt; beide zijn een onmisbaar onderdeel van de ervaringen van mensen.

uit ‘Het werk van de Heilige Geest en het werk van Satan’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 447

Uit welke aspecten bestaat normale menselijkheid? Inzicht, verstand, geweten en karakter. Als je in elk van deze aspecten normaalheid kunt bereiken, zal je menselijkheid volstaan. Je moet de gelijkenis hebben van een normaal mens, je moet lijken op iemand die in God gelooft. Je hoeft niet te veel te bereiken of jezelf in te laten met diplomatie; je moet alleen maar een normaal mens zijn, met het verstand van een normaal persoon, om dingen te kunnen doorzien en er tenminste uit te zien als een normaal mens. Dat zal volstaan. Alles wat er vandaag van je vereist wordt, ligt in je vermogen; dit is geen geval van proberen een eend op een paal te jagen. Er zullen geen nutteloze woorden en geen nutteloos werk aan je worden besteed. Alle lelijkheid die er in je leven wordt uitgedrukt of onthuld, moet weggewerkt worden. Jullie zijn verdorven door Satan en zitten boordevol gif van Satan. Alles wat er van je gevraagd wordt, is dat je je ontdoet van deze verdorven satanische gezindheid. Er wordt niet van je gevergd dat je een of andere hoogwaardigheidsbekleder wordt, of een beroemd of belangrijk persoon. Dat heeft geen zin. Het werk dat er in jullie wordt verricht, houdt rekening met wat er inherent aan jullie is. Er zitten grenzen aan wat ik van mensen vraag. Als mensen vandaag allen gevraagd werd zich te gedragen als overheidsbeambten – oefenen om op ambtenarentoon te spreken, oefenen om op de manier van hooggeplaatste overheidsfunctionarissen te spreken, of oefenen om zich uit te drukken op de toon en manier van essayisten en romanschrijvers – zou dat niet voldoende zijn; het is niet mogelijk. Gezien jullie kaliber moeten jullie tenminste in staat zijn met wijsheid en tact te spreken, en dingen duidelijk en begrijpelijk uit te leggen. Dat is alles wat er nodig is om aan de vereisten te voldoen. Als jullie op zijn minst inzicht en verstand verwerven, is dat goed genoeg. Het belangrijkst nu is dat jullie je verdorven satanische gezindheid afleggen. Je moet de lelijkheid afleggen die zich in je openbaart. Hoe kun je over voortreffelijk verstand en voortreffelijk inzicht spreken, als je die niet aflegt? Wanneer ze zien dat het tijdperk is veranderd, ontbreekt het veel mensen aan enige nederigheid of enig geduld, en het is goed mogelijk dat ze ook geen enkele liefde of bij een heilige horende betamelijkheid hebben. Hoe absurd zijn zulke mensen! Hebben ze ook maar een grammetje normale menselijkheid? Hebben ze enige getuigenis dat het noemen waard is? Ze zijn totaal verstoken van inzicht of verstand. Natuurlijk moeten sommige afwijkende en foutieve aspecten van de beoefening van mensen verbeterd worden; het starre geestelijke leven dat ze voorheen hadden en hun afgestompte, stompzinnige verschijning, bijvoorbeeld – dit alles moet worden veranderd. Verandering betekent niet dat je losbandig mag worden, je aan het vlees mag overgeven en mag zeggen wat je maar wilt. Je mag niet zo maar wat zeggen. Spreken en je gedragen als een normaal mens betekent dat je samenhangend spreekt, ‘ja’ zegt wanneer je ‘ja’ bedoelt en ‘nee’ zegt wanneer je ‘nee’ bedoelt. Houd je aan de feiten en spreek gepast. Speel niet vals en lieg niet. De grenzen die een normale persoon kan bereiken wat betreft een verandering van gezindheid moeten begrepen worden. Zo niet, dan zul je de werkelijkheid niet kunnen binnengaan.

uit ‘Het kaliber opvijzelen is omwille van het ontvangen van Gods redding’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 448

Als de mens zijn plicht doet, bereikt hij in werkelijkheid al datgene wat van nature in hem zit, dat wil zeggen: wat voor de mens mogelijk is. Dán is zijn plicht vervuld. De tekortkomingen van de mens tijdens zijn dienst worden gaandeweg minder door toenemende ervaring en het proces van zijn ervaring met oordeel; ze hinderen of beïnvloeden de plicht van de mens niet. Zij die ophouden te dienen of die zwichten en terugvallen uit vrees voor eventuele tekortkomingen in het dienen, zijn de allerlafsten onder de mensen. Als de mens niet kan uitdrukken wat hij geacht wordt uit te drukken tijdens de dienst of niet kan bereiken wat in essentie tot zijn mogelijkheden behoort, en in plaats daarvan aanmoddert en de dingen alleen voor de vorm doet, dan is hij de functie kwijtgeraakt die een schepsel hoort te hebben. Zo’n mens wordt gezien als een onbeduidende nul en zinloze verspilling van ruimte; hoe kan zo iemand de eer krijgen een schepsel genoemd te worden? Zijn zij niet de entiteiten van verdorvenheid die aan de buitenkant glanzen, maar van binnen rot zijn? Als een mens zichzelf God noemt, maar het goddelijke wezen niet kan uitdrukken, het werk van God Zelf niet kan doen, of God niet kan vertegenwoordigen, dan is hij ongetwijfeld niet God, want hij heeft de essentie van God niet, en dat wat God van nature kan bereiken, bestaat in hem niet. Als de mens verliest wat van nature bereikbaar is, kan hij niet langer als mens gezien worden en is hij het niet waard om als een schepsel te bestaan of voor God te verschijnen en Hem te dienen. Bovendien is hij het niet waard om de genade van God te ontvangen, of om door God behoed, beschermd en vervolmaakt te worden. Velen die het vertrouwen van God hebben verloren, verliezen vervolgens de genade van God. Ze verfoeien niet alleen hun wandaden niet, maar verkondigen onbeschaamd het idee dat de weg van God onjuist is. En die weerspannigen ontkennen zelfs het bestaan van God; hoe kan zo’n soort mens met zulke opstandigheid het voorrecht krijgen om Gods genade te genieten? Mensen die verzuimen aan hun plicht te voldoen, zijn zeer opstandig geweest tegenover God en zijn Hem veel verschuldigd, maar ze slaan om en hekelen God door te stellen dat Hij ongelijk heeft. Hoe kan zo’n soort mens het waard zijn om vervolmaakt te worden? Is dit niet de voorloper van geëlimineerd en gestraft worden? Een mens die zijn plicht jegens God niet vervult, is al schuldig aan de meest gruwelijke misdaad, waarvoor zelfs de dood geen afdoende straf is, maar toch heeft de mens de brutaliteit om met God te redetwisten en zichzelf op gelijke voet met Hem te stellen. Wat is er de waarde van zo’n soort mens te vervolmaken? Als de mens verzuimt zijn plicht te vervullen, hoort hij zich schuldig te voelen, en te voelen dat hij een schuld heeft; hij hoort zijn zwakheid, nutteloosheid, opstandigheid en verdorvenheid te verafschuwen, en bovendien hoort hij zijn leven en zijn bloed op te offeren voor God. Alleen dan is hij een schepsel dat werkelijk van God houdt, en alleen zo’n soort mens is het waard om te genieten van de zegeningen en de belofte van God, en om door Hem vervolmaakt te worden. En hoe zit het met het merendeel van jullie? Hoe behandelen jullie de God die te midden van jullie leeft? Hoe hebben jullie je plicht aan Hem vervuld? Hebben jullie alles gedaan wat van jullie gevraagd werd, zelfs als dat ten koste ging van jullie eigen leven? Wat hebben jullie opgeofferd? Hebben jullie niet veel van mij ontvangen? Kunnen jullie het onderscheid maken? Hoe loyaal zijn jullie aan mij? Hoe hebben jullie mij gediend? En hoe zit het met alles wat ik jullie heb toebedeeld en voor jullie heb gedaan? Hebben jullie het allemaal bijgehouden? Hebben jullie je van dit alles rekenschap gegeven en het beoordeeld en vergeleken met het weinige geweten dat jullie in je hebben? Wie zouden jullie woorden en daden waard kunnen zijn? Kan het zo zijn dat zo’n minuscule opoffering van jullie kant alles waard is wat ik jullie heb toebedeeld? Ik heb geen andere keuze en heb me van ganser harte aan jullie gewijd, maar toch koesteren jullie boosaardige gedachten en zijn jullie halfslachtig. Tot zover reikt jullie plicht, jullie enige functie. Zo is het toch? Weten jullie niet dat jullie helemaal niet de plicht van een schepsel hebben vervuld? Hoe kunnen jullie gezien worden als een schepsel? Weten jullie niet duidelijk wat jullie uitdrukken en naleven? Jullie hebben niet aan jullie plicht voldaan, maar jullie willen wel de tolerantie en de overvloedige gratie van God verkrijgen. Zulke genade staat niet klaar voor zulke waardeloze, lage personen als jullie, maar voor hen die niets vragen en graag offers brengen. Zulke mensen als jullie, zulke onbeduidende nullen, zijn het niet waard van de hemelse gratie te genieten. Alleen ontbering en eindeloze straf zal jullie dagen vergezellen! Als jullie mij niet trouw kunnen zijn, zal lijden jullie lot zijn. Als jullie geen verantwoording kunnen afleggen tegenover mijn woorden en mijn werk, dan zal straf jullie deel zijn. Alle gratie, zegeningen en het prachtige leven in het koninkrijk zal aan jullie voorbijgaan. Jullie verdienen het dat het zo afloopt, het is het gevolg van jullie eigen daden!

uit ‘Het verschil tussen de bediening van vleesgeworden God en de plicht van de mens’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 449

Niet alleen hebben die kortzichtige en arrogante mensen niet hun best gedaan en hun plicht niet vervuld, ze houden hun handen uitgestoken om gratie te ontvangen, alsof ze verdiend hebben waar ze om vragen. En als het niet lukt om te krijgen waar ze om vragen, dan worden ze zelfs nog ongeloviger. Hoe kunnen zulke mensen redelijk gevonden worden? Jullie zijn van laag kaliber en onverstandig, volkomen ongeschikt om de plicht te vervullen die jullie horen te vervullen tijdens het managementwerk. Jullie waarde is al enorm gedaald. Dat jullie mij niet terugbetaald hebben voor de aanzienlijke gunsten die ik jullie heb verleend, is een daad van extreme opstandigheid, ernstig genoeg om jullie te veroordelen en jullie lafheid, onbekwaamheid, verachtelijkheid en onwaardigheid aan te tonen. Hoe zouden jullie er nog voor in aanmerking komen om je handen op te houden? Jullie zijn niet in staat om ook maar een klein beetje te helpen bij mijn werk, niet in staat om trouw te zijn en niet in staat om getuige te zijn voor mij. Nu al zijn dit jullie wandaden en tekortkomingen, maar toch vallen jullie mij aan, vertellen onwaarheden over mij en klagen erover dat ik onrechtvaardig ben. Is dit waar jullie loyaliteit uit bestaat? Is dit waar jullie liefde uit bestaat? Welk ander werk kunnen jullie doen, behalve dit? Hoe hebben jullie bijgedragen aan het werk dat gedaan moet worden? Hoezeer hebben jullie je uitgeput? Ik heb al een enorme tolerantie getoond door jullie niet te beschuldigen, maar toch komen jullie bij mij met schaamteloze excuses en beklagen jullie je onder elkaar over mij. Bezitten jullie eigenlijk wel een greintje menselijkheid? Hoewel de plicht van de mens bezoedeld is door het verstand van de mens en zijn opvattingen, moet je je plicht vervullen en je trouw tonen. De onzuiverheden in het werk van de mens zijn een kwestie van zijn kaliber, en als hij zijn plicht niet vervult, is het een teken van zijn opstandigheid. Er bestaat geen verband tussen de plicht van de mens en of hij gezegend of vervloekt is. Zijn plicht is wat de mens hoort te vervullen; het is zijn door de hemel gezonden plicht en zou niet afhankelijk moeten zijn van vergoeding, voorwaarden of redenen. Dan pas is er sprake van zijn plicht vervullen. Een mens die gezegend is, geniet goedheid als hij na het oordeel vervolmaakt wordt. Een mens die vervloekt is, krijgt straf als zijn gezindheid onveranderd blijft nadat hij getuchtigd en geoordeeld is, dat wil zeggen dat hij niet vervolmaakt is. Als schepsel hoort de mens zijn plicht te vervullen, hij moet doen wat hij hoort te doen, en wat hij kan doen, of hij nu gezegend of vervloekt zal worden. Dit is de fundamentele voorwaarde voor de mens, als iemand die op zoek is naar God. Je moet je plicht niet vervullen alleen om gezegend te worden en je moet niet weigeren iets te doen uit angst om vervloekt te worden. Laat me jullie dit ene ding vertellen: als de mens in staat is om zijn plicht te vervullen, betekent het dat hij doet wat hij hoort te doen. Als de mens niet in staat is om zijn plicht te vervullen, laat het zien dat de mens opstandig is. Het is altijd door het proces van zijn plicht vervullen dat de mens gaandeweg veranderd wordt, en door dit proces toont hij zijn loyaliteit. Derhalve, hoe meer je in staat bent je plicht te vervullen, des te meer waarheden je zult ontvangen, en dan zal ook jouw uitdrukking echter worden. Zij die hun plicht alleen voor de vorm vervullen en niet op zoek zijn naar de waarheid, zullen uiteindelijk geëlimineerd worden, want zulke mensen vervullen hun plicht niet bij het praktiseren van de waarheid, ze praktiseren geen waarheid bij het vervullen van hun plicht. Zulke mensen blijven onveranderd en zullen worden vervloekt. Niet alleen is hun uitdrukking onzuiver, maar wat ze uitdrukken is niets anders dan verdorvenheid.

uit ‘Het verschil tussen de bediening van vleesgeworden God en de plicht van de mens’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 450

Als je geen kennis hebt van Gods werk, zal je niet weten hoe je met God moet samenwerken. Als je de principes van Gods werk niet kent en je weet niet hoe Satan in de mens werkt, dan zal je geen pad hebben om te bewandelen. Alleen door ijverig streven bereik je de resultaten die God eist niet. Een dergelijke manier van ervaren is verwant aan die van Lawrence: geen enkel onderscheid maken en je enkel concentreren op ervaring, volkomen onbewust zijn van wat het werk van Satan is en wat van de Heilige Geest, hoe de mens is zonder de aanwezigheid van God, en welk soort mensen God wil vervolmaken. Welke principes moeten worden gevolgd in de omgang met verschillende soorten mensen, hoe je Gods wil in het heden moet begrijpen, hoe je Gods gezindheid moet leren kennen, en op welke mensen, omstandigheden en welk tijdperk Gods genade, majesteit en gerechtigheid zijn gericht – hij heeft geen inzicht in een van deze gebieden. Als mensen niet verscheidene visioenen hebben als fundament voor hun ervaringen, dan kan er geen leven zijn, laat staan ervaring. Ze kunnen dom blijven doorgaan met alles ondergaan en verdragen. Zulke mensen zijn erg moeilijk te vervolmaken. Je kunt zeggen dat, als je niets hebt van bovengenoemde visioenen, dit voldoende bewijs is dat je een domoor bent, je bent als een zoutpilaar die altijd in Israël zal staan. Zulke mensen zijn nutteloos, ze zijn nergens goed voor! Sommige mensen volgens slechts blindelings, ze kennen zichzelf altijd en gebruiken steeds hun eigen manier van doen wanneer ze met nieuwe zaken te maken krijgen, of ze gebruiken ‘wijsheid’ om met triviale zaken die het noemen niet waard zijn om te gaan. Zulke mensen zijn verstoken van inzicht, het lijkt wel alsof ze gepest worden van nature accepteren, en ze zijn altijd hetzelfde, ze veranderen nooit. Zulke mensen zijn dwazen zonder zelfs het geringste inzicht. Zij proberen nooit maatregelen aan te passen aan de omstandigheden of aan verschillende mensen. Zulke mensen hebben geen ervaring. Ik heb sommige mensen gezien die zo aan hun zelfkennis vasthouden dat zij hun hoofd laten hangen en hun zonden biechten wanneer ze geconfronteerd worden met mensen die bezeten zijn door het werk van kwade geesten, zonder op te durven staan en hen te veroordelen. En wanneer zij worden geconfronteerd met wat duidelijk het werk is van de Heilige Geest, durven zij niet te gehoorzamen. Zij geloven dat deze boze geesten ook in de handen van God zijn, en hebben geen enkele moed om op te staan en weerstand aan hen te bieden. Zulke mensen maken God ten schande, en zijn volkomen onbekwaam om een zware last voor God te dragen. Dergelijke sufferds maken geen enkel onderscheid. Een dergelijke manier van ervaren moet dan ook worden gelouterd, want in de ogen van God is dit onhoudbaar.

uit ‘Over ervaring’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 451

In de huidige stroom heeft ieder persoon die werkelijk van God houdt de gelegenheid om vervolmaakt te worden door Hem. Ongeacht of men jong of oud is, zo lang men in zijn hart God gehoorzaamt en ontzag voor Hem heeft, zal men in staat zijn om vervolmaakt te worden door Hem. God maakt mensen volmaakt in overeenstemming met hun verschillende functies. Voor zover je alles hebt gedaan wat in je kracht ligt en je je onderwerpt aan het werk van God, kun je volmaakt gemaakt worden door Hem. Op dit moment is niemand van jullie volmaakt. Soms zijn jullie in staat een bepaald type functie te vervullen, en soms zijn jullie in staat er twee te vervullen; zo lang jullie al je kracht aan God geven en jullie je uitputten voor Hem, zullen jullie uiteindelijk vervolmaakt worden door God.

Jonge mensen hebben minder levensfilosofieën, en het ontbreekt hen aan wijsheid en inzicht. God komt om de wijsheid en het inzicht van de mens te vervolmaken, en het woord van God vult aan wat ze in dit opzicht missen. Echter, de gezindheid van jonge mensen is instabiel en dat vereist transformatie door God. Jonge mensen hebben minder religieuze opvattingen en minder levensfilosofieën. Ze denken in eenvoudige termen, en hun overwegingen zijn niet complex. Dit is het facet waar hun menselijkheid nog niet gevormd is en het is een wenselijk facet, maar jonge mensen zijn onwetend en het ontbreekt hen aan wijsheid, en dit is een gebied dat vervolmaakt moet worden door God. Door te worden vervolmaakt door God, kunnen jullie onderscheidingsvermogen ontwikkelen en in staat zijn om veel spirituele zaken duidelijk te begrijpen, en kunnen jullie stap voor stap mensen worden die geschikt zijn om door God ingezet te worden. Oudere broeders en zusters zijn ook in staat bepaalde functies te vervullen en ze worden niet verlaten door God. Oudere broeders en zusters hebben ook wenselijke en onwenselijke facetten. De oudere broeders en zusters hebben meer levensfilosofieën, meer religieuze opvattingen, hun handelingen zitten vast in een onbuigzaam raamwerk, ze volgen regels als automaten, ze passen die mechanisch toe en ze zijn niet flexibel. Dit is een onwenselijk facet. Echter, oudere broeders en zusters zijn kalm en bedaard ten opzichte van wat er ook maar op hun weg komt; hun gezindheid is stabiel en ze hebben geen stormachtige stemmingen. Ze zijn misschien langzamer in het accepteren van dingen, maar dat is geen groot gebrek. Zo lang als jullie in staat zijn om jezelf te onderwerpen en de huidige woorden van God te accepteren, als jullie Gods woorden niet kritisch onderzoeken, als jullie niet aarzelen om jezelf te onderwerpen en te volgen, als jullie beslist niet oordelen of andere slechte gedachten hebben, en als jullie Zijn woorden accepteren en in praktijk brengen – als jullie aan deze voorwaarden voldoen – dan kunnen jullie volmaakt gemaakt worden.

Of jullie nu een jongere of een oudere broeder of zuster zijn, jullie weten welke functie jullie moeten vervullen. Degenen die jong zijn, zijn niet arrogant; degenen die ouder zijn, zijn niet passief en hebben geen terugval. Ze zijn in staat om gebruik te maken van elkaars sterke punten ter compensatie van hun zwakke punten, en ze zijn in staat elkaar te dienen zonder enig vooroordeel. Er wordt een brug van vriendschap gebouwd tussen jongere en oudere broeders en zusters. Vanwege de liefde van God zijn jullie in staat elkaar beter te begrijpen. Jongere broeders en zusters kijken niet neer op oudere broeders en zusters, en de oudere broeders en zusters zijn niet zelfgenoegzaam. Is dit geen harmonieus partnerschap? Als jullie je dit allemaal voornemen, dan zal de wil van God zeker vervuld worden in jullie generatie.

uit ‘Over dat iedereen zijn functie vervult’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 452

Of je gezegend bent of vervloekt, zal in de toekomst besloten worden op basis van de dingen die je vandaag doet. Als jullie volmaakt worden gemaakt door God zal dat nu zijn, in dit tijdperk; er zal geen andere gelegenheid in de toekomst zijn. Op dit moment wil God jullie nu werkelijk volmaakt maken, en dit is niet alleen maar bij wijze van spreken. In de toekomst wil God jullie vervolmaken, ongeacht welke beproevingen jullie overkomen, welke gebeurtenissen plaatsvinden, of welke rampen jullie overkomen – dit is een definitief en onbetwist feit. Waaraan kan dat worden gezien? Aan het feit dat het woord van God door de eeuwen en generaties nooit zo’n grote hoogte heeft bereikt als vandaag de dag – het heeft de hoogste sfeer bereikt, en het werk van de Heilige Geest onder alle mensen vandaag de dag is ongekend. Bijna niemand in voorbije generaties heeft dit meegemaakt. Zelfs in het tijdperk van Jezus waren er niet de openbaringen die er vandaag de dag zijn; grote hoogten zijn bereikt in de woorden tot jullie gesproken, de dingen die jullie begrijpen, en de dingen die jullie ervaren. Jullie vertrekken niet te midden van beproevingen en tuchtigingen; dat is voldoende bewijs dat het werk van God weergaloze glorie heeft bereikt. Dit is niet iets waartoe de mens in staat is en het is niet iets wat de mens in stand houdt, maar het is het werk van God zelf. Allerlei feiten van het werk van God tonen dus aan dat God de mens wil vervolmaken, en Hij is zeker in staat om jullie compleet te maken. Als jullie in staat zijn om dit op te merken, als jullie in staat zijn om deze nieuwe ontdekking te doen, dan zullen jullie niet wachten op de wederkomst van Jezus, maar in plaats daarvan God toestaan om jullie nu compleet te maken, in het huidige tijdperk. Daarom moet ieder van jullie zijn uiterste best doen en geen enkele moeite sparen zodat jullie vervolmaakt kunnen worden door God.

Vandaag de dag moet je geen aandacht schenken aan de negatieve zaken. Je moet eerst werkelijk alles wat je een negatief gevoel kan geven aan de kant zetten en negeren. Als je zaken afhandelt moet je een hart hebben van zoeken en tasten, en je moet een hart van gehoorzaamheid aan God houden. Wanneer jullie ook maar enige zwakheid in jezelf ontdekken: als deze geen macht over jullie heeft, en als jullie de functie uitvoeren die je moet uitvoeren, is dat een positieve stap vooruit. Bijvoorbeeld: oudere broeders en zusters hebben religieuze opvattingen, maar jij bent in staat om te bidden, en je bent in staat om jezelf te onderwerpen, het woord van God te eten en drinken en liederen te zingen … Kortom, waartoe je ook in staat bent, welke functie je ook kunt vervullen, zet je er helemaal voor in, met alle kracht die je kunt opbrengen. Wacht niet passief af. In staat zijn om je plicht te doen tot voldoening van God is de eerste stap. Dan, als je in staat bent de waarheid te begrijpen en binnen te gaan in de realiteit van het woord van God, zul je vervolmaakt zijn door God.

uit ‘Over dat iedereen zijn functie vervult’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 453

Iedereen die het zich heeft voorgenomen, kan God dienen – maar alleen wie in alle zorgvuldigheid met Gods wil omgaat en deze begrijpt, is bevoegd en gerechtigd om God te dienen. Ik heb dit onder jullie ontdekt: veel mensen geloven dat ze God dienen zolang ze het evangelie geestdriftig voor God verspreiden, voor God rondreizen, zichzelf volledig inzetten en dingen opgeven voor God enzovoorts. Nog meer religieuze mensen geloven dat ze God dienen door rond te rennen met een bijbel in de hand, het evangelie van het hemelse koninkrijk te verspreiden en mensen te redden door hen berouw te laten hebben en te laten biechten. Er zijn ook veel religieuze functionarissen die denken dat het dienen van God bestaat uit het preken in kapellen nadat ze hogere studies hebben gevolgd en in het seminarie zijn opgeleid, en het onderwijzen van mensen door het lezen van Schriftpassages. Bovendien zijn er mensen in arme gebieden die geloven dat het dienen van God betekent: zieken genezen, demonen uitdrijven onder hun broeders en zusters, voor hen bidden of hen dienen. Velen van jullie geloven dat jullie God dienen door dagelijks de woorden van God te eten en te drinken, dagelijks tot God te bidden en overal kerken te bezoeken en daarin werk te verrichten. Andere broeders en zusters geloven dat God dienen betekent dat men nooit trouwt of een gezin sticht en zijn volledige wezen aan God wijdt. Toch weten weinig mensen wat het werkelijk betekent om God te dienen. Hoewel er evenveel mensen zijn die God dienen als er sterren aan de hemel staan, is het aantal mensen dat direct kan dienen, en dat kan dienen naar Gods wil, schamel – armzalig klein. Waarom zeg ik dit? Ik zeg dit omdat jullie de inhoud van de uitdrukking ‘dienst aan God’ niet begrijpen en maar heel weinig begrijpen van hoe te dienen naar Gods wil. Het is hoog tijd dat mensen precies begrijpen hoe ze God kunnen dienen in overeenstemming met Zijn wil.

Als jullie willen dienen naar Gods wil, moeten jullie eerst begrijpen in welk soort mensen God genoegen schept, welk soort mensen God verafschuwt, welk soort mensen God vervolmaakt en welk soort mensen bekwaam is om God te dienen. Jullie zouden op zijn minst met deze kennis uitgerust moeten zijn. Bovendien moeten jullie de doelen van Gods werk kennen, en het werk dat God in het hier en nu zal doen. Als jullie dit hebben begrepen, en door de begeleiding van Gods woorden, moeten jullie eerst intreden hebben en eerst Gods opdracht ontvangen. Als jullie Gods woorden eenmaal werkelijk hebben ervaren en Gods werk echt kennen, zullen jullie bekwaam zijn om God te dienen. En het is wanneer jullie Hem dienen dat God jullie geestelijke ogen opent en jullie een beter begrip van Zijn werk en een duidelijkere blik op Zijn werk geeft. Wanneer je deze werkelijkheid binnengaat, zullen je ervaringen dieper en echter zijn. Iedereen die zulke ervaringen heeft gehad, zal in de kerken voor zijn broeders en zusters kunnen zorgen, zodat jullie elkaars sterke punten kunnen gebruiken om jullie eigen tekortkomingen te compenseren en rijkere kennis te verkrijgen in jullie geest. Pas als jullie dit effect hebben bereikt, zullen jullie kunnen dienen naar Gods wil en door God worden vervolmaakt in de loop van jullie dienst.

Zij die God dienen, moeten Gods vertrouwelingen zijn, moeten God welgevallig zijn en moeten God uiterst trouw kunnen blijven. Of je nu privé of publiek handelt, je kunt in Gods bijzijn de vreugde van God verkrijgen, je kunt overeind blijven in Gods bijzijn en hoe andere mensen je ook behandelen, je bewandelt altijd het pad dat je moet gaan en schenkt alle aandacht aan Gods last. Alleen zulke mensen zijn vertrouwelingen van God. Dat Gods vertrouwelingen Hem direct kunnen dienen, komt doordat ze Gods grote opdracht en Gods last hebben ontvangen, zich Gods hart kunnen toe-eigenen, Gods last op zich kunnen nemen als hun eigen, en geen aandacht schenken aan hun toekomstperspectieven: zelfs wanneer ze geen perspectieven hebben en er voor hen geen winst in het verschiet ligt, zullen ze altijd in God geloven met een liefhebbend hart. Zodoende is dit soort persoon Gods vertrouweling. Gods vertrouwelingen zijn ook Zijn intimi; alleen Gods intimi kunnen Zijn rusteloosheid en Zijn gedachten delen, en hoewel hun vlees pijnlijk en zwak is, kunnen ze pijn verdragen en verzaken wat ze liefhebben om God tevreden te stellen. God geeft zulke mensen meer lasten en wat God wenst te doen, wordt bevestigd door de getuigenis van zulke mensen. Daarom zijn deze mensen aangenaam voor God. Ze zijn dienaren van God die naar Zijn eigen hart zijn, en alleen zulke mensen kunnen samen met God heersen. Wanneer je werkelijk Gods vertrouweling bent geworden, is precies het moment dat je samen met God zult heersen.

uit ‘Hoe te dienen in harmonie met Gods wil’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 454

Jezus kon Gods opdracht – het werk van de verlossing van de hele mensheid – voltooien omdat Hij alle aandacht schonk aan Gods wil, zonder enige plannen of regelingen voor Zichzelf te maken. Zo was Hij ook de vertrouweling van God – God Zelf – wat jullie allemaal goed begrijpen. (In feite was Hij de God Zelf van wie God had getuigd. Ik zeg dit hier om met het feit van Jezus de kwestie toe te lichten.) Hij was in staat van Gods managementplan het exacte middelpunt te maken, bad altijd tot de hemelse Vader en zocht de wil van de hemelse Vader. Hij bad en zei: “God de Vader! Volbreng dat wat uw wens is en handel niet naar mijn wensen, maar naar uw plan. De mens mag dan zwak zijn, maar waarom zou u om hem geven? Hoe kan de mens uw bezorgdheid waardig zijn, de mens die als een mier in uw hand is? In mijn hart wens ik alleen uw wil te volbrengen, en ik wil dat u in mij kunt doen wat u zou doen in overeenstemming met uw eigen wensen.” Op weg naar Jeruzalem leed Jezus hevige pijn, alsof er een mes werd rondgedraaid in Zijn hart, en toch had Hij niet het geringste voornemen om Zijn woord te breken. Steeds was er een sterke kracht die Hem voortdreef naar waar Hij zou worden gekruisigd. Uiteindelijk werd Hij aan het kruis genageld, werd Hij de gelijkenis van zondig vlees en voltooide Hij het werk van de verlossing van de mens. Hij brak los uit de ketens van de dood en het dodenrijk. Tegenover Hem verloren de sterfelijkheid, de hel en het dodenrijk hun kracht en werden door Hem overwonnen. Hij leefde drieëndertig jaar en gedurende die tijd spande Hij Zich altijd tot het uiterste in om aan Gods wil te voldoen in overeenstemming met Gods werk destijds. Hij dacht nooit aan Zijn eigen winst of verlies en had altijd de wil van God de Vader voor ogen. Daarom zei God na Zijn doop: “Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.” Vanwege Zijn dienst aan God die in harmonie was met Gods wil, legde God de zware last van de verlossing van de hele mensheid op Zijn schouders en zorgde ervoor dat Hij die volbracht, en Hij was bekwaam en gerechtigd om deze belangrijke taak te voltooien. Zijn hele leven verdroeg Hij onmetelijk lijden voor God en talloze malen werd Hij verzocht door Satan, maar nooit verloor Hij de moed. God gaf Hem zo’n immense taak omdat Hij Hem vertrouwde en liefhad, en daarom zei God persoonlijk: “Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.” Alleen Jezus kon destijds deze opdracht volbrengen, en dit was één praktisch aspect van Gods voltooiing van Zijn werk van verlossing van de hele mensheid in het Tijdperk van Genade.

Als jullie net als Jezus alle aandacht kunnen schenken aan de last van God en jullie vlees de rug kunnen toekeren, zal God jullie Zijn belangrijke taken toevertrouwen, zodat jullie zullen voldoen aan de voorwaarden om God te dienen. Alleen onder zulke omstandigheden zullen jullie durven zeggen dat jullie Gods wil doen en Zijn opdracht vervullen, en alleen dan zullen jullie durven zeggen dat jullie God werkelijk dienen. Durf je, met het voorbeeld van Jezus, te zeggen dat je Gods vertrouweling bent? Durf je te zeggen dat je Gods wil doet? Durf je te zeggen dat je God werkelijk dient? Tegenwoordig begrijp je niet hoe je God moet dienen; durf je te zeggen dat je Gods vertrouweling bent? Als je zegt dat je God dient, is dat dan geen godslastering? Denk er eens over na: dien je God of dien je jezelf? Je dient Satan en toch zeg je koppig dat je God dient – is dat geen godslastering? Achter mijn rug om begeren veel mensen de zegen van een hoge status. Ze doen zich tegoed aan eten, slapen graag en besteden veel zorg aan het vlees; ze zijn altijd bang dat er voor het vlees geen uitweg is. In de kerk doen ze niet hun geëigende taak, ze klaplopen ten koste van de kerk of lezen anders hun broeders en zusters de les met mijn woorden en spelen de baas over anderen vanuit gezaghebbende functies. Deze mensen zeggen steeds dat ze Gods wil doen en Gods vertrouwelingen zijn – is dat niet absurd? Als je de juiste bedoelingen hebt, maar niet kunt dienen naar Gods wil, gedraag je je dwaas; maar als je bedoelingen niet goed zijn en je nog steeds zegt dat je God dient, dan ben je iemand die zich tegen God verzet en zou God je moeten straffen! Met zulke mensen heb ik geen medelijden! Ze klaplopen in het huis van God, begeren altijd de gemakken van het vlees en houden geen rekening met de belangen van God. Ze zoeken altijd wat goed voor hen is en schenken geen aandacht aan Gods wil. Ze aanvaarden niet het toezicht van Gods Geest in alles wat ze doen. Voortdurend intrigeren ze en misleiden ze hun broeders en zusters. Ze zijn achterbaks als een vos in een wijngaard die altijd druiven steelt en de wijngaard vertrapt. Kunnen zulke mensen Gods vertrouwelingen zijn? Ben je het waardig om Gods zegen te ontvangen? Je neemt geen last aan voor je leven en de kerk, ben je het dan waardig om Gods opdracht te ontvangen? Wie zou iemand als jij durven vertrouwen? Als je op deze manier dient, zou God je dan een grotere taak durven toevertrouwen? Zou dit geen vertragingen opleveren voor het werk?

Ik zeg dit zodat jullie kunnen weten aan welke voorwaarden moet worden voldaan om te dienen in harmonie met Gods wil. Als jullie je hart niet aan God geven, als jullie niet zoals Jezus heel zorgvuldig omgaan met Gods wil, dan kan God jullie niet vertrouwen en zal Hij uiteindelijk over jullie oordelen. Misschien koester je tegenwoordig, in je dienst aan God, steeds het voornemen om God te misleiden en ga je steeds op een plichtmatige manier met Hem om. Kortom, ongeacht al het andere: als je God bedriegt, zul je een meedogenloos oordeel ondergaan. Jullie moeten ervan profiteren dat jullie zojuist het juiste pad van dienst aan God zijn opgegaan om eerst jullie hart aan God te geven, met onverdeelde loyaliteit. Of je nu tegenover God of tegenover andere mensen staat, je hart moet altijd naar God gekeerd zijn en je moet het voornemen hebben om God lief te hebben zoals Jezus dat deed. Op deze manier zal God je vervolmaken, zodat je een dienaar van God wordt die naar Zijn hart is. Als je werkelijk wilt worden vervolmaakt door God, en als je wilt dat jouw dienst in harmonie is met Zijn wil, moet je je eerdere opvattingen over geloof in God veranderen en de oude manier waarop je God diende, veranderen, zodat God meer van je vervolmaakt. Zo zal God je niet in de steek laten en zul je net als Petrus in de voorhoede zitten van hen die God liefhebben. Als je nog steeds geen berouw toont, ga je een einde als dat van Judas tegemoet. Dit moet iedereen die in God gelooft, begrijpen.

uit ‘Hoe te dienen in harmonie met Gods wil’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 455

Vanaf het begin van Zijn werk in het gehele universum heeft God vele mensen, uit alle rangen en standen, voorbestemd om Hem te dienen. Het is Zijn doel Zijn eigen wil te realiseren en ervoor te zorgen dat Zijn werk op aarde probleemloos wordt verwezenlijkt. Dit is Gods doel wanneer Hij mensen kiest om Hem te dienen. Ieder mens die God dient, moet deze wil van God begrijpen. Door middel van Zijn werk zijn mensen beter in staat Gods wijsheid en almacht te begrijpen en de principes van Zijn werk op aarde te zien. God komt daadwerkelijk naar de aarde om Zijn werk te doen en legt daarbij contact met mensen zodat zij Zijn daden duidelijker leren kennen. Vandaag de dag heeft jullie groep het geluk de praktische God te dienen. Dit is voor jullie een zegen van onschatbare waarde. In werkelijkheid is het God die jullie op een hoger niveau brengt. Wanneer God iemand uitkiest om Hem te dienen, hanteert Hij altijd Zijn eigen principes. God dienen is absoluut niet, zoals mensen het zich dat voorstellen, eenvoudig een kwestie van enthousiasme. Vandaag zien jullie dat hoe eenieder die God dient in Zijn aanwezigheid, dit doet omdat hij de begeleiding van God heeft en het werk van de Heilige Geest, en omdat zij mensen zijn die naar de waarheid zoeken. Dit zijn de minimumvereisten waaraan al degenen die God dienen moeten voldoen.

God dienen is geen eenvoudige taak. Degenen wier verdorven gezindheid onveranderd blijft kunnen God nooit dienen. Als jouw gezindheid niet door Gods woord is geoordeeld en getuchtigd, vertegenwoordigt jouw gezindheid nog steeds Satan. Dit is voldoende om te bewijzen dat je God dient vanuit je eigen goede intentie. Dit is dienst die gebaseerd is op je satanische natuur. Je dient God met je natuurlijke karakter en volgens je persoonlijke voorkeuren, sterker nog, je blijft maar denken dat God zich verheugt in alles wat je maar wilt doen en alles haat wat je niet wilt doen, en je wordt in je werk geheel geleid door je eigen voorkeuren. Kan dit God dienen worden genoemd? Uiteindelijk zal de gezindheid van je leven er geen jota mee veranderen; in tegendeel, je zult nog koppiger worden omdat je God hebt gediend, en hierdoor raakt je verdorven gezindheid nog dieper geworteld. Op deze manier zul je van binnen regels over het dienen van God ontwikkelen die hoofdzakelijk zijn gebaseerd op je eigen karakter en de ervaring die je opdoet met het dienen volgens je eigen gezindheid. Deze les kan worden getrokken uit de menselijke ervaring. Het is de levensfilosofie van de mens. Zulke mensen behoren tot de farizeeën en de religieuze functionarissen. Wanneer zij niet op een gegeven moment wakker worden en berouw tonen, zullen zij beslist de valse christussen en de antichristen worden die de mensen in de laatste dagen misleiden. De valse christussen en de antichristen waarover is gesproken zullen voortkomen uit dergelijke mensen. Als degenen die God dienen hun eigen karakter volgen en naar hun eigen wil handelen, zullen ze op elk moment het gevaar lopen uitgedreven te worden. Degenen die de ervaring van vele jaren dienst doen aan God gebruiken om de harten van anderen te veroveren, hen neerbuigend de les te lezen en hen te beteugelen, en degenen die nooit berouw tonen, hun zonden nooit opbiechten, nooit de voordelen van hun positie opgeven, zullen allen voor God ten val komen. Deze mensen zijn van hetzelfde type als Paulus, mensen die zich voorstaan op hun senioriteit en pronken met hun kwalificaties. God zal zulke mensen niet tot volmaaktheid brengen. Dit soort dienst hindert het werk van God. Mensen klampen zich graag vast aan het oude. Ze klampen zich vast aan opvattingen uit het verleden, dingen uit het verleden. Dit is een enorm obstakel voor hun dienst. Als je deze dingen niet van je af kunnen schudden, zullen ze je hele leven verstikken. God zal je niet prijzen, in het geheel niet, zelfs niet als je je benen of rug breekt van het rondrennen of het harde werk, zelfs niet als je je leven geeft in dienst van God. Integendeel: Hij zal zeggen dat je een boosdoener bent.

uit ‘Religieuze diensten moeten worden gezuiverd’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 456

Vanaf vandaag zal God degenen die geen religieuze opvattingen hebben formeel vervolmaken, degenen die gereed zijn afstand te doen van hun oude zelf en die God dienen in de eenvoud van hun hart, en Hij zal hen vervolmaken die verlangen naar het woord van God. Deze mensen zouden op moeten staan en God dienen. In God is eindeloze overvloed en grenzeloze wijsheid. Zijn geweldige werk en dierbare woorden staan klaar om door nog meer mensen te worden genoten. Zoals het er nu voorstaat is het voor degenen met religieuze opvattingen, degenen die zich voorstaan op hun senioriteit en degenen die zichzelf niet kunnen wegcijferen, moeilijk deze nieuwe dingen te accepteren. De Heilige Geest heeft geen kans deze mensen te vervolmaken. Als een mens niet vastbesloten is te gehoorzamen en geen dorst heeft naar het woord van God, dan zal deze persoon niet in staat zijn deze nieuwe dingen te ontvangen. Deze personen zullen alleen maar steeds opstandiger en listiger worden en uiteindelijk op het verkeerde spoor belanden. Door Zijn werk nu te doen, zal God meer mensen opwekken die Hem werkelijk liefhebben en die het nieuwe licht kunnen accepteren. En Hij zal de religieuze functionarissen die zich voorstaan op hun senioriteit volledig neermaaien. Degenen die zich koppig verzetten tegen verandering: Hij wil niemand van hen. Wil je een van deze personen zijn? Dien je volgens je eigen voorkeuren, of doe je wat God vraagt? Dit is iets dat je van jezelf moet weten. Ben je een van de religieuze functionarissen, of ben je een pasgeboren baby die door God is vervolmaakt? Hoe groot is het deel van je dienst dat wordt geprezen door de Heilige Geest? Hoe groot is het deel waarvan God niet eens de moeite neemt het te herdenken? Hoe zeer is je leven veranderd na al die jaren van dienst? Heb je hierover duidelijkheid? Als je echt geloof hebt, verwerp je je oude, voormalige religieuze opvattingen en dien je God beter op een nieuwe manier. Het is nog niet te laat om op te staan. Oude religieuze opvattingen verstikken het leven van een mens. De ervaring die mensen opdoen leidt hen weg van God en laat hen dingen op hun eigen manier doen. Als je geen afstand van deze dingen neemt zullen ze een struikelblok gaan vormen voor de groei in je leven. God heeft altijd degenen vervolmaakt die Hem dienen. Hij verwerpt ze niet snel. Als je het oordeel en de tuchtiging van Gods woord werkelijk accepteert, als je je oude religieuze praktijken en regels opzij kunt zetten en kunt stoppen met het gebruik van oude religieuze opvattingen als maatstaf voor Gods woord van vandaag de dag, alleen dan zul je een toekomst hebben. Maar als je je blijft vastklampen aan oude dingen, als je ze blijft koesteren, dan kun je onmogelijk worden gered. God heeft geen aandacht voor zulke mensen. Als je werkelijk vervolmaakt wilt worden, zul je moeten besluiten al het oude volledig achter je te laten. Zelfs als wat je hebt gedaan goed was, zelfs als het Gods werk was, zul je toch in staat moeten zijn het terzijde te schuiven en ophouden je eraan vast te klampen. Zelfs als het duidelijk het werk van de Heilige Geest was, rechtstreeks gedaan door de Heilige Geest, dan nog moet je het nu opzijzetten. Je moet je er niet aan vastklampen. Dit is wat God vereist. Alles moet worden vernieuwd. In Gods werk en Gods woord verwijst Hij niet naar de oude dingen van vroeger en hij graaft niet in het verre verleden. God is een God die altijd nieuw en nooit oud is. Hij klampt zich zelfs niet vast aan Zijn eigen woorden uit het verleden, waaruit blijkt dat God geen enkele regel volgt. In dit geval, als je je als mens altijd vastklampt aan de dingen uit het verleden, weigert er afscheid van te nemen en ze onbuigzaam, op een formalistische manier toepast, terwijl God niet langer op dezelfde manieren werkt als voorheen, hebben je woorden en acties dan geen storende invloed? Ben je dan geen vijand van God geworden? Ben je bereid je hele leven te verwoesten voor deze oude dingen? Deze oude dingen maken je tot een mens die Gods werk belemmert. Is dat het soort mens dat je wilt zijn? Als je dit echt niet wilt, stop dan snel met wat je aan het doen bent, draai je om en begin helemaal opnieuw. God onthoudt je dienst uit het verleden niet.

uit ‘Religieuze diensten moeten worden gezuiverd’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 457

De mens verstaat onder werk overal heengaan voor God, in alle plaatsen prediken en zich uitputten voor God. Die opvatting klopt wel, maar is te eenzijdig. God vraagt van de mens namelijk niet alleen overal voor God heen te reizen, het gaat meer om de bediening en zorg in de geest. Veel broeders en zusters hebben zelfs na zoveel jaar ervaring nooit over werken voor God nagedacht. Mensen kijken namelijk heel anders tegen werk aan dan wat God van ze vraagt. De mens heeft dan ook geen enkele interesse in de kwestie van werk. Daarom is de intrede van de mens ook zo eenzijdig. Het binnengaan zou voor jullie allemaal moeten beginnen met werken voor God, zodat jullie alle aspecten ervan beter kunnen ervaren. Daar moeten jullie in opgaan. Werk betekent niet heen en weer rennen voor God, het gaat om de vraag of het leven van de mens en het leven dat hij naleeft God behaagt. Werk verwijst naar de trouw die mensen aan God betonen en de kennis die zij van God hebben om van God te getuigen en anderen te dienen. Dit is de verantwoordelijkheid van de mens en wat alle mensen dienen te beseffen. Met andere woorden: jullie intrede is jullie werk. Jullie proberen binnen te gaan tijdens jullie werk voor God. Gods werk ervaren betekent niet alleen dat je weet hoe je Zijn woord kunt eten en drinken. Wat nog belangrijker is: jullie moeten van God kunnen getuigen, God dienen, anderen dienen en voor hen zorgen. Dit is werk en ook jullie intrede. Dit is wat ieder mens dient te verwezenlijken. Er zijn er velen die zich alleen richten op overal naartoe reizen voor God en prediken op alle plaatsen. Toch zien ze hun persoonlijke ervaring over het hoofd en verwaarlozen ze hun intrede in het geestelijke leven. Daardoor worden zij die God dienen zij die God weerstaan. Zij die God dienen en anderen dienen, hebben werken en prediken al die jaren simpelweg als intrede beschouwd. Niemand heeft zijn eigen geestelijke ervaring als belangrijke intrede beschouwd. Nee, ze profiteren van de verlichting van het werk van de Heilige Geest om anderen te onderwijzen. Wanneer ze prediken, voelen ze de last en ontvangen ze het werk van de Heilige Geest. Daardoor maken ze de stem van de Heilige Geest openbaar. Op die momenten voelen zij die werken zich zelfvoldaan, alsof het werk van de Heilige Geest hun eigen geestelijke ervaring is. Ze voelen dat alle woorden die ze dan spreken hun eigen wezen zijn en ook alsof hun eigen ervaring niet zo duidelijk is als ze beschreven hebben. Bovendien hebben ze geen flauw idee wat ze moeten zeggen voordat ze gaan spreken. Maar wanneer de Heilige Geest in hen werkt, stromen de woorden als vanzelf. Nadat je eenmaal op zo’n manier hebt gepredikt, voel je dat je werkelijke gestalte niet zo klein is als je dacht. Nadat de Heilige Geest een paar keer op die manier in je werkt, stel je vast dat je al gestalte hebt en geloof je onterecht dat het werk van de Heilige Geest je eigen intrede en wezen is. Wanneer je deze ervaring constant hebt, wordt je laks ten opzichte van je eigen intrede. Je wordt dan lui zonder dat op te merken en vindt je eigen intrede helemaal niet belangrijk meer. Wanneer je anderen dus dient, moet je duidelijk onderscheid maken tussen jouw gestalte en het werk van de Heilige Geest. Dat bevordert je intrede en komt je ervaring ten goede. Zodra de mens het werk van de Heilige Geest als zijn eigen ervaring gaat beschouwen, is dat het begin van zijn verval. Wat voor plicht jullie dus ook vervullen, jullie behoren je intrede als belangrijkste les te beschouwen.

uit ‘Werk en intrede (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 458

Iemand werkt om de wil van God te vervullen, om allen die naar Gods hart zijn voor Zijn aangezicht te brengen, om de mens tot God te brengen en om het werk van de Heilige Geest en Gods leiding aan de mens te introduceren. Daarbij vervolmaakt hij de vruchten van Gods werk. Om die reden is het noodzakelijk dat jullie de essentie van werken vatten. Als mens die door God gebruikt wordt, zijn alle mensen waardig om voor God te werken. Dat wil zeggen: allen zijn in de gelegenheid om door de Heilige Geest te worden gebruikt. Er is echter één punt dat jullie moeten beseffen. Wanneer de mens Gods werk doet, is de mens in de gelegenheid om door God te worden gebruikt. Maar wat de mens zegt en weet, is niet geheel te danken aan de gestalte van de mens. Jullie kunnen alleen beter inzicht in jullie tekortkomingen in jullie werk verkrijgen en meer verlichting van de Heilige Geest ontvangen. Daarmee kunnen jullie een betere intrede in jullie werk verkrijgen. Als de mens leiding van God beschouwt als zijn eigen intrede en wat er inherent is in de mens, kan zijn gestalte geen ontwikkeling meer doormaken. De Heilige Geest verlicht de mens in zijn normale staat. Op die momenten houdt de mens de verlichting die hij ontvangt onterecht voor zijn eigen gestalte in werkelijkheid. De Heilige Geest zorgt namelijk op een doodnormale manier voor verlichting: door gebruik te maken van wat er inherent is in de mens. Wanneer de mens werkt en spreekt, of tijdens zijn gebed in zijn geestelijke meditaties, wordt hem een waarheid opeens duidelijk. Wat de mens ziet, is echter in werkelijkheid verlichting door de Heilige Geest (uiteraard hangt dit af van samenwerking van de mens) en niet de ware gestalte van de mens zelf. Na een periode van ervaring waarin de mens enige moeilijkheden en beproevingen tegenkomt, komt de ware gestalte van de mens onder dergelijke omstandigheden aan het licht. Alleen dan komt de mens erachter dat zijn gestalte niet zo geweldig is. De zelfzucht, persoonlijke overwegingen en hebzucht van de mens steken dan allemaal de kop op. Pas na meerdere ervaringscyclussen zullen velen die in hun geest zijn opgewekt, beseffen dat er geen sprake was van hun eigen werkelijkheid in het verleden, maar van een plotselinge verlichting door de Heilige Geest en dat de mens het licht alleen maar had ontvangen. Wanneer de Heilige Geest de mens verlicht zodat hij de waarheid begrijpt, gebeurt dat vaak op een heldere en duidelijke manier, zonder dat er wordt uitgelegd hoe dingen zijn ontstaan of waar ze heen gaan. Dat wil zeggen dat Hij, in plaats van de moeilijkheden van de mens in deze openbaring op te nemen, de waarheid eerder rechtstreeks openbaart. Wanneer de mens moeilijkheden qua intrede tegenkomt, neemt hij daarbij de verlichting van de Heilige Geest op, wat vervolgens de feitelijke ervaring van de mens wordt. […] Wanneer jullie dus het werk van de Heilige Geest ontvangen, moeten jullie je tegelijkertijd des te meer concentreren op jullie intrede. Jullie moeten erop letten wat het werk van de Heilige Geest is en wat jullie intrede is, en tevens het werk van de Heilige Geest in jullie intrede opnemen. Zo kunnen jullie beter door Hem worden vervolmaakt en de essentie van het werk van de Heilige Geest in jullie laten uitwerken. Jullie leren de Heilige Geest in de loop van jullie ervaring van het werk van de Heilige Geest kennen, evenals jezelf. In de talrijke situaties van extreem leed ontwikkelen jullie een normale relatie met God, en de band tussen jullie en God wordt met de dag hechter. Nadat jullie talloze malen zijn gesnoeid en gelouterd, ontwikkelen jullie ware liefde voor God. Daarom moeten jullie beseffen dat lijden, klappen en moeilijkheden niet beangstigend zijn. Wat wel beangstigend is, is alleen het werk van de Heilige Geest hebben maar niet jullie intrede. Wanneer de dag komt dat Gods werk is voltooid, zullen jullie dan voor niets hebben gearbeid. Hoewel jullie Gods werk dan hebben ervaren, hebben jullie de Heilige Geest niet leren kennen of jullie eigen intrede niet gehad. De verlichting van de mens door de Heilige Geest is niet om de passie van de mens te onderhouden, maar om een weg te openen voor de intrede van de mens en ook om de mens de Heilige Geest te doen leren kennen en op basis daarvan een hart vol eerbied en aanbidding voor God ontwikkelen.

uit ‘Werk en intrede (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 459

Er is veel minder sprake van afwijking in het werk van diegenen die snoeiing, behandeling, oordeel en tuchtiging hebben ondergaan. En de uiting van hun werk is veel accurater. Zij die vertrouwen op hun natuurlijkheid om te werken, maken behoorlijk grote fouten. Er is te veel natuurlijkheid in het werk van niet vervolmaakte mensen, wat een groot obstakel opwerpt voor het werk van de Heilige Geest. Maar hoe goed iemands kaliber ook is, zij moeten toch ook het snoeien, de behandeling en het oordeel ondergaan voordat zij het werk kunnen doen dat God hun heeft opgedragen. Als zij geen dergelijk oordeel hebben ondergaan kan hun werk, hoe goed het ook gedaan wordt, niet in overeenstemming zijn met de principes van de waarheid en is het in zijn geheel natuurlijkheid en menselijke goedheid. Het werk van hen die het snoeien, het behandelen en oordeel hebben ondergaan is veel accurater dan het werk van hen die niet zijn gesnoeid en geoordeeld. Diegenen die geen oordeel hebben ondergaan, uiten niets dan menselijk vlees en gedachten, vermengd met een grote hoeveelheid menselijke intelligentie en aangeboren talenten. Het is niet de accurate uitdrukking door de mens van Gods werk. De mensen die hen volgen worden bij hen gebracht door hun aangeboren kaliber. Omdat zij te veel opvattingen en ervaringen van de mens uitdrukken, die vrijwel los staan van Gods oorspronkelijke bedoeling en hier te ver van afwijken, is het werk van dit type persoon niet in staat om mensen voor God te brengen, maar zal dit ze eerder voor de mens brengen. Dus zij die geen oordeel en tuchtiging hebben ondergaan zijn niet geschikt om het werk van Gods opdracht te verrichten. Het werk van een gekwalificeerde werker kan mensen op de juiste weg helpen en hen helpen dieper de waarheid in te duiken. Het werk dat hij doet kan mensen voor God brengen. Daarnaast kan het werk dat hij doet variëren van persoon tot persoon en is het niet gebonden aan regels, waardoor mensen vrijlating en vrijheid kunnen ontvangen. Bovendien kunnen zij geleidelijk groeien in het leven en geleidelijk dieper gaan in de waarheid. Het werk van een ongeschikte werker schiet flink tekort; zijn werk is dwaas. Hij kan mensen alleen naar regels leiden. Wat hij vraagt van mensen varieert niet van persoon tot persoon; hij werkt niet in overeenstemming met de werkelijke noden van de mensen. In dit type werk zijn er te veel regels en te veel doctrines. Het kan mensen niet in de realiteit brengen en ook niet in de normale praktijk van groei in het leven. Het kan mensen enkel in staat stellen om te steunen op een paar waardeloze regels. Dergelijke leiding kan mensen alleen maar naar het verkeerde pad leiden. Hij leidt je om te worden hoe hij zelf is; hij kan je brengen naar wat hij heeft en is. Om als volgeling te onderscheiden of leiders gekwalificeerd zijn, is de sleutel om te kijken naar het pad waarop zij je leiden en de resultaten van hun werk, als ook om te kijken of volgelingen de principes in overeenstemming met de waarheid ontvangen en of zij manieren om te praktiseren ontvangen die voor hen geschikt zijn om te worden getransformeerd. Je zou moeten differentiëren tussen het verschillende werk van verschillende typen mensen; je zou geen dwaze volgeling moeten zijn. Dit doet afbreuk aan de manier waarop je binnengaat. Als je niet in staat bent om te onderscheiden wiens leiderschap een pad heeft en welke niet, zal je gemakkelijk worden misleid. Deze hebben allemaal een directe invloed op je eigen leven. Er is te veel dat natuurlijk is in het werk van niet vervolmaakte mensen; te veel van de menselijke wil is erin vermengd. Hun wezen is natuurlijkheid – datgene waarmee zij zijn geboren. Het is niet het leven na behandeld te zijn of realiteit na getransformeerd te zijn. Hoe kan dit type persoon de mensen ondersteunen die het leven najagen? Het leven dat de mens van oorsprong heeft is zijn aangeboren intelligentie of talent. Dergelijke intelligentie of talent is behoorlijk ver verwijderd van Gods exacte eisen voor de mens. Als een mens niet is vervolmaakt en zijn verdorven gezindheid is niet gesnoeid of aangepakt, zal er een groot gat zijn tussen wat hij uitdrukt en de waarheid; het zal zijn vermengd met vage dingen, zoals zijn verbeelding en eenzijdige ervaring, etc. Bovendien voelen mensen, los van hoe hij werkt, dat er geen overkoepelend doel is en geen waarheid die geschikt is voor het binnengaan van alle mensen. Het merendeel van de eisen die aan de mens gesteld worden, vraagt van hen dat ze iets doen dat hun pet te boven gaat – een onmogelijke opdracht. Dit is het werk van menselijke wil. De verdorven gezindheid van de mens, zijn gedachten en zijn opvattingen doordringen alle delen van zijn lichaam. De mens is niet geboren met het instinct om de waarheid in praktijk te brengen, noch heeft hij het instinct om direct de waarheid te begrijpen. Voeg dat bij de verdorven gezindheid van de mens – zorgt het dan niet voor onderbrekingen wanneer zo’n natuurlijk persoon werkt? Maar een man die vervolmaakt is heeft ervaring met de waarheid die mensen moeten begrijpen, evenals kennis van hun verdorven gezindheid, waardoor de vage en onwerkelijke dingen in zijn werk geleidelijk verminderen, de toevoegingen van de mens minder worden, en zijn werk en dienst zelfs dichter bij de maatstaven komt die door God worden vereist. Dus heeft zijn werk de realiteit van de waarheid betreden en is het ook realistisch geworden. Vooral de gedachten van het menselijke verstand blokkeren het werk van de Heilige Geest. De mens heeft een rijke verbeelding en redelijke logica en oude ervaringen in het afhandelen van situaties. Als zij geen snoeien en correctie ondergaan, zijn het allemaal obstakels voor het werk. Daarom kan het werk van de mens niet het meest accurate niveau bereiken, vooral niet het werk van niet vervolmaakte mensen.

uit ‘Gods werk en het werk van de mens’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 460

Je moet inzicht hebben in de vele gesteldheden waarin mensen zich zullen bevinden wanneer de Heilige Geest aan hen werkt. In het bijzonder zij die samenwerken ten dienste van God moeten een zelfs nog beter begrip hebben van de vele gesteldheden die ontstaan door het werk dat de Heilige Geest aan mensen verricht. Als je alleen praat over een heleboel ervaringen of manieren om intreding te bewerkstelligen, toont dat aan dat je ervaring te eenzijdig is. Zonder je ware gesteldheid te kennen en de principes van de waarheid te begrijpen, is het niet mogelijk een verandering in gezindheid te bewerkstelligen. Zonder de principes van het werk van de Heilige Geest te kennen, of te begrijpen welke vruchten dat afwerpt, zal het lastig voor je zijn om het werk van boze geesten te herkennen. Je moet het werk van boze geesten blootleggen, net als de noties van de mens, en direct tot de kern van de zaak doordringen; je moet ook veel afwijkingen aanwijzen in de beoefening van mensen, en problemen aanwijzen die ze zouden kunnen hebben met betrekking tot hun geloof in God, zodat ze die kunnen herkennen. Op zijn minst moet je er niet voor zorgen dat zij zich negatief of passief voelen. Maar je moet de moeilijkheden begrijpen die objectief bestaan voor de meeste mensen, je moet niet onredelijk zijn of ‘proberen een varken te leren zingen’; dat is dwaas gedrag. Om de vele moeilijkheden op te lossen die mensen ervaren, moet je eerst de dynamiek van het werk van de Heilige Geest begrijpen; je moet begrijpen hoe de Heilige Geest werk verricht aan verschillende mensen, je moet inzicht hebben in de moeilijkheden waar mensen mee te maken hebben en in hun tekortkomingen, en je moet de hoofdzaken van het probleem doorzien en tot de kern ervan komen, zonder af te wijken of enige fout te maken. Alleen dit soort personen is bekwaam om samen te werken ten dienste van God.

Of je in staat bent de hoofdzaken te begrijpen en veel dingen duidelijk te zien, hangt af van je persoonlijke ervaringen. De manier waarop je ervaart, is ook de manier waarop je anderen leidt. Als je letters en doctrines begrijpt, zul je anderen voorgaan in het begrijpen van letters en doctrines. De manier waarop je de werkelijkheid van Gods woorden ervaart, is de manier waarop je anderen zult voorgaan in het intreden in de werkelijkheid van Gods uitspraken. Als je in staat bent door Gods woorden veel waarheden te begrijpen en duidelijk inzicht te verwerven in veel dingen, ben je ook in staat anderen voor te gaan in het begrijpen van veel waarheden, en degenen die jij leidt, zullen een duidelijk begrip verwerven van de visies. Als je je richt op het begrijpen van bovennatuurlijke gevoelens, zullen degenen die je leidt hetzelfde doen. Als je de beoefening veronachtzaamt en in plaats daarvan de nadruk legt op discussie, zullen degenen die jij leidt zich ook op discussie richten en helemaal niet beoefenen of helemaal geen transformatie bereiken in hun gezindheden. Ze zullen alleen oppervlakkig enthousiast zijn, zonder enige waarheid in praktijk te hebben gebracht. Alle mensen voorzien anderen van datgene wat zij zelf bezitten. Het soort persoon dat men is, bepaalt op welk pad men anderen leidt en welk soort mensen men leidt. Om echt geschikt te zijn voor gebruik door God moet je niet alleen een streven hebben, maar heb je ook heel veel verlichting van God nodig, begeleiding door Zijn woorden, de ervaring om door Hem behandeld te worden en loutering door Zijn woorden. Met dit als basis moeten jullie in normale tijden aandacht besteden aan jullie waarnemingen, gedachten, overpeinzingen en conclusies, en je dienovereenkomstig bezighouden met absorptie of eliminatie. Dit zijn allemaal paden voor jullie intrede in de werkelijkheid, en ze zijn stuk voor stuk onontbeerlijk. Dit is hoe God werkt. Als je deze methode waarmee God werkt binnengaat, kun je elke dag kansen hebben om door Hem te worden vervolmaakt. En op elk moment, ongeacht of je omgeving hardvochtig of welgezind is, of je getest of in verzoeking gebracht wordt, of je werkt of niet, en of je het leven leeft als een individu of als onderdeel van een collectief, zul je altijd kansen vinden om door God te worden vervolmaakt, zonder ooit een enkele kans te missen. Je zult ze allemaal kunnen ontdekken – en op deze manier zul je het geheim tot het ervaren van Gods woorden hebben gevonden.

uit ‘Waarmee een geschikte herder moet zijn toegerust’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 461

Tegenwoordig besteden veel mensen geen aandacht aan wat ze door coördinatie met anderen kunnen leren. Ik heb ontdekt dat velen van jullie helemaal niets kunnen leren tijdens de coördinatie met anderen; de meesten van jullie houden aan je eigen denkbeelden vast. Je doet bij je werk in de kerk je woord en een ander zijn of haar woord, zonder enig verband met elkaar; er is eigenlijk totaal geen samenwerking. Jullie gaan allemaal zo op in het enkel maar communiceren van je eigen inzichten of in het je ontdoen van de ‘lasten’ die je in je draagt, zonder ook maar enigszins het leven te zoeken. Je lijkt het werk slechts plichtmatig te doen, altijd van mening dat je je eigen weg moet gaan, ongeacht wat iemand anders zegt of doet; je denkt dat je moet communiceren zoals de Heilige Geest je leidt, wat de omstandigheden van anderen ook mogen zijn. Je bent niet in staat om de sterke punten van anderen te ontdekken, noch ben je capabel om aan zelfonderzoek te doen. Jullie aanname van dingen is echt afwijkend en verkeerd. Je zou kunnen zeggen dat jullie zelfs nu nog gewoon steeds veel zelfingenomenheid aan de dag leggen, alsof je weer in die oude ziekte bent teruggevallen. Jullie communiceren niet met elkaar op een manier die tot volledige openheid leidt, bijvoorbeeld over wat voor resultaat jullie hebben bereikt met het werk in bepaalde kerken, of over de recente toestand van je innerlijke gesteldheid, enzovoort; jullie communiceren gewoon nooit over dat soort dingen. Jullie zijn absoluut niet bezig om je eigen opvattingen te laten varen of jezelf te verzaken. Leiders en werkers denken er alleen maar aan hoe ze hun broeders en zusters ervan kunnen weerhouden om negatief te zijn en hoe ervoor te zorgen dat deze energiek kunnen volgen. Maar jullie denken allemaal dat energiek volgen op zich al genoeg is en in de grond van de zaak begrijpen jullie niet wat het betekent om jezelf te kennen en jezelf te verzaken, laat staan dat jullie begrijpen wat het betekent om in samenwerking met anderen te dienen. Jullie denken er alleen maar aan om zelf de wil te hebben om God terug te betalen voor Zijn liefde, de wil te hebben om naar de stijl van Petrus te leven. Behalve aan die dingen, denk je aan niets anders. Je beweert zelfs dat je je, ongeacht wat andere mensen doen, niet blindelings zult onderwerpen, en dat je ongeacht hoe andere mensen zijn, zelf zult streven naar volmaking door God, en dat dat voldoende zal zijn. Het is echter een feit dat je wil op geen enkele manier tot een concrete uitdrukking in de realiteit is gekomen. Is dit alles niet het soort gedrag dat jullie tegenwoordig aan de dag leggen? Ieder van jullie houdt vast aan je eigen inzicht en jullie wensen allemaal vervolmaakt te worden. Ik zie dat jullie al zo’n lange tijd hebben gediend zonder veel vooruitgang te hebben geboekt; met name in deze les om in harmonie samen te werken, hebben jullie absoluut niets bereikt! Wanneer je naar de kerken gaat, communiceer je op jouw manier en anderen op hun manier. Zelden vindt er een harmonieuze coördinatie plaats, wat nog sterker geldt voor de volgelingen van een lager niveau. Dat wil zeggen, het gebeurt maar zelden dat er ook maar enigen onder jullie begrijpen wat God dienen inhoudt, of hoe je God moet dienen. Jullie zijn verwarrend en behandelen dit soort lessen als iets onbeduidends. Er zijn zelfs veel mensen die niet alleen verzuimen om dit aspect van de waarheid in praktijk te brengen, maar die ook bewust verkeerde dingen doen. Zelfs degenen die al vele jaren hebben gediend, strijden en plegen samenzweringen tegen elkaar, bovendien zijn ze jaloers en concurreren ze elkaar. Het is ieder voor zich en ze werken totaal niet samen. Spreekt uit al deze dingen niet jullie werkelijke gestalte? Jullie, mensen, die op dagelijkse basis samen dienen, zijn net als de Israëlieten, die God Zelf rechtstreeks elke dag in de tempel dienden. Hoe is het mogelijk dat jullie, die God dienen, geen idee hebben hoe jullie moeten coördineren of moeten dienen?

uit ‘Dienen zoals de Israëlieten deden’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 462

De eis die tegenwoordig aan jullie wordt gesteld – om samen te werken in harmonie – is vergelijkbaar met de dienst die Jehova van de Israëlieten eiste: houd anders gewoon op met het verrichten van diensten. Omdat jullie mensen zijn die God rechtstreeks dienen, moeten jullie op zijn minst in staat zijn tot trouw en overgave in jullie dienst, en moeten jullie ook lessen op een praktische manier kunnen leren. In het bijzonder voor degenen die in de kerk werken: zou ook maar één van de broeders en zusters met een lagere rang dan die van jullie het aandurven om jullie aan te spreken? Zou ook maar iemand je jullie fouten in je gezicht durven voor te houden? Jullie staan hoog boven alle anderen; jullie heersen als koningen! Dergelijke praktische lessen bestuderen jullie zelfs niet en jullie betreden ze ook niet, maar jullie spreken toch over het dienen van God! Momenteel wordt je gevraagd om een aantal kerken te leiden, maar je geeft jezelf niet alleen niet op, maar je houdt zelfs vast aan je eigen ideeën en meningen, en zegt dingen zoals: ‘Volgens mij moet dit op deze manier gebeuren, want God heeft gezegd dat we ons niet door anderen moeten laten beperken en dat we ons tegenwoordig niet blindelings moeten onderwerpen.’ Ieder van jullie houdt er dus je eigen mening op na en niemand gehoorzaamt elkaar. Hoewel je duidelijk weet dat je dienst zich in een impasse bevindt, zeg je toch: ‘Zoals ik het zie, zit mijn manier er niet ver naast. In elk geval hebben we allebei een kant: jij praat over die van jou en ik zal praten over die van mij; jij communiceert over jouw visies en ik zal spreken over mijn binnengaan.’ Je neemt nooit de verantwoordelijkheid voor de vele dingen die moeten worden aangepakt, of je doet maar gewoon wat, ieder van jullie verkondigt zijn eigen mening en stelt zorgvuldig zijn eigen status, reputatie en aanzien veilig. Niemand van jullie is bereid is om zichzelf te verootmoedigen, en geen van beide partijen neemt het initiatief om zichzelf over te geven en elkaars tekortkomingen aan te vullen, zodat het leven sneller vooruitgang kan boeken. Wanneer jullie samen coördineren, moeten jullie leren om de waarheid te zoeken. Wellicht dat je zegt: “Ik heb geen duidelijk begrip van dit aspect van de waarheid. Wat voor ervaring heb jij ermee?” Of je zou kunnen zeggen: “Jij hebt ten aanzien van dit aspect meer ervaring dan ik, zou jij me alsjeblieft wat aanwijzingen kunnen geven?” Zou dat geen goede manier zijn om het aan te pakken? Jullie hebben naar een heleboel preken geluisterd en hebben een zekere ervaring met het verrichten van diensten. Als jullie niet van elkaar leren, elkaar niet helpen en elkaars tekortkomingen niet aanvullen wanneer jullie werk in de kerken verrichten, hoe kun je dan überhaupt iets leren? Telkens wanneer je iets tegenkomt, moeten jullie met elkaar communiceren zodat jullie leven er baat bij kan hebben. Bovendien moeten jullie zorgvuldig communiceren over allerlei zaken alvorens een besluit te nemen. Alleen op die manier neem je verantwoordelijkheid voor de kerk en handel je niet louter plichtmatig. Nadat je alle kerken hebt bezocht, moet je samenkomen en over de kwesties communiceren die je zoal ontdekt en eventuele problemen die je in je werk bent tegengekomen. Vervolgens moet je communiceren over de verlichting en illuminatie die je hebt ontvangen – dit is een essentiële praktijk van het dienen. Jullie moeten tot harmonische samenwerking komen ten behoeve van het werk van God, ten bate van de kerk en om je broeders en zusters voorwaarts aan te sporen. Jullie moeten met elkaar coördineren, waarbij ieder de ander bijschaaft en samen een beter werkresultaat bereikt en zo zorgdraagt voor Gods wil. Zo ziet echte samenwerking eruit, en alleen degenen die daaraan meedoen, zullen werkelijk binnengaan. Bij de samenwerking zijn sommige woorden die je spreekt misschien ongeschikt, maar dat maakt niet uit. Communiceer daar later over en krijg er een duidelijk begrip van; leg het niet naast je neer. Na dergelijke communicatie kun je de tekortkomingen van je broeders of zusters aanvullen. Alleen door op deze manier steeds dieper in je werk op te gaan, kun je betere resultaten boeken. Als mensen die God dienen, moet ieder van jullie in staat zijn om de belangen van de kerk te verdedigen bij alles wat je doet, in plaats van alleen je eigen belangen in beschouwing te nemen. Het is onaanvaardbaar om in je eentje te handelen, elkaar steeds te ondermijnen. Mensen die zich zo gedragen, zijn niet geschikt om God te dienen! Deze mensen hebben een verschrikkelijke gezindheid; er zit geen greintje menselijkheid meer in hen. Ze zijn honderd procent Satan! Ze zijn beesten! Zelfs nu gebeuren zulke dingen nog steeds onder jullie; jullie gaan zelfs zover, dat je elkaar tijdens het communiceren aanvalt, opzettelijk naar voorwendselen zoekt en rood in het gezicht aanloopt terwijl je over een of andere onbeduidende kwestie ruziet, waarbij geen van de betrokkenen bereid is om een stapje opzij te doen, waarbij ieder zijn innerlijke gedachten voor de ander verbergt, de andere partij aandachtig in de gaten houdt en voortdurend op zijn hoede is. Past een dergelijke gezindheid om in dienst van God te staan? Kan zulk werk van jou je broeders en zusters wel iets opleveren? Je kunt mensen niet alleen niet naar een juiste levenswandel leiden, maar je plant je eigen verdorven gezindheid in feite in je broeders en zusters. Breng je anderen dan geen schade toe? Je geweten is gruwelijk en tot in de kern verrot! Je gaat niet de realiteit binnen, evenmin breng je de waarheid in praktijk. Bovendien geef je je duivelse natuur schaamteloos bloot aan anderen. Je kent gewoon geen schaamte! Deze broeders en zusters zijn aan je toevertrouwd, toch voer je ze naar de hel. Ben je dan niet iemand wiens geweten verrot is geworden? Je bezit absoluut geen schaamte!

uit ‘Dienen zoals de Israëlieten deden’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 463

Ben je in staat om op een concrete manier de gezindheid die door God in elk tijdperk wordt uitgedrukt over te brengen in een taal waarmee de betekenis van het tijdperk op een geschikte manier wordt overgebracht? Ben jij, die Gods werk in de laatste dagen ervaart, in staat om Gods rechtvaardige gezindheid in detail te beschrijven? Kun je op een duidelijke en nauwkeurige manier getuigen van Gods gezindheid? Hoe zul je datgene wat je hebt gezien en ervaren doorgeven aan die erbarmelijke, arme en vrome religieuze gelovigen die hongeren en dorsten naar rechtvaardigheid en erop wachten dat jij hen hoedt? Wat voor soort mensen wachten erop dat jij hen hoedt? Kun je het je voorstellen? Ben je je bewust van de last op je schouders, je opdracht en je verantwoordelijkheid? Waar is je besef van een historische missie? Hoe zul je in het volgende tijdperk naar behoren dienen als een meester? Heb je een sterk gevoel van meesterschap? Hoe zou jij de meester van alle dingen uitleggen? Is het werkelijk de meester van alle levende wezens en van alle fysieke dingen ter wereld? Welke plannen heb je voor de voortgang van de volgende fase van het werk? Hoeveel mensen wachten erop dat jij hun herder wordt? Is je taak zwaar? Zij zijn arm, erbarmelijk, blind, ten einde raad, ze jammeren in de duisternis; waar is de weg? Hoezeer verlangen ze ernaar dat het licht plotseling neerdaalt als een vallende ster en de machten van de duisternis verdrijft die de mens zo veel jaren hebben onderdrukt. Wie kan weten hoezeer zij hier dag en nacht gespannen op hopen en naar smachten? Zelfs op een dag waarop het licht voorbijflitst, blijven deze zwaar lijdende mensen gevangen in een donkere kerker zonder hoop op vrijlating; wanneer zullen zij niet langer wenen? Vreselijk is de tegenspoed van deze broze geesten die het nooit vergund is te rusten, en al lang zijn zij in deze gesteldheid gebonden door meedogenloze ketens en de bevroren geschiedenis. En wie heeft het geluid van hun geweeklaag gehoord? Wie heeft hen aanschouwd in hun ellendige gesteldheid? Is het ooit in je opgekomen hoe gegriefd en ongerust Gods hart is? Hoe kan Hij het verdragen om de onschuldige mensheid, die Hij met Zijn eigen handen geschapen heeft, zulke kwelling te zien ondergaan? Menselijke wezens zijn immers de slachtoffers die vergiftigd zijn. En, al heeft de mens tot de dag van vandaag overleefd, wie zou hebben geweten dat de mensheid al lang vergiftigd is door de boze? Ben je vergeten dat je een van de slachtoffers bent? Ben je niet bereid om, vanwege je liefde voor God, te proberen deze overlevenden te redden? Ben je niet bereid om al je energie eraan te wijden om God terug te betalen, die de mensheid liefheeft als Zijn eigen vlees en bloed? Hoe zou jij, alles in overweging nemend, uitleggen dat je door God gebruikt wordt om je buitengewone leven te leiden? Heb je werkelijk de vastberadenheid en het vertrouwen om het betekenisvolle leven van een vrome, God dienende persoon te leiden?

uit ‘Hoe hoor je aandacht te besteden aan je toekomstige missie?’

Dagelijkse woorden van God Fragment 464

De mens heeft geloof in mij maar kan niet getuigen van mij, en pas als ik mijzelf bekend heb gemaakt, kan de mens van mij getuigen. De mens ziet alleen dat ik alle schepselen en heilige mensen overtref, en ziet dat het werk dat ik doe, niet door mensen kan worden verricht. Daarom is, vanaf de Joden tot de mensen van tegenwoordig, iedereen die mijn glorieuze daden heeft gezien gewoon vervuld van een nieuwsgierigheid naar mij, maar geen enkel schepsel kon met zijn mond van mij getuigen. Alleen mijn Vader getuigde van mij; Hij baande een weg voor mij tussen alle schepselen. Anders zou de mens, ongeacht hoe ik werkte, nooit weten dat ik de Heer van de Schepping ben, want de mens weet alleen te nemen en heeft geen vertrouwen in mij vanwege mijn werk. De mens kent mij slechts omdat ik onschuldig en in geen enkel opzicht een zondaar ben, omdat ik talloze mysteriën kan verklaren, omdat ik boven de menigte sta of omdat de mens veel van mij heeft geprofiteerd. Toch zijn er maar weinig mensen die geloven dat ik de Heer van de Schepping ben. Daarom zeg ik dat de mens niet weet waarom hij in mij gelooft; hij kent het doel of de betekenis niet van vertrouwen in mij. De realiteit van de mens ontbreekt, zodat hij bijna onwaardig is om getuige te zijn voor mij. Jullie hebben te weinig echt geloof en hebben te weinig verkregen, dus jullie hebben te weinig getuigenissen. Bovendien begrijpen jullie te weinig en ontberen jullie te veel, zodat jullie bijna niet in staat zijn om van mijn daden te getuigen. Jullie vastberadenheid is inderdaad aanzienlijk, maar weten jullie zeker dat jullie in staat zullen zijn om succesvol te getuigen van het wezen van God? Jullie hebben meer meegemaakt en gezien dan de vroegere heiligen en profeten, maar zijn jullie in staat om een grotere getuigenis af te leggen dan de woorden van deze voormalige heiligen en profeten? Wat ik jullie geef is meer dan Mozes en beter dan David, daarom vraag ik eveneens dat jullie getuigenis die van Mozes overtreft en dat jullie woorden beter zijn dan die van David. Ik geef jullie het honderdvoudige, dus vraag ik jullie om met gelijke munt terug te betalen. Jullie moeten weten dat ik degene ben die leven schenkt aan de mensheid, en jullie zijn het die leven van mij ontvangen en moeten getuigen van mij. Dit is jullie plicht, die ik jullie opdraag en die jullie voor mij moeten doen. Ik heb al mijn glorie aan jullie geschonken en jullie het leven gegeven dat het uitverkoren volk, de Israëlieten, nooit heeft ontvangen. Eigenlijk moeten jullie voor mij getuigen, jullie jeugd aan mij wijden en jullie leven prijsgeven. Aan wie ik ook mijn glorie schenk, die zal getuigenis van mij afleggen en zijn leven voor mij geven. Dit is al lang voorbestemd. Het is jullie geluk dat ik mijn glorie aan jullie schenk, en jullie plicht is om van mijn glorie te getuigen. Als jullie alleen in mij geloven om geluk te vergaren, dan zou mijn werk niet veel betekenen, en zouden jullie je plicht niet vervullen. De Israëlieten zagen alleen mijn genade, liefde en grootheid en de Joden waren alleen getuige van mijn geduld en verlossing. Ze zagen slechts heel weinig van het werk van mijn Geest; het kan zo zijn dat hun niveau van begrip slechts één tienduizendste was van wat jullie hebben gehoord en gezien. Jullie hebben zelfs meer gezien dan de belangrijkste priesters onder hen. Heden overtreft de waarheid die jullie hebben begrepen die van hen; wat jullie heden hebben gezien is meer dan er in het Tijdperk van de Wet is gezien, en in het Tijdperk van Genade, en jullie hebben zelfs meer meegemaakt dan Mozes en Elia. Want wat de Israëlieten begrepen, was alleen de wet van Jehova en wat zij zagen was slechts de aanblik van Jehova’s rug; wat de Joden begrepen was slechts de verlossing van Jezus, wat zij ontvingen was alleen de genade die door Jezus werd geschonken, en wat zij zagen was slechts het beeld van Jezus in het huis van de Joden. Wat jullie vandaag de dag zien is de glorie van Jehova, de verlossing van Jezus en al mijn daden van tegenwoordig. Jullie hebben ook de woorden van mijn Geest gehoord, mijn wijsheid gewaardeerd, mijn wonder leren kennen en over mijn gezindheid geleerd. Ik heb jullie ook alles over mijn managementplan verteld. Wat jullie hebben gezien, is niet alleen een liefhebbende en genadige God, maar een die vervuld is van gerechtigheid. Jullie hebben mijn wonderbaarlijke werk gezien en geweten dat ik vervuld ben van heftige woede en majesteit. Verder hebben jullie geweten dat ik eens mijn ziedende woede over het huis van Israël bracht en heden is het tot jullie gekomen. Jullie hebben meer van mijn mysteriën in de hemel begrepen dan zowel Jesaja als Johannes; jullie weten meer van mijn liefelijkheid en eerbaarheid dan alle heiligen van vorige generaties. Wat jullie hebben ontvangen, is niet alleen mijn waarheid, mijn weg, mijn leven, maar de visie en openbaring groter dan die van Johannes. Jullie hebben nog veel meer mysteriën begrepen en hebben ook mijn ware gelaat aanschouwd; jullie hebben meer van mijn oordeel aanvaard en meer van mijn rechtvaardige gezindheid gekend. Dus, hoewel jullie werden geboren in de laatste dagen, is jullie begrip dat van het vroegere en het verleden; jullie hebben ook ervaren wat er vandaag de dag is, en dat werd volbracht door mijn hand. Wat ik van jullie vraag is niet onredelijk, want ik heb jullie te veel gegeven en veel hebben jullie van mij gezien. Daarom vraag ik jullie om voor mij te getuigen zoals vroegere heiligen hebben gedaan, en dit is het enige verlangen van mijn hart.

uit ‘Wat weet jij over het geloof?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 465

Weet je werkelijk waarom je in mij gelooft? Ken je echt het doel en de betekenis van mijn werk? Ken je je plicht echt? Ken je mijn getuigenis echt? Als je slechts in mij gelooft, maar mijn glorie noch mijn getuigenis kunnen in jou ontwaard worden, dan heb ik je lang geleden al verworpen. Wat degenen betreft die alles weten, zij zijn zelfs nog meer een doorn in mijn oog, en in mijn huis zijn ze slechts een struikelblok. Ze zijn het kaf dat volledig van het koren van mijn werk moet worden gescheiden, zonder enige functie en zonder enig gewicht; ik heb ze lange tijd verafschuwd. Wat hen betreft die geen getuigenis hebben, op hen is mijn boosheid voortdurend gericht en mijn roede is nooit van hen geweken. Ik heb ze al lang geleden overgedragen in de handen van de boze en ze hebben geen enkele van mijn zegeningen. Op die dag zal hun straf veel pijnlijker zijn dan die van dwaze vrouwen. Nu doe ik alleen het werk dat mijn plicht is om te doen; ik zal alle tarwe in bundels binden, samen met het kaf. Dit is nu mijn werk. Het kaf zal van het koren worden gescheiden wanneer de tijd voor mij daar is, dan zullen de tarwekorrels in het pakhuis worden verzameld, en het kaf dat van het koren gescheiden is, zal in het vuur worden geplaatst om tot stof te worden verbrand. Mijn werk is nu alleen om alle mensen in bundels te binden, dat wil zeggen om ze volledig te overwinnen. Dan zal ik beginnen met de scheiding om het einde van alle mensen te openbaren. Dus je zou moeten weten hoe je mij nu tevreden zou moeten stellen en hoe je op het juiste pad zou moeten komen aangaande je geloof in mij. Wat ik nu zoek is je loyaliteit en gehoorzaamheid, je liefde en getuigenis. Zelfs als je op dit moment niet weet wat een getuigenis is of wat liefde is, zou je alles van jou tot mij moeten brengen, en de enige schatten die je hebt aan mij overdragen: je loyaliteit en gehoorzaamheid. Je moet weten dat het bewijs van mijn vernietiging van Satan ligt in de loyaliteit en gehoorzaamheid van de mens, evenals het bewijs van mijn volledige overwinning van de mens. De plicht van je geloof in mij is om van mij te getuigen, om loyaal te zijn aan mij en niemand anders, en om tot het einde gehoorzaam te zijn. Hoe kun je voor mij getuigen, voordat ik aan de volgende stap van mijn werk begin? Hoe zul je loyaal en gehoorzaam zijn aan mij? Wijd je al je loyaliteit aan je functie of geef je gewoon op? Zou je je liever aan mijn schikking onderwerpen (zij het dood of vernietiging) of halverwege vluchten om mijn tuchtiging te vermijden? Ik tuchtig je zodat je voor mij getuigt en loyaal en gehoorzaam bent aan mij. Ook is de huidige tuchtiging om de volgende stap van mijn werk te ontvouwen en om het werk ongehinderd door te laten gaan. Daarom spoor ik je aan om wijs te zijn en niet je leven of de betekenis van je bestaan te behandelen als waardeloos zand. Kun je precies weten wat mijn toekomstige werk zal zijn? Weet je hoe ik de komende tijd zal werken en hoe mijn werk zal verlopen? Je zou de betekenis van je ervaring betreffende mijn werk moeten kennen, en bovendien, de betekenis van je geloof in mij. Ik heb zoveel gedaan; hoe kon ik halverwege opgeven zoals jij je voorstelt? Ik heb zo’n uitgebreid werk verricht; hoe kan ik het dan vernietigen? Inderdaad, ik ben gekomen om dit tijdperk tot een einde te brengen. Dat is waar, maar bovendien moet je weten dat ik een nieuw tijdperk ga beginnen, nieuw werk ga beginnen en vooral het evangelie van het koninkrijk ga verspreiden. Dus je moet weten dat het werk nu alleen is om een tijdperk te beginnen en om in de komende tijd de basis te leggen voor het verspreiden van het evangelie en in de toekomst het tijdperk ten einde te brengen. Mijn werk is niet zo eenvoudig als je denkt, en het is evenmin waardeloos of zinloos zoals je misschien gelooft. Daarom moet ik nog steeds tegen je zeggen: je behoort je leven te geven aan mijn werk, en bovendien zou je je moeten wijden aan mijn glorie. Verder, je getuigenis voor mij is datgene waar ik lang op heb gewacht, en nog meer heb ik ernaar verlangd dat je mijn evangelie verspreidt. Je behoort te weten wat er in mijn hart leeft.

uit ‘Wat weet jij over het geloof?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 466

Hoewel jullie geloof zeer oprecht is, kan niemand onder jullie mij volkomen verklaren. Niemand onder jullie kan volledig getuigen van de werkelijkheden die jullie zien. Sta daar eens bij stil. De meesten van jullie nemen jullie plichten op dit moment niet zo nauw, jagen in plaats daarvan dingen van het vlees na, verzadigen het vlees en genieten gulzig van het vlees. Jullie bezitten maar weinig waarheid. Hoe kunnen jullie dan getuigen van alles wat jullie gezien hebben? Zijn jullie echt overtuigd dat jullie mijn getuige kunnen zijn? Als je op een dag niet kunt getuigen van alles wat je vandaag hebt gezien, dan zul je de functie van een geschapen wezen verloren hebben. Je bestaan zal dan geen enkele betekenis hebben. Je bent dan onwaardig om een mens te zijn. Je kunt zelfs stellen dat je dan geen mens bent! Ik heb oneindig veel werk ten behoeve van jullie gedaan. Maar omdat je momenteel niets leert, niets weet en voor niets werkt, staar je voor je uit, ben je sprakeloos en volslagen nutteloos wanneer ik mijn werk moet uitbreiden. Maakt dat je niet tot een zondaar van alle tijden? Wanneer die tijd komt, zou je dan niet de diepste spijt voelen? Zou de ontmoediging niet bij je toeslaan? Al mijn werk van vandaag wordt niet gedaan uit luiheid of uit verveling, maar om een fundament te leggen voor mijn toekomstige werk. Het is niet zo dat ik in een impasse zit en iets nieuws moet verzinnen. Je moet het werk dat ik doe begrijpen; het is niet iets dat door een op straat spelend kind wordt gedaan, maar het gebeurt namens mijn Vader. Jullie moeten weten dat ik dit niet allemaal op eigen houtje doe. Integendeel, ik vertegenwoordig mijn Vader. Intussen is het jullie rol om strikt te volgen, te gehoorzamen, te veranderen en te getuigen. Wat jullie moeten begrijpen is waarom jullie in mij moeten geloven. Dit is de belangrijkste vraag die ieder van jullie moet begrijpen. Mijn Vader heeft jullie allemaal omwille van Zijn glorie voor mij voorbestemd vanaf het moment dat Hij de wereld schiep. Het was uitsluitend omwille van mijn werk en omwille van Zijn glorie dat Hij jullie voorbestemd heeft. Het is dankzij mijn Vader dat jullie in mij geloven; het is dankzij mijn Vaders voorbestemming dat jullie mij volgen. Daar kiezen jullie allemaal zelf niet voor. Het is zelfs nog belangrijker dat jullie begrijpen dat mijn Vader jullie aan mij gegeven heeft zodat jullie van mij kunnen getuigen. Omdat Hij jullie aan mij heeft gegeven, moeten jullie de wegen bewandelen die ik aan jullie geef en de manieren en de woorden die ik jullie leer, want het is jullie plicht om mijn wegen na te leven. Dit is het oorspronkelijke doel van jullie geloof in mij. Dus ik zeg tot jullie dat jullie eenvoudigweg mensen zijn die mijn Vader aan mij gegeven heeft om mijn wegen na te leven. Jullie geloven echter alleen in mij; jullie behoren niet tot mij omdat jullie niet van de Israëlische familie zijn maar wel van de soort van de oude slang. Ik vraag jullie alleen om te getuigen voor mij, maar nu moeten jullie mijn wegen bewandelen. Dit alles is ten behoeve van toekomstige getuigenissen. Als jullie functioneren als mensen die mijn wegen alleen aanhoren, dan zullen jullie geen waarde hebben en gaat de betekenis verloren van het feit dat mijn Vader jullie aan mij gegeven heeft. Wat ik jullie duidelijk wil maken, is dit: “Jullie moeten mijn wegen bewandelen.”

uit ‘Wat is jouw begrip van God?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 467

Hoe werkt de Heilige Geest tegenwoordig binnen de kerk? Heb je een goed begrip van dit vraagstuk? Wat zijn de grootste moeilijkheden van je broeders en zusters? Waar hebben zij het meeste gebrek aan? Op het moment zijn er sommige mensen die negatief zijn bij het ondergaan van beproevingen, en sommigen klagen zelfs. Anderen bewegen zich niet langer voorwaarts, omdat God is opgehouden met spreken. Mensen zijn het juiste pad van geloof in God niet opgegaan. Ze kunnen niet onafhankelijk leven en ze kunnen hun eigen geestelijke leven niet onderhouden. Sommige mensen volgen en achtervolgen energiek, en zijn bereid te praktiseren wanneer God spreekt, maar wanneer God niet spreekt, bewegen ze zich niet langer voorwaarts. Mensen hebben Gods wil binnen hun hart nog altijd niet begrepen en hebben geen spontane liefde voor God; in het verleden volgden ze God omdat ze gedwongen werden. Nu zijn er sommige mensen die Gods werk moe zijn. Lopen zulke mensen geen gevaar? Veel mensen leven in een gesteldheid waarin ze zich er alleen maar doorheen slaan. Hoewel ze Gods woorden eten en drinken en tot Hem bidden, doen ze dat halfslachtig, en ze hebben niet langer de gedrevenheid die ze ooit hadden. De meeste mensen zijn niet geïnteresseerd in Gods werk van loutering en vervolmaking, en het is zelfs alsof ze voortdurend zonder enige interne gedrevenheid zijn. Wanneer ze overstelpt zijn door overtredingen, voelen ze niet dat ze God iets verschuldigd zijn en hebben ze evenmin het bewustzijn om wroeging te voelen. Ze streven de waarheid niet na en verlaten de kerk niet, en streven in plaats daarvan alleen maar tijdelijke pleziertjes na. Deze mensen zijn dwazen, totaal stompzinnig! Wanneer de tijd rijp is, zullen ze allemaal worden verstoten en niet een van hen zal worden gered! Denk je dat als iemand één keer is gered, hij altijd zal worden gered? Dat geloof is puur bedrog! Iedereen die intrede in het leven niet nastreeft, zal getuchtigd worden. De meeste mensen hebben totaal geen interesse in intrede in het leven, in visies, of in het in praktijk brengen van de waarheid. Ze streven geen intrede na en ze streven beslist geen diepere intrede na. Verwoesten zij zichzelf niet? Op dit moment is er een deel van de mensen van wie de toestand steeds beter wordt. Hoe meer de Heilige Geest werkt, hoe meer vertrouwen ze krijgen; hoe meer ze ervaren, hoe sterker ze het diepe mysterie van Gods werk voelen. Hoe dieper ze binnengaan, hoe beter ze het begrijpen. Ze voelen dat Gods liefde enorm groot is en vanbinnen voelen ze zich standvastig en verlicht. Ze hebben een begrip van Gods werk. Dit zijn de mensen in wie de Heilige Geest werkt. Sommige mensen zeggen: “Hoewel er geen nieuwe woorden van God zijn, moet ik nog altijd proberen dieper de waarheid binnen te gaan. Ik moet over alles serieus zijn in mijn echte ervaring, en de werkelijkheid van Gods woorden binnengaan.” Dit soort mensen bezit het werk van de Heilige Geest. Hoewel God aan niemand Zijn aangezicht toont en voor ieder mens verborgen is, en hoewel Hij geen woord uit en er tijden zijn waarop mensen enige innerlijke loutering ervaren, heeft God de mens niet volledig verlaten. Als iemand de waarheid die hij moet uitvoeren niet kan behouden, zal hij het werk van de Heilige Geest niet hebben. Als je tijdens de periode van loutering, de periode waarin God Zichzelf niet toont, geen vertrouwen hebt maar in plaats daarvan achteruitdeinst, als je je niet richt op het ervaren van Zijn woorden, dan vlucht je van Gods werk. Later zul je een van degenen zijn die verstoten worden. Zij die er niet naar streven het woord van God binnen te gaan, kunnen onmogelijk dienen als getuigen van Hem. Mensen die van God kunnen getuigen en aan Zijn wil kunnen voldoen, vertrouwen allemaal volledig op hun gedrevenheid om Gods woorden na te streven. Het werk dat God in mensen verricht, dient voornamelijk om hen in staat te stellen de waarheid te verwerven. Jou het leven laten nastreven is bedoeld om je te vervolmaken, en dit is allemaal om je geschikt te maken voor gebruik door God. Het enige wat je nu nastreeft, is mysteriën horen, naar Gods woorden luisteren, je ogen laten smullen en rondkijken om te zien of er een bepaalde nieuwigheid of trend is, om zo je nieuwsgierigheid te bevredigen. Als dit het voornemen in je hart is, kun je op geen enkele manier aan Gods vereisten voldoen. Zij die de waarheid niet nastreven, kunnen niet helemaal tot het einde volgen. Op dit moment is het niet zo dat God iets niet aan het doen is, maar is het eerder zo dat mensen niet met Hem meewerken omdat ze Zijn werk moe zijn. Ze willen alleen woorden horen die Hij spreekt om zegeningen te schenken, en ze zijn niet bereid de woorden van Zijn oordeel en tuchtiging te horen. Wat is daar de reden voor? De reden is dat de verlangens van mensen om zegeningen te verkrijgen niet vervuld zijn, waardoor ze negatief en zwak zijn geworden. Het is niet zo dat God mensen opzettelijk niet toestaat om Hem te volgen, en evenmin brengt Hij de mensheid opzettelijk slagen toe. De enige reden waarom mensen negatief en zwak zijn, is dat hun intenties onjuist zijn. God is de God die de mens leven geeft, en Hij kan de mens niet de dood in brengen. De negativiteit, de zwakten en het terugvallen van mensen worden allemaal door henzelf veroorzaakt.

Gods huidige werk brengt mensen enige loutering, en alleen degenen die standvastig kunnen blijven terwijl ze deze loutering ontvangen, zullen Gods goedkeuring verkrijgen. Hoezeer Hij Zichzelf ook verbergt, door niet te spreken dan wel door niet te werken, jij kunt nog steeds energiek nastreven. Zelfs als God zou zeggen dat Hij je zou afwijzen, zou je Hem nog steeds volgen. Dit is standvastig staan in je getuigenis voor God. Als God Zichzelf voor je verbergt en je ophoudt Hem te volgen, is dat dan standvastig staan in je getuigenis voor God? Als mensen niet werkelijk binnengaan, hebben ze geen werkelijke gestalte, en wanneer ze echt een grote beproeving tegenkomen, zullen ze struikelen. Wanneer God niet spreekt, of wanneer Hij iets doet wat niet overeenkomt met je eigen noties, dan stort je in. Als God op dit moment zou handelen volgens je eigen noties, als Hij aan jouw wil zou voldoen en je in staat was op te staan en energiek na te streven, wat zou dan het fundament zijn waarop je leeft? Ik zeg dat er veel mensen zijn die leven op een manier die volledig afhangt van menselijke nieuwsgierigheid. Het zit absoluut niet in hun meest oprechte hart om na te streven. Allen die het intreden in de waarheid niet nastreven, maar op hun nieuwsgierigheid in het leven vertrouwen, zijn verachtelijke mensen, en ze lopen gevaar! Gods verschillende soorten werk worden allemaal uitgevoerd om de mensheid te vervolmaken. Maar mensen zijn altijd nieuwsgierig, ze doen graag navraag naar geruchten, ze zijn bezorgd over de actualiteit in andere landen – zo zijn ze bijvoorbeeld nieuwsgierig over wat er gebeurt in Israël, en over de vraag of er in Egypte een aardbeving heeft plaatsgevonden. Ze zoeken altijd nieuwe, originele dingen om hun egoïstische verlangens te bevredigen. Ze streven het leven niet na, en streven het evenmin na vervolmaakt te worden. Het enige waar ze naar streven is dat de dag van God eerder komt, zodat hun prachtige droom bewaarheid mag worden en hun extravagante wensen vervuld mogen worden. Dit soort persoon is niet praktisch – het is iemand met een onjuist perspectief. Alleen het nastreven van de waarheid is het fundament van het geloof van de mensheid in God, en als mensen het intreden in het leven niet nastreven, als ze niet proberen God tevreden te stellen, dan zullen ze onderworpen worden aan straf. Zij die gestraft moeten worden, zijn degenen die het werk van de Heilige Geest niet hebben gehad in de tijd van Gods werk.

uit ‘Je moet je toewijding aan God in stand houden’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 468

Hoe moeten mensen met God samenwerken tijdens deze fase van Zijn werk? God is op dit moment mensen aan het testen. Hij uit geen woord, maar verbergt Zichzelf en maakt geen direct contact met mensen. Van buitenaf lijkt het alsof Hij helemaal geen werk doet, maar in werkelijkheid werkt Hij nog steeds binnen de mens. Iedereen die het intreden in het leven nastreeft, heeft een visie voor zijn nastreven van het leven en heeft geen twijfels, zelfs als hij Gods werk niet volledig begrijpt. Terwijl je beproevingen ondergaat, moet je weten – zelfs als je niet weet wat God wil doen en welk werk Hij wil volbrengen – dat Gods bedoelingen met de mensheid altijd goed zijn. Als je naar Hem streeft met een waarachtig hart, zal Hij je nooit verlaten, en uiteindelijk zal Hij je beslist vervolmaken en mensen naar een gepaste bestemming brengen. Ongeacht hoe God op dit moment mensen op de proef stelt, zal er een dag komen waarop Hij mensen een gepaste uitkomst zal geven en de gepaste vergelding zal geven op basis van wat ze hebben gedaan. God zal mensen niet naar een bepaald punt leiden en hen dan gewoon maar opzij werpen en negeren. Dit is omdat God betrouwbaar is. In deze fase doet de Heilige Geest het werk van loutering. Hij loutert elke persoon. Bij de stappen van het werk die bestonden uit de beproeving van de dood en de beproeving van de tuchtiging werd loutering uitgevoerd met woorden. Mensen kunnen Gods werk pas ervaren als ze eerst Zijn huidige werk begrijpen, en begrijpen hoe de mensheid moet meewerken. Ja, dit is iets wat iedereen moet begrijpen. Wat God ook doet, of het nu loutering is, of zelfs als Hij niet spreekt: niet één enkele stap van Gods werk komt overeen met de noties van de mensheid. Elke stap van Zijn werk verbrijzelt en doorbreekt de noties van mensen. Dit is Zijn werk. Maar je moet geloven dat God, omdat Zijn werk een bepaalde fase heeft bereikt, niet de hele mensheid ter dood zal brengen, wat er ook gebeurt. Hij geeft de mensheid zowel beloften als zegeningen, en allen die Hem navolgen, zullen Zijn zegeningen kunnen verkrijgen, maar wie dat niet doet, zal door God opzij worden geworpen. Dit hangt af van je streven. Ongeacht al het andere, moet je geloven dat wanneer het werk van God voltooid is, iedere persoon een geschikte bestemming zal hebben. God heeft de mens prachtige aspiraties gegeven, maar zonder streven zijn die niet haalbaar. Dit zou je nu moeten kunnen zien – Gods loutering en Zijn tuchtiging van mensen is Zijn werk, maar mensen moeten op hun beurt te allen tijde een verandering in gezindheid nastreven. In je praktische ervaring moet je eerst weten hoe je Gods woorden moet eten en drinken; je moet binnen Zijn woorden vinden wat je moet binnengaan en je eigen tekortkomingen vinden, je moet proberen in te treden in je praktische ervaring, en het deel van Gods woorden nemen dat in praktijk moet worden gebracht, en proberen dat in praktijk te brengen. Gods woorden eten en drinken is één aspect. Daarnaast moet het leven van de kerk onderhouden worden, moet je een normaal geestelijk leven hebben en moet je al je huidige gesteldheden aan God kunnen overdragen. Ongeacht hoe Zijn werk verandert, je geestelijk leven moet normaal blijven. Een geestelijk leven kan je normale intrede onderhouden. Wat God ook doet, je hoort je geestelijk leven ononderbroken voort te zetten en je plicht te vervullen. Dit is wat mensen moeten doen. Het is allemaal het werk van de Heilige Geest, maar terwijl dit voor degenen met een normale toestand vervolmaking is, is het voor degenen met een abnormale toestand een beproeving. In de huidige fase van het louteringswerk van de Heilige Geest zeggen sommige mensen dat Gods werk zo groots is en dat mensen absoluut loutering nodig hebben, anders zal hun gestalte te klein zijn en zullen ze onmogelijk Gods wil kunnen bereiken. Maar voor hen met een toestand die niet goed is, wordt het een reden om God niet na te volgen, en een reden om geen bijeenkomsten bij te wonen of Gods woorden te eten en drinken. Wat God ook doet en welke veranderingen Hij ook bewerkstelligt, in Zijn werk moeten mensen een basisniveau van een normaal geestelijk leven onderhouden. Misschien ben je in deze huidige fase van je geestelijke leven niet laks geweest, maar heb je nog steeds niet veel verkregen en geen grote oogst binnengehaald. In zulke omstandigheden moet je nog altijd de regels volgen; je moet je aan deze regels houden, zodat je in je leven geen verliezen lijdt en zodat je aan Gods wil voldoet. Als je geestelijk leven abnormaal is, kun je Gods huidige werk niet begrijpen en voel je in plaats daarvan altijd dat het volledig onverenigbaar is met je eigen noties, en hoewel je bereid bent Hem te volgen, heb je geen innerlijke drijfveer. Daarom moeten mensen meewerken, wat God op het moment ook doet. Als mensen niet meewerken, kan de Heilige Geest Zijn werk niet doen, en als mensen geen hart hebben om mee te werken, kunnen ze moeilijk het werk van de Heilige Geest verkrijgen. Als je het werk van de Heilige Geest in je wilt hebben en als je Gods goedkeuring wilt krijgen, moet je je oorspronkelijke toewijding ten overstaan van God in stand houden. Nu is het niet nodig dat je een dieper begrip, een hogere theorie of zoiets dergelijks hebt – het enige wat vereist is, is dat je Gods woord op het oorspronkelijke fundament in stand houdt. Als mensen niet meewerken met God en geen diepere intrede nastreven, zal God alle dingen die oorspronkelijk van hen waren, wegnemen. Vanbinnen begeren mensen altijd het gemak en zouden ze liever genieten van datgene wat al beschikbaar is. Ze willen Gods beloften verkrijgen zonder enige prijs te betalen. Dit zijn de buitenissige gedachten die de mensheid erop nahoudt. Het leven zelf verkrijgen zonder een prijs te betalen – maar is er ooit iets zo makkelijk geweest? Wanneer iemand in God gelooft en probeert het leven binnen te gaan en zijn gezindheid te veranderen, moet hij een prijs betalen en een gesteldheid bereiken waarin hij God altijd zal volgen, wat God ook doet. Dit is iets wat mensen moeten doen. Zelfs als je dit alles in de regel navolgt, moet je het altijd in stand houden, en hoe groot de beproevingen ook zijn, je normale relatie met God kun je niet laten varen. Je moet in staat zijn te bidden, je kerkleven te onderhouden en je broeders en zusters nooit te verlaten. Wanneer God je op de proef stelt, moet je nog altijd de waarheid zoeken. Dit is het minimumvereiste voor een geestelijk leven. Altijd het verlangen hebben te zoeken, streven mee te werken, al je energie in te zetten – is dat haalbaar? Als mensen dit als fundament nemen, zullen ze onderscheidingsvermogen kunnen verwerven en intrede in de werkelijkheid kunnen bewerkstelligen. Het is makkelijk om Gods woord te aanvaarden wanneer je eigen gesteldheid normaal is; in deze omstandigheden voelt het niet moeilijk om de waarheid in praktijk te brengen en voel je dat Gods werk groots is. Maar als je toestand slecht is, zul je geen aandacht schenken, ongeacht hoe groots Gods werk is en ongeacht hoe prachtig iemand spreekt. Wanneer iemands toestand abnormaal is, kan God niet in hem werken en kan hij geen veranderingen in zijn gezindheid bewerkstelligen.

uit ‘Je moet je toewijding aan God in stand houden’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 469

Als mensen geen enkel vertrouwen hebben, is het voor hen niet eenvoudig om langs dit pad verder te gaan. Iedereen kan nu zien dat Gods werk niet in het minst overeenkomt met de noties van mensen. God heeft zo veel werk gedaan en zo veel woorden gesproken, die volledig afwijken van menselijke noties. Daarom moeten mensen het vertrouwen en de wilskracht hebben om zich te kunnen blijven scharen achter wat ze al gezien hebben en wat ze uit hun ervaringen hebben verkregen. Wat God ook doet in mensen, ze moeten in stand houden wat zijzelf bezitten, oprecht zijn ten overstaan van God en Hem helemaal tot het einde toegewijd zijn. Dit is de plicht van de mensheid. Mensen moeten datgene in stand houden wat ze horen te doen. Geloof in God vereist gehoorzaamheid aan Hem en het ervaren van Zijn werk. God heeft zo veel werk gedaan – men zou kunnen stellen dat het voor mensen allemaal vervolmaking, loutering en, meer nog, tuchtiging is. Er is niet één stap van Gods werk geweest die overeenkwam met menselijke noties; wat mensen hebben genoten, zijn Gods strenge woorden. Wanneer God komt, moeten mensen Zijn majesteit en Zijn toorn genieten. Maar hoe streng Zijn woorden eventueel ook zijn, Hij komt om de mensheid te redden en te vervolmaken. Als schepselen moeten mensen de plichten vervullen die ze horen te vervullen, en standvastig staan in hun getuigenis te midden van loutering. Bij elke beproeving moeten ze de getuigenis in stand houden die ze moeten geven, en dit klinkend doen omwille van God. Wie dit doet, is een overwinnaar. Ongeacht hoe God je loutert, je blijft vol vertrouwen en verliest nooit het vertrouwen in Hem. Je doet wat de mens hoort te doen. Dit is wat God van de mens vereist, en het hart van de mens moet in staat zijn om volledig naar Hem terug te keren en zich op elk moment dat voorbijgaat naar Hem toe te wenden. Dan is men een overwinnaar. Degenen naar wie God verwijst als ‘overwinnaars’ zijn degenen die nog altijd standvastig kunnen staan in hun getuigenis, en die hun vertrouwen in en toewijding aan God kunnen behouden terwijl ze onder invloed van Satan staan en door Satan worden belegerd – dat wil zeggen: wanneer ze zich onder de duistere machten bevinden. Als je ten overstaan van God, wat er ook gebeurt, nog altijd een zuiver hart kunt behouden en je oprechte liefde voor God kunt behouden, sta je standvastig in je getuigenis ten overstaan van God. Dit is waar God naar verwijst met een ‘overwinnaar’ zijn. Als je streven uitstekend is wanneer God je zegent, maar je je terugtrekt zonder Zijn zegeningen, is dat dan zuiverheid? Aangezien je er zeker van bent dat deze weg waar is, moet je hem tot het einde volgen; je moet je toewijding aan God in stand houden. Aangezien je hebt gezien dat God Zelf naar de aarde is gekomen om je te vervolmaken, moet je je hart volledig aan Hem geven. Als je Hem kunt blijven volgen, ongeacht wat Hij doet, zelfs als Hij helemaal aan het einde een ongunstige uitkomst voor je vaststelt, dan is dat het in stand houden van zuiverheid ten overstaan van God. Een heilig geestelijk lichaam en een zuivere maagd aan God offeren betekent het behouden van een oprecht hart ten overstaan van God. Voor de mensheid is oprechtheid zuiverheid, en is het vermogen om oprecht te zijn richting God het in stand houden van zuiverheid. Dit is wat je in praktijk moet brengen. Wanneer je hoort te bidden, bid je; wanneer je in communicatie bij elkaar hoort te komen, doe je dat; wanneer je lofzangen hoort te zingen, zing je lofzangen; en wanneer je het vlees hoort te verzaken, verzaak je het vlees. Wanneer je je plicht doet, modder je niet maar wat aan; wanneer je voor beproevingen staat, blijf je standvastig. Dit is toewijding aan God. Als je niet in stand houdt wat mensen zouden moeten doen, is al je eerdere leed en zijn al je eerdere voornemens zinloos geweest.

uit ‘Je moet je toewijding aan God in stand houden’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 470

Voor elke stap van Gods werk is er een route waarop mensen moeten samenwerken. God loutert mensen zodat ze vertrouwen hebben terwijl ze louteringen ondergaan. God vervolmaakt mensen zodat ze er vertrouwen in hebben door God te worden vervolmaakt, en bereid zijn Zijn louteringen te aanvaarden en door Hem te worden behandeld en gesnoeid. De Geest van God werkt in mensen om hun verlichting en illuminatie te brengen en ervoor te zorgen dat ze met Hem samenwerken en praktiseren. God spreekt niet tijdens louteringen. Hij laat Zijn stem niet klinken, maar toch is er werk dat mensen moeten doen. Je moet in stand houden wat je al hebt, je moet nog steeds in staat zijn om tot God te bidden, dichtbij God te zijn en standvastig te staan in je getuigenis voor God; op deze manier zul je je eigen plicht vervullen. Jullie allemaal moeten duidelijk aan Gods werk zien dat er voor Zijn beproevingen van het vertrouwen en de liefde van mensen wordt vereist dat mensen meer tot God bidden en dat ze Gods woorden vaker ten overstaan van Hem genieten. Als God je verlicht en ervoor zorgt dat je Zijn wil begrijpt, maar je desalniettemin niets van dit alles in praktijk brengt, zul je niets verwerven. Wanneer je Gods woorden in praktijk brengt, moet je in staat blijven om tot Hem te bidden, en wanneer je Zijn woorden geniet, moet je voor Hem verschijnen en zoeken en vol vertrouwen in Hem zijn, zonder je ook maar enigszins ontmoedigd of koud te voelen. Degenen die Gods woorden niet in praktijk brengen, zijn tijdens bijeenkomsten vol energie, maar vallen in de duisternis wanneer ze naar huis terugkeren. Er zijn sommigen die niet eens willen samenkomen. Daarom moet je duidelijk zien welke plicht het is die mensen moeten vervullen. Je weet misschien niet wat Gods wil eigenlijk is, maar je kunt je plicht doen, je kunt bidden wanneer je dat hoort te doen, je kunt de waarheid in praktijk brengen wanneer je dat hoort te doen, en je kunt doen wat mensen horen te doen. Je kunt je oorspronkelijke visie handhaven. Op deze manier zul je beter in staat zijn om Gods volgende stap van het werk te aanvaarden. Wanneer God op een verborgen manier werkt, is het een probleem als je niet zoekt. Wanneer Hij spreekt en preekt tijdens bijeenkomsten, luister je enthousiast, maar wanneer Hij niet spreekt, ontbreekt het je aan energie en trek je je terug. Wat voor soort persoon gedraagt zich op deze manier? Dit is iemand die de kudde gewoon maar overal heen volgt. Zo iemand heeft geen houding, geen getuigenis en geen visie! De meeste mensen zijn zo. Als je op die weg verdergaat, zul je op een dag, wanneer je een grote beproeving tegenkomt, straf oplopen. Een houding hebben is erg belangrijk in Gods proces van het vervolmaken van mensen. Als je aan geen enkele stap van Gods werk twijfelt, als je de plicht van de mens vervult, als je oprecht in stand houdt wat God je in praktijk laat brengen, dat wil zeggen: als je Gods aansporingen onthoudt, en Zijn aansporingen niet vergeet, wat Hij in het heden ook doet, als je niet twijfelt over Zijn werk, je houding volhoudt, je getuigenis handhaaft en met elke stap op de weg zegeviert, zul je uiteindelijk door God worden vervolmaakt en zal er een overwinnaar van je worden gemaakt. Als je in staat bent elke stap van Gods beproevingen standvastig te doorstaan, en als je helemaal aan het einde nog steeds standvastig kunt blijven, ben je een overwinnaar, dan ben je iemand die door God is vervolmaakt. Als je in je huidige beproevingen niet standvastig kunt zijn, zal het in de toekomst zelfs nog moeilijker worden. Als je alleen een onbeduidende mate van lijden ondergaat en de waarheid niet nastreeft, zul je uiteindelijk niets winnen. Je zult met lege handen komen te staan. Er zijn sommige mensen die hun streven opgeven wanneer ze zien dat God niet spreekt, en hun hart raakt versnipperd. Is zo iemand geen dwaas? Dit soort mensen heeft geen werkelijkheid. Wanneer God spreekt, rennen ze altijd rond en lijken ze vanbuiten druk en enthousiast, maar nu Hij niet spreekt, stoppen ze met zoeken. Dit soort persoon heeft geen toekomst. Tijdens louteringen moet je binnengaan vanuit een positief perspectief en de lessen leren die je hoort te leren; wanneer je tot God bidt en Zijn woord leest, moet je je eigen gesteldheid daaraan afmeten, je tekortkomingen ontdekken en uitvinden dat je nog veel lessen te leren hebt. Hoe oprechter je zoekt terwijl je louteringen ondergaat, hoe meer je zult ontdekken dat je ontoereikend bent. Wanneer je louteringen ervaart, zijn er veel kwesties die je tegenkomt; je kunt ze niet duidelijk zien, je klaagt, je openbaart je eigen vlees – alleen op deze manier kun je ontdekken dat je veel te veel verdorven gezindheden in je hebt.

uit ‘Je moet je toewijding aan God in stand houden’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 471

Gods werk in de laatste dagen vereist een enorm vertrouwen, een vertrouwen dat zelfs groter is dan dat van Job. Zonder vertrouwen zullen mensen niet in staat zijn ervaring te blijven opdoen en zullen ze evenmin door God vervolmaakt kunnen worden. Wanneer de dag van grote beproevingen aanbreekt, zullen er mensen zijn die de kerken verlaten – een aantal hier, een aantal daar. Er zullen er sommigen zijn die de voorgaande dagen veel succes hadden met hun streven, en het zal onduidelijk zijn waarom ze niet langer geloven. Er zullen veel dingen gebeuren die je niet zult begrijpen, en God zal geen enkel teken of wonder openbaren en niets bovennatuurlijks doen. Dit is om te zien of je standvastig kunt zijn – God gebruikt feiten om mensen te louteren. Je hebt nog niet veel geleden. In de toekomst, wanneer er grote beproevingen komen, zal op sommige plekken iedereen in de kerk vertrekken, en degenen met wie je een goede relatie hebt gehad, zullen vertrekken en hun geloof de rug toekeren. Zul je dan standvastig kunnen zijn? Tot dusver zijn de beproevingen waar je tegenover hebt gestaan gering geweest, en je was waarschijnlijk nog maar net in staat ze te weerstaan. Deze stap omvat louteringen en vervolmaking door alleen woorden. Bij de volgende stap zullen de feiten je overvallen om je te louteren, en dan zul je je te midden van het gevaar bevinden. Wanneer het eenmaal echt menens wordt, zal God je aanraden om je te haasten en te vertrekken, en zullen religieuze mensen proberen je te strikken om met hen mee te gaan. Dit is om te zien of je over het pad kunt verdergaan, en al deze dingen zijn beproevingen. De huidige beproevingen zijn gering, maar de dag zal komen waarop in enkele huizen de ouders niet langer geloven, en in enkele huizen de kinderen niet langer geloven. Zul je in staat zijn om door te gaan? Hoe verder je voorwaarts gaat, hoe groter je beproevingen zullen worden. God voert Zijn werk van het louteren van mensen uit naar gelang hun behoeften en hun gestalte. Tijdens de fase waarin God de mensheid vervolmaakt, is het onmogelijk dat het aantal mensen zal blijven groeien – het zal alleen maar krimpen. Het is alleen door deze louteringen dat mensen vervolmaakt kunnen worden. Behandeld worden, gedisciplineerd worden, op de proef gesteld worden, getuchtigd worden, vervloekt worden – kun je dit allemaal weerstaan? Wanneer je een kerk ziet met een bijzonder goede situatie, waar de zusters en broeders allemaal heel energiek zoeken, voel je je bemoedigd. Wanneer de dag komt waarop ze allemaal vertrokken zijn, sommigen van hen niet langer geloven, sommigen vertrokken zijn om zaken te doen of te trouwen, en sommigen zich bij de religie hebben aangesloten, zul je dan standvastig kunnen zijn? Zul je vanbinnen onaangeroerd kunnen blijven? De vervolmaking van de mensheid door God is niet zo eenvoudig! Hij gebruikt veel dingen om mensen te louteren. Mensen beschouwen deze als methoden, maar in Gods oorspronkelijke opzet zijn dit helemaal geen methoden, maar feiten. Op het einde, wanneer Hij mensen tot een bepaald punt heeft gelouterd en ze geen klachten meer hebben, zal deze fase van Zijn werk voltooid zijn. Het grote werk van de Heilige Geest bestaat eruit jou te vervolmaken, en wanneer Hij niet werkt en Zichzelf verbergt, is dat nog meer omwille van jouw vervolmaking, en vooral op deze manier kan men zien of mensen liefde voor God hebben, of ze echt vertrouwen in Hem hebben. Wanneer God duidelijk spreekt, is het niet nodig dat je zoekt; het is alleen wanneer Hij verborgen is dat je moet zoeken en je weg op de tast moet vinden. Je moet in staat zijn de plicht van een schepsel te vervullen, en wat je toekomstige uitkomst en je bestemming ook mogen zijn, je moet kennis en liefde voor God kunnen nastreven gedurende je levensjaren, en hoe God je ook behandelt, je moet kunnen voorkomen dat je klaagt. Er is één voorwaarde bij het werk van de Heilige Geest in mensen. Ze moeten dorsten en zoeken, niet halfslachtig zijn over Gods handelingen en die niet in twijfel trekken, en ze moeten hun plicht te allen tijde kunnen handhaven; alleen op deze manier kunnen ze het werk van de Heilige Geest verkrijgen. Bij elke stap van Gods werk wordt vereist dat de mensheid enorm veel vertrouwen heeft en voor God verschijnt om te zoeken. Alleen door ervaring kunnen mensen ontdekken hoe beminnelijk God is en hoe de Heilige Geest in mensen werkt. Als je niet ervaart, als je niet op de tast je weg erdoorheen vindt, als je niet zoekt, zul je niets winnen. Je moet op de tast je weg door je ervaringen vinden, en alleen door je ervaringen kun je Gods handelingen zien en Zijn wonderlijkheid en ondoorgrondelijkheid herkennen.

uit ‘Je moet je toewijding aan God in stand houden’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 473

Vergeet niet dat de volgende woorden nu zijn gesproken: in de toekomst zul je nog meer rampspoed en lijden ervaren! Vervolmaakt worden is niet eenvoudig of gemakkelijk. Je moet op zijn minst het geloof van Job bezitten, of misschien nog wel meer. Je moet weten dat de beproevingen in de toekomst groter zullen zijn dan de beproevingen van Job, en dat je nog langdurige tuchtiging moet ondergaan. Is dit makkelijk? Als je kaliber niet kan worden verbeterd, als je vermogen om te begrijpen onvoldoende is en als je te weinig weet, zul je op dat moment geen getuigenis hebben, maar in plaats daarvan het mikpunt van spot worden, een speelbal van Satan. Als je op dit moment niet kunt vasthouden aan de visies, heb je geen fundament en word je in de toekomst verbannen! Geen enkel stuk van het pad is gemakkelijk te bewandelen, dus denk er niet te licht over. Weeg dit zorgvuldig af en bereid je voor, zodat je het laatste stuk van het pad goed kunt bewandelen. Dit is het pad dat in de toekomst moet worden bewandeld, het pad dat iedereen moet bewandelen. Ga niet achteloos om met deze kennis, denk niet dat wat ik je zeg nutteloze woorden zijn. Er komt een dag wanneer je dit allemaal kunt benutten: mijn woorden worden nooit tevergeefs gesproken. Dit is het moment om jezelf klaar te maken en de weg naar de toekomst te effenen. Je moet het pad dat je later moet bewandelen voorbereiden, je moet je zorgen maken en bezorgd zijn over hoe je je in de toekomst stevig overeind kunt houden, en je goed voorbereiden op je toekomstige pad. Wees niet gulzig en lui! Je moet echt alles doen om je tijd ten volle te benutten, zodat je alles dat je nodig hebt, kunt krijgen. Ik geef je alles zodat je het kunt begrijpen. Jullie hebben met eigen ogen gezien dat ik in minder dan drie jaar zoveel heb verteld en zoveel werk heb gedaan. Eén reden dat ik op deze manier heb gewerkt, is dat er zoveel ontbreekt in de mens, en een tweede reden is dat er te weinig tijd is; er mag geen uitstel meer zijn. Je denkt dat mensen eerst perfecte interne helderheid moeten bereiken voordat ze getuige kunnen zijn en kunnen worden gebruikt: maar zou dat niet te lang duren? Hoe lang moet ik dan jou vergezellen? Als je zou willen dat ik je vergezel tot ik oud en grijs ben, zou dat onmogelijk zijn! Alle mensen zouden echt begrip krijgen door zwaardere beproevingen. Dat zijn de stappen van het werk. Zodra je de visioenen die vandaag worden gecommuniceerd volledig begrijpt en je werkelijk gestalte krijgt, zullen de ontberingen die je in de toekomst ondergaat je niet overweldigen en zul je deze kunnen doorstaan. Wanneer ik deze laatste stap van het werk heb voltooid en de laatste woorden heb gesproken, zal de mens in de toekomst zijn eigen pad moeten bewandelen. Dit vervult de woorden die eerder werden gesproken: de Heilige Geest heeft een opdracht voor iedereen en heeft werk te doen in iedereen. In de toekomst zal iedereen het pad bewandelen dat hij of zij moet bewandelen, geleid door de Heilige Geest. Wie zal voor een ander kunnen zorgen wanneer hij beproevingen moet ondergaan? Iedereen heeft zijn eigen lijden en iedereen heeft zijn eigen gestalte. Niemands gestalte is hetzelfde als de gestalte van een ander. Echtgenoten zullen niet voor hun vrouwen kunnen zorgen, ouders niet voor hun kinderen: niemand zal voor een ander kunnen zorgen. Het zal niet zoals nu zijn, waar onderlinge zorg en ondersteuning nog mogelijk zijn. Het zal een tijd zijn waarin ieder type mens wordt blootgelegd. Dat wil zeggen, wanneer God de herders slaat, zullen de schapen van zijn kudde verstrooid worden, en op dat moment zullen jullie niet langer een ware leider hebben. De mensen zullen verdeeld zijn, het zal niet zoals nu zijn, als jullie als congregatie bijeen kunnen komen. In de toekomst zullen zij die het werk van de Heilige Geest niet hebben, hun ware gedaante laten zien. Echtgenoten zullen hun vrouwen verraden, vrouwen zullen hun echtgenoten verraden, kinderen zullen hun ouders verraden en ouders zullen hun kinderen vervolgen: het menselijk hart is ondoorgrondelijk! Het enige dat je kunt doen, is vasthouden aan wat je hebt, en het laatste stuk van het pad goed bewandelen. Maar op dit moment zien jullie dit niet helder, jullie zijn allemaal kortzichtig. Het is niet eenvoudig om deze stap van het werk met succes te ervaren.

uit ‘Hoe je het laatste stuk van het pad moet bewandelen’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 474

De meeste mensen geloven in God omwille van hun toekomstige bestemming, of van hun tijdelijk plezier. Voor hen die nog niet behandeld zijn, dient het geloof in God om de hemel binnen te kunnen gaan, om beloningen te verkrijgen. Het dient niet om vervolmaakt te worden, of om de plicht van een schepsel van God te vervullen. Dit betekent dat de meeste mensen niet in God geloven om hun verantwoordelijkheid te kunnen vervullen, of om hun plicht te vervullen. Slechts zelden geloven mensen in God om een zinvol leven te leiden. Evenmin zijn er mensen die geloven dat de mens, omdat hij leeft, van God zou moeten houden, omdat het de wet van de Hemel en het principe van de aarde is om dit te doen, en de natuurlijke roeping van de mens. Hoewel verschillende mensen ieder hun eigen doel najagen, zijn het doel van hun streven en de achterliggende motivatie hetzelfde. Bovendien is voor de meesten van hen het voorwerp van hun verering veelal hetzelfde. De laatste paar duizend jaar zijn er veel gelovigen overleden, en velen zijn overleden en herboren. Het zijn niet slechts één of twee mensen die op zoek zijn naar God, of zelfs niet één – of tweeduizend. Maar de zoektocht van de meeste mensen is toch naar hun eigen vooruitzichten of hun roemrijke hoop voor de toekomst. Er zijn maar heel weinig mensen die Christus toegewijd zijn. Veel godvruchtige gelovigen zijn toch gevangen in hun eigen netten gestorven. Bovendien is het aantal mensen dat heeft gezegevierd belachelijk klein. Tot op heden zijn de redenen waarom mensen mislukken of de geheimen van hun overwinning nog onbekend voor hen. Zij die door de zoektocht naar Christus zijn geobsedeerd hebben hun moment van plotseling inzicht nog niet gehad, ze hebben deze mysteriën nog niet helemaal doorgrond, omdat ze het simpelweg niet weten. Hoewel ze alle moeite doen bij hun zoektocht, bewandelen ze het pad van de mislukking die hun voorgangers ooit bewandelden, en niet het pad van het succes. Hoe ze ook zoeken, lopen ze zo niet het pad dat naar de duisternis leidt? Is wat zij verkrijgen niet het bittere fruit? Het is moeilijk te voorspellen of de mensen die hun geslaagde voorgangers naar de kroon steken uiteindelijk geluk of rampspoed tegen zullen komen. Hoeveel slechter liggen de kansen dan voor de mensen bij hun zoektocht in de voetsporen te treden van hen die niet slaagden? Is hun kans op mislukking niet nog veel groter? Wat is de waarde van het pad dat zij gaan? Verspillen zij hun tijd niet? Of mensen nu wel of niet slagen in hun zoektocht, daar is kort gezegd een reden voor. Het is niet zo dat hun wel of niet slagen afhangt van een zoektocht zoals zij die zelf willen.

uit ‘Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 475

De meest fundamentele vereiste voor het geloof van de mens in God, is dat hij een oprecht hart moet hebben, en dat hij zich helemaal overgeeft, en waarlijk gehoorzaamt. Het moeilijkst is het voor de mens om zijn hele leven te geven in ruil voor het ware geloof, waarmee hij de hele waarheid kan winnen en zijn plicht als schepsel van God kan vervullen. Dat is het onbereikbare voor de mensen die niet slagen, en dat geldt nog sterker voor hen die Christus niet kunnen vinden. Omdat de mens er niet goed in is om zichzelf helemaal aan God te wijden, omdat de mens niet bereid is zijn plicht jegens de Schepper uit te voeren, omdat de mens de waarheid heeft gezien maar haar vermijdt en zijn eigen pad bewandelt, omdat de mens altijd op zoek is door het pad te gaan van hen die gefaald hebben, omdat de mens altijd de Hemel tart, daarom faalt de mens altijd, raakt hij altijd in de valstrik van Satan gevangen en verstrikt in zijn eigen net. Omdat de mens Christus niet kent, omdat de mens niet bedreven is in het begrijpen en ervaren van de waarheid, omdat de mens te zeer Paulus vereert en de hemel begeert, omdat de mens altijd eist dat Christus hem gehoorzaamt en God commandeert, daarom zijn die grote figuren en die mensen die de wisselvalligheid van de wereld hebben ervaren nog steeds sterfelijk en sterven zij nog in Gods tuchtiging. Alles wat ik over zulke mensen kan zeggen is dat zij een tragische dood sterven, en dat de consequentie voor hen – hun dood – niet onrechtvaardig is. Is hun mislukking niet nog ondraaglijker voor de hemelse wet? De waarheid komt uit de wereld van de mens, maar de waarheid onder de mensen is door Christus doorgegeven. Zij komt voort uit Christus, dat wil zeggen uit God Zelf, en dit is iets waartoe de mens niet in staat is. Toch voorziet Christus alleen in de waarheid, Hij is niet gekomen om te beslissen of de mens in zijn zoektocht naar de waarheid zal slagen. Hieruit blijkt dat het wel of niet slagen in de waarheid afhangt van de zoektocht van de mens. Het succes of falen van de mens in de waarheid heeft nooit iets met Christus te maken gehad, maar wordt daarentegen bepaald door zijn zoektocht. Je kunt de bestemming van de mens en zijn succes of mislukking niet in de schoenen van God schuiven en God er Zelf verantwoordelijk voor maken, want dit is geen kwestie voor God Zelf maar staat rechtstreeks in verband met de plicht die de schepselen van God dienen te vervullen. De meeste mensen hebben wel enige kennis van de zoektocht en bestemming van Paulus en Petrus, maar ze kennen niets anders dan het resultaat voor Petrus en Paulus, en hebben geen idee van het geheim achter succes van Petrus of van de tekortkomingen die tot de mislukking van Paulus hebben geleid. Als jullie dus helemaal niet in staat zijn door de essentie van hun zoektocht heen te kijken, dan zal de zoektocht van de meesten van jullie toch mislukken, en zelfs al zal een klein aantal van jullie wel slagen, dan nog zullen zij niet de gelijken van Petrus zijn. Als je op zoek bent naar het rechte pad, dan kun je op succes hopen; als je op het verkeerde pad op zoek naar de waarheid bent, dan zul je nooit tot succes in staat zijn en eindig je als Paulus.

uit ‘Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 476

Petrus was een vervolmaakt mens. Pas nadat hij door tuchtiging en het oordeel een pure liefde voor God had bereikt was hij volledig vervolmaakt; hij ging het pad van de vervolmaking. Dit wil zeggen dat vanaf het allereerste begin het pad dat Petrus bewandelde het rechte pad was en dat zijn motivatie om in God te geloven juist was, en zo werd hij een vervolmaakt persoon, en hij betrad een nieuw pad waar de mens nog nooit eerder was geweest. Het pad dat Paulus echter bewandelde vanaf het eerste begin het pad van de weerstand tegen Christus was. Alleen omdat de Heilige Geest hem en zijn gaven en al zijn verdiensten voor Zijn werk wenste te gebruiken, heeft hij verscheidene decennia voor Christus gewerkt. Hij was slechts iemand die door de Heilige Geest werd gebruikt. Hij werd niet gebruikt omdat Jezus welwillend naar zijn menselijkheid keek, maar vanwege zijn gaven. Hij werd neergeslagen, en daarom kon hij voor Jezus werken. Niet omdat hij dat graag deed. Hij was in staat dat werk te doen vanwege de verlichting en leiding van de Heilige Geest, en het werk dat hij verrichtte is op geen enkele manier representatief voor zijn zoektocht, of voor zijn menselijkheid. Het werk van Paulus vertegenwoordigt het werk van een dienaar, wat betekent dat hij het werk van een apostel deed. Maar Petrus was anders: Hij heeft ook wel wat werk gedaan, maar zijn werk was niet zo belangrijk als het werk van Paulus, maar hij werkte aan de zoektocht naar zijn eigen intrede, en dit was een heel ander werk dan het werk van Paulus. Petrus werk bestond eruit de plicht van een schepsel van God uit te voeren. Hij deed zijn werk niet in de rol van apostel, maar werkte tijdens zijn zoektocht naar de liefde voor God. De loop van het werk van Paulus hield ook een eigen zoektocht in: zijn zoektocht was slechts in dienst van zijn hoop op de toekomst en zijn verlangen naar een goede bestemming. Hij accepteerde geen loutering tijdens zijn werk, noch wilde hij gesnoeid en behandeld worden. Hij dacht dat hij uiteindelijk een beloning tegemoet kon zien zolang zijn werk aan Gods wensen tegemoetkwam en alles wat hij deed God behaagde. Er zaten geen persoonlijke ervaringen in zijn werk, alles draaide om het werk zelf en het werk werd niet op zoek naar verandering uitgevoerd. Alles in zijn werk was een transactie en bevatte niets van de plicht of overgave van een schepsel van God. Tijdens zijn werk trad er geen verandering op in de vroegere gezindheid van Paulus. Zijn werk stond slechts in dienst van anderen en was niet in staat een verandering in zijn gezindheid teweeg te brengen. Paulus voerde zijn werk rechtstreeks uit, zonder vervolmaakt of behandeld te zijn, en beloning was zijn motivatie. Petrus was anders: hij was iemand die snoeiing en behandeling had ondergaan en loutering had ondergaan. Het doel en de motivatie van het werk van Petrus verschilde fundamenteel van die van Paulus. Hoewel Petrus niet veel werk verzette, onderging zijn gezindheid wel veel veranderingen, en was hij op zoek naar de waarheid en naar echte verandering. Het werk werd niet alleen gedaan omwille van het werk zelf. Hoewel Paulus veel werk verzette was het allemaal werk van de Heilige Geest, en ook al werkte Paulus mee aan dit werk, toch ervoer hij het niet. Dat Petrus veel minder werk verzette, kwam alleen doordat de Heilige Geest niet zoveel werk via hem deed. De hoeveelheid werk bepaalde niet of zij vervolmaakt waren. De ene was op zoek om beloningen te ontvangen en de ander om een toppunt van liefde voor God te bereiken en zijn plicht als schepsel van God te vervullen, zover dat hij een lieflijk beeld kon neerzetten om Gods wens te vervullen. Aan de buitenkant waren zij anders, en dus was ook hun wezen anders. Je kunt niet aan de hand van de hoeveelheid werk die zij verrichtten bepalen wie van hen vervolmaakt was. Petrus wilde graag leven naar het beeld van iemand die God liefheeft, iemand zijn die God gehoorzaamt, iemand zijn die snoei en behandeling aanvaardt en iemand zijn die zijn plicht vervult als schepsel van God. Hij kon zich aan God wijden, zijn gehele zelf in de handen van God leggen, en Hem tot in de dood gehoorzamen. Daartoe had hij besloten en dat is bovendien wat hij had bereikt. Dit is de fundamentele reden waarom hij uiteindelijk anders eindigde dan Paulus. Het werk van de Heilige Geest in Petrus was om hem te vervolmaken en het werk van de Heilige Geest in Paulus was om hem te gebruiken. Dit komt omdat hun aard en opvatting over de zoektocht niet hetzelfde waren. Beiden hadden het werk van de Heilige Geest. Petrus paste dit werk op zichzelf toe en gaf het ook aan anderen; Paulus ondertussen gaf het gehele werk van de Heilige Geest uitsluitend aan anderen en won daarbij niets voor zichzelf. Zo kwam het dat, nadat Paulus het werk van de Heilige Geest zoveel jaren had meegemaakt, de veranderingen in Paulus verwaarloosbaar waren. Hij bleef nog steeds bijna in zijn natuurlijke staat, en was nog steeds dezelfde Paulus als voorheen. Na de ontbering van jarenlang werk had hij alleen maar geleerd hoe hij moest werken en had hij geleerd om vol te houden. Maar zijn oude natuur, zeer prestatiegericht en geldbelust, bleef bestaan. Na zo veel jaren te hebben gewerkt, kende hij zijn verdorven gezindheid niet. Hij was zijn oude gezindheid nog niet kwijt en deze was nog duidelijk zichtbaar in zijn werk. Hij had alleen meer werkervaring in zich verzameld, maar zo weinig ervaring alleen kon hem niet veranderen en kon zijn opvatting over het bestaan of het belang van zijn zoektocht niet veranderen. Hoewel hij jarenlang voor Christus werkte en de Heer Jezus nooit meer heeft vervolgd, was er in zijn hart geen verandering in zijn kennis van God. Dit betekent dat hij niet werkte om zich aan God te wijden, maar eerder moest werken voor zijn toekomstige bestemming. In het begin vervolgde hij Christus immers en onderwierp zich niet aan Hem. Eigenlijk was hij een rebel die zich opzettelijk tegen Christus verzette; iemand die niets van het werk van de Heilige Geest af wist. Toen zijn werk nagenoeg ten einde was gekomen, wist hij nog steeds niets van het werk van de Heilige Geest en handelde hij gewoon uit eigen beweging zoals zijn karakter hem ingaf, zonder ook maar de geringste aandacht te besteden aan de wil van de Heilige Geest. En zo was zijn aard vijandig tegenover Christus en gehoorzaamde hij de waarheid niet. Hoe kan zo iemand, verlaten door het werk van de Heilige Geest, onkundig van het werk van de Heilige Geest, en ook nog opstandig tegen Christus, gered worden? Of een mens al dan niet gered kan worden, hangt niet af van de hoeveelheid werk die hij verzet, of hoe toegewijd hij is, maar wordt veeleer bepaald door of hij het werk van de Heilige Geest kent, of hij al dan niet de waarheid in praktijk weet te brengen, en of zijn opvattingen over de zoektocht al dan niet overeenkomen met de waarheid.

uit ‘Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 477

Hoewel zich natuurlijke openbaringen voordeden toen Petrus Jezus begon te volgen, was hij van nature al vanaf het allereerste begin iemand die bereid was zich aan de Heilige Geest te onderwerpen en Christus te zoeken. Zijn gehoorzaamheid aan de Heilige Geest was puur: Hij was niet op zoek naar roem en rijkdom, maar werd in plaats daarvan gemotiveerd door gehoorzaamheid aan de waarheid. Petrus heeft weliswaar drie keer ontkend dat hij Christus kende en de Heer Jezus in verzoeking gebracht, maar dergelijke kleine menselijke zwakheden hadden geen betrekking op zijn aard en beïnvloedden zijn toekomstige zoektocht niet. Ze zijn geen voldoende bewijs dat zijn verzoeking een daad van een antichrist was. Een normale menselijke zwakheid wordt door alle mensen in de wereld gedeeld. Verwacht je dan dat Petrus anders is? Zien de mensen Petrus niet op een bepaalde manier omdat hij een paar domme fouten heeft begaan? En bewonderen de mensen Paulus niet zo vanwege al het werk dat hij heeft verricht en alle brieven die hij heeft geschreven? Hoe kan de mens tot in de essentie van de mens kijken? Zij die echt verstandig zijn kunnen zoiets onbeduidends toch zeker wel zien? Hoewel de jarenlange pijnlijke ervaringen van Petrus niet in de Bijbel zijn vastgelegd, is dit geen bewijs dat Petrus geen echte ervaringen heeft gehad of dat Petrus niet vervolmaakt was. Hoe kan de mens het werk van God helemaal doorgronden? Jezus heeft het verslag in de Bijbel niet persoonlijk uitgezocht, dit is door latere generaties samengesteld. Is zo niet alles wat in de Bijbel is vastgelegd naar de ideeën van de mens gekozen? Bovendien is het einde van Petrus en Paulus niet uitdrukkelijk vernoemd in de brieven. De mens beoordeelt Petrus en Paulus dus naar zijn eigen inzicht en voorkeur. En omdat Paulus zoveel werk heeft verzet, en zijn ‘bijdragen’ zo groot zijn geweest, wist hij het vertrouwen van de massa te verwerven. Concentreert de mens zich niet slechts op oppervlakkigheden? Hoe kan de mens tot in de essentie van de mens kijken? En dan hebben we het er nog niet over gehad dat Paulus duizenden jaren lang het onderwerp van aanbidding is geweest. Wie zou zijn werk dan nog lichtvaardig durven te ontkennen? Petrus was slechts een visser, hoe kon zijn bijdrage dan ooit net zo groot zijn als die van Paulus? Op basis van zijn bijdrage zou Paulus eerder beloond moeten worden dan Petrus en zou hij geschikter moeten zijn geweest om Gods goedkeuring te verwerven. Wie had kunnen bedenken dat, met Zijn behandeling van Paulus, God hem alleen maar heeft laten werken door zijn gaven, terwijl God Petrus vervolmaakte? Het is zeker niet zo dat de Heer Jezus al vanaf het begin plannen had gemaakt voor Petrus en Paulus: Ze werden juist vervolmaakt of aan het werk gezet naar hun intrinsieke aard. Wat de mensen dus zien is slechts de buitenkant van de bijdrage van de mens, terwijl God de essentie van de mens ziet en het pad dat hij vanaf het begin volgt, en de motivatie achter zijn zoektocht. Mensen meten een mens af aan hun eigen noties en naar hun eigen opvattingen, maar het uiteindelijke doel van een mens wordt niet op basis van zijn uiterlijke kenmerken bepaald. Dus als ik zeg dat het pad dat je vanaf het begin neemt het pad van succes is, en jouw standpunt over de zoektocht vanaf het begin klopt, dan ben jij als Petrus. Als je het pad van de mislukking betreedt zul je, welke prijs je ook betaalt, toch eindigen als Paulus. Hoe dan ook, je bestemming en je al dan niet slagen zullen beide bepaald worden door het pad dat je kiest: het goede of het verkeerde. Dat weegt zwaarder dan jullie toewijding of de prijs die jullie betalen. Petrus en Paulus hadden een verschillend wezen en doel waarnaar zij streefden. De mens is niet in staat om dergelijke dingen te ontdekken, alleen God kan die in hun totaliteit kennen. God ziet immers de essentie van de mens, terwijl de mens niets van zijn eigen wezen afweet. De mens is niet in staat het wezen in de mens te zien of zijn eigenlijke gestalte, en daarom kan hij de reden voor de mislukking of het succes van Paulus en Petrus niet vaststellen. De reden waarom de meeste mensen Paulus eren en Petrus niet, is dat Paulus voor openbaar werk werd gebruikt en de mens dit werk kan zien, en dus de ‘prestaties’ van Paulus erkent. Ondertussen zijn de ervaringen van Petrus onzichtbaar voor de mens, en dat wat hij zocht is onbereikbaar voor de mens, en dus is de mens niet geïnteresseerd in Petrus.

uit ‘Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 478

Petrus was vervolmaakt door de behandeling en loutering door te maken. Hij zei: “Ik moet altijd aan Gods verlangen voldoen. Met alles wat ik doe probeer ik slechts aan Gods verlangen te voldoen, en of ik nu getuchtigd of geoordeeld word, ik doe het toch graag.” Petrus gaf alles wat hij had aan God, en zijn werk, zijn woorden en zijn hele leven stonden geheel in het teken van zijn liefde voor God. Hij was iemand die op zoek was naar heiligheid en hoe meer hij meemaakte, hoe groter zijn liefde voor God diep in zijn hart was. Ondertussen deed Paulus slechts het werk aan de buitenkant. Hij werkte ook wel hard, maar zijn inspanningen stonden alleen maar in het teken van zijn werk naar behoren uitvoeren en daarvoor beloond worden. Als hij geweten had dat hij niet beloond zou worden, dan had hij zijn werk opgegeven. Petrus gaf om de ware liefde in zijn hart, en om wat praktisch en bereikbaar was. Een beloning maakte hem niet uit, het ging hem erom dat zijn gezindheid kon veranderen. Paulus gaf om nog harder werken, hij gaf om werk en toewijding aan de buitenkant en om de doctrine die normale mensen niet ervoeren. Hij gaf niets om verandering diep binnenin hem en om de ware liefde voor God. De ervaringen van Petrus dienden om een ware liefde en een ware kennis te bereiken van God. Zijn ervaringen dienden om een hechtere relatie met God te krijgen, en een praktische naleving. Het werk van Paulus was om wat Jezus hem had toevertrouwd en om de dingen die hij verlangde te verkrijgen. Toch hadden ze geen betrekking op zijn kennis van zichzelf en van God. Zijn werk diende uitsluitend om aan tuchtiging en oordeel te ontkomen. Waar Petrus naar op zoek was, was pure liefde. Waar Paulus naar op zoek was, was de kroon van rechtvaardigheid. Petrus ervoer jarenlang het werk van de Heilige Geest en had zowel een praktische kennis van Christus als een diepgaande zelfkennis. En dus was zijn liefde voor God puur. Jarenlange loutering had zijn kennis van Jezus en het leven vergroot, en zijn liefde was een onvoorwaardelijke liefde, een spontane liefde, en hij vroeg daar niets voor terug en hoopte er ook niet beter van te worden. Paulus werkte vele jaren, maar bezat geen grote kennis van Christus en ook had hij beklagenswaardig weinig zelfkennis. Hij had simpelweg geen liefde voor Christus, en zijn werk en de weg die hij ging waren om uiteindelijk met lauweren gekroond te worden. Waar hij naar op zoek was, was de mooiste kroon, niet de puurste liefde. Hij was niet actief op zoek, maar passief. Hij voerde zijn plicht niet uit, maar was gedreven in zijn zoektocht nadat het werk van de Heilige Geest hem gegrepen had. Dus was zijn zoektocht geen bewijs dat hij een geschikt schepsel van God was; het was Petrus die een geschikt schepsel van God was, die zijn plicht vervulde. De mens denkt dat allen die een bijdrage aan God leveren een beloning zouden moeten ontvangen, en dat hoe groter die bijdrage, hoe vanzelfsprekender het is dat zij in de gunst van God komen. Het standpunt van de mens is in wezen commercieel en hij streeft er niet actief naar zijn plicht als schepsel van God uit te voeren. Voor God geldt dat naarmate de mens meer op zoek is naar een ware liefde voor God en totale gehoorzaamheid aan God, wat ook inhoudt dat hij zijn plicht als schepsel van God uit probeert te voeren, hij meer in staat is Gods goedkeuring weg te dragen. Het standpunt van God is dat de mens zijn oorspronkelijke plicht en status moet hervatten. De mens is een schepsel van God. Daarom moet hij zijn boekje niet te buiten gaan en eisen aan God voorleggen. Hij moet gewoon zijn plicht als schepsel van God uitvoeren. De bestemmingen van Paulus en Petrus werden afgemeten aan de hand van hun mogelijkheid hun plicht als schepsel van God uit te voeren, en niet aan de hand van de omvang van hun bijdrage. Hun bestemmingen werden bepaald aan de hand van datgene waarnaar zij vanaf het begin op zoek waren, en niet aan de hand van de hoeveelheid werk die zij verrichtten, of de waardering die zij van andere mensen ontvingen. Zo is het pad naar succes dus de actieve zoektocht naar de vervulling van je plicht als schepsel van God; het pad zoeken naar de ware liefde voor God is het meest correcte pad; verandering zoeken in je oude gezindheid en de pure liefde voor God is het pad naar succes. Zo’n pad naar succes is het pad naar herstel van de oorspronkelijke plicht en de oorspronkelijke verschijning van een schepsel van God. Het is het pad van herstel, en het is ook het doel van al het werk van God van het begin tot het einde. Als de zoektocht van de mens met zijn persoonlijke extravagante eisen en irrationele verlangens is besmet, dan is het bereikte effect niet de verandering van zijn gezindheid. Dit is in tegenstelling tot het werk van herstel. Zonder twijfel is dit niet het werk van de Heilige Geest en dus bewijst het dat dit type zoektocht niet door God is goedgekeurd. Welke betekenis heeft een zoektocht waar God niet achter staat?

uit ‘Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 479

Het werk dat Paulus deed werd tentoongespreid aan de mens, maar hoe puur was zijn liefde voor God, hoezeer zat zijn liefde voor God diep in zijn hart? Dat was onzichtbaar voor de mens. De mens kan alleen het werk zien dat hij deed, waaruit de mens kan concluderen dat hij beslist door de Heilige Geest gebruikt was. Daarom denkt de mens dat Paulus beter was dan Petrus, en dat zijn werk belangrijker was, omdat hij voor de kerken wist te zorgen. Petrus keek alleen naar zijn persoonlijke ervaringen, en won slechts een paar mensen tijdens zijn sporadische werkzaamheden. Er zijn slechts een paar, weinig bekende, brieven van zijn hand, maar wie weet hoe groot zijn liefde voor God diep in zijn hart was? Paulus werkte dag in dag uit voor God: zolang er nog werk was, deed hij dat. Hij voelde dat hij zo de kroon kon verdienen en God tevreden kon stellen. Maar hij zocht geen manier om zichzelf door zijn werk te veranderen. Petrus voelde zich ongemakkelijk bij alles in het leven dat niet aan het verlangen van God voldeed. Als het niet voldeed aan Gods wens, voelde hij berouw en zocht een passende weg waarop hij kon proberen Gods hart tevreden te stellen. Zelfs in de kleinste en meest onbeduidende aspecten van zijn leven eiste hij nog van zichzelf dat hij aan Gods verlangen voldeed. Hij was niet minder veeleisend met betrekking tot zijn vroegere gezindheid, altijd strikt in zijn eis aan zichzelf om dieper tot de waarheid door te dringen. Paulus zocht alleen oppervlakkige reputatie en status. Hij wilde indruk maken op de mens, en was niet op zoek naar een diepere voortgang in de binnenkomst in het leven. Hij gaf om de doctrine, niet om de realiteit. Sommigen mensen zeggen: Paulus heeft zoveel voor God gedaan; waarom werd hij dan niet door God herdacht? Petrus heeft maar weinig werk voor God uitgevoerd, en geen grote bijdrage geleverd aan de kerken. Waarom werd hij dan vervolmaakt? Petrus hield tot op zekere hoogte van God, wat een vereiste was van God. Alleen zulke mensen hebben een getuigenis. En Paulus dan? In hoeverre hield Paulus van God? Weet jij dat? Waartoe diende het werk van Paulus? En waartoe diende het werk van Petrus? Petrus heeft niet zoveel werk gedaan, maar weet jij wat er diep in zijn hart zat? Het werk van Paulus gaat over het zorgen voor de kerken, en steun aan de kerken. Wat Petrus doorgemaakt heeft is de verandering in de gezindheid van zijn leven: hij heeft de liefde voor God ervaren. Nu dat je het verschil kent tussen het wezen van beiden, kun je zien wie uiteindelijk waarachtig in God geloofde en wie niet. Eén van beiden geloofde waarachtig in God, de ander geloofde niet waarachtig in God. Eén onderging verandering in zijn gezindheid, de ander niet. Eén diende nederig en viel niet snel op, de ander werd door de mensen aanbeden en had een grote naam. De een streefde naar heiligheid, de ander niet en hoewel hij niet onrein was, was hij niet vervuld van een zuivere liefde. Eén bezat ware menselijkheid, de ander niet. Eén bezat het verstand van een schepsel van God, en de ander niet. Dat zijn de verschillen in het wezen van Paulus en Petrus. Het pad dat Petrus bewandelde is het pad naar succes, en dit is ook het pad om de normale menselijkheid en de plicht van een schepsel van God terug te kunnen krijgen. Petrus staat voor allen die geslaagd zijn. Het pad dat Paulus is gegaan is het pad van de mislukking. Paulus staat voor allen die zich oppervlakkig onderwerpen en uitputten en God niet oprecht liefhebben. Paulus staat voor allen die de waarheid niet bezitten. In zijn geloof in God wilde Petrus God in alles tevredenstellen en wilde hij alles gehoorzamen wat van God kwam. Zonder ook maar de minste klacht kon hij tuchtiging en oordeel accepteren, evenals loutering, rampspoed en ontbering in zijn leven. Niets van dit alles kon zijn liefde voor God veranderen. Was dat niet de ultieme liefde voor God? Was dat niet de vervulling van de plicht van een schepsel van God? Of je nu tuchtiging, oordeel of rampspoed ondergaat, je kunt altijd gehoorzaamheid tot aan de dood bereiken. Dit is wat een schepsel van God zou moeten bereiken, dit is de zuiverheid van de liefde voor God. Als de mens zoveel kan bereiken, dan is hij een geschikt schepsel van God, en is er niets dat beter aan het verlangen van de Schepper voldoet. Stel je eens voor dat je voor God kunt werken, maar dat je Hem niet gehoorzaam bent en niet waarachtig van Hem kunt houden. Je hebt dan niet alleen je plicht als schepsel van God niet vervuld, maar ook zul je door God veroordeeld worden. Je bent immers iemand die de waarheid niet bezit, die niet in staat is God te gehoorzamen, die ongehoorzaam is aan God. Je geeft er alleen maar om dat je voor God kan werken. Maar de waarheid in praktijk brengen of jezelf kennen kan je niet schelen. Je begrijpt en kent de Schepper niet, en je gehoorzaamt Hem niet en hebt Hem niet lief. Jij bent iemand die van nature ongehoorzaam is aan God. De Schepper houdt niet van zulke mensen.

uit ‘Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 480

Sommige mensen zeggen: “Paulus heeft enorm veel werk verzet. Hij heeft een zware last voor de kerk op zijn schouders genomen en er een grote bijdrage aan geleverd. De dertien brieven van Paulus beslaan de 2000 jaar van het Tijdperk van Genade, doen alleen onder voor de vier Evangeliën. Wie kan zich met hem meten? Niemand kan de Openbaring van Johannes ontcijferen, terwijl de brieven van Paulus leven brengen en de kerken baat hadden bij het werk dat hij deed. Wie zou dat anders hebben kunnen bereiken? En wat deed Petrus dan voor werk?” Als de mens anderen de maat neemt, is dat naar hun bijdrage. Als God de mens de maat neemt, is dat naar zijn aard. Van allen die het leven zoeken was Paulus een persoon die zijn eigen essentie niet kende. Hij was zeker niet nederig of gehoorzaam, en ook kende hij zijn eigen wezen niet, hetgeen lijnrecht tegenover Gods wil stond. En dus was hij iemand die geen gedetailleerde ervaringen had opgedaan, en was hij iemand die de waarheid niet in de praktijk bracht. Petrus was anders. Hij kende zijn onvolkomenheden, zijn zwakheden en zijn verdorven gezindheid als schepsel van God. Daarom had hij een pad van oefening om zijn gezindheid te veranderen. Hij behoorde niet tot de mensen die slechts een doctrine hadden, maar geen realiteit bezaten. Zij die veranderen, zijn nieuwe mensen die gered zijn. Zij zijn het die geschikt zijn om naar de waarheid op zoek te gaan. Mensen die onveranderlijk blijven, zijn van nature achterhaald; het zijn degenen die niet gered zijn, dat wil zeggen, die door God veracht en verworpen worden. Ze zullen niet door God herdacht worden, hoe groots hun werk ook is geweest. Als je dit met je eigen zoektocht vergelijkt, dan moet het duidelijk zijn of je uiteindelijk dezelfde soort persoon bent als Petrus of als Paulus. Als er nog steeds geen waarheid aanwezig is in wat je zoekt, en als je zelfs nu nog even arrogant en schaamteloos als Paulus bent, en nog even nonchalant en opschepperig bent als hij, dan ben je ongetwijfeld een ontaard, mislukt mens die zal mislukken. Als je hetzelfde zoekt als Petrus, als je op zoek bent naar oefening en ware verandering, en niet arrogant of eigenzinnig bent maar je plicht wilt vervullen, dan ben je een schepsel van God dat kan overwinnen. Paulus kende zijn eigen wezen of verdorvenheid niet, laat staan dat hij zijn eigen ongehoorzaamheid kende. Hij maakte nooit gewag van zijn verachtelijk verzet tegen Christus, en hij had ook geen grote spijt. Hij gaf slechts een korte uitleg, en diep in zijn hart onderwierp hij zich niet helemaal aan God. Hoewel hij op weg naar Damascus viel, heeft hij niet diep in zichzelf gekeken. Hij vond het goed genoeg om gewoon door te werken, en beschouwde zelfkennis en zijn vroegere gezindheid veranderen niet als de meest cruciale zaken. Gewoon de waarheid spreken en voor anderen zorgen was voor hem voldoende balsem voor zijn geweten, en hij troostte zich dat hij de apostelen van Jezus niet meer achtervolgde en zichzelf zijn vroegere zonden had vergeven. Het doel dat hij nastreefde was slechts vluchtig werk en een kroon in de toekomst, het doel dat hij nastreefde was overvloedige genade. Hij was niet op zoek naar voldoende waarheid; hij hoefde niet dieper door te dringen tot de waarheid die hij voorheen niet had begrepen. En zo kun je zeggen dat zijn zelfkennis vals was en hij aanvaardde de tuchtiging of het oordeel niet. Het feit dat hij in staat was werk te doen, betekent nog niet dat hij kennis bezat van zijn eigen aard of wezen. Hij concentreerde zich uitsluitend op praktijken buiten zichzelf. Bovendien was hij uit op kennis, niet op verandering. Zijn werk kwam helemaal voort uit de verschijning van Jezus op weg naar Damascus. Het was niet iets dat hij zich oorspronkelijk had voorgenomen. Ook was het geen werk dat zich voordeed nadat hij het snoeien van zijn vroegere gezindheid had geaccepteerd. Hoe hij ook werkte, zijn vroegere gezindheid veranderde niet, dus deed hij met zijn werk geen boete voor zijn eerdere zonden. Het werk speelde slechts een bepaalde rol voor de kerken van die tijd. Iemand als hij, wiens vroegere gezindheid niet veranderde, dat wil zeggen, die geen redding ontving en zelfs meer zonder de waarheid ging, is zonder meer niet in staat een van de mensen die door de Heer Jezus aanvaard zijn te worden. Hij was niet vervuld van liefde en eerbied voor Jezus Christus en hij was ook niet erg bedreven in het zoeken naar de waarheid, en hij was al helemaal niet iemand die op zoek was naar het mysterie van de incarnatie. Hij was slechts iemand die zeer bedreven was in drogredenen en die zich niet wilde buigen voor hogergeplaatsten of voor hen die de waarheid bezaten. Hij was afgunstig tegenover mensen of waarheden die aan hem tegengesteld of hem vijandig waren en gaf de voorkeur aan getalenteerde mensen die een grote naam en diepgaande kennis vertegenwoordigden. Hij hield er niet van met arme mensen om te gaan die op zoek waren naar de ware weg en alleen maar om de waarheid gaven. In plaats daarvan hield hij zich bezig met notabelen uit de religieuze organisaties die slechts over doctrines praatten en overvloedige kennis bezaten. Hij hield niet van het nieuwe werk van de Heilige Geest en gaf niets om de beweging van het nieuwe werk van de Heilige Geest. In plaats daarvan gaf hij de voorkeur aan voorschriften en doctrines die boven algemene waarheden stonden. Met zijn natuurlijke essentie en het geheel van wat hij zocht, verdient hij het niet om een christen te worden genoemd die op zoek is naar de waarheid, laat staan een trouwe dienaar in het huis van God, want hij huichelde te veel en was te ongehoorzaam. Hoewel hij bekend staat als een dienaar van de Heer Jezus, was hij totaal ongeschikt om de poort van het hemelrijk binnen te gaan omdat zijn handelingen van het begin tot het einde niet rechtschapen genoemd kunnen worden. Hij kan slechts gezien worden als een huichelaar die zonden beging, maar toch ook voor Christus werkte. En hoewel hij niet kwaadaardig genoemd kan worden, past het heel goed hem een zondig man te noemen. Hij heeft veel werk verzet, maar moet niet worden beoordeeld op de hoeveelheid, maar alleen op de kwaliteit en de essentie van het werk. Alleen zo kun je tot de bodem van de zaak komen. Hij heeft altijd geloofd: “Ik ben in staat om te werken, ik ben beter dan de meeste anderen; als geen ander houd ik rekening met de last van de Heer en niemand heeft zo’n diep berouw als ik, want het grote licht scheen op mij en ik heb het grote licht aanschouwd; daarom is mijn berouw dieper dan dat van wie dan ook.” Toentertijd was dat wat hij diep van binnen dacht. Aan het einde van zijn werk zei Paulus: “Ik heb de strijd gestreden, mijn weg is ten einde, en er is een kroon van rechtvaardigheid voor mij klaargelegd.” Zijn strijd, werk en weg waren helemaal ten behoeve van de kroon van rechtvaardigheid, en hij maakte niet actief gestage vorderingen. En hoewel hij zijn werk niet werktuigelijk uitvoerde, kun je wel zeggen dat hij zijn werk slechts deed om zijn fouten goed te maken, om de beschuldigingen door zijn geweten te compenseren. Hij hoopte slechts zijn werk af te krijgen, zijn weg tot een einde te brengen en zijn strijd zo spoedig mogelijk te strijden om des te eerder de hevig gewenste kroon van rechtvaardigheid te verkrijgen. Waar hij op hoopte was niet de Heer Jezus tegemoet te komen met zijn ervaringen en ware kennis, maar zijn werk zo snel mogelijk af te hebben zodat hij de beloning die hij had verdiend met zijn werk zou ontvangen als hij Jezus ontmoette. Hij gebruikte zijn werk om zichzelf te troosten en een deal te sluiten in ruil voor een toekomstige kroon. Hij was niet uit op de waarheid of op God, maar alleen op de kroon. Hoe kon zo’n streven aan de norm voldoen? Zijn motivatie, zijn werk, de prijs die hij betaalde en al zijn moeite – dat was allemaal doortrokken van zijn prachtige fantasieën en hij werkte geheel volgens zijn eigen verlangens. In de prijs die hij betaalde met zijn gehele werk kwam niet de minste bereidheid voor; hij had gewoon een deal gesloten. Hij deed niet bereidwillig zijn best om zijn plicht te vervullen, maar om het doel van de deal te bereiken. Hebben zulke inspanningen enige waarde? Wie zou zijn onreine inspanningen prijzen? Wie is er in zulke inspanningen geïnteresseerd? Zijn werk was vol dromen over de toekomst, vol fantastische plannen, en hield geen pad in waarlangs hij zijn menselijke gezindheid kon veranderen. Zoveel van zijn liefdadigheid was schijn. Zijn werk bracht geen leven maar bestond uit voorgewende beleefdheid; het was een deal. Hoe kan dergelijk werk de mens op het pad brengen naar het hervinden van zijn oorspronkelijke plicht?

uit ‘Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 481

Alles waar Petrus naar op zoek was, was naar Gods hart. Hij wilde Gods wens vervullen, en ondanks het lijden en de tegenslag was hij nog steeds bereid Gods wens te vervullen. Een gelovige in God kan geen beter streven hebben. Waar Paulus naar op zoek was, was door zijn eigen vlees besmet, door zijn eigen opvattingen en door zijn eigen plannen en listen. Op geen enkele manier was hij een geschikt schepsel van God of iemand die Gods wens wilde vervullen. Petrus wilde zich aan Gods orkestratie onderwerpen en hoewel het werk dat hij deed niet bijzonder was, klopten de motivatie achter zijn zoektocht en het pad dat hij bewandelde. Hij slaagde er weliswaar niet in veel mensen te winnen, maar wel om de weg naar de waarheid te zoeken. Hierom kun je zeggen dat hij een geschikt schepsel van God was. Al ben je nu geen werker, toch kun je de plicht van een schepsel van God vervullen en proberen je aan al Gods orkestraties te onderwerpen. Je zou in staat moeten zijn te gehoorzamen aan alles wat God zegt en allerlei beproevingen en louteringen mee te maken en, ondanks je zwakheid, in je hart nog steeds God kunnen liefhebben. Zij die de verantwoordelijkheid voor hun eigen leven nemen zijn bereid de plicht van een schepsel van God uit te voeren. Het gezichtspunt van dergelijke mensen over de zoektocht is het juiste. Dit zijn de mensen die God nodig heeft. Als je veel werk hebt verricht, en anderen hebben jouw leer ontvangen, maar jijzelf bent niet veranderd en hebt geen getuigenis afgelegd of enige ware ervaring opgedaan zodat aan het einde van je leven niets dat je gedaan hebt getuigenis aflegt, ben je dan iemand die veranderd is? Ben je dan iemand die op zoek is naar de waarheid? Toen gebruikte de Heilige Geest jou, maar wanneer Hij jou gebruikte, gebruikte Hij het deel van jou dat gebruikt kon worden om te werken en het deel van jou dat niet gebruikt kon worden, gebruikte Hij niet. Als jij wenste te veranderen, dan zou je langzaam vervolmaakt worden tijdens het proces van gebruikt worden. Toch aanvaardt de Heilige Geest geen verantwoordelijkheid voor of je uiteindelijk wel of niet gewonnen zult worden; dit hangt ervan af hoe je zoekt. Als er in jouw eigen gezindheid geen veranderingen optreden, komt dat doordat jouw standpunt ten opzichte van je zoektocht verkeerd is. Als je niet beloond wordt, dan is dat jouw eigen probleem, en omdat jij zelf niet in staat bent geweest de waarheid in praktijk te brengen, ben je niet in staat aan Gods verlangen te voldoen. En zo is er niets belangrijker dan je eigen ervaringen, en is er niets crucialer dan jouw eigen intrede. Sommige mensen zullen uiteindelijk zeggen: “Ik heb zoveel werk verricht voor u, en al zijn er misschien geen gevierde resultaten geweest, ik ben toch ijverig geweest in mijn inspanningen. Kunt u mij niet gewoon in de hemel binnenlaten om de vrucht van het leven te eten?”. Je moet weten naar wat voor een soort mens ik verlang: de onreinen worden het koninkrijk niet binnengelaten, de onreinen mogen de heilige grond niet besmeuren. Al heb je misschien jarenlang veel werk verricht, als je uiteindelijk nog betreurenswaardig vies bent verdraagt de wet van de hemel jouw wens om binnen te komen in mijn koninkrijk niet! Vanaf de stichting van de wereld tot op heden heb ik nog nooit gemakkelijk toegang verschaft aan hen die bij mij in de gunst proberen te komen. Dit is een regel van de hemel, niemand kan deze regel overtreden! Je moet het leven nastreven. Vandaag de dag zijn diegenen die vervolmaakt worden van hetzelfde soort als Petrus: het zijn diegenen die streven naar veranderingen in hun gezindheid en die getuigenis aan God willen afleggen en hun plicht als schepsel van God wensen uit te voeren. Alleen zulke mensen zullen vervolmaakt worden. Als je alleen naar een beloning op zoek bent, en de gezindheid van je leven niet probeert te veranderen, dan zijn al je inspanningen tevergeefs. Dat is de onveranderlijke waarheid!

uit ‘Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 482

Uit het verschil in wezen van Petrus en Paulus zou je moeten kunnen opmaken dat allen die het leven niet nastreven tevergeefs werken! Je gelooft in God en volgt God, en dus moet je God in je hart liefhebben. Je moet je verdorven gezindheid afschudden, proberen Gods wens te vervullen en de plicht van een schepsel van God uit te voeren. Omdat je in God gelooft en Hem volgt, moet je alles aan Hem opofferen. Daarbij moet je geen persoonlijke keuzes maken of eisen stellen, en dien je de vervulling van Gods wens te bereiken. Omdat je geschapen bent, dien je de Heer die jou geschapen heeft te gehoorzamen, want je hebt van nature geen heerschappij over jezelf en bent niet in staat om je eigen lot te bepalen. Omdat je een mens bent die in God gelooft, moet je op zoek naar heiligheid en verandering. Omdat je een schepsel van God bent, moet je je aan je plicht houden. Je moet je plaats kennen en je plicht niet overschrijden. Dit is niet om je te beperken, of om je middels een doctrine te onderdrukken. Het is het pad waardoor je je plicht kunt vervullen. Het is het pad dat allen die rechtschapen handelen kunnen – en zouden moeten – bereiken. Als je het wezen van Petrus en Paulus vergelijkt, dan weet je hoe je moet zoeken. Van de paden die Petrus en Paulus zijn gegaan is het ene pad van vervolmaking en het andere het pad van eliminatie; Petrus en Paulus vertegenwoordigen twee verschillende paden. Beiden hebben weliswaar het werk van de Heilige Geest ontvangen, en beiden zijn verlicht en geïllumineerd door de Heilige Geest, en beiden hebben dat wat hun door de Heer Jezus is toevertrouwd aanvaard, maar de vrucht die in ieder van hen werd afgeworpen was niet dezelfde. De ene heeft werkelijk vrucht gedragen, de andere niet. Uit hun wezen, uit het werk dat zij deden, uit wat zij aan de buitenkant uitdrukten, en uit hoe zij geëindigd zijn, zou je moeten kunnen opmaken welk pad jij moet nemen, welk pad jij moet kiezen om te gaan. Zij gingen twee duidelijk verschillende paden. Paulus en Petrus, zij zijn hét voorbeeld van elk der paden, en dus vanaf het allereerste begin dienden zij als voorbeeld om de beide paden te typeren. Wat zijn de kernpunten van de ervaringen van Paulus, en waarom mislukte hij? Wat zijn de kernpunten van de ervaringen van Petrus, en hoe onderging hij de vervolmaking? Als je naast elkaar legt waar beiden om gaven, dan weet je precies wat voor soort mens God vereist, wat Gods wil is, wat Gods gezindheid is, wat voor soort mens uiteindelijk vervolmaakt zal worden, en wat voor soort mens niet vervolmaakt zal worden, wat de gezindheid is van hen die vervolmaakt zullen worden en wat de gezindheid is van hen die niet vervolmaakt zullen worden. Deze wezenlijke kwesties kunnen herkend worden in de ervaringen van Petrus en Paulus. God heeft alle dingen geschapen, en dus brengt Hij de hele schepping onder Zijn heerschappij, onderwerpt Hij haar aan zijn heerschappij. Hij heeft het gezag over alle dingen, alle dingen zijn in Zijn handen. De hele schepping van God inclusief dieren, planten, de mensheid, de bergen, de rivieren en de meren – alles moet onder Zijn heerschappij komen. Alle dingen in de lucht en op de aarde moeten onder Zijn heerschappij komen. Ze kunnen geen keus hebben en moeten zich allemaal aan Zijn orkestratie onderwerpen. Dit is door God verordend, dit is het gezag van God. God heeft het gezag over alle dingen, en ordent en rangschikt alles, deelt ieder naar zijn soort in en bedeelt ieder een eigen positie toe, zoals God het wil. Hoe groot iets ook is, niets kan God voorbijstreven en alle dingen staan in dienst van de mensheid die door God is geschapen en geen enkel ding durft God ongehoorzaam te zijn of eisen te stellen aan God. En zo dient de mens, als schepsel van God, ook de plicht van de mens te vervullen. Ongeacht of hij al dan niet meester of zorgdrager van alle dingen is, hoe hoog de status van de mens ook is bij alle dingen, hij blijft toch slechts een klein mens onder de heerschappij van God en is niet meer dan een onbeduidend mens, een schepsel van God, en zal nooit boven God uitkomen. Als een schepsel van God zou de mens de plicht van een schepsel van God moeten willen uitvoeren, God moeten willen liefhebben zonder andere keuzes te maken, want God is de liefde van de mens waard. Zij die God willen liefhebben moeten niet op zoek zijn naar eigen gewin of naar iets waar zij zelf naar verlangen. Dat is de meest juiste manier van zoeken. Als dat waar je naar op zoek bent de waarheid is, dat wat je in praktijk brengt de waarheid is, en dat wat je bereikt een verandering in je gezindheid is, dan is het pad dat je bewandelt het juiste. Als dat wat je zoekt de zegeningen van het vlees zijn, en dat wat je in praktijk brengt de waarheid van je eigen opvattingen is, en als er geen verandering in je gezindheid optreedt, en je helemaal niet gehoorzaam bent aan God in het vlees, en je nog altijd in vaagheid leeft, dan zal datgene waar je naar op zoek bent je naar de hel voeren, want het pad dat je bewandelt is het pad van de mislukking. Of je vervolmaakt of geëlimineerd wordt hangt af van je persoonlijke zoektocht, wat ook inhoudt dat succes of mislukking afhangen van het pad dat de mens bewandelt.

uit ‘Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Vorige: Intrede in het leven 2

Volgende: Intrede in het leven 4

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek