22. Vluchten uit het hol van de leeuw

Door Xiaoyou, China

Ik heet Xiaoyou en ik ben 26 jaar. Ik ben rooms-katholiek opgegroeid. Toen ik klein was, ging ik met mijn moeder naar de kerk om de mis bij te wonen, de Bijbel te lezen, te biechten en communie te ontvangen. Mijn moeder was heel ijverig in haar geloof. Ze gaf vaak eten en verschillende andere dingen uit ons huis aan de kerk en ze doneerde ook geld. Vooral de kerkleiders en nonnen hielden van mijn moeder. Wanneer ze haar zagen, begroetten ze haar glimlachend en schonken veel aandacht aan haar. Ze belden mijn moeder ook vaak om haar te vragen deel te nemen aan verschillende kerkelijke activiteiten en om te helpen met verschillende taken. Ook ik nam actief deel aan de lessen die de nonnen gaven, en ik las samen met mijn vrienden uit de kerk de Bijbel. In die tijd was ik in staat de vreugde en vrede te ervaren die de wetenschap dat God bij me was me gaf en ik voelde me elke dag gelukkig. Naarmate de tijd verstreek werd het geloof van mijn vrienden van de kerk echter steeds koeler. Ook mijn geest werd zwak en ik kon de onderwijzingen van de Heer niet meer naleven. Ik beging regelmatig zonden, om ze dan later weer op te biechten. Nadat ik trouwde, verhuisde ik voor werk met mijn man naar een ander deel van het land.

In een oogwenk was het Kerstmis 2013 en had ik het geluk een zuster van De Kerk van Almachtige God te ontmoeten. Ze vertelde me dat de Heer Jezus al was wedergekeerd en dat Hij een nieuwe fase van Zijn werk aan het uitvoeren was. Toen ik dit hoorde, was ik verbaasd en ik zei opgewonden: “Echt waar? De Heer is wedergekeerd! Wanneer is de Heer wedergekeerd? Waar is de Heer nu? Zuster, vertel het me onmiddellijk.” De zuster communiceerde met me en zei: “Almachtige God is de wedergekeerde Heer Jezus. Almachtige God heeft miljoenen woorden uitgedrukt en Hij is Zijn werk van oordeel in de laatste dagen aan het uitvoeren. Hij heeft alle waarheden geopenbaard die de mensheid kunnen zuiveren en redden, waaronder de drie werkfasen die God uitvoert om de mensheid te redden, het mysterie van de incarnatie, het mysterie van de Bijbel, het belang van Gods namen en het einde en de bestemming van de mensheid. Dit vervult de woorden van de Heer Jezus toen Hij zei: ‘Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen. De Geest van de waarheid zal jullie, wanneer hij komt, de weg wijzen naar de volle waarheid. Hij zal niet namens zichzelf spreken, maar hij zal zeggen wat hij hoort en jullie bekendmaken wat komen gaat(Johannes 16:12-13).” Ik luisterde ernstig naar de communicatie van de zuster en dacht: ik had nooit verwacht de komst van de Heer te kunnen verwelkomen. Dit is geweldig. Daarna legde de zuster tegenover me getuigenis af van de drie fasen van Gods werk en het belang van de namen van God. Bang dat ik het niet zou begrijpen, gaf de zuster me talloze analogieën en voorbeelden. Ze communiceerde heel gedetailleerd met me, op een manier die zowel duidelijk als transparant was. Door haar communicatie ging ik vele waarheden begrijpen die ik nooit eerder had begrepen. Ik leerde ook dat de Heer was wedergekeerd om het werk van het oordelen, tuchtigen, reinigen en vervolmaken van de mens uit te voeren. Ik voelde dat het heel goed mogelijk was dat Almachtige God inderdaad de wedergekeerde Heer Jezus was en ik vertelde de zuster dat ik het werk van God in de laatste dagen wilde onderzoeken. Daarna woonde ik bijeenkomsten met de broeders en zusters bij en we lazen samen Gods woord, zongen lofzangen en danste ter ere van God. Elke keer wanneer ik iets tegenkwam dat ik niet begreep bij het lezen van Gods woorden, namen de broeders en zusters altijd de moeite er met me over te communiceren. Hun communicaties bevatten de verlichting en illuminatie van de Heilige Geest en het samen met hen bijwonen van bijeenkomsten lieten me opnieuw van het werk van de Heilige Geest genieten. Ik was ongelofelijk blij. In deze grote familie van De Kerk van Almachtige God waren er geen verschillen tussen hoog en laag of arm en rijk. De broeders en zusters waren allemaal openhartig tegenover elkaar en zeiden altijd precies wat ze dachten. Wat betreft het leven van een gelukkig leven had ik het gevoel dat dit het ware was! Na meer dan een maand van onderzoek had ik vele woorden van Almachtige God gelezen en was ik ervan overtuigd geraakt dat Almachtige God de wedergekeerde Heer Jezus was. Ik voelde dat ik zoveel geluk had gehad en wilde het goede nieuws aan mijn moeder en vrienden in de kerk vertellen.

Tijdens het Chinese Voorjaarsfestival keerden mijn man en ik terug naar onze geboorteplaats. Nadat we waren aangekomen legde ik onmiddellijk aan mijn moeder getuigenis af van het werk van Almachtige God van de laatste dagen, maar ze weigerde het te aanvaarden, wat ik ook zei. Ik voelde me bitter teleurgesteld en erg in de war. Ik dacht: het is duidelijk dat Almachtige God de wedergekeerde Heer Jezus is, hoe kan ze het dan toch niet aanvaarden? Toen ik zag dat mijn moeder het niet zou accepteren, had ik geen andere keuze dan de zaak te laten rusten. Toen ons bezoek aan onze geboorteplaats voorbij was, keerde ik terug naar de plaats waar ik werkte. Ik woonde bijeenkomsten met mijn broeders en zusters bij en oefende me erin mijn plichten voor de kerk te vervullen. Tijdens deze periode stroomde mijn geest over van vreugde en was mijn leven vervuld van ongelofelijk geluk en vreugde. Ik las in Gods woorden over Job die al zijn bezittingen en zijn zoons en dochters had verloren tijdens beproevingen, en hoe zijn lichaam werd bedekt met zweren. En toch was hij in staat geweest Gods naam te loven en waar geloof in God te hebben. En dan was er Abraham, die in staat was geweest zijn enige zoon, Isaak, op te offeren en hem terug te geven aan God. Vooral wanneer ik over deze dingen las, voelde ik me erg ontroerd door hun geloof en hun gehoorzaamheid aan God en wilde ik ook zo’n soort mens zijn.

Net toen ik het gevoel had dat ik volledig was ondergedompeld in Gods liefde, veranderde mijn leven plotseling in een nachtmerrie. Op een dag in augustus 2014 belde mijn moeder volkomen onverwachts op om te zeggen dat mijn dochter ernstig ziek was. Mijn hart sloeg een keer over toen ik dit hoorde. Ik dacht: mijn dochter is zo jong, hoe kan ze nou ernstig ziek zijn? Ik maakte me heel veel zorgen over mijn dochter en voelde me verschrikkelijk van streek. Ik kwam dus voor God en bad: “O God, het is met uw toestemming dat deze situatie me is overkomen. De ziekte van mijn dochter ligt in uw handen. Ik vertrouw mijn dochter aan u toe. Schenk me alstublieft waar geloof.” Ik voelde me hierna een beetje beter op mijn gemak. Mijn man en ik keerden haastig terug naar ons huis in onze geboorteplaats. Toen we daar aankwamen, was ik stomverbaasd mijn dochter vredig in haar bed te zien slapen. Ik wilde haar wakker maken, maar mijn moeder hief haar hand op en zei streng: “Maak haar niet wakker, er is niets met haar aan de hand!” Pas toen werd ik me ervan bewust dat zich vele familieleden in mijn huis hadden verzameld en ik realiseerde me dat ze me met een list naar huis hadden laten terugkeren om me te laten ophouden in Almachtige God te geloven. Ik dacht: God heeft vandaag deze situatie voor mij geschapen. Het moet iets zijn dat ik moet ervaren. Vervolgens vroeg ik mijn moeder: “Moeder, mijn dochter is in orde. Waarom heb je een list verzonnen om ons naar huis te laten terugkeren?” Voordat ik uitgesproken was, ontstak mijn moeder in woede en schreeuwde: “Ik ben naar de kerk gegaan en bij de priesters en kerkleiders te rade gegaan. Ze zeiden dat Bliksem uit het oosten gevaarlijk is en dat je zodra je er bij aansluit, je haar niet meer kunt verlaten. Geloof er niet langer in. Ik doe dit voor je eigen bestwil. Ik ben bang dat je een verkeerd pad hebt genomen.” Mijn moeder herhaalde ook enkele leugens en wat van de laster die door de religieuze wereld over De Kerk van Almachtige God was verzonnen. Toen ik mijn moeder deze dingen hoorde zeggen dacht ik: mijn geloof is helemaal niet verkeerd. Integendeel, ik houd Gods nieuwe werk bij. De Almachtige God waar ik in geloof is de wedergekeerde Heer Jezus die nu het werk van oordelen, tuchtigen en reinigen van de mens uitvoert. Ik ben er absoluut zeker van dat dit de juiste weg is, dus waarom zou ik deze opgeven? Wanneer de priesters en de kerkleiders zeggen: “Als je in Bliksem uit het oosten gelooft en je aansluit bij hun kerk, kun je deze nooit meer verlaten”, dan zijn dat zuivere leugens en drogredenen uitgedacht om mensen te bedriegen. Ik heb nu meer dan zes maanden bijeenkomsten van De Kerk van Almachtige God bijgewoond en ik weet er meer over dan jullie. De deur van De Kerk van Almachtige God staat altijd open en mensen kunnen er vrij voor kiezen weg te gaan. Het is helemaal niet zoals de priesters en kerkleiders zeggen. De broeders en zusters worden allemaal overtuigd van de ware weg door Gods woorden te lezen. Deze bevatten het geestelijk voedsel voor het leven. Ze hebben de bron van levend water gevonden, dat is de reden waarom ze de kerk niet willen verlaten. Door het woord van Almachtige God te lezen, verwerven onze geesten tevredenheid. Wie zou er terug willen keren naar zijn of haar oude, troosteloze en dorre kerk? De priesters en kerkleiders hebben het werk van Almachtige God van de laatste dagen in het geheel niet onderzocht. Ze hebben de woorden van Almachtige God niet gelezen en ze hebben ook geen bijeenkomsten van De Kerk van Almachtige God bijgewoond. Waar baseren ze hun claims dan op? Zuigen ze deze ongegronde geruchten niet gewoon uit hun duim? Toen mijn moeder zag dat ik niet reageerde, stormde ze woedend op me af, gaf me een paar klappen en probeerde me dingen te laten zeggen waarmee ik God zou verraden. Het deed me erg veel pijn haar zo te zien. Ik dacht dat zonder de door de priesters en kerkleiders gefabriceerde leugens mijn moeder nooit zou hebben geprobeerd mij te overtuigen mijn geloof in Almachtige God vaarwel te zeggen. Toen zei ik tegen haar: “Almachtige God is de wedergekeerde Heer Jezus. Geloven in Almachtige God is een onveranderlijke wet op aarde en in de hemel, en ik zal tot het einde aan toe in Hem geloven!” Toen mijn moeder dit hoorde, vertrok haar gezicht van boosheid en waren haar ogen rood van woede. Ze schreeuwde me luid toe: “Ik ben je moeder. Je moet naar mij luisteren!” Toen ik zag hoe onredelijk mijn moeder was, besloot ik verder niets meer te zeggen. Precies op dat moment begonnen mijn familieleden me allemaal tegelijkertijd te bekritiseren en zeiden talloze dingen om te proberen me over te halen God te bedriegen. Ik dacht: ik heb de Heer Jezus reeds verwelkomd. De God waar ik in geloof is echt en het pad dat ik bewandel is het juiste pad. Ik zal God absoluut niet bedriegen. Ik wilde hen werkelijk adviseren Gods werk van de laatste dagen te onderzoeken en zich niet door de priesters en de kerkleiders te laten misleiden Almachtige God blindelings te veroordelen en zich tegen Hem te verzetten. Toen ik zag dat hun houding er een was van haat voor de waarheid en dat wat ik ook zou doen het toch niets goeds zou opleveren, zei ik maar niets meer tegen hen. Na een tijdje vertrokken mijn moeder en mijn familieleden gezamenlijk. Mijn moeder liet me echter nog niet ontsnappen, want vervolgens liet ze mijn jongere broer bij ons thuis logeren. Mijn broer hield me elke dag in de gaten alsof ik een veroordeelde was en hij volgde me waar ik ook ging. Met mijn persoonlijke vrijheid was het ineens gedaan.

Twee dagen later, ik was net met mijn gezin aan het eten, kwam mijn moeder plotseling binnen. Ze straalde van oor tot oor en zei op gemaakte toon tegen me: “Xiaoyou, kijk eens wie hier is!” De gezichtsuitdrukking en de toon van de stem van mijn moeder maakte me nieuwsgierig naar welke persoon zo’n krachtige reactie bij haar teweeg kon brengen, en ik begreep dat het niets goeds kon betekenen. Precies op dat moment kwamen de kerkleider Liu en een parochiaan genaamd Wang binnen. Ik groette hen kalm en vroeg hen plaats te nemen. Nadat we uitgegeten waren, keek de kerkleider Liu me aan, glimlachte en zei: “Xiaoyou! We zullen niet om de hete brei heen draaien. Volgens je moeder geloof je nu in Bliksem uit het oosten. Ik moet je zeggen dat je moet ophouden daar in te geloven. Je hele familie is al generaties lang katholiek. Je kunt de Heer niet in de steek laten, want anders zal Hij je in de steek laten. We zijn vandaag gekomen om je wat advies te geven. Als je niet naar ons luistert, zul je alleen jezelf wat te verwijten hebben wanneer de tijd komt dat je nederdaalt in de hel. Xiaoyou, we doen dit voor je eigen bestwil. Denk eens terug aan de ziekte van je man. Hij zou niet beter zijn geworden als je moeder en ik niet elke dag tot de Heer hadden gebeden. Als je in Bliksem uit het oosten blijft geloven en de ziekte van je man terugkomt, dan zal er niemand iets doen om je te helpen.” Toen ik naar deze dingen luisterde, begon mijn hart te kloppen en ik werd onwillekeurig een beetje bang. Ik dacht: mijn man werd ontzettend ziek en werd, hoewel we heel veel geld uitgaven, maar niet beter. Uiteindelijk genas hij alleen maar dankzij onze dagelijkse gebeden. Als de dingen echt zo zijn als ze zeggen, en de ziekte van mijn man terugkeert, wat moet ik dan doen? Net toen ik op het punt stond in hun valstrik te trappen, schoot me een regel uit Gods woorden te binnen: “Almachtige God is een oppermachtige dokter!(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 6). Toen ik hierover nadacht ontwaakte ik plotseling en werd mijn geest helder. Ik dacht: ik geloof in Almachtige God die de wedergekeerde Heer is. Of mijn man weer ziek wordt of niet ligt in Gods handen. Zij beslissen dat niet. God heeft soevereiniteit over alles, waar zou ik dus bang voor moeten zien? In elk geval was het de Heer die de ziekte van mijn man genas, dat waren zij niet. Ik had me nooit kunnen indenken dat ze zouden proberen de ziekte van mijn man te gebruiken om me te bedreigen en me zouden aanzetten God te verraden, of dat ze zouden proberen me God te laten ontkennen en verraden uit angst voor problemen die mijn gezin zouden kunnen overkomen. Hoe verraderlijk zijn ze wel niet! Toen ik hun boosaardige motieven had doorzien, voelde ik niets dan walging voor ze en wilde ik niet langer met ze spreken.

Toen de kerkleider Liu zag dat ik bleef zwijgen, zei ze op sarcastische toon: “Het lijkt erop dat je heel koppig bent! Tot op dit moment hebben alleen wij vandaag het praten voor onze rekening genomen, het is nu dus jouw beurt ons te vertellen waar jij staat!” Omdat ze net over de kwestie van de ziekte van mijn man hadden gepraat, voelde ik me een beetje in de war. Maar toen ik eraan dacht dat God de soevereiniteit over alles had, vond ik plotseling mijn zelfvertrouwen terug. Wat er ook gebeurde, ik zou God niet verraden. Ik raapte mijn moed bijeen en zei: “Laat me jullie dan vertellen dat ik vast in Almachtige God geloof en ik mijn geloof in God niet zal opgeven!” Mijn moeder brulde: “Laten we weggaan! We gaan naar de kerk om te bidden.” Nadat ze dit had gezegd, stormden ze allemaal boos weg. Toen ik zag hoe woest ze eruitzagen werd ik ondanks mezelf een beetje bang. Ik dacht: ze gaan bidden. Gaan ze me vervloeken? Wat kan ik doen? Omdat ik me hulpeloos voelde kwam ik voor God en bad: “O Almachtige God! Ze hebben gezamenlijk een gevechtslinie tegen me gevormd en belegeren me. Ik voel me alleen. O God! Ik weet niet wat ik moet doen. Ik ben verschrikkelijk bang. Leid me alstublieft!” Nadat ik had gebeden, herinnerde ik me enkele van Gods woorden: “Je weet dat alle dingen in de omgeving om je heen er zijn met mijn toestemming, allemaal door mij gepland. Kijk duidelijk en stel mijn hart tevreden in de omgeving die ik je heb gegeven. Wees niet bang, de Almachtige God der heerscharen zal beslist met je zijn; Hij staat achter jullie en Hij is jullie schild(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 26). Met de verlichting en leiding van Gods woorden, vulde zich mijn hart plotseling met licht: ja, God is mijn trouwe ondersteuning, dacht ik. Met God aan mijn zijde is er niets om bang voor te zijn. De kerkleider en diegene die Wang werd genoemd zeiden deze dingen alleen maar om me bang te maken, bang dat ik naar de hel zou gaan, bang dat er problemen in mijn familie zouden ontstaan en bang dat mijn man ziek zou worden, en dat ik daardoor God zou verloochenen. Als ik timide en bang ben, betekent dat dan niet dat ik in de valstrik van Satan ben getrapt? Het lot, de uiteindelijke bestemming en het geluk en ongeluk dat mij en mijn man zouden kunnen treffen, lagen in niemands handen, laat staan dat de priesters en de kerkleiders over dit alles iets te zeggen zouden hebben. Het ligt allemaal in Gods handen. Het is zinloos voor hen mij te veroordelen en te vervloeken. Toen ik me dit bedacht voelde ik me weer kalm en was ik helemaal niet bang meer. Vanuit de grond van mijn hart prees ik God en dankte Hem ervoor dat Hij me met Zijn woorden leidde, en voor het feit dat Hij me geloof en kracht schonk om Satans listen te doorzien zodat ik niet werd verward en misleid door mijn moeder of de anderen.

Op een middag, ik wilde net mijn middagdutje gaan doen met mijn kind, kwamen zuster Zhao en zuster Zhang van mijn oude kerk langs om me lastig te vallen. Zuster Zhao zei wat dingen om me te intimideren en vervolgens zei zuster Zhang, terwijl ze heel serieus deed: “Het is waar. We hebben in het verleden contact gehad met mensen van De Kerk van Almachtige God en werden bijna door hen misleid.” Toen ik haar dit hoorde zeggen, werd ik woedend. Ik wist dat mijn broeders en zusters absoluut niet in staat waren om wie dan ook te proberen te misleiden. Alle dingen die ze zeiden waren slechts leugens en laster. Ik vroeg ze dus: “Hoe misleidden ze jullie?” Zuster Zhang sprak op serieuze toon: “Dat houd je niet voor mogelijk. Ze gaven me een boek!” Ik ging door en vroeg haar: “Vertel me, wat voor soort boek was het dat ze aan jullie gaven? Wat was het naam van het boek? Waar ging het boek over?” Zuster Zhang keek beschaamd, en na een tijdje onduidelijk te hebben gemompeld, probeerde ze uiteindelijk de vraag weg te wuiven en zei: “Ik ben het vergeten.” Toen ik haar dat hoorde zeggen dacht ik: jullie zijn nonnen! Hoe durf je vals getuigenis af te leggen en bewust te proberen valse beschuldigingen tegen anderen in te brengen. Hoe kunnen jullie zo weinig eerbied voor God hebben? Geloven jullie werkelijk in God? Zijn jullie niet bang door God te worden bestraft? Na afloop vroeg zuster Zhao me nogmaals: “Ga je naar je werk?” Ik antwoordde resoluut: “Ja!” Met gemaakte vriendelijkheid adviseerde ze: “Ga niet naar je werk. Het is veel beter om thuis te blijven en voor je kind te zorgen!” Ik walgde van hun hypocrisie en begon dus de kamer uit te lopen waarbij ik zei: “Bemoei je met je eigen zaken.” Toen ze zagen dat hun pogingen mij te belemmeren waren mislukt, gingen ze terneergeslagen weg. Nadat ze vertrokken waren, voelde ik me heel verontrust en somber. Ik dacht eraan hoe de kerkleider en deze nonnen de laatste tijd maar bleven komen om me lastig te vallen, en ofwel Almachtige God en mijn broeders en zusters aanvielen of belasterden en valse geruchten over hen verspreidden, of dwalingen verspreidden om mij te misleiden en om mij me aan hen te laten onderwerpen. Hoewel ik me niet door hen liet misleiden en tegen hun beweringen was ingegaan en ze had weerlegd, kreeg ik er toch steeds een heel nerveus gevoel van en was ik niet in staat me stil te laten zijn voor God en Gods woorden te lezen. Ook hield mijn jongere broer me nog de hele tijd in de gaten. Ik voelde me belemmerd wanneer ik bad, lofzangen zong en Gods woord las. Ik voelde me ongelofelijk beklemd. Midden in mijn lijden bad ik tot God: “Almachtige God! Deze kerkleider en deze nonnen zijn keer op keer op bezoek gekomen om me lastig te vallen. Ik voel me erg onrustig en van streek. Op dit moment weet ik niet hoe ik met hen om moet gaan. Lieve God, verlicht me alstublieft en leid me!”

Nadat ik had gebeden, haalde ik mijn MP5-speler tevoorschijn en zag toevallig deze passage van Gods woorden: “Degenen die de Bijbel lezen in majestueuze kerken reciteren de Bijbel elke dag, maar toch begrijpt geen van hen het doel van Gods werk. Niemand van hen kent God en niemand leeft in overeenstemming met Gods hart. Ze zijn allemaal waardeloze, verachtelijke mensen, die alle vanuit de hoogte God onderwijzen. Hoewel ze met de naam van God schermen, verzetten ze zich moedwillig tegen Hem. Hoewel ze zichzelf gelovigen van God noemen, zijn ze degene die het vlees van de mens eten en zijn bloed drinken. Zulke mensen zijn allemaal duivels die de ziel van de mens verslinden, hoofd-demonen die opzettelijk degenen die op het rechte pad willen wandelen in de weg staan, en struikelblokken waarmee degenen die God zoeken belemmerd worden. En hoewel ze van ‘stevig vlees’ zijn, hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze antichristen zijn die de mens leiden in zijn verzet tegen God? Hoe kunnen zij weten dat ze levende duivels zijn die er in het bijzonder op uit zijn hun zielen te verslinden?(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten). Na Gods woorden te hebben gelezen, begreep ik het onmiddellijk. Het bleek dat deze priesters en kerkleiders de religieuze antichristen waren die God in Zijn woorden ontmaskerde. Hoewel ze in de Heer geloofden, zochten ze in het geheel niet naar de waarheid en hadden helemaal geen godvrezend hart. Niet alleen onderzochten ze Gods werk van de laatste dagen niet voor zichzelf, maar ze lasterden ook God, veroordeelden Gods nieuwe werk en verzonnen allerlei geruchten om mijn moeder te misleiden zodat ze me zou slaan, me zou berispen en me nagenoeg onder huisarrest zou plaatsen. Vervolgens kwamen ze regelmatig bij me thuis om me lastig te vallen, te bedriegen, te misleiden en te bedreigen. Gelukkig, met Gods woorden om me de weg te wijzen en te leiden, trapte ik niet in hun valstrikken en verraadde ik God niet. De farizeeën gebruikten ook allerlei verachtelijke methoden om de gewone Joden ervan te weerhouden het evangelie van de Heer Jezus te aanvaarden. Ze gebruikten zelfs leugens om de mensen te misleiden, ze zeiden dat het werk van de Heer Jezus het Oude Testament te buiten ging en dat Jezus niet de wedergekeerde Messias was. Dit bracht de gewone Joden ertoe om met de farizeeën mee te doen en de zondeloze Heer Jezus aan het kruis te nagelen. De Heer Jezus berispte hen door tegen hen te zeggen: “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het ​koninkrijk van de hemel. Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe(Matteüs 23:13). Ik vergeleek wat de farizeeën deden met de handelingen van de priesters, kerkleiders en nonnen, en dacht na over de communicatie die mijn broeders en zusters me eerder hadden gegeven met betrekking tot de vraag hoe je de essentie van de farizeeën kon onderscheiden. Ik zag toen duidelijk dat de priesters en de kerkleiders in feite niet verschilden van de farizeeën uit het verleden. Om hun eigen status en broodwinning te beschermen, gebruikten ze alle mogelijke manieren om me te laten ophouden in Almachtige God te geloven. Ze waren bang dat ik aan mijn moeder en mijn hele familie het werk van Almachtige God van de laatste dagen zou prediken, en dat mijn familie dan in Almachtige God zouden gaan geloven. Dit zou de omvang van hun kudde laten slinken en de hoeveelheid donaties die ze elke maand zouden ontvangen verminderen. Ze zijn echt de boosaardige dienaren en antichristen die de offergave aan God stelen en die mensen ervan weerhouden het hemelse koninkrijk binnen te gaan! Zodra ik hun antichristelijke essentie zag, begreep ik hoe ik deze mensen moest behandelen. Zij geloofden in God en toch verzetten ze zich tegen God en waren Gods vijanden, en als zodanig, wist ik dat ik ze moest verlaten. Ik had de afgelopen dagen dan wel geleden onder hun intimidatie, maar ik had wel de leiding en verlichting van Gods woorden ervaren. Door als negatieve contrasten van God te zijn opgetreden, stelden ze me in staat onderscheidingsvermogen te ontwikkelen en bovendien lieten ze me praktische ervaring verwerven met betrekking tot Gods woorden. Ik ervoer voor mezelf dat Gods woorden de waarheid, de weg en het leven waren, en ik werd er nog meer van overtuigd dat Almachtige God de ware God was. Ik voelde me ongelofelijk gelukkig en op mijn gemak in mijn hart, en in stilte nam ik een besluit: hoe Satan me ook zou proberen te belemmeren, ik zou God nooit verraden en ik was vastbesloten voor God te getuigen en de duivel Satan te vernederen!

Ik had nooit verwacht dat, na slechts twee dagen van rust, ik nogmaals zou worden geconfronteerd met Satans intimidatie en dwang. Op een avond, kwamen mijn moeder, een aantal ooms en tantes, alsook mijn derde oudtante bij me langs om te proberen me over te halen niet langer in Almachtige God te geloven. Toen ik ze zo allemaal samen zag, werd ik ontzettend boos. Ik dacht: ik geloof alleen maar in de ware God. Wat is daar verkeerd aan? Waarom blijven ze hier maar over doorgaan? Mijn derde oudtante zei op strenge toon: “Kom op Xiaoyou. Laten we naar huis gaan om je grootmoeder te bezoeken.” Ik was verbaasd haar dit te horen zeggen en dacht: ze zijn gekomen om me mee te nemen naar mijn moeders huis. Ze wilden me opsluiten met mijn geestelijk gestoorde grootmoeder. O nee, hoe kunnen mijn familieleden me dat aandoen? Hoe kunnen ze zo harteloos zijn? Net toen ik dat dacht, greep mijn moeder een touw, rende op me af, knielde neer en begon mijn voeten samen te binden. Ik werd verschrikkelijk bang. Ik duwde haar handen weg en gilde: “Wat zijn jullie aan het doen? Waarom willen jullie me vastbinden?” Toen ze dit zagen, liepen twee van mijn ooms op me af en hield elk van hen een van mijn schouders vast zodat ik me niet kon verzetten. Ik zat op dat moment op de bank en was niet in staat op te staan. Ik riep in mijn hart dringend God aan: “O God! Ze proberen me vast te binden en mee te nemen. Als ze dat lukt, zal ik niet in u kunnen geloven en zal ik niet in staat zijn de kerk te vinden. O God! Schenk me geloof en kracht en bied me een uitweg! Nadat ik uitgebeden was, voelde ik de kracht in mijn lichaam toenemen. Ik worstelde en schreeuwde: “Wat zijn jullie aan het doen? Laat me gaan!” Toen ze zagen hoe woest ik me verzette, lieten ze me los. Ik was God heel dankbaar. Ik ervoer werkelijk dat zo lang als je echt op God vertrouwt, je getuigen zult zijn van Gods daden. Ik voelde ook echt dat God altijd bij me was, me beschermde en over me waakte. Ik dacht: in deze omgeving moet ik mijn ware hart aan God offeren en moet ik de duivelse Satan grondig vernederen. Ik sprak dus ferm tot ze: “Wanneer het andere zaken betreft, zal ik naar jullie luisteren. Wanneer het echter over geloven in God gaat, luister ik alleen naar God! Ik ben er al zeker van dat Almachtige God de wedergekeerde Heer is. Hoe jullie ook proberen me te dwingen, ik zal me er niet door jullie vanaf laten brengen!” Zodra ik het besluit had genomen God te volgen, was ik opnieuw getuige van Gods daden. Een van mijn tantes zei: “Bind haar niet vast. Het zal niets uithalen. Ik kan zien dat ze vast gelooft.” Pas toen mijn tante dit had gezegd, keerden ze zich allemaal om en gingen terneergeslagen weg. Nadat ze weg waren gegaan, voelde ik me onmiddellijk slap en uitgeput, zowel lichamelijk als geestelijk. Ik had geen grammetje kracht over. Ik lag op mijn bed en viel in slaap. De volgende morgen dacht ik met een bezwaard hart na over wat er de vorige avond was gebeurd. Toen ik eraan dacht hoe mijn familieleden me behandelden, dacht ik onwillekeurig: o, mijn moeder en mijn familieleden zijn misleid door de geruchten die zijn verspreid door de priesters en kerkleiders, en ze blijven maar proberen me te dwingen mijn geloof op te geven. Wanneer komt aan dit alles een einde? Toen dacht ik aan de tijd die ik samen met mijn broeders en zusters van De Kerk van Almachtige God had doorgebracht. Eenstemmig hadden we de waarheid nagestreefd en onze plichten vervuld. Iedereen had elkaar geholpen en ondersteund. Niemand probeerde iemand anders te pesten of te onderdrukken en daar was het niet nodig geweest op mijn hoede te zijn. Ik had me heel vrij en bevrijd gevoeld, en elke dag had ik een gevoel van voldoening gehad en had me op mijn gemak gevoeld. Nu was ik echter opgesloten in mijn huis. Ik had geen enkele vrijheid en leefde de hele tijd in spanning. Ik wist nooit wanneer mijn familieleden of mensen van mijn oude kerk op zouden duiken. In het beste geval maakten ze me lichte verwijten. In het slechtste geval bedreigden ze me en probeerden ze me te intimideren. Ik voelde me zo bedroefd en ongelukkig. Ik wilde echt terugkeren naar De Kerk van Almachtige God en met mijn broeders en zusters samenkomsten bijwonen, lofzangen zingen en God prijzen.

Onmiddellijk na dit incident, gebeurde er iets wat me nog meer versteld deed staan. Op een dag gingen mijn man en ik boodschappen doen. Nadat we weer thuis waren gekomen, wilde ik naar Gods woorden luisteren op mijn MP5-speler, maar ik kon deze niet vinden. Ik voelde me zo bezorgd en van streek. Ik dacht: waar kan mijn MP5-speler nu gebleven zijn? Ik weet zeker dat ik de speler thuis heb gelaten. Waarom kan ik hem niet vinden? Het schoot me plotseling te binnen dat mijn moeder de speler moest hebben afgepakt. Ik herinnerde me dat mijn moeder op een dag langskwam en mij Gods woord op mijn MP5-speler zag lezen. Daarna kwam ze regelmatig bij mij thuis en doorzocht dan mijn spullen. Ik was er van overtuigd dat ik mijn MP5-speler niet kon vinden omdat zij deze had meegenomen. Deze gedachte maakte me ontzettend kwaad en ik stormde naar mijn moeders huis. Toen ik binnenkwam zag ik dat mijn moeder met mijn tweede oudtante aan het praten was. Ik stapte op haar af en vroeg haar: “Moeder, heb jij mijn MP5-speler meegenomen? Die speler is van mij. Als je hem hebt meegenomen, geef hem dan onmiddellijk terug.” Tot mijn verbazing ontkende mijn moeder categorisch de MP5-speler te hebben meegenomen. Ze wierp me een minachtende blik toe en ik zei boos: “Ik bewaar mijn MP5-speler thuis. Niemand anders zou er aan durven zitten. Je bent de enige die de hele tijd mijn spullen overhoophaalt. Ik weet zeker dat jij degenen bent geweest die de speler hebt afgepakt. Geef hem terug!” Geconfronteerd met mijn ondervraging, antwoordde mijn moeder op grove toon: “Ik geeft je de MP5-speler niet terug. Je kunt maar beter naar huis gaan, want je krijgt hem nooit meer van me terug!” Hoe ik ook aandrong, ze gaf hem niet aan me terug. Ik had dus geen andere keuze dan met lege handen weer naar huis te gaan. Op de weg naar huis voelde ik me erg ellendig. Ik dacht: ik heb niet langer mijn MP5-speler en kan dus Gods woorden niet meer lezen. Voorheen, zelfs wanneer mijn moeder en de anderen langs kwamen om me lastig te vallen, kon ik altijd nog Gods woorden lezen en me de weg laten wijzen en laten leiden door Gods woorden. Daardoor was ik in staat Gods wil te begrijpen en geloof en kracht te hebben om hun aanvallen te weerstaan. Maar nu was mijn MP5-speler verdwenen! Wat moest ik nu doen? Is het zonder Gods woorden niet met me gedaan? Hoe meer ik nadacht hoe hopelozer ik me voelde en mijn geest gleed af in negativiteit. Ik voelde me ontzettend ellendig. Op mijn zwakste en meest hopeloze moment, schoot me een lofzang van Gods woorden te binnen: “Tegenwoordig hebben de meeste mensen die kennis niet. Ze geloven dat het lijden zonder waarde is, ze worden verworpen door de wereld, hun leven thuis is in moeilijkheden, ze zijn niet geliefd door God en hun vooruitzichten zijn somber. Het lijden van sommige mensen bereikt een hoogtepunt en hun gedachten keren zich tot de dood. Dit is niet de ware liefde voor God. Zulke mensen zijn lafaards, ze hebben geen doorzettingsvermogen, ze zijn zwak en machteloos! […] Dus, moeten jullie tijdens deze laatste dagen een getuigenis aan God afleggen. Ongeacht hoe groot jullie lijden is, moeten jullie tot het uiterste einde toe doorgaan en zelfs bij jullie laatste ademhaling, moeten jullie nog steeds trouw zijn aan God en aan de genade van God; alleen dit is God echt liefhebben en alleen dit is de sterke en klinkende getuigenis(‘Probeer van God te houden, hoe groot je lijden ook is’ in ‘Volg het Lam en zing een nieuw lied’). Met de leiding van Gods woorden begreep ik dat God hoopte dat ik in staat zou zijn in deze situatie voor Hem te getuigen. Hoe moeilijk de dingen ook zouden worden, ik moest absoluut tot het einde toe trouw blijven aan God en mijn vertrouwen in Hem niet verliezen. Ik dacht terug aan al de vervolging die ik had ervaren en realiseerde me dat elk incident een veldslag in de spirituele wereld was geweest. Satan probeerde allerlei methoden om me beetje bij beetje te breken. Op dit moment had hij het ‘voedsel voor mijn geestelijk leven’ van me afgenomen in het verlangen mijn ziel op te slokken. Satan is werkelijk wreed. Ik wist dat ik niet in zijn valstrikken mocht trappen. Mijn MP5-speler was dan wel weg, ik had God nog steeds. God zou me nog steeds verlichten en leiden, en ik geloofde dat, zolang ik maar op elk moment op God vertrouwde, God me zou helpen elke moeilijkheid en ontbering te doorstaan. Met welke omstandigheden ik ook in de toekomst zou worden geconfronteerd, zolang ik ook maar een ademtocht in mijn lichaam over had, zou ik getuigenis afleggen voor God. Gods woorden leidden me opnieuw en gaven me het geloof dat ik nodig had om door te gaan.

Door deze vervolging en tegenspoed steeds weer opnieuw te ervaren, was ik getuige van de kracht en het gezag van Gods woorden. Elke keer dat ik negatief, zwak, verward en verbijsterd raakte, gaven Gods woorden me het geloof en de kracht die ik nodig had Satans listen te doorzien en te getuigen voor God. Tegelijkertijd kon ik zien dat God op elk moment bij me was, me ondersteunde en me een uitweg bood. Mijn geloof in God werd beetje bij beetje groter en mijn verlangen mijn familie te verlaten sterker. Ik wist dat ik zo snel mogelijk moest ontsnappen uit dit hol van de leeuw en de kerk en mijn broeders en zusters moest zien te vinden. Daarom bad ik tot God en vertrouwde Hem deze zaak toe. Ik vroeg God mij te leiden. Een aantal dagen later, slaagde ik erin te ontsnappen aan de bewaking van mijn broer en slaagde ik erin weg te komen uit huis. Ik keerde nogmaals terug naar De Kerk van Almachtige God om het kerkelijk leven te leiden en zo goed mogelijk mijn plichten te vervullen. Er was eindelijk een einde gekomen aan meer dan een maand van pijn en de gevoelens van bedruktheid en bezorgdheid in mijn hart verdwenen als sneeuw voor de zon. God zij dank voor het feit dat Hij me leidde en me Satans duistere invloed liet doorbreken en me liet ontsnappen aan het hol van de leeuw, en me nogmaals terugleidde naar Gods familie.

Dit experiment blijft vers in mijn geheugen liggen omdat ik tijdens deze periode Gods liefde en redding duidelijk heb waargenomen en ik zag dat God bij me was en me op elk moment beschermde, en voorkwam dat ik door Satan werd misleid en opgeslokt. Tegelijkertijd stelde deze buitengewone ervaring me ook in staat de priesters, kerkleiders en anderen beter te leren onderscheiden. Ze veroordeelden en lasterden Almachtige God fanatiek, en ze fabriceerden geruchten en legden vals getuigenis af om me te misleiden. Ze gebruikten allerlei trucs om te proberen me Almachtige God niet meer te laten volgen. Ze vormen de obstakels en struikelblokken die ons ervan weerhouden Gods werk van de laatste dagen te aanvaarden en door God te worden geworven. Ze zijn satanische demonen die hier zijn om de ziel van de mensen te verslinden! Het was op dit moment dat ik eindelijk de ware betekenis begreep van de volgende woorden die Almachtige God had gesproken: “Gelovigen en ongelovigen zijn niet verenigbaar, ze staan eerder tegenover elkaar(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, God en de mens zullen gezamenlijk de rust ingaan). Ik zag in dat, hoewel het oppervlakkig gezien leek alsof de priesters, de kerkleiders, de nonnen, de leden van mijn oude kerk en mijn moeder in God geloofden, ze Gods stem niet begrepen en ze God niet kenden. Ze weigerden het werk van de wedergekeerde Heer te aanvaarden, en dus erkende God hun geloof niet. In Gods ogen waren ze allemaal ongelovigen. Ze zijn het onkruid dat door Gods werk van de laatste dagen wordt geopenbaard en ze zijn, in essentie, demonen en antichristen die zich tegen God verzetten. Daarnaast zag ik ook dat de vervolging van mijn familieleden en de intimidatie van religieuze mensen, allemaal aanvallen waren die afkomstig waren van Satan, en dat er intense veldslagen werden gevoerd in de spirituele wereld. Satan wilde deze mensen, gebeurtenissen en dingen gebruiken om me te verwarren, me ertoe aanzetten de ware weg te verloochenen, God te verraden, me door hem te laten ‘omhelzen’, en de kans te verspelen door God te worden gered en zo samen met hem in de hel te worden vernietigd. Gods wijsheid bouwt echter voort op de listen van Satan. Elke keer dat Satan me aanviel en intimideerde, wees God me de weg en leidde Hij me elk moment zodat ik Zijn woorden kon ervaren, en door Zijn woorden onderscheidingsvermogen en inzicht kon ontwikkelen. God vervolmaakte ook mijn geloof in Hem en Hij liet mijn geloof in Hem waar en resoluut worden en niet langer zwak. Ik dank God ervoor dat Hij me heeft geleid en me heeft geholpen in nauwelijks meer dan een maand enkele waarheden te laten begrijpen. Nu weet ik het verschil tussen goed en kwaad, tussen schoonheid en lelijkheid. Mijn geloof in God is versterkt en ik ben dichter bij God gekomen. Pijn is werkelijk Gods zegen! In mijn toekomstige leven van geloof wil ik nog meer van Gods werk ervaren en ben ik bereid Almachtige God tot het einde toe te volgen!

Vorige: 21. Ontsnapping uit de geruchtenvalstrik

Volgende: 23. Aan een zijden draad

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

46. Ik ben thuisgekomen

Door Chu Keen Pong, MaleisiëIk geloofde al ruim tien jaar in de Heer en diende twee jaar in de kerk, toen ik mijn kerk achterliet om in het...

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek