Praktijk (7)

Jullie menselijkheid schiet te zeer tekort, jullie levensstijl is te laag en verworden, jullie hebben geen menselijkheid en het ontbreekt jullie aan inzicht. Dat is waarom jullie jezelf moeten uitrusten met de dingen van normale menselijkheid. Een geweten, verstand en inzicht hebben; weten hoe te praten en dingen te beschouwen; aandacht besteden aan hygiëne; je gedragen als een normaal mens: dit zijn allemaal kenmerken van de kennis van normale menselijkheid. Wanneer jullie je passend gedragen wat deze dingen betreft, worden jullie beschouwd als mensen die een aanvaardbaar niveau van menselijkheid hebben. Jullie moeten jezelf ook uitrusten voor het geestelijke leven. Jullie moeten het gehele werk van God op aarde kennen en ervaring hebben met Zijn woorden. Jullie horen te weten hoe jullie Zijn regelingen moeten gehoorzamen en hoe jullie de plicht moeten doen van een schepsel. Dit zijn de twee aspecten van wat jullie vandaag moeten binnengaan: jezelf uitrusten voor een leven van menselijkheid en oefenen voor een geestelijk leven. Beide zijn onontbeerlijk.

Sommige mensen zijn absurd: het enige wat ze kunnen is zichzelf uitrusten met de kenmerken van menselijkheid. In hun uiterlijk kan geen gebrek ontdekt worden; de dingen die ze zeggen en hun manier van spreken zijn gepast en hun kleding is erg waardig en correct. Maar vanbinnen zijn ze leeg; ze lijken alleen aan de oppervlakte over normale menselijkheid te beschikken. Sommigen richten zich alleen op wat ze moeten eten, wat ze moeten dragen en wat ze moeten zeggen. Er zijn er zelfs die zich uitsluitend richten op dingen als het vegen van de vloer, het opmaken van het bed en algemene hygiëne. Ze zijn misschien erg geoefend in al deze dingen, maar als je hen zou vragen te spreken over hun kennis van Gods werk van de laatste dagen, of over tuchtiging en oordeel, of beproevingen en loutering, dan zouden ze waarschijnlijk geen blijk geven van ook maar de geringste ervaring. Je kunt hun vragen: ‘Begrijp je iets van Gods voornaamste werk op aarde? Waarin verschilt het werk van de vleesgeworden God vandaag van het werk van Jezus? Van het werk van Jehova? Zijn Zij één God? Is Hij gekomen om dit tijdperk te beëindigen, of om de mensheid te redden?’ Maar zulke mensen weten niets te zeggen over deze dingen. Sommigen verfraaien zichzelf op een prachtige, maar oppervlakkige manier: de zusters verfraaien zichzelf zodat ze zo mooi zijn als bloemen en de broeders kleden zich als prinsen of als rijke jonge dandy’s. Ze geven alleen om uiterlijke dingen, zoals wat ze eten en dragen; aan de binnenkant zijn ze behoeftig en hebben ze niet de geringste kennis van God. Wat kan hier de zin van zijn? En dan zijn er sommigen die gekleed gaan als arme bedelaars – ze zien er werkelijk uit als Oost-Aziatische slaven! Begrijpen jullie werkelijk niet wat ik van jullie vraag? Wissel onderling van gedachten: wat hebben jullie eigenlijk gewonnen? Al deze jaren hebben jullie in God geloofd, en toch is dit het enige wat jullie geoogst hebben – generen jullie je niet? Schamen jullie je niet? Al deze jaren hebben jullie langs de ware weg gestreefd, en toch is vandaag jullie gestalte geringer dan die van een mus! Kijk naar de jongedames onder jullie: echte plaatjes in jullie kleren en met jullie cosmetica, en onderling vergelijken jullie je. En wat vergelijken jullie? Jullie genot? Jullie eisen? Denken jullie dat ik gekomen ben om modellen te werven? Jullie kennen geen schaamte! Waar is jullie leven? Streven jullie niet louter jullie eigen buitensporige verlangen na? Je denkt dat je erg mooi bent, maar al ben je misschien getooid in allerlei pracht en praal, ben je in werkelijkheid geen wriemelende made die op een mesthoop is geboren? Vandaag heb je het geluk deze hemelse zegeningen te proeven: niet vanwege je knappe gezicht, maar omdat God een uitzondering maakt door je op te tillen. Is het je nog steeds niet duidelijk waar je vandaan kwam? Als het leven genoemd wordt, houd je je mond en zeg je niets, zwijg je als een standbeeld, en toch heb je nog altijd het lef om jezelf mooi aan te kleden! Nog altijd ben je geneigd een blos en poeder op je gezicht aan te brengen! En kijk naar de dandy’s onder jullie, eigenzinnige mannen die de hele dag rondslenteren, onhandelbaar en met een nonchalante gezichtsuitdrukking. Is dit hoe men zich dient te gedragen? Waaraan besteedt ieder van jullie, man of vrouw, de hele dag zijn aandacht? Weten jullie van wie jullie afhankelijk zijn om jezelf te voeden? Kijk naar je kleding, kijk naar wat je in je handen hebt geoogst, wrijf over je buik: welk voordeel heb je gehad van de prijs van bloed en zweet die je hebt betaald gedurende al deze jaren van geloof? Je bent nog steeds van plan bezienswaardigheden te bezoeken, je bent nog steeds van plan je stinkende vlees te verfraaien – waardeloze bezigheden! Je wordt gevraagd een persoon van normaalheid te zijn, maar nu ben je niet gewoon abnormaal, je bent afwijkend. Hoe kan zo’n persoon het lef hebben voor mij te verschijnen? Ben je met een menselijkheid als deze, waarbij je te koop loopt met je charmes en pronkt met je vlees, en altijd leeft binnen de lusten van het vlees, geen afstammeling van vuile demonen en kwade geesten? Ik zal niet toestaan dat zo’n vuile demon lang blijft bestaan! En denk niet dat ik niet weet wat je in je hart denkt. Je houdt misschien je lust en je vlees strak in bedwang, maar hoe zou ik de gedachten die je in je hart koestert niet kennen? Hoe zou ik niet kunnen weten waar je ogen allemaal naar verlangen? Maken jullie, jongedames, je niet mooi om met je vlees te pronken? Welk voordeel brengen mannen jullie? Kunnen ze jullie werkelijk redden uit de zee van kwellingen? Wat de dandy’s onder jullie betreft, jullie kleden je allemaal om hoffelijk en voornaam over te komen, maar is dit geen truc om de aandacht te vestigen op jullie knappe uiterlijk? Voor wie doen jullie dit? Welk voordeel brengen vrouwen jullie? Zijn zij niet de bron van jullie zonde? Jullie mannen en vrouwen, ik heb veel woorden tegen jullie gezegd en toch hebben jullie aan maar een paar daarvan gehoor gegeven. Jullie oren zijn slechthorend, jullie ogen zien niet goed meer en jullie harten zijn zodanig verhard dat er niets anders dan lust in jullie lichamen is, zozeer dat jullie erin verstrikt zijn en niet kunnen ontsnappen. Wie wil er ook maar in jullie buurt komen, maden, jullie die wriemelen in het vuil en de smerigheid? Vergeet niet dat jullie niets meer zijn dan degenen die ik van de mesthoop heb opgeheven, dat jullie oorspronkelijk geen normale menselijkheid bezaten. Wat ik van jullie vraag, is de normale menselijkheid die jullie oorspronkelijk niet hadden, en niet dat jullie te koop lopen met jullie lust of dat jullie je ranzige vlees – zo veel jaar door de duivel getraind – de vrije loop laten. Wanneer jullie jezelf zo kleden, zijn jullie dan niet bang nog verder verstrikt te raken? Weten jullie niet dat jullie oorspronkelijk aan de zonde toebehoorden? Weten jullie niet dat jullie lichamen zo vol lust zitten dat het zelfs uit jullie kleren sijpelt, waardoor jullie gesteldheid als ondraaglijk lelijke en vuile demonen onthuld wordt? Is het niet zo dat jullie dit beter weten dan wie dan ook? Jullie harten, jullie ogen, jullie lippen: zijn deze niet allemaal besmeurd door vuile demonen? Zijn deze delen van jullie niet vuil? Denk je dat je, zolang je geen actie onderneemt, het heiligst bent? Denk je dat je tooien met prachtige kleren jullie groezelige zielen kan verhullen? Dat gaat niet werken! Ik raad jullie aan realistischer te zijn: wees niet frauduleus en vals, en loop niet te pronken. Jullie spreiden tegenover elkaar je lust tentoon, maar daarvoor in de plaats zullen jullie enkel eeuwigdurend lijden en meedogenloze kastijding ontvangen! Waarom hebben jullie het nodig om lonkend met je ogen naar elkaar te knipperen en je over te geven aan romantiek? Is dit de maatstaf van jullie integriteit, de reikwijdte van jullie oprechtheid? Ik verafschuw degenen onder jullie die zich inlaten met kwaadaardige geneeskunde en tovenarij; ik verafschuw de jonge mannen en vrouwen onder jullie die van hun eigen vlees houden. Jullie kunnen jezelf maar beter in toom houden, want het wordt nu van jullie vereist dat jullie normale menselijkheid bezitten en jullie mogen niet met je lust te koop lopen. En toch nemen jullie iedere gelegenheid te baat die zich maar aandient, want jullie vlees is te overdadig en jullie lust te groot!

Oppervlakkig beschouwd is je leven van menselijkheid prima geregeld, maar je weet niets te zeggen wanneer je gevraagd wordt over je kennis van het leven te spreken; in dit opzicht ben je verarmd. Je moet jezelf met de waarheid uitrusten! Je leven van menselijkheid is ten goede gekeerd, en zo moet ook het leven binnenin je veranderen. Verander je gedachten, vorm je opvattingen over het geloof in God om, verander de kennis en het denken binnenin je en verander de kennis van God, zoals deze binnen je noties bestaat. Door behandeld te worden, door openbaringen en voorziening moet je geleidelijk je kennis van jezelf, van het menselijk leven en van het geloof in God veranderen. Zorg dat je begrip in staat is tot zuiverheid. Op deze manier veranderen de gedachten in de mens, verandert de manier waarop hij dingen ziet en verandert zijn geestelijke houding. Alleen dit kan men een verandering in levensgezindheid noemen. Je wordt niet gevraagd van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds Gods woorden te lezen of kleren te wassen en schoon te maken. Een leven van normale menselijkheid moet natuurlijk op zijn minst draaglijk zijn. Daarnaast moet je, wanneer je je bezighoudt met uitwendige zaken, nog altijd enig inzicht en verstand gebruiken. Maar het belangrijkste is dat je uitgerust bent met de waarheid van het leven. Wanneer je jezelf uitrust voor het leven, moet je je richten op het eten en drinken van Gods woorden en moet je kunnen praten over kennis van God, over je opvattingen over het menselijk leven en, in het bijzonder, over je kennis van het werk dat God in de laatste dagen doet. Omdat je het leven nastreeft, moet je jezelf uitrusten met deze dingen. Wanneer je de woorden van God eet en drinkt, moet je de werkelijkheid van je eigen gesteldheid daartegen afmeten. Dat wil zeggen: wanneer je je tekortkomingen ontdekt in de loop van je ware ervaring, moet je in staat zijn om een beoefeningspad te vinden, om je onjuiste drijfveren en noties de rug toe te keren. Als je deze dingen altijd nastreeft en jezelf overgeeft aan het bereiken ervan, zul je een beoefeningspad hebben, zul je je niet leeg voelen en zul je zodoende een normale gesteldheid in stand kunnen houden. Alleen dan zul je iemand zijn die een last draagt in zijn eigen leven, die geloof heeft. Waarom is het zo dat sommige mensen, na het lezen van Gods woorden, niet in staat zijn deze in praktijk te brengen? Komt dat niet omdat ze de meest cruciale dingen niet kunnen bevatten? Komt dat niet omdat ze het leven niet serieus nemen? De reden waarom ze de cruciale dingen niet kunnen bevatten en geen beoefeningspad hebben, is dat wanneer ze Gods woorden lezen ze hun eigen gesteldheden daar niet aan kunnen verbinden en deze ook niet kunnen beheersen. Sommigen zeggen: ‘Ik lees Gods woorden en verbind daar mijn gesteldheid aan, en ik weet dat ik verdorven en van een pover kaliber ben, maar ik ben niet in staat om aan Gods wil te voldoen.’ Je hebt alleen maar het bovenste laagje gezien; er zijn veel echte dingen die je niet kent: hoe de geneugten van het vlees opzij te zetten, hoe zelfgenoegzaamheid opzij te zetten, hoe jezelf te veranderen, hoe deze dingen binnen te gaan, hoe je kaliber te verbeteren en vanuit welk aspect te beginnen. Je begrijpt alleen een paar dingen aan de oppervlakte, en het enige wat je weet is dat je werkelijk erg verdorven bent. Wanneer je je broeders en zusters ontmoet, spreek je over hoe verdorven je bent en lijkt het dat je jezelf kent en voor je leven een grote last draagt. In feite is je verdorven gezindheid niet veranderd, hetgeen bewijst dat je het beoefeningspad niet gevonden hebt. Als je aan het hoofd staat van een kerk, moet je in staat zijn de gesteldheden van de broeders en zusters te begrijpen en aan te wijzen. Is het genoeg om alleen maar te zeggen: ‘Jullie zijn ongehoorzaam en in ontwikkeling achtergebleven!’? Nee, je moet het specifiek hebben over hoe hun ongehoorzaamheid en achterstand zich manifesteren. Je moet het hebben over hun ongehoorzame gesteldheden, hun ongehoorzame gedragingen en hun satanische gezindheden, en je moet over deze dingen zodanig spreken dat ze volledig overtuigd raken van de waarheid in je woorden. Gebruik feiten en voorbeelden om je punt te maken en vertel hun precies hoe ze zich kunnen losmaken van rebels gedrag; wijs het beoefeningspad aan. Dit is hoe je mensen overtuigt. Alleen zij die dit doen, zijn in staat anderen te leiden; alleen zij bezitten de werkelijkheid van de waarheid.

Jullie zijn nu door communicatie van veel waarheden voorzien, en je moet deze inventariseren. Je moet kunnen concluderen hoeveel waarheden er in totaal zijn. Wanneer je kennis hebt van, en zelf onderscheid kunt maken tussen, de verschillende aspecten van normale menselijkheid die men hoort te bezitten, de belangrijkste aspecten rond veranderingen in levensgezindheid, het verdiepen van visies, en de foutieve manieren van weten en ervaren die mensen door de eeuwen heen hebben aangewend – pas dan zul je op het juiste pad zijn. Religieuze mensen aanbidden de Bijbel alsof deze God is. In het bijzonder beschouwen ze de Vier Evangelies van het Nieuwe Testament als vier verschillende gezichten van Jezus, en hebben ze het over de Drie-eenheid van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Dit is allemaal uiterst belachelijk, en jullie moeten daar allemaal doorheen prikken. Meer nog: jullie moeten kennis hebben van de essentie van de vleesgeworden God en het werk van de laatste dagen. Ook zijn er de oude beoefeningswijzen, die misvattingen en afwijkingen die betrekking hebben op beoefening – het leven in de geest, vervuld zijn van de Heilige Geest, zich berusten in wat er maar moge komen, zich onderwerpen aan het gezag – die je moet kennen. Je moet weten hoe mensen eerder beoefenden en hoe ze tegenwoordig moeten beoefenen. Wat betreft hoe leiders en werkers moeten samenwerken in de kerken; hoe men zelfgenoegzaamheid en neerbuigendheid opzij moet zetten; hoe broeders en zusters naast elkaar moeten leven; hoe men normale relaties moet aangaan met andere mensen en met God; hoe men normaalheid in het menselijk leven moet bereiken; wat mensen in hun geestelijk leven dienen te bezitten; hoe ze de woorden van God moeten eten en drinken; welke van Gods woorden betrekking hebben op kennis, welke op visies en welke op het beoefeningspad – is over dit alles niet gesproken? Deze woorden zijn beschikbaar voor diegenen die de waarheid nastreven, en niemand krijgt een voorkeursbehandeling. Tegenwoordig moeten jullie het vermogen om onafhankelijk te leven cultiveren en niet op een mentaliteit van afhankelijkheid bouwen. Als er in de toekomst niemand is om jullie te begeleiden, zul je aan deze woorden van mij denken. In tijden van tegenspoed, als het niet mogelijk is het kerkleven te leiden, als broeders en zusters elkaar niet kunnen ontmoeten, in de meeste gevallen op zichzelf wonen en hooguit kunnen communiceren met mensen bij hen in de buurt, juist in zulke tijden kunnen jullie, gezien jullie huidige gestalte, niet standvastig zijn. In tegenspoed vinden velen het moeilijk om standvastig te zijn. Alleen zij die de weg van het leven kennen en uitgerust zijn met genoeg waarheid, kunnen vooruitgang blijven boeken en kunnen langzamerhand gezuiverd en omgevormd worden. Tegenspoed ondergaan is niet eenvoudig; als je denkt dat je tegenspoed binnen een paar korte dagen het hoofd zult bieden, is dat bewijs van hoe simplistisch je denkwijze is! Je denkt dat je standvastig zult kunnen zijn door veel doctrine te begrijpen, maar dat is niet het geval! Als je de substantiële dingen in Gods woorden niet herkent, de cruciale aspecten van de waarheid niet kunt bevatten en geen beoefeningspad hebt, zul je in verwarring gestort worden wanneer de tijd aanbreekt en je iets overkomt. Je zult Satans verzoeking niet kunnen weerstaan, en het aanbreken van de loutering evenmin. Als er geen waarheid in je is en je geen visies hebt, zul je je instorting niet kunnen tegengaan wanneer de tijd aanbreekt. Je zult alle hoop laten varen en zeggen: ‘Als ik hoe dan ook moet sterven, kan ik net zo goed getuchtigd worden tot het laatste moment! Of het tuchtiging is, of naar de poel van vuur gestuurd worden: zo moet het dan maar zijn, ik neem de zaken zoals ze op me afkomen!’ Dit is hoe het was in de tijd van de dienstdoeners: sommige mensen geloofden dat ze dienstdoeners waren, wat er ook gebeurde, dus streefden ze het leven niet langer na. Ze rookten en dronken, verwenden hun vlees en deden waar ze zin in hadden. Sommigen gingen eenvoudigweg terug naar de wereld om te werken. Zo is het ook met een onherbergzame omgeving; als je deze niet het hoofd kunt bieden zul je, terwijl je de greep op jezelf een weinig loslaat, alle hoop laten varen. Als je de invloed van Satan niet kunt overwinnen, zal Satan je gevangennemen voordat je er erg in hebt, en zul je weer eens tot vernietiging bestemd worden. Daarom moet je jezelf nu uitrusten met de waarheid, je moet onafhankelijk kunnen leven, en wanneer je Gods woorden leest moet je naar een beoefeningspad kunnen zoeken. Als er geen leiders of werkers waren om je te begieten en te hoeden, zou je nog altijd in staat moeten zijn een pad te vinden om te volgen, je eigen tekortkomingen te vinden, de waarheden te vinden waarmee je jezelf moet uitrusten en die je moet beoefenen. Zou God de mens continu kunnen begeleiden nadat Hij naar de aarde is gekomen? In hun noties geloven sommige mensen: ‘God, als u ons niet bewerkt tot een zeker punt, kan uw werk niet als voltooid beschouwd worden, want Satan is u aan het beschuldigen.’ Ik zeg je: wanneer ik eenmaal mijn woorden heb gesproken, zal mijn werk succesvol afgerond zijn. Wanneer ik niets meer te zeggen heb, zal mijn werk voltooid zijn. Het eind van mijn werk zal bewijs zijn van de nederlaag van Satan, en als zodanig kan worden gezegd dat het succesvol volbracht is, zonder enige beschuldiging van Satan. Maar als er nog altijd geen verandering in jullie is tegen de tijd dat mijn werk voltooid is, zullen mensen zoals jullie niet gered kunnen worden en verstoten worden. Ik zal niet meer werk doen dan noodzakelijk is. Ik zal mijn werk op aarde niet voortzetten tot je enigszins overwonnen bent, je duidelijke kennis hebt van elk aspect van de waarheid, je kaliber verbeterd is en je inwendig en uitwendig getuigenis aflegt. Dat zou onmogelijk zijn! Vandaag is het werk dat ik in jullie bewerkstellig bedoeld om jullie een leven van normale menselijkheid binnen te brengen; het is het werk van het inluiden van een nieuw tijdperk en van het voeren van de mensheid naar het leven van het nieuwe tijdperk. Stapje voor stapje wordt dit werk uitgevoerd en ontwikkelt het zich onder jullie, direct: ik onderwijs jullie persoonlijk; ik neem jullie bij de hand; ik vertel jullie alles wat jullie niet begrijpen en geef jullie alles wat jullie tekortkomen. Men kan zeggen dat voor jullie al dit werk jullie voorziening voor het leven is, wat jullie ook een leven van normale menselijkheid binnenleidt; het is specifiek bedoeld om levensvoorziening te bieden aan deze groep mensen tijdens de laatste dagen. Voor mij is al dit werk bedoeld om het oude tijdperk te beëindigen en een nieuw tijdperk in te luiden. Wat Satan betreft: ik ben specifiek vleesgeworden om hem te verslaan. Het werk dat ik nu onder jullie verricht is jullie voorziening voor tegenwoordig en jullie tijdige redding, maar gedurende deze paar korte jaren zal ik jullie alle waarheden, de hele weg van het leven en zelfs het werk van de toekomst vertellen; dit zal genoeg zijn om jullie in staat te stellen dingen in de toekomst normaal te ervaren. Al mijn woorden zijn het enige wat ik jullie toevertrouwd heb. Ik druk geen andere vermaning uit; tegenwoordig zijn alle woorden die ik tot jullie spreek mijn vermaning aan jullie, want vandaag hebben jullie veel van de woorden die ik spreek niet ervaren en begrijpen jullie er de innerlijke betekenis niet van. Er zal een dag komen waarop jullie ervaringen vrucht zullen dragen, precies zoals ik daar vandaag over gesproken heb. Deze woorden zijn jullie visies van vandaag, en ze zijn datgene waar jullie in de toekomst op zullen vertrouwen; ze zijn voeding voor het leven van vandaag en een vermaning voor de toekomst, en geen vermaning zou beter kunnen zijn. Dit is omdat de tijd die ik heb om op aarde te werken niet zo lang is als de tijd die jullie hebben om mijn woorden te ervaren; ik ben eenvoudigweg mijn werk aan het voltooien, terwijl jullie het leven nastreven, een proces waar een lange reis door het leven voor nodig is. Pas nadat jullie veel dingen hebben ervaren, zullen jullie de weg van het leven volledig kunnen winnen; pas dan zullen jullie de innerlijke betekenis van de woorden die ik vandaag spreek kunnen doorzien. Wanneer jullie mijn woorden in jullie handen hebben, wanneer elk van jullie al mijn opdrachten heeft ontvangen, wanneer ik jullie alles heb opgedragen wat ik jullie hoor op te dragen, en wanneer het werk van woorden is beëindigd, dan zal, ongeacht hoe groot het resultaat is, de uitvoering van de wil van God ook volbracht zijn. Het is niet zoals je je voorstelt, dat je tot op zekere hoogte veranderd moet worden; God werkt niet volgens jouw noties.

Mensen bereiken geen groei in hun leven in een paar luttele dagen. Zelfs als ze Gods woorden elke dag eten en drinken, is dat niet genoeg. Ze moeten een periode van groei in hun leven meemaken. Dit is een noodzakelijk proces. Wat kunnen mensen bereiken met hun tegenwoordige kaliber? God werkt in overeenstemming met wat mensen nodig hebben en stelt gepaste eisen op basis van hun intrinsieke kaliber. Stel dat dit werk zou worden uitgevoerd onder een groep mensen van hoog kaliber: de gesproken woorden zouden verhevener zijn dan de tot jullie gerichte woorden, de visies zouden verhevener zijn en de waarheden zouden veel verhevener zijn. Sommige woorden zouden veel strenger moeten zijn, beter in staat om in het leven van mensen te voorzien, beter in staat om mysteries te onthullen. God zou, onder zulke mensen sprekend, voorzien in overeenstemming met hun behoeften. De eisen die vandaag aan jullie worden gesteld, kunnen het meest veeleisend worden genoemd; als dit werk werd uitgevoerd op mensen van een hoger kaliber, zouden de eisen nog groter zijn. Al Gods werk wordt gedaan in overeenstemming met het intrinsieke kaliber van de mensen. De mate waarin mensen vandaag zijn veranderd en overwonnen is de grootst mogelijke; gebruik niet jullie eigen noties om te meten hoe effectief deze fase van het werk is geweest. Het moet jullie duidelijk zijn wat jullie intrinsiek bezitten, en jullie moeten jezelf niet te hoog aanslaan. Oorspronkelijk streefde geen van jullie naar het leven, maar waren jullie bedelaars die op straat rondzwierven. Dat God op jullie zou inwerken in de mate die jullie je voorstellen, waarbij jullie ter aarde geworpen liggen en totaal overtuigd zijn, alsof jullie een groots visioen hadden gezien – dat zou onmogelijk zijn! Het is onmogelijk omdat iemand die de wonderen van God niet heeft gezien, niet volledig alles wat ik zeg kan geloven. Zelfs als jullie mijn woorden nauwgezet bestudeerden, zouden jullie ze nog altijd niet volledig geloven; dit is de aard van de mens. Zij die de waarheid nastreven, zullen enige veranderingen ondergaan, terwijl het geloof dat zij die de waarheid niet nastreven ooit bezaten, kleiner zal worden en zelfs zou kunnen verdwijnen. De grootste moeilijkheid met jullie is dat jullie niet volledig kunnen geloven zonder de vervulling van Gods woorden te hebben gezien, en dat jullie niet zijn verzoend zonder Zijn wonderen te hebben gezien. Wie zou God volkomen trouw kunnen zijn zonder zulke dingen te hebben gezien? En daarom zeg ik dat datgene waar jullie in geloven, niet God is maar wonderen. Ik heb nu duidelijk gesproken over verscheidene aspecten van de waarheid; die zijn allemaal volledig en ze zijn nauw met elkaar verbonden. Jullie hebben ze gezien en nu moet je ze in praktijk brengen. Vandaag toon ik jullie het pad, en in de toekomst moeten jullie het zelf in praktijk brengen. De woorden die ik nu spreek, stellen eisen aan mensen op basis van hun werkelijke omstandigheden, en ik werk overeenkomstig hun behoeften en de dingen binnenin hen. De praktische God is naar de aarde gekomen om praktisch werk te doen, om te werken naar gelang de echte omstandigheden en behoeften van mensen. Hij is niet onredelijk. Wanneer God handelt, dwingt Hij mensen niet. Of je bijvoorbeeld wel of niet trouwt, hoort af te hangen van de werkelijkheid van je omstandigheden; de waarheid is je duidelijk gezegd en ik beteugel je niet. Sommige mensen worden door hun familie onderdrukt, zodat ze alleen in God kunnen geloven als ze trouwen. Zo is het huwelijk aan de andere kant dan weer nuttig voor hen. Voor anderen heeft het huwelijk geen voordelen, en kost het ze wat ze eerder bezaten. Jouw eigen geval moet afhangen van je werkelijke omstandigheden en je eigen vastberadenheid. Ik ben hier niet om regels en voorschriften te bedenken waarmee ik eisen aan jullie kan stellen. Veel mensen roepen aldoor: ‘God is praktisch; Zijn werk is gebaseerd op de werkelijkheid, en op de werkelijkheid van onze omstandigheden’ – maar weet jij waardoor het in feite echt is? En nu geen loze woorden meer van je! Gods werk is echt en gebaseerd op de werkelijkheid; er zit geen doctrine achter, het is volledig vrij, open en onverhuld. Wat zijn de specifieke details van die paar principes? Kun je zeggen welke delen van Gods werk zo zijn? Je moet in detail spreken, je moet verschillende soorten ervaringsgerichte getuigenissen hebben en je moet dit aspect van Gods werk heel duidelijk begrijpen – je moet het kennen, en pas dan zul je bevoegd zijn deze woorden te spreken. Zou je weten te antwoorden als iemand je vroeg: “Welk werk heeft de vleesgeworden God op aarde gedaan in de laatste dagen? Waarom noemen jullie Hem de praktische God? Wat betekent ‘praktisch’ hier? Kun je het hebben over Zijn praktische werk, over wat het specifiek inhoudt? Jezus is de vleesgeworden God, en de God van vandaag is ook de vleesgeworden God; wat zijn dan de verschillen tussen Hen? En wat zijn de overeenkomsten? Welk werk heeft elk van Hen gedaan?” Dit heeft allemaal betrekking op het afleggen van getuigenis! Laat deze dingen je niet verwarren. Weer anderen zeggen: ‘Het werk van God vandaag is echt. Het is nooit een vertoning van wonderen.’ Verricht Hij werkelijk geen wonderen? Ben je daar zeker van? Weet je wat mijn werk echt is? Men kan zeggen dat Hij geen wonderen verricht, maar bestaan het werk dat Hij doet en de woorden die Hij spreekt niet volledig uit wonderen? Men kan zeggen dat Hij geen wonderen verricht, maar dit hangt af van hoe het wordt uitgelegd en aan wie het is gericht. Zonder naar de kerk te gaan, heeft Hij de gesteldheden van mensen blootgelegd, en zonder enig ander werk dan spreken te verrichten, heeft Hij mensen aangemoedigd om verder te gaan. Zijn dit geen wonderen? Met woorden alleen heeft Hij mensen overwonnen, en mensen volgen graag zonder vooruitzichten of hoop. Is dit niet ook een wonder? Wanneer Hij spreekt, brengen Zijn woorden bij mensen een bepaalde stemming teweeg. Als ze zich niet vreugdevol voelen, zijn ze melancholisch gestemd; als ze niet blootstaan aan loutering, staan ze bloot aan tuchtiging. Met niet meer dan een paar scherpe woorden brengt Hij tuchtiging over de mensen – is dit niet bovennatuurlijk? Zouden mensen zoiets kunnen? Al deze jaren heb je de Bijbel gelezen, maar je hebt niets begrepen, geen inzicht verworven; je was niet in staat afstand te nemen van die achterhaalde, traditionele manieren van geloven. Op geen enkele manier begrijp je de Bijbel. Toch begrijpt Hij de Bijbel volledig – is dit niet iets bovennatuurlijks? Als er niets bovennatuurlijks aan God was toen Hij naar de aarde kwam, zou Hij jullie dan kunnen overwinnen? Wie onder jullie zou overtuigd zijn zonder Zijn buitengewone, goddelijke werk? In jouw ogen lijkt het alsof er een normale persoon onder jullie werkt en woont – aan de oppervlakte lijkt Hij een normale, gewone persoon te zijn; wat jullie zien is een façade van normale menselijkheid, maar in feite is het goddelijkheid die aan het werk is. Het is geen normale menselijkheid, maar goddelijkheid; het is God Zelf die aan het werk is, werk dat Hij verricht middels normale menselijkheid. Daarom is Zijn werk zowel normaal als bovennatuurlijk. Het werk dat Hij doet, kan niet door de mens gedaan worden; en aangezien het niet door normale mensen gedaan kan worden, wordt het gedaan door een uitzonderlijk wezen. Maar het is goddelijkheid die uitzonderlijk is, niet menselijkheid; goddelijkheid is anders dan menselijkheid. Iemand die gebruikt wordt door de Heilige Geest bezit ook gewone, normale menselijkheid, maar is niet in staat dit werk te doen. Hieruit bestaat het verschil. Je zult misschien zeggen: ‘God is geen bovennatuurlijke God; Hij doet niets bovennatuurlijks. Onze God spreekt woorden die praktisch en echt zijn. Hij komt naar de kerk om echt en praktisch werk te doen. Elke dag spreekt Hij tot ons van aangezicht tot aangezicht, en van aangezicht tot aangezicht wijst Hij onze gesteldheden aan – onze God is echt! Hij leeft met ons, en alles aan Hem is volledig normaal. Niets aan Zijn verschijning kenmerkt Hem als God. Er zijn zelfs momenten waarop Hij kwaad wordt en we de majesteit van Zijn toorn zien, en soms glimlacht Hij en zien we Zijn glimlachende voorkomen. Hij is God Zelf met figuur en gedaante, gemaakt van vlees en bloed, die echt en werkelijk is.’ Wanneer je op deze manier getuigenis geeft, is dat een onvolledig getuigenis. Op welke manier helpt het anderen? Als je niet kunt getuigen van de innerlijke waarheid en de essentie van het werk van God Zelf, dan is je ‘getuigenis’ het niet waard dat genoemd te worden!

Getuigenis geven van God is voornamelijk een kwestie van vertellen over je kennis van Gods werk, over hoe God mensen overwint, over hoe Hij mensen redt, over hoe Hij mensen verandert; het is een kwestie van vertellen over hoe Hij mensen begeleidt om de werkelijkheid van de waarheid binnen te gaan, waardoor ze door Hem overwonnen, vervolmaakt en gered kunnen worden. Getuigenis geven betekent vertellen van Zijn werk en alles wat je hebt meegemaakt. Alleen Zijn werk kan Hem vertegenwoordigen, en alleen Zijn werk kan Hem publiekelijk en volledig onthullen; Zijn werk geeft getuigenis van Hem. Zijn werk en uitspraken vertegenwoordigen de Geest rechtstreeks; het werk dat Hij doet wordt uitgevoerd door de Geest en de woorden die Hij spreekt worden gesproken door de Geest. Deze dingen worden slechts uitgedrukt door het geïncarneerde vlees van God; toch zijn het in werkelijkheid uitdrukkingen van de Geest. Al het werk dat Hij doet en alle woorden die Hij spreekt, staan voor Zijn essentie. Als God, na Zich met vlees te hebben bekleed en onder de mensen te verschijnen, niet sprak of werkte en jullie dan vroeg Zijn echtheid, Zijn normaalheid en Zijn almacht te kennen, zou je die dan kunnen kennen? Zou je kunnen weten wat de essentie van de Geest is? Zou je kunnen weten wat de eigenschappen van Zijn vlees zijn? Het is alleen omdat jullie elke stap van Zijn werk hebben ervaren dat Hij jullie vraagt van Hem te getuigen. Als jullie dergelijke ervaring niet hadden, zou Hij er niet op staan dat jullie getuigenis geven. Wanneer je van God getuigt, getuig je dus niet alleen van Zijn uiterlijk van normale menselijkheid, maar ook van het werk dat Hij doet en het pad dat Hij aanvoert; je moet getuigen van hoe je door Hem overwonnen bent en in welke opzichten je vervolmaakt bent. Dit is het soort getuigenis dat je moet geven. Als je, waar je ook heengaat, uitroept: ‘Onze God is gekomen om te werken, en Zijn werk is waarlijk praktisch! Hij heeft ons gewonnen zonder bovennatuurlijke handelingen, helemaal zonder enige wonderen!’ Dan zullen anderen vragen: ‘Wat bedoel je als je zegt dat Hij geen wonderen verricht? Hoe kan Hij je overwonnen hebben zonder wonderen te verrichten?’ En dan zeg jij: ‘Hij spreekt, en zonder wonderen te tonen heeft Hij ons overwonnen. Zijn werk heeft ons overwonnen.’ Als je uiteindelijk niet in staat bent ook maar iets van enige inhoud te zeggen, als je niet over specifieke zaken kunt praten, is dat dan een ware getuigenis? Wanneer de vleesgeworden God mensen overwint, zijn het Zijn goddelijke woorden die dat doen. De mensheid kan dit niet voor elkaar krijgen; dit is niet iets wat ook maar enig sterfelijk wezen kan bereiken, en zelfs zij die onder normale mensen het hoogste kaliber hebben, zijn er niet toe in staat, want Zijn goddelijkheid is hoger dan enig geschapen wezen. Dit is buitengewoon voor de mensen; de Schepper is immers hoger dan enig geschapen wezen. Geschapen wezens kunnen niet hoger zijn dan de Schepper; als je hoger was dan Hij, zou Hij je niet kunnen overwinnen, en Hij kan je alleen overwinnen omdat Hij hoger is dan jij. Hij die de gehele mensheid kan overwinnen is de Schepper, en niemand dan Hij kan dit werk verrichten. Deze woorden zijn een ‘getuigenis’ – het soort getuigenis dat je moet geven. Stapje voor stapje heb je tuchtiging, oordeel, loutering, beproevingen, tegenslagen en tegenspoed ondergaan en ben je overwonnen; je hebt de vooruitzichten van het vlees, je persoonlijke beweegredenen en de intieme belangen van het vlees opzijgezet. Met andere woorden: Gods woorden hebben je hart volledig overwonnen. Hoewel je in je leven niet zo veel gegroeid bent als Hij vereist, weet je al deze dingen en ben je volslagen overtuigd van wat Hij doet. Daarom mag dit een getuigenis genoemd worden, een getuigenis die echt en waar is. Het werk dat God is komen doen, het werk van oordeel en tuchtiging, is bedoeld om de mens te overwinnen, maar Hij is Zijn werk ook aan het voltooien, het tijdperk aan het beëindigen en het werk van de afsluiting aan het uitvoeren. Hij is het volledige tijdperk aan het beëindigen, de gehele mensheid aan het redden, de mensheid voor altijd van de zonde aan het bevrijden; Hij is de mensheid die Hij geschapen heeft volledig aan het winnen. Van dit alles moet je getuigenis geven. Je hebt zo veel van Gods werk ervaren, je hebt het met eigen ogen gezien en persoonlijk meegemaakt; wanneer je helemaal aan het einde bent aangekomen, moet het je niet onmogelijk zijn de taak te verrichten die je hoort te verrichten. Wat jammer zou dat zijn! In de toekomst, wanneer het evangelie verspreid is, zou je moeten kunnen spreken over je eigen kennis, getuigen van alles wat je in je hart gewonnen hebt en jezelf geen moeite besparen. Dit is wat een geschapen wezen moet bereiken. Wat is de werkelijke betekenis van deze fase van Gods werk? Wat is het effect ervan? En hoeveel ervan wordt er in de mens verricht? Wat moeten mensen doen? Wanneer jullie duidelijk kunnen spreken over al het werk dat de vleesgeworden God heeft gedaan sinds Hij naar de aarde is gekomen, zal jullie getuigenis volledig zijn. Wanneer je duidelijk kunt spreken over deze vijf dingen: de betekenis van Zijn werk, de inhoud ervan, de kern ervan, de gezindheid die het vertegenwoordigt en de principes ervan, dan zal dat bewijzen dat je in staat bent te getuigen van God, dat je werkelijk kennis bezit. Mijn eisen aan jullie zijn niet erg hoog en daaraan kan worden voldaan door iedereen die werkelijk streeft. Als je vastberaden bent een van Gods getuigen te zijn, moet je begrijpen wat God verafschuwt en waar God van houdt. Je hebt veel van Zijn werk ervaren; via dit werk moet je Zijn gezindheid leren kennen, Zijn wil en Zijn vereisten ten aanzien van de mensheid begrijpen, en deze kennis gebruiken om van Hem te getuigen en je plicht te doen. Misschien zeg je alleen maar: ‘We kennen God. Zijn oordeel en tuchtiging zijn erg heftig. Zijn woorden zijn erg streng; ze zijn rechtvaardig en majesteitelijk, en ze zijn onbeledigbaar door enige persoon.’ Maar voorzien deze woorden de mens uiteindelijk? Wat is het effect ervan op mensen? Weet je wel dat dit werk van oordeel en tuchtiging uiterst weldadig voor je is? Door Gods oordeel en tuchtiging worden je opstandigheid en verdorvenheid onthuld, nietwaar? Daardoor kunnen die smerige en verdorven dingen die in je zitten worden gezuiverd en verdreven, nietwaar? Als er geen oordeel en tuchtiging was, wat zou er dan van je terecht moeten komen? Zie je werkelijk in dat Satan je tot in het diepst verdorven heeft? Vandaag moeten jullie jezelf uitrusten met deze dingen en ze goed kennen.

Geloof in God in de huidige tijd is niet het geloof dat jullie je misschien voorstellen – waarbij het genoeg zou zijn om Gods woorden te lezen, te bidden, te zingen, te dansen, jullie plicht te doen en een leven van normale menselijkheid te leven. Zou het geloof werkelijk zo eenvoudig kunnen zijn? Het draait hem om de resultaten. Het gaat er niet om op hoeveel manieren je dingen kunt doen; het gaat het er eerder om hoe je precies de beste resultaten kunt bereiken. Je kunt misschien Gods woorden omhooghouden en iets van je kennis uiteenzetten, maar wanneer je die aan de kant zet, heb je niets te zeggen. Dit toont aan dat je alleen maar in letters en doctrines kunt spreken, maar niet de kennis van ervaring bezit. Vandaag is het niet genoeg als je het cruciale niet kunt bevatten – dit is van essentieel belang om de werkelijkheid binnen te gaan! Begin jezelf als volgt te trainen: lees ten eerste Gods woorden; maak jezelf vertrouwd met de geestelijke uitdrukkingen daarin; vind de belangrijkste visies die erin besloten liggen; identificeer de delen die betrekking hebben op beoefening; voeg al deze elementen één voor één samen; ga ze binnen in je ervaring. Dit zijn de cruciale dingen die je moet bevatten. De meest cruciale beoefening wanneer je Gods woorden eet en drinkt is deze: als je een hoofdstuk van Gods woorden hebt gelezen, moet je de belangrijkste delen met betrekking tot visies kunnen lokaliseren, en ook de belangrijkste delen met betrekking tot beoefening; gebruik visies als de basis en gebruik beoefening als je gids in het leven. Dit zijn de dingen waar het jullie bovenal aan ontbeert, dit is jullie grootste moeilijkheid; in jullie harten besteden jullie hier zelden enige aandacht aan. Over het algemeen bevinden jullie je allemaal in een toestand van luiheid, gebrek aan motivatie en onwil om enige persoonlijke opoffering doen, of wachten jullie passief, en sommigen klagen zelfs; ze begrijpen de doelen en betekenis van Gods werk niet, en het valt hun lastig de waarheid na te streven. Zulke mensen haten de waarheid en zullen uiteindelijk verstoten worden. Niemand onder hen kan vervolmaakt worden, en niemand mag overleven. Als mensen niet een klein beetje vastberadenheid hebben om de machten van Satan te weerstaan, is er voor hen geen redding!

Welnu, of jullie streven wel of niet effectief is geweest, wordt afgemeten aan wat jullie op het moment bezitten. Dit wordt gebruikt om jullie uitkomst mee te bepalen; dat wil zeggen: jullie uitkomst openbaart zich in de offers die jullie hebben gebracht en de dingen die jullie hebben gedaan. Jullie uitkomst zal bekend worden gemaakt aan de hand van jullie streven, jullie geloof en datgene wat jullie gedaan hebben. Onder jullie allen zijn er velen die al niet meer gered kunnen worden, want vandaag is de dag waarop de uitkomsten van mensen geopenbaard worden, en ik zal niet warhoofdig zijn in mijn werk; degenen die totaal niet meer gered kunnen worden, zal ik het nieuwe tijdperk niet binnenleiden. Er komt een tijd waarop mijn werk voltooid is. Ik zal geen werk uitoefenen aan die stinkende lijken zonder geest die totaal niet meer gered kunnen worden; dit zijn de laatste dagen van de redding van de mens, en ik zal geen nutteloos werk doen. Ga niet tekeer tegen de Hemel en de aarde – het einde van de wereld is aanstaande. Het is onvermijdelijk. Het is zover gekomen, en er is niets wat jij als mens kunt doen om het te stoppen; je kunt de dingen niet naar wens veranderen. Gisteren betaalde je geen prijs voor het nastreven van de waarheid en was je niet loyaal; vandaag is de tijd aangebroken en val je niet meer te redden; en morgen zul je worden verstoten en zal er geen ruimte zijn om je te redden. Al is mijn hart zachtmoedig en doe ik mijn uiterste best om je te redden, als je niet streeft omwille van jezelf of over jezelf nadenkt, wat heeft dit dan van doen met mij? Zij die alleen maar aan hun vlees denken en die van comfort genieten; zij die lijken te geloven, maar niet echt geloven; zij die zich inlaten met kwaadaardige geneeskunde en tovenarij; zij die promiscue, haveloos en sjofel zijn; zij die offers aan Jehova en Zijn eigendommen stelen; zij die van omkoping houden; zij die ijdel dromen van het opstijgen naar de hemel; zij die arrogant en verwaand zijn, die alleen maar naar persoonlijke roem en rijkdom streven; zij die onbeschaamde woorden verspreiden; zij die God Zelf belasteren; zij die uitsluitend oordelen ten nadele van God en Hem belasteren; zij die klieken vormen en onafhankelijkheid nastreven; zij die zichzelf verheerlijken boven God; die lichtzinnige mannen en vrouwen van jongere, middelbare en oudere leeftijd die verstrikt zijn in de losbandigheid; die mannen en vrouwen die onder andere mensen persoonlijke roem en rijkdom genieten en persoonlijke status nastreven; die onboetvaardige mensen die in de zonde gevangenzitten – is het voor hen allen niet zo dat zij niet meer gered kunnen worden? Losbandigheid, zondigheid, kwaadaardige geneeskunde, tovenarij, godslastering en onbeschaamde woorden hebben allemaal vrij spel onder jullie; en waarheid en de woorden des levens worden onder jullie vertrapt, en de heilige taal wordt onder jullie bezoedeld. Jullie heidenen, opgezwollen van de vuiligheid en ongehoorzaamheid! Wat zal jullie uiteindelijke uitkomst zijn? Hoe kunnen zij die het vlees liefhebben, die tovenarij van het vlees begaan en die verstrikt zitten in losbandige zonde het lef hebben om te blijven leven! Weet je niet dat mensen zoals jullie maden zijn die niet meer gered kunnen worden? Wat geeft jullie het recht om dit en dat te eisen? Tot de dag van vandaag is er niet de geringste verandering geweest onder hen die niet van de waarheid houden en alleen van het vlees houden – hoe kunnen zulke mensen gered worden? Zij die niet van de weg van het leven houden, die God niet verheerlijken en geen getuigenis van Hem geven, die plannetjes maken omwille van hun eigen status, die zichzelf ophemelen – zijn zij niet nog altijd hetzelfde, zelfs vandaag? Wat voor waarde heeft het om hen te redden? Of je gered kunt worden, hangt niet af van je mate van senioriteit of hoeveel jaar je gewerkt hebt, en al helemaal niet van hoeveel accreditaties je hebt opgebouwd. Veeleer hangt het ervan af of jouw streven vrucht heeft gedragen. Je behoort te weten dat zij die gered zijn de ‘bomen’ zijn die vrucht dragen, niet de bomen met rijkelijk gebladerte en uitbundige bloemen waar echter geen fruit aan groeit. Zelfs als je vele jaren langs de wegen hebt gezworven, wat maakt dat uit? Waar is je getuigenis? Je eerbied voor God is veel kleiner dan je liefde voor jezelf en je wellustige verlangens – is dit soort persoon niet ontaard? Hoe zouden zij een voorbeeld en een model van redding kunnen zijn? Je natuur is onverbeterlijk, je bent te opstandig, er is geen redding meer voor je mogelijk! Zijn zulke mensen niet degenen die verstoten zullen worden? Is de tijd waarop mijn werk voltooid is niet de tijd van het aanbreken van je laatste dag? Ik heb onder jullie zo veel werk gedaan en zo veel woorden gesproken – hoeveel ervan is echt jullie oren binnengegaan? Hoeveel ervan hebben jullie ooit gehoorzaamd? Wanneer mijn werk eindigt, zal dat de tijd zijn waarop je je niet langer tegen mij opstelt, waarop je je niet langer tegenover mij opstelt. Terwijl ik werk, handelen jullie voortdurend tegen mij; mijn woorden gehoorzamen jullie nooit. Ik doe mijn werk, en jij doet je eigen ‘werk’; je schept je eigen kleine koninkrijk. Jullie zijn niets dan een troep vossen en honden, die alles doen vanuit verzet tegen mij! Voortdurend proberen jullie hen die jullie hun onverdeelde liefde bieden in jullie omhelzing te nemen – waar is jullie eerbied? Alles wat jullie doen is bedrieglijk! Jullie kennen geen gehoorzaamheid of eerbied, en alles wat jullie doen is bedrieglijk en godslasterlijk! Kunnen zulke mensen gered worden? Mannen die seksueel immoreel en wellustig zijn, willen altijd kokette hoeren naar zich toe trekken voor hun eigen plezier. Zulke seksueel immorele demonen zal ik beslist niet redden. Ik haat jullie, vuile demonen, en jullie wellust en koketheid zal jullie in de hel storten. Wat hebben jullie daarop te zeggen? Jullie vuile demonen en kwade geesten zijn weerzinwekkend! Jullie zijn walgelijk! Hoe zou zulk uitschot gered kunnen worden? Kunnen zij die in de zonde verstrikt zitten nog altijd gered worden? Vandaag trekken deze waarheid, deze weg en dit leven jullie niet aan; in plaats daarvan worden jullie aangetrokken door zondigheid, geld, aanzien, roem en gewin, door de geneugten van het vlees, door de knapheid van mannen en de charmes van vrouwen. Wat kwalificeert jullie om mijn koninkrijk binnen te gaan? Jullie beeld is nog groter dan dat van God, jullie status is nog hoger dan die van God, om nog maar te zwijgen van jullie aanzien onder de mensen – jullie zijn een idool geworden dat door de mensen wordt vereerd. Ben je niet de aartsengel geworden? Wanneer de uitkomsten van mensen worden onthuld, en dat zal zijn wanneer ook het reddingswerk ten einde zal lopen, zullen velen onder jullie lijken zijn die niet meer gered kunnen worden en verstoten moeten worden. Tijdens het reddingswerk ben ik aardig en goed voor alle mensen. Wanneer het werk een einde neemt, zullen de uitkomsten van verschillende soorten mensen onthuld worden, en tegen die tijd zal ik niet langer aardig en goed zijn, want de uitkomsten van mensen zullen zijn onthuld, en eenieder zal zijn ingedeeld naar zijn soort, en het zal geen nut meer hebben nog enig reddingswerk te doen, want het tijdperk van de redding zal voorbij zijn en zal, eens voorbij, niet weerkeren.

Vorige: Praktijk (6)

Volgende: Praktijk (8)

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Wat is jouw begrip van God?

Mensen geloven al heel lang in God, toch hebben de meesten geen begrip van dit woord ‘God’. Ze volgen gewoon de meute zonder verder benul....

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek