Een selectie uit de drie passages van Gods woord over ‘De visie van Gods werk’

1. Johannes werkte zeven jaar voor Jezus en had de weg al geëffend toen Jezus kwam. Voor die tijd werd het evangelie van het koninkrijk van de hemel, door Johannes gepredikt door het hele land gehoord, zodat het zich verspreidde door Judea en iedereen hem een profeet noemde. In die tijd wenste Koning Herodes Johannes te doden, maar dat durfde hij niet, want Johannes stond in hoog aanzien bij de mensen, en Herodes was bang dat als hij Johannes zou doden, ze tegen hem in opstand zouden komen. Het werk dat door Johannes gedaan was wortelde zich onder het gewone volk, en hij maakte gelovigen van de Joden. Zeven jaar lang effende hij de weg voor Jezus, tot aan het moment dat Jezus met Zijn bediening begon. En dus was Johannes de grootste van alle profeten. Jezus begon pas officieel met Zijn werk nadat Johannes gevangen was gezet. Voor Johannes was er nooit een profeet geweest die de weg effende voor God, omdat God voor Jezus nooit vleesgeworden was. En aldus, van alle profeten die aan Johannes vooraf gingen, was hij de enige die de weg baande voor de vleesgeworden God, en op deze manier werd Johannes de grootste profeet van het Oude en het Nieuwe Testament. Johannes begon met het verspreiden van het evangelie van het koninkrijk van de hemel zeven jaar voor de doop van Jezus. Voor de mensen leek het alsof het werk dat hij deed boven het daaropvolgende werk van Jezus stond, maar desondanks was hij nog altijd slechts een profeet. Hij werkte en sprak niet in de tempel, maar in de stadjes en dorpjes er buiten. Dit deed hij natuurlijk onder de Joodse natie, en dan in het bijzonder degenen die armoede leden. Johannes kwam zelden in aanraking met mensen van de bovenlaag van de maatschappij, en verspreidde alleen het evangelie onder de gewone mensen van Judea om de juiste mensen voor te bereiden op de Heer Jezus, en geschikte plaatsen klaar te maken waar Hij kon gaan werken. Met een profeet als Johannes om de weg te effenen was de Heer Jezus in staat om direct de weg van Zijn kruis op te gaan zodra Hij aankwam. Toen God vlees werd om Zijn werk te doen, hoefde Hij zich niet bezig te houden met het uitkiezen van mensen, en was het niet nodig persoonlijk mensen of een plaats te zoeken om in te werken. Hij deed zulk werk niet toen Hij kwam; de juiste persoon had alles al voorbereid voor Hem voordat Hij kwam. Johannes had dit werk al voltooid voordat Jezus aan Zijn werk begon, want toen de vleesgeworden God kwam om Zijn werk te doen, ging hij direct aan het werk aan degenen die lang op Hem gewacht hadden. Jezus was niet gekomen om het werk van de mens te doen, of het werk van rectificatie dat de mens moest doen. Hij was enkel gekomen om de bediening te volbrengen die Hij moest volbrengen, en al het andere had niets met Hem te maken. Toen Johannes kwam deed hij niets anders dan vanuit de tempel en vanuit de Joden een groep mensen bijeen te brengen die het evangelie van het koninkrijk van de hemel aannamen, zodat zij de objecten mochten worden van het werk van de Heer Jezus. Johannes werkte zeven jaar, wat wil zeggen dat hij het evangelie zeven jaar lang verspreidde. Tijdens zijn werk verrichtte Johannes niet veel wonderen, want zijn werk was het effenen van de weg, het was het werk van voorbereiding. Al het andere werk dat Jezus zou gaan doen had niets met hem te maken; hij vroeg de mensen alleen om hun zonden te belijden en zich te bekeren, en hij doopte mensen, zodat ze gered konden worden. Ofschoon hij een nieuw werk deed, en een pad opende waar de mens nog nooit over had gelopen, effende hij toch slechts de weg voor Jezus. Hij was alleen een profeet die het werk van de voorbereiding deed, en was niet in staat het werk van Jezus te doen. Alhoewel Jezus niet de eerste was die het evangelie van het koninkrijk van de hemel predikte en hoewel Hij verder ging op het pad dat Johannes gestart was, was er toch niemand anders die Zijn werk kon doen, en het was hoger dan het werk van Johannes. Jezus kon Zijn eigen weg niet voorbereiden; Zijn werk werd rechtstreeks namens God uitgevoerd. En dus, hoeveel jaren Johannes ook werkte, hij was nog steeds een profeet, en nog steeds iemand die de weg effende. De drie jaar werk die Jezus deed overtroffen de zeven jaar van Johannes, want de inhoud van Zijn werk was niet hetzelfde. Toen Jezus Zijn bediening begon, wat ook het einde markeerde van het werk van Johannes, had Johannes genoeg mensen en plaatsen voorbereid die de Heer Jezus kon gebruiken, en het waren er genoeg voor de Heer Jezus om drie jaar werk te beginnen. En aldus, zodra het werk van Johannes afgelopen was, begon de Heer Jezus officieel met Zijn eigen werk, en werden de woorden die door Johannes waren gesproken terzijde geworpen. Dat komt doordat het werk dat door Johannes gedaan was alleen bedoeld was als een overgangsfase, en zijn woorden waren niet de woorden des levens die de mens naar nieuwe groei zouden leiden; zijn woorden waren uiteindelijk maar voor tijdelijk gebruik.

uit ‘De visie van Gods werk (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

2. In die tijd was een deel van het werk van Jezus in overeenstemming met het Oude Testament, zowel met de wetten van Mozes als met de woorden van Jehova tijdens het Tijdperk van de Wet. Jezus gebruikte die allemaal om een deel van Zijn werk te doen. Hij predikte tot de mensen en onderwees hen in de synagogen, en Hij gebruikte de voorzeggingen van de profeten in het Oude Testament om de farizeeërs te berispen die vijandig tegenover Hem stonden, en gebruikte de woorden in de Schrift om hun ongehoorzaamheid te ontmaskeren en hen aldus te veroordelen. Want zij verachtten wat Jezus gedaan had; in het bijzonder omdat veel van het werk van Jezus niet volgens de wetten in de Schrift was, en bovendien was wat Hij onderwees hoger dan hun eigen woorden, en zelfs nog hoger dan wat was voorzegd door de profeten in de Schrift. Het werk van Jezus was enkel ten behoeve van de verlossing van de mens en de kruisiging. Daarom was het niet nodig dat Hij meer woorden sprak om enig mens te overwinnen. Veel van wat Hij de mens onderwees was genomen uit de woorden van de Schrift, en zelfs Zijn werk oversteeg de Schrift niet, toch was Hij in staat het werk van de kruisiging te volbrengen. Zijn werk was niet het werk van het woord, noch was het bedoeld om de mensheid te overwinnen, maar om de mensheid te verlossen. Hij handelde alleen als het zondoffer voor de mensheid en handelde niet als de bron van het woord voor de mensheid. Hij deed niet het werk van de heidenen, wat het werk van het overwinnen van de mensheid was, maar deed het werk van de kruisiging, werk dat werd gedaan onder degenen die geloofden dat er een God was. Ook al werd Zijn werk uitgevoerd volgens de grondbeginselen van de Schrift en gebruikte Hij wat door de oude profeten voorzegd was om de farizeeërs te veroordelen, was dit voldoende om het werk van de kruisiging te volbrengen. Als het werk van vandaag nog steeds uitgevoerd werd op de grondbeginselen van de voorspellingen van de oude profeten in de Schrift, dan zou het onmogelijk zijn om jullie te overwinnen, want in het Oude Testament staat niets vermeld over de ongehoorzaamheid en de zonde van jullie Chinese mensen, er is geen geschiedenis van jullie zonden. En daarom, als dit werk nog steeds in de Bijbel bleef hangen, zouden jullie je nooit overgeven. De Bijbel heeft maar een beperkte geschiedenis van de Israëlieten, één die niet in staat is vast te stellen of jullie slecht of goed zijn, of jullie te oordelen. Stel je eens voor dat ik jullie zou moeten oordelen naar de geschiedenis van de Israëlieten, zouden jullie mij nog steeds volgen zoals jullie vandaag doen? Weten jullie hoe moeilijk jullie zijn? Als er geen woorden werden gesproken tijdens dit stadium, dan zou het onmogelijk zijn om het werk van overwinning te voltooien. Omdat ik niet ben gekomen om aan het kruis genageld te worden moet ik woorden spreken die los staan van de Bijbel, opdat jullie overwonnen kunnen worden.

uit ‘De visie van Gods werk (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

3. Het werk van Jezus was slechts een stap hoger dan het Oude Testament; het werd gebruikt om een nieuw tijdperk te beginnen en dat tijdperk te leiden. Waarom zei Hij: “Ik ben niet gekomen om de wet te vernietigen maar om haar te vervullen?” Maar toch was er in Zijn werk veel dat anders was dan de wetten die in gebruik waren en de geboden die gevolgd werden door de Israëlieten van het Oude Testament, want Hij kwam niet om de wet te gehoorzamen, maar haar te vervullen. Het proces van het vervullen behelsde veel reële dingen: Zijn werk was praktischer en reëler, en bovendien was het levend, en niet de blinde naleving van doctrines. Onderhielden de Israëlieten de sabbat niet? Toen Jezus kwam nam Hij de sabbat niet in acht, want Hij zei dat de Mensenzoon de Heer van de sabbat was, en als de Heer van de sabbat kwam, zou Hij doen zoals Hij het wilde. Hij was gekomen om de wetten van het Oude Testament te vervullen en de wetten te veranderen. Alles wat vandaag wordt gedaan is gebaseerd op het heden, toch rust het nog steeds op het werk van Jehova in het tijdperk van de Wet en komt niet buiten deze reikwijdte. Je tong bewaken, geen overspel plegen, bijvoorbeeld, zijn dit niet de wetten van het Oude Testament? Vandaag is wat van je vereist wordt niet enkel beperkt tot de Tien Geboden; het omvat geboden en wetten die hoger zijn dan die van voorheen, maar dit betekent niet dat wat ervoor kwam afgeschaft is, want ieder stadium van het werk van God wordt voortgezet op de fundering van het stadium dat daarvoor kwam. Wat betreft dat wat Jehova aan Israël heeft geïntroduceerd, zoals het verplichten van mensen om offerandes te brengen, hun vader en moeder te eren, geen afgoden te vereren, anderen niet te mishandelen of vervloeken, geen overspel te plegen, niet te roken of drinken, en geen dode dingen te eten of bloed te drinken: vormt dit niet zelfs vandaag nog het fundament van je gedragscode? Het is op de fundering van het verleden dat het werk is uitgevoerd tot op het heden. Hoewel de wetten van het verleden niet meer genoemd worden en er nieuwe eisen aan je worden gesteld, zijn deze wetten verre van afgeschaft maar juist op een hoger plan gesteld. Als je zegt dat ze afgeschaft zijn betekent dat, dat het voorgaande tijdperk verouderd is, terwijl er enkele geboden zijn die je in alle eeuwigheid moet eren. De geboden van het verleden zijn al in praktijk gebracht en zijn al het wezen van de mensheid geworden; het is niet nodig om geboden te herhalen dat je niet mag roken, niet mag drinken, enzovoorts. Op deze fundering worden nieuwe geboden gelegd voor jullie behoeften van vandaag, naar jullie gestalte en naar gelang het werk van vandaag. Geboden uitvaardigen voor het nieuwe tijdperk betekent niet het afschaffen van de geboden van het oude tijdperk, maar ze hoger op deze fundering tillen om de daden van de mens vollediger te maken, en meer in lijn met de realiteit. Als jullie vandaag alleen maar gevraagd werd de geboden te volgen en je aan het Oude Testament te houden op dezelfde manier als de Israëlieten en als je zelfs de wetten moest memoriseren die door Jehova voorgeschreven zijn, zou er geen mogelijkheid zijn dat jullie konden veranderen. Als jullie je alleen aan die beperkte wetten moesten houden of ontelbare wetten uit het hoofd moesten leren, zou jullie oude natuur diep verankerd blijven en zou er geen manier zijn om die te ontwortelen. Zodoende zouden jullie steeds verdorvener worden en geen van jullie zou gehoorzaam worden. Wat wil zeggen dat een paar eenvoudige geboden of ontelbare wetten niet in staat zouden zijn jullie te helpen de daden van Jehova te leren kennen. Jullie zijn niet hetzelfde als de Israëlieten. Door het volgen van de wetten en het uit het hoofd leren van de geboden waren ze in staat de daden van Jehova mee te maken en hun devotie uitsluitend aan Hem te geven, maar jullie zijn niet in staat om dit te bereiken. Een paar geboden van het tijdperk van het Oude Testament zijn niet alleen niet in staat om jullie je hart over te laten geven, of jullie te beschermen, maar zullen jullie in plaats daarvan lui maken en je verlagen tot Hades. Want mijn werk is het werk van overwinning en is gericht op jullie ongehoorzaamheid en oude natuur. De vriendelijke woorden van Jehova en Jezus voldoen vandaag niet aan de strenge woorden van oordeel. Zonder zulke strenge woorden zou het onmogelijk zijn om jullie ‘experts’, die duizenden jaren lang ongehoorzaam zijn geweest, te overwinnen. De wetten van het Oude Testament hebben hun macht over jullie al lang geleden verloren en het oordeel van vandaag is veel geduchter dan de oude wetten. Het meest geschikte voor jullie is oordeel, en niet de onbeduidende beperking van wetten, want jullie zijn niet de mensheid van het eerste begin, maar een mensheid die al duizenden jaren verdorven is. Wat de mens nu moet bereiken is volgens de werkelijke staat van de mens vandaag, volgens het kaliber en de eigenlijke gestalte van de mens van vandaag, en het vereist niet dat je doctrine volgt. Dit is opdat er veranderingen bereikt kunnen worden in je oude natuur, opdat je je opvattingen opzij kunt zetten.

uit ‘De visie van Gods werk (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

4. Jezus’ werk was in die tijd de verlossing van de hele mensheid. De zonden van allen die in Hem geloofden, werden vergeven; Hij zou je verlossen zolang je maar in Hem geloofde. Als je in Hem geloofde, was je geen zondaar meer, dan zou je van je zonden worden verlost. Dit was de betekenis van gered zijn en dat je door geloof gerechtvaardigd was. Toch bleef er in de gelovigen datgene achter wat opstandig was en zich tegen God verzette en nog steeds beetje bij beetje weggenomen moest worden. Redding betekende niet dat de mens volledig door Jezus was gewonnen, maar dat de mens niet langer van de zonde was, dat zijn zonden hem vergeven waren: op voorwaarde dat je geloofde, zou je nooit meer van de zonde zijn. Jezus deed in die tijd veel werk dat Zijn discipelen niet konden begrijpen, en Hij zei veel dat mensen niet begrepen. Dat komt omdat Hij in die tijd geen uitleg gaf. Dus stelde Matteüs enkele jaren na Zijn heengaan Zijn geslachtsregister samen en ook anderen deden veel werk dat uit de wil van de mens was. Jezus kwam niet om de mens te vervolmaken en te winnen, maar om één fase van het werk te doen: het evangelie van het koninkrijk van de hemel aan het licht brengen en het werk van de kruisiging volbrengen — en zo kwam Jezus’ werk met Zijn kruisiging volledig ten einde. Maar in de huidige fase — het overwinningswerk — moeten er meer woorden worden gesproken, moet er meer werk worden gedaan en moeten er vele processen zijn. Zo moeten ook de mysteries van het werk van Jezus en Jehova worden geopenbaard, zodat alle mensen begrip en duidelijkheid in hun geloof mogen hebben, want dit is het werk van de laatste dagen, en de laatste dagen zijn het einde van Gods werk, de tijd waarin dit werk wordt voltooid. Deze fase van het werk zal de wet van Jehova en de verlossing van Jezus voor je verduidelijken en is er vooral opdat je het hele werk van Gods managementplan van zesduizend jaar kunt begrijpen, de gehele betekenis en het wezen van dit managementplan van zesduizend jaar kunt waarderen, en het doel kunt begrijpen van al het werk dat Jezus deed en de woorden die Hij sprak, en zelfs je blinde geloof in en adoratie voor de Bijbel. Dit alles zal je helpen waar te nemen. Je zult zowel het werk dat Jezus gedaan heeft als het werk van God vandaag gaan begrijpen; je zult de hele waarheid, het leven en de weg begrijpen en aanschouwen. Waarom ging Jezus in de fase van Zijn werk weg zonder Gods werk af te maken? Omdat de fase van Jezus’ werk niet het werk van afronding was. Toen Hij aan het kruis werd genageld, kwam er ook een einde aan Zijn woorden; na Zijn kruisiging was Zijn werk volledig volbracht. De huidige fase is anders: Gods werk zal pas voltooid zijn nadat de woorden tot het einde toe gesproken zijn en Zijn hele werk is afgerond. Er zijn tijdens Jezus’ fase van het werk veel woorden ongezegd gebleven of niet volledig uitgesproken. Maar het maakte Jezus niet uit wat Hij wel of niet zei, want Zijn bediening was geen bediening van woorden. Daarom ging Hij weg nadat Hij aan het kruis werd genageld. Die fase van het werk ging voornamelijk om de kruisiging en verschilt van de huidige fase. Deze fase betreft voornamelijk de voltooiing, de afwikkeling en de afronding van al het werk. Als de woorden niet helemaal tot hun einde toe worden gesproken, kan dit werk geenszins worden afgerond, want in deze fase van het werk wordt al het werk voltooid en volbracht met behulp van woorden. Jezus deed in die tijd veel werk dat mensen niet konden begrijpen. Hij ging stilletjes weg en tegenwoordig begrijpen nog steeds velen Zijn woorden niet. Ze begrijpen ze verkeerd maar geloven toch dat ze het bij het juiste eind hebben, ze weten niet dat ze ernaast zitten. Uiteindelijk wordt in deze huidige fase Gods werk helemaal voleindigd en afgerond. Iedereen zal Gods managementplan gaan begrijpen en kennen. De opvattingen in de mens, zijn bedoelingen, zijn verkeerde begrip, zijn opvattingen aangaande het werk van Jehova en Jezus, zijn zienswijzen over de heidenvolken, en al zijn afwijkingen en fouten zullen gecorrigeerd worden. En de mens zal alle juiste paden van het leven, al het werk dat God doet en de gehele waarheid begrijpen. Wanneer dat gebeurt, zal deze fase van het werk tot een einde komen.

uit ‘De visie van Gods werk (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

5. Het werk van Jehova was de schepping van de wereld, dat was het begin; deze fase van het werk is het einde en de afronding van het werk. Gods werk werd aanvankelijk uitgevoerd onder de uitverkorenen van Israël en het luidde een nieuw tijdperk in de heiligste plaats van alle plaatsen in. De laatste fase van het werk wordt uitgevoerd in het meest onreine land van alle landen, om de wereld te oordelen en het tijdperk tot een einde te brengen. In de eerste fase werd Gods werk gedaan in de schitterendste plaats van alle plaatsen en de laatste fase wordt uitgevoerd in de meest duistere plaats van alle plaatsen. Deze duisternis zal verdreven worden, het licht zal voortgebracht worden en de mensen zullen overwonnen worden. Wanneer de mensen uit deze meest onreine en duistere plaats van alle plaatsen zijn overwonnen, en de hele bevolking heeft erkend dat er een God is, die de ware God is, en ieder individu volkomen overtuigd is, dan zal het overwinningswerk op basis van dit feit worden uitgevoerd door het hele universum. Deze fase van het werk is symbolisch: zodra het werk van dit tijdperk is voltooid, zal het werk van 6000 jaar management volledig afgerond zijn. Zodra de mensen in de meest duistere plaats van alle plaatsen zijn overwonnen, spreekt het voor zich dat dit ook overal elders zo zal zijn. Als zodanig draagt alleen het overwinningswerk in China symboliek van betekenis in zich. China belichaamt alle machten van de duisternis en het volk van China vertegenwoordigt allen die van het vlees, van Satan, en van vlees en bloed zijn. Het Chinese volk is het meest verdorven door de grote rode draak, keert zich het felst tegen God, heeft de laagste en meest onreine menselijkheid, en is dus het archetype van de hele verdorven mensheid. Dit wil niet zeggen dat andere landen helemaal geen problemen hebben; de denkbeelden van de mens zijn allemaal gelijk. Hoewel het volk uit deze landen van een goed kaliber kan zijn, moet het zo zijn dat ze tegen God opstaan als ze Hem niet kennen. Waarom stonden de Joden ook tegen God op en tartten zij Hem? Waarom keerden de Farizeeën zich ook tegen Hem? Waarom verraadde Judas Jezus? In die tijd kenden velen van de discipelen Jezus niet. Waarom geloofden de mensen nog steeds niet in Jezus nadat Hij gekruisigd en opgestaan was? Is de ongehoorzaamheid van de mens niet allemaal gelijk? Het volk van China wordt gewoon als voorbeeld gesteld en wanneer ze overwonnen zijn, worden ze een model en voorbeeld als referentie voor anderen. Waarom heb ik altijd gezegd dat jullie een onderdeel van mijn managementplan zijn? In het volk van China zijn verdorvenheid, onzuiverheid, onrechtvaardigheid, weerstand en opstandigheid het volledigst zichtbaar in al hun verschijningsvormen. Aan de ene kant zijn ze van een ondermaats kaliber en aan de andere kant zijn hun leven en instelling achterlijk. Hun gewoonten, sociale milieu en familie van geboorte zijn ook allemaal ondermaats en echt achterlijk. Hun status is eveneens laag. Het werk in deze plaats is symbolisch, en nadat dit testwerk volledig is uitgevoerd, zal Zijn werk dat hierop volgt veel beter gaan. Als deze stap van het werk voltooid kan worden, verloopt het daaropvolgende werk vanzelfsprekend. Zodra deze stap van het werk tot stand is gebracht, zal er groot succes zijn geboekt en zal het overwinningswerk in het ganse universum helemaal voltooid zijn. Het is in feite zo dat wanneer het werk onder jullie succesvol is geweest, dit gelijkstaat aan het succes in het ganse universum. Dit geeft het belang aan waarom ik jullie als model en voorbeeld laat dienen. Opstandigheid, weerstand, onzuiverheid, onrechtvaardigheid — ze zijn allemaal in deze mensen te vinden en in hen is de opstandigheid van de hele mensheid vertegenwoordigd. Ze zijn echt verschrikkelijk. Ze dienen dus als het toonbeeld van overwinning, en nadat ze overwonnen zijn, worden ze op natuurlijke wijze een voorbeeld en model voor anderen.

uit ‘De visie van Gods werk (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

6. Niets was symbolischer dan de eerste fase die in Israël werd uitgevoerd: de Israëlieten waren het heiligste en minst verdorven volk van alle volken, en dus was de komst van het nieuwe tijdperk in dit land van de grootste betekenis. Je kunt zeggen dat de voorvaderen van de mensheid uit Israël kwamen en dat Israël de geboorteplaats van Gods werk was. Dit volk was in het begin het heiligst, iedereen aanbad Jehova en Gods werk in hen kon de grootste resultaten oogsten. De hele Bijbel tekent het werk van twee tijdperken op: het werk van het Tijdperk van de Wet en het werk van het Tijdperk van Genade. In het Oude Testament staan Jehova’s woorden tot de Israëlieten en Zijn werk in Israël opgetekend; in het Nieuwe Testament staat Jezus’ werk in Judea opgetekend. Maar waarom staan er in de Bijbel geen Chinese namen? Omdat de eerste twee onderdelen van Gods werk in Israël werden uitgevoerd, omdat het volk van Israël uitverkoren was — dat wil zeggen: zij waren de eersten die het werk van Jehova aannamen. Zij waren het minst verdorven van de hele mensheid, en in het begin waren ze geneigd om tot God op te zien en Hem te eren. Zij gehoorzaamden de woorden van Jehova, dienden altijd in de tempel, en droegen priestergewaden of een kroon. Zij waren de eerste mensen die God aanbaden en de eersten onder wie Hij Zijn werk deed. Deze mensen waren een voorbeeld en model voor de hele mensheid. Zij waren een voorbeeld en model van heiligheid en rechtvaardigheid. Mensen zoals Job, Abraham, Lot, of Petrus en Timotheüs — zij waren allemaal Israëlieten, en de heiligste voorbeelden en modellen. Israël was het eerste land dat God aanbad onder de mensheid, en meer rechtvaardige mensen kwamen hier vandaan dan van waar dan ook. God werkte in hen zodat Hij de mensheid door het hele land heen in de toekomst beter kon beheren. Hun prestaties en de rechtvaardigheid van hun aanbidding van Jehova zijn opgetekend, zodat die konden dienen als voorbeeld en model voor de mensen buiten Israël in het Tijdperk van Genade; en hun daden zijn al enkele duizenden jaren een voorbeeld, tot op de dag van vandaag toe.

uit ‘De visie van Gods werk (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

7. Het Tijdperk van Genade begon met Jezus’ naam. Toen Jezus Zijn bediening begon uit te voeren, begon de Heilige Geest te getuigen van de naam van Jezus en werd de naam van Jehova niet langer genoemd; in plaats daarvan verrichte de Heilige Geest het nieuwe werk hoofdzakelijk onder de naam van Jezus. Het getuigenis van degenen die in Hem geloofden, werd gedragen voor Jezus Christus, en het werk dat zij deden was ook voor Jezus Christus. Het eindigen van het oudtestamentische Tijdperk van de Wet betekende dat het werk dat hoofdzakelijk onder de naam Jehova werd uitgevoerd ten einde was gekomen. Voortaan was de naam van God niet langer Jehova; in plaats daarvan heette Hij Jezus en vanaf dat moment begon de Heilige Geest het werk hoofdzakelijk onder de naam Jezus. Dus de mens die vandaag nog steeds de woorden van Jehova eet en drinkt, en nog altijd alles doet volgens het werk van het Tijdperk van de Wet – ben je hier niet blindelings regels aan het opvolgen? Ben je niet blijven hangen in het verleden? Jullie weten nu dat de laatste dagen zijn aangebroken. Kan het zijn dat Jezus, wanneer Hij komt, nog steeds Jezus heet? Jehova vertelde het volk Israël dat er een Messias zou komen, en toch heette Hij bij Zijn komst niet Messias maar Jezus. Jezus zei dat Hij zou terugkomen en dat Hij zou komen zoals Hij was weggegaan. Dit waren de woorden van Jezus, maar heb jij gezien hoe Jezus wegging? Jezus zweefde weg op een witte wolk, maar is het mogelijk dat Hij in eigen persoon op een witte wolk onder de mensen terugkeert? Als dat zo was, zou Hij dan niet nog steeds Jezus worden genoemd? Wanneer Jezus terugkomt, zal het al een ander tijdperk zijn: zal Hij dan nog steeds Jezus kunnen heten? Kan God soms alleen gekend worden door de naam van Jezus? Kan Hij in een nieuw tijdperk geen nieuwe naam hebben? Kan het beeld van één persoon en één specifieke naam een volledige weergave van God bieden? In elk tijdperk verricht God nieuw werk en heeft Hij een nieuwe naam; hoe zou Hij in verschillende tijdperken hetzelfde werk kunnen doen? Hoe zou Hij kunnen vasthouden aan het oude? De naam van Jezus is gekozen omwille van het verlossingswerk, zou Hij dan dezelfde naam houden als Hij terugkeert in de laatste dagen? Zou Hij nog altijd het verlossingswerk verrichten? Waarom zijn Jehova en Jezus één, maar hebben ze in verschillende tijdperken toch verschillende namen? Komt het niet doordat de tijdperken van hun werk anders zijn? Zou een enkele naam een volledige weergave van God kunnen bieden? Daarom moet God in een ander tijdperk bij een andere naam genoemd worden, en de naam gebruiken om het tijdperk te veranderen en het tijdperk weer te geven. Want geen enkele naam kan God volledig weergeven, en elke naam kan slechts een tijdelijke blik bieden op Gods gezindheid in een bepaald tijdperk; de naam hoeft alleen maar Zijn werk weer te geven. Daarom kan God enige naam kiezen die bij Zijn gezindheid past om het gehele tijdperk te vertegenwoordigen. Ongeacht of het het tijdperk van Jehova is of het tijdperk van Jezus, ieder tijdperk wordt weergegeven door een naam. Aan het eind van het Tijdperk van Genade is het laatste tijdperk aangebroken en is Jezus al teruggekomen. Hoe zou Hij nog Jezus kunnen heten? Hoe zou Hij nog de gedaante van Jezus onder de mensen kunnen aannemen? Ben je soms vergeten dat Jezus slechts de gestalte had van een Nazarener? Ben je vergeten dat Jezus alleen maar de Verlosser van de mensheid was? Hoe zou Hij het werk van de overwinning en vervolmaking van de mens in de laatste dagen op zich kunnen nemen?

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

8. Iedere keer dat God naar de aarde komt, verandert Hij Zijn naam, Zijn geslacht, Zijn beeld en Zijn werk; Hij herhaalt Zijn werk niet. Hij is een God die altijd nieuw is en nooit oud. Eerder toen Hij kwam heette Hij Jezus; kan Hij dit keer nog steeds Jezus worden genoemd als Hij terugkomt? Eerder toen Hij kwam, was Hij mannelijk; kan Hij deze keer weer mannelijk zijn? Toen Hij kwam tijdens het Tijdperk van Genade, bestond Zijn werk eruit aan het kruis genageld te worden; kan Hij de mensheid nog steeds van de zonden verlossen wanneer Hij terugkomt? Kan Hij opnieuw aan het kruis worden genageld? Zou dat geen herhaling van Zijn werk zijn? Wist je niet dat God altijd nieuw is en nooit oud? Je hebt mensen die zeggen dat God onveranderlijk is. Dat klopt, maar het verwijst naar de onveranderlijkheid van Gods gezindheid en Zijn substantie. Veranderingen in Zijn naam en werk bewijzen niet dat Zijn substantie is veranderd; met andere woorden, God zal altijd God zijn, en dit zal nooit veranderen. Als je zegt dat het werk van God onveranderlijk is, zou Hij dan Zijn zesduizend jaar durende managementplan kunnen voleinden? Jij weet alleen dat God altijd hetzelfde blijft, maar weet je ook dat God altijd nieuw is en nooit oud? Als het werk van God onveranderlijk is, had Hij dan de mensheid helemaal tot aan de huidige dag kunnen leiden? Als God onveranderlijk is, hoe kan Hij dan al twee tijdperken aan werk volbracht hebben? Zijn werk gaat altijd door, wat wil zeggen dat Zijn gezindheid geleidelijk wordt geopenbaard aan de mens en wat geopenbaard wordt, is Zijn inherente gezindheid. In den beginne was Gods gezindheid verborgen voor de mens. Hij openbaarde Zijn gezindheid nooit openlijk aan de mens en de mens wist eenvoudigweg niets over Hem. Daarom gebruikt Hij Zijn werk om Zijn gezindheid stukje bij beetje aan de mens te openbaren, maar deze werkwijze betekent niet dat Gods gezindheid in elk tijdperk verandert. Het is niet zo dat Gods gezindheid voortdurend verandert omdat Zijn wil steeds verandert. Omdat de tijdperken van Zijn werk van elkaar verschillen, openbaart God Zijn gehele inherente gezindheid juist stap voor stap aan de mens, opdat de mens Hem kan leren kennen. Maar dit bewijst geenszins dat God van oorsprong geen bepaalde gezindheid heeft of dat Zijn gezindheid met het verstrijken van de tijdperken geleidelijk is veranderd – zo’n opvatting zou onjuist zijn. God openbaart Zijn inherente en specifieke gezindheid aan de mens – wat Hij is – volgens het verstrijken der tijdperken; het werk van één enkel tijdperk kan niet de volledige gezindheid van God uitdrukken. En dus verwijzen de woorden “God is altijd nieuw en nooit oud” naar Zijn werk en de woorden “God is onveranderlijk” naar wat God inherent heeft en is. Hoe dan ook kun je het werk van zesduizend jaar niet aan één enkel punt ophangen of met dode woorden omvatten. Zo stom is de mens nu. God is niet zo eenvoudig als de mens zich voorstelt, en Zijn werk kan niet in één enkel tijdperk blijven dralen. Jehova bijvoorbeeld kan niet altijd staan voor de naam van God; God kan ook Zijn werk doen onder de naam Jezus. Dit is een teken dat Gods werk zich altijd in voorwaartse richting beweegt.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

9. God is altijd God en zal nooit Satan worden; Satan is altijd Satan en zal nooit God worden. Gods wijsheid, Gods wonderbaarlijkheid, Gods rechtvaardigheid en Gods majesteit zullen nooit veranderen. Zijn essentie en wat Hij heeft en is, zal nooit veranderen. Zijn werk gaat daarentegen altijd voorwaarts, altijd dieper, want Hij is altijd nieuw en nooit oud. In elk tijdperk neemt God een nieuwe naam aan, in elk tijdperk doet Hij nieuw werk, en in elk tijdperk staat Hij het Zijn schepselen toe Zijn nieuwe wil en nieuwe gezindheid te zien. Als mensen in een nieuw tijdperk de uitdrukking van Gods nieuwe gezindheid niet kunnen zien, zouden ze Hem dan niet altijd aan het kruis blijven nagelen? En zouden ze daarmee God niet definiëren?

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

10. In Zijn laatste werk om het tijdperk af te sluiten, omvat Gods gezindheid tuchtiging en oordeel, waarmee Hij alles onthult wat onrechtvaardig is om publiekelijk te oordelen over alle volken, en te vervolmaken wie Hem oprecht liefhebben. Alleen een dergelijke gezindheid kan het tijdperk ten einde brengen. De laatste dagen zijn al aangebroken. Alle dingen in de schepping zullen worden geclassificeerd naar soort en ingedeeld in verschillende categorieën op basis van hun aard. Dit is het moment waarop God de uitkomst van de mensheid en haar bestemming onthult. Als mensen geen tuchtiging en oordeel ondergaan, kan hun ongehoorzaamheid en ongerechtigheid niet aan het licht gebracht worden. Alleen door tuchtiging en oordeel kan de uitkomst van de hele schepping geopenbaard worden. De mens toont zijn ware aard pas wanneer hij wordt getuchtigd en geoordeeld. Het kwaad zal bij het kwaad worden geplaatst, het goede bij het goede, en de gehele mensheid zal naar soort worden ingedeeld. Door tuchtiging en oordeel zal de uitkomst van de hele schepping worden geopenbaard, opdat de kwaden gestraft kunnen worden en de goeden beloond en alle mensen onderworpen worden aan de heerschappij van God. Al dit werk moet bereikt worden door rechtvaardige tuchtiging en oordeel. Omdat de verdorvenheid van de mens een hoogtepunt heeft bereikt en zijn ongehoorzaamheid buitengewoon buitensporig is geworden, kan alleen Gods rechtvaardige gezindheid, die hoofdzakelijk bestaat uit tuchtiging en oordeel en die in de laatste dagen wordt geopenbaard, de mens volledig transformeren en compleet maken. Alleen deze gezindheid kan het kwaad blootleggen en zo alle onrechtvaardigen zwaar straffen. Daarom is een gezindheid als deze doordrenkt met het belang van het tijdperk, en de openbaring en tentoonspreiding van Zijn gezindheid worden gemanifesteerd omwille van het werk van elk nieuw tijdperk. Het is niet zo dat God Zijn gezindheid willekeurig en zonder betekenis onthult. Stel je voor dat God, door de uitkomst van de mens tijdens de laatste dagen te onthullen, hem nog steeds oneindig veel barmhartigheid en liefde zou schenken en liefdevol jegens hem zou blijven, stel je voor dat Hij de mens niet aan een rechtvaardig oordeel zou onderwerpen maar hem juist tolerantie, geduld en vergeving zou tonen, en dat Hij de mens zou vergeven, ongeacht de ernst van zijn zonden, zonder een greintje rechtvaardig oordeel: wanneer zou Gods hele management dan ooit ten einde worden gebracht? Wanneer zou een dergelijke gezindheid de mensheid naar haar juiste bestemming kunnen leiden? Neem bijvoorbeeld een rechter die altijd liefdevol is, een rechter met een vriendelijk gezicht en een zachtmoedig hart. Hij houdt van mensen, ongeacht de misdaden die ze misschien begaan hebben, en hij benadert ze liefdevol en toegeeflijk, wie ze ook zijn. Wanneer kan hij dan ooit een rechtvaardig vonnis bereiken? In de laatste dagen kan alleen een rechtvaardig oordeel de mens indelen naar soort, en de mens een nieuw rijk binnenleiden. Op deze manier wordt het hele tijdperk ten einde gebracht door Gods rechtvaardige gezindheid van oordeel en tuchtiging.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

11. Het werk van God door Zijn gehele management heen is glashelder: het Tijdperk van Genade is het Tijdperk van Genade, en de laatste dagen zijn de laatste dagen. Er zijn duidelijke verschillen tussen elk tijdperk, want in elk tijdperk doet God werk dat typerend is voor dat tijdperk. De volbrenging van het werk van de laatste dagen vergt vuur, oordeel, tuchtiging, toorn en vernietiging ter voleinding van het tijdperk. De laatste dagen verwijzen naar het laatste tijdperk. Zou God tijdens het laatste tijdperk geen einde maken aan het tijdperk? Om het tijdperk ten einde te brengen, moet God tuchtiging en oordeel met Zich meebrengen. Alleen op deze manier kan Hij het tijdperk ten einde brengen. Jezus had als doel dat de mens zou kunnen blijven overleven, voortbestaan, en een beter bestaan zou kunnen hebben. Hij redde de mens van de zonde, opdat deze zijn afdaling in verdorvenheid kon tegenhouden en niet langer in Hades en de hel zou leven, en door de mens te redden uit Hades en de hel liet Hij hem verder leven. Nu zijn de laatste dagen aangebroken. Hij zal de mens wegvagen en het menselijke ras volledig vernietigen, dat wil zeggen: Hij zal de rebellie van de mensheid transformeren. Daarom zou God met de mededogende en liefhebbende gezindheid van vroeger met geen mogelijkheid het tijdperk tot een einde kunnen brengen of Zijn managementplan van zesduizend jaar kunnen verwezenlijken. Elk tijdperk biedt een afzonderlijke weergave van Gods gezindheid, en elk tijdperk behelst werk dat door God moet worden uitgevoerd. Daarom biedt het werk dat God Zelf in elk tijdperk doet, de weergave van Zijn ware gezindheid, en zowel Zijn naam als het werk dat Hij uitvoert, veranderen mee met het tijdperk; ze zijn allemaal nieuw. Tijdens het Tijdperk van de Wet werd het werk van het leiden van de mensheid uitgevoerd onder de naam Jehova, en de eerste fase van het werk werd op aarde geïnitieerd. In deze fase bestond het werk uit de bouw van de tempel en het altaar en het leiden van het volk Israël en het werken in hun midden door middel van de wet. Door het volk Israël te leiden, legde Hij een basis voor Zijn werk op aarde. Vanuit deze basis breidde Hij Zijn werk verder uit dan Israël, dat wil zeggen: Hij breidde Zijn werk uit vanuit Israël, zodat latere geslachten geleidelijk te weten kwamen dat Jehova God was, en dat Jehova de Schepper van hemel en aarde en alle dingen was, en dat Jehova alle levende wezens geschapen heeft. Hij verspreidde Zijn werk door het volk Israël heen, hen voorbij. Het land Israël was de eerste heilige plaats van Jehova’s werk op aarde, en het was het land Israël waar God het eerst te werk ging op aarde. Dat was het werk van het Tijdperk van de Wet. Voor het werk van het Tijdperk van Genade was Jezus de God die de mens redde. Wat Hij had en waaruit Hij bestond, was genade, liefde, barmhartigheid, verdraagzaamheid, geduld, nederigheid, zorg en tolerantie, en zo’n groot onderdeel van het werk dat Hij deed was omwille van de verlossing van de mens. Zijn gezindheid was er één van barmhartigheid en liefde, en omdat Hij barmhartig en liefdevol was, moest Hij voor de mens aan het kruis genageld worden om te laten zien dat God de mens liefhad als Zichzelf, zozeer zelfs dat Hij Zichzelf volledig opofferde. Satan zei: “Aangezien u een liefdevolle en barmhartige God bent, moet u hem tot het uiterste liefhebben: u moet uzelf dan opofferen aan het kruis.” Jezus antwoordde: “Zolang het voor de mensheid is, ben ik bereid om mijzelf helemaal te geven.” En toen ging Hij zonder de minste bezorgdheid over zichzelf aan het kruis en verloste de hele mensheid. Tijdens het Tijdperk van Genade was de naam van God Jezus, dat wil zeggen: God was een God die de mens redde, en Hij was een barmhartige en liefhebbende God. God was met de mens. Zijn liefde, Zijn barmhartigheid en Zijn verlossing waren met eenieder. Alleen door aanvaarding van de naam van Jezus en Zijn aanwezigheid kon de mens vrede en vreugde verkrijgen, en Zijn zegen, Zijn grote en talrijke genadegaven en Zijn redding ontvangen. Door de kruisiging van Jezus ontvingen al Zijn volgelingen verlossing en werden hun zonden vergeven. Tijdens het Tijdperk van Genade was Jezus de naam van God. Met andere woorden, het werk van het Tijdperk van Genade geschiedde voornamelijk onder de naam Jezus. Tijdens het Tijdperk van Genade werd God Jezus genoemd. Hij voerde een fase van nieuw werk uit die het Oude Testament oversteeg, en Zijn werk eindigde met de kruisiging. Dit was Zijn volledige werk. Daarom was de naam van God tijdens het Tijdperk van de Wet Jehova, en werd God in het Tijdperk van Genade vertegenwoordigd door de naam van Jezus. Tijdens de laatste dagen is Zijn naam Almachtige God – de Almachtige, die Zijn kracht inzet om de mens de weg te wijzen, de mens te overwinnen en de mens voor zich te winnen en uiteindelijk het tijdperk ten einde te brengen. In elk tijdperk, in elke fase van Zijn werk, is Gods gezindheid duidelijk.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

12. In het begin was het begeleiden van de mens tijdens het oudtestamentische Tijdperk van de Wet vergelijkbaar met het begeleiden van het leven van een kind. De vroegste mensheid was nog maar net geboren uit Jehova; dit waren de Israëlieten. Ze wisten niet hoe ze God moesten vereren of hoe ze op aarde moesten leven. Met andere woorden: Jehova schiep de mensheid, dat wil zeggen, Hij schiep Adam en Eva, maar Hij gaf hun niet de vermogens om te begrijpen hoe ze Jehova moesten vereren of Jehova’s wetten op aarde moesten navolgen. Zonder de directe aansturing van Jehova zou niemand dit rechtstreeks kunnen weten, want in het begin beschikte de mens niet over zulke vermogens . De mens wist alleen dat Jehova God was, maar had geen flauw idee hoe hij Hem kon vereren, welk soort gedrag bij ‘vereren’ paste, met welke instelling iemand Hem moest vereren, of wat hij kon offeren uit eerbied voor Hem. De mens wist alleen hoe hij kon genieten wat er te genieten viel onder alle dingen die door Jehova gemaakt waren, maar met betrekking tot wat voor leven op aarde een schepsel van God waardig was, had hij geen enkel benul. Zonder iemand om haar te instrueren, zonder iemand om haar persoonlijk te begeleiden, zou deze mensheid nooit een leven geleid hebben dat de mensheid betaamt, maar alleen maar op slinkse wijze gevangen zijn gehouden door Satan. Jehova schiep de mensheid, dat wil zeggen, Hij schiep de voorouders van de mensheid, Eva en Adam, maar Hij schonk hun verder niet méér intellect of wijsheid. Hoewel ze al op aarde leefden, begrepen ze bijna niets. En dus was Jehova’s werk om de mensheid te scheppen maar voor de helft gedaan, en verre van voltooid. Hij had alleen een model van de mens uit klei gevormd en het Zijn adem gegeven, maar zonder de mens genoeg bereidheid te geven om Hem te eren. In het begin was de mens niet van zins om Hem te vereren of vrezen. De mens wist alleen hoe hij naar Zijn woorden moest luisteren, maar wist niets van de basiskennis voor het leven op aarde en van de juiste leefregels voor de mens. En dus, hoewel Jehova man en vrouw schiep en het project van zeven dagen voltooide, voltooide Hij geenszins de schepping van de mens, want deze mens was slechts een omhulsel, en miste de realiteit van het menszijn. De mens wist alleen dat het Jehova was die de mensheid had geschapen, maar had niet het geringste idee hoe hij zich aan de woorden of wetten van Jehova moest houden. En dus was Jehova’s werk nog lang niet gedaan na het ontstaan van de mens. Hij moest de mensen nog steeds bij de hand nemen om voor Zijn aangezicht te komen, opdat zij samen op aarde zouden kunnen leven en Hem zouden kunnen vereren, en opdat zij onder Zijn leiding het juiste levenspad van normale mensen op aarde zouden kunnen bewandelen. Alleen op deze manier was het werk dat hoofdzakelijk onder Jehova’s naam was uitgevoerd, volledig voltooid; dat wil zeggen, alleen op deze manier was Jehova’s werk van de schepping van de wereld volledig uitgevoerd. Zodoende moest hij, nadat hij de mensheid had geschapen, het leven van de mensheid op aarde duizenden jaren begeleiden, opdat de mensheid Zijn decreten en wetten kon naleven en kon deelnemen aan alle activiteiten die horen bij een normaal aards mensenleven. Dan pas was Jehova's werk volledig voltooid. Hij nam dit werk op zich na de schepping van de mensheid en zette het voort tot het tijdperk van Jakob, toen hij uit de twaalf zonen van Jakob de twaalf stammen van Israël vormde. Vanaf die tijd werd het hele volk Israël het menselijk ras dat officieel door Hem werd geleid op aarde, en Israël werd de specifieke locatie op aarde waar Hij Zijn werk deed. Jehova maakte van deze mensen de eerste groep mensen in wie Hij Zijn werk op aarde officieel uitvoerde, en Hij nam het hele land Israël als uitgangspunt voor Zijn werk, en gebruikte dit volk als het begin van nog groter werk opdat alle mensen op aarde die uit Hem geboren waren, zouden weten hoe ze Hem moesten vereren en hoe ze op aarde moesten leven. En zo werden de daden van de Israëlieten een voorbeeld voor de heidense volken, en de woorden die onder het volk Israël werden gesproken werden woorden voor de heidense volken om naar te luisteren. Want zij ontvingen als eersten de wetten en geboden van Jehova en daarom wisten zij ook als eersten hoe ze de wegen van Jehova moesten eerbiedigen. Zij waren de voorouders van het menselijke ras, die de wegen van Jehova kenden, en ook de vertegenwoordigers van het door Jehova uitverkoren menselijke ras. Toen het Tijdperk van Genade aanbrak, leidde Jehova de mens niet langer op deze manier. De mens had gezondigd en zich aan de zonde overgeleverd, en daarom ging Hij de mens van de zonde redden. Zo berispte Hij de mens tot deze volledig van de zonde verlost was. In de laatste dagen is de mens zo diep gezonken in verderf dat het werk van deze fase alleen kan worden uitgevoerd door middel van oordeel en tuchtiging. Alleen op deze manier kan het werk worden volbracht. Dit was het werk van verschillende tijdperken. Door de tijdperken van elkaar te onderscheiden en de overgang van het ene naar het andere te maken aan de hand van de naam van God, het werk van God en de verschillende weergaven van God, bieden de naam van God en Zijn werk een weergave van Zijn tijdperk, en van Zijn werk in elk tijdperk.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

13. Zou de naam van Jezus – “God met ons” – de gezindheid van God in zijn geheel kunnen weergeven? Kan het God volledig uitdrukken? Als de mens zegt dat God alleen Jezus kan worden genoemd, en geen andere naam mag hebben omdat God Zijn gezindheid niet kan veranderen, dan is dat zeker godslastering! Geloof jij dat alleen de naam Jezus, God met ons, God in zijn geheel kan vertegenwoordigen? God kan vele namen hebben, maar onder al die namen kan er niet één alles van God omvatten, niet één God volledig vertegenwoordigen. God heeft dus veel namen, maar al die namen kunnen Gods gezindheid niet volledig uitdrukken, want de veelzijdigheid van Gods gezindheid gaat het menselijke vermogen om Hem te kennen simpelweg te boven. De mens kan God met geen mogelijkheid volledig in menselijke woorden vatten. De mensheid beschikt slechts over een beperkte woordenschat om alle kennis over Gods gezindheid te omvatten: groot, eerbiedwaardig, wonderbaarlijk, ondoorgrondelijk, oppermachtig, heilig, rechtvaardig, wijs enzovoort. Teveel woorden! Deze beperkte woordenschat kan de beperkte menselijke getuigenis van Gods gezindheid niet uitdrukken. In de loop van de tijd voegden vele anderen woorden toe die de vurigheid in hun hart naar hun mening beter uitdrukten: God is te groot! God is te heilig! God is te lieflijk! Tegenwoordig hebben dergelijke menselijke uitspraken hun hoogtepunt wel bereikt, maar toch kan de mens zich nog steeds niet duidelijk uitdrukken. En dus heeft de mens veel namen, maar toch heeft Hij niet één enkele naam, en dit komt omdat Gods wezen te overvloedig is en de taal van de mens te verarmd. God kan nooit volledig worden weergegeven door één bepaald woord of één bepaalde naam, denk je dan soms dat Zijn naam kan worden vastgezet? God is zo groot en zo heilig, maar Hij mag van jou Zijn naam niet veranderen in elk nieuw tijdperk? Daarom gebruikt God, in elk tijdperk waarin Hij persoonlijk Zijn eigen werk doet, een naam die passend is bij het tijdperk om het werk te omschrijven dat Hij van plan is uit te voeren. Hij gebruikt deze specifieke naam, die tijdelijk van belang is, om Zijn gezindheid in die tijd weer te geven. Hier gebruikt God de taal van de mensheid om Zijn eigen gezindheid tot uitdrukking te brengen. Toch vinden veel mensen die spirituele ervaringen hebben gehad en God persoonlijk hebben gezien, alsnog dat deze ene specifieke naam God niet in zijn geheel kan weergeven God ruling over everything − helaas, daar is niets aan te doen − dus spreekt de mens God met geen enkele naam meer aan, maar noemt Hem simpelweg ‘God’. Het lijkt of het hart van de mens vol liefde is en toch ook geplaagd door tegenstrijdigheden, want de mens weet niet hoe hij God moet uitleggen. Wat God is, is te overvloedig, er is eenvoudigweg geen manier om het te beschrijven. Er is geen enkele naam die Gods gezindheid kan samenvatten, en er is geen enkele naam die kan uitdrukken wat God allemaal heeft en is. Als iemand mij vraagt: “Welke naam gebruik jij precies?”, zal ik antwoorden: “God is God!” Is dat niet de beste naam voor God? Is het niet de beste samenvatting van Gods gezindheid? Waarom steken jullie dan zoveel moeite in de zoektocht naar Gods naam? Waarom zou je je hersens pijnigen, jezelf eten en slapen ontzeggen, alleen maar om een naam? De dag zal aanbreken dat God geen Jehova, Jezus of Messias heet – Hij zal simpelweg de Schepper zijn. Dan komt er een eind aan alle namen die Hij op aarde heeft aangenomen omdat zijn werk op aarde zal zijn voltooid, waarna Zijn namen niet langer zullen bestaan. Wat heeft Hij nog aan een uiterst passende, maar onvolledige naam wanneer alles onder de heerschappij van de Schepper valt? Ben je nu nog steeds op zoek naar Gods naam? Durf je nog steeds te zeggen dat God uitsluitend Jehova heet? Durf je nog steeds te zeggen dat God alleen Jezus kan worden genoemd? Kun jij de zonde van godslastering tegen God dragen? Je moet weten dat God oorspronkelijk geen naam had. Hij nam alleen maar één, twee of vele namen aan omdat Hij werk te doen had en de mensheid moest beheren. Bij welke naam Hij ook wordt genoemd – koos Hij die niet uit vrije wil? Zou Hij jou – één van zijn schepselen – nodig hebben om hierover te beslissen? De naam die God krijgt, komt overeen met wat begrijpelijk is voor de mens, in mensentaal, maar deze naam is niet iets wat de mens kan bevatten. Je kunt alleen maar zeggen dat er een God is in de hemel, dat Hij God heet, dat Hij God Zelf is met grote macht, Die te wijs, te verheven, te wonderlijk, te mysterieus en te almachtig is, en meer kun je dan niet zeggen. Dit kleine beetje is alles wat je kunt weten. Volstaat dan soms de naam van Jezus om God Zelf te vertegenwoordigen? Wanneer de laatste dagen aanbreken moet Gods naam veranderen, ook al is het nog steeds God die Zijn werk doet, want het is een ander tijdperk.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

14. Jezus kwam Zijn werk doen onder leiding van de Heilige Geest; Hij deed wat de Heilige Geest wilde, en het was niet volgens het oudtestamentische Tijdperk van de Wet of volgens het werk van Jehova. Al ging het werk dat Jezus kwam doen niet om het eerbiedigen van de wetten of geboden van Jehova, hun bron was één en dezelfde. Jezus’ werk weerspiegelde de naam van Jezus en het Tijdperk van Genade; en het werk van Jehova weerspiegelde Jehova en het Tijdperk van de Wet. Hun werk was het werk van één Geest in twee verschillende tijdperken. Het werk dat Jezus deed kon alleen het Tijdperk van Genade weerspiegelen, en het werk dat Jehova deed kon alleen het oudtestamentische Tijdperk van de Wet weerspiegelen. Jehova leidde alleen het volk Israël en het Egyptische volk, en alle naties buiten Israël. Het werk van Jezus in het nieuwtestamentische Tijdperk van Genade was het werk van God onder de naam Jezus toen Hij het tijdperk leidde. Als jij stelt dat het werk van Jezus was gebaseerd op dat van Jehova, dat Hij geen enkel nieuw werk startte en dat alles wat Hij deed volgens Jehova’s woorden was, volgens Jehova’s werk en de profetieën van Jesaja, dan zou Jezus niet de vleesgeworden God zijn. Als Hij zijn werk op deze manier had uitgevoerd, zou hij een apostel of een arbeider van het Tijdperk van de Wet zijn geweest. Als het is zoals jij zegt, had Jezus geen tijdperk kunnen openen, noch had Hij enig ander werk kunnen doen. Op dezelfde manier moet de Heilige Geest zijn werk hoofdzakelijk door Jehova heen uitvoeren, en zonder Jehova had de Heilige Geest geen nieuw werk kunnen doen. Het is verkeerd als de mens het werk van Jezus op deze manier opvat. Als de mens gelooft dat het werk van Jezus volgens de woorden van Jehova en de profetieën van Jesaja werd uitgevoerd, was Jezus dan de vleesgeworden God, of was Hij één van de profeten? Volgens deze zienswijze zou er geen Tijdperk van Genade zijn en zou Jezus niet de vleesgeworden God zijn, want het werk dat Hij deed zou het Tijdperk van Genade niet kunnen weerspiegelen en zou alleen het oudtestamentische Tijdperk van de Wet kunnen weerspiegelen. Er kon alleen maar een nieuw tijdperk zijn als Jezus kwam om nieuw werk te doen, om een nieuw tijdperk te beginnen, om het werk dat daarvoor in Israël was verricht te doorbreken, en om Zijn werk te doen, niet net zoals het werk dat Jehova in Israël heeft gedaan, of met Zijn oude regels, of volgens enige regelgeving, maar juist om het nieuwe werk te doen dat Hij moest verrichten. God Zelf komt een tijdperk beginnen, en God komt Zelf om het tijdperk ten einde te brengen. De mens is niet in staat om het werk van het beginnen en voltooien van een tijdperk te verrichten. Als Jezus het werk van Jehova niet volbracht, zou dat bewijzen dat Hij slechts een mens was en niet in staat om God te vertegenwoordigen. Juist dat Jezus het werk van Jehova kwam afmaken en Jehova’s werk voortzette door zijn eigen, nieuwe werk te starten, bewijst dat dit een nieuw tijdperk was en dat Jezus God Zelf was. Ze voerden twee duidelijk verschillende werkfasen uit. De ene fase werd in de tempel uitgevoerd en de andere buiten de tempel. Eén fase bestond uit het leiden van een mensenleven onder de wet, en de andere was om een zondoffer te brengen. Deze twee werkfasen waren behoorlijk verschillend; hier werden het nieuwe en oude tijdperk van elkaar gescheiden, en je kunt absoluut stellen dat het twee verschillende tijdperken zijn. Hun werk vond ergens anders plaats en de inhoud en doelstelling van Hun werk was anders. Als zodanig kunnen ze worden verdeeld in twee tijdperken: het Nieuwe en het Oude Testament, dat wil zeggen, het nieuwe en het oude tijdperk. Toen Jezus kwam, ging Hij de tempel niet binnen, wat bewijst dat het tijdperk van Jehova tot een einde was gekomen. Hij ging de tempel niet binnen omdat Jehova’s werk in de tempel was voltooid en niet overgedaan hoefde te worden, wat herhaling zou betekenen. Alleen door de tempel te verlaten, een nieuw werk te beginnen en een nieuw pad buiten de tempel te openen, kon Hij Gods werk tot het hoogtepunt brengen. Als Hij de tempel niet had verlaten om Zijn werk te doen, zou het werk van God zijn blijven steken bij de fundamenten van de tempel, en was er nooit meer ook maar iets veranderd. En dus ging Jezus, toen Hij kwam, niet de tempel binnen en deed Hij Zijn werk niet in de tempel. Hij deed Zijn werk buiten de tempel en deed Zijn werk vrijelijk terwijl Hij de discipelen leidde. Gods vertrek uit de tempel om Zijn werk te doen betekende dat God een nieuw plan had. Zijn werk moest buiten de tempel worden uitgevoerd en het moest nieuw werk zijn dat zonder beperkingen kon worden uitgevoerd. Met zijn komst bracht Jezus het werk van Jehova tijdens het oudtestamentische tijdperk direct ten einde. Hoewel Ze met twee verschillende namen werden aangeduid, was het dezelfde Geest die beide fasen van het werk volbracht, en het verrichte werk was onafgebroken. Omdat de naam anders en de inhoud van het werk anders waren, was het tijdperk ook anders. Toen Jehova kwam, was dat het tijdperk van Jehova en toen Jezus kwam, was dat het tijdperk van Jezus. Zo wordt God bij elke komst met één naam aangeduid, weerspiegelt Hij één tijdperk en opent Hij een nieuw pad; en op elk nieuw pad neemt Hij een nieuwe naam aan, waaruit blijkt dat God altijd nieuw is en nooit oud, en dat Zijn werk altijd in voorwaartse richting blijft doorgaan. De geschiedenis gaat altijd voorwaarts, en het werk van God gaat altijd voorwaarts. Ter voleindiging van Zijn zesduizend jaar durende managementplan moet het in voorwaartse richting blijven doorgaan. Elke dag moet Hij nieuw werk doen, elk jaar moet Hij nieuw werk doen; Hij moet nieuwe paden openen, nieuwe tijdperken beginnen, nieuw en groter werk starten, die weer nieuwe namen en nieuw werk met zich meebrengen.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

15. Van het werk van Jehova tot dat van Jezus, en van het werk van Jezus tot dat van deze huidige fase; deze drie fasen vormen een rode draad door de volledige omvang van Gods management, en allemaal zijn ze het werk van één Geest. Sinds de schepping van de wereld is God altijd bezig geweest met het beheer van de mensheid. Hij is het begin en het einde, Hij is de eerste en de laatste, en Hij is degene die een tijdperk begint en tot een einde brengt. De drie fasen van het werk, in verschillende tijdperken en op verschillende locaties, zijn onmiskenbaar het werk van één Geest. Iedereen die deze drie fasen van elkaar scheidt, staat lijnrecht tegenover God. Nu is het jouw verantwoordelijkheid om in te zien dat al het werk vanaf de eerste fase tot aan vandaag het werk is van één God, het werk van één Geest. Hierover kan geen twijfel bestaan.

uit ‘De visie van Gods werk (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Vorige: Een selectie uit de vier passages van Gods woord over ‘Over de Bijbel’

Volgende: Een selectie uit de vier passages van Gods woord over ‘Het mysterie van de vleeswording’

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek