2.4 Woorden over het onthullen van wat de waarheid is
152. Christus van de laatste dagen brengt het leven en brengt de blijvende en eeuwige weg van de waarheid. Deze waarheid is het pad waardoor de mens het leven zal verkrijgen en het enige pad waardoor de mens God zal kennen en door God zal worden goedgekeurd. Als je niet de weg van het leven zoekt die door Christus van de laatste dagen wordt voorzien, dan zul je nooit de goedkeuring van Jezus verkrijgen en zul je nooit gekwalificeerd worden om de poort van het koninkrijk van de hemel binnen te gaan, want je bent zowel een marionet als een gevangene van de geschiedenis. Degenen die worden beheerst door regels en letters en geketend zijn door de geschiedenis zullen nooit in staat zijn om het leven te verkrijgen en zullen nooit in staat zijn om de eeuwige weg van het leven te verkrijgen. Dat komt omdat alles wat ze hebben smerig water is waar ze zich al duizenden jaren aan hebben vastgeklampt, in plaats van het levenswater dat vanuit de troon stroomt. Degenen die niet van het levenswater zijn voorzien, zullen voor altijd lijken blijven, speelgoed van Satan en zonen van de hel. Hoe kunnen zij dan God aanschouwen? Als je alleen maar probeert vast te houden aan het verleden, alleen probeert dingen in stand te houden door stil te staan en niet probeert de huidige situatie te veranderen en de geschiedenis terzijde te leggen, zul je dan niet altijd tegen God zijn? De stappen van Gods werk zijn enorm en machtig, zoals rollende golven en bulderende donderslagen – toch zit je stil en wacht je passief vernietiging af, waarbij je vasthoudt aan je dwaasheid en niets doet. Hoe kun je op deze manier worden beschouwd als iemand die de voetsporen van het Lam volgt? Hoe kun je de God die jij vasthoudt rechtvaardigen als een God die altijd nieuw is en nooit oud? En hoe kunnen de woorden van je vergeelde boeken je meenemen naar een nieuw tijdperk? Hoe kunnen ze je leiden in je zoektocht naar de stappen van Gods werk? En hoe kunnen ze je meenemen naar de hemel? Wat je in handen hebt, zijn de letters die slechts kunnen zorgen voor tijdelijke troost, niet de waarheden die in staat zijn om het leven te geven. De geschriften die je leest, kunnen slechts je tong verrijken, zij bevatten geen woorden van wijsheid die je kunnen helpen het menselijk leven te kennen, noch zijn zij wegen die je naar vervolmaking kunnen leiden. Geeft deze tegenstrijdigheid jou geen aanleiding tot reflectie? Kun je hierdoor niet de mysteriën begrijpen die zich binnenin bevinden? Ben je in staat om jezelf in je eentje naar de hemel te brengen om God te ontmoeten? Kun je jezelf meenemen naar de hemel om te genieten van het familiegeluk met God, zonder de komst van God? Ben je nu nog steeds aan het dromen? Ik stel voor dat je stopt met dromen en kijkt naar wie er nu werkt, naar wie nu bezig is met het werk van het redden van de mens in de laatste dagen. Als je dat niet doet, zul je nooit de waarheid verkrijgen en zul je nooit het leven verkrijgen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven
153. Mijn woorden zijn voor altijd de onveranderlijke waarheid. Ik voorzie de mens van het leven en ben de enige gids voor de mensheid. De waarde en betekenis van mijn woorden zijn niet afhankelijk van de erkenning of aanvaarding ervan door de mensheid, maar worden bepaald door de substantie van de woorden zelf. Ook al kan niemand op deze aarde mijn woorden ontvangen, toch zijn de waarde van mijn woorden en hun hulp aan de mensheid door geen mens te peilen. Daarom, wanneer ik met de vele mensen te maken heb die tegen mijn woorden rebelleren, ze weerleggen of ze volkomen minachten, is mijn standpunt als volgt: de tijd en de feiten zullen mijn getuige zijn en aantonen dat mijn woorden de waarheid, de weg en het leven zijn. Ze zullen aantonen dat alles wat ik heb gezegd waar is en dat de mens ermee moet worden uitgerust en deze bovendien moet aanvaarden. Ik laat allen die mij volgen dit feit weten: zij die mijn woorden niet volledig kunnen aanvaarden, zij die mijn woorden niet in praktijk kunnen brengen, zij die geen doel in mijn woorden kunnen vinden en zij die geen heil kunnen ontvangen vanwege mijn woorden, zijn zij die door mijn woorden veroordeeld zijn en bovendien mijn redding hebben verbeurd; mijn roede zal nimmer van hen wijken.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Jullie moeten goed nadenken over wat je doet
154. God Zelf is leven en de waarheid en Zijn leven en waarheid bestaan naast elkaar. Degenen die niet in staat zijn de waarheid te verkrijgen, zullen nooit het leven verkrijgen. Zonder de leiding, steun en voorziening van de waarheid, zul je alleen maar letters en doctrines verkrijgen, en bovendien de dood. Gods leven is altijd aanwezig en Zijn waarheid en leven bestaan naast elkaar. Als je de bron van de waarheid niet kunt vinden, zul je niet de voeding van het leven krijgen; als je de voorziening van het leven niet kunt krijgen, dan zul je zeker geen waarheid hebben en afgezien van voorstellingen en opvattingen, zal heel je lichaam niets anders zijn dan vlees, je stinkende vlees. Weet dat de woorden van boeken niet als leven gelden, de geschiedenisboeken kunnen niet als de waarheid worden beschouwd en de doctrines uit het verleden kunnen niet dienen als een weergave van woorden die nu door God worden gesproken. Alleen dat wat God tot uitdrukking brengt wanneer Hij naar de aarde komt en leeft onder de mensen is de waarheid, het leven, Gods wil en Zijn huidige manier van werken.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen Christus van de laatste dagen kan de weg van het eeuwige leven aan de mens geven
155. De waarheid de meest ware levensspreuk en de hoogste levensspreuk onder de mensheid. Het gaat namelijk om de eis die God aan de mens stelt en het werk dat God persoonlijk doet, vandaar de term levensspreuk. Het gaat niet om een levensspreuk als samenvatting van iets en evenmin om een beroemd citaat van een bijzonder iemand. in plaats daarvan gaat het om de uitspraak van de Meester van de hemelen en de aarde en alle dingen aan de mensheid, en niet om enkele kernachtige woorden samengevat door de mens, maar om het inherente leven van God. Vandaar dat het de hoogste levensspreuk wordt genoemd.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alleen zij die God en Zijn werk kennen, kunnen God behagen
156. De waarheid komt uit de wereld van de mens, maar de waarheid onder de mensen is door Christus doorgegeven. Zij komt voort uit Christus, dat wil zeggen uit God Zelf, en dit is iets waartoe de mens niet in staat is. Toch voorziet Christus alleen in de waarheid, Hij is niet gekomen om te beslissen of de mens in zijn zoektocht naar de waarheid zal slagen. Hieruit blijkt dat het wel of niet slagen in de waarheid afhangt van de zoektocht van de mens. Het succes of falen van de mens in de waarheid heeft nooit iets met Christus te maken gehad, maar wordt daarentegen bepaald door zijn zoektocht. Je kunt de bestemming van de mens en zijn succes of mislukking niet in de schoenen van God schuiven en God er Zelf verantwoordelijk voor maken, want dit is geen kwestie voor God Zelf maar staat rechtstreeks in verband met de plicht die de schepselen van God dienen te vervullen.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Succes of mislukking zijn afhankelijk van het pad dat de mens bewandelt
157. De waarheid is niet formalistisch en de waarheid is ook geen wetmatigheid. De waarheid is niet dood – ze leeft, de waarheid is een levend organisme. De waarheid is de regel die een schepsel dient te volgen en de regel die een mens in zijn leven moet bezitten. Dit is iets dat je meer vanuit je ervaring moet begrijpen. Welke fase in je ervaring je ook hebt bereikt, je bent altijd onscheidbaar van Gods woord of de waarheid, en wat je begrijpt van Gods gezindheid en wat je weet van wat God heeft en is, is allemaal uitgedrukt in Gods woorden. Ze zijn onlosmakelijk verbonden met de waarheid. Gods gezindheid en wat Hij heeft en is vormen zelf de waarheid. De waarheid is een authentieke manifestatie van Gods gezindheid en wat Hij heeft en is. De waarheid maakt wat God heeft en is concreet en drukt het expliciet uit, ze vertelt je rechtstreekser waar God van houdt, waar Hij niet van houdt, wat Hij wil dat je doet en wat Hij je niet toestaat te doen, welk soort mensen Hij veracht en in welk soort mensen Hij zich verheugt. Achter de waarheden die God uitdrukt kunnen mensen Zijn genoegen, woede, verdriet, blijdschap en Zijn essentie zien – dit is de openbaring van Zijn gezindheid.
Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III
158. Of de woorden die God spreekt nu, van buitenaf gezien eenvoudig of diepzinnig zijn, het zijn allemaal waarheden die onontbeerlijk zijn voor de mens wanneer hij het leven binnengaat. Ze zijn de bron van levend water die hem in staat stelt zowel geestelijk als lichamelijk te overleven. Ze voorzien de mens van wat hij nodig heeft om in leven te blijven, de leerstellingen en de geloofsbelijdenis aan de hand waarvan hij zijn dagelijks leven moet leiden, de weg, het doel en de richting die hij voor ogen moet houden om redding te ontvangen, alle waarheden die hij als schepsel voor God moet bezitten, en alle waarheden over hoe de mens God moet gehoorzamen en aanbidden. Ze zijn de waarborg dat de mens overleeft, ze zijn het dagelijks brood van de mens en ze zijn ook de krachtige steun die hem helpt sterk te zijn en stand te houden. Ze geven een haarscherp beeld van de waarheid van de gewone mensheid zoals de geschapen mens daar gestalte aan geeft, en van de waarheid die de mens helpt zich los te breken van verdorvenheid en de valstrikken van Satan te vermijden. Ze geven uitvoerig weer hoe de Schepper de geschapen mensheid onvermoeibaar onderricht, aanspoort, bemoedigt en troost. Ze zijn het baken dat de mens leidt en verlicht zodat hij alles wat positief is, begrijpt. Ze zijn de waarborg dat de mens alles wat rechtvaardig en goed is gestalte geeft in zijn leven en in bezit krijgt. Ze zijn het criterium waaraan mensen, gebeurtenissen en dingen worden afgemeten, en ze zijn ook de navigatieboei die de mens naar de redding en de weg van het licht loodst.
Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Voorwoord
159. De woorden van God kunnen niet worden gesproken als menselijke woorden. Nog veel minder kunnen menselijke woorden worden gesproken als het woord van God. Een mens die door God wordt gebruikt, is niet de vleesgeworden God en de vleesgeworden God is geen mens die door God wordt gebruikt. Hier is sprake van een wezenlijk verschil. Misschien accepteer je na het lezen van deze woorden niet dat ze woorden van God zijn en aanvaard je ze alleen als de woorden van een mens die is verlicht. In dat geval word je verblind door onwetendheid. Hoe kunnen de woorden van God hetzelfde zijn als de woorden van een mens die is verlicht? De woorden van de vleesgeworden God luiden een nieuw tijdperk in, bieden leiding aan de gehele mensheid, onthullen mysteriën en wijzen de mens richting in een nieuw tijdperk. De verlichting die door de mens is verkregen is slechts eenvoudige praktijk of kennis. Deze kan niet de hele mensheid een nieuw tijdperk inleiden of het mysterie van God Zelf onthullen. God is immers God en de mens is mens. God heeft het wezen van God en de mens heeft het wezen van de mens. Als een mens de woorden die God heeft gesproken als eenvoudige verlichting door de Heilige Geest ziet en de woorden van de apostelen en profeten beschouwt als woorden die door God persoonlijk zijn gesproken, heeft de mens het bij het verkeerde eind.
Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Voorwoord
160. De waarheid is het leven van God Zelf; ze vertegenwoordigt Zijn gezindheid, Zijn wezen en alles wat in Hem is. Als je zegt dat het hebben van een beetje ervaring betekent dat je de waarheid bezit, kun je dan Gods gezindheid vertegenwoordigen? Je hebt misschien wel enige ervaring of licht met betrekking tot een bepaald aspect of een bepaalde kant van een waarheid, maar je kunt anderen daar niet voor altijd mee voorzien; daarom is dit licht dat je hebt verkregen geen waarheid; het is slechts een bepaald punt dat mensen kunnen bereiken. Het is eenvoudigweg de juiste ervaring en het juiste begrip dat iemand hoort te bezitten: wat echte ervaring en kennis van de waarheid. Dit licht, deze verlichting en empirisch begrip, kan nooit een vervanging zijn voor waarheid; zelfs als alle mensen deze waarheid volledig hadden ervaren en ze al hun empirisch begrip samenbundelen, zou dit nog steeds niet de plaats in kunnen nemen van die ene waarheid. Zoals in het verleden is gezegd: “Ik vat dit samen met een gezegde voor de mensenwereld: onder de mensen is er niemand die van mij houdt.” Dit is een zin van waarheid; het is de ware essentie van het leven. Dit is het meest diepzinnige van de dingen; dit is een uitdrukking van God Zelf. Je kunt het blijven ervaren, en als je het drie jaar lang ervaart zul je er een oppervlakkig begrip van hebben; als je het zeven of acht jaar ervaart zul je er zelfs nog meer begrip van hebben verworven – maar elk begrip dat je ervan verkrijgt zal nooit die ene uitspraak van de waarheid kunnen vervangen. Iemand anders zal, na het een paar jaar te hebben ervaren, er misschien een beetje begrip van verkrijgen, en zal, nadat hij het tien jaar lang heeft ervaren, een iets dieper inzicht hebben, en nadat hij het een leven lang heeft ervaren zal hij nog een beetje meer begrip verwerven – maar als jullie een bundeling maken van het begrip dat jullie hebben verkregen, zelfs dan – hoeveel begrip, hoeveel ervaring, hoeveel inzichten, hoeveel licht, of hoeveel voorbeelden jullie beiden ook bezitten – kan dit alles nog steeds niet de plaats innemen van die ene uitspraak van de waarheid. Wat bedoel ik hiermee? Ik bedoel dat het leven van een mens altijd het leven van een mens zal zijn; en hoezeer jouw begrip ook overeenstemt met de waarheid, met Gods bedoelingen en met Zijn eisen, toch zal dat nooit een vervanging kunnen zijn voor de waarheid. Te zeggen dat mensen de waarheid hebben verkregen, betekent dat ze enige werkelijkheid bezitten, dat ze enig begrip hebben verkregen van de waarheid, dat ze enige werkelijke intreding hebben tot Gods woorden, dat ze daar enige werkelijke ervaring mee hebben opgedaan en dat ze op het juiste spoor zitten in hun geloof in God. Slechts één uitspraak van God is genoeg voor een mens om een heel leven lang te ervaren. Zelfs als mensen het tijdens verschillende levens of zelfs verscheidene millennia zouden ervaren, dan zouden ze nog niet in staat zijn een enkele waarheid geheel en grondig te ervaren. Als mensen slechts een paar oppervlakkige woorden hebben begrepen en dan toch beweren de waarheid te hebben verkregen, zou zoiets dan geen volledige en volslagen nonsens zijn?
Het Woord, Deel III, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, deel drie
161. Wanneer mensen de waarheid begrijpen en ermee leven als hun leven, naar welk leven verwijst dit dan? Het verwijst naar hun vermogen om de manier waarop ze leven op Gods woorden te baseren; het betekent dat ze echte kennis hebben van Gods woorden en een werkelijk begrip van de waarheid. Wanneer mensen dit nieuwe leven vanbinnen bezitten, is hun levenswijze gegrond in een fundament van Gods woord, de waarheid, en leven zij binnen het rijk van de waarheid. Het leven van mensen gaat volledig over het leren kennen en ervaren van de waarheid, en met dit als het fundament ervan, zonder dat bereik te overschrijden; dit is het leven waarnaar wordt verwezen wanneer men spreekt van het verwerven van het waarheidsleven. Om te kunnen leven met de waarheid als je leven, is het niet het geval dat het leven van de waarheid binnen je is. Het is evenmin het geval dat je de waarheid wordt, en dat je innerlijke leven het leven van de waarheid wordt, wanneer je de waarheid als je leven bezit. Al helemaal kan niet gezegd worden dat jij het waarheidsleven bent. Uiteindelijk is jouw leven nog altijd het leven van een mens. Het is alleen zo dat een mens kan leven naar Gods woorden, kennis kan hebben van de waarheid en deze grondig kan begrijpen; dit begrip kan jou niet worden afgenomen. Je ervaart en begrijpt deze dingen volledig. Je voelt dat ze heel goed en waardevol zijn en aanvaardt ze uiteindelijk als het fundament van je leven; bovendien ben je in je leven afhankelijk van deze dingen, en dat kan niemand veranderen: dit is daarom je leven. Dat wil zeggen: je leven bestaat alleen uit deze dingen – begrip, ervaring en inzicht in de waarheid – en wat je ook doet, je zult je levenswijze daarop baseren en niet voorbij dit bereik of deze grenzen gaan; dit is precies het soort leven dat je zult hebben. Het uiteindelijke doel van Gods werk is dat mensen dit soort leven hebben. Ongeacht hoe goed mensen de waarheid begrijpen, hun essentie is en blijft de essentie van de mensheid en is absoluut niet te vergelijken met de essentie van God. Dat komt doordat hun ervaring van de waarheid nooit ten einde komt; het is voor hen onmogelijk om de waarheid volledig na te leven. Mensen kunnen slechts het uiterst beperkte deel van de waarheid dat de mens kan verkrijgen, naleven. Hoe konden ze dan in goden veranderen? […] Als je enige ervaring hebt met Gods woorden en in overeenstemming met jouw begrip van de waarheid leeft, worden Gods woorden jouw leven. Je kunt echter nog steeds niet zeggen dat de waarheid jouw leven is of dat datgene wat jij uitdrukt de waarheid is; als je dat wel denkt, vergis je je. Als je enige ervaring hebt van een aspect van de waarheid, kan dit dan op zichzelf de waarheid vertegenwoordigen? Dat kan het absoluut niet. Kun je de waarheid grondig verklaren? Kun je Gods gezindheid en Zijn essentie in de waarheid ontdekken? Eenieder heeft slechts ervaring met één aspect en toepassingsgebied van de waarheid. Door de waarheid binnen je eigen beperkte toepassingsgebied te ervaren, kun je niet op alle aspecten van de waarheid ingaan. Kunnen de mensen de oorspronkelijke betekenis van de waarheid uitleven? Op hoeveel komt jouw kleine beetje ervaring neer? Een enkele zandkorrel op het strand; een enkele druppel water in de oceaan. Daarom, hoe kostbaar die kennis en die gevoelens die je van je ervaringen hebt verkregen ook zijn, ze kunnen toch niet als de waarheid worden geteld.
Het Woord, Deel III, De gesprekken van Christus van de laatste dagen, deel drie
162. God Zelf bezit de waarheid en Hij is de bron van waarheid. Al het positieve en alle waarheid komen van God. Hij kan een oordeel vellen over wat goed en verkeerd is aan alle dingen en alle gebeurtenissen; Hij kan een oordeel vellen over dingen die zijn gebeurd, dingen die nu gebeuren en toekomstige dingen die de mens nog niet weet. Hij is de enige rechter die een oordeel kan vellen over wat goed en verkeerd is aan alle dingen, wat betekent dat Hij als enige kan oordelen wat goed en verkeerd is aan alle dingen. Hij kent de regels voor alle dingen. Dit is de belichaming van waarheid, wat betekent dat Hij zelf de essentie van waarheid bezit. Als de mens de waarheid begreep en volmaaktheid bereikte, zou hij dan iets met de belichaming van waarheid te maken hebben? Wanneer een mens vervolmaakt is, heeft hij een accuraat oordeel over alles wat God nu doet en de dingen die Hij eist, en brengt hij alles accuraat in praktijk; de mens begrijpt dan ook Gods wil en weet goed van verkeerd te onderscheiden. Toch zijn er enkele dingen die de mens niet kan bereiken, dingen die hij alleen kan weten als God hem erover vertelt – kan de mens iets weten wat nog niet bekend is, dingen die God hem nog niet heeft verteld? (Dat kan hij niet.) De mens kan geen voorspellingen doen. Bovendien, zelfs als de mens de waarheid van God verkreeg, de realiteit van de waarheid had, de essentie van vele waarheden kende en het vermogen had om goed van verkeerd te onderscheiden, zou hij dan in staat zijn om alle dingen te beheersen en te besturen? (Nee.) Dat is het verschil. Geschapen wezens kunnen de waarheid alleen uit de bron van de waarheid verkrijgen. Kunnen zij de waarheid van de mens verkrijgen? Kan de mens die leveren? Kan de mens er de mens van voorzien? Dat kan hij niet, en dat is het verschil. Je kunt alleen ontvangen, niet geven – kun je de belichaming van waarheid worden genoemd? Wat is precies de essentie van de belichaming van waarheid? Het is de bron waaruit de waarheid voortkomt, de bron van bestuur en heerschappij over alle dingen, en het betreft ook de normen en regels aan de hand waarvan alle dingen en alle gebeurtenissen worden geoordeeld. Dit is de belichaming van waarheid.
Het Woord, Deel IV, Antichristen ontmaskeren, Artikel acht: Ze willen dat anderen alleen hen gehoorzamen, niet de waarheid of God (deel 3)
164. In Zijn uitdrukking van de waarheid, drukt God Zijn gezindheid en essentie uit. Deze worden niet uitgedrukt volgens de samenvattingen van de mensheid van de diverse positieve dingen en de manieren van spreken die de mens herkent. Gods woorden zijn Gods woorden; Gods woorden zijn de waarheid. Ze zijn het fundament en de wet voor het bestaan van de mensheid, en de zogenaamde stellingen die uit de mensheid zijn voortgekomen worden door God veroordeeld. Ze kunnen Zijn goedkeuring niet wegdragen en nog minder zijn ze de bron of de basis van Zijn uitspraken. God drukt Zijn gezindheid en Zijn essentie uit door Zijn woorden. Alle woorden die door Gods uitdrukking worden voortgebracht zijn waarheid, want Hij bezit de essentie van God en Hij is de realiteit van alle positieve dingen. Het feit dat Gods woorden waarheid zijn, verandert nooit, hoe deze verdorven mensheid ze ook plaatst of definieert of hoe ze deze ook ziet of begrijpt. Hoeveel woorden van God er ook gesproken zijn en hoezeer deze verdorven, zondige mensheid ze ook veroordeelt, ze zelfs niet eens verspreidt, zover zelfs dat ze onthaald worden met de minachting van de verdorven mensheid – zelfs onder deze omstandigheden blijft er een onveranderlijk feit: de zogenaamde cultuur en tradities die de mensheid waardeert, zelfs in het licht van de bovengenoemde redenen, kunnen geen positieve dingen worden en kunnen niet de waarheid worden. Dit is onveranderlijk. De traditionele cultuur en bestaanswijze van de mensheid zal niet de waarheid worden vanwege de veranderingen en het verstrijken van de tijd, en ook zullen de woorden van God niet de woorden van de mens worden vanwege de veroordeling of vergeetachtigheid van de mens. Deze essentie zal nooit veranderen, de waarheid blijft altijd de waarheid. Welk feit bestaat hierin? al die gezegden die door de mensheid zijn samengevat komen voort uit Satan, het zijn menselijke fantasieën en opvattingen en ze ontstaan zelfs uit menselijke opvliegendheid en hebben met positieve dingen niets te maken. De woorden van God zijn daarentegen uitdrukkingen van de essentie en status van God. Met welke reden geeft Hij uitdrukking aan deze woorden? Waarom zeg ik dat ze waarheid zijn? De reden daarvoor is dat God over alle wetten, principes, oorsprong, essentie, actualiteiten en mysteriën van alle dingen regeert, en deze alle met Zijn hand omvat en alleen God alle principes, actualiteiten, feiten en mysteriën van alle dingen kent, weet waar ze vandaan komen en wat hun oorsprong werkelijk is. Daarom zijn alleen de definities van alle dingen die in de woorden van God worden vermeld het meest nauwkeurig en zijn de vereisten voor de mensheid binnen Gods woorden de enige norm voor de mensheid – de enige criteria voor het bestaan van de mensheid.
Het Woord, Deel IV, Antichristen ontmaskeren, Artikel negen: Ze doen alleen hun plicht om zich te onderscheiden en hun eigen belangen en ambities te voeden; ze denken nooit aan de belangen van Gods huis en verkopen die belangen zelfs in ruil voor persoonlijke glorie (deel 1)