Alleen zij die God en Zijn werk kennen, kunnen God behagen
Het werk van de vleesgeworden God bestaat uit twee delen. De eerste keer dat Hij vlees werd, geloofden mensen niet in Hem en kenden zij Hem niet. Ze nagelden Jezus aan het kruis. Ook de tweede keer geloofden mensen niet in Hem en kenden zij Hem helemaal niet. Ze nagelden Christus wederom aan het kruis. Is de mens niet de vijand van God? Als de mens Hem niet kent, hoe kan hij dan de vertrouweling van God zijn? En hoe kan hij bekwaam zijn om te getuigen van God? Zijn claims van God liefhebben, God dienen, God verheerlijken niet allemaal bedrieglijke leugens? Als je je leven wijdt aan deze onrealistische, onpraktische zaken, werk je dan niet voor niets? Hoe kun je Gods vertrouweling zijn als je niet eens weet wie God is? Is een dergelijk streven niet vaag en abstract? Is het niet bedrieglijk? Hoe kan iemand een vertrouweling van God zijn? Wat is de praktische betekenis van een vertrouweling van God zijn? Kun je een vertrouweling zijn van Gods Geest? Kun je zien hoe groot en verheven de Geest is? Een vertrouweling zijn van een onzichtbare, ontastbare God − is dat niet vaag en abstract? Wat is de praktische betekenis van een dergelijk streven? Zijn het niet allemaal bedrieglijke leugens? Je streeft ernaar om Gods vertrouweling te worden, maar in feite ben je Satans schoothondje. Je kent God namelijk niet en streeft de niet-bestaande ‘God van alle dingen’ na, die onzichtbaar en ontastbaar is, en enkel bestaat in je eigen opvattingen. In vage termen is zo’n ‘God’ Satan, in praktische termen ben je die zelf. Je streeft ernaar om je eigen vertrouweling te zijn, maar zegt dat je ernaar streeft om Gods vertrouweling te zijn − is dat geen godslastering? Wat is de waarde van een dergelijk streven? Als de Geest van God geen vlees wordt, dan is het wezen van God niet meer dan een onzichtbare, ontastbare Geest van leven, vormloos, niet-materieel, onbereikbaar en onbegrijpelijk voor de mens. Hoe kan de mens de vertrouweling zijn van zo’n onstoffelijke, wonderlijke, onvoorstelbare Geest? Is dat geen lachertje? Een dergelijke absurde redenering gaat niet op en is onpraktisch. De geschapen mens is van een heel andere orde dan de Geest van God, dus hoe kunnen ze vertrouwelijk met elkaar omgaan? Als de Geest van God niet in het vlees verwezenlijkt was geweest, als God geen vlees was geworden en Zichzelf niet had verootmoedigd door een schepsel te worden, dan zou de geschapen mens zowel niet bekwaam als niet in staat zijn om Zijn vertrouweling te zijn. Los van die godvrezende gelovigen die misschien de kans krijgen om Gods vertrouwelingen te zijn nadat hun ziel naar de hemel is gegaan, zouden de meeste mensen niet in staat zijn om vertrouwelingen van Gods Geest te worden. En als de mens de vertrouweling van God in de hemel wil worden onder de leiding van de vleesgeworden God, is hij dan niet een verschrikkelijk dwaas, niet-menselijk wezen? De mens streeft slechts ‘trouw’ aan een onzichtbare God na en besteedt geen greintje aandacht aan de zichtbare God. Het is immers erg gemakkelijk om een onzichtbare God na te streven − de mens kan dat doen zoals hij dat wil. Maar de zichtbare God nastreven is niet zo gemakkelijk. De mens die een vage God zoekt, zal God absoluut niet kunnen winnen. Dingen die vaag en abstract zijn, zijn namelijk allemaal voorstellingen van de mens en ongrijpbaar voor de mens. Als de God die onder jullie kwam een hoge en verheven God was die voor jullie onbereikbaar was, hoe konden jullie dan Zijn wil vatten? Hoe konden jullie Hem dan kennen en begrijpen? Als Hij alleen Zijn werk deed en geen normaal contact met de mens had, of niet met normale menselijkheid was bekleed en onbereikbaar was voor gewone stervelingen, hoe konden jullie Hem dan kennen, ook al zou Hij veel werk voor jullie doen, maar jullie geen contact met Hem hadden en Hem niet konden zien? Behalve door dit vlees dat normale menselijkheid bezit, kan de mens God op geen enkele manier kennen; alleen dankzij Gods vleeswording is de mens bekwaam om de vertrouweling van deze God in het vlees te zijn. De mens wordt Gods vertrouweling omdat de mens in contact met Hem komt, omdat de mens met Hem samenleeft en met Hem omgaat. Zo leert hij Hem beetje bij beetje kennen. Ware dat niet zo, zou het streven van de mens dan niet voor niets zijn? Dat wil zeggen, het is niet allemaal dankzij Gods werk dat de mens Gods vertrouweling kan zijn, maar omwille van het feit dat de vleesgeworden God echt en normaal is. De mens heeft alleen de kans om zijn plicht te vervullen en om de ware God te aanbidden, omdat God vlees is geworden. Is dit niet de meest reële en praktische waarheid? Welnu, wil je nog steeds de vertrouweling van God in de hemel zijn? Alleen wanneer God Zichzelf tot een bepaald punt verootmoedigt, oftewel wanneer God vlees wordt, kan de mens Zijn vertrouweling zijn. God is Geest: hoe is de mens bekwaam om de vertrouweling van deze Geest te zijn, die zo verheven en onvoorstelbaar is? Alleen wanneer de Geest van God neerdaalt in het vlees en een schepsel wordt met hetzelfde uiterlijk als de mens, kan de mens Zijn wil begrijpen en feitelijk door Hem gewonnen worden. Hij spreekt en werkt in het vlees, deelt in de vreugde, het verdriet en de moeilijkheden van de mens, leeft in dezelfde wereld als de mens, beschermt de mens en leidt hem, en hierdoor zuivert Hij de mens en kan Hij de mens Zijn heil en Zijn zegen schenken. Die dingen verkregen hebbende, begrijpt de mens werkelijk Gods wil en alleen dan kan hij een vertrouweling van God zijn. Alleen dat is praktisch. Als God voor de mens onzichtbaar en ontastbaar was, hoe kan hij dan Zijn vertrouweling zijn? Is dat geen holle leer?
Veel mensen streven in hun geloof in God tegenwoordig nog steeds na wat vaag en abstract is. Ze vatten de realiteit van Gods huidige werk niet en staren zich nog steeds blind op letters en leerstellingen. Bovendien moeten de meesten nog de realiteit binnengaan van nieuwe uitdrukkingen zoals de ‘nieuwe generatie van hen die God liefhebben’, de ‘vertrouweling van God’, het ‘voorbeeld en model in liefde voor God’ en de ‘stijl van Petrus’. In plaats daarvan is hun streven nog steeds vaag en abstract, blijven ze nog steeds in leerstellingen hangen en hebben ze geen begrip van de realiteit van deze woorden. Wanneer de Geest van God vlees wordt, kun je Zijn werk in het vlees zien en aanraken. Maar als je nog steeds niet Zijn vertrouweling kunt worden, hoe kun je dan de vertrouweling van de Geest van God worden? Als je de God van vandaag niet kent, hoe kun je dan iemand van de nieuwe generatie zijn die God liefheeft? Gaat het dan niet om loze letters en leerstellingen? Kun je de Geest zien en Zijn wil vatten? Zijn dit geen holle woorden? Het is niet genoeg om deze woorden en uitdrukkingen alleen maar uit te spreken en je kunt God ook niet behagen door voornemens alleen. Je stelt je tevreden met niet meer dan het uitspreken van deze woorden om zo je eigen verlangens te bevredigen, om je eigen onrealistische idealen te bevredigen en om je eigen opvattingen en denkbeelden te bevredigen. Als je de God van vandaag niet kent, kun je het verlangen van Gods hart niet bevredigen, wat je ook doet. Wat betekent het om een vertrouweling van God te zijn? Begrijp je dat nog steeds niet? Aangezien Gods vertrouweling de mens is, zo is God ook een mens, dat wil zeggen dat God vlees is geworden, mens is geworden. Alleen zij die van dezelfde soort zijn, kunnen elkaar vertrouweling noemen, alleen dan kunnen ze als vertrouweling worden beschouwd. Als God Geest was, hoe kan de geschapen mens dan Zijn vertrouweling worden?
Je geloof in God, je streven naar de waarheid en zelfs je gedrag dienen allemaal op de werkelijkheid te zijn gebaseerd. Alles wat je doet, moet praktisch zijn en je moet dergelijke verzonnen, fantasievolle zaken niet nastreven. Zulk gedrag heeft geen waarde en bovendien heeft zo’n leven geen betekenis. Omdat je streven en leven bol staan van leugens en misleiding en je niet streeft naar dingen die van waarde en betekenis zijn, win je niets dan absurde redeneringen en leerstellingen die geen waarheid in zich hebben. Dergelijke zaken dragen niet bij aan de betekenis en waarde van je bestaan en brengen je alleen maar naar een loze bestemming. Op die manier blijft je hele leven zonder enige waarde of betekenis – en als je geen leven van betekenis nastreeft, kun je wel honderd jaar leven maar zou dat allemaal voor niets zijn. Hoe kun je dat een mensenleven noemen? Is dat niet eigenlijk het leven van een dier? Zo geldt ook voor jullie: mochten jullie het pad van geloof in God proberen te volgen, maar proberen jullie niet te streven naar de zichtbare God, maar aanbidden jullie in plaats daarvan een onzichtbare en ontastbare God, is dat streven dan niet nog zinlozer? Jullie streven zal uiteindelijk op niets uitlopen. Wat hebben jullie te winnen in een dergelijk streven? Het grootste probleem met de mens is dat hij alleen van dingen houdt die hij niet kan zien of aanraken, dingen die heel mysterieus en wonderlijk zijn, die de mens zich niet kan voorstellen en die voor gewone stervelingen onbereikbaar zijn. Hoe onrealistischer deze dingen zijn, hoe meer de mens ze analyseert en zelfs nergens anders oog voor heeft terwijl hij ze nastreeft; hij maakt zichzelf wijs dat ze voor hem te bereiken zijn. Hoe onrealistischer ze zijn, hoe nauwgezetter de mens ze onder de loep neemt en analyseert; hij gaat zelfs zover dat hij er zijn eigen uitputtende ideeën over verzint. Aan de andere kant geldt: hoe realistischer dingen zijn, hoe eerder de mens ze verwerpt, hij haalt er gewoon minachtend zijn neus voor op. Is dit niet precies jullie houding jegens het realistische werk dat ik tegenwoordig doe? Hoe realistischer zulke dingen zijn, hoe meer bevooroordeeld jullie ertegenover zijn. Jullie kijken er niet eens naar, maar negeren ze gewoon; jullie halen je neus op voor deze realistische, ongecompliceerde eisen en houden er zelfs talloze opvattingen op na over deze God die uitermate echt is. Jullie kunnen Zijn echtheid en normaliteit gewoonweg niet accepteren. Geloven jullie op deze manier niet in vaagheid? Jullie hebben een onwankelbaar geloof in de vage God van het verleden en geen belangstelling voor de echte God van nu. Komt dat niet omdat de God van gisteren en de God van vandaag uit twee verschillende tijdperken komen? Komt dat ook niet omdat de God van gisteren de verheven God van de hemel is en de God van vandaag een nietig mens op aarde is? Komt dat bovendien niet omdat de God die de mens aanbidt door zijn opvattingen is voortgebracht, terwijl de God van vandaag een werkelijk vlees voortgebracht op aarde is? Komt het niet hierop neer dat de God van vandaag te echt is en de mens Hem daarom niet nastreeft? Want wat de God van vandaag van de mens vraagt, is precies wat de mens juist niet wil doen en waarvoor hij zich schaamt. Maakt dit de zaken niet moeilijk voor de mens? Legt dit zijn littekens niet bloot? Op deze manier worden velen die de werkelijkheid niet nastreven de vijanden van de vleesgeworden God, ze worden antichristen. Is dat geen duidelijk feit? In het verleden, toen God nog vlees moest worden, was je misschien een godsdienstig figuur of een toegewijde gelovige. Na de vleeswording van God werden veel van die toegewijde gelovigen onbewust de antichrist. Weet je wat hier aan de hand is? Je concentreert je in je geloof in God niet op de werkelijkheid en streeft de waarheid niet na, maar in plaats daarvan ben je geobsedeerd door leugens. Is dat niet de duidelijkste oorzaak van je vijandschap jegens de vleesgeworden God? De vleesgeworden God wordt Christus genoemd, zijn dus niet allen die niet in de vleesgeworden God geloven de antichrist? En is degene in wie je gelooft en die je liefhebt dus werkelijk deze God in het vlees? Is het werkelijk deze levende, ademende God die uiterst echt en buitengewoon normaal is? Waar is je streven eigenlijk precies op gericht? Is het in de hemel of op aarde? Is het een opvatting of is het de waarheid? Is het God of is het een of ander bovennatuurlijk wezen? In feite is de waarheid de meest ware levensspreuk en de hoogste levensspreuk onder de mensheid. Het gaat namelijk om de eis die God aan de mens stelt en het werk dat God persoonlijk doet, vandaar de term levensspreuk. Het gaat niet om een levensspreuk als samenvatting van iets en evenmin om een beroemd citaat van een bijzonder iemand. in plaats daarvan gaat het om de uitspraak van de Meester van de hemelen en de aarde en alle dingen aan de mensheid, en niet om enkele kernachtige woorden samengevat door de mens, maar om het inherente leven van God. Vandaar dat het de hoogste levensspreuk wordt genoemd. Het streven van de mens om de waarheid in praktijk te brengen, is de uitvoering van zijn plicht, namelijk het streven om aan Gods eis te voldoen. De essentie van deze eis is de meest reële van alle waarheden en geen loze leerstelling waar geen mens bij kan. Als je niets anders nastreeft dan leerstelligheden zonder werkelijkheid, rebelleer je dan niet tegen de waarheid ? Ben je dan niet iemand die de waarheid aanvalt? Hoe kan zo iemand ernaar streven God lief te hebben? Mensen die zonder realiteit zijn plegen verraad aan de waarheid, en zijn inherent rebels!
Hoe je ook ergens naar streeft, je moet bovenal het werk begrijpen dat God nu doet en de betekenis van dit werk kennen. Je moet begrijpen en weten wat voor werk God meeneemt wanneer Hij in de laatste dagen komt, wat voor gezindheid Hij meeneemt en wat in de mens wordt compleet gemaakt. Als je het werk dat Hij in het vlees komt doen niet kent of begrijpt, hoe kun je Zijn wil dan vatten en hoe kun je dan Zijn vertrouweling worden? De vertrouweling van God zijn, is in feite niet gecompliceerd, maar evenmin eenvoudig. Als een mens opmerkzaam is, kan hij tot implementatie overgaan – in die zin is het niet gecompliceerd. Als een mens niet opmerkzaam is, ligt het veel moeilijker en streeft hij bovendien al gauw vaagheid na. Als een mens in zijn streven naar God niet zijn eigen positie kan innemen en niet weet aan welke waarheid hij zich moet vasthouden, heeft hij geen fundament en is het niet eenvoudig voor hem om standvastig te zijn. Er zijn tegenwoordig heel veel mensen die de waarheid niet begrijpen, die het verschil tussen goed en kwaad niet kennen of niet weten wat ze moeten liefhebben of haten. Zulke mensen kunnen met moeite standvastig zijn. De sleutel tot het geloof in God is de waarheid in praktijk kunnen brengen, acht slaan op Gods wil, Gods werk met de mens kennen wanneer Hij in het vlees komt en de principes waarmee Hij spreekt. Loop niet met de meute mee, je moet principes hebben over dat waarin je moet binnen gaan, en daaraan vasthouden. Hou je stevig vast aan wat God in jou verlicht heeft, dan zul je daar baat bij hebben. Doe je dat niet, dan waai je met alle winden mee en bereik je nooit werkelijk iets. Als je zo bent, komt dat niet ten goede van je eigen leven. Zij die de waarheid niet begrijpen, volgen altijd anderen: zeggen mensen dat dit het werk van de Heilige Geest is, dan zeg jij ook dat dit het werk van de Heilige Geest is. Zeggen mensen dat dit het werk van een boze geest is, dan ga jij ook twijfelen of zeg jij ook dat dit het werk van een boze geest is. Je praat steevast de woorden van anderen na en kunt zelf niets onderscheiden en evenmin voor jezelf denken. Zo iemand neemt geen standpunt in en kan geen onderscheid maken – zo iemand is een waardeloos hoopje mens! Dergelijke mensen praten steevast de woorden van anderen na: vandaag zeggen ze dat dit het werk van de Heilige Geest is, maar de kans bestaat dat iemand op een dag zegt dat het niet het werk van de Heilige Geest is, maar gewoon mensenwerk – maar jij kan dit niet onderscheiden, en wanneer je vaststelt dat dit gezegd wordt door anderen, zeg jij hetzelfde na. Het is in werkelijkheid het werk van de Heilige Geest, maar je zegt dat het mensenwerk is, ben je dan niet iemand geworden die zich godslasterlijk tegen het werk van de Heilige Geest uit? Sta je hierin dan niet op tegen God omdat je geen onderscheid kunt maken? Wie weet, misschien komt er op een dag een dwaas die zegt dat “dit het werk is van een boze geest”. Je hoort deze woorden dan, raakt erdoor van slag en laat je weer door de woorden van anderen meeslepen. Telkens wanneer iemand onrust stookt, ben je niet in staat om bij je standpunt te blijven. Dat komt allemaal omdat je de waarheid niet bezit. Geloven in God en de kennis van God nastreven, zijn geen simpele kwesties. Die bereik je niet door simpelweg bijeen te komen en naar een preek te luisteren en je kunt evenmin door passie alleen vervolmaakt worden. Je moet ervaren en weten en volgens principes handelen, en het werk van de Heilige Geest winnen. Wanneer je ervaring hebt opgedaan, ben je in staat om vele dingen te onderscheiden: je zult dan onderscheid kunnen maken tussen goed en kwaad, tussen rechtschapenheid en goddeloosheid, tussen wat van vlees en bloed is en wat van de waarheid is. Je moet tussen al deze dingen onderscheid kunnen maken, dan zul je, ongeacht de omstandigheden, nooit verloren raken. Alleen dit is je werkelijke gestalte.
Het werk van God kennen, is geen simpele kwestie: je moet normen en een doel hebben in je streven, je moet weten hoe je de ware weg zoekt en hoe je moet nagaan of het de ware weg en het werk van God is of niet. Wat is het meest fundamentele principe in het zoeken naar de ware weg? Je moet nagaan of er sprake is van het werk van de Heilige Geest, of deze woorden wel of niet de waarheid uitdrukken, van wie er wordt getuigd en wat je eraan hebt. Om onderscheid te maken tussen de ware weg en de verkeerde weg zijn diverse aspecten van basiskennis vereist, het meest fundamentele daarvan is onderscheid kunnen maken of het werk van de Heilige Geest er wel of niet is. De kern van het geloof van de mens in God is het geloof in de Geest van God. Zelfs zijn geloof in de vleesgeworden God is er omdat dit vlees de belichaming is van de Geest van God, een dergelijk geloof is dus nog steeds het geloof in de Geest. Er zijn verschillen tussen de Geest en het vlees, maar dit vlees komt van de Geest en is het vleesgeworden Woord, dus waar de mens in gelooft, is nog steeds het inherente wezen van God. En dus moet je in het onderscheiden of het de ware weg is vooral nagaan of er al dan niet sprake is van het werk van de Heilige Geest. Daarna moet je nagaan of de waarheid in die weg is of niet. Deze waarheid is de levensgezindheid van de normale menselijkheid, dat wil zeggen dat wat van de mens werd vereist toen God hem in het begin schiep, namelijk, al wat bij de normale menselijkheid hoort (zoals de menselijke rede, inzicht, wijsheid en de basiskennis van het mens-zijn). Je moet dus nagaan of deze weg de mens tot een leven van normale menselijkheid leidt of niet, of de genoemde waarheid vereist is volgens de werkelijkheid van de normale menselijkheid of niet, of deze waarheid praktisch en echt is of niet, en of die uiterst actueel is of niet. Als er sprake is van de waarheid, kan het de mens naar normale en echte ervaringen leiden. De mens wordt dan bovendien steeds normaler, de menselijke rede wordt steeds vollediger, het leven van de mens in het vlees en het geestelijke leven worden steeds ordelijker, en de emoties van de mens worden steeds normaler. Dit is het tweede principe. Er is nog één ander principe, namelijk of de mens steeds meer kennis van God krijgt of niet, of de ervaring van dit werk en deze waarheid liefde voor God in hem kunnen opwekken of niet en hem steeds dichter bij God brengen. Daarin kun je nagaan of er sprake is van de ware weg of niet. Het gaat er in de kern om of deze weg realistisch is en niet bovennatuurlijk, en of deze weg in het leven van de mens kan voorzien of niet. Als aan deze principes wordt voldaan, kun je de conclusie trekken dat deze weg de ware weg is. Ik zeg deze woorden niet om jullie andere wegen te laten aanvaarden in jullie toekomstige ervaringen en ook niet als een voorspelling dat er sprake zal zijn van het werk van een ander nieuw tijdperk in de toekomst. Ik zeg ze zodat jullie er zeker van kunnen zijn dat de huidige weg de ware weg is, zodat jullie niet onzeker zijn in jullie geloof in het huidige werk en niet in staat er inzicht in te krijgen. Er zijn zelfs veel mensen die wel zeker zijn, maar toch in verwarring volgen. Die zekerheid is niet op principes gebaseerd en zij moeten vroeg of laat wel geëlimineerd worden. Zelfs mensen die buitengewoon ijverig volgen, zijn drie delen zeker en vijf delen onzeker, waaruit blijkt dat ze geen fundament hebben. Omdat jullie kaliber te laag is en jullie fundament te oppervlakkig, hebben jullie geen begrip van differentiatie. God herhaalt Zijn werk niet, Hij doet geen werk dat niet realistisch is, Hij stelt geen buitensporige eisen aan de mens en Hij doet geen werk dat buiten de rede van de mens valt. Al het werk dat Hij doet, valt binnen de normale rede van de mens en niet buiten de rede van normale menselijkheid, en Zijn werk is overeenkomstig normale eisen van de mens. Als er sprake is van het werk van de Heilige Geest, wordt de mens steeds normaler en zijn menselijkheid wordt dan ook steeds normaler. De mens krijgt steeds meer inzicht in zijn satanische, verdorven gezindheid, en van het wezen van de mens. Bovendien verlangt hij steeds meer naar de waarheid. Dat wil zeggen: het leven van de mens blijft zich ontwikkelen en de verdorven gezindheid van de mens kan steeds meer veranderen. Dat is allemaal de betekenis van God die het leven van de mens wordt. Als een weg die dingen die het wezen van de mens uitmaken niet kan openbaren, de gezindheid van de mens niet kan veranderen, hem bovendien niet voor Gods aangezicht kan brengen of hem werkelijk begrip van God kan geven, en er zelfs voor zorgt dat zijn menselijkheid steeds verder afzakt en zijn verstand steeds abnormaler wordt, dan kan deze weg niet de ware weg zijn, maar kan er sprake zijn van het werk van een boze geest of de oude weg. Kortom, het kan niet het huidige werk van de Heilige Geest zijn. Jullie hebben al die jaren in God geloofd, toch hebben jullie geen enkele notie van de principes om onderscheid te maken tussen de ware weg en de verkeerde weg, of om de ware weg te zoeken. De meeste mensen zijn niet eens geïnteresseerd in deze kwesties, ze gaan gewoon met de meute mee en praten de meerderheid na. Zoeken zulke mensen de ware weg? En hoe kunnen zulke mensen de ware weg vinden? Als je deze kernprincipes vat, zul je niet worden misleid, wat er ook gebeurt. Het is tegenwoordig cruciaal dat de mens onderscheid kan maken. Zoiets moet deel uitmaken van een normale menselijkheid en wat een mens moet bezitten in zijn ervaring. Als de mens vandaag nog niets kan onderscheiden in de weg die hij volgt en zijn menselijke rede niet is ontwikkeld, dan is de mens te dwaas, zijn streven verkeerd en afwijkend. Je maakt geen enkel onderscheid in je streven vandaag. Hoewel het waar is dat je, zoals je zegt, de ware weg hebt gevonden, heb je die je ook eigen gemaakt? Heb je iets kunnen onderscheiden? Wat is de essentie van de ware weg? Heb je, in de ware weg, je de ware weg niet eigen gemaakt, dan bezit je niets van de waarheid. Je hebt dan niet bereikt wat God van je eist en er is dus geen verandering in je verdorvenheid opgetreden. Als je zo doorgaat met streven, zul je uiteindelijk geëlimineerd worden. Je hebt tot de dag van vandaag toe gevolgd, dan zou je toch zonder verdere twijfels zeker moeten weten dat de weg die je hebt genomen de juiste weg is. Veel mensen zijn altijd onzeker en streven niet langer de waarheid na vanwege wat kleinigheden. Zulke mensen hebben geen kennis van Gods werk, zij volgen God in verwarring. Mensen die Gods werk niet kennen, kunnen Zijn vertrouwelingen niet zijn of van Hem getuigen. Ik adviseer hen die alleen zegeningen zoeken en alleen streven naar wat vaag en abstract is om zo snel mogelijk de waarheid na te streven, zodat hun leven betekenis zal krijgen. Houd jezelf niet langer voor de gek!