God Zelf, de unieke I

Gods gezag (I)

Mijn laatste paar communicaties gingen over Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf. Hebben jullie na het horen van deze communicaties het gevoel dat jullie begrip en kennis van Gods gezindheid hebben gekregen? Hoe groot is dit begrip en die kennis? Kunnen jullie dit een cijfer geven? Boden deze communicaties jullie een dieper begrip van God? Kun je zeggen dat dit begrip een ware kennis van God is? Kun je zeggen dat deze kennis en begrip van God een kennis is van het gehele wezen van God en alles wat Hij heeft en is? Nee, natuurlijk niet! Dat komt omdat deze communicaties slechts een goed begrip gaven van een deel van Gods gezindheid, en wat Hij heeft en is − niet alles, of het geheel. De communicaties hebben jullie in staat gesteld om een deel van het werk te begrijpen dat ooit door God is gedaan, waardoor jullie de gezindheid van God aanschouwden, en wat Hij heeft en is, evenals de benadering en de gedachte achter alles wat Hij heeft gedaan. Maar dit is slechts een letterlijk, gesproken begrip van God, en in jullie harten blijft er onzekerheid over hoeveel daarvan werkelijkheid is. Wat bepaalt vooral of er enig reëel begrip bestaat bij mensen over dit soort dingen? Het wordt bepaald door hoeveel van Gods woorden en gezindheid zij echt hebben gevoeld tijdens hun feitelijke ervaringen, en hoeveel ze hebben kunnen zien en weten tijdens deze feitelijke ervaringen. “De laatste paar communicaties hebben ons in staat gesteld de dingen te begrijpen die God heeft gedaan, de gedachten van God, en bovendien Gods houding ten opzichte van de mensheid en de basis van Zijn daden, evenals de principes van Zijn daden. En zo zijn we de gezindheid van God gaan begrijpen en hebben we God geheel leren kennen.” Heeft iemand zulke woorden gezegd? Is het juist om dit te zeggen? Dat is het duidelijk niet. En waarom zeg ik dat? Gods gezindheid en wat Hij heeft en is, komen tot uiting in de dingen die Hij heeft gedaan en de woorden die Hij heeft gesproken. De mens is in staat om te zien wat God heeft en is door het werk dat Hij heeft gedaan en de woorden die Hij heeft gesproken, maar dit wil alleen zeggen dat het werk en de woorden het de mens mogelijk maken om een deel van Gods gezindheid te begrijpen, en een deel van wat Hij heeft en is. Als de mens een overvloediger en meer diepgaand begrip van God wil krijgen, dan moet de mens meer van Gods woorden en werk ervaren. Hoewel de mens slechts een gedeeltelijk begrip van God krijgt wanneer hij een deel van Gods woorden of werk ervaart, vertegenwoordigt dit gedeeltelijke begrip dan Gods ware gezindheid? Vertegenwoordigt dit het wezen van God? Natuurlijk vertegenwoordigt dit de ware gezindheid van God, en het wezen van God, daarover bestaat geen twijfel. Ongeacht de tijd of plaats, of op welke manier God Zijn werk doet, of in welke vorm Hij voor de mens verschijnt, of op welke manier Hij Zijn wil uitdrukt, alles wat Hij openbaart en uitdrukt vertegenwoordigt God Zelf, Gods wezen en wat Hij heeft en is. God verricht Zijn werk met wat Hij heeft en is, en in Zijn ware identiteit; dit is absoluut waar. Maar tegenwoordig hebben mensen slechts een gedeeltelijk begrip van God door Zijn woorden en door wat ze horen als ze naar de prediking luisteren en dus tot op zekere hoogte kan dit begrip alleen als een theoretische kennis worden beschouwd. Als je naar je werkelijke situatie kijkt, kun je vandaag alleen het inzicht of de kennis van God die je hebt gehoord, gezien of gekend en begrepen in je hart toetsen als ieder van jullie dit vergelijkt met je feitelijke ervaringen, en dit beetje bij beetje leert kennen. Als ik deze woorden niet aan jullie zou communiceren, zouden jullie dan een werkelijk begrip krijgen van God, alleen maar door jullie ervaringen? Dat zou heel moeilijk zijn, vrees ik. Dat komt omdat mensen eerst de woorden van God moeten horen om te weten hoe ze ze moeten ervaren. Hoeveel van Gods woorden als mensen tot zich nemen, zoveel is ook het aantal dat ze daadwerkelijk kunnen ervaren. Gods woorden begeleiden de te volgen weg en begeleiden de mens in zijn ervaring. Kortom, voor hen die enige echte ervaring hebben, zullen deze laatste communicaties hen helpen om een dieper inzicht in de waarheid en een meer realistische kennis van God te bereiken. Maar voor degenen die geen echte ervaring hebben, of die nog maar net begonnen zijn met hun ervaring, of nog maar net begonnen zijn om de realiteit te vatten, is dit een geweldige test.

De belangrijkste inhoud van de laatste communicaties betrof ‘Gods gezindheid, Gods werk en God Zelf’. Wat zagen jullie in de belangrijkste en centrale delen van alles waarover ik sprak? Zijn jullie door deze communicaties in staat om te erkennen dat Hij die het werk deed en deze gezindheid openbaarde, de unieke God Zelf is, die de soevereiniteit over alle dingen heeft? Als jullie antwoord ja is, hoe komen jullie dan tot deze conclusie? Hoeveel aspecten hebben jullie in aanmerking genomen bij het bereiken van deze conclusie? Kan iemand het mij vertellen? Ik weet dat de laatste communicaties jullie diep hebben beïnvloed, en een nieuwe start in jullie harten hebben gegeven wat betreft de kennis van God, en dat is geweldig. Maar hoewel jullie een grote sprong hebben gemaakt in jullie begrip van God in vergelijking met vroeger, is jullie definitie van Gods identiteit nog niet verder gekomen dan de namen van Jehova God van het Tijdperk van de Wet, de Heer Jezus van het Tijdperk van Genade, en Almachtige God van het Tijdperk van het Koninkrijk. Dat wil zeggen dat, hoewel deze communicaties over ‘Gods gezindheid, Gods werk en God Zelf’ jullie enig begrip hebben gegeven van de woorden die eenmaal door God zijn gesproken, en het werk dat eenmaal door God is gedaan, en het wezen en de eigendommen die ooit zijn onthuld door God, zijn jullie niet in staat om een ware definitie en nauwkeurige beschrijving van het woord ‘God’ te geven. Evenmin hebben jullie een ware en accurate beschrijving en kennis van de status en identiteit van God Zelf, dat wil zeggen, van de status van God in alle dingen en door het hele universum. Dat komt omdat, in de eerdere communicaties over God Zelf en Gods gezindheid, alle inhoud gebaseerd was op Gods eerdere uitdrukkingen en openbaringen die in de Bijbel zijn opgetekend. Toch is het voor de mens moeilijk om het wezen en de inhoud te ontdekken die door God zijn geopenbaard en uitgedrukt tijdens, of buiten, Zijn management en redding van de mensheid. Dus, zelfs als jullie Gods wezen en eigendommen begrijpen, die zijn geopenbaard in het werk dat Hij ooit deed, dan nog is jullie definitie van Gods identiteit en status nog ver van die van de unieke God, de Ene die de soevereiniteit over alle dingen bezit en die verschilt van die van de Schepper. Door de laatste paar communicaties voelde iedereen zich hetzelfde: hoe kon de mens de gedachten van God kennen? Als iemand dit werkelijk zou kunnen weten, dan zou die persoon zeker God zijn, want alleen God Zelf kent Zijn eigen gedachten en alleen God zelf kent de basis en de benadering achter alles wat Hij doet. Het lijkt logisch en rationeel voor jullie om Gods identiteit op die manier te herkennen, maar wie kan aan de gezindheid en het werk van God zien dat dit echt het werk van God Zelf is en niet het werk van de mens, werk dat niet in Gods naam door de mens gedaan kan worden? Wie kan zien dat dit werk valt onder de soevereiniteit van Degene die het wezen en de kracht van God heeft? Dat wil zeggen, door middel van welke kenmerken of welk wezen kunnen jullie herkennen dat Hij God Zelf is, die de identiteit van God heeft, en Degene is die soevereiniteit heeft over alle dingen? Hebben jullie daar ooit over nagedacht? Als jullie dat nog nooit hebben gedaan, dan bewijst dit één feit: de laatste communicaties hebben jullie alleen enig begrip gegeven van het stuk geschiedenis waarin God Zijn werk deed, en van Gods aanpak, Zijn manifestatie en onthullingen tijdens dat werk. Hoewel een dergelijk begrip ervoor zorgt dat ieder van jullie onomstotelijk erkent dat Degene die deze twee stadia van werk uitvoerde, God Zelf is, in wie jullie geloven en die jullie volgen, en Degene die jullie altijd moeten volgen, zijn jullie nog steeds niet in staat te erkennen dat Hij de God is die heeft bestaan sinds de schepping van de wereld, en die tot in de eeuwigheid zal bestaan, noch zijn jullie in staat om te erkennen dat Hij de Ene is die de soevereiniteit over de hele mensheid leidt en bezit. Jullie hebben vast nooit over dit probleem nagedacht. Of het nu Jehova of de Heer Jezus is, door welke aspecten van Zijn wezen en manifestatie zijn jullie in staat om te erkennen dat Hij niet alleen de God is die jullie moeten volgen, maar ook Degene die de mensheid beveelt en de soevereiniteit bekleedt over het lot van de mensheid, die bovendien de unieke God Zelf is, die de soevereiniteit over de hemelen en de aarde en alle dingen bezit? Door welke kanalen erkennen jullie dat Degene die jullie geloven en volgen God Zelf is die de soevereiniteit over alle dingen heeft? Via welke kanalen verbinden jullie de God waarin jullie geloven met de God die de soevereiniteit bezit over het lot van de mensheid? Wat stelt jullie in staat te erkennen dat de God waarin jullie geloven de unieke God Zelf is, die in de hemel en op de aarde is, en in alle dingen? Dit is het probleem dat ik in de volgende paragraaf zal oplossen.

De problemen waar jullie nog nooit over hebben nagedacht of waar jullie niet aan kunnen denken, zijn misschien wel het meest cruciaal om God te kennen en waarin naar waarheden kan worden gezocht die voor de mens ondoorgrondelijk zijn. Wanneer deze problemen over jullie komen en jullie worden er mee geconfronteerd dat jullie een keuze moeten maken, als jullie dan niet in staat zijn om deze problemen volledig op te lossen door jullie domheid en onwetendheid, of omdat jullie ervaringen te oppervlakkig zijn en jullie de ware kennis van God missen, dan zal dit het grootste obstakel en de grootste hindernis op het pad van jullie geloof in God worden. Daarom vind ik het hoogst noodzakelijk om met jullie over dit onderwerp te communiceren. Weten jullie nu wat jullie probleem is? Begrijpen jullie over welke problemen ik het heb? Zijn dit de problemen waarmee jullie te maken krijgen? Zijn dit de problemen die jullie niet begrijpen? Zijn het problemen die nog nooit bij jullie zijn opgekomen? Zijn deze problemen belangrijk voor jullie? Zijn dit echt problemen? Deze kwestie is een bron van grote verwarring voor jullie, hetgeen laat zien dat jullie geen echt begrip hebben van de God waarin jullie geloven en dat jullie Hem niet serieus nemen. Sommige mensen zeggen: “Ik weet dat Hij God is, en daarom volg ik Hem, omdat Zijn woorden de uitdrukking van God zijn. Dat is genoeg. Wat voor bewijs is er nog meer nodig? We hoeven toch zeker geen twijfels over God te hebben? Het is toch zeker niet de bedoeling dat we God beproeven? We hoeven toch zeker Gods wezen en de identiteit van God Zelf niet in twijfel te trekken?” Ongeacht of jullie op deze manier denken, stel ik dergelijke vragen niet om jullie over God in de war te brengen, of om jullie aan te zetten om Hem te beproeven, laat staan om jullie te laten twijfelen over Gods identiteit en wezen. Integendeel, ik doe dit om in jullie een groter begrip van Gods wezen te bevorderen en een grotere zekerheid en geloof over Gods status, zodat God de Enige wordt in het hart van iedereen die God volgt, zodat de oorspronkelijke status van God − als de Schepper, de Heerser van alle dingen, de unieke God Zelf − in de harten van elk schepsel kan worden hersteld. Dit is ook het thema waar ik over wil communiceren.

Laten we nu de volgende teksten uit de Bijbel gaan lezen.

1. God gebruikt woorden om alle dingen te creëren

Gen. 1:3-5 God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.

Gen. 1:6-7 God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven.

Gen. 1:9-11 God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’ En zo gebeurde het. Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. En God zag dat het goed was. God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het.

Gen. 1:14-15 God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, en ze moeten dienen als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’ En zo gebeurde het.

Gen. 1:20-21 God zei: ‘Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.’ En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was.

Gen. 1:24-25 God zei: ‘De aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren.’ En zo gebeurde het. God maakte alle soorten in het wild levende dieren, al het vee en alles wat op de aardbodem rondkruipt. En God zag dat het goed was.

Op de eerste dag zijn de dag en nacht van de mensheid geboren en ze stonden vast dankzij het gezag van God

Laten we naar de eerste passage kijken: “God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht. God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis; het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht. Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag” (Gen. 1:3-5). Deze passage beschrijft Gods eerste daad aan het begin van de schepping en de eerste dag die God doorbracht waarin er een avond en een ochtend was. Maar het was een buitengewone dag: God begon het licht voor alle dingen voor te bereiden en scheidde bovendien het licht van de duisternis. Op deze dag begon God te spreken en Zijn woorden en gezag stonden zij aan zij. Zijn gezag werd zichtbaar in alle dingen, en Zijn kracht verspreidde zich over alle dingen als het resultaat van Zijn woorden. Vanaf deze dag werden alle dingen gevormd en stonden ze vast vanwege de woorden van God, het gezag van God en de kracht van God, en ze begonnen te functioneren dankzij de woorden van God, het gezag van God en de kracht van God. Toen God de woorden sprak “Er moet licht komen”, was er licht. God was niet begonnen aan een project; het licht was verschenen als resultaat van Zijn woorden. Dit was het licht dat God dag noemde, waarvan de mens vandaag nog steeds afhankelijk is in zijn bestaan. Op bevel van God is het wezen en de waarde van het licht nooit veranderd en nooit verdwenen. Het bestaan ervan toont het gezag en de kracht van God, en verkondigt het bestaan van de Schepper, en het bevestigt keer op keer de identiteit en de status van de Schepper. Het is niet ongrijpbaar of denkbeeldig, maar het is echt licht dat door de mens kan worden gezien. Vanaf die tijd, in deze lege wereld – “De aarde was nog woest en doods, en duisternis lag over de oervloed” – werd het eerste materiële ding geschapen. Dit ding kwam voort uit de woorden uit de mond van God en verscheen als de eerste daad van de schepping van alle dingen door het gezag en de uitspraken van God. Kort daarna beval God de scheiding van licht en duisternis … Alles veranderde en werd voltooid door de woorden van God … God noemde dit licht ‘Dag’ en de duisternis noemde Hij ‘Nacht’. Vanaf dat moment waren de eerste avond en de eerste ochtend gemaakt in de wereld die God wilde scheppen en God zei dat dit de eerste dag was. Deze dag was de de eerste dag van de schepping van alle dingen door de Schepper, en was het begin van de schepping van alle dingen en het was de eerste keer dat het gezag en de kracht van de Schepper in deze wereld die Hij had geschapen werden geopenbaard.

Door deze woorden kan de mens het gezag van God aanschouwen en het gezag van Gods woorden en de kracht van God. Omdat alleen God deze macht bezit, heeft alleen God dit gezag en omdat God dit gezag bezit, heeft alleen God deze kracht. Kan een mens of ding een dergelijk gezag en kracht bezitten als deze? Is er een antwoord in jullie harten? Afgezien van God, heeft enig geschapen of niet-geschapen wezen dit gezag? Hebben jullie ooit een voorbeeld van zoiets gezien in andere boeken of publicaties? Staat er ergens beschreven dat iemand de hemel en de aarde en alle dingen schiep? Het staat niet in andere boeken of documenten beschreven; dit zijn natuurlijk de enige gezaghebbende en krachtige woorden over Gods prachtige schepping van de wereld, die zijn opgenomen in de Bijbel en deze woorden spreken van het unieke gezag van God en de unieke identiteit van God. Kan een dergelijk gezag en kracht de unieke identiteit van God symboliseren? Kun je zeggen dat God en God alleen deze bezit? Zonder enige twijfel heeft alleen God Zelf dit gezag en deze kracht! Dit gezag en deze kracht kunnen niet worden bezeten of vervangen door een geschapen of niet-geschapen wezen! Is dit een van de kenmerken van de unieke God Zelf? Zijn jullie hiervan getuige geweest? Deze woorden laten mensen snel en duidelijk begrijpen dat God uniek gezag en unieke kracht bezit, en dat Hij de allerhoogste identiteit en status bezit. Als jullie naar de communicatie kijken die hier beschreven is, kunnen jullie dan zeggen dat de God waarin jullie geloven de unieke God Zelf is?

Op de tweede dag, regelt Gods gezag de wateren en maakt het gewelf en een ruimte voor de meest elementaire menselijke overleving verschijnt

Laten we de tweede passage van de Bijbel lezen: “God zei: ‘Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt.’ En zo gebeurde het. God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven” (Gen. 1:6-7). Welke veranderingen deden zich voor nadat God zei “Er moet midden in het water een gewelf komen dat de watermassa’s van elkaar scheidt”? In de Bijbel staat: “God maakte het gewelf en scheidde het water onder het gewelf van het water erboven.” Wat was het resultaat nadat God had gesproken en dit had gedaan? Het antwoord ligt in het laatste deel van dit gedeelte: “En zo gebeurde het.”

Deze twee korte zinnen beschrijven een magnifieke gebeurtenis en beschrijven een prachtig tafereel − de geweldige onderneming waarbij God de wateren bestuurde en een ruimte schiep waarin de mens kon bestaan …

In dit beeld verschijnen de wateren en het gewelf in een oogwenk voor de ogen van God en worden ze verdeeld door het gezag van Gods woorden en gescheiden in een boven en beneden op de manier die door God is aangewezen. Dat wil zeggen, het door God geschapen gewelf bedekte niet alleen de wateren beneden, maar ondersteunde ook de wateren boven … Hier kan de mens niets anders dan staren, met stomheid geslagen en naar adem snakkend van bewondering voor de macht van Zijn gezag en de pracht van de scène waarin de Schepper de wateren verplaatste, de wateren beval, het gewelf schiep. Door de woorden van God en de kracht van God en het gezag van God, heeft God weer een grote prestatie geleverd. Is dit niet de macht van het gezag van de Schepper? Laten we de Schrift gebruiken om de daden van God uit te leggen: God sprak Zijn woorden en door deze woorden van God was er een gewelf te midden van de wateren. Tegelijkertijd vond er een enorme verandering plaats in deze ruimte door deze woorden van God en het was geen gewone verandering, maar een soort verandering waardoor niets iets werd. Het werd geboren uit de gedachten van de Schepper en werd iets uit het niets door de woorden gesproken door de Schepper en verder zou het vanaf dit punt bestaan en zo blijven, omwille van de Schepper en het zou verschuiven, veranderen en vernieuwen in overeenstemming met de gedachten van de Schepper. Deze passage beschrijft de tweede daad van de Schepper in Zijn schepping van de hele wereld. Het was weer een uitdrukking van het gezag en de kracht van de Schepper en het was weer een baanbrekende onderneming door de Schepper. Deze dag was de tweede dag die de Schepper doorbracht sinds de grondlegging van de wereld en het was weer een prachtige dag voor Hem: Hij wandelde in het licht, Hij bracht het gewelf aan, Hij arrangeerde en bestuurde de wateren en Zijn daden, Zijn gezag, en Zijn kracht werden in de nieuwe dag aan het werk gezet …

Was er gewelf in het midden van de wateren voordat God Zijn woorden uitsprak? Natuurlijk niet! En hoe was het nadat God zei: “Er moet midden in het water een gewelf komen”? De dingen die God had bedoeld, verschenen; er was gewelf in het midden van de wateren en de wateren scheidden omdat God zei “dat de watermassa’s van elkaar scheidt.” Op deze manier, door de woorden van God, verschenen er twee nieuwe objecten, twee nieuwgeboren dingen temidden van alle dingen als gevolg van het gezag en de kracht van God. En wat vinden jullie van de verschijning van deze twee nieuwe dingen? Voelen jullie de grootsheid van de kracht van de Schepper? Voelen jullie de unieke en buitengewone macht van de Schepper? De grootsheid van een dergelijke macht en kracht is te danken aan het gezag van God en dit gezag is een weergave van God Zelf en een unieke eigenschap van God Zelf.

Heeft deze passage jullie weer een diepgaand besef gegeven van het unieke karakter van God? Maar dit is nog lang niet genoeg; het gezag en de kracht van de Schepper gaan veel verder dan dit. Hij is niet alleen uniek omdat Hij van een wezen is dat anders is dan van enig ander schepsel, maar ook omdat Zijn gezag en kracht buitengewoon zijn, onbegrensd, en alles overtreffen en overal boven staan, en bovendien, omdat Zijn gezag en wat Hij heeft en is, leven kan scheppen en wonderen voortbrengen en Hij kan elke spectaculaire en buitengewone minuut en seconde creëren en op hetzelfde moment is Hij in staat om het leven dat Hij schept te regeren en soevereiniteit te behouden over de wonderen en elke minuut en seconde die Hij creëert.

Op de derde dag laten de woorden van God de aarde en de zeeën geboren worden en het gezag van God zorgt ervoor dat de wereld vol leven is

Laten we vervolgens de eerste zin van Genesis 1:9-11 lezen: “God zei: ‘Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt.’” Welke veranderingen deden zich voor nadat God simpelweg gezegd had: “Het water onder de hemel moet naar één plaats stromen, zodat er droog land verschijnt”? En wat was er in deze ruimte afgezien van het licht en het hemelgewelf? In de Schrift staat geschreven: “Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. En God zag dat het goed was.” Dat wil zeggen, er waren nu land en zeeën in deze ruimte en het land en de zeeën waren gescheiden. De verschijning van deze nieuwe dingen kwam voort uit het gebod gesproken door God, “En zo gebeurde het.” Beschrijft de Schrift God die druk bezig is terwijl Hij dit aan het doen was? Beschrijft de Schrift Hem als iemand die fysieke arbeid verricht? Hoe werd dit alles dus door God gedaan? Hoe zorgde God ervoor dat deze nieuwe dingen werden geschapen? Het is duidelijk dat God woorden gebruikte om dit alles te bereiken, om het geheel te scheppen.

In de drie passages hierboven hebben we gehoord over drie grote gebeurtenissen. Deze drie grote gebeurtenissen deden zich voor en werden tot stand gebracht door de woorden van God en het is door Zijn woorden dat zij, één voor één, voor de ogen van God verschenen. Zo kun je zien dat “God spreekt, en het zal volbracht worden; Hij beveelt en het zal vast staan” geen holle woorden zijn. Dit wezen van God wordt bevestigd op het moment dat Zijn gedachten worden ontvangen en wanneer God Zijn mond opent om te spreken, wordt Zijn wezen volledig weerspiegeld.

Laten we doorgaan naar de laatste zin van deze passage: “God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het.” Terwijl God sprak, kwamen al deze dingen tot stand als gevolg van de gedachten van God en in een oogwenk kwam er een heel assortiment van delicate kleine levensvormen onvast uit de grond omhoog, en nog voordat ze zelfs de stukjes vuil van hun lichaampjes hadden geschud, zwaaiden ze enthousiast naar elkaar, ze groetten elkaar en knikten en glimlachten naar de wereld. Ze bedankten de Schepper voor het leven dat Hij aan hen schonk en verkondigden aan de wereld dat zij een onderdeel van alle dingen waren, en dat zij elk hun leven zouden wijden om het gezag van de Schepper te laten zien. Terwijl de woorden van God werden gesproken, werd het land weelderig en groen, allerlei soorten planten waarvan de mens kon genieten, spruitten uit de grond, en de bergen en de vlakten werden dichtbevolkt door bomen en bossen. … Deze kale wereld, waarin geen spoor van leven was geweest, werd snel bedekt door een overvloed aan gras, planten en bomen en overstroomd met groen. … De geur van gras en het aroma van de grond verspreidden zich via de lucht, en een scala aan planten begon te ademen en gelijk met de luchtcirculatie was hun groeiproces begonnen. Tegelijkertijd begonnen de planten, dankzij de woorden van God en als gevolg van de gedachten van God, met de eeuwige levenscycli waarin ze groeien, bloeien, vrucht dragen en zich vermenigvuldigen. Ze volgden strikt hun respectieve levensloop en namen hun respectieve rol in tussen alle dingen. … Ze werden allemaal geboren en leefden als gevolg van de woorden van de Schepper. Ze zouden onophoudelijk hun voeding en alles wat ze nodig hadden van de Schepper ontvangen en ze zouden altijd hardnekkig in elke hoek van het land overleven om het gezag en de kracht van de Schepper te laten zien en ze zouden altijd de levenskracht laten zien die hun door de Schepper werd geschonken. …

Het leven van de Schepper is buitengewoon, Zijn gedachten zijn buitengewoon en Zijn gezag is buitengewoon, dus, toen Zijn woorden werden uitgesproken, was het uiteindelijke resultaat “En zo gebeurde het.” Het is duidelijk dat God niet met Zijn handen hoeft te werken wanneer Hij iets doet; Hij gebruikt slechts Zijn gedachten en Zijn woorden om te bevelen, en op deze manier worden dingen tot stand gebracht. Op deze dag verzamelde God de wateren en gaf Hij ze hun plaats, Hij liet het droge land verschijnen, waarna God gras schiep dat uit het land ontsproot en er groeiden planten die zaden opleverden en bomen die vruchten droegen en God deelde ze elk naar soort in en zorgde ervoor dat elk zijn eigen zaad bevatte. Dit alles werd gerealiseerd als gevolg van de gedachten van God en het gebod van de woorden van God en ze verschenen allemaal na elkaar in deze nieuwe wereld.

Toen Hij Zijn werk nog moest beginnen, had God al een beeld in Zijn geest van wat Hij van plan was te bereiken en toen God aan het werk ging om deze dingen voort te brengen, opende God ook Zijn mond om te spreken over de inhoud van dit beeld en begon er van alles te veranderen, dankzij het gezag en de kracht van God. Ongeacht hoe God het deed, of Zijn gezag uitoefende, alles werd stap voor stap geschapen volgens Gods plan en door middel van de woorden van God en stap voor stap kwamen er veranderingen tussen hemel en aarde door de woorden en het gezag van God. Al deze veranderingen en gebeurtenissen toonden het gezag van de Schepper en het buitengewone en de grootsheid van de kracht van het leven van de Schepper. Zijn gedachten zijn geen eenvoudige ideeën, of lege beelden, maar een gezag dat beschikt over een vitaliteit en een buitengewone energie en ze hebben de kracht om te zorgen dat alle dingen veranderen, opnieuw levend worden, vernieuwen en vergaan. Om deze reden werken alle dingen door Zijn gedachten en tegelijkertijd worden ze verwezenlijkt door de woorden uit Zijn mond. …

Voordat alle dingen tevoorschijn kwamen, was er in de gedachten van God al lang geleden een compleet plan gevormd en was er al lang geleden een nieuwe wereld verwezenlijkt. Hoewel er op de derde dag allerlei planten op het land verschenen, had God geen reden om met het scheppen van deze wereld te stoppen; Hij was van plan Zijn woorden te blijven spreken en door te gaan met het scheppen van alle nieuwe dingen. Hij wilde spreken, Zijn geboden uitspreken en Zijn gezag uitoefenen en Zijn macht tonen en Hij bereidde alles voor wat Hij gepland had om voor te bereiden voor alle dingen en de mensheid die Hij wilde creëren. …

Op de vierde dag komen de seizoenen, dagen en jaren van de mensheid tot leven als God nogmaals Zijn gezag uitoefent

De Schepper gebruikte Zijn woorden om Zijn plan te volbrengen en op deze manier bracht Hij de eerste drie dagen van Zijn plan door. Gedurende deze drie dagen was God niet hard bezig, noch putte Hij Zichzelf uit, integendeel, Hij bracht de prachtige eerste drie dagen van Zijn plan door en bracht de grote onderneming van de radicale transformatie van de wereld tot stand. Er verscheen een gloednieuwe wereld voor Zijn ogen en stukje bij beetje werd het prachtige beeld dat was verzegeld in Zijn gedachten uiteindelijk onthuld in de woorden van God. Het verschijnen van elk nieuw ding leek op de geboorte van een pasgeboren baby en de Schepper had plezier in het beeld dat ooit in Zijn gedachten was geweest, maar dat nu tot leven was gewekt. Op dit moment was Zijn hart al enigszins tevreden, maar Zijn plan was nog maar net begonnen. In een oogwenk was er een nieuwe dag aangebroken – en wat was de volgende pagina in het plan van de Schepper? Wat zei Hij? En hoe oefende Hij Zijn gezag uit? En welke nieuwe dingen kwamen er tegelijkertijd in deze nieuwe wereld? In overeenstemming met de leiding van de Schepper valt onze blik op de vierde dag van Gods schepping van alle dingen, een dag die alweer een nieuw begin was. Natuurlijk was het voor de Schepper ongetwijfeld nog een prachtige dag en een nieuwe dag van het grootste belang voor de mensheid van vandaag. Het was natuurlijk een dag van onschatbare waarde. In welk opzicht was deze dag geweldig, in welk opzicht zo belangrijk en van onschatbare waarde? Laten we eerst luisteren naar de woorden die door de Schepper werden gesproken. …

“God zei: ‘Er moeten lichten aan het hemelgewelf komen om de dag te scheiden van de nacht. Ze moeten de seizoenen aangeven en de dagen en de jaren, en ze moeten dienen als lampen aan het hemelgewelf, om licht te geven op de aarde.’” (Gen. 1:14-15). Dit was weer een uitoefening van Gods gezag die werd getoond door de wezens die Zijn schepping van droog land en de planten erin opvolgden. Voor God was zo’n daad even gemakkelijk, omdat God zoveel macht heeft; God houdt Zich aan Zijn woord, en Zijn woord zal volbracht worden. God beval dat er lichten aan de hemel zouden verschijnen en deze lichten schenen niet alleen in de lucht en op de aarde, maar dienden ook als tekenen voor dag en nacht, voor de seizoenen, dagen en jaren. Op deze manier, terwijl God Zijn woorden uitsprak, werd elke daad die God wilde bereiken vervuld volgens de betekenis van God en op de manier waarop God het had bepaald.

De lichten aan de hemel zijn van een materie in de lucht die licht kan uitstralen; ze kunnen de lucht verlichten en het land en de zeeën verlichten. Ze draaien volgens het ritme en de frequentie die door God werd verordend en verlichten verschillende tijdsperioden op het land en op die manier zorgt de omloop van het licht voor dag en nacht van het oosten tot het westen van het land en zijn het niet alleen tekenen voor dag en nacht, maar door deze verschillende cycli markeren ze ook de feesten en verschillende speciale dagen van de mensheid. Ze vormen de perfecte aanvulling en begeleiding van de vier seizoenen − lente, zomer, herfst en winter − afgekondigd door God, waarbij de lichten op harmonieuze wijze dienen als regelmatige en nauwkeurige tekens voor de maanstanden en de dagen en jaren van de mensheid. Hoewel pas na de komst van de landbouw de mensheid begon te begrijpen, toen ze werden geconfronteerd met de verschillen van de maanstanden, dat de dagen en jaren veroorzaakt werden door de door God geschapen lichten, zijn in feite de maanstanden, dagen en jaren die de mens van vandaag begrijpt, al lang geleden tot stand gekomen op de vierde dag van Gods schepping van alle dingen, net zoals de afwisselende cyclus van de lente, de zomer, de herfst en de winter die de mensheid nu ervaart, lang geleden is begonnen, op de vierde dag van Gods schepping van alle dingen. De door God geschapen lichten stelde de mens in staat om regelmatig, precies en duidelijk verschil te maken tussen dag en nacht, en de dagen te tellen, en om duidelijk de maanstanden en jaren bij te houden. (De dag van de volle maan was de voltooiing van een maand, en daaraan wist de mens dat de manier waarop het licht scheen een nieuwe cyclus aankondigde, de dag van de halve maan was de voltooiing van een halve maand, die de mens vertelde dat een nieuwe maanstand begon, waaruit kon worden afgeleid hoeveel dagen en nachten er in een maanstand zaten, hoeveel maanstanden er in een seizoen waren en hoeveel seizoenen er in een jaar waren en alles kwam regelmatig terug.) Op deze manier kon de mens met gemak de maanstanden, dagen en jaren volgen die worden gemarkeerd door de omwentelingen van de lichten aan de hemel. Vanaf dit moment leefden de mensheid en alle dingen onbewust tussen de ordelijke uitwisseling van dag en nacht en de wisselingen van de seizoenen die door de omwentelingen van de lichten werden bepaald. Dit was de betekenis van de schepping van de lichten door de Schepper op de vierde dag. Evenzo waren het doel en de betekenis van deze daad van de Schepper nog steeds onafscheidelijk van Zijn gezag en macht. Dus waren de lichten gemaakt door God en de waarde die zij spoedig voor de mens zouden betekenen, wederom een meesterzet bij het uitoefenen van het gezag van de Schepper.

In deze nieuwe wereld, waarin de mensheid nog moest verschijnen, had de Schepper avond en ochtend voorbereid, het hemelgewelf, land en zeeën, gras, planten en verschillende soorten bomen en de lichten, seizoenen, dagen en jaren voor het nieuwe leven dat Hij binnenkort zou creëren. Het gezag en de kracht van de Schepper kwamen tot uiting in elk nieuw ding dat Hij schiep, en Zijn woorden en prestaties vonden gelijktijdig plaats, zonder de minste wanverhouding en tussenpozen. Het verschijnen en de geboorte van al deze nieuwe dingen waren het bewijs van het gezag en de kracht van de Schepper: Zijn woorden zijn betrouwbaar en Zijn woord zal volbracht worden en dat wat volbracht is, duurt voor eeuwig. Dit is nooit veranderd: zo was het in het verleden, zo is het vandaag en zo zal het ook voor eeuwig zijn. Wanneer jullie nog eens kijken naar de woorden van de Schrift, voelen ze dan als nieuw voor jullie? Hebben jullie een nieuwe inhoud gezien en nieuwe ontdekkingen gedaan? Dat komt doordat de daden van de Schepper jullie harten hebben beroerd en richting hebben gegeven aan jullie kennis van Zijn gezag en macht en Zijn daden de deur voor jullie hebben geopend voor begrip van de Schepper en doordat Zijn daden en gezag het leven aan deze woorden hebben geschonken. En dus heeft de mens in deze woorden een echte, levendige uiting gezien van het gezag van de Schepper en is hij werkelijk getuige geweest van de heerschappij van de Schepper en zag hij het buitengewone van het gezag en de macht van de Schepper.

Het gezag en de macht van de Schepper produceren het ene wonder na het andere en Hij trekt de aandacht van de mens en de mens kan niet anders dan verbaasd staren naar de verbazingwekkende daden die voortkomen uit de uitoefening van Zijn gezag. Zijn fenomenale kracht brengt verrukking na verrukking en de mens is verblind en dolblij en hij hapt in bewondering naar adem, is vol ontzag en vreugde; bovendien is de mens zichtbaar ontroerd en wordt er in hem respect, eerbied en gehechtheid gewekt. Het gezag en de daden van de Schepper hebben een grote invloed op de geest van de mens en reinigen de geest van de mens en bovendien, verzadigen zij de geest van de mens. Elk van Zijn gedachten, elk van Zijn uitingen en elke openbaring van Zijn gezag is een meesterwerk onder alle dingen en het is een grote onderneming die het diepste begrip en de kennis van de geschapen mensheid waardig is. Wanneer we elk schepsel dat geboren is uit de woorden van de Schepper tellen, wordt onze geest aangetrokken tot het wonder van Gods kracht en we merken dat we de voetafdrukken van de Schepper volgen naar de volgende dag: de vijfde dag van Gods schepping van alle dingen.

Laten we doorgaan met het lezen van de Bijbelpassage, terwijl we meer van de daden van de Schepper bekijken.

Op de vijfde dag toont het leven van gevarieerde en diverse vormen het gezag van de Schepper op verschillende manieren

De Schrift zegt: “God zei: ‘Het water moet wemelen van levende wezens, en boven de aarde, langs het hemelgewelf, moeten vogels vliegen.’ En hij schiep de grote zeemonsters en alle soorten levende wezens waarvan het water wemelt en krioelt, en ook alles wat vleugels heeft. En God zag dat het goed was” (Gen. 1:20-21). De Schrift vertelt ons duidelijk dat, op deze dag, God de wezens in de wateren en de vogels van de lucht schiep, dat wil zeggen dat Hij de verschillende vissen en vogels geschapen heeft, en ze elk volgens soort heeft ingedeeld. Op deze manier werden de aarde, de lucht en de wateren verrijkt door Gods schepping …

Terwijl Gods woorden werden uitgesproken, kwam er fris nieuw leven, elk met een andere vorm, te midden van de woorden van de Schepper. Ze kwamen de wereld in en sprongen, en stoeiden van vreugde en ze verdrongen elkaar om hun plaats in te nemen … Vissen in alle soorten en maten zwommen door het water, allerlei soorten schaaldieren groeiden uit het zand, schaaldieren, schelpen en ongewervelde dieren groeiden snel in verschillende vormen, groot of klein, lang of kort. Ook begonnen verschillende soorten zeewier krachtig te groeien, meebewegend in de beweging van de verschillende waterdieren, golvend, dringend in de stilstaande wateren, alsof ze tegen hen wilden zeggen: In de benen en breng je vrienden mee! Want je zult nooit meer alleen zijn! Vanaf het moment dat de verschillende door God geschapen levende wezens in het water verschenen, bracht elk nieuw leven nieuwe vitaliteit in wateren die al zo lang kalm waren geweest en ze luidden een nieuw tijdperk in. … Vanaf dat moment nestelden ze zich tegen elkaar en hielden ze elkaar gezelschap en bewaarden ze onderling geen afstand. Het water was voor de schepselen er in en voedde elk leven dat binnen zijn omhelzing verbleef en elk leven was er omwille van het water vanwege de voeding die het water bood. Elk verleende leven aan de ander en tegelijkertijd, op dezelfde manier, getuigde dit leven van de wonderbaarlijkheid en grootsheid van de schepping van de Schepper en de onoverwinnelijke kracht van het gezag van de Schepper …

Toen de zee niet langer stil was, begon het leven de hemel te vullen. Stuk voor stuk vlogen vogels, groot en klein, vanaf de grond de lucht in. In tegenstelling tot de schepselen van de zee, hadden ze vleugels en veren die hun slanke en gracieuze lichamen bedekten. Ze fladderden met hun vleugels, trots en hooghartig hun prachtige verenkleed en hun speciale functies en vaardigheden tentoonspreidend, die de Schepper ze had geschonken. Ze zweefden vrijuit en pendelden vaardig tussen hemel en aarde, over weiden en bossen. … Zij waren de lievelingen van de lucht, zij waren de lievelingen van alle dingen. Ze zouden snel de verbinding tussen hemel en aarde worden en de boodschappen aan alle dingen doorgeven. … Ze zongen, ze doken vrolijk rond, ze brachten gejuich, gelach en levendigheid in deze eens zo lege wereld. … Ze gebruikten hun heldere, melodieuze zang, gebruikten de woorden in hun hart om de Schepper te prijzen voor het leven dat aan hen was geschonken. Ze dansten opgewekt om de perfectie en wonderbaarlijkheid van de schepping van de Schepper te tonen, en zouden hun hele leven wijden aan het dragen van het getuigenis van het gezag van de Schepper door het speciale leven dat Hij aan hen had geschonken …

Ongeacht of ze in het water of in de lucht waren, door het bevel van de Schepper, bestond deze overvloed aan levende wezens in de verschillende configuraties van het leven en door het bevel van de Schepper verzamelden ze zich volgens hun eigen soort. En deze wet, deze regel, was onveranderlijk voor alle wezens. Nooit durfden ze verder te gaan dan de grenzen die de Schepper hen had gesteld, noch waren ze daartoe in staat. Zoals verordend door de Schepper, leefden ze en vermenigvuldigden ze zich en hielden ze zich strikt aan de levensloop en wetten die hen door de Schepper waren opgelegd en ze hielden zich bewust vast aan Zijn onuitgesproken geboden en de hemelse voorschriften en mandaten die Hij hun gaf, tot op de dag van vandaag. Ze spraken op hun eigen speciale manier met de Schepper en gingen de betekenis van de Schepper naar waarde schatten en gehoorzaamden Zijn geboden. Geen van hen overtrad ooit het gezag van de Schepper en Zijn soevereiniteit en het bevel over hen werd in Zijn gedachten uitgeoefend; er werden geen woorden gebruikt, maar het gezag dat uniek was voor de Schepper beheerste alle dingen in een stilte die geen taal bezat en die verschilde van de mensheid. De uitoefening van Zijn gezag op deze speciale manier dwong de mens om een nieuwe kennis te verwerven en een nieuwe interpretatie te geven van het unieke gezag van de Schepper. Hier moet ik jullie vertellen dat op deze nieuwe dag, de uitoefening van het gezag van de Schepper nogmaals het unieke karakter van de Schepper aantoonde.

Laten we vervolgens de laatste zin van dit schriftgedeelte bekijken: “En God zag dat het goed was.” Wat denken jullie dat dit betekent? Gods emoties zijn vervat in deze woorden. God zag hoe alle dingen die Hij had geschapen, tot stand kwamen en stand hielden door Zijn woorden en geleidelijk veranderden. Was God op dat moment tevreden met de verschillende dingen die Hij met Zijn woorden had geschapen en met de verschillende handelingen die Hij had verricht? Het antwoord is: “En God zag dat het goed was.” Wat zien jullie hier? Wat betekent het dat “En God zag dat het goed was”? Wat symboliseert het? Het betekent dat God de kracht en de wijsheid had om datgene te volbrengen wat Hij had gepland en voorgeschreven, om de doelen te bereiken die Hij had willen bereiken. Toen God elke taak had voltooid, voelde Hij toen spijt? Het antwoord luidt nog steeds: “En God zag dat het goed was.” Met andere woorden, Hij voelde niet alleen geen spijt, maar was in plaats daarvan tevreden. Wat betekent het dat Hij geen spijt voelde? Het betekent dat Gods plan volmaakt is, dat Zijn kracht en wijsheid volmaakt zijn en dat alleen door Zijn gezag een dergelijke volmaaktheid kan worden bereikt. Wanneer de mens een taak vervult, kan hij dan, net als God, zien dat het goed is? Kan alles wat de mens doet volmaaktheid bereiken? Kan de mens iets voor eens en voor altijd voltooien? Net zoals de mens zegt: “niets is perfect, alleen beter”, niets wat de mens doet, kan perfectie bereiken. Toen God zag dat alles wat Hij gedaan en bereikt had goed was, werd alles wat door God werd gedaan bepaald door Zijn woorden, wat wil zeggen dat toen “En God zag dat het goed was”, alles wat Hij had gemaakt een blijvende vorm aannam, werd ingedeeld naar type en een vaste positie, doel en functie kreeg, voor eens en voor altijd. Bovendien was hun rol in alle dingen, en de reis die ze moesten ondernemen tijdens Gods management van alle dingen, al door God vastgesteld en die was onveranderlijk. Dit was de hemelse wet die door de Schepper aan alle dingen werd gegeven.

“En God zag dat het goed was.” deze eenvoudige, ondergewaardeerde woorden, die zo vaak worden genegeerd, zijn de woorden van de hemelse wet en het hemelse bevel dat door God aan alle schepselen is gegeven. Ze zijn wederom een belichaming van het gezag van de Schepper, een die praktischer en diepgaander is. Door Zijn woorden was de Schepper niet alleen in staat om alles te verkrijgen wat Hij wilde verkrijgen, en alles te bereiken wat Hij wilde bereiken, maar Hij kon ook alles wat Hij had geschapen in Zijn hand houden en over alle dingen regeren die Hij had gemaakt onder Zijn gezag en bovendien was alles systematisch en regelmatig gemaakt. Alle dingen leefden en stierven ook door Zijn woord en bovendien, door Zijn gezag, bestonden ze te midden van de wet die Hij had opgesteld, niets en niemand uitgezonderd! Deze wet begon precies op het moment dat ‘God zag dat het goed was’, en deze zal bestaan, doorgaan en functioneren in het belang van Gods plan van management tot op de dag dat deze wordt herroepen door de Schepper! Het unieke gezag van de Schepper manifesteerde zich niet alleen in Zijn vermogen om alle dingen te scheppen en alle dingen te bevelen om tot leven te komen, maar ook in Zijn vermogen om alle dingen te beheren en soevereiniteit over alle dingen te behouden, en leven en vitaliteit aan alle dingen te schenken en bovendien, in Zijn bekwaamheid om de dingen voor eens en voor altijd te regelen, alle dingen die Hij wilde scheppen in Zijn plan tot leven te laten komen en te laten bestaan in de wereld, door Hem gemaakt in een perfecte vorm en een perfecte levensstructuur en een perfecte rol. Zo was het ook te zien in de manier waarop de gedachten van de Schepper niet onderhevig waren aan enige beperkingen, niet beperkt waren door tijd, ruimte of plaats. Net als Zijn gezag zal de unieke identiteit van de Schepper onveranderd blijven van eeuwigheid tot eeuwigheid. Zijn gezag zal altijd een vertegenwoordiging en symbool zijn van Zijn unieke identiteit en Zijn gezag zal voor eeuwig naast Zijn identiteit bestaan!

Op de zesde dag spreekt de Schepper en elk soort levend schepsel in Zijn geest maakt zijn opwachting, de een na de ander

Het werk van de Schepper om alle dingen te maken gedurende vijf dagen was onmerkbaar voortgezet, waarna de Schepper onmiddellijk de zesde dag van Zijn schepping van alle dingen verwelkomde. Deze dag was weer een nieuw begin en nog een buitengewone dag. Wat was dan het plan van de Schepper aan de vooravond van deze nieuwe dag? Welke nieuwe schepselen zou Hij produceren, zou Hij scheppen? Luister, dat is de stem van de Schepper …

“God zei: ‘De aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren.’ En zo gebeurde het. God maakte alle soorten in het wild levende dieren, al het vee en alles wat op de aardbodem rondkruipt. En God zag dat het goed was” (Gen. 1:24-25). Over welke levende wezens hebben we het? De Schrift zegt: vee en kruipend gedierte, en dieren van de aarde, elk naar zijn aard. Dat wil zeggen dat er op deze dag niet alleen allerlei levende wezens op aarde kwamen, maar ze werden ook allemaal ingedeeld naar soort en: “En God zag dat het goed was.”

Zoals tijdens de voorgaande vijf dagen, op dezelfde toon, liet de Schepper op de zesde dag de levende wezens geboren worden, zoals Hij dat wenste dat zij op aarde verschenen, elk naar zijn soort. Wanneer de Schepper Zijn gezag uitoefent, wordt geen van Zijn woorden tevergeefs gesproken en dus verscheen op de zesde dag elk levend wezen dat Hij wilde scheppen op de afgesproken tijd. Zoals de Schepper zei: “De aarde moet allerlei levende wezens voortbrengen” was de aarde meteen gevuld met leven en op het land verscheen plotseling de adem van alle soorten levende wezens. … In de met gras begroeide groene wildernis verschenen dikke koeien, die hun staarten heen en weer zwaaiden, de een na de ander, blatende schapen verzamelden zich in kuddes, en hinnikende paarden begonnen te galopperen … In een oogwenk explodeerden de uitgestrekte stille weiden van leven … Het verschijnen van deze verschillende dieren was een prachtig gezicht op de rustige weiden en bracht een grenzeloze vitaliteit met zich mee. … Zij zouden de metgezellen zijn van de weiden en de meesters van de weiden, elk van elkaar afhankelijk; ook zouden zij de bewakers en bewaarders worden van deze landen, die hun blijvende habitat zouden zijn en die hen zouden voorzien van alles wat ze nodig hadden, een bron van eeuwige voeding voor hun bestaan …

Op dezelfde dag dat al dit vee ontstond, verscheen er ook een groot aantal insecten, de een na de ander, door het woord van de Schepper. Ook al waren ze de kleinste van de levende wezens onder alle schepselen, hun levenskracht was nog steeds de wonderbaarlijke schepping van de Schepper en ze kwamen op de juiste tijd. … Sommigen fladderden met hun vleugeltjes, terwijl anderen langzaam kropen; sommigen sprongen en stuiterden, anderen strompelden; sommigen liepen naar voren, terwijl anderen zich snel terugtrokken; sommigen bewogen zich zijwaarts, anderen sprongen hoog en laag. … Allemaal waren ze druk bezig om huizen voor zichzelf te vinden: sommigen drongen zich een weg door het gras, sommigen gingen in holle gaten in de grond liggen, sommigen vlogen omhoog in de bomen, verborgen in de bossen. … Hoewel ze klein waren, wilden ze niet de kwelling van een lege maag doorstaan en na het vinden van hun eigen huis, haastten ze zich om voedsel te zoeken om zich te voeden. Sommigen klommen op het gras om de zachte sprieten op te eten, sommigen grepen happen vuil en propten het in hun magen, ze aten met veel enthousiasme en plezier (voor hen is zelfs vuil een smakelijke traktatie); sommige waren verborgen in de bossen, maar ze stopten niet om uit te rusten, omdat het sap in de glanzende donkergroene bladeren een sappige maaltijd opleverde. … Toen ze verzadigd waren, hielden de insecten niet op met hun activiteit; hoewel ze klein waren, bezaten ze een enorme energie en grenzeloze uitbundigheid en van alle schepselen zijn ze dus het meest actief en het meest bedrijvig. Ze waren nooit lui en rustten nooit. Als ze verzadigd waren, zwoegden ze nog steeds voort omwille van hun toekomst, bezig rondrennend voor morgen, om te overleven. … Ze zoemden zachte balladen in verschillende melodieën en ritmes om zichzelf aan te moedigen. Ze gaven vreugde aan het gras, bomen en elke centimeter grond, en maakten daarmee elke dag, elk jaar uniek. … Met hun eigen taal en met hun eigen manieren, gaven ze informatie door aan alle levende wezens op het land. En gebruikmakend van hun eigen speciale levensloop, markeerden ze alle dingen, waarop ze sporen achterlieten. … Ze stonden op intieme voet met de grond, het gras en de bossen en ze brachten kracht en vitaliteit naar de bodem, het gras en de bossen en brachten de vermaningen en groeten van de Schepper over aan alle levende wezens …

De blik van de Schepper ging over alle dingen die Hij had geschapen en op dit moment bleven Zijn ogen rusten op de bossen en bergen en Hij dacht diep na. Hij sprak Zijn woorden en in de dichte wouden en op de bergen, verschenen er een soort wezens die niet te vergelijken waren met wat er eerder was geweest: het waren de wilde dieren die door het woord van God werden geschapen. Veel te laat, schudden ze met hun kop, zwaaiden met hun staart en hadden allemaal een uniek uiterlijk. Sommigen hadden harige jassen, sommigen waren gepantserd, een paar ontblootten hun hoektanden, sommigen hadden een grijns op hun kop, sommigen hadden een lange nek, en er waren er een paar met korte staarten, sommigen met wilde ogen, sommigen met een timide blik, sommigen gebogen om gras te eten, sommigen met bloed om hun bek, sommige stuiterend op twee benen, sommigen liepen rond op vier hoeven, sommigen keken in de verte over de bomen heen, sommigen lagen op de loer in de bossen, sommigen zochten naar grotten om te rusten, sommigen renden en stoeiden op de vlakten, sommigen snuffelden rond in de bossen … ; sommigen brulden, sommigen huilden, sommigen blaften, sommigen jankten … ; sommigen waren sopraan, andere bariton, anderen maakten keelklanken, anderen klonken helder en melodieus, sommigen waren grimmig, sommigen waren mooi, sommigen waren walgelijk, sommigen waren schattig, sommigen waren angstaanjagend, sommigen waren charmant naïef. … Stuk voor stuk kwamen ze allemaal tevoorschijn. Zie hoe ze bliezen, vrijgevochten, onverschillig tegenover elkaar, niet de moeite nemend om elkaar een blik te gunnen. … Elk met het bijzondere leven dat hun door de Schepper was geschonken, met hun eigen wildheid en bruutheid verschenen ze in de bossen en op de bergen. Met minachting voor iedereen, zo volledig heerszuchtig – wie maakte hen de echte heersers over de bergen en bossen? Vanaf het moment dat hun verschijnen werd bepaald door de Schepper, ‘namen ze bezit van de bossen’ en ‘namen ze bezit van de bergen’, want de Schepper had hun grenzen al vastgelegd en de reikwijdte van hun bestaan bepaald. Zij alleen waren de ware heersers van de bergen en bossen en daarom waren ze zo wild en zo minachtend. Ze werden ‘wilde dieren’ genoemd, puur omdat, van alle schepselen, zij echt wild, bruut en ontembaar waren. Ze konden niet getemd worden, dus ze konden niet worden gefokt en konden niet in harmonie leven met de mensheid of arbeid verrichten voor de mensheid. Omdat ze niet konden worden gefokt, niet konden werken voor de mensheid, moesten ze leven op een afstand van de mensheid en ze konden niet door de mens worden benaderd. En dat was weer omdat ze op afstand van de mensheid leefden en niet door de mens benaderd konden worden, waren ze in staat om de verantwoordelijkheid te vervullen die de Schepper hen had geschonken: het bewaken van de bergen en de wouden. Hun wildheid beschermde de bergen en bewaakte de bossen en was de beste bescherming en verzekering van hun bestaan en voortplanting. Tegelijkertijd handhaafde en verzekerde hun wildheid de balans tussen alle dingen. Hun komst bracht steun en een ankerplaats voor de bergen en bossen; hun komst vulde de stille, en lege bergen en bossen met een grenzeloze kracht en vitaliteit. Vanaf dit moment werden de bergen en bossen hun blijvende habitat en ze zouden nooit hun thuis verliezen, want de bergen en bossen verschenen en bestonden voor hen en de wilde dieren zouden hun plicht vervullen en alles doen wat ze konden om ze te bewaken. Dus ook de wilde dieren zouden zich strikt houden aan de vermaningen van de Schepper om vast te houden aan hun territorium en hun beestachtige aard blijven gebruiken om de balans te bewaren van alle dingen die door de Schepper zijn gevestigd en het gezag en de kracht van de Schepper te laten zien!

Onder het gezag van de Schepper zijn alle dingen perfect

Alle dingen die door God zijn geschapen, zowel die welke konden bewegen als degenen die dat niet konden, zoals vogels en vissen, zoals bomen en bloemen en met inbegrip van vee, insecten en wilde dieren die geschapen waren op de zesde dag − ze konden het allemaal goed met God vinden en bovendien, hadden deze dingen, in Gods ogen, in overeenstemming met Zijn plan, alle het toppunt van perfectie bereikt en de normen bereikt die God wilde bereiken. Stap voor stap deed de Schepper het werk dat Hij wilde doen volgens Zijn plan. Een voor een verschenen de dingen die Hij wilde scheppen en de verschijning van elk van hen was een weerspiegeling van het gezag van de Schepper en een kristallisatie van Zijn gezag en vanwege deze kristallisaties konden alle schepselen niet anders dan dankbaar zijn voor de genade van de Schepper en de zorg van de Schepper. Terwijl de wonderbaarlijke daden van God zich manifesteerden, vulde deze wereld zich stuk voor stuk met alle dingen die door God waren geschapen en veranderde deze van chaos en duisternis in helderheid en klaarheid, van doodse stilte naar levendigheid en onbeperkte vitaliteit. Van alle dingen in de schepping, van groot tot klein, van klein tot microscopisch, was er niets wat niet was geschapen door het gezag en de macht van de Schepper en het bestaan van elk wezen was uniek en noodzakelijk en had zijn eigen waarde. Ongeacht de verschillen in vorm en structuur, moesten ze door de Schepper worden geschapen om te kunnen bestaan onder het gezag van de Schepper. Soms zullen mensen een insect zien dat erg lelijk is en ze zullen zeggen: “Dat insect is zo vreselijk, zo’n lelijk ding kan nooit door God gemaakt zijn – zo iets lelijks zou Hij nooit creëren.” Wat een domme opmerking! Wat ze moeten zeggen is: “Hoewel dit insect zo lelijk is, werd het door God gemaakt en dus moet het zijn eigen unieke doel hebben.” In het denken van God maakte Hij het plan om allerlei soorten dingen verschillende functies en verschijningsvormen te geven, aan de verschillende levende dingen die Hij schiep en dus werden geen van de dingen die God maakte gesneden uit dezelfde vorm. Van hun buitenkant tot hun interne samenstelling, van hun leefgewoonten tot de plaats die ze innemen – ze zijn allemaal anders. Koeien hebben het uiterlijk van koeien, ezels lijken op ezels, herten hebben het uiterlijk van herten en olifanten hebben het uiterlijk van olifanten. Kun je zeggen welke het mooist is en welke het lelijkst? Kun je zeggen welke het nuttigst is en van welke het bestaan het minst noodzakelijk is? Sommige mensen houden van de manier waarop olifanten eruit zien, maar niemand gebruikt olifanten om akkers te planten; sommige mensen houden van de manier waarop leeuwen en tijgers er uit zien, want hun uiterlijk is het meest indrukwekkend van alle dingen, maar kun je ze als huisdier houden? Kortom, als het op alle dingen aankomt, moet de mens zich onderwerpen aan het gezag van de Schepper, dat wil zeggen, de orde aanvaarden die door de Schepper aan alle dingen is toegewezen; dit is de meest wijze houding. Alleen een houding van zoeken naar en gehoorzaamheid aan, de oorspronkelijke bedoelingen van de Schepper is de ware acceptatie en zekerheid van het gezag van de Schepper. God zegt dat het goed is, dus welke reden hebben mensen dan om naar fouten te zoeken?

Zo zullen alle dingen onder het gezag van de Schepper een nieuwe symfonie voor de soevereiniteit van de Schepper spelen, zullen een schitterend voorspel beginnen voor Zijn werk van de nieuwe dag en dan zal de Schepper ook een nieuwe pagina in het werk van Zijn management openslaan! Volgens de wet van de scheuten van de lente, de rijping van de zomer, de herfstoogst en de opslag van de winter die door de Schepper is vastgesteld, zullen alle dingen weergalmen van het plan van het management van de Schepper, en zij zullen hun eigen nieuwe dag, nieuw begin en nieuwe levensloop verwelkomen en ze zullen zich spoedig in eindeloze reeksen vermenigvuldigen om elke dag onder de soevereiniteit van het gezag van de Schepper te verwelkomen …

Geen van de gemaakte en niet-gecreëerde wezens kan de identiteit van de Schepper vervangen

Vanaf het moment dat Hij de schepping van alle dingen begon, werd de kracht van God uitgedrukt en onthuld, want God gebruikte woorden om alles te scheppen. Ongeacht op welke manier Hij ze heeft geschapen, ongeacht waarom Hij ze heeft geschapen, alle dingen zijn ontstaan en stonden vast en bestonden door de woorden van God en dit is het unieke gezag van de Schepper. In de tijd voordat de mensheid op de wereld verscheen, gebruikte de Schepper Zijn macht en gezag om alle dingen voor de mensheid te scheppen en gebruikte Hij Zijn unieke methoden om een geschikte leefomgeving voor de mensheid te bereiden. Alles wat Hij deed was in voorbereiding op de mensheid, die spoedig Zijn adem zou ontvangen. Dat wil zeggen, in de tijd voordat de mensheid werd geschapen, werd het gezag van God getoond in alle wezens die anders waren dan de mensheid, in dingen die zo groot zijn als de hemelen, de lichten, de zeeën en het land en in dingen die zo klein zijn als dieren en vogels, evenals in alle soorten insecten en micro-organismen, waaronder verschillende bacteriën die onzichtbaar zijn voor het blote oog. Elk van hen werd door de woorden van de Schepper tot leven gewekt en elk van hen verspreidde zich door de woorden van de Schepper en elk van hen leefde onder de soevereiniteit van de Schepper door de woorden van de Schepper. Hoewel ze de adem van de Schepper niet ontvingen, toonden ze nog steeds het leven en de vitaliteit die de Schepper hen schonk door hun verschillende vormen en structuren; hoewel ze niet het vermogen ontvingen om net als de mensen te spreken, kregen ze allen een manier om hun leven te laten zien dat door de Schepper aan hen was geschonken op een manier die verschilde van de taal van de mens. Het gezag van de Schepper geeft niet alleen de vitaliteit van het leven aan ogenschijnlijk statische materiële objecten, zodat ze nooit zullen verdwijnen, maar geeft bovendien het instinct om zich te vermenigvuldigen aan elk levend wezen, zodat ze nooit zullen verdwijnen en zodat zij generatie na generatie de wetten en beginselen van overleving zullen overdragen die hun door de Schepper zijn geschonken. De manier waarop de Schepper Zijn gezag uitoefent, houdt niet star vast aan een macro- of micro-gezichtspunt en is niet beperkt tot welke vorm dan ook; Hij is in staat om de handelingen van het universum te gebieden en de soevereiniteit te behouden over het leven en de dood van alle dingen en bovendien is Hij in staat om alle dingen te arrangeren zodat zij Hem dienen; Hij kan de werking van alle bergen, rivieren en meren managen en alle dingen die erin zijn regeren en bovendien kan Hij voorzien in alles wat nodig is voor alle dingen. Dit is de manifestatie van het unieke gezag van de Schepper over alle dingen naast de mensheid. Zo’n openbaring is niet alleen voor een heel leven en zal nooit ophouden of rusten en kan niet worden veranderd of beschadigd door een persoon of ding, noch kan het worden toegevoegd aan of verminderd door een persoon of ding − want niemand kan de identiteit vervangen van de Schepper en daarom kan het gezag van de Schepper niet worden vervangen door een geschapen wezen en is het onbereikbaar voor een niet-geschapen wezen. Neem bijvoorbeeld Gods boodschappers en engelen. Zij bezitten niet de kracht van God en evenmin hebben zij het gezag van de Schepper en de reden waarom zij niet de macht en het gezag van God hebben, is omdat zij niet het wezen van de Schepper bezitten. De niet-geschapen wezens, zoals Gods boodschappers en engelen, hoewel ze sommige dingen namens God kunnen doen, kunnen ze God niet vertegenwoordigen. Hoewel ze soms krachten bezitten die de mens niet bezit, bezitten ze niet het gezag van God, ze bezitten niet het gezag van God om alle dingen te scheppen en alle dingen te bevelen, en de soevereiniteit over alle dingen te behouden. En dus kan het unieke karakter van God niet worden vervangen door een niet-geschapen wezen, en evenzo kan het gezag en de kracht van God niet worden vervangen door een niet-geschapen wezen. Heb je in de Bijbel gelezen over een boodschapper van God die alle dingen heeft geschapen? En waarom stuurde God geen van Zijn boodschappers of engelen om alle dingen te scheppen? Omdat ze niet het gezag van God hadden en dus niet het vermogen hadden om het gezag van God uit te oefenen. Net als alle schepselen staan ze allemaal onder de soevereiniteit en het gezag van de Schepper en op dezelfde manier is de Schepper ook hun God en is Hij ook hun Koning. Onder elk van hen − of ze nu nobel of nederig zijn, met een grote of minder grote macht − is er niet één die het gezag van de Schepper kan overtreffen, en onder hen is er ook niet één, die de identiteit van de Schepper kan vervangen. Ze zullen nooit God worden genoemd en zullen nooit de Schepper kunnen worden. Dit zijn onveranderbare waarheden en feiten!

Kunnen we op basis van bovenstaande communicatie het volgende beweren: alleen de Schepper en Heerser van alle dingen, Hij die het unieke gezag en de unieke kracht bezit, kan Hij de unieke God Zelf worden genoemd? Op dit moment kunnen jullie het gevoel hebben dat een dergelijke vraag te diep gaat. Jullie zijn voorlopig niet in staat om het te begrijpen, en jullie kunnen de essentie hiervan niet waarnemen en dus zullen jullie op het moment vinden dat deze vraag moeilijk te beantwoorden is. In dat geval zal ik doorgaan met mijn communicatie. Vervolgens zal ik jullie de gelegenheid geven om de feitelijke daden van de vele aspecten van het gezag en de macht te zien die alleen God bezit en op die manier zal ik jullie de gelegenheid geven om het unieke van God echt te begrijpen, waarderen en kennen en wat wordt bedoeld met het unieke gezag van God.

2.God gebruikt Zijn woorden om een verbond met de mens tot stand te brengen

Gen. 9:11-13 Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. En dit,’ zei God, ‘zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde.

Nadat Hij alle dingen heeft gemaakt, wordt het gezag van de Schepper nogmaals bevestigd en getoond in het verbond van de regenboog

Het gezag van de Schepper wordt altijd getoond aan en uitgeoefend voor alle schepselen en Hij bepaalt niet alleen het lot van alle dingen, maar regeert ook de mensheid, het speciale schepsel dat Hij met Zijn eigen handen schiep en wat een andere levensstructuur bezit en in een andere levensvorm bestaat. Nadat Hij alle dingen had gemaakt, bleef de Schepper Zijn gezag en macht uitdrukken; voor Hem begon het gezag waarmee Hij soevereiniteit had over alle dingen en het lot van de gehele mensheid, formeel pas toen de mensheid werkelijk door Zijn hand werd geboren. Hij was van plan om de mensheid te managen en de mensheid te regeren. Hij was van plan de mensheid te redden, met de bedoeling om echt een mensheid te verkrijgen, een mensheid te verwerven die alle dingen zou kunnen besturen en Hij was van plan om zulk een mensheid onder Zijn gezag te laten leven en Zijn gezag te kennen en Zijn gezag te gehoorzamen. Dus begon God officieel Zijn gezag onder de mens te uiten door Zijn woorden te gebruiken en begon Zijn gezag te gebruiken om Zijn woorden te realiseren. Natuurlijk werd Gods gezag tijdens dit proces op alle plaatsen getoond; ik heb slechts enkele specifieke, bekende voorbeelden uitgekozen waaruit jullie het unieke karakter van God kunnen begrijpen en kennen en het unieke gezag van God kunnen begrijpen en kennen.

Er is een overeenkomst tussen de passage in Genesis 9: 11-13 en de passages hierboven met betrekking tot het verslag van Gods schepping van de wereld, maar er is ook een verschil. Wat is de gelijkenis? De gelijkenis ligt in Gods woordgebruik om dat te doen wat Hij bedoelde en het verschil is dat deze passage Gods gesprek met de mens is, waarin Hij een verbond met de mens heeft gesloten en de mens heeft verteld wat er in het verbond besloten ligt. Hieruit blijkt dat Gods gezag werd voltooid tijdens Zijn dialoog met de mens, wat wil zeggen dat, vóór de schepping van de mensheid, Gods woorden instructies en bevelen waren, die aan de schepselen waren gegeven die Hij wilde scheppen. Maar nu was er iemand die de woorden van God kon horen, en daarom waren Zijn woorden zowel een dialoog met de mens, als een vermaning en aansporing voor de mens en bovendien werden er geboden gegeven aan alle dingen die Zijn gezag droegen.

Welke daad van God wordt in deze passage vastgelegd? Het registreert het verbond dat God met de mens sloot na Zijn vernietiging van de wereld door de zondvloed, het vertelt de mens dat God niet opnieuw zo’n vernietiging van de wereld zou aanrichten en dat God daartoe een teken gaf − en wat was dit teken? In de Schrift wordt gezegd: “ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde.” Dit zijn de oorspronkelijke woorden die de Schepper tot de mensheid heeft gesproken. Terwijl Hij deze woorden uitsprak, verscheen er een regenboog voor de ogen van de mens, die tot op de dag van vandaag zichtbaar is. Iedereen heeft wel eens zo’n regenboog gezien en wanneer je die ziet, weet je ook hoe deze verschijnt? De wetenschap is niet in staat om dat aan te tonen, of om de bron ervan te vinden, of om de verblijfplaats te identificeren. Dat komt omdat de regenboog een teken is van het verbond tussen de Schepper en de mens; het vereist geen wetenschappelijke basis, het is niet gemaakt door de mens, noch is de mens in staat om het te veranderen. Het is een voortzetting van het gezag van de Schepper nadat Hij Zijn woorden sprak. De Schepper gebruikte Zijn eigen specifieke methode om Zich aan Zijn verbond met de mens en Zijn belofte te houden en daarom was Zijn gebruik van de regenboog een teken van het verbond dat Hij had gevestigd, een hemels bevel en een wet die voor altijd onveranderd zal blijven, of het nu gaat om de Schepper of de geschapen mensheid. Toch is deze onveranderlijke wet, het moet gezegd worden, wederom een ware manifestatie van het gezag van de Schepper na Zijn schepping van alle dingen en het moet gezegd worden dat het gezag en de kracht van de Schepper geen grenzen kent; Zijn gebruik van de regenboog als een teken is een voortzetting en uitbreiding van het gezag van de Schepper. Dit was weer een handeling uitgevoerd door God die Zijn woorden gebruikte en het was een teken van het verbond dat God met de mens had gesloten met woorden. Hij vertelde de mens van hetgeen Hij besloot tot stand te brengen en op welke manier het zou worden vervuld en bereikt en op deze manier gebeurde het volgens het woord van God. Alleen God is zo machtig en vandaag, vele duizenden jaren nadat Hij deze woorden sprak, kan de mens nog steeds naar de regenboog kijken zoals die is ontstaan door het woord van God. Vanwege die woorden, uitgesproken door God, is dit onveranderd gebleven tot op de dag van vandaag. Niemand kan deze regenboog verwijderen, niemand kan zijn wetten veranderen en deze is ontstaan door het woord van God. Dit is precies het gezag van God. “Gods woord is betrouwbaar en Zijn woord zal worden volbracht en dat wat volbracht is, duurt voor eeuwig.” Dergelijke woorden worden hier duidelijk gemanifesteerd en het is een duidelijk teken en kenmerk van het gezag en de macht van God. Zo’n teken of kenmerk is niet het bezit van, of wordt gezien in een van de geschapen wezens, noch wordt het gezien in een van de niet-geschapen wezens. Het behoort alleen toe aan de unieke God en onderscheidt de identiteit en het wezen dat alleen de Schepper bezit, van die van de schepselen. Tegelijkertijd is het ook een teken en kenmerk dat, afgezien van God Zelf, nooit kan worden overtroffen door een geschapen of niet-geschapen wezen.

Het sluiten van Gods verbond met de mens was een daad van groot belang en één die Hij wilde gebruiken om een feit met de mens te communiceren en de mens Zijn wil te vertellen en met dit doel gebruikte Hij een unieke methode, Hij maakte gebruik van een speciaal teken voor een verbond met de mens, een teken dat een belofte was van het verbond dat Hij met de mens had gesloten. Dus was de oprichting van dit verbond een grote gebeurtenis? En hoe geweldig was het eigenlijk? Dit is precies wat zo bijzonder is aan het verbond: het is geen verbond tussen de ene mens en de andere, of de ene groep en de andere, of het ene land en het andere, maar een verbond tussen de Schepper en de hele mensheid, en het blijft geldig tot de dag dat de Schepper aan alle dingen een einde maakt. De uitvoerder van dit verbond is de Schepper en Degene die het onderhoudt is ook de Schepper. Kortom, het geheel van het regenboogverbond dat met de mensheid was gesloten, werd vervuld en bereikt volgens de dialoog tussen de Schepper en de mensheid en is tot nu toe zo gebleven. Wat kunnen de schepselen anders doen dan zich onderwerpen aan, gehoorzamen en geloven en waarderen, getuigenis geven en het gezag van de Schepper loven? Want niemand anders dan de unieke God bezit de kracht om zo’n verbond te sluiten. Het verschijnen van de regenboog kondigt het keer op keer aan de mensheid aan en vestigt zijn aandacht op het verbond tussen de Schepper en de mensheid. In de voortdurende verschijning van de regenboog als teken van het verbond tussen de Schepper en de mensheid is wat de mensheid wordt getoond geen regenboog of het verbond zelf, maar het onveranderlijke gezag van de Schepper. Het verschijnen van de regenboog, keer op keer, toont de enorme en wonderbaarlijke daden van de Schepper op verborgen plaatsen en is tegelijkertijd een essentiële weerspiegeling van het gezag van de Schepper dat nooit zal vervagen en nooit zal veranderen. Is dit niet een weergave van een ander aspect van het unieke gezag van de Schepper?

3. De zegeningen van God

Gen. 17:4-6 Ik doe jou deze belofte: je zult de stamvader worden van een menigte volken. Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want ik maak je de vader van vele volken. Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Er zullen veel volken uit je voortkomen en onder je nazaten zullen koningen zijn.

Gen. 18:18-19 Abraham zal immers zeker tot een groot en machtig volk uitgroeien. Alle volken van de aarde zullen bovendien met hem zegen ontvangen. Want ik ken hem, ik weet dat hij aan zijn kinderen en de generaties daarna opdracht zal geven om de weg van Jehova in acht te nemen, om gerechtigheid en recht te doen. Dan zal Jehova Abraham zegenen met wat Hij hem heeft beloofd.

Gen. 22:16-18 ‘Ik heb bij mijzelf gezworen,’ zegt Jehova: ‘Omdat je dit gedaan hebt en je zoon, je enige zoon, niet van mij hebt weggehouden, zal ik je volop zegenen. Ik zal je nakomelingen zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en als de zandkorrels van het strand aan de zee. Je nakomelingen zullen de poort van hun vijanden in bezit nemen. En door jouw nageslacht zullen alle volken van de aarde worden gezegend, omdat jij mijn stem hebt gehoorzaamd.’

Job. 42:12 En Jehova zegende Job later nog meer dan in het begin. Hij bezat uiteindelijk veertienduizend schapen, zesduizend kamelen, duizend span runderen en duizend ezelinnen.

De unieke manier en kenmerken van de uitspraken van de Schepper zijn een symbool van de unieke identiteit en het gezag van de Schepper

Velen willen de zegeningen van God zoeken en krijgen, maar niet iedereen kan deze zegeningen krijgen, want God heeft Zijn eigen principes en zegent de mens op Zijn eigen manier. De beloften die God de mens doet en de omvang van de genade die Hij de mens schenkt, worden toegewezen naar aanleiding van de gedachten en daden van de mens. Wat wordt er dus aangetoond door de zegeningen van God? Wat kunnen mensen daarin zien? Laten we op dit gebied de discussie over wat voor soort mensen God zegent, of de principes van Gods zegening van de mens terzijde schuiven. Laten we in plaats daarvan naar Gods zegen voor de mens kijken met de bedoeling om het gezag van God te kennen, vanuit het perspectief van het leren kennen van het gezag van God.

De vier gedeeltes uit de Schrift hierboven zijn allemaal verhalen over Gods zegen voor de mens. Ze geven een gedetailleerde beschrijving van de ontvangers van Gods zegeningen, zoals Abraham en Job, evenals van de redenen waarom God Zijn zegeningen schonk en van wat er in deze zegeningen besloten ligt. De toon en de manier waarop God zich uitspreekt en het perspectief en de positie van waaruit Hij sprak, stellen mensen in staat te waarderen dat Degene die zegeningen geeft en de ontvanger van dergelijke zegeningen, een duidelijk verschillende identiteit, status en wezen hebben. De toon en manier waarop deze uitspaken worden gedaan en de positie van waaruit ze werden gesproken, zijn uniek voor God, die de identiteit van de Schepper bezit. Hij heeft gezag en macht, Hem komt de eer toe van de Schepper, Hij bezit majesteit waar niemand aan twijfelt.

Laten we eerst naar Gen. 17: 4-6 kijken: “Ik doe jou deze belofte: je zult de stamvader worden van een menigte volken. Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want ik maak je de vader van vele volken. Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Er zullen veel volken uit je voortkomen en onder je nazaten zullen koningen zijn.” Dit waren de woorden van het verbond dat God met Abraham vestigde, evenals de zegen van God aan Abraham: God zou Abraham tot vader maken van naties, zou hem buitengewoon vruchtbaar maken en naties en koningen zouden uit hem voortkomen. Hoe zie je het gezag van God in deze woorden? En hoe zie je een dusdanig gezag? Welk aspect van het wezen van Gods gezag zie je? Als je deze woorden goed leest, is het niet moeilijk om te ontdekken dat het gezag en de identiteit van God duidelijk geopenbaard zijn in de bewoordingen waarmee God Zich uit. Bijvoorbeeld, wanneer God zegt: “Ik doe jou deze belofte: je zult … ik maak je … Ik zal je … maken …”, uitdrukkingen als “je zult” en “Ik zal”, waarvan de bewoording de bevestiging van Gods identiteit en gezag dragen, zijn in één opzicht een indicatie van de trouw van de Schepper; in een ander opzicht zijn het speciale woorden die door God worden gebruikt, die de identiteit van de Schepper bezitten − en die ook deel uitmaken van het conventionele vocabulaire. Als iemand zegt dat hij of zij hoopt dat een ander heel vruchtbaar zal zijn, dat naties en koningen uit hem of haar zullen voortkomen, dan is dat ongetwijfeld een soort wens en geen belofte of zegening. Dus mensen durven niet te zeggen: “Ik zal je … maken van dergelijke en dergelijke, en ik zal … zus en zo”, want zij weten dat zij niet die macht bezitten; het is niet aan hen en zelfs als ze zoiets zeggen, zouden hun woorden leeg zijn en onzin, ingegeven door hun verlangen en ambitie. Durft iemand op zo’n hoge toon spreken als hij weet dat hij of zij die wensen niet kan vervullen? Iedereen wenst zijn nakomelingen het beste en hoopt dat ze zullen uitblinken en veel succes zullen hebben. Wat een groot geluk zou het voor een van hen zijn om keizer te worden! Als iemand gouverneur zou worden, zou dat ook al goed zijn − zo lang iemand maar belangrijk is! Dit zijn menselijke wensen, maar mensen kunnen alleen zegeningen toewensen aan hun nazaten en kunnen dit soort beloftes niet vervullen of waarmaken. In zijn hart weet iedereen heel goed dat hij of zij niet de macht heeft om zulke dingen te bereiken, want wanneer dit alles al buiten hun macht ligt, hoe zouden ze dan het lot van anderen kunnen bepalen? Terwijl de reden waarom God zulke woorden kan zeggen, ligt in het feit dat God dit gezag bezit en in staat is om alle beloften die Hij de mens doet te vervullen en te realiseren en om alle zegeningen die Hij de mens schenkt uit te laten komen. De mens is door God geschapen en het is voor God kinderspel om iemand buitengewoon vruchtbaar te maken; om iemands afstammelingen welvarend te maken is slechts een woord van Hem genoeg. Hij zou Zich voor zoiets nooit in het zweet hoeven werken, of Zijn geest op de proef stellen, of Zichzelf in bochten te draaien; hierin ligt juist de kracht en het gezag van God.

Wanneer je leest “Abraham zal immers zeker tot een groot en machtig volk uitgroeien. Alle volken van de aarde zullen bovendien met hem zegen ontvangen” in Genesis 18:18, kunnen jullie dan het gezag van God voelen? Kunnen jullie het buitengewone van de Schepper voelen? Kunnen jullie de heerschappij van de Schepper voelen? De woorden van God zijn zeker. God zegt dergelijke woorden niet vanwege, of als een weergave van Zijn vertrouwen in succes; ze zijn juist een bewijs van het gezag van Gods uitspraken en zijn een gebod dat de woorden van God waarmaakt. Er zijn twee uitdrukkingen waar jullie hier aandacht aan moeten besteden. Wanneer God zegt: “Abraham zal immers zeker tot een groot en machtig volk uitgroeien. Alle volken van de aarde zullen bovendien met hem zegen ontvangen.” is er dan enige dubbelzinnigheid in deze woorden? Is er enig punt van zorg? Is er enig element van angst? Omdat de woorden “zal immers zeker” en “zullen” onderdeel zijn van Gods uitspraken, hebben deze elementen, die kenmerkend zijn voor mensen en vaak in hen worden getoond, nooit enige relatie met die van de Schepper gehad. Niemand zou dergelijke woorden durven gebruiken als hij anderen het beste wenst, niemand zou met een dergelijke zekerheid iemand anders durven zegenen met een grote en machtige natie, of beloven dat alle naties van de aarde in hem gezegend zullen zijn. Hoe zekerder de belofte in de woorden van God, hoe meer ze iets bewijzen − en wat is dat iets? Ze bewijzen dat God dit gezag heeft, dat Zijn gezag deze dingen kan volbrengen en dat hun vervulling volkomen zeker is. God was zeker in Zijn hart van alles waar Hij Abraham mee zegende, Hij vertoonde niet de minste aarzeling. Bovendien zou dit alles in overeenstemming met Zijn woorden worden bereikt en zou geen enkele kracht de vervulling ervan kunnen veranderen, belemmeren, schaden of verstoren. Ongeacht wat er gebeurde, niets kon de vervulling van Gods woorden intrekken of beïnvloeden. Dit is juist de macht van de woorden die van de Schepper komen en het gezag van de Schepper die geen ontkenning van de mens duldt! Twijfel je nog steeds als je deze woorden hebt gelezen? Deze woorden werden gesproken door de mond van God, en er is kracht, majesteit en gezag in de woorden van God. Zulke macht en zulk gezag, en de onvermijdelijkheid van de vervulling van feiten, zijn onbereikbaar voor een geschapen of niet-geschapen wezen, en onovertrefbaar door een geschapen of niet-geschapen wezen. Alleen de Schepper kan op zo’n toon en met zo’n intonatie met de mensheid praten en feiten hebben bewezen dat Zijn beloften geen lege woorden zijn, of nutteloze opschepperij, maar de uitdrukking zijn van het unieke gezag dat niet te overtreffen is door een persoon, ding of object.

Wat is het verschil tussen de woorden die door God worden gesproken en de woorden die door de mens worden gesproken? Wanneer je deze woorden leest die door God zijn gesproken, voel je de kracht van Gods woorden en het gezag van God. Hoe voel je je wanneer je mensen zulke woorden hoort zeggen? Vind je dat ze extreem arrogant en opschepperig zijn en een show van zichzelf maken? Want zij hebben deze macht niet, zij bezitten niet dit gezag en daarom zijn zij helemaal niet in staat om dergelijke dingen te bereiken. Dat ze zo zeker zijn van hun beloftes, toont alleen de zorgeloosheid van hun opmerkingen aan. Als iemand zulke woorden zegt, dan zijn ze ongetwijfeld arrogant en overmoedig en onthullen ze gelijk dat dit een klassiek voorbeeld is van de gezindheid van de aartsengel. Deze woorden kwamen uit de mond van God; voel je hier enig element van arrogantie? Heb je het gevoel dat Gods woorden gewoon een grap zijn? De woorden van God hebben gezag, de woorden van God zijn feitelijk, en voordat de woorden uit Zijn mond komen, wat wil zeggen, wanneer Hij de beslissing neemt om iets te doen, dan is dat wat Hij zegt al volbracht. Men kan zeggen dat alles wat God tegen Abraham zei een verbond was dat God met Abraham had gesloten en een belofte die God aan Abraham had gedaan. Deze belofte was een vaststaand feit, maar ook een voldongen feit en deze feiten werden geleidelijk vervuld volgens het plan dat God in gedachten had. Dus als God zulke woorden zegt, betekent dat niet dat Hij een arrogante gezindheid heeft, want God is in staat om zulke dingen te doen. Hij heeft zoveel macht en gezag en is volledig in staat om deze daden te bereiken, en hun vervulling ligt volledig binnen Zijn bereik. Wanneer woorden zoals deze worden uitgesproken door God, zijn ze een openbaring en een uitdrukking van Gods ware gezindheid, een perfecte openbaring en manifestatie van het wezen en het gezag van God en er is niets dat geschikter is als bewijs van de identiteit van de Schepper. De manier, toon en bewoording van dergelijke uitspraken zijn nou juist het kenmerk van de identiteit van de Schepper en ze komen perfect overeen met de uitdrukking van Gods eigen identiteit en daarin is geen schijn of onzuiverheid; ze zijn, volkomen de perfecte demonstratie van het wezen en het gezag van de Schepper. Wat de schepselen betreft, zij bezitten noch dit gezag, noch het wezen, en nog minder bezitten zij de kracht die door God is gegeven. Als de mens dergelijk gedrag vertoont, dan zou het zeker de explosie van zijn verdorven gezindheid zijn en dat zou te maken hebben met de bemoeizuchtige invloed van de arrogantie en de wilde ambitie van de mens en de blootstelling van de kwaadaardige bedoelingen van niemand minder dan de duivel, Satan, die mensen wil bedriegen en verleiden om God te verraden. En hoe beoordeelt God datgene wat door dergelijke taal geopenbaard wordt? God zou zeggen dat je je Zijn plaats wilt toe-eigenen en dat je Hem wilt nabootsen en vervangen. Wanneer je de toon van Gods uitspraken imiteert is het je bedoeling om de plaats van God in te nemen in de harten van mensen, om je de mensheid toe te eigenen die rechtmatig behoort aan God. Dit is Satan, puur en eenvoudig; dit zijn de daden van de afstammelingen van de aartsengel, en onverdraaglijk voor de hemel! Zijn er onder jullie mensen die ooit God hebben nagebootst door een paar woorden te spreken, met de bedoeling mensen te misleiden en te bedriegen, en hen het gevoel te geven dat de woorden en daden van deze persoon het gezag en de macht van God droegen, alsof het wezen en de identiteit van deze persoon uniek was, en zelfs alsof de toon van de woorden van deze persoon vergelijkbaar was met die van God? Hebben jullie ooit zoiets gedaan? Hebben jullie ooit de toon van God nagebootst in jullie toespraken, met de gebaren die ogenschijnlijk de gezindheid van God vertegenwoordigen, met de veronderstelde macht en het veronderstelde gezag? Handelen de meesten van jullie vaak op zo’n manier, of zijn jullie dat van plan? Nu, wanneer jullie echt het gezag van de Schepper zien, waarnemen en kennen en terugkijken op wat jullie deden, en van jezelf lieten zien, voelen jullie je dan misselijk? Erkennen jullie je laaghartigheid en schaamteloosheid? Als je de gezindheid en het wezen van zulke mensen hebt ontleed, kan er dan van worden gezegd dat ze vervloekte hellekinderen zijn? Kan men zeggen dat iedereen die zulke dingen doet, zichzelf vernedert? Weten jullie hoe ernstig dit is? Hoe ernstig dan? De bedoeling van mensen die op deze manier handelen is om God te imiteren. Ze willen God zijn en mensen zich als God laten aanbidden. Ze willen Gods plaats in het hart van mensen teniet doen en de God die bij de mens werkt afschaffen om te bereiken dat ze mensen beheersen, verslinden en in bezit nemen. Iedereen heeft zulke onbewuste verlangens en ambities en in iedereen leeft in zo’n verdorven satanische manier van doen en leeft in zo’n satanische aard waarin ze vijandig tegenover God staan en God verraden en God willen worden. Als jullie mijn communicatie volgen, over het onderwerp van Gods gezag, hebben jullie nu nog steeds de wens of het streven om God te imiteren? En willen jullie nog steeds God zijn? Willen jullie nog steeds God worden? Het gezag van God kan door de mens niet worden nagebootst en de identiteit en status van God kan niet door de mens worden geimiteerd. Hoewel je in staat bent om de toon waarmee God spreekt te imiteren, kun je het wezen van God niet imiteren. Hoewel je in staat bent om in Gods plaats te staan en jezelf als God voor te doen, zul je nooit in staat zijn om datgene te doen wat God van plan is te doen en zul je nooit in staat zijn om over alles te heersen en te bevelen. In de ogen van God, zul je voor altijd een klein schepsel zijn en ongeacht hoe geweldig je vaardigheden en bekwaamheden zijn, ongeacht hoeveel talenten je hebt, als geheel sta je onder de heerschappij van de Schepper. Hoewel je in staat bent om enkele brutale woorden te zeggen, kan dat niet aantonen dat je het wezen van de Schepper hebt, noch dat je het gezag van de Schepper bezit. Het gezag en de macht van God zijn het wezen van God Zelf. Ze werden niet geleerd, of extern toegevoegd, maar zijn het inherente wezen van God Zelf. En daarom kan de relatie tussen de Schepper en de schepselen nooit worden veranderd. Als een van schepselen moet de mens zijn eigen positie behouden en zich gewetensvol gedragen en plichtsgetrouw waken over wat hem is toevertrouwd door de Schepper. En de mens moet niet uit de pas gaan lopen of dingen doen die zijn bereik te boven gaan of dingen doen die walgelijk zijn in de ogen van God. De mens moet niet proberen groot of uitzonderlijk te zijn of boven anderen te staan, noch moet hij God proberen te worden. Zo zouden mensen niet moeten willen zijn. Groot of uitzonderlijk willen worden is absurd. God willen worden is nog schandelijker; het is walgelijk en verachtelijk. Wat prijzenswaardig is en waar de schepselen zich boven alles aan zouden moeten houden, is een waarachtig echt schepsel te worden; dit is het enige doel dat alle mensen moeten nastreven.

Het gezag van de Schepper wordt niet beperkt door tijd, ruimte of plaats, en het gezag van de Schepper is van onschatbare waarde

Laten we naar Genesis 22: 17-18 kijken. Dit is nog een passage waarin Jehova God spreekt, en waarin Hij tegen Abraham zei: “zal ik je volop zegenen. Ik zal je nakomelingen zo talrijk maken als de sterren aan de hemel en als de zandkorrels van het strand aan de zee. Je nakomelingen zullen de poort van hun vijanden in bezit nemen. En door jouw nageslacht zullen alle volken van de aarde worden gezegend, omdat jij mijn stem hebt gehoorzaamd.” Jehova God zegende Abraham vele malen zodat zijn nageslacht zich zou vermenigvuldigen − en in welke mate? In de Schrift staat: “als de sterren aan de hemel en als de zandkorrels van het strand aan de zee.” Dat wil zeggen dat God Abraham een nageslacht wilde geven dat zo talrijk was als de sterren van de hemel en zo overvloedig als het zand aan de kust. God sprak in beelden, en met deze beelden is het niet moeilijk te zien dat God niet slechts één, twee of zelfs duizenden nakomelingen aan Abraham zou schenken, maar een ontelbaar aantal, zodanig dat ze een veelheid van naties zouden worden, want God beloofde Abraham dat hij de vader van vele naties zou zijn. En werd dat aantal door de mens bepaald, of werd het door God bepaald? Kan de mens bepalen hoeveel nakomelingen hij heeft? Is dat aan hem? Het is zelfs niet aan de mens of hij er een aantal heeft of niet, laat staan zoveel als “de sterren aan de hemel en als de zandkorrels van het strand aan de zee.” Wie wenst niet dat zijn nakomelingen zo talrijk zullen zijn als de sterren? Helaas, dingen gebeuren niet altijd zoals jij wilt. Ongeacht hoe bekwaam of capabel de mens is, het is niet aan hem; niemand kan ontkomen aan datgene dat door God is ingesteld. Hoezeer Hij je geeft is hoeveel je hebt: Als God je een beetje geeft, zul je nooit veel hebben, en als God je veel geeft, heeft het geen zin jezelf kwalijk te nemen dat je veel hebt gekregen. Nietwaar? Dit alles is aan God, niet aan de mens! De mens wordt geregeerd door God en niemand is daarvan vrijgesteld!

Toen God zei: “Ik zal je nakomelingen zo talrijk maken”, was dit een verbond dat God met Abraham sloot, en net als het regenboogverbond zou het tot in eeuwigheid worden volbracht, en het was ook een belofte die God aan Abraham had gedaan. Alleen God is gekwalificeerd en in staat om deze belofte waar te maken. Ongeacht of de mens het al dan niet gelooft, ongeacht of de mens het aanvaardt of niet, en ongeacht hoe de mens het ziet, en hoe hij er tegenaan kijkt, zal dit alles in de letterlijke zin worden vervuld, volgens de woorden van God. De woorden van God zullen niet veranderd worden vanwege veranderingen in de wil of opvattingen van de mens en zullen niet veranderd worden vanwege veranderingen in een persoon, ding of object. Alle dingen kunnen verdwijnen, maar de woorden van God zullen voor altijd blijven. Integendeel, de dag dat alle dingen verdwijnen, is precies de dag waarop de woorden van God volledig zijn vervuld, want Hij is de Schepper en Hij bezit het gezag van de Schepper en de kracht van de Schepper en Hij controleert alle dingen en alle levenskracht; Hij is in staat om iets uit niets tevoorschijn te brengen, of iets niets te laten worden, en Hij regeert de transformatie van alle dingen van levend naar dood, en dus voor God kan er niets eenvoudiger zijn dan iemands zaad vermenigvuldigen. Dit klinkt fantastisch voor de mens, als een sprookje, maar voor God is datgene wat Hij besluit te doen en belooft te doen, niet fantastisch, noch een sprookje. In plaats daarvan is het een feit dat God al heeft gezien en dat zeker zal worden volbracht. Hebben jullie dit begrepen? Tonen de feiten aan dat de afstammelingen van Abraham talrijk waren? En hoe talrijk? Zoveel als “de sterren aan de hemel en als de zandkorrels van het strand aan de zee” zoals God heeft gezegd? Hebben ze zich verspreid over alle landen en streken, naar elke plaats in de wereld? En waardoor is dit bereikt? Door het gezag van Gods woorden? Gedurende enkele honderden of duizenden jaren nadat de woorden van God waren uitgesproken, werden de woorden van God blijvend vervuld en werden steeds feiten; dit is de macht van Gods woorden en het bewijs van het gezag van God. Toen God alle dingen in het begin schiep, zei God: er zij licht en er was licht. Dit gebeurde zeer snel, het werd in een zeer korte tijd vervuld en er was geen vertraging voor de vervulling; Gods woorden hadden onmiddellijk gevolgen. Beide waren een tentoonspreiding van Gods gezag, maar toen God Abraham zegende, liet Hij de mens een andere kant zien van het wezen van Gods gezag, en Hij stond de mens toe om de onschatbaarheid van het gezag van de Schepper te zien, en bovendien liet Hij de mens een meer reële, voortreffelijke kant van het gezag van de Schepper zien.

Zodra de woorden van God zijn uitgesproken, neemt het gezag van God de leiding over dit werk, en datgene wat God beloofd heeft wordt geleidelijk een realiteit. Allereerst komen er overal veranderingen als resultaat van de woorden van God: de lente komt, het gras kleurt groen, de bloemen bloeien, de knoppen uit de bomen ontspringen, de vogels beginnen te zingen, de ganzen komen terug en de velden wemelen van de mensen … Met de komst van de lente worden alle dingen verjongd en dit is de wonderbaarlijke daad van de Schepper. Wanneer God Zijn beloften gestand doet, vernieuwen en veranderen alle dingen in de hemel en op aarde in overeenstemming met de gedachten van God – niets en niemand uitgezonderd. Wanneer een verbintenis of belofte wordt uitgesproken door God, dienen alle dingen haar vervulling en worden ze gerangschikt omwille van die vervulling en alle schepselen worden georkestreerd en gearrangeerd onder de heerschappij van de Schepper en spelen hun respectievelijke rol en dienen hun respectievelijke functie. Dit is de openbaring van het gezag van de Schepper. Wat zie je hierin? Hoe ken je het gezag van God? Is er een omvang aan Gods gezag? Is er een tijdslimiet? Kan er gezegd worden dat het een bepaalde hoogte of een bepaalde lengte is? Kan er gezegd worden dat deze een bepaalde maat of sterkte heeft? Kan deze worden gemeten aan de hand van de afmetingen van de mens? Het gezag van God flitst niet aan en uit, komt en gaat niet, en er is niemand die kan meten hoe groot Zijn gezag is. Ongeacht hoeveel tijd er verstrijkt, wanneer God een persoon zegent, zal deze zegening voortgaan en de voortzetting daarvan zal getuigen van het onschatbare gezag van God en de mensheid de mogelijkheid geven te aanschouwen dat de onuitblusbare levenskracht van de Schepper, telkens weer terugkeert. Elk vertoon van Zijn gezag is de perfecte demonstratie van Zijn woorden en dit wordt aan alle dingen en aan de mensheid getoond. Wat meer is, alles wat is bereikt door Zijn gezag is voortreffelijk, ongeëvenaard en volkomen volmaakt. Men kan zeggen dat Zijn gedachten, Zijn woorden, Zijn gezag en al het werk dat Hij volbrengt een onvergelijkelijk mooi beeld vormen en voor de schepselen is de taal van de mensheid niet in staat om de betekenis en waarde ervan te verwoorden. Wanneer God een belofte doet aan een persoon, of het nu is waar ze wonen, of wat ze doen, hun achtergrond voor of nadat ze de belofte hebben ontvangen, of hoe groot de ontreddering in hun leefomgeving is geweest − dit is allemaal zo vertrouwd voor God als de palm van Zijn hand. Het maakt niet uit hoeveel tijd verstrijkt nadat Gods woorden zijn gesproken, voor Hem is het alsof ze zojuist zijn uitgesproken. Dat wil zeggen dat God de macht heeft en zulk gezag heeft, dat Hij elke belofte die Hij aan de mensheid doet, kan volgen, beheersen en realiseren en ongeacht wat de belofte is, ongeacht hoe lang het duurt om deze volledig na te komen en bovendien, ongeacht hoe groot de reikwijdte van de verwezenlijking ervan is − bijvoorbeeld tijd, plaats, ras, enzovoort − deze belofte zal worden vervuld en gerealiseerd en bovendien zal de verwezenlijking en realisatie ervan Hem niet de minste inspanning kosten. En wat bewijst dit? Dat de omvang van Gods gezag en macht voldoende is om het hele universum en de hele mensheid te beheersen. God heeft het licht gemaakt, maar dat betekent niet dat God alleen het licht beheert, of dat Hij alleen het water beheert, omdat Hij het water heeft geschapen, en dat al het andere niets met God te maken heeft. Is dit geen misverstand? Hoewel Gods zegen aan Abraham geleidelijk aan was verdwenen uit de gedachten van de mens na enkele honderden jaren, voor God bleef deze belofte hetzelfde. Deze belofte werd nog steeds nagekomen, dat was nog niet ten einde. De mens heeft nooit geweten of gehoord hoe God Zijn gezag uitoefende, hoe alle dingen georkestreerd en gearrangeerd waren en hoeveel prachtige verhalen zich gedurende deze tijd tussen alle dingen van Gods schepping hebben afgespeeld, maar elk prachtig stuk van de weergave van Gods gezag en de openbaring van Zijn daden werd doorgegeven en verheven onder alle dingen, alles toonde de wonderbaarlijke daden van de Schepper en sprak er over, en elk veel verteld verhaal over de soevereiniteit van de Schepper over alle dingen zal door alle dingen voor altijd verkondigd worden. Het gezag waarmee God alle dingen bestuurt en de kracht van God, toont in alle dingen dat God overal en altijd aanwezig is. Wanneer je getuige bent geweest van de alomtegenwoordigheid van het gezag en de macht van God, zul je zien dat God overal en altijd aanwezig is. Het gezag en de kracht van God worden niet beperkt door tijd, plaats, ruimte of welke persoon, materie of ding dan ook. De omvang van Gods gezag en macht overtreft de verbeeldingskracht van de mens; deze is onmetelijk voor de mens, onvoorstelbaar voor de mens en zal nooit volledig door de mens worden gekend.

Sommige mensen willen het graag bevatten en het zich voor kunnen stellen, maar hoe ver reikt de verbeelding van de mens? Kan deze verbeelding deze wereld overstijgen? Is de mens in staat de authenticiteit en nauwkeurigheid van Gods gezag te bevatten en zich er een voorstelling van te maken? Zijn de conclusies en de verbeeldingskracht van de mens in staat om hem kennis van Gods gezag te laten begrijpen? Kan deze het gezag van God echt naar waarde schatten en zich eraan onderwerpen? De feiten bewijzen dat de conclusies en de verbeeldingskracht van de mens slechts een product zijn van het menselijke intellect en deze bieden niet de minste hulp of voordeel voor het verkrijgen van de kennis van de mens over Gods gezag. Na het lezen van science fiction, kunnen sommigen zich voorstellen hoe de maan en de sterren eruitzien. Maar dit betekent niet dat de mens enig begrip heeft van het gezag van God. De verbeelding van de mens is alleen dat maar: verbeeldingskracht. Van de feiten over deze dingen, dat wil zeggen van hun verbinding met Gods gezag, heeft hij absoluut geen idee. En als je nou naar de maan geweest bent? Toont dit aan dat je een multidimensionaal begrip van Gods gezag hebt? Toont dit aan dat je je de omvang van Gods gezag en macht kunt voorstellen? Aangezien de conclusie en de verbeeldingskracht van de mens niet toereikend zijn om hem het gezag van God te laten kennen, wat moet de mens dan doen? De verstandigste optie zou zijn om geen conclusies te trekken, en je er geen beeld van te vormen, wat betekent dat de mens nooit op zijn verbeelding of conclusies moet vertrouwen als het gaat om het kennen van Gods gezag. Wat wil ik hier tegen jullie zeggen? Kennis van Gods gezag, Gods kracht, Gods eigen identiteit, en Gods wezen kan niet worden bereikt door te vertrouwen op je verbeelding. Aangezien je niet kunt vertrouwen op je verbeeldingskracht om het gezag van God te kennen, hoe kun je dan een ware kennis van Gods gezag bereiken? Door het eten en drinken van de woorden van God, door communicatie en door de woorden van God te ervaren, zul je een geleidelijke ervaring hebben en verificatie van Gods gezag en daardoor zul je een geleidelijk begrip en toenemende kennis ervan verwerven. Dit is de enige manier om de kennis van Gods gezag te verwerven; er is geen kortere weg. Wanneer er aan je gevraagd wordt je geen voorstelling te maken, dan is dat niet hetzelfde als passief blijven zitten en je ondergang af wachten, of niets meer doen. Dat je je brein niet moet gebruiken om over deze dingen te nadenken en je er iets bij voor te stellen, betekent dat je geen logica kunt gebruiken voor het trekken van conclusies, dat je kennis niet kunt gebruiken om te analyseren, niet wetenschap als basis kunt gebruiken, maar in plaats daarvan kun je naar waarde schatten, narekenen en bevestigen dat de God waar jij in gelooft gezag heeft, dat Hij soevereiniteit heeft over je lot, en dat Zijn macht te allen tijde bewijst dat Hij de ware God is, door de woorden van God, de waarheid, door alles wat je in het leven tegenkomt. Dit is de enige manier waarop iemand enig begrip van God kan bereiken. Sommigen zeggen dat ze een eenvoudige manier willen vinden om dit doel te bereiken, maar kunnen jullie zo’n manier bedenken? Ik zeg je dat je niet hoeft na te denken: er is geen andere weg! De enige weg is om gewetensvol en standvastig te weten en na te gaan wat God heeft en is door elk woord dat Hij tot uitdrukking brengt en alles wat Hij doet. Dit is de enige manier om God te kennen. Want wat God heeft en is, en alles wat met God te maken heeft, is niet hol en leeg − maar echt.

De feiten over het bestuur en de heerschappij van de Schepper over alle dingen en levende wezens zeggen alles over het ware bestaan van het gezag van de Schepper

Op dezelfde manier wordt er over Jehova’s zegen aan Job verteld in het boek Job. Wat heeft God aan Job geschonken? “En Jehova zegende Job later nog meer dan in het begin. Hij bezat uiteindelijk veertienduizend schapen, zesduizend kamelen, duizend span runderen en duizend ezelinnen” (Job 42:12). Wat waren deze dingen, die aan Job werden gegeven, vanuit het perspectief van de mens? Waren het de bezittingen van de man? Zou Job met deze bezittingen heel rijk zijn geweest in die tijd? En hoe verwierf hij dergelijke bezittingen? Wat veroorzaakte zijn rijkdom? Het spreekt voor zich dat het dankzij de zegen van God was dat Job deze bezittingen verwierf. Hoe Job deze bezittingen zag, en hoe hij de zegeningen van God beschouwde, is niet iets waar we hier op in zullen gaan. Als het gaat om de zegeningen van God, smachten alle mensen er dag en nacht naar om gezegend te worden door God, toch heeft de mens geen controle over hoeveel bezit hij tijdens zijn leven kan krijgen, of dat hij zegeningen van God kan ontvangen − en dit is een onbetwistbaar feit! God heeft gezag en de macht om alle bezittingen aan de mens te schenken, om mensen toe te staan alle zegen te verkrijgen, maar er is een grondbeginsel in Gods zegeningen. Wat voor soort mensen zegent God? De mensen die Hij leuk vindt, natuurlijk! Abraham en Job waren beiden gezegend door God, maar de zegeningen die ze ontvingen waren niet hetzelfde. God zegende Abraham met nazaten zo talrijk als het zand en de sterren. Toen God Abraham zegende, zorgde Hij ervoor dat het nageslacht van één man, één natie, krachtig en welvarend werd. Hierin regeerde het gezag van God de mensheid, die de adem van God ademde onder alle dingen en levende wezens. Onder de soevereiniteit van Gods gezag leefde en verspreidde deze mensheid zich met een snelheid en een reikwijdte die door God werd bepaald. Met name de levensvatbaarheid, de mate van expansie en de levensverwachting van deze naties maakten allemaal deel uit van Gods plan, en het grondbeginsel van dit alles was volledig gebaseerd op de belofte die God aan Abraham had gedaan. Dat wil zeggen dat, ongeacht de omstandigheden, Gods beloften ongehinderd zouden worden nagekomen en gerealiseerd zouden worden onder de geboden van Gods gezag. In de belofte die God aan Abraham deed, ongeacht de omwentelingen van de wereld, ongeacht het tijdperk, ongeacht de catastrofes die de mensheid zou doorstaan, zouden de afstammelingen van Abraham niet het risico lopen te worden vernietigd, en zou hun natie niet uitsterven. Gods zegen voor Job maakte hem echter buitengewoon rijk. Wat God hem gaf, was een reeks levende, ademende wezens, waarvan de bijzonderheden − hun aantal, hun snelheid van voortplanting, overlevingspercentages, de hoeveelheid vet die ze hadden, enzovoort − ook door God werden beheerst. Hoewel deze levende wezens niet het vermogen hadden om te spreken, maakten zij ook deel uit van de regelingen van de Schepper en Gods regelingen werden uitgevoerd in overeenstemming met de zegen die God aan Job beloofde. In de zegeningen die God aan Abraham en Job gaf, hoewel het beloofde anders was, was het gezag waarmee de Schepper alle dingen en levende wezens regeerde hetzelfde. Elk detail van Gods gezag en macht komt tot uiting in Zijn verschillende beloften en zegeningen voor Abraham en Job en toont de mensheid nogmaals dat het gezag van God de verbeeldingskracht van de mens ver te boven gaat. Deze details vertellen de mensheid nogmaals dat wanneer hij Gods gezag wil kennen, dit alleen kan worden bereikt door Gods woorden en door Gods werk te ervaren.

Gods gezag van soevereiniteit over alle dingen geeft de mens de kans om een feit te zien: Gods gezag is niet alleen belichaamd in de woorden “En God zei: Laat er licht zijn, en er was licht, laat er een hemelgewelf zijn en er was hemelgewelf, en laat er land zijn, en er was land,” maar bovendien, in hoe Hij het licht deed voortduren, zorgde dat het hemelgewelf niet verdween en het land voor altijd gescheiden bleef van het water, evenals in de details van hoe Hij Zijn schepping regeerde en beheerde: licht, hemelgewelf en land. Wat zien jullie nog meer in Gods zegen aan de mensheid? Het is duidelijk dat, nadat God Abraham en Job had gezegend, Gods voetstappen niet ophielden, want Hij was nog maar net begonnen Zijn gezag uit te oefenen en Hij was van plan al Zijn woorden waar te maken en alle details waar te maken waarvan Hij gesproken had en dus bleef Hij de komende jaren alles doen wat Hij van plan was. Omdat God gezag heeft, lijkt het misschien voor de mens dat God alleen spreekt, en dat Hij geen vinger uit hoeft te steken voor alle zaken en dingen die bereikt moeten worden. Zo’n voorstelling is enigszins belachelijk! Als je zo’n eenzijdige kijk op Gods verbond met mensen hebt dat je denkt dat er alleen maar woorden aan te pas kwamen en denkt dat God alles tot stand brengt door alleen maar woorden te gebruiken, en je niet in staat bent om de verschillende tekens en feiten te zien dat God het gezag en de heerschappij heeft over het bestaan van alle dingen, dan is je begrip van Gods gezag hol en belachelijk! Als de mens denkt dat God zo is, dan moet gezegd worden dat de kennis van de mens van God op een doodlopende weg is gekomen, en het eindpunt heeft bereikt, want de God die de mens zich dan voorstelt is slechts een machine die bevelen geeft en niet de God die gezag bezit. Wat heb je gezien door de voorbeelden van Abraham en Job? Heb je de echte kant van Gods gezag en macht gezien? Nadat God Abraham en Job had gezegend, bleef God niet waar Hij was, noch zette Hij Zijn boodschappers aan het werk in afwachting van wat de uitkomst zou zijn. Integendeel, zodra God Zijn woorden uitsprak, begonnen onder de leiding van Gods gezag alle dingen te voldoen aan datgene dat God van plan was te doen en werden de mensen, dingen en voorwerpen voorbereid die God nodig had. Dat wil zeggen dat, zodra de woorden door God werden uitgesproken, Gods gezag werd uitgevoerd in alle landen, en Hij maakte een plan om de beloften die Hij aan Abraham en Job had gedaan te volbrengen en te vervullen en Hij maakte alle juiste plannen en trof de juiste voorbereidingen voor alles wat nodig was voor elke belangrijke fase en elke stap die Hij van plan was uit te voeren. Gedurende deze tijd arrangeerde God niet alleen Zijn boodschappers, maar ook alle dingen die door Hem waren geschapen. Dat wil zeggen dat de reikwijdte waarbinnen Gods gezag werd uitgeoefend niet alleen de boodschappers omvatte, maar bovendien alle dingen die geregeld werden om te voldoen aan datgene wat Hij wilde bereiken; dit waren de specifieke manieren waarop het gezag van God werd uitgeoefend. In jullie verbeelding, kunnen sommigen het volgende idee hebben over Gods gezag: God heeft gezag en God heeft macht, en dus hoeft God alleen te blijven zitten in de derde hemel, of alleen maar op een vaste plaats te blijven en God hoeft geen specifiek werk te doen en al Gods werk wordt voltooid in Zijn gedachten. Sommigen geloven misschien ook dat, hoewel God Abraham zegende, God verder niets hoefde te doen, en het voldoende was dat Hij alleen maar Zijn woorden sprak. Is dit wat er echt is gebeurd? Zeker niet! Hoewel God gezag en macht bezit, is Zijn gezag waarachtig en echt, niet leeg. De authenticiteit en realiteit van Gods gezag en macht worden geleidelijk geopenbaard en belichaamd in Zijn schepping van alle dingen, in de controle over alle dingen, en in het proces waarmee Hij de mensheid leidt en beheert. Elke methode, elk gezichtspunt en elk detail van Gods soevereiniteit over de mensheid en alle dingen en al het werk dat Hij heeft gedaan, evenals Zijn begrip van alle dingen − ze bewijzen allemaal letterlijk dat het gezag en de kracht van God niet uit lege woorden bestaan. Zijn gezag en macht worden constant getoond en onthuld, in alle dingen. Deze manifestaties en openbaringen spreken over het werkelijke bestaan van Gods gezag, want Hij gebruikt Zijn gezag en kracht om Zijn werk voort te zetten en om alle dingen te bevelen en om op elk moment over alle dingen te heersen en Zijn macht en gezag kunnen niet worden vervangen door de engelen, of de boodschappers van God. God besliste welke zegeningen Hij zou geven aan Abraham en Job − het was aan God. Hoewel de boodschappers van God persoonlijk Abraham en Job bezochten, waren hun daden overeenkomstig de geboden van God en ze stonden onder het gezag van God en zij vielen ook onder de soevereiniteit van God. Hoewel de mens de boodschappers van God bij Abraham ziet komen en Jehova God Zelf niets ziet doen in deze Bijbelgedeelten, is in feite de enige die echt macht en gezag uitoefent God Zelf en dit zal ongetwijfeld iedereen beamen! Hoewel je hebt gezien dat de engelen en de boodschappers grote macht bezitten, en wonderen hebben verricht, of een aantal dingen hebben gedaan in opdracht van God, kunnen zij dit alleen maar omwille van het voltooien van Gods opdracht en zij vertonen op geen enkele manier het gezag van God − want geen mens of ding bezit het gezag van de Schepper om alle dingen te scheppen en alle dingen te regeren. En dus kan geen mens of ding het gezag van de Schepper uitoefenen of tonen.

Het gezag van de Schepper is onveranderlijk en onbeledigbaar

Wat hebben jullie gezien in deze drie delen van de Schrift? Hebben jullie gezien dat er een grondbeginsel is waarmee God Zijn gezag uitoefent? God gebruikte bijvoorbeeld een regenboog om een verbond met de mens te sluiten, waarbij Hij een regenboog in de wolken plaatste om de mens te vertellen dat Hij nooit meer een zondvloed zou gebruiken om de wereld te vernietigen. Is de regenboog die de mensen zien vandaag nog steeds hetzelfde als toen God deze woorden sprak? Zijn de aard en betekenis veranderd? Nee, zonder twijfel. God gebruikte Zijn gezag om deze daad uit te voeren, en het verbond dat Hij met de mensheid heeft gesloten, is tot vandaag van kracht en de tijd waarop dit verbond wordt veranderd is natuurlijk aan God. Nadat God had gezegd “ik plaats mijn boog in de wolken” heeft God Zich altijd aan dit verbond gehouden, tot op de dag van vandaag. Wat zie je hierin? Hoewel God gezag en macht bezit, is Hij zeer rigoureus en principieel in Zijn daden en blijft Hij trouw aan Zijn woord. Zijn rigoureusheid en de beginselen van Zijn daden tonen de onbeledigbare aard van de Schepper en de onoverwinnelijkheid van het gezag van de Schepper. Hoewel Hij het hoogste gezag bezit en alle dingen onder Zijn heerschappij staan, en hoewel Hij de macht heeft om over alle dingen te regeren, heeft God Zijn eigen plan nooit beschadigd of ontwricht en elke keer dat Hij Zijn gezag uitoefent, is het in strikte overeenstemming met Zijn eigen principes, en volgt precies dat wat Hij heeft gezegd, en volgt Hij de stappen en doelstellingen van Zijn plan. Het is onnodig om te zeggen dat alle dingen die door God worden bestuurd, ook de beginselen volgen waarmee Gods gezag wordt uitgeoefend en geen mens of ding is vrijgesteld van de regelingen van Zijn gezag, noch kunnen zij de principes veranderen waarmee Zijn gezag wordt uitgeoefend. In Gods ogen ontvangen degenen die gezegend zijn het geluk dat door Zijn gezag tot stand is gebracht en degenen die vervloekt zijn ontvangen hun straf vanwege Gods gezag. Onder de soevereiniteit van Gods gezag is geen mens of ding vrijgesteld van de uitoefening van Zijn gezag, noch kunnen zij de principes veranderen waarmee Zijn gezag wordt uitgeoefend. Het gezag van de Schepper wordt niet veranderd door veranderingen van welke factor ook en ook de principes waarmee Zijn gezag wordt uitgeoefend, veranderen om geen enkele reden. Hemel en aarde ondergaan mogelijk grote omwentelingen, maar het gezag van de Schepper zal niet veranderen; alle dingen kunnen verdwijnen, maar het gezag van de Schepper zal nooit verdwijnen. Dit is het wezen van het onveranderlijke en onbeledigbare gezag van de Schepper en dit is het unieke karakter van de Schepper!

De onderstaande woorden zijn onmisbaar om het gezag van God te kennen en hun betekenis wordt in de onderstaande communicatie gegeven. Laten we doorgaan met het lezen van de Schrift.

4. Gods bevel aan Satan

Job 2:6 En Jehova zei tegen Satan: “Zie, ik lever hem aan je over, maar behoud wel zijn leven.”

Satan heeft nooit het gezag van de Schepper durven bevechten, en daarom leeft alles in de juiste orde

Dit is een uittreksel uit het boek Job en de “hij” in deze woorden verwijst naar Job. Hoewel deze zin kort is, verheldert hij veel. Deze zin beschrijft een specifieke uitwisseling tussen God en Satan in de geestelijke wereld en vertelt ons dat het voorwerp van Gods woorden Satan was. Er staat ook wat er specifiek door God werd gezegd. Gods woorden waren een bevel en een order aan Satan. De specifieke details van dit bevel hebben betrekking op het sparen van het leven van Job en waar God de grens trok bij Satans behandeling van Job − Satan moest Jobs leven sparen. Het eerste wat we uit deze zin leren, is dat dit woorden waren die God tot Satan sprak. De oorspronkelijke tekst van het boek Job, vertelt ons de achtergrond van deze woorden: Satan wilde Job beschuldigen en dus moest hij de goedkeuring van God verkrijgen voordat hij hem kon verleiden. Toen God instemde met Satans verzoek om Job te verleiden, stelde God de volgende voorwaarde aan Satan: “Ik lever Job aan je over, maar behoud wel zijn leven.” Wat is de aard van deze woorden? Ze zijn duidelijk een gebod, een bevel. Als je de aard van deze woorden begrepen hebt, zou je natuurlijk ook moeten begrijpen dat Degene die deze opdracht gaf God was en dat degene die deze opdracht ontving en gehoorzaamde, Satan was. Onnodig te zeggen dat in dit gebod de relatie tussen God en Satan duidelijk is voor iedereen die deze woorden leest. Natuurlijk is dit ook de relatie tussen God en Satan in de spirituele wereld en het verschil tussen de identiteit en status van God en Satan, te vinden in de verhalen over de uitwisselingen tussen God en Satan in de Schrift tot op heden, staat in dit specifieke voorbeeld en tekstuele verslag waarin de mens het verschil tussen de identiteit en status van God en Satan kan zien. Over dit onderwerp moet ik zeggen dat de vermelding van deze woorden een belangrijk document is voor de kennis van de mensheid over de identiteit en status van God en het biedt belangrijke informatie voor de kennis van de mensheid over God. Door deze uitwisseling tussen de Schepper en Satan in de spirituele wereld, is de mens in staat om nog een specifiek aspect in het gezag van de Schepper te begrijpen. Deze woorden zijn wederom een getuigenis van het unieke gezag van de Schepper.

Uiterlijk zijn ze een uitwisseling tussen Jehova God en Satan. Het wezenlijke hier is dat de houding waarmee Jehova God spreekt en de positie van waaruit Hij spreekt hoger zijn dan die van Satan. Dat wil zeggen dat Jehova God Satan gebiedt op bevelende toon en Satan vertelt wat hij wel en niet moet doen, dat Job in zijn handen is en dat hij vrij is om Job te behandelen zoals hij het wenst − maar hij moet Jobs leven sparen. De subtekst is dat, hoewel Job in de handen van Satan is gegeven, zijn leven niet aan Satan wordt overgedragen; niemand kan het leven van Job uit Gods handen nemen, tenzij God het toestaat. Gods houding is duidelijk verwoord in deze opdracht aan Satan en deze opdracht manifesteert en onthult ook de positie van waaruit Jehova God met Satan converseert. Hierin heeft Jehova God niet alleen de status van de God die het licht en de lucht schiep en alle dingen en levende wezens, van de God die de soevereiniteit over alle dingen en levende wezens bezit, maar ook van de God die de mensheid regeert en de Hades regeert, de God die het leven en de dood van alle levende dingen beheerst. Wie anders dan God in de spirituele wereld zou zo’n order aan Satan durven geven? En waarom gaf God persoonlijk Zijn bevel aan Satan? Omdat het leven van de mens, inclusief dat van Job, wordt bestuurd door God. God stond Satan niet toe om het leven van Job te schaden of te beëindigen, wat wil zeggen dat net voordat God Satan toestond om Job te verleiden, God er nog aan dacht om speciaal zo’n bevel uit te vaardigen en beval Satan nogmaals om het leven van Job te sparen. Satan heeft nooit tegen het gezag van God durven opstaan en bovendien heeft hij zorgvuldig geluisterd naar en gehoorzaamd aan de bevelen en specifieke geboden van God. Hij durfde deze nooit trotseren en hij zou natuurlijk niet vrijelijk Gods geboden durven veranderen. Dat zijn de grenzen die God heeft gesteld aan Satan, en dus heeft Satan nooit over deze grenzen heen durven gaan. Is dit niet de macht van Gods gezag? Is dit geen getuigenis van Gods gezag? Over hoe je je moet gedragen tegenover God en hoe je God moet zien, heeft Satan een veel duidelijker idee dan de mensheid en dus, in de spirituele wereld, ziet Satan de status en het gezag van God heel duidelijk en hij heeft een volledig begrip van de macht van Gods gezag en de principes achter de uitoefening van Zijn gezag. Hij durft ze helemaal niet te negeren, noch durft hij ze op een of andere manier te schenden, of iets te doen wat tegen het gezag van God zondigt en hij durft op geen enkele manier Gods toorn aan te vechten. Hoewel hij kwaadaardig en arrogant van aard is, heeft Satan nooit de grenzen overschreden die hem door God zijn gegeven. Miljoenen jaren lang heeft hij zich strikt gehouden aan deze grenzen, heeft hij zich gehouden aan elk gebod en elk bevel dat hem door God is gegeven en heeft hij nooit over de grens durven gaan. Hoewel hij kwaadaardig is, is Satan veel wijzer dan de verdorven mensheid; hij kent de identiteit van de Schepper en kent zijn eigen grenzen. Uit de ‘onderdanige’ handelingen van Satan kan worden gezien dat het gezag en de macht van God hemelse edicten zijn die niet door Satan kunnen worden overtreden en dat juist vanwege het unieke karakter en het gezag van God alle dingen op een ordelijke manier veranderen en zich verspreiden, dat de mensheid kan leven en zich vermenigvuldigen binnen de koers die door God is vastgesteld, zonder een persoon of ding dat deze orde kan verstoren, en geen persoon of ding is in staat om deze wet te veranderen − want ze komen allemaal uit de handen van de Schepper en de orde en het gezag van de Schepper.

Alleen God, die de identiteit van de Schepper heeft, bezit het unieke gezag

De speciale identiteit van Satan heeft ertoe geleid dat veel mensen een sterke interesse in zijn manifestaties van verschillende aspecten hebben getoond. Er zijn zelfs veel dwaze mensen die geloven dat Satan, evenals God, ook gezag bezit, want Satan is in staat om wonderen te doen en is in staat om dingen te doen die onmogelijk zijn voor de mensheid. En dus, naast het aanbidden van God, reserveert de mensheid ook een plaats voor Satan in zijn hart, en aanbidt Satan zelfs als God. Deze mensen zijn zowel jammerlijk als verfoeilijk. Ze zijn jammerlijk vanwege hun onwetendheid en verfoeilijk vanwege hun ketterij en inherent slechte inborst. Op dit punt ben ik van mening dat het noodzakelijk is om jullie te informeren over wat gezag is, wat het symboliseert en wat het vertegenwoordigt. In grote lijnen is God Zelf gezag, Zijn gezag symboliseert de suprematie en de substantie van God en het gezag van God Zelf vertegenwoordigt de status en identiteit van God. In welk geval durft Satan te zeggen dat hij zelf God is? Durft Satan te zeggen dat hij alle dingen schiep en soeverein is over alle dingen? Natuurlijk niet! Want hij is niet in staat om alle dingen te scheppen; tot op heden heeft hij nooit iets geschapen dat door God gemaakt is en nooit iets geschapen dat leeft. Omdat hij niet Gods gezag heeft, zal hij nooit de status en identiteit van God bezitten, en dat wordt bepaald door zijn wezen. Heeft hij dezelfde kracht als God? Natuurlijk niet! Hoe noemen we de daden van Satan en de wonderen die Satan tentoonspreidt? Is het kracht? Zou het gezag kunnen heten? Natuurlijk niet! Satan regeert het getij van het kwade, hij verstoort, schaadt en onderbreekt elk aspect van Gods werk. Heeft Satan ook maar iets gedaan wat ook maar de minste waarde heeft om te gedenken, aan te bevelen of te koesteren, nog afgezien van het bederven en misbruiken van de mens, het bedriegen en verlokken tot de afwijzing van God, zodat de mensen in het dal van de schaduw van de dood terecht komen, de afgelopen duizenden jaren? Als Satan gezag en macht bezat, zou de mensheid daardoor zijn verdorven? Als Satan gezag en macht bezat, zou de mensheid hierdoor zijn geschaad? Als Satan macht en gezag bezat, zou de mensheid dan God hebben verlaten en zich naar de dood hebben gekeerd? Aangezien Satan geen gezag of macht heeft, wat moeten we concluderen over het wezen van alles wat hij doet? Er zijn er die alles wat Satan doet als onbeduidende vaardigheid definiëren, toch geloof ik dat een dergelijke definitie niet helemaal klopt. Zijn de slechte daden van de verdorvenheid van de mensheid slechts onbeduidende vaardigheid? De kwade kracht waarmee Satan Job heeft misbruikt en zijn felle verlangen om hem te mishandelen en te verslinden, konden onmogelijk worden bereikt door onbeduidende vaardigheid. Als je terugkijkt, waren de kudden van Job, ver verspreid over heuvels en bergen, in een oogwenk verdwenen; in een oogwenk verdween Jobs grote fortuin. Zou dat kunnen worden bereikt door onbeduidende vaardigheid? De aard van alles wat Satan doet, past bij negatieve termen zoals schaden, onderbreken, vernietigen, beschadigen, kwaadaardigheid, boosaardigheid en duisternis en dus is het voorkomen van alles wat onrechtvaardig en kwaad is, onlosmakelijk verbonden met de daden van Satan en is onafscheidelijk van de slechte inborst van Satan. Ongeacht hoe ‘krachtig’ Satan is, ongeacht hoe stoutmoedig en ambitieus hij ook is, ongeacht hoe groot zijn vermogen is om schade toe te brengen, ongeacht hoe uitgebreid de technieken zijn waarmee hij de mens verderft en verleidt, ongeacht hoe slim de trucjes en plannen zijn waarmee hij de mens intimideert, ongeacht hoe veranderlijk de vorm is waarin hij bestaat, hij is nooit in staat geweest om één enkel levend ding te scheppen, heeft nooit wetten of regels kunnen vaststellen voor het bestaan van alle dingen en is nooit in staat geweest om een ding, zowel levend als levenloos, te regeren en te beheersen. Binnen het hele universum en de enorme uitgestrektheid is er geen enkel persoon of ding dat uit Satan is geboren, of door hem bestaat; er is geen enkel persoon of ding dat door hem wordt bestuurd of wordt beheerst. Integendeel, hij moet niet alleen leven onder de heerschappij van God, maar bovendien moet hij gehoorzamen aan alle geboden en bevelen van God. Zonder de toestemming van God is het moeilijk voor Satan om zelfs een druppel water of zandkorrel op het land aan te raken; zonder de toestemming van God is Satan niet eens vrij om de mieren op het land te bewegen − laat staan de mensheid, die door God is geschapen. In de ogen van God is Satan minder dan de lelies op de berg, dan de vogels die in de lucht vliegen, dan de vissen in de zee en dan de maden op de aarde. Zijn rol onder alle dingen is om alle dingen te dienen en voor de mensheid te werken en Gods werk en Zijn managementplan te dienen. Ongeacht hoe kwaadaardig zijn aard is en hoe slecht zijn inborst is, het enige wat hij kan doen is zich plichtsgetrouw aan zijn functie houden: van dienst zijn aan God en een tegenhanger zijn van God. Dat is de essentie en positie van Satan. Zijn wezen staat los van het leven, staat los van macht en staat los van gezag; hij is slechts een speelbal in Gods handen, slechts een machine in dienst van God!

Nu we de ware aard van Satan hebben begrepen, begrijpen veel mensen nog steeds niet wat gezag is, dus laat mij het je vertellen! Het gezag zelf kan worden uitgelegd als de kracht van God. Ten eerste kan met zekerheid worden gezegd dat zowel gezag als macht positief zijn. Ze hebben geen verbinding met iets negatiefs en zijn niet gerelateerd aan geschapen of ongeschapen wezens. De kracht van God is in staat om dingen te scheppen van elke vorm die leven en vitaliteit bezitten en dit wordt bepaald door het leven van God. God is leven, dus is Hij de bron van alle levende wezens. Bovendien kan het gezag van God alle levende wezens doen gehoorzamen aan elk woord van God, dat wil zeggen, ontstaan overeenkomstig Gods woorden, en leven en zich vermenigvuldigen door Gods gebod, waarna God alle levende wezens bestuurt en gebiedt, en daar zal nooit van worden afgeweken, van eeuwigheid tot eeuwigheid. Geen persoon of ding heeft dit; alleen de Schepper bezit en draagt deze kracht en daarom wordt het gezag genoemd. Dit is het unieke karakter van de Schepper. Als zodanig, ongeacht of dit het woord ‘gezag’ zelf is of het wezen van dit gezag, kan dit alleen in verband worden gebracht met de Schepper, omdat het een symbool is van de unieke identiteit en substantie van de Schepper en het de identiteit en status van de Schepper vertegenwoordigt; afgezien van de Schepper, kan geen persoon of ding geassocieerd worden met het woord ‘gezag’. Dit is een interpretatie van het unieke gezag van de Schepper.

Hoewel Satan Job met begerige ogen aankeek, durfde hij zonder Gods toestemming geen haar op Jobs lichaam te krenken. Hoewel hij van nature slecht en wreed is, nadat God Zijn bevel daartoe had uitgevaardigd, had Satan geen andere keus dan zich aan Gods gebod te houden. En dus, ook al was Satan zo razend als een wolf onder schapen, als het op Job aankwam, durfde hij de door God gestelde grenzen niet te vergeten, durfde niet de bevelen van God te overtreden en in alles wat hij deed durfde Satan niet af te wijken van de principes en beperkingen van Gods woorden − is dit geen feit? Hieruit kan worden afgeleid dat Satan geen van de woorden van Jehova God durft te overtreden. Voor Satan is elk woord van God een bevel en een hemelse wet en een uitdrukking van Gods gezag − want achter elk woord van God wordt Gods straf voor degenen die de bevelen van God overtreden bedoeld, en degenen die ongehoorzaam zijn en zich tegen de hemelse wetten verzetten. Satan weet heel goed dat wanneer hij Gods geboden overtreedt, hij de consequenties moet aanvaarden van het overtreden van het gezag van God en het zich verzetten tegen de hemelse wetten. En wat zijn deze consequenties? Onnodig te zeggen dat ze natuurlijk de straf van God zijn. Satans daden tegenover Job waren slechts een microkosmos van zijn verdorvenheid van de mens en toen Satan deze daden uitvoerde, waren de grenzen die God stelde en de bevelen die Hij aan Satan gaf slechts een microkosmos van de principes achter alles wat hij doet. Bovendien was de rol en positie van Satan in deze zaak slechts een microkosmos van zijn rol en positie in het werk van Gods management, en Satans volledige gehoorzaamheid aan God in zijn verleiding van Job was slechts een microkosmos van hoe Satan zich niet ook maar een beetje durfde te verzetten tegen God in het werk van Gods management. Welke waarschuwing geven deze microkosmossen jullie? Onder alle dingen, inclusief Satan, is er geen persoon of ding dat de hemelse wetten en edicten van de Schepper kan overtreden en geen persoon of ding dat deze hemelse wetten en edicten durft te schenden, want geen enkele persoon of object kan veranderen of ontsnappen aan de straf die de Schepper toebrengt aan hen die ongehoorzaam zijn aan deze wetten. Alleen de Schepper kan hemelse wetten en edicten uitvaardigen, alleen de Schepper heeft de macht om ze in werking te stellen, en alleen de kracht van de Schepper kan door geen enkele persoon of ding worden overtreden. Dit is het unieke gezag van de Schepper, dit gezag is het allerhoogste onder alle dingen, en dus is het onmogelijk om te zeggen dat ‘God de grootste is en Satan nummer twee is’. Behalve de Schepper die dit unieke gezag bezit, is er geen andere God!

Hebben jullie nu nieuwe kennis van Gods gezag? Ten eerste, is er een verschil tussen het zojuist genoemde gezag van God en de macht van de mens? En wat is het verschil? Sommige mensen zeggen dat er geen vergelijking tussen beide is. Dat is juist! Hoewel mensen zeggen dat er geen vergelijking is tussen deze twee, in de gedachten en opvattingen van de mens, wordt de macht van de mens vaak verward met het gezag, waarbij die twee vaak met elkaar worden vergeleken. Wat is hier aan de hand? Maken mensen niet de fout om per ongeluk de ene door de andere te vervangen? Deze twee zijn niet verbonden, en je kunt ze niet vergelijken, maar toch kunnen mensen zichzelf niet helpen. Hoe moet dit worden opgelost? Als je echt een oplossing wilt vinden, is de enige manier om het unieke gezag van God te begrijpen en te kennen. Nu je het gezag van de Schepper kent en begrijpt, zul je de macht van de mens en het gezag van God niet in één adem noemen.

Waar verwijst de kracht van de mens naar? Simpel gezegd, het is een bekwaamheid of vaardigheid die het mogelijk maakt dat de verdorven gezindheid, verlangens en ambities van de mens zo groot mogelijk worden uitgebreid of bereikt. Geldt dit als gezag? Ongeacht hoe gezwollen of lucratief de ambities en verlangens van de mens zijn, er kan niet worden gezegd dat die persoon gezag heeft; hooguit is dit opgeblazen gevoel en succes slechts een demonstratie van de rare grappenmakerij van Satan onder de mens, hooguit een farce waarin Satan als zijn eigen voorouder optreedt om zijn ambitie om God te zijn te vervullen.

Hoe kijk je nu precies tegen het gezag van God aan? Nu deze woorden zijn gecommuniceerd, zou je een nieuwe kennis van Gods gezag moeten hebben. En daarom vraag ik jullie: Wat symboliseert Gods gezag? Symboliseert het de identiteit van God Zelf? Staat het symbool voor de kracht van God Zelf? Symboliseert het de unieke status van God Zelf? In alle dingen, bij welke dingen heb je het gezag van God gezien? Hoe keek je er tegen aan? Als je naar de vier seizoenen kijkt, die door de mens worden ervaren, kan iemand dan de wet van de samenhang tussen lente, zomer, herfst en winter veranderen? In de lente bloeien de bomen en botten uit; in de zomer zijn ze bedekt met bladeren; in de herfst dragen ze vruchten, en in de winter vallen de bladeren. Kan iemand deze wet veranderen? Weerspiegelt dit een aspect van Gods gezag? God zei: “Laat er licht zijn”, en er was licht. Bestaat dit licht nog steeds? Waarom bestaat dit nog steeds? Het bestaat natuurlijk door de woorden van God en door het gezag van God. Bestaat de door God geschapen lucht nog steeds? Komt de lucht die de mens inademt van God? Kan iemand de dingen die van God komen wegnemen? Kan iemand zijn wezen en functie veranderen? Kan iemand de door God ingestelde nacht en dag ongedaan maken en de wet van dag en nacht die door God is bevolen? Kan Satan zoiets doen? Zelfs als je ‘s nachts niet slaapt en de nacht als dag gebruikt, dan is het nog steeds nacht; je kunt je dagelijkse routine veranderen, maar je bent niet in staat de wet van de wisselwerking tussen dag en nacht te veranderen, en dit feit kan niet worden veranderd door een persoon, nietwaar? Is iemand in staat om een leeuw het land te laten ploegen zoals een os? Kan iemand een olifant in een ezel veranderen? Kan iemand een kip als een arend hoog door de lucht laten zweven? Is iemand in staat om een wolf gras te laten eten zoals een schaap? (Nee.) Is iemand in staat om de vis in het water op het land te laten leven? Mensen kunnen dit niet doen. En waarom niet? Omdat God de vissen opdroeg om in water te leven, en dus leven ze in water. Op het land zouden ze niet kunnen overleven en zouden ze sterven; ze zijn niet in staat de grenzen van Gods gebod te overschrijden. Alle dingen hebben een wet en een limiet voor hun bestaan, en ze hebben elk hun eigen instinct. Dit is door de Schepper verordineerd en is onveranderlijk en onoverwinnelijk voor elk mens. De leeuw zal bijvoorbeeld altijd in het wild leven, op een afstand van de gemeenschap van de mens en nooit zo volgzaam en trouw zijn als de os die samenleeft met en werkt voor de mens. Hoewel olifanten en ezels beide dieren zijn en beide vier poten hebben en wezens zijn die lucht ademen, zijn het verschillende soorten, want ze zijn door God in verschillende soorten verdeeld, ze hebben elk hun eigen instinct, en dus zullen ze nooit uitwisselbaar zijn. Hoewel de kip twee poten heeft en vleugels net als een adelaar, zal zij nooit in de lucht kunnen vliegen; zij kan hooguit alleen in een boom vliegen − en dit wordt bepaald door haar instinct. Onnodig te zeggen, dat dit allemaal zo is vanwege de geboden van het gezag van God.

In de ontwikkeling van de mensheid van vandaag kan gezegd worden dat de wetenschap van de mensheid floreert en dat de resultaten van de wetenschappelijke verkenning van de mens als indrukwekkend kunnen worden omschreven. Het vermogen van de mens, dat moet gezegd worden, wordt steeds groter, maar er is één wetenschappelijke doorbraak die de mensheid niet heeft kunnen maken: de mensheid heeft vliegtuigen gemaakt, vliegdekschepen en de atoombom, de mensheid is de ruimte ingegaan, heeft op de maan gelopen, vond het internet uit en leefde in de hi-tech levensstijl, maar de mensheid is niet in staat om een levend, ademend ding te scheppen. Het instinct van elk levend wezen en de wetten waardoor ze leven, en de cyclus van leven en dood van elke soort van leven, al deze dingen zijn onmogelijk te maken en niet te beheersen door de wetenschap van de mensheid. Op dit gebied moet gezegd worden dat ongeacht welke grote hoogten bereikt worden door de wetenschap van de mens, het onvergelijkbaar is met ook maar één van de gedachten van de Schepper en de mens is niet in staat om de wonderbaarlijkheid van de schepping van de Schepper en de macht van Zijn gezag te onderscheiden. Er zijn zoveel oceanen op de aarde, toch hebben ze nooit hun grenzen overschreden en komen ze naar believen op het land en dat is omdat God voor elk van hen grenzen heeft gesteld; ze bleven waar Hij hen beval en zonder Gods toestemming kunnen ze zich niet vrij bewegen. Zonder Gods toestemming mogen ze elkaar niet overspoelen en kunnen ze alleen in beweging komen als God dat zegt, en waar ze gaan en blijven wordt bepaald door het gezag van God.

Om het duidelijk te stellen, betekent ‘het gezag van God’ dat het aan God is. God heeft het recht om te beslissen hoe iets moet worden gedaan en het gebeurt op de manier die Hij wenst. De wet van alle dingen is aan God en niet aan de mens; evenmin kan deze door de mens worden veranderd. Dit kan niet worden veranderd door de wil van de mens, maar wordt in plaats daarvan veranderd door de gedachten van God en de wijsheid van God en de geboden van God en dit is een feit dat voor niemand te ontkennen valt. De hemelen en de aarde en alle dingen, het universum, de sterrenhemel, de vier seizoenen van het jaar, dat wat zichtbaar en onzichtbaar is voor de mens − ze bestaan allemaal, functioneren en veranderen, zonder enige fout, onder het gezag van God volgens de geboden van God, volgens de bevelen van God en volgens de wetten van het begin van de schepping. Geen enkele persoon of object kan deze wetten veranderen of de inherente koers waarin ze werken veranderen; ze ontstonden vanwege het gezag van God en gaan verloren door het gezag van God. Dit is het eigenlijke gezag van God. Nu er zoveel over is gezegd, kun je voelen dat het gezag van God een symbool is van de identiteit en status van God? Kan het gezag van God ooit het bezit zijn van enig geschapen of niet-geschapen wezen? Kan het worden geïmiteerd, nagebootst of vervangen door een persoon, ding of object?

De identiteit van de Schepper is uniek en je moet het idee van polytheïsme niet aanhangen

Hoewel de vaardigheden en capaciteiten van Satan groter zijn dan die van de mens, hoewel hij dingen kan doen die onbereikbaar zijn voor de mens, ongeacht of je jaloers bent of streeft naar wat Satan doet, ongeacht of je dit haat of er van walgt, ongeacht of je wel of niet in staat bent om dat te zien en ongeacht hoeveel Satan kan bereiken, of hoeveel mensen hij kan misleiden om hem te aanbidden en vereren en ongeacht hoe je hem definieert, je kunt onmogelijk zeggen dat hij het gezag en de kracht van God heeft. Je moet weten dat God God is, dat er slechts één God is en bovendien, moet je weten dat alleen God gezag heeft en de macht heeft om alle dingen te beheersen en te regeren. Alleen omdat Satan het vermogen heeft om mensen te bedriegen en God kan nabootsen, de tekenen en wonderen van God kan nabootsen en soortgelijke dingen doen die God heeft gedaan, geloven jullie ten onrechte dat God niet uniek is, dat er veel goden zijn, dat ze alleen maar meer of minder vaardigheden hebben en dat er verschillen zijn in de omvang van de kracht die ze hanteren. Je rangschikt hun grootheid in de volgorde van hun aankomst en volgens hun leeftijd, en je gelooft ten onrechte dat er andere godheden zijn buiten God en denkt dat de kracht en het gezag van God niet uniek zijn. Als je dergelijke ideeën hebt, als je de uniciteit van God niet erkent, als je niet gelooft dat alleen God gezag bezit, en als je je alleen vasthoudt aan polytheïsme, dan zeg ik dat je het uitschot van de schepselen bent, dat je de ware belichaming van Satan bent en je een absoluut kwaadaardig persoon bent! Begrijpen jullie wat ik jullie probeer te leren door dit allemaal te zeggen? Ongeacht tijd, plaats of achtergrond, je mag God niet verwarren met een ander persoon, ding of object. Ongeacht hoe onkenbaar en ongenaakbaar je het gezag van God vindt en het wezen van God Zelf, ongeacht hoeveel de daden en woorden van Satan overeenkomen met je ideeën en verbeelding, ongeacht hoeveel voldoening ze je geven, wees niet dom, verwar deze dingen niet, ontken het bestaan van God niet, ontken de identiteit en de status van God niet, zet God niet de deur uit en breng Satan niet ter vervanging van God in je hart om jouw God te zijn. Ik twijfel er niet aan dat jullie in staat zijn om je voor te stellen wat dan de gevolgen zouden zijn!

Hoewel de mensheid verdorven is, leeft hij nog steeds onder de soevereiniteit van het gezag van de Schepper

Satan heeft de mensheid al duizenden jaren verdorven. Hij heeft onnoemelijke hoeveelheden kwaad gedaan, heeft generatie na generatie misleid en heeft gruwelijke misdaden begaan in de wereld. Hij heeft de mens misbruikt, misleid en verleid om zich tegen God te verzetten en heeft slechte daden begaan die keer op keer Gods plan van management in de war hebben gestuurd en verzwakt. Maar onder het gezag van God blijven alle dingen en levende wezens zich houden aan de regels en wetten die door God zijn vastgesteld. Vergeleken met het gezag van God is Satans slechte aard en woestheid zo lelijk, zo walgelijk en verachtelijk en zo klein en kwetsbaar. Hoewel Satan tussen alle door God geschapen dingen wandelt, is hij niet in staat om de kleinste verandering in de mensen, dingen en voorwerpen die door God zijn geboden, uit te voeren. Er zijn duizenden jaren verstreken en de mensheid geniet nog steeds van het licht en de lucht die door God zijn geschonken, ademt nog steeds de adem uit die God Zelf heeft uitgeademd, geniet nog steeds van de bloemen, vogels, vissen en insecten die door God zijn geschapen en geniet van alle dingen die door God zijn gegeven; dag en nacht vervangen elkaar nog steeds voortdurend; de vier seizoenen wisselen elkaar af zoals gebruikelijk; de ganzen in de lucht vertrekken deze winter en keren nog steeds terug in de volgende lente; de vissen in het water verlaten nooit de rivieren en meren − hun huis; de cicades op de grond zingen het hoogste lied tijdens de zomerdagen; de krekels in het gras brommen zachtjes in de tijd naar de wind in de herfst; de ganzen verzamelen zich in kudden, terwijl de arenden eenzaam blijven; de trots van leeuwen houdt stand door te jagen; de eland verdwijnt niet van het gras en de bloemen. … Elk levend wezen onder alle dingen vertrekt en keert terug en vertrekt weer, een miljoen veranderingen die in een oogwenk gebeuren − maar wat niet verandert, zijn hun instinct en de wetten om te overleven. Ze leven onder de zorg en voeding van God en niemand kan hun instinct veranderen en niemand kan hun overlevingsregels schaden. Hoewel de mens, die tussen alle dingen leeft, door Satan is verdorven en bedrogen, kan de mens nog steeds niet zonder het water dat door God is gemaakt en de lucht die door God is gemaakt en alle dingen die door God zijn gemaakt en de mens leeft nog steeds en vermenigvuldigt zich in deze ruimte gemaakt door God. Het instinct van de mensheid is niet veranderd. De mens vertrouwt nog steeds op zijn ogen om te zien, op zijn oren om te horen, op zijn hersenen om te denken, op zijn hart om te begrijpen, op zijn benen en voeten om te lopen, op zijn handen om te werken, enzovoort; alle instincten die God de mens schonk zodat hij de voorzieningen van God kon aanvaarden, blijven onveranderd, de vermogens waardoor de mens met God samenwerkt zijn niet veranderd, het vermogen van de mens om de plicht van een geschapen wezen te vervullen is niet veranderd, de geestelijke behoeften van de mensheid zijn niet veranderd, het verlangen van de mens om zijn oorsprong te vinden is niet veranderd, het verlangen van de mens om gered te worden door de Schepper is niet veranderd. Dit zijn de huidige omstandigheden van de mensheid, die leeft onder het gezag van God en die de bloedige vernietiging heeft ondergaan die door Satan is aangericht. Hoewel de mensheid is onderworpen aan de onderdrukking van Satan en niet langer Adam en Eva is vanaf het begin van de schepping, in plaats daarvan vol van dingen die vijandig tegenover God staan, zoals kennis, verbeeldingskracht, opvattingen enzovoort en vol van de verdorven satanische gezindheid, in de ogen van God, is de mensheid nog steeds dezelfde mensheid die Hij schiep. De mensheid wordt nog steeds geregeerd en georkestreerd door God en leeft nog steeds binnen de koers die God heeft uitgezet en dus in de ogen van God, is de mensheid, die door Satan is verdorven, slechts bedekt met vuil, met een rommelende buik, met reacties die een beetje traag zijn, een geheugen dat niet zo goed is als vroeger en van een iets oudere leeftijd − maar alle functies en instincten van de mens zijn volkomen onbeschadigd. Dit is de mensheid die God van plan is te redden. Deze mensheid hoeft slechts de roep van de Schepper te horen en de stem van de Schepper te horen en hij zal opstaan en zich haasten om de bron van deze stem te vinden. Deze mensheid hoeft slechts de figuur van de Schepper te zien en hij zal onverschillig worden voor alles en alles verzaken, om zichzelf aan God te wijden en zal zelfs zijn leven voor Hem neerleggen. Wanneer het hart van de mensheid de oprechte woorden van de Schepper begrijpt, zal de mensheid Satan verwerpen en aan de kant van de Schepper staan; wanneer de mensheid het vuil volledig van zijn lichaam heeft gewassen en opnieuw de voorzieningen en voeding van de Schepper heeft ontvangen, zal de herinnering van de mensheid worden hersteld en op dit moment zal de mensheid echt terugkeren naar de heerschappij van de Schepper.

14 december 2013

Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

Vorige: Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf III

Volgende: God Zelf, de unieke II

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Wat weet jij over het geloof?

In de mens bestaat alleen het onzekere woord van geloof, maar de mens weet niet waar geloof uit bestaat, laat staan waarom hij geloof...

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek