Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf I
Vandaag gaan we het over een belangrijk onderwerp hebben. Dit is een onderwerp waar al sinds het begin van Gods werk over wordt gepraat tot nu toe en dat voor iedereen afzonderlijk van wezenlijk belang is. Met andere woorden: dit is een probleem waarmee iedereen in aanraking zal komen tijdens het proces van zijn geloof in God en een probleem dat moet worden aangestipt. Het is een cruciaal, onvermijdelijk probleem waarvan de mensheid zichzelf niet kan bevrijden. Over belang gesproken, wat is het belangrijkste voor elke gelovige in God? Sommige mensen denken dat het begrijpen van Gods wil het allerbelangrijkst is; sommigen geloven dat het belangrijkst is om meer van Gods woorden te eten en te drinken; sommigen hebben het gevoel dat jezelf kennen het belangrijkste is; anderen zijn van mening dat weten hoe je door God redding vindt het belangrijkst is, hoe je God moet volgen en hoe je aan Gods wil moet voldoen. Al deze problemen leggen we vandaag even terzijde. Wat gaan we dan bespreken? We gaan een onderwerp over God bespreken. Is dit het belangrijkste onderwerp voor iedereen? Wat is de inhoud van een onderwerp over God? Dit onderwerp kan uiteraard niet los worden gezien van Gods gezindheid, Gods essentie en Gods werk. Daarom bespreken we vandaag ‘Gods werk, Gods gezindheid, en God zelf’.
Vanaf het moment dat de mens in God ging geloven, heeft hij te maken gehad met onderwerpen als Gods werk, Gods gezindheid en God zelf. Als het over Gods werk gaat, zeggen sommige mensen: “Gods werk wordt voor ons gedaan; we ervaren het elke dag, daarom is het niet onbekend voor ons.” Als ze het hebben over Gods gezindheid, zullen sommige mensen zeggen: “Gods gezindheid is een onderwerp dat we bestuderen, onderzoeken en waar we ons ons hele leven op focussen, het zou bekend voor ons moeten zijn.” Over God zelf zullen sommige mensen zeggen: “God zelf is Degene die we volgen, in Wie we vertrouwen hebben en Degene naar Wie we streven, we zijn dus niet ongeïnformeerd over Hem.” God is sinds de schepping nooit gestopt met Zijn werk. Hij heeft altijd Zijn gezindheid laten zien en heeft verschillende manieren gebruikt om Zijn woord uit te drukken. Tegelijkertijd is Hij nooit gestopt Zichzelf en Zijn essentie uit te drukken naar de mensheid, Zijn wil en wat Hij van de mens eist uit te drukken naar de mens. Vanuit een letterlijk perspectief gezien, zouden deze onderwerpen voor niemand vreemd moeten voorkomen. Voor mensen die God tegenwoordig volgen, zijn Gods werk, Gods gezindheid en God zelf eigenlijk erg onbekend. Hoe komt dat? Als mensen Gods werk ervaren, komen ze ook in contact met God, en waardoor ze het gevoel hebben alsof ze Gods gezindheid begrijpen of een gedeelte daarvan kennen. Daarom denkt de mens niet dat hij vreemd staat tegenover Gods werk of Gods gezindheid. Integendeel, de mens denkt dat hij God heel goed kent en veel van God begrijpt. Maar op basis van de huidige situatie is het begrip van God van veel mensen beperkt tot wat ze in boeken hebben gelezen, begrensd door hun persoonlijke ervaringen, ingeperkt door hun verbeelding en bovenal gelimiteerd tot de feiten die ze met eigen ogen kunnen zien. Dit staat allemaal heel ver van de ware God zelf af. Maar hoe ver is dit ‘ver’? Misschien weet de mens het niet zeker, of misschien heeft hij een beetje een gevoel, een idee. Maar als het over God zelf gaat, staat het begrip van de mens veel te ver af van de essentie van de ware God zelf. Daarom moeten we wel een onderwerp behandelen als ‘Gods werk, Gods gezindheid, en God zelf’ om deze informatie systematisch en specifiek te communiceren.
In feite is Gods gezindheid open voor iedereen en niet verborgen, omdat God nooit enig mens bewust heeft ontweken en nooit bewust heeft geprobeerd Zichzelf te verbergen zodat de mens Hem niet kan kennen of begrijpen. Gods gezindheid is altijd open geweest en heeft altijd elke persoon onbevangen aan kunnen kijken. Tijdens Gods management doet God Zijn werk, kijkt Hij iedereen aan; en Zijn werk wordt gedaan in ieder persoon. Terwijl Hij Zijn werk doet, onthult Hij voortdurend Zijn gezindheid, gebruikt Hij voortdurend Zijn essentie en wat Hij heeft en is om ieder persoon te leiden en deze van het nodige te voorzien. In elk tijdperk en op elk toneel, waarbij het niet uitmaakt of de omstandigheden goed of slecht zijn, is Gods gezindheid altijd open voor elk individu en zijn ook Zijn eigendommen en wezen altijd open voor elk individu, op dezelfde manier als Zijn leven voortdurend en onophoudelijk voorziet voor de mensheid en de mensheid ondersteunt. Ondanks dit alles blijft Gods gezindheid verborgen voor sommigen. Waarom is dat zo? Dat is omdat deze mensen, hoewel ze binnen Gods werk wonen en God volgen, nooit hebben geprobeerd God te begrijpen of God wilden leren kennen, laat staan dichter bij God wilden komen. Voor deze mensen betekent het begrijpen van Gods gezindheid dat hun einde nadert; het betekent dat ze geoordeeld en veroordeeld zullen worden door Gods gezindheid. Daarom hebben deze mensen nooit het verlangen gehad God of Zijn gezindheid te begrijpen; en hebben ze nooit een dieper begrijpen of kennen van Gods wil begeerd. Ze zijn niet van plan Gods wil te begrijpen door bewuste samenwerking. Ze genieten alleen maar altijd en worden nooit moe van het doen van de dingen die ze doen. Ze geloven in de God waarin zij willen geloven. Ze geloven in de God die alleen in hun verbeelding bestaat, de God die alleen in hun gedachten bestaat en geloven in een God die niet van hen gescheiden kan worden in hun dagelijkse leven. Als het gaat om de ware God Zelf, zijn ze volledig afwijzend, zonder het verlangen Hem te begrijpen, Hem in acht te nemen en hebben ze nog minder de bedoeling meer naar Hem toe te groeien. Ze gebruiken de woorden die God uitspreekt alleen maar om zichzelf te verbergen, zichzelf te verpakken. Zij vinden dat ze daardoor al succesvolle gelovigen zijn en mensen zijn met het vertrouwen in God in hun hart. In hun hart worden ze geleid door hun verbeelding, hun opvattingen en zelfs hun persoonlijke definitie van God. Aan de andere kant heeft de ware God Zelf helemaal niets met hun te maken. Want zodra zij de ware God Zelf begrijpen, Gods ware gezindheid begrijpen en begrijpen wat God heeft en is, betekent dit dat hun acties, hun geloof en hun streven veroordeeld zullen worden. Daarom zijn ze niet bereid Gods essentie te begrijpen, en zijn ze terughoudend en niet bereid God actief te zoeken of te bidden om Hem beter te begrijpen, Zijn wil beter te kennen, en Zijn gezindheid beter te begrijpen. Ze zien God liever als iets dat bedacht is, dat leeg en ongrijpbaar is. Ze zouden God liever zien als iemand die precies zo is als zij zich hadden voorgesteld, iemand die naast hen kan staan en altijd voor hen klaarstaat, onuitputtelijk is in Zijn voorzieningen en altijd beschikbaar is. Als zij van Gods genade willen genieten, vragen ze God die genade te zijn. Als ze Gods zegen nodig hebben, vragen ze God die zegen te zijn. Als ze met tegenspoed te kampen krijgen, vragen ze God om hen kracht te geven, hun vangnet te zijn. De kennis van God van deze mensen zit vast in het domein van genade en zegen. Hun begrip van Gods werk, Gods gezindheid en God is ook beperkt tot hun verbeelding en slechts brieven en doctrines. Maar er zijn ook sommige mensen die ernaar verlangen Gods gezindheid te begrijpen, die God Zelf oprecht willen zien, en Gods gezindheid en wat Hij heeft en is werkelijk willen begrijpen. Deze mensen streven de werkelijkheid na van waarheid en Gods redding, en proberen Gods overwinning, redding en vervolmaking te ontvangen. Deze mensen gebruiken hun hart om Gods woord te lezen, gebruiken hun hart om elke situatie en elke persoon, gebeurtenis en ding dat God voor hen heeft geregeld, te waarderen, en bidden en zoeken oprecht. Wat zij het allerliefst willen, is Gods wil kennen en Gods ware gezindheid en essentie kennen. Dit willen ze zodat ze God niet langer beledigen en door hun ervaringen meer van Gods lieflijkheid en Zijn ware kant kunnen zien. Het is bovendien zo dat een oprecht waarachtige God bestaat in hun hart, en opdat God een plaats in hun hart krijgt, zodat ze niet langer leven tussen verbeeldingen, opvattingen of ongrijpbaarheid. Voor deze mensen is de reden dat zij een dringend verlangen hebben om Gods gezindheid en Zijn essentie te begrijpen, dat Gods gezindheid en essentie dingen zijn die de mensheid ooit in zijn ervaringen nodig zou kunnen hebben, dingen die in leven voorzien gedurende hun leven. Als ze Gods gezindheid eenmaal begrijpen, kunnen ze God beter eerbied bewijzen, beter samenwerken met Gods werk, en meer open staan voor Gods wil en kunnen ze hun plicht naar hun beste vermogen vervullen. Dit zijn twee soorten mensen als het gaat over hun houding ten opzichte van Gods gezindheid. De eerste soort wil Gods gezindheid niet begrijpen. Zelfs als ze zeggen dat ze Gods gezindheid willen begrijpen, God Zelf willen leren kennen, willen zien wat God heeft en is en Gods wil oprecht waarderen, diep van binnen zouden ze willen dat God niet bestond. Omdat deze soort mensen God voortdurend ongehoorzaam is en weerstaat, strijden ze met God om positie in hun eigen hart en betwijfelen of zelfs ontkennen ze vaak Gods bestaan. Ze willen niet dat Gods gezindheid of God Zelf een plaats inneemt in hun hart. Ze willen alleen hun eigen verlangens, verbeeldingen en ambities vervullen. Deze mensen geloven misschien in God, volgen God en kunnen ook hun familie en baan opgeven voor Hem, maar ze beëindigen hun kwaadaardige gedrag niet. Sommigen stelen of verkwisten zelfs offergaven, of vervloeken God in stilte, terwijl anderen hun positie kunnen gebruiken om herhaaldelijk over zichzelf te getuigen, zichzelf te vergroten en met God strijden om mensen en status. Ze gebruiken verschillende methodes en maatregelen om te zorgen dat mensen hen aanbidden, proberen voortdurend mensen over te halen en de controle over ze te hebben. Sommigen misleiden mensen zelfs bewust om te denken dat zij God zijn, zodat ze als God behandeld zullen worden. Ze zouden mensen nooit vertellen dat ze verdorven zijn, dat zij ook verdorven en arrogant zijn, en dat zij niet aanbeden moeten worden, en dat, hoe goed ze het ook doen, het allemaal het gevolg is van Gods verhoging en wat ze eigenlijk zouden moeten doen. Waarom zeggen ze deze dingen niet? Omdat ze ten diepste bang zijn hun plaats in het hart van mensen te verliezen. Daarom verhogen zulke mensen God nooit en zullen ze nooit getuigen van God, omdat ze nooit hebben geprobeerd God te begrijpen. Kunnen zij God kennen zonder Hem te begrijpen? Onmogelijk! Daarom verschilt hun mening van die van alle anderen, ook al zijn de woorden in het onderwerp ‘Gods werk, Gods gezindheid, en God Zelf’ nog zo eenvoudig. Voor iemand die God vaak ongehoorzaam is, Hem weerstaat en vijandig tegenover God staat, betekent dit veroordeling; terwijl voor iemand die de werkelijkheid van de waarheid zoekt en vaak voor God verschijnt om Gods wil te zoeken, is dit ongetwijfeld net als een vis in het water. Dus als sommigen van jullie anderen horen praten over Gods gezindheid en Gods werk, krijgen ze hoofdpijn, groeit er weerstand in hun hart en voelen ze zich bijzonder onprettig. Maar er zijn anderen onder jullie die denken: dit onderwerp is precies wat ik nodig heb, omdat dit onderwerp zo goed voor mij is. Het is een deel dat niet mag ontbreken in mijn levenservaring; het is de kern van de zaak, de basis van geloof in God, en iets dat de mensheid beslist niet mag verwerpen. Voor jullie kan dit onderwerp dichtbij en ver weg lijken, onbekend, maar toch vertrouwd. Maar hoe je het ook ervaart, dit is een onderwerp waar iedereen naar moet luisteren, dat iedereen moet kennen en moet begrijpen. Hoe je er ook mee omgaat, hoe je er ook tegenaan kijkt of hoe je het ontvangt, het belang van dit onderwerp mag niet worden genegeerd.
God doet Zijn werk al vanaf het moment dat Hij de mens heeft geschapen. Aanvankelijk was Zijn werk heel eenvoudig, maar ook daarin kwam Zijn wezen en gezindheid tot uitdrukking. Hoewel Gods werk tegenwoordig veel verhevener is, gezien de enorme hoeveelheid concreet werk die Hij stopt in ieder mens die Hem volgt en de belangrijke hoeveelheid woorden die Hij spreekt, is de persoon van God vanaf het begin tot nu verborgen gebleven. Wie heeft ooit de werkelijke persoon van God gezien, zelfs al is Hij, vanaf de tijd van de Bijbelse verhalen tot op de dag van vandaag, twee keer vlees geworden? Heeft iemand, zoals jullie het begrijpen, ooit de werkelijke persoon van God gezien? Nee. Niemand heeft de werkelijke persoon van God gezien, dat wil zeggen niemand heeft ooit Gods Ware Zelf gezien. Hierover is iedereen het eens. Dat wil zeggen, de werkelijke persoon van God, of Gods Geest, blijft verborgen voor de hele mensheid, waaronder Adam en Eva, die Hij heeft geschapen, en waaronder de rechtvaardige Job, die Hij had aanvaard. Zelfs zij konden niet de werkelijke persoon van God zien. Maar waarom verbergt God bewust Zijn werkelijke persoon? Sommige mensen zeggen: “God is bang om mensen schrik aan te jagen.” Anderen zeggen: “God verbergt Zijn werkelijke persoon, omdat de mens daar te klein voor is en God daarvoor te groot; mensen mogen Hem niet zien, anders zullen ze dat met de dood bekopen.” Er zijn ook mensen die zeggen: “God heeft er Zijn handen vol aan om elke dag Zijn werk gedaan te krijgen, mogelijk is Hij niet in de gelegenheid om zich aan de mensen te laten zien. ” Wat jullie ook van mening zijn, ik heb hier een conclusie. Wat is die conclusie? Die conclusie is dat God niet eens wil dat mensen Zijn werkelijke persoon zien. God houdt zich bewust verborgen voor de mensheid. Met andere woorden, het is Gods bedoeling dat mensen niet Zijn werkelijke persoon zien. Dit zou nu voor iedereen duidelijk moeten zijn. Als God Zijn persoon nooit aan iemand heeft laten zien, denken jullie dan dat Gods persoon bestaat? (Hij bestaat.) Natuurlijk bestaat Hij. Het bestaan van Zijn persoon kan echt niet worden ontkend. Maar zijn vragen als ‘hoe groot is Gods persoon’ of ‘hoe ziet Hij eruit’, vragen die de mensheid dient te onderzoeken? Nee. Het antwoord is ontkennend. Als Gods persoon geen onderwerp is dat we dienen te onderzoeken, welke vraag zouden we dan wel in overweging moeten nemen? (Gods gezindheid.) (Gods werk.) Laten we echter, voordat we het gaan hebben over het officiële onderwerp, teruggaan naar waar het net over hadden: Waarom heeft God de mensheid nooit Zijn persoon laten zien? Waarom laat God bewust aan de mensheid Zijn persoon niet zien? Er is maar één reden en dat is: Hoewel de geschapen mens Gods werk duizenden jaren heeft meegemaakt, is er geen enkel mens die Gods werk, Gods gezindheid en Gods wezen kent. Mensen die daar geen kennis van hebben, verzetten zich in de ogen van God tegen Hem, en God laat Zijn persoon niet zien aan mensen die vijandig tegenover Hem staan. Dat is de enige reden waarom God de mensheid nooit Zijn persoon heeft laten zien en waarom Hij bewust Zijn persoon voor hen verbergt. Hebben jullie nu voor jezelf duidelijkheid over het belang van het leren kennen van Gods gezindheid?
Zolang Gods management voor de mensheid heeft bestaan, heeft Hij zich volledig ingezet voor de uitvoering van Zijn werk. Ondanks dat God niet Zijn persoon aan de mens onthult, heeft Hij altijd aan de zijde van de mens gestaan, op de mens ingewerkt, uitdrukking gegeven aan Zijn gezindheid, de hele mensheid geleid met Zijn wezen. Hij heeft altijd met Zijn macht, Zijn wijsheid en Zijn gezag op elk individueel mens ingewerkt, en zo is door Hem het Tijdperk van de Wet, het Tijdperk van de Genade en nu het Tijdperk van het Koninkrijk ontstaan. Hoewel God voor de mens Zijn persoon verbergt, worden Zijn gezindheid, Zijn wezen en eigendommen en Zijn wil zonder enige reserve aan de mens onthuld, zodat de mens die kan zien en ervaren. Met andere woorden, hoewel mensen God niet kunnen zien of aanraken, zijn de gezindheid en het wezen van God waar de mensheid mee in contact heeft gestaan de absolute uitdrukking van God Zelf. Is dat niet de waarheid? Ongeacht volgens welke methode of vanuit welke invalshoek God Zijn werk doet, Hij behandelt mensen altijd met Zijn ware identiteit, waarbij Hij gehoor geeft aan deze ware identiteit in wat Hij doet en wat Hij zegt. Ongeacht vanuit welke positie God spreekt – vanuit de derde hemel, in het vlees of zelfs als gewoon mens – Hij spreekt altijd tot de mens met heel Zijn hart en heel Zijn verstand, zonder enige misleiding en zonder iets achter te houden. Bij de uitvoering van Zijn werk geeft God zonder enige reserve uitdrukking aan Zijn woord en Zijn gezindheid, aan wat Hij is en heeft. Hij wijst de mensheid de weg met Zijn leven, met Zijn wezen en eigendommen. Zo heeft de mens geleefd in het Tijdperk van de Wet – het wiegtijdperk van de mensheid – onder de leiding van de onzichtbare en ontastbare God.
God verscheen voor het eerst in het vlees na het Tijdperk van de Wet, een incarnatie die drieëndertig en een half jaar duurde. Is voor een mens drieëndertig en een half jaar een lang leven? (Nee). Omdat de levensverwachting van mensen meestal langer is dan zo’n dertig jaar, is dit voor een mens niet erg lang. Maar voor de vleesgeworden God is deze periode van drieëndertig en een half jaar erg lang geweest. Hij werd een persoon – een gewoon persoon die Gods werk en opdracht moest uitvoeren. Dit betekende dat Hij het werk moest doen dat een gewoon persoon niet in staat is te doen, terwijl Hij ook nog eens buitengewoon moest lijden, iets waar gewone mensen aan onderdoor gaan. De hoeveelheid lijden die de Heer Jezus heeft ondergaan in het Tijdperk van Genade, van het begin van Zijn werk tot aan het moment dat Hij aan het kruis werd genageld, is iets dat de hedendaagse mens misschien niet persoonlijk kan hebben meegemaakt, maar kunnen jullie je er wel wat bij voorstellen op basis van de Bijbelverhalen? Het doet er niet toe hoeveel details er zijn opgeschreven van deze feiten, uiteindelijk was Gods werk in deze periode vol van lijden en pijn. Voor een verdorven mens is drieëndertig en een half jaar geen lange tijd; een beetje lijden is niet erg. Maar voor de heilige, onberispelijke God, die alle zonden van heel de mensheid moet dragen, en moet eten, slapen en wonen bij deze zondaars, is deze pijn te groot. Hij is de Schepper, de Meester aller dingen en de Heerser over alles, maar toen Hij in de wereld kwam moest Hij de onderdrukking en wreedheid ondergaan van verdorven mensen. Om Zijn werk te vervolmaken en de mensheid uit de ellende te verlossen, moest Hij veroordeeld worden door de mensen, en de zonden van de hele mensheid op zich nemen. Gewone mensen kunnen onmogelijk de mate van Zijn lijden bevatten of begrijpen. Waar staat dit lijden voor? Het laat Gods toewijding aan de mensheid zien. Het staat voor de vernedering die Hij leed en de prijs die Hij betaalde voor de redding van de mensen, om hen te verlossen van hun zonden, en deze fase van Zijn werk te voltooien. Dit betekent ook dat de mens verlost wordt van het kruis door God. Dit is een prijs die betaald is met bloed, met leven, een prijs die schepselen niet kunnen betalen. Het is vanwege het feit dat Hij Gods wezen heeft en uitgerust is met wat God heeft en is, dat Hij dit soort lijden kan dragen en dit soort werk kan doen. Dit is iets dat geen geschapen wezen kan doen in Zijn plaats. Dit is het werk van God gedurende het Tijdperk van Genade en het is een openbaring van Zijn gezindheid. Onthult dit iets van wat God heeft en is? En is het belangrijk dat de mensheid dit te weten komt?
In dat tijdperk hebben de mensen, hoewel ze niet Gods persoon zagen, Gods zondoffer ontvangen en zijn ze door God gered van het kruis. De mensheid is wellicht niet onbekend met Gods werk tijdens het Tijdperk van Genade, maar is men ook bekend met de gezindheid en de wil die God in deze periode tot uitdrukking heeft laten komen? De mens kent slechts de inhoud van Gods werk in de verschillende periodes door diverse kanalen, of kent verhalen over God die plaatsvonden in dezelfde tijd dat God Zijn werk aan het uitvoeren was. Deze details en verhalen zijn hooguit wat informatie of legendes over God en hebben niets te maken met Gods gezindheid en wezen. Dus het doet er niet toe hoeveel verhalen mensen kennen over God, dat wil nog niet zeggen dat zij ook een diep begrip en kennis hebben van Gods gezindheid of Zijn wezen. Net als in het Tijdperk van de Wet, was de kennis van Gods gezindheid en Gods wezen in het Tijdperk van Genade bijna geheel afwezig, ondanks dat de mensen in die tijd intiem contact met de vleesgeworden God hadden en Hem van dichtbij meemaakten.
In het Tijdperk van het Koninkrijk werd God opnieuw vlees, op dezelfde manier als de eerste keer. In deze periode drukt God nog steeds zonder terughoudendheid Zijn woord uit, doet Hij het werk dat Hij op zich heeft genomen en geeft Hij uiting aan wat Hij heeft en is. Tegelijkertijd blijft Hij de ongehoorzaamheid en de onwetendheid van de mensen verdragen. Onthult God niet ook onophoudelijk Zijn gezindheid en geeft Hij niet steeds uiting aan Zijn wil in deze periode van Zijn werk? En dus zijn Gods gezindheid, Zijn wezen en eigendommen, en Zijn wil altijd voor iedereen toegankelijk geweest vanaf de schepping tot aan de huidige tijd. God heeft nooit doelbewust Zijn wezen, Zijn gezindheid, of Zijn wil verborgen. Het is gewoon dat het de mensheid niet interesseert wat God doet, wat Zijn wil is – daarom is het menselijk begrip van God zo meelijwekkend. Met andere woorden, terwijl God Zich als persoon verbergt, steunt Hij de mens ook altijd, en laat Hij openlijk Zijn wil zien, Zijn gezindheid en Zijn wezen, door alle tijden heen. Op een bepaalde manier is Gods persoon ook toegankelijk voor mensen, maar vanwege hun verblindheid en ongehoorzaamheid, kunnen ze Gods verschijning niet zien. En als dit dus zo is, zou het dan niet voor iedereen eenvoudig moeten zijn om Gods gezindheid en God Zelf te begrijpen? Het is erg moeilijk om deze vraag te beantwoorden, nietwaar? Jullie kunnen zeggen dat het makkelijk is, maar er zijn mensen die op zoek zijn naar God, en wie het toch niet echt lukt om Hem te leren kennen of een helder begrip van Hem te krijgen – het blijft voor hen altijd wazig en vaag. Maar als jullie zeggen dat het niet eenvoudig is, dan klopt dat ook niet. Omdat we allemaal al zo lang onderworpen zijn geweest aan Gods werk, zou iedereen door zijn eigen ervaringen, echte momenten van contact met God moeten hebben gehad. Mensen zouden op z’n minst God tot op zekere hoogte ervaren moeten hebben in hun hart, of eerder gebotst moeten hebben met God op een geestelijk niveau, en zo zouden ze zich ten minste perceptief een beetje bewust moeten zijn van Gods gezindheid of enig begrip van Hem krijgen. Vanaf de tijd dat de mens God begon te volgen tot nu heeft de mens veel te veel gekregen, maar vanwege allerlei redenen – het slechte kaliber van de mensen, zijn onwetendheid, rebellie, en verschillende intenties – heeft de mensheid er ook teveel van verloren. Heeft God de mensheid al niet genoeg gegeven? Hoewel God Zijn persoon verbergt voor de mensen, voorziet Hij hen van datgene wat Hij heeft en is, en Hij geeft zelfs Zijn leven; de kennis van de mensheid over God moet niet voor altijd slechts op het huidige niveau blijven. Daarom denk ik dat het nodig is om samen met jullie verder te communiceren over het thema van Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf. Het doel is dat God niet voor niets duizenden jaren Zijn zorg en gedachten over de mens heeft uitgestort, en dat de mensheid Gods wil voor hen echt gaat begrijpen en waarderen. Deze verdieping is bedoeld om mensen een stap voorwaarts te laten zetten in hun kennis van God. Het zal God ook Zijn rechtmatige plaats teruggeven in het hart van de mensen, dat wil zeggen, Hem eer aandoen.
Om Gods gezindheid en God Zelf te begrijpen, moet je met heel weinig beginnen. Maar met het weinige waarvan moet je starten? Ten eerste heb ik een paar hoofdstukken uit de Bijbel opgezocht. Hieronder staan Bijbelverzen vermeld, die allemaal betrekking hebben op het onderwerp Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf. Ik heb deze passages vooral gevonden als naslagmateriaal om jullie te helpen Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf te kennen. Hier zal ik ze met jullie delen om na te gaan wat voor soort gezindheid en wezen God in het verleden via Zijn werk heeft geopenbaard, maar waar mensen geen kennis van hebben. Deze hoofdstukken mogen dan oud zijn, maar het onderwerp dat we communiceren, is iets nieuws wat mensen niet hebben en waarvan ze nog nooit hebben gehoord. Sommigen van jullie kunnen dat wellicht niet vatten – als we Adam en Eva te berde brengen en naar Noach teruggaan, vormt dat dan geen herhaling van zetten? Wat jullie er ook van denken, deze hoofdstukken zijn erg nuttig voor de communicatie van dit onderwerp en kunnen fungeren als onderwijsteksten of materialen uit de eerste hand voor de communicatie van vandaag. Wanneer ik deze communicatie zal beëindigen, zullen jullie begrijpen waarom ik deze gedeelten heb gekozen. Degenen die de Bijbel eerder hebben gelezen, hebben deze paar verzen mogelijk al gezien, maar begrijpen ze wellicht niet werkelijk. Laten we er eerst eens globaal naar kijken, voordat we ze een voor een meer in detail gaan bestuderen.
Adam en Eva zijn de voorouders van de mensheid. Als we karakters uit de Bijbel willen noemen, moeten we bij deze twee beginnen. De volgende is Noach, de tweede voorouder van de mensheid. Zien jullie dat? Wie is het derde karakter? (Abraham.) Kennen jullie allemaal het verhaal van Abraham? Sommigen van jullie kennen het misschien, maar voor anderen is het wellicht niet zo duidelijk. Wie is het vierde karakter? Wie wordt er genoemd in het verhaal over de vernietiging van Sodom? (Lot.) Maar hier wordt niet naar Lot verwezen. Naar wie verwijst dit verhaal? (Abraham.) Het belangrijkste in het verhaal van Abraham is wat Jehova God heeft gezegd. Zien jullie dat? Wie is het vijfde karakter? (Job.) Vertelt God niet een groot deel van Jobs verhaal in deze fase van Zijn werk? Hechten jullie dan ook veel belang aan dit verhaal? Als jullie daar veel belang aan hechten, hebben jullie Jobs verhaal in de Bijbel dan zorgvuldig gelezen? Weten jullie welke dingen Job heeft gezegd, welke dingen hij heeft gedaan? Degenen die het verhaal het meest hebben gelezen: hoe vaak hebben jullie het gelezen? Lezen jullie het vaak? Zusters uit Hongkong, vertel het ons. (Ik heb het al een paar keer gelezen toen we ons in het Tijdperk van de Genade bevonden.) Hebben jullie het sindsdien niet meer gelezen? Zo niet, dan is dat een grote schande. Laat mij jullie dit vertellen: tijdens deze fase van Gods werk heeft Hij Job vele malen genoemd, waarmee Hij uiting geeft aan Zijn bedoelingen. Dat Hij Job vele malen heeft genoemd, maar niet jullie belangstelling heeft gewekt, laat het volgende zien: Jullie vinden het niet belangrijk goede mensen te zijn en mensen die God vrezen en het kwaad mijden. Dat komt omdat jullie genoegen nemen met slechts een globaal beeld van het verhaal van Job dat door God wordt verteld. Jullie vinden het voldoende dat jullie het verhaal zelf begrijpen, maar jullie hechten er geen belang aan te weten wie Job als persoon precies is en jullie proberen de details van Jobs persoonlijkheid niet te begrijpen en evenmin waarom God bij meerdere gelegenheden naar Job verwijst. Als jullie zelfs niet geïnteresseerd zijn in een dergelijke persoon die door God werd geprezen, waar gaat jullie aandacht dan precies naar uit? Als jullie geen belang hechten aan zo’n belangrijke persoon die door God is genoemd en als jullie niet proberen die persoon te begrijpen, wat zegt dan over jullie houding tegenover Gods woord? Is dat niet beklagenswaardig? Bewijst dit niet dat de meesten van jullie zich niet met praktische zaken bezighouden en dat jullie niet allemaal de waarheid najagen? Als je de waarheid zoekt, zul je de benodigde aandacht schenken aan mensen die bij God in de gunst staan en aan de verhalen van de karakters waarover God heeft gesproken. Ongeacht of je het kunt bevatten of tastbaar vindt, zul je het snel gaan lezen, proberen het te begrijpen, manieren vinden om het voorbeeld ervan te volgen en naar je beste kunnen handelen. Dat is het gedrag van iemand die naar de waarheid verlangt. Maar feit is dat de meesten van jullie die hier zitten, het verhaal van Job nooit hebben gelezen. Dat zegt wel iets!
Laten we terugkeren naar het onderwerp waar ik het zojuist over had. Dit deel van de Schrift over het oudtestamentische Tijdperk van de Wet betreft hoofdzakelijk verhalen van karakters die ik heb uitgekozen. Het zijn verhalen die bij verreweg de meeste mensen die de Bijbel hebben gelezen, wel bekend zijn. Deze karakters zijn bijzonder representatief. Degenen die hun verhalen hebben gelezen, zijn in staat te ervaren dat het werk dat God aan hen heeft gedaan en de woorden die God tot hen heeft gesproken, tastbaar zijn en voor de mensen van vandaag toegankelijk zijn. Wanneer je deze verhalen en verslagen uit de Bijbel leest, kun je beter begrijpen hoe God destijds Zijn werk verrichtte en met mensen omging. Maar ik gebruik deze hoofdstukken vandaag niet om je de gelegenheid te bieden deze verhalen en de karakters die daarin voorkomen, te doorgronden. Nee, ik doe dat zodat je door de verhalen van deze karakters heen Gods daden en Zijn gezindheid kunt zien, waardoor het eenvoudiger wordt God te leren kennen en te begrijpen, Zijn ware aard te ontdekken, je verbeelding een halt toe te roepen, je opvattingen over Hem aan de kant te schuiven en een eind te maken aan je geloof dat omgeven wordt door vaagheid. Wanneer je zonder fundament tracht inzicht te krijgen in Gods gezindheid en probeert God Zelf te begrijpen en te leren kennen, kun je je vaak hulpeloos en machteloos voelen en niet weten waar je moet beginnen. Daarom kwam ik op het idee om deze methode en aanpak te hanteren zodat je God beter begrijpt, Gods wil meer op authentieke wijze doorgrondt en Gods gezindheid en God Zelf leert kennen, en werkelijk voelt dat God bestaat en Zijn wil voor de mensheid doorgrondt. Hebben jullie daar geen baat bij? Wat voelen jullie nu in jullie hart wanneer jullie opnieuw naar deze verhalen en Schriftgedeelten kijken? Denken jullie dat deze Schriftgedeelten die ik heb uitgekozen, overbodig zijn? Ik moet opnieuw benadrukken wat ik jullie zojuist heb verteld: dat ik jullie de verhalen van deze karakters laat lezen, heeft als doel jullie te helpen te bevatten hoe God Zijn werk aan mensen verricht en wat Zijn houding jegens de mensheid is. Waardoor kunnen jullie dit begrijpen? Door het werk dat God in het verleden heeft gedaan, in combinatie met het werk dat God op dit moment doet om jullie te helpen de verschillende dingen die op Hem betrekking hebben, te begrijpen. Deze verschillende dingen zijn reëel en moeten gekend en doorgrond worden door degenen die God willen leren kennen.
We zullen nu beginnen met het verhaal van Adam en Eva. Laten we eerst de Schriftgedeelten lezen.
1. Adam en Eva
Gods gebod aan Adam
Gen. 2:15-17 En Jehova God voerde de mens naar de hof van Eden om die te cultiveren en ervoor te zorgen. En Jehova God gaf het volgende gebod aan de mens: ‘Je mag van iedere boom in de hof eten wat je wilt. Je moet alleen niet eten van de boom van de kennis van goed en kwaad, want zodra je daarvan eet, zul je sterfelijk worden.’
Hebben jullie iets uit deze verzen gehaald? Wat voor gevoel hebben jullie bij dit Schriftgedeelte? Waarom werd “Gods gebod aan Adam” uit de Schrift gelicht? Heeft elk van jullie nu een momentopname van God en Adam in gedachten? Jullie kunnen proberen je er een voorstelling van te maken: als jullie in die scène zouden figureren, hoe zou de God in jullie hart er dan uitzien? Wat voor emoties maakt dit beeld bij jullie los? Dit is een ontroerend en hartverwarmend beeld. Hoewel alleen God en de mens erin voorkomen, is de intimiteit tussen hen erg benijdenswaardig: Gods overvloedige liefde wordt gratis aan de mens geschonken en omgeeft de mens; de mens is naïef en onschuldig, zonder last en zonder zorgen en leeft gelukzalig onder Gods toeziend oog; God toont zorg voor de mens, terwijl de mens onder de bescherming en zegen van God leeft; alle dingen die de mens doet en zegt, zijn nauw en onlosmakelijk met God verbonden.
Jullie kunnen zeggen dat dit het eerste gebod is dat God de mens gaf nadat Hij hem had geschapen. Wat omvat dit gebod? Het omvat Gods wil, maar ook Zijn zorgen over de mensheid. Dit is Gods eerste gebod en het is ook de eerste keer dat God zich zorgen maakt over de mens. Dit betekent dat God een verantwoordelijkheid jegens de mens had vanaf het moment dat Hij hem schiep. Wat is Zijn verantwoordelijkheid? Hij moet de mens beschermen, voor de mens zorgen. Hij hoopt dat de mens Zijn woorden kan vertrouwen en gehoorzamen. Dit is ook de eerste verwachting die God van de mens heeft. Vanuit deze verwachting zegt God het volgende: “Je mag van iedere boom in de hof eten wat je wilt. Je moet alleen niet eten van de boom van de kennis van goed en kwaad, want zodra je daarvan eet, zul je sterfelijk worden.” Deze eenvoudige woorden vormen de uitdrukking van Gods wil. Ze laten ook zien dat Gods hart reeds zorg voor de mens begint te tonen. Van alle dingen was alleen Adam naar Gods beeld gemaakt; Adam was het enige levende wezen dat Gods levensadem bezat; hij kon met God wandelen en met God spreken. Daarom gaf God hem dit gebod. Met dit gebod maakte God heel duidelijk wat de mens kan doen, en wat hij niet kan doen.
In deze paar eenvoudige woorden zien we Gods hart. Maar wat voor hart zien we? Is er liefde in Gods hart? Zit er enige vorm van zorg in? Gods liefde en zorg in deze verzen kunnen niet alleen door mensen worden doorgrond, maar ook goed en werkelijk worden gevoeld. Is dat niet zo? Nu ik deze dingen heb gezegd, denken jullie dan nog steeds dat het slechts een paar eenvoudige woorden zijn? Niet zo eenvoudig, toch? Konden jullie dit eerder ook al zien? Als God persoonlijk deze woorden tegen jou zou zeggen, hoe zou je je dan van binnen voelen? Als je geen menselijke persoon bent, als je hart ijskoud is, zou je niets voelen, zou je geen besef hebben van Gods liefde en niet proberen Gods hart te begrijpen. Maar als je een gewetensvolle, menselijke persoon bent, zou je je anders voelen. Je zou warmte voelen, ervaren dat er voor je wordt gezorgd en je geliefd voelen, en je zou geluk ervaren. Klopt dat? Wanneer je deze dingen voelt, hoe zou je je dan tegenover God gedragen? Zou je je met God verbonden voelen? Zou je God liefhebben en ontzag voor Hem hebben vanuit het diepst van je hart? Zou je hart dichter naar God toe groeien? Hieraan kun je zien hoe belangrijk Gods liefde voor de mens is. Maar nog wezenlijker is dat de mens Gods liefde doorgrondt en begrijpt. Zegt God in feite niet een heleboel soortgelijke dingen in deze fase van Zijn werk? Maar waarderen de mensen van vandaag Gods hart? Kunnen jullie de wil van God waarover ik zojuist heb gesproken, doorgronden? Jullie hebben zelfs geen idee van Gods wil wanneer deze zo concreet, tastbaar en realistisch is. Daarom zeg ik dat jullie geen werkelijke kennis en begrip van God hebben. Is dat niet waar? Dat is alles wat we over dit gedeelte bespreken.
2) God schept Eva
Gen. 2:18-20 En Jehova God zei: ‘Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik zal een hulp voor hem maken die bij hem past.’ Toen vormde Jehova God uit de aardbodem alle dieren op het land en alle vogels in de lucht. Hij bracht ze allemaal bij Adam om te zien hoe hij ze zou noemen. Elk levend wezen kreeg dan ook de naam waarmee Adam het aanduidde. Zo gaf Adam namen aan alle lopende, kruipende en vliegende schepsels. Adam vond zelf echter geen hulp die bij hem paste.
Gen. 2:22-23 En Jehova God bouwde van de rib die Hij uit de man had genomen een vrouw. Hij bracht haar naar de man. Adam zei toen: ‘Zij is van mijn gebeente en van mijn vlees. Zij zal Vrouw worden genoemd, want zij is uit de Man genomen.’
Er staan een paar cruciale zinnen in dit Schriftgedeelte. Onderstreep ze maar: “Elk levend wezen kreeg dan ook de naam waarmee Adam het aanduidde.” Wie gaf dus namen aan alle levende schepsels? Adam, niet God. Deze zin laat de mensheid het volgende zien: God gaf de mens intelligentie toen Hij hem schiep. Dat wil zeggen dat de intelligentie van de mens afkomstig is van God. Dat is zeker. Maar waarom? Ging Adam naar school nadat God Adam had geschapen? Kon hij lezen? Herkende Adam alle dieren nadat God diverse levende schepsels had gemaakt? Vertelde God hem wat hun namen waren? Natuurlijk leerde God hem ook niet hoe hij met de namen van deze schepsels op de proppen moest komen. Dat is de waarheid! Hoe wist hij dan hoe hij deze levende schepsels hun naam moest geven en wat voor namen hij ze moest geven? Dit houdt verband met de vraag wat God aan Adam toevoegde toen Hij hem schiep. De feiten tonen dat toen God de mens schiep, Hij Zijn intelligentie aan hem had toegevoegd. Dit is een cruciaal punt. Hebben jullie allemaal aandachtig geluisterd? Er is een ander belangrijk punt dat voor jullie helder moet zijn: nadat Adam deze levende schepsels hun naam gaf, werden hun namen in Gods vocabulaire opgenomen. Waarom zeg ik dat? Het heeft ook te maken met Gods gezindheid en dat moet ik uitleggen.
God schiep de mens, blies leven in hem en gaf hem ook iets van Zijn intelligentie, Zijn vermogens en wat Hij heeft en is. Nadat God de mens al deze dingen had gegeven, kon de mens bepaalde dingen zelfstandig doen en zelf nadenken. Als wat de mens aandraagt en doet, goed is in de ogen van God, accepteert God dat en grijpt Hij niet in. Als wat de mens doet goed is, zal God dat voor altijd ongemoeid laten. Dus wat geeft de frase “Elk levend wezen kreeg dan ook de naam waarmee Adam het aanduidde.” aan? Er kan uit worden opgemaakt dat God geen wijzigingen aanbracht in de namen van de verschillende levende schepsels. Welke naam Adam ook aan een schepsel gaf, God zei “Ja” en registreerde de naam als zodanig. Gaf God zijn mening? Nee, zeker niet. Dus wat zien jullie hier gebeuren? God gaf de mens intelligentie en de mens gebruikte zijn door God gegeven intelligentie om dingen te doen. Als wat de mens doet positief is in de ogen van God, wordt het zonder enige beoordeling of kritiek door God bevestigd, erkend en aanvaard. Dit is iets wat geen enkele persoon of boze geest of Satan kan doen. Zien jullie hierin een openbaring van Gods gezindheid? Zou een mens, een verdorven mens, of Satan accepteren dat anderen namens hem onder zijn neus dingen zouden doen? Natuurlijk niet! Zouden ze voor hun positie vechten met die persoon of macht die anders is dan zij? Natuurlijk! Als op dat moment een verdorven persoon of Satan bij Adam was geweest, zouden zij beslist hebben afgekeurd wat Adam aan het doen was. Om te bewijzen dat zij zelfstandig kunnen denken en hun eigen unieke inzichten hebben, zouden ze absoluut alles wat Adam deed hebben verworpen: “Wil jij het zo noemen? “Nou, ik ga het niet zo noemen, ik ga het zo noemen; jij hebt het Tom genoemd, maar ik noem het Harry. Ik moet laten zien hoe briljant ik ben.” Wat voor natuur is dit? Is het niet vreselijk arrogant? Maar heeft God zo’n gezindheid? Had God ook maar enige ongebruikelijke bezwaren tegen wat Adam deed? Het antwoord is ondubbelzinnig nee! Uit Gods gezindheid blijkt geen greintje ruziezoekerij, arrogantie of zelfingenomenheid. Dat is hier meer dan duidelijk. Dit is slechts een heel klein ding, maar als je Gods wezen niet begrijpt, als je hart niet probeert te ontdekken hoe God handelt en wat Gods houding is, zul je Gods gezindheid niet kennen en de uitdrukking en openbaring van Gods gezindheid niet gewaarworden. Is dat niet zo? Zijn jullie het eens met wat ik jullie zojuist heb uitgelegd? Als antwoord op Adams daden verkondigde God niet luidkeels: “Je hebt juist gehandeld. Je hebt het goed gedaan. Ik ben het ermee eens.” In Zijn hart keurde God echter goed wat Adam deed en waardeerde Hij dat en juichte het toe. Sinds de schepping is dit het eerste wat de mens op Zijn aanwijzing voor God heeft gedaan. Het was iets wat de mens in plaats van God en namens God deed. In Gods ogen vloeide dit voort uit de intelligentie die Hij aan de mens had geschonken. God beschouwde het als iets goeds, iets positiefs. Wat Adam destijds deed was de eerste manifestatie van Gods intelligentie bij de mens. Vanuit Gods perspectief was het een mooie manifestatie. Wat ik jullie hier wil vertellen is dat Gods doel in het toevoegen van een deel van wat Hij heeft en is en het toevoegen van Zijn intelligentie aan de mens was zodat de mensheid een levend schepsel zou zijn, dat Hem manifesteert. Dat zo’n levend schepsel namens Hem dingen zou doen, was exact waarnaar God had verlangd.
3) God maakt kleren van dierenvellen voor Adam en Eva
Gen. 3:20-21 En Adam gaf zijn vrouw de naam Eva, want zij werd de moeder van al het menselijke leven. Jehova God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van dierenhuiden en kleedde hen daarmee.
Laten we naar deze derde passage kijken, waarin staat dat de naam die Adam aan Eva gaf, een bepaalde betekenis geeft. Zo is het toch? Hieruit blijkt dat Adam nadat hij geschapen was, zijn eigen gedachten had en veel dingen begreep. Maar voor nu gaan we niet onderzoeken of verkennen wat hij begreep of hoeveel hij begreep, want dit is niet het belangrijkste punt in de derde passage dat ik wil bespreken. Wat is dan wel het belangrijkste punt van de derde passage? Laten we eens kijken naar de regel: “Jehova God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van dierenhuiden en kleedde hen daarmee.” Als we vandaag niet communiceren over deze regel uit de Schrift, zullen jullie misschien nooit beseffen wat de bijbetekenissen achter deze woorden zijn. Ik zal eerst een paar aanknopingspunten geven. Gebruik jullie verbeelding en maak jullie een voorstelling van de hof van Eden, met Adam en Eva die daarin leven. God zoekt hen op, maar ze verbergen zich omdat ze naakt zijn. God kan hen niet zien en nadat Hij hen heeft geroepen, zeggen ze: “We durven u niet onder ogen te komen, want ons lichaam is naakt.” Ze durven God niet onder ogen te komen omdat ze naakt zijn. Wat doet Jehova God nu voor hen? In de grondtekst staat: “Jehova God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van dierenhuiden en kleedde hen daarmee.” Weten jullie wat God gebruikte om hun kleren te maken? God gebruikte dierenvellen om hun kleren te maken. Oftewel, God maakte een bontjas voor de mens. Dat was het eerste kledingstuk dat God voor de mens maakte. Naar onze huidige maatstaven is een bontjas een exclusief kledingstuk, iets wat niet iedereen zich kan permitteren. Als iemand je vraagt: “Wat was het eerste kledingstuk dat de voorouders van de mensheid droegen?” Dan kun je antwoorden: “Dat was een bontjas.” “Wie maakte deze bontjas?” Je kunt dan antwoorden: “God heeft hem gemaakt!” Dat is het belangrijkste punt: dit kledingstuk is door God gemaakt. Is dat niet opmerkelijk? Hebben jullie daar een beeld bij gekregen, nu ik het zojuist heb beschreven? Jullie zouden in elk geval een globale indruk moeten hebben. Ik vertel jullie dit vandaag niet om jullie te laten weten wat het eerste kledingstuk van de mens was. Waar gaat het dan wel om? Het gaat niet om de bontjas, maar om hoe je kunt weten wat de gezindheid en het wezen en de eigendommen zijn die God openbaarde toen Hij dit deed.
Gezien dit beeld van “Jehova God maakte voor Adam en voor zijn vrouw kleren van dierenhuiden en kleedde hen daarmee.” wat voor rol speelt God dan wanneer Hij bij Adam en Eva is? Wat voor rol heeft God in een wereld met slechts twee mensen? De rol van God? Broeders en zusters uit Hongkong, willen jullie antwoord geven? (De rol van een ouder.) Broeders en zusters uit Zuid-Korea, wat voor rol heeft God volgens jullie? (Hoofd van het gezin.) Broeders en zusters uit Taiwan, wat denken jullie? (De rol van iemand in het gezin van Adam en Eva, de rol van een gezinslid.) Sommigen van jullie denken dat God fungeert als een gezinslid van Adam en Eva, terwijl anderen zeggen dat God fungeert als hoofd van het gezin en weer anderen als een ouder. Dat klopt allemaal. Maar waar doel ik op? God schiep deze twee mensen en behandelde hen als Zijn metgezellen. Als hun enige familie zorgde God voor hun levensonderhoud en voorzag Hij ook in hun basisbehoeften. Hier fungeert God als een ouder van Adam en Eva. Wanneer God dit doet, ziet de mens niet hoe verheven God is; hij ziet niet Gods opperste superioriteit, Zijn raadselachtigheid en vooral niet Zijn toorn of majesteit. Al wat hij ziet, is Gods nederigheid, Zijn affectie, Zijn zorg voor de mens en Zijn verantwoordelijkheid en aandacht voor hem. Gods houding en de wijze waarop Hij met Adam en Eva omging, lijken op hoe menselijke ouders zorg voor hun eigen kinderen tonen. Ze lijken ook op hoe menselijke ouders hun eigen zoons en dochters liefhebben en zorg en aandacht voor hen hebben – reëel, zichtbaar en tastbaar. In plaats van Zichzelf op een hoogverheven positie te plaatsen, maakte God persoonlijk kleding van dierenvellen voor de mens. Het maakt niet uit of deze bontjas werd gebruikt om hun schaamte te bedekken of hen tegen de kou te beschermen. Kort gezegd, deze kleding die werd gebruikt om het lichaam van de mens te bedekken, was eigenhandig door God gemaakt. God heeft deze niet simpelweg via een gedachte of wonderbaarlijke methodes gecreëerd zoals mensen zich voorstellen, maar Hij heeft op legitieme wijze iets gedaan waarvan de mens denkt dat God dat niet zou kunnen en moeten doen. Dit is wellicht iets eenvoudigs waarvan sommigen zelfs kunnen denken dat het niet de moeite waard is om te noemen. Hierdoor kunnen echter allen die God volgen, maar voorheen allemaal vage ideeën over Hem hadden, een inzicht in Zijn waarachtigheid en beminnelijkheid krijgen en Zijn trouwe en nederige natuur waarnemen. Het zorgt ervoor dat onuitstaanbaar arrogante mensen die denken dat ze hoog verheven zijn, hun verwaande hoofd schaamtevol buigen in het licht van Gods waarachtigheid en nederigheid. Dankzij Gods waarachtigheid en nederigheid kunnen mensen tevens zien hoe beminnelijk Hij is. Daarentegen is de immense God, de beminnelijke God en de almachtige God in de harten van mensen heel klein, onaantrekkelijk en niet in staat om ook maar aan één klap weerstand te bieden. Wanneer je dit vers ziet en dit verhaal hoort, kijk je dan neer op God, omdat Hij zoiets heeft gedaan? Voor sommige mensen geldt dat misschien, maar voor anderen is het precies andersom. Zij zullen denken dat God waarachtig en beminnelijk is, en het is nu juist Gods waarachtigheid en beminnelijkheid die hen raakt. Hoe meer zij de ware kant van God ontdekken, hoe meer zij de ware aanwezigheid van Gods liefde en het belang van God in hun hart kunnen doorgronden, en hoe Hij op elk moment naast hen staat.
Nu is het moment gekomen om een koppeling met het heden te maken. God kon deze verschillende kleine dingen doen voor de mensen die Hij in het allereerste begin schiep, zelfs dingen waaraan mensen nooit zouden durven denken of die ze nooit zouden verwachten. Kan God zulke dingen dan ook doen voor de mensen van vandaag? Sommige mensen zeggen: “Ja!” Waarom zeggen ze dat? Omdat Gods wezen niet namaak is, Zijn beminnelijkheid is niet namaak. Omdat Gods wezen werkelijk bestaat en niet iets is wat door anderen is toegevoegd, en zeker niet iets wat wijzigt wanneer tijd, plaats en tijdperken veranderen. Gods waarachtigheid en beminnelijkheid kunnen werkelijk tot uiting komen door iets te doen waarvan mensen denken dat het nietszeggend en onbetekenend is, iets zo kleins waarvan mensen zelfs niet denken dat Hij dat ooit zou doen. God heeft geen pretenties. Er is geen overdrijving, vermomming, trots of arrogantie in Zijn gezindheid en wezen. Hij schept nooit op, maar heeft de mensen die Hij heeft geschapen lief, bekommert zich om hen, zorgt voor hen en leidt hen vanuit trouw en oprechtheid. Het lijdt geen twijfel dat God deze dingen doet, ongeacht de mate waarin mensen dit doorgronden, voelen of zien. Zou de wetenschap dat dit het wezen van God is, invloed hebben op de liefde van mensen voor Hem? Zou het gevolgen hebben voor hun vrees voor God? Ik hoop dat wanneer je de ware aard van God begrijpt je nog dichter naar Hem zult toegroeien en in staat zult zijn Zijn liefde en zorg voor de mensheid nog beter te doorgronden, waarbij je tegelijkertijd ook je hart aan God geeft en niet langer bedenkingen of twijfels jegens Hem hebt. God doet in stilte alles voor de mens door Zijn oprechtheid, trouw en liefde. Maar Hij heeft nooit schroom of spijt bij ook maar iets wat Hij doet, en evenmin heeft Hij het nodig dat iemand Hem op enige wijze terugbetaalt, noch is het Zijn bedoeling dat Hij ooit iets van de mensheid zal verkrijgen. Het enige doel van alles wat Hij ooit heeft gedaan, is dat Hij ware trouw en liefde van de mensheid ontvangt. Laten we het eerste onderwerp hier afsluiten.
Heeft deze bespreking jullie geholpen? Wat heeft het jullie gebracht? (Meer begrip en kennis van Gods liefde.) (Deze manier van bespreken kan ons in de toekomst helpen Gods woord beter te doorgronden, de emoties te bevatten die Hij had evenals de betekenis achter de dingen die Hij zei op het moment dat Hij ze zei, en te ervaren wat Hij destijds voelde.) Ervaren jullie nog meer van Gods feitelijke bestaan na deze woorden te hebben gelezen? Voelen jullie dat Gods bestaan niet langer leeg of vaag is? Wanneer jullie dit gevoel eenmaal hebben, ervaren jullie dan dat God vlak bij jullie is? Misschien is die sensatie nu nog niet duidelijk of kunnen jullie deze nog niet voelen. Maar op een dag, wanneer jullie werkelijk in je hart een diep besef en reële kennis van Gods gezindheid en wezen hebben, zul je ervaren dat God vlak bij je is – je had alleen God nog nooit waarachtig in je hart aangenomen. Dat is de realiteit.
Wat vinden jullie van deze manier van communicatie? Konden jullie het volgen? Vinden jullie deze manier van communiceren over Gods werk en Gods gezindheid erg zwaar? Hoe voelden jullie je? (Heel goed, enthousiast.) Wat maakte dat jullie je goed voelden? Waarom waren jullie enthousiast? (Het was alsof we terugkeerden naar de hof van Eden en weer naast God stonden.) “Gods gezindheid” is voor iedereen eigenlijk een zeer onbekend onderwerp: wat je je doorgaans voorstelt, wat je in boeken leest of tijdens communicaties hoort, geeft je namelijk altijd het gevoel dat je een blinde man bent die een olifant aanraakt – je voelt iets met je handen, maar met je ogen zie je niets. Door iets “met de hand aan te raken” krijg je simpelweg geen basale indruk van de kennis van God, laat staan een duidelijk concept. Wel wordt je verbeeldingskracht erdoor vergroot, zodat je niet exact kunt definiëren wat Gods gezindheid en wezen zijn. In plaats daarvan lijken deze factoren van onzekerheid die uit je verbeelding voortvloeien, je hart altijd met twijfel te vullen. Wanneer je niet zeker over iets kunt zijn en toch probeert het te begrijpen, zullen er altijd tegenstrijdigheden en conflicten in je hart zijn. Soms kan het zelfs een storende factor worden waardoor je je verloren voelt. Is het niet erg pijnlijk wanneer je God wilt zoeken, God wilt leren kennen en Hem duidelijk wilt zien, maar nooit de antwoorden lijkt te kunnen vinden? Uiteraard zijn deze woorden alleen bedoeld voor degenen die ernaar verlangen God te vereren en God tevreden te stellen. Voor mensen die eenvoudigweg geen aandacht aan zulke dingen schenken, maakt dit allemaal niet uit. Zij hopen dat het het beste is dat de werkelijkheid en het bestaan van God een legende of fantasie zijn, zodat ze kunnen doen wat ze maar willen, zodat ze de grootste en belangrijkste kunnen zijn, zodat ze slechte dingen kunnen doen zonder dat daar consequenties aan vast zitten, zodat ze geen straf krijgen of enige verantwoordelijkheid dragen, zodat zelfs de dingen die God over boosdoeners zegt, niet op hen van toepassing zijn. Deze mensen zijn niet bereid Gods gezindheid te begrijpen, zij hebben er geen zin meer in te proberen God en alles wat met Hem te maken heeft, te leren kennen. Zij zouden liever zien dat God niet bestaat. Deze mensen verzetten zich tegen God en zullen worden geëlimineerd.
Nu zullen we het verhaal van Noach bespreken en hoe dit zich verhoudt tot het onderwerp Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf.
Wat doet God volgens jullie in dit Schriftgedeelte met Noach? Misschien weet iedereen die hier zit, daar iets over omdat hij de Bijbel heeft gelezen: God liet Noach de ark bouwen, waarna God de wereld door een overstroming vernietigde. God liet Noach de ark bouwen om zijn familie van acht personen te redden, om hen te laten overleven, zodat zij de voorouders voor de volgende generatie van de mensheid zouden worden. Laten we nu de Schriftgedeelten lezen.
2. Noach
1) God is van plan de wereld door een vloed te vernietigen en draagt Noach op een ark te bouwen
Gen. 6:9-14 Dit is de geschiedenis van Noach en zijn nakomelingen. Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde, in nauwe verbondenheid met God. Hij had drie zonen: Sem, Cham en Jafet. In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht. Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, zei hij tegen Noach: ‘Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij. Maak jij nu een ark van pijnboomhout. Maak daar verschillende ruimten in, en bestrijk hem vanbinnen en vanbuiten met pek.
Gen. 6:18-22 Maar met jou zal ik een verbond sluiten. Jij moet de ark in gaan, samen met je zonen, je vrouw en de vrouwen van je zonen. En van alle dieren moet je er twee in de ark brengen, om ervoor te zorgen dat die met jou in leven blijven. Een mannetje en een wijfje moeten het zijn. Van alle soorten vogels, van alle soorten vee en van alles wat op de aardbodem rondkruipt, zullen er twee naar je toe komen; die zullen in leven blijven. Leg ook een voorraad aan van alles wat eetbaar is, zodat jullie allemaal te eten hebben.’ Noach deed dit; hij deed alles zoals God het hem had opgedragen.
Hebben jullie nu, na het lezen van deze passages, een algemeen inzicht in wie Noach is? Wat voor persoon is Noach? In de grondtekst staat: “Noach was een rechtschapen man; hij was in zijn tijd de enige die een voorbeeldig leven leidde.” Wat voor persoon is naar het idee van moderne mensen een rechtschapen man in die tijd? Een rechtschapen man moet een volmaakt man zijn. Weten jullie of deze volmaakte man volmaakt is in de ogen van de mens of volmaakt in de ogen van God? Zonder twijfel is deze volmaakte man een volmaakte man in de ogen van God en niet in de ogen van de mens. Dat staat vast! Dat komt omdat de mens blind is en niet kan zien, en alleen God kijkt naar de hele aarde en naar iedere afzonderlijke persoon, alleen God weet dat Noach een volmaakt man is. Daarom vatte God het plan op om de wereld door een vloed te vernietigen vanaf het moment dat Hij een beroep op Noach begon te doen.
In dat tijdperk was het Gods bedoeling Noach op te roepen iets heel belangrijks te doen. Waarom moest Hij dat doen? Omdat God op dat moment een plan in Zijn hart had. Het was Zijn plan de wereld door een vloed te vernietigen. Waarom de wereld vernietigen? Er staat: “In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht.” Wat concluderen jullie uit de zin “verdorven en vol onrecht”? Wanneer de wereld en de bevolking daarvan uitermate verdorven zijn, is dat een aards fenomeen: “verdorven en vol onrecht.” In hedendaagse taal betekent “vol geweld” dat alles een puinhoop is. Voor de mens betekent dit dat er op alle terreinen van het leven orde ontbreekt en dat dingen behoorlijk chaotisch en moeilijk te beheersen zijn. In Gods ogen betekent het dat de mensen van de wereld te verdorven zijn. Verdorven in welke mate? Verdorven in die mate dat God het niet langer kan aanzien en niet langer geduld kan opbrengen. Verdorven in die mate dat God besluit de wereld te vernietigen. Toen God vastbesloten was om de wereld te vernietigen, besloot Hij iemand te zoeken om een ark te bouwen. Vervolgens koos God Noach uit om dat te doen, namelijk om een ark te bouwen. Waarom koos Hij Noach? In Gods ogen is Noach een rechtschapen man en wat God hem ook opdraagt, zal hij uitvoeren. Het betekent dat hij alles zal doen wat God hem gebiedt. God wilde zo iemand vinden om met Hem samen te werken, om te voltooien wat Hij had toevertrouwd, om Zijn werk op aarde te voltooien. Was er destijds nog een andere persoon dan Noach die zo’n taak kon voltooien? Absoluut niet! Noach was de enige gegadigde, de enige persoon die kon voltooien wat God toevertrouwde, en daarom koos God hem. Maar waren Gods reikwijdte en normen voor het redden van mensen toen dezelfde als nu? Het antwoord luidt dat er beslist een verschil is! Waarom vraag ik dat? Noach was destijds in Gods ogen de enige rechtschapen man, wat impliceert dat zijn vrouw en zoons en schoondochters allemaal geen rechtschapen mensen waren. God bewaarde hen echter ook omwille van Noach. God vroeg geen dingen van hen zoals Hij nu dingen van mensen vraagt, maar hield alle acht leden van Noachs familie in leven. Zij ontvingen Gods zegen dankzij de rechtvaardigheid van Noach. Als er geen Noach was geweest, had niemand van hen kunnen voltooien wat God had toevertrouwd. Daarom was het de bedoeling dat Noach als enige de vernietiging van de wereld in die tijd zou overleven, en de anderen hadden het geluk dat ze daarvan profiteerden. Hieruit blijkt dat in het tijdperk voordat God officieel met Zijn managementwerk begon, de beginselen en normen op basis waarvan Hij mensen behandelde en dingen van hen verlangde, relatief soepel waren. Voor de mensen van vandaag lijkt het alsof God Noachs familie van acht personen oneerlijk behandelde. Maar vergeleken met de omvang van het werk dat Hij nu aan mensen verricht en de vele aspecten van Zijn woord die Hij overbrengt, was de wijze waarop God Noachs familie van acht personen behandelde, niet meer dan een werkbeginsel gezien de achtergrond van Zijn werk destijds. Ter vergelijking: heeft Noachs familie van acht personen meer van God ontvangen of ontvangen de mensen van vandaag meer?
Dat een beroep op Noach werd gedaan, is een simpel feit, maar het voornaamste punt waarover we spreken – Gods gezindheid, Zijn wil en Zijn wezen in dit verslag – is niet simpel. Om deze verschillende aspecten van God te begrijpen, moeten we eerst begrijpen op wat voor persoon God een beroep wenst te doen en dan daardoor Zijn gezindheid, wil en wezen begrijpen. Dit is van cruciaal belang. Wat voor persoon is deze man op wie Hij een beroep doet, in Gods ogen? Dit moet een persoon zijn die naar Zijn woorden kan luisteren, die Zijn instructies kan opvolgen. Tegelijkertijd moet dit ook een persoon zijn met verantwoordelijkheidsbesef, iemand die Gods woord uitvoert door het als zijn verantwoordelijkheid en plicht te beschouwen. Moet deze persoon dan iemand zijn die God kent? Nee. Noach had destijds niet al te veel gehoord over wat God leerde of enig werk van God ervaren. Daarom had Noach heel weinig kennis van God. Er staat weliswaar dat Noach met God wandelde, maar heeft hij ooit Gods persoon gezien? Het antwoord luidt beslist nee! In die dagen kwamen namelijk alleen Gods boodschappers naar de mensen toe. Zij konden God vertegenwoordigen door dingen te zeggen en te doen, maar zij brachten slechts Gods wil en Zijn bedoelingen over. Gods persoon werd niet rechtstreeks aan de mens geopenbaard. In dit Schriftgedeelte zien we eigenlijk alleen maar wat deze persoon, Noach, moest doen en welke instructies God hem gaf. Wat is nu het wezenlijke dat God hier laat zien? Alles wat God doet, wordt precies gepland. Wanneer hij een zaak of situatie waarneemt, beoordeelt Hij deze aan de hand van een bepaalde norm, en het hangt van deze norm af of Hij begint met de opstelling van een plan om deze aan te pakken of om vast te stellen hoe hij met deze zaak en situatie om moet gaan. Hij is niet onverschillig en Hem laat niet alles koud. Het is eigenlijk compleet het tegenovergestelde. God zegt hier in een vers tegen Noach: “Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij.” Zei God, ditmaal in Zijn eigen woorden, dat Hij alleen de mensen zou vernietigen? Nee! God zei dat Hij alle vleselijke levende schepsels zou vernietigen. Waarom was God uit op vernietiging? We hebben hier te maken met een andere openbaring van Gods gezindheid: in Gods ogen is er een grens aan Zijn geduld met de verdorvenheid van de mens, met de smerigheid, het geweld en de ongehoorzaamheid van alle vlees. Wat is Zijn grens? Zoals God zei: “Toen God zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde.” Wat betekent de frase “dat iedereen een verderfelijk leven leidde”? Het betekent het volgende: toen alle levende wezens, ook degenen die God volgden, die de naam van God aanriepen, die God ooit brandoffers hadden gebracht, die met woorden God erkenden en zelfs loofden, compleet verdorven gedrag vertoonden en God dat opmerkte, moest Hij ze vernietigen. Dat was Gods grens. In hoeverre bleef God dan geduld hebben met de mens en met de verdorvenheid van alle vlees? In zoverre dat alle mensen, of ze nu God volgden of ongelovig waren, niet het juiste pad bewandelden. In zoverre dat de mens niet uitsluitend moreel verdorven en vol kwaad was, maar ook dat er niemand was die in het bestaan van God geloofde, laat staan iemand die geloofde dat de wereld door God wordt geregeerd en dat God mensen licht kan brengen en het juiste pad kan wijzen. In zoverre dat de mens het bestaan van God verachtte en niet toeliet dat God bestond. Toen de verdorvenheid van de mens eenmaal dit punt had bereikt, was Gods geduld op. Wat kwam daarvoor in de plaats? Gods toorn en Gods straf. Was dat niet een gedeeltelijke openbaring van Gods gezindheid? Is er in het huidige tijdperk nog een rechtschapen man in de ogen van God? Is er nog een volmaakt man in de ogen van God? Is in dit tijdperk het gedrag van alle vlees op aarde verdorven in de ogen van God? Tarten op deze dag en in dit tijdperk niet alle vleselijke mensen de grens van Gods geduld – afgezien van degenen die God compleet wil maken, die God kunnen volgen en Zijn redding aanvaarden? Is niet alles wat bij jullie gebeurt, wat jullie met jullie ogen zien en met jullie oren horen en elke dag persoonlijk in deze wereld ervaren, vol geweld? Zou in Gods ogen aan zo’n wereld, zo’n tijdperk, niet een eind moeten worden gemaakt? Hoewel de achtergrond van het huidige tijdperk totaal anders is dan de achtergrond van Noachs tijd, zijn de gevoelens en de toorn van God jegens de verdorvenheid van de mens exact dezelfde als destijds. God kan vanwege Zijn werk geduld oefenen, maar gezien allerlei omstandigheden en situaties had deze wereld in Gods ogen lang geleden al vernietigd moeten worden. De situatie is nog veel erger dan in de tijd dat de wereld door de vloed werd vernietigd. Maar wat is het verschil? Dit is ook wat Gods hart het meest bedroefd maakt en misschien iets wat geen van jullie kan doorgronden.
Toen Hij de wereld door een vloed vernietigde, kon God een beroep doen op Noach om de ark te bouwen en iets van het voorbereidende werk te verrichten. God kon een beroep doen op één man – Noach – om deze reeks dingen voor Hem te doen. Maar in het huidige tijdperk is er niemand op wie God een beroep kan doen. Waarom is dat zo? Iedere persoon die hier zit, begrijpt en weet waarschijnlijk heel goed wat hiervan de reden is. Willen jullie dat ik het uitleg? Als ik het hardop zeg, betekent dat voor jullie misschien gezichtsverlies en raakt wellicht iedereen overstuur. Sommige mensen zullen misschien zeggen: “We mogen dan geen rechtschapen mensen zijn en niet volmaakt in de ogen van God, maar als God ons opdraagt iets te doen, kunnen we dat wel degelijk uitvoeren. Al eerder, toen Hij zei dat er een ramp op komst was, zijn we begonnen de daarvoor benodigde voedingsmiddelen en artikelen gereed te maken. Is dit niet allemaal in overeenstemming met Gods eisen gebeurd? Werkten we niet echt samen met Gods werk? Kunnen onze daden niet worden vergeleken met wat Noach deed? Hebben wij niet werkelijk in gehoorzaamheid gehandeld? Volgden we Gods instructies niet op? Hebben we niet gedaan wat God zei omdat we geloof hechten aan Gods woorden? Waarom is God dan nog steeds bedroefd? Waarom zegt God dat er niemand is op wie Hij een beroep kan doen?” Is er verschil tussen jullie daden en die van Noach? Wat is het verschil? (Vandaag voedsel gereedmaken met het oog op de ramp was ons eigen plan.) (Onze daden verdienen niet het predicaat “rechtschapen”, terwijl Noach een rechtschapen man in Gods ogen is.) Wat jullie zeiden is niet ver bezijden de waarheid. Wat Noach deed is wezenlijk anders dan wat mensen nu doen. Toen Noach deed wat God van hem vroeg, wist hij niet wat Gods bedoelingen waren. Hij wist niet wat God wilde bereiken. God had hem enkel een bevel gegeven en hem opgedragen iets te doen, maar zonder veel uitleg, en vervolgens ging hij aan de slag. Hij probeerde niet binnenskamers te achterhalen wat Gods bedoelingen waren. Evenmin verzette hij zich tegen God of was hij dubbelhartig. Hij ging gewoon aan de slag met een zuiver en eenvoudig hart. Hij deed alles wat God hem liet doen, vanuit de overtuiging dat hij Gods woord wilde gehoorzamen en daarnaar wilde luisteren. Zo simpel en direct ging hij om met wat God toevertrouwde. Zijn wezen – het wezen van zijn daden was gehoorzaamheid, geen kritiek achteraf, geen weerstand en bovendien dacht hij niet aan zijn eigen persoonlijke belangen en aan wat hij er zelf door zou winnen en verliezen. Verder, toen God zei dat Hij de wereld door een vloed zou vernietigen, vroeg hij niet wanneer dat zou gebeuren en probeerde hij niet het naadje van de kous te weten te komen, en hij vroeg God zeker niet hoe Hij de wereld ging vernietigen. Hij deed gewoon wat God hem opdroeg. God gaf aan hoe hij moest bouwen en waarmee en hij deed precies wat God van hem vroeg. Hij ging ook meteen aan de slag. Hij handelde volgens Gods instructies en zijn grondhouding daarbij was dat hij God tevreden wilde stellen. Deed hij het om de ramp voor zichzelf af te wenden? Nee. Vroeg hij God hoe lang het zou duren voordat de wereld zou worden vernietigd? Dat deed hij niet. Vroeg hij God of wist hij hoeveel tijd het bouwen van de ark in beslag zou nemen? Dat wist hij ook niet. Hij gehoorzaamde gewoon, luisterde en handelde daarnaar. De mensen van tegenwoordig zijn anders: zodra er ook maar een beetje informatie via Gods woord uitlekt, zodra mensen iets van onrust of problemen bespeuren, komen ze onmiddellijk in actie, ongeacht wat er aan de hand is en wat de prijs ook is, en maken ze gereed wat ze in de nasleep van de ramp willen eten, drinken en gebruiken. Ze plannen zelfs ontsnappingsroutes voor wanneer het onheil toeslaat. Nog interessanter is dat op dit belangrijke moment menselijke hersens erg “nuttig” zijn. Onder omstandigheden waarin God geen instructies heeft gegeven, kan de mens alles heel goed plannen. Jullie zouden het woord “volmaakt” kunnen gebruiken om dat te beschrijven. Niemand maakt zich echter druk om wat God zegt, wat Gods bedoelingen zijn of wat God wil, en niemand probeert dat te doorgronden. Is dat niet het grootste verschil tussen de mensen van vandaag en Noach?
Zien jullie in dit verslag van Noachs verhaal een deel van Gods gezindheid? Er is een grens aan Gods geduld met de verdorvenheid, de smerigheid en het geweld van de mens. Wanneer Hij die grens bereikt, zal Hij niet langer geduldig zijn en begint Hij met zijn nieuwe management en nieuwe plan, start Hij met wat Hij moet doen en openbaart Hij Zijn daden en de andere kant van Zijn gezindheid. Hij wil daarmee niet laten zien dat Hij nooit door de mens beledigd mag worden of dat Hij vol gezag en toorn is en evenmin dat Hij de mensheid kan vernietigen. Het gaat erom dat Zijn gezindheid en Zijn heilige wezen niet langer kunnen toestaan, niet langer kunnen dulden dat dit soort mensheid in Zijn bijzijn, onder Zijn heerschappij leeft. Dat wil zeggen dat wanneer de hele mensheid tegen Hem is, wanneer er op de hele aarde niemand is die Hij kan redden, Hij niet langer geduld heeft met deze mensheid en zonder enige bedenkingen Zijn plan zal uitvoeren – om deze mensheid te vernietigen. Een dergelijke daad van God wordt ingegeven door Zijn gezindheid. Dit is een noodzakelijk gevolg, en een gevolg dat ieder geschapen wezen onder Gods heerschappij moet dragen. Blijkt hier niet uit dat in dit huidige tijdperk God niet kan wachten om Zijn plan te voltooien en de mensen te redden die Hij wil redden? Wat vindt God onder deze omstandigheden het belangrijkst? Niet de wijze waarop degenen die Hem helemaal niet volgen of die toch al Zijn tegenstanders zijn, Hem behandelen of zich tegen Hem verzetten, of de wijze waarop de mensheid Hem belastert. Hij vindt het alleen belangrijk te weten of degenen die Hem volgen, de voorwerpen van Zijn redding in Zijn managementplan, door Hem compleet zijn gemaakt, of zij Hem tevreden hebben gesteld. Wat betreft de mensen die Hem niet volgen, geeft Hij slechts af een toe een beetje straf om Zijn toorn te tonen. Bijvoorbeeld tsunami’s, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, enzovoorts. Tegelijkertijd beschermt Hij degenen die Hem volgen en die heel binnenkort door Hem zullen worden gered, met krachtige hand en zorgt voor hen. Gods gezindheid ziet er als volgt uit: Enerzijds kan Hij voor de mensen die Hij compleet wil maken, uitermate veel geduld en verdraagzaamheid opbrengen en op hen wachten, zolang Hij maar kan; anderzijds heeft God een enorme hekel aan de Satanachtige mensen die Hem niet volgen en zich tegen Hem verzetten. Hoewel het Hem niet uitmaakt of deze Satanachtige types Hem volgen of Hem aanbidden, haat Hij ze toch terwijl Hij in Zijn hart geduld met hen heeft; wanneer Hij het einde van deze Satanachtige types vaststelt, wacht Hij tevens op het arriveren van de stappen van Zijn managementplan.
Laten we naar de volgende passage kijken.
2) Gods zegen voor Noach na de vloed
Gen. 9:1-6 Toen zegende God Noach en zijn zonen, hij zei tegen hen: Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde. De dieren die in het wild leven, de vogels van de hemel, de dieren die op de aardbodem rondkruipen en de vissen van de zee zullen ontzag en angst voor jullie voelen – ze zijn in jullie macht. Alles wat leeft en beweegt zal jullie tot voedsel dienen; dit alles geef ik je, zoals ik je ook de planten heb gegeven. Maar vlees waarin nog leven is, waar nog bloed in zit, mag je niet eten. En ik zal genoegdoening eisen wanneer jullie eigen bloed, waarin je levenskracht schuilt, wordt vergoten; ik eis daarvoor genoegdoening van mens en dier. Van iedereen die zijn medemens doodt, eis ik genoegdoening. Wie bloed van mensen vergiet, diens bloed wordt door mensen vergoten, want God heeft de mens als zijn evenbeeld gemaakt.
Wat concluderen jullie uit deze passage? Waarom heb ik deze verzen uitgekozen? Waarom heb ik geen gedeelte gekozen over Noach en het leven van zijn familie in de ark? Omdat de informatie die daarin staat, weinig verband houdt met het onderwerp dat we vandaag behandelen. Onze aandacht gaat uit naar Gods gezindheid. Als jullie meer over de details willen weten, kunnen jullie die zelf in de Bijbel lezen. We gaan ze hier niet bespreken. Het belangrijkste gespreksthema vandaag is hoe we kunnen weten hoe God handelt.
Nadat Noach Gods instructies had aanvaard en de ark had gebouwd en de dagen had beleefd waarin God de wereld door een vloed vernietigde, was zijn hele familie van acht personen nog in leven. Behalve Noachs familie van acht personen waren de hele mensheid en alle levende wezens op aarde vernietigd. Aan Noach gaf God Zijn zegen en Hij zei een paar dingen tegen hem en zijn zoons. Daarbij ging het om wat God hem schonk en ook om Gods zegen voor hem. Dit is de zegen en de belofte die God geeft aan iemand die naar Hem kan luisteren en Zijn instructies kan aanvaarden, en het is tevens de manier waarop God mensen beloont. In het kort betekent dit dat, ongeacht of Noach in Gods ogen een volmaakt of rechtschapen man was en ongeacht hoeveel hij over God wist, Noach en zijn drie zoons allemaal naar Gods woorden luisterden, met Gods werk samenwerkten en deden wat zij volgens Gods instructies geacht werden te doen. Als gevolg hiervan hielpen zij God om de mens en allerlei soorten levende wezens na de vernietiging van de wereld door de vloed te behouden, waardoor zij een grote bijdrage leverden aan de volgende stap in Gods managementplan. Vanwege alles wat hij had gedaan, zegende God hem. Misschien is wat Noach deed, voor de mensen van vandaag niet de moeite van het vermelden waard. Wellicht denken sommigen zelfs: Noach heeft niets gedaan; God had besloten hem te bewaren, dus stond al vast dat hij zou worden bewaard. Dat hij het overleefde, heeft hij niet aan zichzelf te danken. God wilde dat dit zou gebeuren, omdat de mens passief is. Maar zo dacht God niet. Voor God maakt het niet uit of een persoon groot of onbetekenend is. Zolang iemand naar Hem kan luisteren, Zijn instructies of wat Hij toevertrouwt kan gehoorzamen en met Zijn werk, Zijn wil en Zijn plan kan samenwerken, zodat Zijn wil en Zijn plan soepel kunnen worden uitgevoerd, is dat gedrag het waard om door Hem herinnerd te worden en Zijn zegen te ontvangen. God koestert zulke mensen en Hij koestert hun daden en hun liefde en genegenheid voor Hem. Dat is Gods houding. Dus waarom zegende God Noach? Omdat dit de manier is waarop God reageert op zulke daden en de gehoorzaamheid van de mens.
Wat betreft Gods zegen voor Noach zullen sommige mensen zeggen: “Als de mens naar God luistert en God tevredenstelt, moet God de mens zegenen. Spreekt dat niet vanzelf?” Kunnen we dat zeggen? Sommige mensen zeggen: “Nee.” Waarom kunnen we dat niet zeggen? Sommige mensen zeggen: “De mens is het niet waard Gods zegen te ervaren.” Dat is niet helemaal juist. Wanneer een persoon aanvaardt wat God toevertrouwt, heeft God namelijk een norm waaraan Hij toetst of de daden van die persoon goed of slecht zijn en of die persoon gehoorzaam is geweest, en of die persoon Gods wil heeft gedaan en of wat hij doet, geschikt is. Wat God belangrijk vindt, is het hart van de persoon, niet zijn daden aan de oppervlakte. Het is niet zo dat God iemand moet zegenen zolang hij het maar doet, ongeacht hoe hij het doet. Wat dit betreft, begrijpen mensen God verkeerd. God kijkt niet uitsluitend naar het eindresultaat van dingen, maar legt meer nadruk op hoe het hart van een persoon is en welke houding een persoon aan de dag legt tijdens de ontwikkeling van dingen; Hij kijkt of er sprake is van gehoorzaamheid, voorkomendheid en een verlangen in het hart van die persoon om God te tevreden te stellen. Hoeveel wist Noach destijds over God? Net zoveel als de leerstellingen die jullie nu kennen? Werd hij net zoveel bewaterd en geleid als jullie, als het gaat om aspecten van de waarheid zoals concepten en kennis van God? Nee! Maar één feit valt niet te ontkennen: in het bewustzijn, de gedachten en zelfs de diepten van de harten van de mensen van vandaag zijn hun concepten van en houding jegens God vaag en dubbelzinnig. Jullie zouden zelfs kunnen zeggen dat een deel van de mensen een negatieve houding tegenover het bestaan van God heeft. Maar in Noachs hart en bewustzijn was beslist geen enkele twijfel over Gods bestaan en daarom was zijn gehoorzaamheid aan God zuiver en kon hij de test doorstaan. Zijn hart was puur en open voor God. Hij had niet al te veel kennis van leerstellingen nodig om zichzelf ervan te overtuigen elk woord van God te volgen en evenmin had hij veel feiten nodig om het bestaan van God te bewijzen, zodat hij kon aanvaarden wat God toevertrouwde en in staat was te doen wat God hem liet doen. Dit is het wezenlijke verschil tussen Noach en de mensen van vandaag en het is tevens precies de ware omschrijving van wat een volmaakt man in Gods ogen is. Wat God wil zijn mensen als Noach. Hij is het soort persoon dat God prijst en ook precies het soort persoon dat God zegent. Hebben jullie hierover verlichting ontvangen? Mensen kijken naar elkaars buitenkant, terwijl God kijkt naar de harten van mensen en naar hoe ze in wezen zijn. God staat niet toe dat iemand halfslachtig jegens Hem is of twijfels over Hem heeft en evenmin duldt Hij dat mensen Hem op enige wijze verdacht maken of op de proef stellen. Daarom zijn de mensen van vandaag afgesneden van hun ware geloof in God en zijn ze niet langer in staat Hem te gehoorzamen, ondanks dat zij oog in oog met Gods woord staan of zoals jullie zelfs zouden kunnen zeggen, dat ze oog in oog met God staan. Dat komt door iets wat diep in hun hart zit, het bestaan van hun verdorven wezen en hun vijandige houding jegens Hem. Om die reden is het erg moeilijk voor hen dezelfde zegen te verwerven die God aan Noach schonk.
3) God maakt de regenboog als een symbool van Zijn verbond met de mens
Gen. 9:11-13 ‘Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen. En dit,’ zei God, ‘zal voor alle komende generaties het teken zijn van het verbond tussen mij en jullie en alle levende wezens bij jullie: ik plaats mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen mij en de aarde.’
Laten we nu dit Schriftgedeelte onder de loep nemen en bekijken hoe God de regenboog maakte als symbool van Zijn verbond met de mens.
De meeste mensen weten wat een regenboog is en hebben gehoord over enkele verhalen die met de regenboog verband houden. Voor het verhaal over de regenboog in de Bijbel geldt dat sommigen het geloven, anderen het als een legende beschouwen en weer anderen er helemaal geen geloof aan hechten. Hoe het ook zij, alles wat er met betrekking tot de regenboog gebeurde, zijn allemaal dingen die God ooit deed, en dingen die plaatsvonden tijdens het proces van Gods management over de mens. Deze dingen zijn exact in de Bijbel vastgelegd. In deze verslagen wordt ons niet verteld in wat voor stemming God destijds was of wat de bedoelingen waren achter de woorden die God sprak. Bovendien kan niemand doorgronden wat God voelde toen Hij ze uitsprak. Gods gemoedstoestand met betrekking tot deze hele zaak wordt echter tussen de regels van de tekst geopenbaard. Het is alsof de gedachten die Hij destijds had, via elk woord en elke frase van Gods woord van de pagina afspatten.
Gods gedachten is waar mensen zich druk om zouden moeten maken en waar ze zoveel mogelijk kennis over zouden moeten proberen te vergaren. Dat komt omdat Gods gedachten nauw verbonden zijn met het begrip dat de mens van God heeft, en het begrip dat de mens van God heeft, is voor de mens een onmisbare schakel om het leven binnen te gaan. Wat dacht God dan toen deze dingen gebeurden?
Oorspronkelijk schiep God een mensheid die in Zijn ogen zeer goed was en dicht bij Hem stond, maar zij werden door een vloed vernietigd, nadat ze tegen Hem in opstand waren gekomen. Deed het God pijn dat deze mensheid zo maar ineens verdween? Natuurlijk deed dat pijn! Hoe kwam deze pijn tot uiting? Hoe werd dit in de Bijbel opgetekend? Het werd in de Bijbel als volgt opgetekend: “Deze belofte doe ik jullie: nooit weer zal alles wat leeft door het water van een vloed worden uitgeroeid, nooit weer zal er een zondvloed komen om de aarde te vernietigen.” Deze eenvoudige zin laat Gods gedachten zien. De vernietiging van de wereld deed Hem veel pijn. In menselijke bewoordingen: Hij was erg bedroefd. Dat kunnen we ons wel voorstellen: hoe zag de aarde die eens vol leven was, eruit na de vernietiging door de vloed? Hoe zag de aarde, die eens vol mensen was, er nu uit? Geen bewoning door mensen, geen levende schepsels, overal water en een totale chaos aan het wateroppervlak. Was zo’n tafereel Gods oorspronkelijke bedoeling toen Hij de wereld schiep? Natuurlijk niet! Gods oorspronkelijke bedoeling was overal op het land leven te zien, te zien hoe de mensen die Hij had geschapen Hem aanbaden. Het was niet de bedoeling dat alleen Noach Hem zou aanbidden of dat alleen Noach kon reageren op Zijn oproep om te voltooien wat hem werd toevertrouwd. Toen de mensheid verdween, zag God niet wat Hij oorspronkelijk had bedoeld, maar precies het tegenovergestelde. Hoe kon zijn hart geen pijn doen? Toen God Zijn gezindheid openbaarde en Zijn emoties toonde, nam Hij een besluit. Wat hield dat besluit in? Hij besloot om een boog in de wolken te maken (let wel: dat is de regenboog die wij zien) als een verbond met de mens, een belofte dat God de mens niet nog eens door een vloed zou vernietigen. Tegelijkertijd was het ook een teken om de mensen te vertellen dat God de wereld eens door een vloed had vernietigd, om de mensheid er voor altijd aan te herinneren waarom God dat had gedaan.
Was het toen de wil van God dat de wereld werd vernietigd? Het was absoluut niet wat God wilde. Misschien kunnen we ons enigszins een voorstelling maken van de treurige aanblik van de aarde na de vernietiging van de wereld, maar we kunnen ons totaal niet voorstellen hoe dat tafereel destijds in Gods ogen was. We kunnen zeggen dat, ongeacht of het de mensen van nu of toen betreft, niemand zich kan voorstellen of kan doorgronden wat God voelde toen Hij dat tafereel zag, dat beeld van de wereld na de vernietiging door de vloed. God was gedwongen om dit te doen vanwege de ongehoorzaamheid van de mens, maar de pijn die God als gevolg van deze vernietiging van de wereld door de vloed in Zijn hart voelde, is een realiteit die niemand kan doorgronden of bevatten. Daarom sloot God een verbond met de mensheid, om de mensen te vertellen dat zij eraan moesten denken dat God ooit zoiets als dit had gedaan, en om hen onder ede te beloven dat God de wereld nooit weer op zo’n manier zou vernietigen. In dit verbond zien we Gods hart – we zien dat Gods hart pijn deed toen Hij deze mensheid vernietigde. In de taal van de mens: toen God de mensheid vernietigde en de mensheid zag verdwijnen, huilde en bloedde Zijn hart. Zo kunnen we het toch het best omschrijven? Deze woorden worden door mensen gebruikt om menselijke emoties te illustreren, maar omdat de taal van de mens tekortschiet, lijkt het mij niet verkeerd deze te gebruiken om de gevoelens en emoties van God te beschrijven. Deze woorden zijn ook niet al te buitensporig. In elk geval geven ze jullie een zeer levendig, zeer adequaat inzicht in Gods gemoedstoestand destijds. Wat zullen jullie voortaan denken wanneer jullie weer een regenboog zien? In elk geval zullen jullie je herinneren hoe God ooit bedroefd was omdat Hij de wereld door een vloed vernietigde. Jullie zullen je herinneren hoe Zijn hart pijn deed, hoe Hij worstelde om het los te laten, hoe Hij tegenzin voelde en het moeilijk te verdragen vond, toen Hij de mensen die Hij eigenhandig had gemaakt vernietigde, ook al haatte God deze wereld en minachtte Hij deze mensheid. Zijn enige troost lag in Noachs familie van acht personen. Noachs samenwerking maakte zijn onvermoeibare inspanningen om alle dingen te scheppen de moeite waard. In een tijd dat God pijn ervoer, was dit het enige wat Zijn pijn kon wegnemen. Vanaf dat moment projecteerde God alle verwachtingen die Hij van de mensheid had, op Noachs familie. Hij hoopte dat ze onder Zijn zegeningen en niet onder Zijn vloek konden leven, dat ze nooit zouden meemaken dat God de wereld opnieuw door een vloed zou vernietigen, en ook dat zij niet zouden worden vernietigd.
Welk deel van Gods gezindheid moeten we hieruit afleiden? God had de mens geminacht, omdat de mens vijandig tegenover Hem stond, maar in Zijn hart bleven Zijn zorg, aandacht en barmhartigheid voor de mens onveranderd. Zelfs toen Hij de mensheid vernietigde, bleef Zijn hart onveranderd. Toen de mensheid vol verdorvenheid en tot op zekere hoogte ongehoorzaam aan God was, moest God vanwege Zijn gezindheid en Zijn wezen en in overeenstemming met Zijn beginselen deze mensheid wel vernietigen. Maar vanwege Gods wezen had Hij nog steeds medelijden met de mensheid en wilde Hij de mensheid zelfs op verschillende manieren verlossen, zodat ze konden blijven leven. In plaats daarvan verzette de mens zich tegen God en bleef hij ongehoorzaam aan God en weigerde Gods redding te aanvaarden, dat wil zeggen dat hij weigerde Zijn goede bedoelingen te aanvaarden. Het maakte niet uit hoe God hem riep, hem op dingen wees, hem van dingen voorzag, hem hielp of Zich verdraagzaam tegenover hem opstelde, de mens begreep of besefte het niet en schonk er geen aandacht aan. In Zijn pijn vergat God nog steeds niet de mens Zijn maximale verdraagzaamheid te tonen, in afwachting van het moment dat de mens zich zou omkeren. Nadat Hij Zijn grens had bereikt, deed Hij zonder aarzeling wat Hij moest doen. Met andere woorden, er was een specifieke tijdsperiode en proces vanaf het moment dat God het plan opvatte om de mensheid te vernietigen, tot het moment dat Hij officieel begon met Zijn werk om de mensheid te vernietigen. Dit proces had tot doel de mens de gelegenheid te bieden om te keren, en dat was de laatste kans die God de mens gaf. Wat deed God in deze periode voordat Hij de mensheid vernietigde? God getroostte zich veel moeite om de mens op dingen te wijzen en hem aan te sporen. Hoeveel pijn en verdriet Gods hart ook ervoer, Hij bleef Zijn zorg, aandacht en overvloedige barmhartigheid aan de mensheid schenken. Welke conclusie kunnen we daaruit trekken? Ongetwijfeld dat God werkelijk liefde voor de mensheid heeft en dat Hij daar niet slechts lippendienst aan bewijst. Zijn liefde is feitelijk, tastbaar en waarneembaar, niet namaak, onecht, bedrieglijk of aanmatigend. God maakt nooit gebruik van bedrog en creëert nooit valse beelden om mensen te laten inzien dat Hij beminnelijk is. Hij maakt nooit gebruik van een valse getuigenis om mensen Zijn beminnelijkheid te tonen of om met Zijn beminnelijkheid en heiligheid te pronken. Zijn deze aspecten van Gods gezindheid niet de liefde van de mens waard? Zijn zij geen aanbidding waard? Zijn zij het niet waard om te worden gekoesterd? Nu wil ik jullie vragen: denken jullie, nadat jullie deze woorden hebben gehoord, dat Gods grootheid slechts bestaat uit woorden op een vel papier? Is Gods beminnelijkheid slechts een holle kreet? Nee! Absoluut niet! Gods suprematie, grootheid, heiligheid, verdraagzaamheid, liefde, enzovoorts – al deze verschillende aspecten van Gods gezindheid en wezen worden telkens wanneer Hij Zijn werk verricht, in praktijk gebracht; zij worden belichaamd in Zijn wil voor de mens en tevens vervuld en weerspiegeld ten aanzien van iedere persoon. Ongeacht of je dat ooit eerder hebt gevoeld, zorgt God op alle mogelijke manieren voor iedere persoon. Daarbij maakt Hij gebruik van Zijn oprechte hart, wijsheid en diverse methodes om het hart van iedere persoon te verwarmen en de geest van iedere persoon wakker te maken. Dat staat onomstotelijk vast. Ongeacht hoeveel mensen hier zitten, heeft iedere persoon verschillende ervaringen met en gevoelens over Gods verdraagzaamheid, geduld en beminnelijkheid gehad. Deze ervaringen met God en deze gevoelens over of erkenning van Hem – kortom, al deze positieve dingen komen van God. Hebben jullie door eenieder ervaringen met en kennis van God te integreren en ze met onze lezingen van deze Bijbelpassages vandaag te combineren, nu een meer reëel en juist begrip van God?
Wat voor gloednieuw besef hebben jullie van God, nadat jullie dit verhaal hebben gelezen en door deze gebeurtenis enig inzicht in Gods gezindheid hebben gekregen? Heeft het jullie een dieper inzicht in God en in Zijn hart verschaft? Hebben jullie nu een ander gevoel wanneer jullie opnieuw naar Noachs verhaal kijken? Was het volgens jullie onnodig deze Bijbelverzen te communiceren? Denken jullie nu ook nog dat het onnodig was, nu we deze verzen hebben gecommuniceerd? Het was nodig, toch? Ook al is wat we gelezen hebben een verhaal, het is een getrouwe weergave van het werk dat God eens heeft verricht. Mijn doel was niet om ervoor te zorgen dat jullie de details van deze verhalen of dit karakter zouden bevatten en evenmin om jullie in staat te stellen dit karakter te bestuderen en zeker niet om jullie de Bijbel opnieuw te laten bestuderen. Begrijpen jullie dat? Hebben deze verhalen jullie geholpen meer kennis van God te krijgen? Wat heeft dit verhaal aan jullie begrip van God toegevoegd? Vertel het ons, broeders en zusters uit Hongkong. (Wij hebben ontdekt dat Gods liefde iets is wat niemand van ons mensen, verdorven als we zijn, bezit.) Vertel het ons, broeders en zusters uit Korea. (Gods liefde voor de mens is echt. Gods liefde voor de mens omvat Zijn gezindheid en Zijn grootheid, heiligheid, superioriteit en verdraagzaamheid. Het is voor ons de moeite waard te proberen er meer inzicht in te verkrijgen.) (Door de bespreking van zojuist kan ik Gods rechtvaardigheid en heilige gezindheid zien en ik kan ook zien hoe God voor de mensheid zorgt, hoe barmhartig Hij jegens de mensheid is en dat alles wat God doet en elke gedachte en elk idee die Hij heeft, Zijn liefde en zorg voor de mensheid openbaren.) (In het verleden dacht ik dat God de wereld door een vloed vernietigde, omdat de mensheid tot op zekere hoogte slecht was geworden, en het was alsof God deze mensheid vernietigde, omdat Hij een hekel aan hen had. Pas toen God vandaag over Noachs verhaal vertelde en zei dat Gods hart bloedde, realiseerde ik me dat God eigenlijk met tegenzin Zijn handen van deze mensheid aftrok. Alleen omdat de mensheid te ongehoorzaam was, had God geen andere keus dan hen te vernietigen. Op dat moment was Gods hart erg bedroefd. Dat brengt mij tot het besef dat Gods zorg en aandacht voor de mensheid deel uitmaken van Zijn gezindheid. Dat is iets wat ik voorheen niet wist.) Heel goed! Heel goed! Zeggen jullie het maar. (Ik ben erg geraakt door dit verhaal. Ik heb in het verleden de Bijbel wel gelezen, maar ik heb nog nooit een ervaring gehad als vandaag waarbij God deze dingen rechtstreeks ontleedt waardoor we Hem kunnen leren kennen. Dankzij de manier waarop God ons de Bijbel laat zien, weet ik dat Gods wezen werd gekenmerkt door liefde en zorg voor de mensheid voordat de mens verdorven raakte. Vanaf de tijd dat de mens verdorven raakte tot de laatste dagen waarin we nu leven, zijn Gods liefde en zorg onveranderd gebleven, al heeft God een rechtvaardige gezindheid. Hieruit blijkt dat het wezen van Gods liefde, vanaf de schepping tot nu, nooit verandert, ongeacht of de mens verdorven is.) (Vandaag heb ik gezien dat Gods wezen niet zal veranderen, al verandert de tijd of plaats waar Hij Zijn werk verricht. Ik heb ook gezien dat, ongeacht of God de wereld schept of haar vernietigt, nadat de mens verdorven is geraakt, alles wat Hij doet betekenis heeft en Zijn gezindheid bevat. Daarom heb ik gezien dat Gods liefde oneindig en onmeetbaar is en ik heb tevens, wat de andere broeders en zusters ook al noemden, Gods zorg en barmhartigheid voor de mensheid gezien toen Hij de wereld vernietigde.) (Dit waren inderdaad dingen die ik vroeger niet wist. Na de boodschap van vandaag te hebben beluisterd, voel ik dat God werkelijk geloofwaardig en werkelijk betrouwbaar is, dat het de moeite waard is om in Hem te geloven, en dat Hij echt bestaat. Ik besef waarachtig in mijn hart dat Gods gezindheid en liefde werkelijk zo concreet zijn. Dit is mijn gevoel na de boodschap van vandaag.) Geweldig! Het lijkt erop dat jullie allemaal ter harte hebben genomen wat jullie hebben gehoord.
Is jullie een bijzonder feit opgevallen in al deze Bijbelverzen, inclusief alle Bijbelverhalen die we vandaag hebben besproken? Heeft God ooit in Zijn eigen taal Zijn eigen gedachten verwoord of uitleg gegeven over Zijn liefde en zorg voor de mensheid? Kunnen we ergens duidelijke taal van Hem vinden waarin Hij zegt hoezeer Hij om de mensheid geeft of hen liefheeft? Nee! Klopt dat? Velen van jullie hebben de Bijbel of andere boeken gelezen. Is iemand van jullie zulke woorden tegengekomen? Het antwoord luidt beslist nee! Dat wil zeggen, in de verhalen van de Bijbel, inclusief Gods woorden of de documentatie van Zijn werk, heeft God nooit in enig tijdperk of enige periode Zijn eigen methoden gehanteerd om Zijn gevoelens te beschrijven of Zijn liefde en zorg voor de mensheid te uiten. Evenmin heeft God ooit spraak of daden gebruikt om Zijn gevoelens en emoties over te brengen – is dat niet een feit? Waarom zeg ik dat? Waarom moet ik dit noemen? Omdat dit ook Gods beminnelijkheid en Zijn gezindheid omvat.
God heeft de mensheid geschapen; ongeacht of zij verdorven zijn geraakt of Hem volgen, God behandelt mensen als Zijn geliefden – of zoals mensen zouden zeggen, degenen die Hem het meest dierbaar zijn – en niet als Zijn speeltjes. God zegt dat Hij de Schepper is en dat de mens Zijn schepping is en dit klinkt misschien alsof er een klein verschil in rang is. In werkelijkheid gaat echter alles wat God voor de mensheid heeft gedaan, dit soort relatie ver te boven. God heeft de mensheid lief, zorgt voor de mensheid en bekommert Zich om de mensheid. Ook voorziet hij voortdurend en onophoudelijk in de behoeften van de mensheid. Nooit voelt Hij in Zijn hart dat dit extra werk is of iets wat veel lof verdient. Evenmin heeft Hij het gevoel dat Hij een enorme bijdrage aan de mensheid levert door de mensheid te redden, hun de nodige dingen te verschaffen en hun alles te geven. Hij zorgt eenvoudigweg in alle rust en stilte voor de mensheid, op Zijn eigen manier en via Zijn eigen wezen en wat Hij heeft en is. Hoeveel zorg en hoeveel hulp de mensheid ook van Hem krijgt, God denkt er nooit aan om met de eer te strijken en Hij doet daar ook geen pogingen toe. Dit wordt bepaald door het wezen van God en het is tevens precies een ware uitdrukking van Gods gezindheid. Daarom zien we nooit, ongeacht of dat in de Bijbel of andere boeken is, dat God Zijn gedachten uit, en we zien ook nooit dat God aan mensen beschrijft of verklaart waarom Hij deze dingen doet, of waarom Hij zoveel om de mensheid geeft, om ervoor te zorgen dat de mensheid Hem dankbaar is of Hem prijst. Zelfs wanneer Hij lijdt, wanneer Zijn hart extreme pijn ervaart, vergeet Hij nooit Zijn verantwoordelijkheid jegens de mensheid of Zijn zorg voor de mensheid, terwijl Hij dit lijden en deze pijn alleen in stilte draagt. Integendeel, God blijft in de behoeften van de mensheid voorzien zoals Hij altijd doet. Al komt het vaak voor dat de mensheid God prijst of van Hem getuigt, God vraagt niet om zulk gedrag. De reden hiervoor is dat het nooit Gods bedoeling is dat Hij dankbaarheid ontvangt voor de goede dingen die Hij voor de mensheid doet, of daarvoor wordt terugbetaald. Aan de andere kant ontvangen de mensen die God vrezen en het kwaad mijden, die God werkelijk volgen, naar Hem luisteren en loyaal aan Hem zijn, en degenen die Hem gehoorzamen dikwijls Gods zegeningen, en God zal deze zegeningen zonder voorbehoud schenken. Bovendien gaan de zegeningen die mensen van God ontvangen, vaak hun voorstellingsvermogen te boven en ook alles wat mensen kunnen terugdoen voor wat zij hebben gedaan of de prijs die zij hebben betaald. Wanneer de mensheid Gods zegeningen geniet, geeft iemand dan om wat God doet? Toont iemand belangstelling voor hoe God Zich voelt? Probeert er dan iemand besef van Gods pijn te krijgen? Het precieze antwoord op deze vraag luidt: nee! Kan ook maar iemand van de mensen, inclusief Noach, beseffen welke pijn God op dat moment voelde? Kan iemand bevatten waarom God zo’n verbond sloot? Dat kunnen ze niet! De mensheid heeft geen besef van Gods pijn, niet omdat ze Gods pijn niet kunnen begrijpen en ook niet vanwege de kloof tussen God en mens of het verschil in hun status; de reden is meer dat het de mensheid niets kan schelen wat God voelt. De mensheid denkt dat God onafhankelijk is – God heeft geen mensen nodig die om Hem geven, Hem begrijpen of Hem aandacht geven. God is God, dus heeft Hij geen pijn of emoties; Hij wordt niet verdrietig, Hij ervaart geen smart en Hij huilt zelfs niet. God is God, dus hoeft Hij geen emoties te uiten en heeft Hij geen emotionele troost nodig. Als Hij deze onder bepaalde omstandigheden wel nodig heeft, zal Hij het Zelf oplossen, zonder dat Hij daarbij hulp van de mensheid nodig heeft. Omgekeerd zijn het de zwakke, onvolwassen mensen die Gods troost, zorg, en bemoediging nodig hebben; Hij moet hun zelfs altijd en overal troost bieden in hun emoties. Dat is de gedachte die diep in het hart van de mensheid verscholen zit: de mens is de zwakke partij, zij hebben God nodig om in alles voor hen te zorgen, zij verdienen alle zorg die ze van God ontvangen en ze kunnen God alles vragen wat hen naar hun idee toekomt. God is de sterke partij; Hij heeft alles en Hij behoort de hoeder van de mensheid te zijn en degene die zegeningen schenkt. Omdat Hij reeds God is, is Hij almachtig en heeft Hij nooit iets van de mensheid nodig.
Omdat de mens nooit aandacht aan Gods openbaringen schenkt, heeft hij nooit Gods verdriet, pijn of vreugde gevoeld. Omgekeerd echter kent God alle uitingen van de mens als de palm van Zijn hand. God voorziet altijd en overal in de behoefte van iedereen; Hij neemt de veranderende gedachten van elke persoon waar en kan hen daarom troosten en aansporen en hen leiden en illumineren. Als het gaat om de dingen die God voor de mensheid heeft gedaan en om alles wat Hem dat omwille van hen gekost heeft, kunnen mensen dan een passage in de Bijbel vinden of iets wat God tot nu toe heeft gezegd, waaruit duidelijk blijkt dat God iets van de mens zal vragen? Nee! Integendeel, hoe de mensen ook veronachtzamen wat God denkt, Hij leidt de mensheid nog steeds herhaaldelijk en voorziet herhaaldelijk in hun behoeften en helpt hen, om hen Gods weg te laten volgen, zodat ze de prachtige bestemming die Hij voor hen bereid heeft, kunnen ontvangen. Wat God betreft, wat Hij heeft en is, Zijn genade, Zijn barmhartigheid en al Zijn beloningen zullen zonder voorbehoud worden geschonken aan degenen die Hem liefhebben en volgen. Maar Hij laat nooit iemand de pijn die Hij heeft ervaren of Zijn gemoedstoestand zien, en Hij klaagt er nooit over als iemand geen aandacht voor Hem heeft of Zijn wil niet kent. Hij draagt dit alles in stilte en wacht op de dag dat de mensheid in staat zal zijn het te begrijpen.
Waarom zeg ik deze dingen hier? Wat merken jullie op uit de dingen die ik heb gezegd? Er is iets in Gods wezen en gezindheid dat heel gemakkelijk over het hoofd kan worden gezien, iets dat alleen God bezit en geen enkele persoon, ook niet degenen die anderen als geweldige mensen, goede mensen beschouwen, of de God van hun verbeelding. Wat is dat? Het is Gods onbaatzuchtigheid. Wanneer we over onbaatzuchtigheid spreken, denk je misschien dat je zelf ook heel onbaatzuchtig bent, want als het gaat om je kinderen, onderhandel je nooit met hen en ben je vrijgevig jegens hen, of je denkt dat je ook heel onbaatzuchtig bent met betrekking tot je ouders. Ongeacht wat je denkt, je hebt ten minste een notie van het woord ‘onbaatzuchtig’; je beschouwt het als een positief woord en meent dat een onbaatzuchtig persoon erg nobel is. Wanneer je onbaatzuchtig bent, denk je dat je geweldig bent. Maar niemand kan Gods onbaatzuchtigheid ontwaren in alle dingen, in mensen, gebeurtenissen en voorwerpen, en via Gods werk. Hoe komt dat? Omdat de mens te egoïstisch is! Waarom zeg ik dat? De mensheid leeft in een materiële wereld. Misschien volg je God, maar je ziet of beseft nooit hoe God in je behoeften voorziet, je liefheeft en Zich om jou bekommert. Wat zie je dan wel? Je ziet je bloedverwanten die je liefhebben of dol op je zijn. Je ziet de dingen die heilzaam zijn voor je vlees, je geeft om de mensen en dingen die je liefhebt. Dit is de zogenaamde onbaatzuchtigheid van de mens. Zulke ‘onbaatzuchtige’ mensen maken zich echter nooit druk om de God die hun leven geeft. De onbaatzuchtigheid van de mens wordt egoïstisch en verfoeilijk in tegenstelling tot die van God. De onbaatzuchtigheid waar de mens in gelooft, is leeg en onrealistisch, onecht en onverenigbaar met God en houdt geen verband met God. De onbaatzuchtigheid van de mens is bestemd voor hemzelf, terwijl Gods onbaatzuchtigheid een ware openbaring van Zijn wezen vormt. Juist dankzij Gods onbaatzuchtigheid voorziet Hij gestaag in de behoeften van de mens. Wellicht maakt dit onderwerp waarover ik vandaag spreek, niet veel indruk op jullie en knikken jullie alleen maar om jullie instemming te laten blijken; maar wanneer je in je hart probeert een besef van Gods hart te krijgen, zul je onbewust het volgende ontdekken: van alle mensen, zaken en dingen die je in dit leven kunt ervaren, is slechts Gods onbaatzuchtigheid reëel en concreet, omdat alleen Gods liefde voor jou onvoorwaardelijk en zuiver is. Behalve van God is de zogenaamde onbaatzuchtigheid van alle anderen geheel namaak, oppervlakkig en onoprecht; ze heeft een oogmerk en bepaalde bedoelingen, weegt alles af en kan geen beproeving verdragen. Jullie zouden zelfs kunnen zeggen dat ze smerig, verachtelijk is. Zijn jullie het daarmee eens?
Ik weet dat jullie erg onbekend zijn met deze onderwerpen en enige tijd nodig hebben om ze te laten bezinken voordat jullie het echt kunnen begrijpen. Hoe onbekender jullie met deze thema’s en onderwerpen zijn, hoe meer daaruit blijkt dat deze onderwerpen niet in jullie hart leven. Als ik deze onderwerpen nooit zou benoemen, zou iemand van jullie er dan ook maar iets over weten? Ik geloof dat jullie er nooit iets over te weten zouden komen. Dat is zeker. Hoeveel jullie ook kunnen bevatten of begrijpen, de onderwerpen waarover ik spreek, zijn kort gezegd de zaken die bij mensen het minst leven en waar ze het meest over zouden moeten weten. Deze onderwerpen zijn heel belangrijk voor iedereen – ze zijn kostbaar en ze zijn leven, en het zijn zaken die jullie je eigen moeten maken met het oog op de weg die voor jullie ligt. Wanneer je deze woorden niet als leidraad hebt en niet begrijpt wat Gods gezindheid en wezen inhouden, zul je altijd met een vraagteken rondlopen als het om God gaat. Hoe kun je naar behoren in God geloven als je Hem niet eens begrijpt? Je weet niets van Gods emoties, Zijn wil, Zijn gemoedstoestand, wat Hij denkt, wat Hem verdrietig maakt en wat Hem blij maakt, hoe kun je dan rekening houden met Gods hart?
Wanneer God overstuur is, wordt Hij geconfronteerd met een mensheid die helemaal geen aandacht aan Hem besteedt, een mensheid die Hem volgt en beweert Hem lief te hebben, maar Zijn gevoelens volledig negeert. Het kan dan toch niet anders dan dat Zijn hart pijn doet? In Gods managementwerk verricht Hij in alle oprechtheid zijn werk aan iedereen en spreekt Hij tot hen, en treedt Hij hen zonder voorbehoud en zonder iets te verbergen tegemoet. Omgekeerd sluit echter elke persoon die Hem volgt, zich voor Hem af en niemand is bereid actief dichter bij Hem te komen, Zijn hart te begrijpen of aandacht aan Zijn gevoelens te schenken. Zelfs degenen die Gods vertrouwelingen willen worden, willen niet dicht bij Hem komen, aandacht schenken aan Zijn hart of proberen Hem te begrijpen. Wanneer God gelukkig en blij is, is er niemand om Zijn geluk te delen. Wanneer God door mensen verkeerd wordt begrepen, is er niemand om Zijn gewonde hart te troosten. Wanneer Zijn hart pijn doet, is geen enkele persoon bereid om naar Hem te luisteren, al neemt Hij die persoon in vertrouwen. In al deze duizenden jaren van Gods managementwerk is er niemand die Gods emoties begrijpt en ook niemand die deze bevat of daarvan besef heeft, laat staan iemand die naast God kan staan om in Zijn vreugde en verdriet te delen. God is eenzaam. Hij is eenzaam! God is eenzaam, niet alleen omdat de verdorven mensheid zich tegen Hem verzet, maar meer nog omdat degenen die ernaar streven geestelijk te zijn en die zoeken God te kennen en Hem te begrijpen, en zelfs degenen die bereid zijn hun hele leven aan Hem toe te wijden, evenmin Zijn gedachten kennen en Zijn gezindheid en Zijn emoties niet begrijpen.
Aan het eind van het verhaal van Noach zien we dat God via een ongebruikelijke methode Zijn gevoelens die Hij toen had, uitte. Deze methode is heel bijzonder, namelijk het sluiten van een verbond met de mens. Het is een methode die verklaart dat God de wereld niet meer door een vloed zal vernietigen. Van de buitenkant bezien, lijkt het sluiten van een verbond heel gewoon. Het is niets meer dan het gebruik van woorden om te voorkomen dat beide partijen onrechtmatige handelingen verrichten, om zo de belangen van beide partijen te behartigen. Qua vorm is het iets heel gewoons, maar gezien de motivatie erachter en de betekenis van het feit dat God dit doet, is het een ware openbaring van Gods gezindheid en gemoedstoestand. Als je deze woorden gewoon naast je neerlegt en links laat liggen, als ik jullie nooit de waarheid over dingen vertel, zal de mensheid Gods gedachten nooit werkelijk kennen. Misschien lacht God in je verbeelding wanneer Hij dit verbond sluit of worden Zijn uitingen gekenmerkt door ernst; echter, wat ook in de verbeelding van mensen het meest gangbare type uiting van God is, niemand kan Gods hart of Zijn pijn zien, laat staan Zijn eenzaamheid. Niemand kan ervoor zorgen dat God hen vertrouwt of dat zij Gods vertrouwen waardig zijn of dat ze iemand zijn aan wie God Zijn gedachten uitdrukt of met wie Hij Zijn pijn deelt. Daarom had God geen andere keuze; Hij moest dit wel doen. Oppervlakkig gezien was het eenvoudig wat God deed: Hij nam afscheid van de vorige mensheid, zette dingen uit het verleden recht en sloot Zijn vernietiging van de wereld door de vloed perfect af. God had de pijn van dat moment echter diep in Zijn hart verborgen. In een tijd dat God niemand had om in vertrouwen te nemen, sloot Hij een verbond met de mensheid en vertelde Hij hun dat Hij de wereld niet opnieuw door een vloed zou vernietigen. Wanneer de regenboog verschijnt, is dat om mensen eraan te herinneren dat zoiets ooit is gebeurd en om hen te waarschuwen geen slechte dingen te doen. Zelfs toen Hij zoveel pijn had, vergat God de mensheid niet en bekommerde Hij Zich nog steeds sterk om hen. Is dat niet Gods liefde en onbaatzuchtigheid? Maar waar denken mensen aan wanneer zij lijden? Is dat niet het moment waarop ze God het meest nodig hebben? Op dit soort momenten slepen mensen God er altijd bij, zodat God hen kan troosten. Ongeacht wanneer, God zal mensen nooit in de steek laten en Hij zal mensen altijd uit hun problemen bevrijden en in het licht laten leven. Hoewel God op deze wijze in de behoeften van de mensheid voorziet, is God in het hart van de mens slechts een middel om hem gerust te stellen, om hem te troosten. Wanneer God lijdt, wanneer Zijn hart gewond is, is het ongetwijfeld slechts een extravagante wens voor God dat een geschapen wezen of een persoon Hem gezelschap houdt of Hem troost. De mens schenkt nooit aandacht aan Gods gevoelens en daarom vraagt God nooit of iemand Hem kan troosten en verwacht Hij niet dat iemand dat zal doen. Hij hanteert slechts Zijn eigen methoden om Zijn gemoedstoestand uit te drukken. Mensen denken niet dat het voor God zo’n probleem is om een beetje te lijden, maar alleen wanneer je God echt probeert te begrijpen, wanneer je werkelijk beseft wat Gods oprechte bedoelingen zijn in alles wat Hij doet, kun je Gods grootheid en Zijn onbaatzuchtigheid voelen. Hoewel God via de regenboog een verbond met de mensheid sloot, heeft Hij nooit iemand verteld waarom Hij dat heeft gedaan, waarom Hij dit verbond heeft opgesteld. Dat betekent dat Hij niemand ooit heeft verteld wat Zijn gedachten werkelijk zijn. Dat komt omdat niemand kan bevatten hoe diep de liefde van God is voor de mensheid die Hij eigenhandig heeft geschapen, en er is ook niemand die kan beseffen hoe Zijn hart pijn deed toen Hij de mensheid vernietigde. Ook al vertelt Hij mensen hoe Hij Zich voelt, zij kunnen dit vertrouwen daarom niet aan. Hoewel Hij pijn ervaart, gaat Hij toch verder met de volgende stap van Zijn werk. God geeft altijd het beste van Zichzelf en geeft de mensheid altijd de beste dingen, terwijl Hij in stilte al het lijden Zelf draagt. God maakt nooit openlijk bekend wat dit lijden inhoudt. Hij draagt het Zelf en wacht in stilte. Gods volharding is niet koud, gevoelloos of hulpeloos, en is evenmin een teken van zwakte. Gods liefde en wezen zijn altijd door onbaatzuchtigheid gekenmerkt. Dit is een natuurlijke openbaring van Zijn wezen en gezindheid, en een werkelijke belichaming van Gods identiteit als de ware Schepper.
Nu ik dit gezegd heb, is het mogelijk dat sommige mensen verkeerd interpreteren wat ik bedoel. Was het de bedoeling van deze gedetailleerde beschrijving van Gods gevoelens, met zoveel hang naar sensatie, om te bewerkstelligen dat mensen medelijden met God krijgen? Was dat de bedoeling? (Nee!) Ik zeg dit alleen maar zodat jullie God beter leren kennen, elk aspect van Hem begrijpen, Zijn emoties begrijpen, beseffen dat Gods wezen en gezindheid concreet en beetje bij beetje in Zijn werk tot uitdrukking komen, in tegenstelling tot een weergave via de lege woorden van de mens, zijn letters en doctrines, of zijn verbeelding. Oftewel, God en Gods essentie bestaan echt – het zijn geen schilderingen en geen fantasieën en ze zijn niet door de mens geconstrueerd en zeker niet door hen verzonnen. Erkennen jullie dit nu? Als jullie dit erkennen, hebben mijn woorden vandaag hun doel bereikt.
We hebben vandaag drie onderwerpen besproken. Ik vertrouw erop dat iedereen van de communicatie over deze drie onderwerpen veel heeft opgestoken. Ik kan beslist zeggen dat door deze drie onderwerpen de ideeën van mensen over God en hun begrip van God totaal zijn veranderd, dankzij de gedachten van God die ik heb beschreven of de gezindheid en het wezen van God die ik heb genoemd. Zelfs het geloof dat iedereen in God had en meer nog het beeld van God dat iedereen in zijn hart bewonderde, zijn volledig op de kop gezet. Hoe het ook zij, ik hoop dat wat jullie in deze drie delen van de Bijbel over Gods gezindheid hebben geleerd, heilzaam voor jullie is, en ik hoop dat wanneer jullie zijn teruggekeerd, jullie zullen proberen er verder over na te denken. De bijeenkomst van vandaag is nu afgelopen. Tot ziens!
4 november 2013
Sommige bijbelteksten zijn ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.