Alleen door de waarheid te begrijpen kan men inzicht krijgen
Door Yi Ran, provincie Shandong
Enige dagen geleden verving onze kerk een leider. Omdat ik niet begreep door welk principe de kerk zich laat leiden bij het vervangen van personeel, kwam er een opvatting bij mij op: de zuster die werd vervangen was er heel goed in om de waarheid zowel te ontvangen als erover te communiceren en ze kon heel openlijk spreken over haar eigen uitingen van verdorvenheid. Hoe kon iemand die zozeer haar best deed om de waarheid na te jagen worden vervangen?
Precies op het moment dat ik me hierover het hoofd brak, las ik de volgende passage in een werkregeling: “Gods familie besluit mensen op te leiden en te gebruiken in overeenstemming met hun wezen. Als iemands wezen erin bestaat dat hij de waarheid najaagt, dan zal Gods familie hem beslist niet laten vallen; als iemand bereid is de waarheid na te jagen, dan zal hij ongetwijfeld een verandering ondergaan. Als iemands wezen erin bestaat dat hij de waarheid niet najaagt, zijn plichten verzaakt en de juiste weg niet bewandelt, dan is hij het niet waard te worden opgeleid en kan God zo’n soort persoon ook niet vervolmaken. Voor iemand die God niet wil vervolmaken geldt dat Gods familie hem ook niet kan opleiden. […] De behandeling van mensen moet daarom worden benaderd in overeenstemming met de vereisten van Gods werk en met het wezen van mensen. Alleen dit is een effectieve manier om te werken in harmonie met God, en om God waarachtig te dienen. Als deze effectieve manier om te werken in harmonie met God niet wordt toegepast, dan wordt Gods werk ontwricht en wordt Gods werk volkomen tegengewerkt” (‘Enkele vragen communiceren’ in ‘Werkregelingen’). Toen ik telkens maar weer probeerde de betekenis van deze woorden te achterhalen, begreep ik dat Christus en Gods woorden de kerk regeren. Wanneer de kerk iemand bevordert of vervangt, laat ze zich leiden door een principe. Deze veranderingen worden benaderd in overeenstemming met de vereisten van Gods werk en met het wezen van mensen; niemand kan mensen willekeurig inzetten of vervangen. Bovendien vervangt de kerk mensen niet op grond van hun uitingen van verdorvenheid op de korte termijn, maar wel bekijkt de kerk in het licht van hun optreden op de lange termijn of zij de waarheid najagen. De kerk leidt geen mensen op die een slechte menselijkheid bezitten en de waarheid niet najagen; wanneer iemand de waarheid najaagt, laat de kerk zo iemand zeker niet vallen, noch verwaarloost of ruïneert ze hem. Ik hield er verkeerde opvattingen op na over de manier waarop de kerk personeel vervangt, omdat ik de waarheid niet begreep; ik had alleen waardering voor het oppervlakkige kaliber van mensen en voor de vaardigheden waarmee zij waren begiftigd; ik had er geen idee van wat voor soort mensen God wilde redden en vervolmaken, en ik was niet in staat om door de natuur en het wezen van mensen heen te kijken. Met dit begrip richtte ik mij tot God om te bidden en te zoeken: “O God, ik weet hoe diep ik ben verdorven door Satan. Ik heb geen inzicht in uw werk, ik houd er veel opvattingen op na en veel van mijn meningen zijn niet te verenigen met u. Onder uw leiding weet ik vandaag dat de kerk, of ze mensen nu selecteert, opleidt of vervangt, dit alles benadert in overeenstemming met de vereisten van uw werk en met het wezen van mensen. Toch begrijp ik het wezen van de zuster die is vervangen nog niet helemaal, wat tot gevolg heeft dat ik een mening heb over de aanpak van de kerk. Ik vraag u mij te leiden en mij de weg te wijzen; verleen mij helder inzicht, zodat ik vanaf nu tijdens mijn werk uw werk niet ontwricht door mijn afdwaling en mijn vergissingen.”
Na mijn gebed nam ik de werkregelingen ter hand en zag ik deze woorden: “Door Gods woorden te lezen kunnen degenen die de waarheid najagen hun eigen verdorven gesteldheid afmeten aan Gods woorden. Hun bespreking over Gods woorden dient niet alleen om te spreken over het begrijpen van Gods woorden, maar ook over het begrijpen van henzelf. Welke verdorvenheid er ook wordt uitgedrukt, ze kunnen die in de openbaarheid brengen; daardoor kunnen de broeders en zusters echt iets bereiken, terwijl ze tegelijkertijd hun eigen verdorvenheid wegnemen. Dit is tevens de beste methode om mensen in Gods woorden binnen te voeren. … Al diegenen die alleen maar spreken over letterlijke betekenissen en die verstoken zijn van werkelijkheid, zijn niet waardig om leiders te zijn in Gods familie. Dit type leider en werker moet worden vervangen” (‘Om God te dienen moet men leren om alle soorten van mensen te onderscheiden’ in ‘Werkregelingen’). Uit deze woorden maakte ik op dat degenen die de waarheid oprecht najagen de waarheid kunnen vatten in Gods woorden wanneer ze die lezen; ze kunnen hun verdorven gesteldheid afmeten aan Gods woorden en hun eigen natuur en wezen kennen; ze kunnen naar buiten treden en zichzelf blootgeven, welke verdorvenheden ze ook openbaren; wanneer anderen horen dat ze zich uiten, zijn ze in staat Gods woorden in de praktijk te brengen en te ervaren, en meer geloof te hebben in God. Mensen die de waarheid oprecht najagen kunnen het echt aanvaarden wanneer ze door anderen worden gesnoeid en behandeld; ze richten hun aandacht op het nadenken over zichzelf en op het in de praktijk brengen van de waarheid, waarbij hun verdorven gezindheid een voortdurende verandering ondergaat.
Op dat moment begon ik me het gedrag en het optreden op de lange termijn van de zuster gedetailleerd te herinneren. Wanneer ze andermans problemen oploste, sprak ze weliswaar welsprekend en langdurig, waarbij ze woorden gebruikte die doordacht en goed onderbouwd waren; toch had ze de moeilijkheid om zelf het leven binnen te gaan niet opgelost, want ze had altijd in een gesteldheid van zelfingenomenheid geleefd, terwijl ze in de mening verkeerde dat ze elke taak goed verrichtte en zich reuze trots voelde. Als datgene wat ze had ontvangen en besproken werkelijk had ingehouden dat ze het wezen van de waarheid had begrepen, waarom kon ze haar begrip dan niet aanwenden om haar eigen problemen op te lossen? Wanneer de leider de ernstige problemen in haar werk blootlegde en ontleedde, boog ze weliswaar uiterlijk herhaaldelijk haar hoofd, terwijl ze uitdrukking gaf aan haar aanvaarding en bereidheid om het in principe te doen; toch zette ze heimelijk haar oude manieren voort, waarbij ze opnieuw dingen naar eigen inzicht deed die schade berokkenden aan het werk. Toen ze opnieuw werd behandeld, toonde haar uiterlijke verschijning wel dat ze heel berouwvol was, maar nadien veranderde ze in geen enkel opzicht. Hoewel ze het wel had over haar zelfinzicht en haar eigen verdorvenheid naar buiten bracht, was het resultaat dat ze ervoor zorgde dat anderen tegen haar opkeken en een hoge dunk van haar hadden, zodat ze mensen aan zich bond. Onder het voorwendsel “zuiver en open” te zijn, kleineerde ze anderen in het geheim en verhief ze zichzelf; op deze manier bedroog en bedierf ze andere mensen. Uit haar optreden op de lange termijn kon ik opmaken dat, hoewel ze vele jaren had gewerkt, ze er alleen in was geslaagd om zichzelf te voorzien van veel letters en doctrines, zonder dat ze de waarheid begreep. Ze had geen ware kennis van zichzelf, met als resultaat dat ze het doen van wat oppervlakkig werk en het spreken over een bepaald leerstuk beschouwde als het begrijpen van de waarheid en als het bezitten van echtheid. Dit liep eropuit dat haar gezindheid zich steeds meer kenmerkte door arrogantie en trots. Pas nu besefte ik dat ze niet iemand was die de waarheid najoeg, en dat ze ook niet iemand was die een zuiver begrip had van de waarheid of op scherpzinnige wijze met anderen over de waarheid communiceerde. Als ze op haar post was gehandhaafd, had ze het werk van de kerk alleen maar kunnen ophouden en haar broeders en zusters beschadigen. Het feit dat ze werd vervangen betekende werkelijk Gods rechtvaardigheid en Gods redding voor haar. Anders zou ze nog steeds worden misleid door haar eigen uiterlijke verschijning en zou ze de dwalingen van haar wegen niet hebben ingezien; uiteindelijk had ze alleen maar ernstige schade kunnen toebrengen aan het werk van de kerk en zou ze door God zijn gestraft.
Door deze zaak zag ik mijn eigen gebreken en blindheid in, en ook hoe meelijwekkend ik was; ik besefte dat je zonder de waarheid geen volkomen begrip kunt ontwikkelen van het wezen van de zaak, maar alleen kunt spreken over en zicht kunt krijgen in dingen die tegen God ingaan, volgens je eigen opvattingen en inbeeldingen. Pas wanneer je de waarheid begrijpt, kun je onderscheidingsvermogen hebben en niet worden misleid. Vanaf vandaag wil ik veel beter mijn best doen om de waarheid na te jagen, om de principes van de waarheid in alle dingen te zoeken, om de dingen te doen zoals God dat vereist en om Hem spoedig van nut te zijn.