De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (9)

Twee criteria om te beoordelen of leiders en werkers aan de norm voldoen

We hebben nu in totaal over acht van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers gecommuniceerd, en met betrekking tot deze acht verantwoordelijkheden hebben we de verschillende uitingen van valse leiders ontleed. Hebben jullie, door ze op deze manier te ontleden, nu enig onderscheidingsvermogen van valse leiders? Als je een leider bent, kun je deze praktijken van valse leiders dan vermijden? Kun je bewust werk verrichten en de verantwoordelijkheden van leiders en werkers vervullen op basis van de verantwoordelijkheden waarover we hebben gecommuniceerd? Door de communicatie over de verantwoordelijkheden van leiders en werkers behoren jullie nu te weten hoe leiders en werkers hun werk moeten verrichten, welke details bij dit werk komen kijken, hoe ze het werk moeten implementeren en hoe ze moeten oefenen om leiders en werkers te zijn die aan de norm voldoen. Als iemands kaliber toereikend is, hij een zekere mate van werkvermogen bezit en ook een last draagt, dan zou hij in staat moeten zijn om deze uitingen van valse leiders te vermijden. Maar als iemand kaliber heeft en een zekere mate van werkvermogen bezit, maar geen last draagt, is zo iemand dan in staat om een leider te zijn die aan de norm voldoet en de verantwoordelijkheden van leiders en werkers te vervullen? (Nee.) Dat is niet zo eenvoudig voor die persoon. Stel dat een leider een last draagt en zijn menselijkheid niet slecht is, maar hij gewoon niet weet hoe hij zijn werk moet doen. Hoe er ook met hem wordt gecommuniceerd, hij weet nog steeds niet hoe hij specifiek werk moet implementeren en eraan moet deelnemen, en hij kan de principes of de richting niet vinden. Hij weet ook niet hoe hij begeleiding moet bieden bij specifieke professies of werkzaamheden. Wanneer er problemen optreden, kan hij de essentie ervan niet vinden en weet hij niet hoe hij ze moet oplossen. Daardoor is hij altijd erg passief en traag in al het werk dat hij doet of bij elk probleem dat hij behandelt. Kan zo iemand de verantwoordelijkheden van leiders en werkers vervullen? (Nee.) Wat voor probleem is dit? Hoewel dit soort persoon erg enthousiast is, een last draagt en zijn werk wil doen, is zijn kaliber te pover. Hij bezit geen werkvermogen en kan het werk niet op zich nemen, noch kan hij specifiek werk verrichten of specifieke problemen oplossen. Wanneer hij aan welk werk dan ook deelneemt, doet hij het slechts voor de vorm en is hij erg traag van begrip, afgestompt en passief. Het resultaat is dat er veel problemen ontstaan, maar hij is niet in staat om de problemen aan te pakken. Hij weet niet waar ze vandaan komen, laat staan dat hij weet hoe hij erover moet communiceren en ze moet oplossen. Hij is zelfs niet in staat om de problemen aan de Boven te rapporteren en de Boven om raad te vragen. Daarom is hij niet in staat om de verantwoordelijkheden van leiders en werkers te vervullen, en zelfs als hij wordt verkozen om leider te worden, is hij geen goede leider, maar een valse leider.

Nu we over acht verantwoordelijkheden van leiders en werkers hebben gecommuniceerd, kunnen jullie een basisdefinitie van een valse leider geven? Hoe moet men beoordelen of een leider de verantwoordelijkheden van leiders en werkers vervult, of dat hij een valse leider is? Op het meest fundamentele niveau moet men kijken of hij in staat is om daadwerkelijk werk te doen, en of hij dit kaliber heeft of niet. Vervolgens moet men kijken of hij de last draagt om dit werk goed te doen. Negeer hoe mooi zijn woorden klinken en hoeveel hij de doctrines lijkt te begrijpen, en negeer hoe getalenteerd en begaafd hij is bij het afhandelen van externe zaken – deze dingen zijn niet belangrijk. Het meest cruciale is of hij in staat is om de meest fundamentele werkzaamheden van de kerk naar behoren uit te voeren, of hij problemen kan oplossen met behulp van de waarheid, en of hij mensen in de waarheidswerkelijkheid kan leiden. Dit is het meest fundamentele en essentiële werk. Als hij niet in staat is om deze daadwerkelijke werkzaamheden te verrichten, dan is hij nog steeds een valse leider, ongeacht hoe goed zijn kaliber is, hoe getalenteerd hij is, of hoeveel ontberingen hij kan doorstaan en welke prijs hij kan betalen. Sommige mensen zeggen: “Het doet er niet toe dat hij nu geen daadwerkelijk werk doet. Hij heeft een goed kaliber en is capabel. Als hij een tijdje oefent, zal hij ongetwijfeld in staat zijn om daadwerkelijk werk te doen. Bovendien heeft hij niets slechts gedaan en geen kwaad bedreven of verstoringen en hinder veroorzaakt – hoe kunt u dan zeggen dat hij een valse leider is?” Hoe kunnen we dit uitleggen? Het maakt niet uit hoe getalenteerd je bent, welk niveau van kaliber en opleiding je hebt, hoeveel leuzen je kunt roepen, of hoeveel woorden en doctrines je beheerst. Ongeacht hoe druk of hoe uitgeput je op een dag bent, hoe ver je hebt gereisd, hoeveel kerken je bezoekt, of hoeveel risico je neemt en hoeveel lijden je doorstaat – niets van dit alles is van belang. Waar het om gaat is of je je werk uitvoert op basis van de werkregelingen, of je die regelingen nauwkeurig implementeert of je tijdens je leiderschap deelneemt aan elk specifiek werk waarvoor je verantwoordelijk bent, en hoeveel daadwerkelijke problemen je hebt opgelost; hoeveel personen door jouw leiderschap en begeleiding de waarheidsprincipes zijn gaan begrijpen, en hoeveel vooruitgang en ontwikkeling het werk van de kerk heeft doorgemaakt – het gaat erom of je deze resultaten al dan niet hebt bereikt. Ongeacht het specifieke werk waarbij je betrokken bent, gaat het erom of je het werk consequent opvolgt en aanstuurt, in plaats van je verheven op te stellen en bevelen uit te delen. Daarnaast is ook van belang of je ingang in het leven hebt terwijl je je plicht doet, of je zaken volgens principes kunt afhandelen, of je een getuigenis bezit van het in praktijk brengen van de waarheid, en of je de daadwerkelijke problemen van Gods uitverkorenen kunt aanpakken en oplossen. Deze en soortgelijke zaken zijn allemaal criteria om te beoordelen of een leider of werker zijn verantwoordelijkheden al dan niet heeft vervuld. Zouden jullie zeggen dat deze criteria praktisch zijn? En eerlijk tegenover mensen? (Ja.) Ze zijn eerlijk voor iedereen. Het maakt niet uit welk opleidingsniveau je hebt, of je jong of oud bent, hoeveel jaar je in God hebt geloofd, je anciënniteit, of hoeveel van Gods woord je hebt gelezen; niets van dit alles is belangrijk. Waar het om gaat is hoe goed je het kerkelijke werk doet nadat je als leider bent gekozen, hoe effectief en efficiënt je in je werk bent, en of elke werkzaamheid op een georganiseerde en effectieve manier verloopt en geen vertraging oploopt. Dit zijn de belangrijkste zaken die worden geëvalueerd bij het meten of een leider of werker zijn verantwoordelijkheden al dan niet heeft vervuld.

Door de communicatie van zojuist hebben jullie nu een enigszins duidelijk begrip en kennis van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers, evenals een nauwkeurige verklaring van de definitie en essentie van een valse leider. Het meest fundamentele criterium om te beoordelen of iemand een valse leider is, is te kijken of hij in staat is daadwerkelijk werk te verrichten, en vervolgens te kijken of hij daadwerkelijk werk verricht. Dit zijn de twee hoofdcriteria: de ene is de vraag of ze al dan niet bekwaam zijn, en de andere de vraag of ze al dan niet bereid zijn. Kunnen jullie deze dingen onthouden? Sommige mensen zeggen: “Ik ben geen leider, dus waarom zou ik deze dingen onthouden?” Is deze opmerking correct? (Nee.) Waarom is die incorrect? Door deze waarheden te begrijpen, kunnen mensen enerzijds zichzelf leren kennen en anderzijds andere mensen leren onderscheiden – dit zijn de waarheden die mensen moeten begrijpen en bezitten, en het is onaanvaardbaar om ze niet te begrijpen. Allereerst moet je aan de hand van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers meten of je het kaliber en de bekwaamheid bezit om een leider te zijn. Als je deze dingen niet bezit, blijf dan niet verlangen een leider te zijn. Als je niet het kaliber bezit om een leider te zijn, maar het toch wilt zijn, dan is dat ambitie; zodra je een leider wordt, zul je niet in staat zijn daadwerkelijk werk te verrichten en word je onvermijdelijk een valse leider. Sommige mensen zeggen: “Ik heb een goed kaliber; ik steek boven iedereen uit. Ik kom vaak met goede ideeën en slimme, goede suggesties. Ik heb overal aanleg voor en ik heb relatief veel kennis, inzicht en ervaring. Betekent dit alles niet dat ik een leider kan zijn?” Je moet ook bij jezelf nagaan of je verantwoordelijkheidsgevoel hebt en een last draagt. Als je alleen maar meningen over dingen hebt en alleen maar de wens hebt om dingen te doen, en altijd grote ambities hebt, maar ze niet kunt waarmaken, en je niet weet hoe je je moet inspannen en de prijs moet betalen, en niet bereid bent om welke prijs ook te betalen – als je altijd wilt dat je brein en hart ontspannen zijn, als je ervan houdt om niets te doen en ongebonden te zijn, een comfortabel leven te leiden, en er niet van houdt om je zorgen te maken of druk te zijn, en vermoeidheid en ontberingen vreest – dan ben je niet geschikt om een leider te zijn, en zul je leiderschapswerk noch op je kunnen nemen, noch kunnen uitvoeren.

We hebben zojuist twee criteria samengevat om te beoordelen of een leider aan de norm voldoet: of hij in staat is om daadwerkelijk werk te verrichten en of hij daadwerkelijk werk verricht. Als mensen deze twee criteria begrijpen, dan zouden ze volledig helder moeten hebben of ze in staat zijn om een leider te zijn, en ook of ze, eenmaal leider geworden, in staat zijn om het kerkelijke werk goed te doen, hun verantwoordelijkheden volledig te vervullen en als leider aan de norm te voldoen. Hebben jullie, degenen die momenteel als leiders en werkers dienen, nu enkele wegen en principes om te meten of jullie daadwerkelijk werk hebben verricht en de verantwoordelijkheden van leiders en werkers hebben vervuld? Door te communiceren over deze acht verantwoordelijkheden van leiders en werkers, zouden jullie in staat moeten zijn in te schatten welke uitingen valse leiders vertonen en precies samen te vatten hoe leiders en werkers hun werk moeten doen, evenals waar jullie in je werk tekortschieten, ontoereikend zijn of niet specifiek genoeg zijn, en hoe jullie het werk voortaan moeten aanpakken – deze inzichten zouden jullie op zijn minst moeten hebben. Als jullie geen conclusies of inzichten hebben over hoe je een leider of werker moet zijn of hoe je de verantwoordelijkheden van leiders en werkers moet vervullen, dan betekent dit dat jullie kaliber niet toereikend is voor de taak. Bovendien, als jullie totaal verward zijn over hoe je valse leiders moet onderscheiden, dan toont dit des te meer aan dat jullie kaliber pover is. Er is ook een speciale omstandigheid: er zijn sommigen die, ondanks dat ze naar deze communicaties hebben geluisterd, geen vastberadenheid tonen om naar de waarheid te streven of de verantwoordelijkheden van leiders en werkers te vervullen, en die de zaak simpelweg niet serieus of ter harte nemen. Zij denken: het kan me niet schelen wie een valse leider is. Als ik leider zou worden, zou ik in ieder geval gewoon doen wat de Boven me opdraagt. Ik zou niet zoveel moeite hoeven te doen of er zoveel over hoeven na te denken. Wanneer ze naar preken luisteren, doen ze het slechts voor de vorm en om de tijd te doden. Ze weten ongeveer waar de preek specifiek over gaat, maar ze zijn te lui om samen te vatten over welke waarheden en vereisten van God voor de mens wordt gecommuniceerd, en ze zijn niet bereid deze dingen ter harte te nemen. Zij denken: het is te veel gedoe om deze zaken te onderscheiden. Ik eis in ieder geval maar één ding van mezelf, en dat is geen kwaad doen, geen verstoringen en hinder veroorzaken en niet opvallen in de menigte, en dat is genoeg. Het is zo simpel! Dit is een geweldige manier van leven; ik stel geen hoge eisen aan mezelf. Dit is hun enige zienswijze, hoe ze ook naar preken luisteren, en niemand kan hen veranderen. Hoe je ook over de waarheid communiceert, welke methode je ook gebruikt om te communiceren of waarover je ook communiceert, je kunt hun hart niet raken. Het maakt hun niet uit of ze naar deze woorden luisteren of niet; voor hen maakt het weinig verschil. Dit type persoon moddert maar wat aan in het leven en neemt niets serieus. Om nog maar te zwijgen over het communiceren over acht van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers – zelfs als we over alle verantwoordelijkheden communiceren, zullen ze het nog steeds niet begrijpen en geen enkel principe of weg kunnen samenvatten. Dergelijke mensen houden niet van positieve dingen; ze zijn niet geïnteresseerd en kunnen geen energie opbrengen als het gaat om de waarheid of voor ook maar iets positiefs, maar hebben daarentegen wel een zekere interesse in eten, drinken en plezier najagen. Door te communiceren over acht van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers hebben we enerzijds bepaalde verantwoordelijkheden van leiders en werkers samengevat, evenals hoe men als leider of werker werk moet verrichten en zijn verantwoordelijkheden moet vervullen; anderzijds hebben we bepaalde specifieke uitingen van valse leiders samengevat. We hebben zojuist twee basisprincipes, twee criteria, geformuleerd voor het onderscheiden van valse leiders: de ene is of iemand in staat is daadwerkelijk werk te verrichten, en de andere is of hij, zodra hij de waarheidsprincipes heeft begrepen, daadwerkelijk werk verricht. Het gebruik van deze twee criteria is tot op heden de eenvoudigste en meest geschikte methode om in te schatten of iemand een valse leider is.

Punt negen: Geef de verschillende werkregelingen van Gods huis nauwkeurig door, vaardig ze uit en voer ze uit in overeenstemming met de vereisten van dat huis. Geef daarbij leiding, houd toezicht en spoor aan, en inspecteer en volg de stand van zaken van de uitvoering op (deel 1)

De definitie en specifieke items van werkregelingen

Vandaag zullen we communiceren over de negende verantwoordelijkheid van leiders en werkers: “Geef de verschillende werkregelingen van Gods huis nauwkeurig door, vaardig ze uit en voer ze uit in overeenstemming met de vereisten van dat huis. Geef daarbij leiding, houd toezicht en spoor aan, en inspecteer en volg de stand van zaken van de uitvoering op.” Wat wordt er van leiders en werkers vereist om te implementeren, als we deze verantwoordelijkheid als geheel beschouwen? (De verschillende werkregelingen van Gods huis.) Het kernpunt van deze verantwoordelijkheid is hoe de verschillende werkregelingen van Gods huis geïmplementeerd moeten worden – dit is het belangrijkste werk voor leiders en werkers. Ongeacht op welk niveau een leider of werker zich bevindt, als leider of werker zal men altijd te maken krijgen met werkregelingen en met het specifieke werk van het implementeren ervan. Het implementeren van verschillende werkregelingen is relevant voor het werk van elke leider en werker, en dit is een zeer belangrijk, zeer specifiek en zeer fundamenteel werk. Is het, dit punt in overweging nemend, niet noodzakelijk om eerst specifiek te communiceren over wat werkregelingen zijn? (Ja.) Dus, wat zijn werkregelingen dan? Wat zijn de reikwijdte en de definitie van werkregelingen? Sommige mensen zeggen: “Omvat de reikwijdte van werkregelingen niet gewoon bepaalde taken en inhoud met betrekking tot kerkelijk werk? En zijn werkregelingen niet gewoon het regelen en uitvaardigen van deze taken en inhoud?” Wat vinden jullie van deze uitleg? Zijn dat niet louter woorden en doctrines? (Ja, dat zijn het.) En wat betekent ‘woorden en doctrines’? Het betekent dat, hoewel geen enkel woord van deze uitleg verkeerd klinkt, je het na het gehoord te hebben nog steeds niet begrijpt; het is precies hetzelfde alsof het helemaal niet was uitgelegd. Laten we eerst een schriftelijke definitie van werkregelingen geven, zodat mensen er een basisbegrip van krijgen en precies weten wat werkregelingen zijn. Werkregelingen zijn de specifieke plannen en vereisten die door Gods huis zijn vastgesteld voor een specifieke werkzaamheid; ze moeten worden meegedeeld en geïmplementeerd door leiders en werkers, en het zijn ook de vereisten, taken en methoden die aan alle leden van de kerk worden uitgevaardigd voor een specifieke werkzaamheid – dit is de definitie van werkregelingen. En welke items vallen onder werkregelingen? Iedereen kent het zelfstandig naamwoord ‘items’, maar zou er niet enige specifieke inhoud moeten zijn die binnen de reikwijdte van deze items valt? (Ja.) Welke inhoud kennen jullie? (Er is evangeliewerk en er is filmproductiewerk.) Dat zijn twee items. (Er zijn ook bepaalde vereisten met betrekking tot het kerkleven en het opzetten van de bestuurlijke organisaties van de kerk.) Welk ander werk is er? (Er is het wegzuiveringswerk, evenals bepaald werk met betrekking tot de managementsystemen van de kerk.) De specifieke inhoud van werkregelingen is als volgt: item één, het bestuurlijke werk van de kerk. Dit is de grootste werkzaamheid, en als het bestuurlijke werk niet goed wordt gedaan, zal er helemaal geen kerkelijk werk zijn. Item twee, personeelswerk. Dit is een grote werkzaamheid. Item drie, evangeliewerk. Dit is ook een grote werkzaamheid. Item vier, verschillende soorten professioneel werk. De reikwijdte van dit werk is vrij groot en omvat filmproductie, tekstueel werk, vertaling, muziek, videoproductie, kunst, enzovoort. Item vijf, kerkelijk leven. Item zes, het werk van vermogensbeheer. Item zeven, wegzuiveringswerk. Item acht, externe zaken. Item negen, kerkelijk welzijn. Bijvoorbeeld, hoe de kerk moeilijkheden oplost die in de gezinnen van broeders en zusters ontstaan en wat de kerk daaraan doet, evenals het bezoeken van broeders en zusters in de gevangenis en hoe voor hun gezinnen gezorgd moet worden, enzovoort – dit alles valt onder kerkelijk welzijn. Item tien, noodplannen. Soms zal de kerk bepaalde noodmaatregelen uitvaardigen. Toen bijvoorbeeld de pandemie uitbrak, nam de kerk een passend isolatiesysteem aan. Plannen als deze vallen allemaal onder noodwerk. Werkregelingen omvatten in principe deze tien items. Elk ander klein item of speciale omstandigheid is in deze tien inbegrepen – in wezen omvat kerkelijk werk deze tien grote items. Dit is in principe de reikwijdte van de verschillende werkregelingen die door Gods huis worden uitgevaardigd, toch? (Juist.) Nu deze items zijn bevestigd, zouden jullie allemaal de werkregelingen van Gods huis enigszins moeten begrijpen en weten dat dit de grote werkzaamheden in Gods huis zijn. Dit is de reikwijdte van de vereisten die Gods huis heeft met betrekking tot de verantwoordelijkheden van leiders en werkers. Wat dit inhoudt, is dat, als leider of werker, de reikwijdte van je werk en de verantwoordelijkheden die je moet vervullen niet los kunnen staan van deze items die in de werkregelingen zijn opgenomen – al deze items zijn noodzakelijk. Afgezien van deze werkzaamheden, doe van de dingen waartoe je bereid bent, datgene waar je goed in bent. Gods huis stelt geen aanvullende vereisten voor de uitvoering van je plicht. Daarom moet je, terwijl je je werk verricht, nadenken over hoe je deze werkzaamheden moet uitvoeren, wat er door de werkregelingen van Gods huis wordt vereist, welk specifiek werk je moet doen, hoe je het moet implementeren, of het goed wordt geïmplementeerd, wat de huidige voortgang is, of je het werk hebt opgevolgd, of er een werkzaamheid is die niet goed is gedaan of waarin afwijkingen en gebreken bestaan, en of iedereen die aan deze werkzaamheid deelneemt ook daadwerkelijk werk verricht – deze dingen moet je altijd overpeinzen. Nu jullie de specifieke werkzaamheden die bij werkregelingen horen hebben begrepen, is het dan noodzakelijk dat Ik een eenvoudige uitleg geef van elk van deze items? Of misschien denken jullie: we hebben al zoveel jaren met deze werkzaamheden te maken en we begrijpen ze allemaal; het is niet nodig ze opnieuw uit te leggen – communiceer in plaats daarvan over iets belangrijks. Dit onderwerp is niet zo belangrijk, het maakt niet uit of we het wel of niet weten, en we willen er niets over horen? Is het noodzakelijk dit onderwerp verder uit te leggen? (Ja.) Aangezien het noodzakelijk is, laten we er dan in eenvoudige bewoordingen over praten. Ik zal enkele items kiezen waarmee jullie relatief onbekend zijn, die niet zo specifiek zijn, die een beetje abstract zijn, en daarover communiceren.

I. Bestuurlijk werk

Laten we beginnen met te communiceren over item één, bestuurlijk werk. Bestuurlijk werk is relatief abstract en niet voldoende concreet, en veel mensen begrijpen het niet. Met name degenen die nog maar kort in God geloven, zijn niet echt bekend met de vorming van de kerk en haar bestuurlijke werk, en ze weten niet wat bestuur is. Dit bestuur is niet hetzelfde als de bestuurlijke decreten die door God zijn uitgevaardigd. Dit bestuurlijke werk omvat voornamelijk de specifieke bepalingen van Gods huis over het werk van het stichten van kerken. En wat is de inhoud van deze specifieke bepalingen? Ze omvatten hoe kerken worden opgedeeld, hoeveel mensen er in elke kerk zijn, hoe kerken een naam krijgen, enzovoort. In de werkregelingen is bepaald dat kerken moeten worden ingedeeld volgens hun natuurlijke geografische omgeving, waarbij 30 tot 50 mensen die relatief dicht bij elkaar wonen, worden ingedeeld als een kerk. Stel bijvoorbeeld dat gebied A drie of vier dorpen omvat; als deze dorpen 50 gelovigen tellen, dan kunnen ze worden ingedeeld als een kerk. Ze hebben hun eigen tijdstippen en locaties voor het houden van bijeenkomsten en ze hebben kerkleiders en diakenen. Daarnaast hebben ze ook specifiek kerkelijk werk te doen. Zij zullen allemaal gezamenlijk door deze kerk worden beheerd. Dit is de bepaling betreffende de indeling van kerken en het aantal leden in kerken. Tegelijkertijd zal deze kerk onder de verantwoordelijkheid van een bepaald district vallen, afhankelijk van waar het zich bevindt, en dat district zal verantwoordelijk zijn voor alle verschillende werkzaamheden in die kerk, zoals het kerkelijke leven daar, of de leiders en diakenen geschikt zijn, het verdelen van boeken met Gods woorden, het implementeren van de verschillende werkregelingen, het meedelen van de vereisten van de Boven, enzovoort. Gods huis heeft specifieke werkregelingen voor zaken als het aantal kerken waaruit een district bestaat en het aantal districten waaruit een regio bestaat. Ook is vastgelegd dat regio’s verantwoordelijk zijn voor districten, en districten voor kerken, die bestuurlijke eenheden zijn. In eenvoudige bewoordingen wordt dit bestuurlijk werk genoemd, en het valt binnen de reikwijdte van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers. Wat zijn dus de verantwoordelijkheden die leiders en werkers moeten vervullen? Zij moeten kerken indelen op basis van hun natuurlijke geografische omgeving en locatie, volgens de werkregelingen. Als het aantal mensen in een kerk met de tijd blijft toenemen, dan moet de kerk opnieuw worden ingedeeld op basis van het aantal mensen en de geografische omgeving. Als een kerk bijvoorbeeld groeit van 50 naar 80 mensen, moet ze in twee kerken worden opgedeeld; als deze twee kerken in totaal groeien van 80 naar 150 mensen, dan moeten ze in drie kerken worden opgedeeld. Als een kerk groeit tot 70, 80 of 100 mensen en nog niet in twee kerken is opgedeeld, toont dat dan niet aan dat de leiders en werkers in deze kerk het bestuurlijke werk van Gods huis niet begrijpen? (Inderdaad.) Op zulke momenten moeten de leiders en werkers de werkregelingen over dit onderwerp lezen – het handboek van de kerk over werkregelingen bevat specifieke bepalingen. Als een kerk wordt opgedeeld in twee nieuwe kerken, dan moet elke kerk de noodzakelijke leiders en werkers kiezen, zoals kerkleiders, diakenen, enzovoort. Dus, wat moeten leiders en werkers doen? Zij moeten op de hoogte zijn van en inzicht hebben in het aantal mensen in de kerk en de status van de oprichting van de kerk. Dit is het bestuurlijke werk van de kerk, en het is de grootste werkzaamheid. Overal waar Gods uitverkorenen zijn, moet een kerk zijn, en zodra een kerk is gesticht, moeten leiders en werkers de verantwoordelijkheid nemen voor elk aspect van het werk van die kerk, zoals het verdelen van boeken met Gods woorden en het beheren van kerkleden. Ook moeten ze werkregelingen implementeren, zodat de leden de inhoud ervan kennen. Bestuurlijk werk omvat voornamelijk het stichten van kerken, evenals het opzetten van de bestuurlijke organisaties en het bestuurlijke personeel van kerken – dit zijn allemaal specifieke taken binnen het bestuurlijke werk. Wie hebben doorgaans meer met deze werkzaamheid te maken? Kerken met nieuwe gelovigen, evangelieteams, evenals regioleiders, districtsleiders en kerkleiders in gebieden waar het evangelie wordt verspreid, krijgen allemaal meer met dit werk te maken. Bovendien omvat bestuurlijk werk ook een speciale taak, namelijk het opdelen van kerken in voltijdsplichtenkerk, deeltijdsplichtenkerk, gewone kerken en B-groepen. Ook dit is een taak die door leiders en werkers moet worden uitgevoerd. Leiders en werkers moeten inzicht hebben in hoe kerken moeten worden opgedeeld. Het principe daarbij is dat mensen in verschillende kerken worden ingedeeld op basis van hun plichten: mensen die een plicht vervullen worden gescheiden van mensen die dat niet doen, en zij die hun plicht voltijds vervullen van zij die hun plicht deeltijds vervullen. Dit is een andere speciale en specifieke bestuurlijke taak.

II. Personeelswerk

Item twee, personeelswerk. Dit item betreft de verkiezing, de aanstelling en de ontheffing van leiders en werkers op alle niveaus. Werkregelingen voorzien in specifieke bepalingen voor verkiezingssystemen, welk soort mensen tot leiders en werkers moeten worden verkozen, en de methoden en specifieke vereisten voor verkiezingen. Er zijn ook bepaalde speciale omstandigheden. Wat moet er bijvoorbeeld gebeuren als de broeders en zusters elkaar pas net hebben leren kennen en elkaar niet erg goed kennen, en geen geschikte leiders en werkers kunnen kiezen via een verkiezing? In dat geval kunnen mensen worden bevorderd en benoemd. Er wordt dan nagegaan wie relatief geschikt is om leider te zijn; vervolgens leert men die persoon beter kennen, wordt er gecommuniceerd en worden eenvoudige controles uitgevoerd, waarna de aanstelling kan volgen. Verder, wanneer de Boven een groot project regelt of meerdere mensen als supervisors aanstelt, is dit een speciale werkregeling. Een andere speciale omstandigheid is wanneer iemand een rapport naar de Boven schrijft waarin staat dat een bepaalde leider geen daadwerkelijk werk verricht en de weg van een antichrist bewandelt. Na verificatie vaardigt de Boven dan een werkregeling uit om de leider waarover gerapporteerd is uit zijn functie te ontheffen. Dit is een andere werkregeling die verband houdt met personeelswerk. Kortom, werk dat verband houdt met personeel omvat de verkiezing, de aanstelling en de ontheffing van leiders en werkers op alle niveaus in de kerk. Deze werkzaamheid is relatief eenvoudig en gemakkelijk te begrijpen.

III. Evangeliewerk

Ten derde, het evangeliewerk. Het evangeliewerk is, na het administratieve en personeelswerk, het eerste grote, specifieke, professionele soort werk in Gods huis. Gods huis heeft voor dit soort werk achtereenvolgens veel werkregelingen getroffen, met specifieke werkregelingen met betrekking tot potentiële ontvangers van het evangelie, het geografische bereik voor de prediking van het evangelie, en de manieren waarop en middelen waarmee het evangelie gepredikt moet worden. Tegelijkertijd bevatten de werkregelingen van Gods huis ook specifieke verklaringen met betrekking tot alle verschillende boeken met Gods woorden, films en video’s, en variétéshows die nodig zijn voor de prediking van het evangelie, en zelfs verklaringen met betrekking tot de diverse, veelvoorkomende opvattingen en vaak gestelde vragen van potentiële ontvangers van het evangelie. Sommige verklaringen worden misschien niet specifiek op schrift gesteld, maar veel van die verklaringen worden mondeling gecommuniceerd. Het evangeliewerk boekt altijd vooruitgang en gaat steeds door, en naarmate dit werk vordert, heeft Gods huis specifieke werkregelingen en bepalingen opgesteld voor kwesties die voortdurend spelen en waarmee men voortdurend wordt geconfronteerd. Ook heeft Gods huis bepaalde specifieke vereisten en taken opgelegd aan evangeliewerkers, evangeliediakens en supervisors van het evangeliewerk. Hoewel Gods huis in dit latere stadium niet veel zegt over de regelingen voor het evangeliewerk, wordt er in de kerk zeer vaak over dit aspect van de waarheid gecommuniceerd. In het bijzonder nadat het evangelie was begonnen zich overzee te verspreiden, trof Gods huis specifieke werkregelingen voor vertaalwerk in verschillende talen. Vertalers en evangeliewerkers die bekend zijn met diverse vreemde talen zetten zich volledig in om aan dit soort werk mee te werken, en Gods huis heeft veel van dit soort menskracht ingezet om samen te werken aan het evangeliewerk, en dit stemt overeen met de werkregelingen van Gods huis. Kortom, de Boven in eigen persoon begeleidt, informeert naar, volgt en houdt altijd toezicht op het werk van de verspreiding van het evangelie. Wat zijn dan de verantwoordelijkheden die leiders en werkers met betrekking tot dit soort werk moeten vervullen? Dat er een supervisor voor het evangeliewerk is, betekent niet dat leiders en werkers de teugels volledig kunnen laten vieren, zich niet met het werk hoeven te bemoeien, er niet naar hoeven te informeren en het gewoon kunnen negeren met de gedachte: laat het werk maar lopen zoals het wil. Het heeft toch niets met mij te maken. Ik ben verantwoordelijk voor het kerkelijke leven en de diverse professionele werkzaamheden. Als er problemen zijn met het evangeliewerk, is dat niet mijn zorg. Kan dat? (Nee.) Dat is plichtsverzuim. Het belangrijkste soort werk waar leiders en werkers zich op moeten richten, van al het werk van Gods huis, is het evangeliewerk. Je hebt misschien niet direct de verantwoordelijkheid voor dit soort werk gekregen, maar je moet wel informeren naar de mate van ontwikkeling en de voortgang ervan – je moet deze dingen opvolgen, kennen en beheersen. Vooral met betrekking tot bepaalde belangrijke medewerkers, zoals evangeliepredikers en begieters in evangelieteams, alsook de supervisors van het evangeliewerk, moet je altijd tijdig op de hoogte zijn van hun situatie. Als er problemen met deze medewerkers ontstaan, moet je die onmiddellijk oplossen – je moet niet je handen van dit werk aftrekken nadat het is toegewezen. Bovendien moet je alle evangeliepredikers die betrokken zijn bij het werk van de evangelieverspreiding, inclusief die in kerken en de eerstelijns online evangeliepredikers, alsook de begieters in elk team, regelmatig controleren en begeleiden. De werkregelingen van Gods huis vereisen al lange tijd dat alle evangeliepredikers en begieters een speciale training ondergaan. Wat betekent speciale training? Het betekent dat gegarandeerd moet zijn dat evangeliepredikers en begieters een helder begrip hebben van de waarheden van de visies en dat ze deze dingen duidelijk kunnen uitleggen. Als er enig aspect van de waarheden van visies is waarover ze geen volledige duidelijkheid hebben, dan moet daarover frequent gecommuniceerd worden, en hoe gedetailleerder het begrip van de evangeliepredikers en begieters is, hoe beter. Gods huis heeft hier werkregelingen voor, toch? (Inderdaad.) Het werk van de evangelieverspreiding is een specifiek en ingewikkeld soort werk dat vele afzonderlijke taken omvat. Er moet voor gezorgd worden dat elke taak goed wordt uitgevoerd en nauwlettend wordt opgevolgd; dit is Gods opdracht. Elke taak moet goed worden uitgevoerd, en er moet voor gezorgd worden dat de resultaten van elke taak voortdurend verbeteren – alleen dit stemt overeen met Gods bedoelingen. Alle andere soorten professioneel werk, zoals filmproductie, tekstueel werk, muziek, kunst en vertaling, bestaan om het evangeliewerk te ondersteunen, en het evangeliewerk is het frontliniewerk van al het werk. Daarom moeten degenen die de diverse plichten vervullen hun eigen werk goed doen en de door God vereiste resultaten behalen. Op deze manier zullen zij een aandeel hebben in het werk van de evangelieverspreiding. Dit komt doordat al deze andere soorten professioneel werk ten dienste staan van de evangelieverspreiding, en al dit werk moet gericht zijn op het werk van de evangelieverspreiding en er onophoudelijk in voorzien. Vandaag de dag worden alle materialen, films en diverse video’s die nodig zijn voor de prediking van het evangelie, gecreëerd door de inspanning van velen van Gods uitverkorenen achter de schermen. Alles wat deze mensen achter de schermen doen, biedt krachtige ondersteuning voor het werk van de evangelieverspreiding. In het verleden had Gods huis geen verschillende soorten filmproducties, had het niet veel liederen, noch had het erg veel video’s met ervaringsgetuigenissen. Het was helemaal afhankelijk van evangeliewerkers die voortdurend communiceerden. Evangeliewerkers praatten tot hun mond droog werd, en behaalden niet noodzakelijkerwijs aanzienlijke resultaten, en het was moeilijk om ook maar één persoon te winnen. Nadat de kerk allerlei soorten video’s had geproduceerd, werd het werk van de evangelieteams relatief licht en veel gemakkelijker dan voorheen, en de werkefficiëntie nam toe. Sommige mensen zijn koppig en conservatief in hun denken, en wanneer je het evangelie aan hen predikt, werkt het niet, hoe je ook over de waarheid communiceert. Ze behouden hun opvattingen en weigeren de waarheid te aanvaarden – wat doe je dan? Je laat hen een of twee films met evangeliegetuigenissen kijken, en hun opvattingen ondergaan een transformatie, en ze beginnen een goed gevoel te krijgen over de ware weg. Wanneer ze opnieuw komen om te zoeken, zijn er geen grote belemmeringen of obstakels meer in hun hart, en wanneer je opnieuw met hen over de waarheid communiceert, kunnen ze die gemakkelijk aanvaarden. Daarom zijn de resultaten werkelijk merkbaar wanneer je de films die door Gods huis zijn geproduceerd, aan potentiële ontvangers van het evangelie laat zien, of Gods woorden aan hen voorleest, of hun video’s met ervaringsgetuigenissen laat zien – dit is effectiever dan wat je hun ook aan woorden zegt. Wie de ware weg ook zoekt en onderzoekt, laat hen eerst een paar films kijken en vervolgens meer van Gods woorden lezen, en baan zo de weg voor hen. Communiceer daarna met hen over de waarheid om hun opvattingen recht te zetten. Dit zorgt ervoor dat de dingen veel soepeler verlopen. Tegenwoordig hebben degenen die de ware weg onderzoeken al vele door Gods huis geproduceerde films en getuigenisvideo’s op het internet bekeken, en in het bijzonder hebben ze veel van Gods woorden gelezen; voordat ze komen om te zoeken en te onderzoeken, hebben ze al een goed gevoel over de ware weg en hebben ze in principe al erkend dat het de ware weg is. Hebben jullie hierin iets ontdekt? Deze films, deze video’s met voordrachten van Gods woorden, deze video’s met ervaringsgetuigenissen, lofzangvideo’s, enzovoort, die Gods huis produceert, zijn zó effectief in het getuigen van God! Het is niet nodig eindeloos te communiceren of te debatteren met potentiële ontvangers van het evangelie; zodra ze deze video’s hebben bekeken, zijn ze in staat de ware weg te aanvaarden. Dit bespaart degenen die het evangelie prediken veel tijd en het toont aan dat alle ruggensteun voor de prediking van het evangelie zó krachtig is! Er is zo’n overvloed aan diverse soorten hulpmiddelen voor de prediking van het evangelie! Vele potentiële ontvangers van het evangelie zijn verbijsterd wanneer ze online gaan om Gods werk te onderzoeken, omdat er zoveel op de website van Gods huis staat en de inhoud zo overvloedig is! Gods woorden zijn overvloedig, er is een overvloed aan allerlei films en video’s, en er is een overvloed aan alles wat je nodig hebt op het gebied van ervaringsgetuigenissen. Dit is werkelijk het resultaat van het werk en de begeleiding van de Heilige Geest! Dit is werkelijk allemaal voortgekomen uit Gods werk. Hoe de grote rode draak en de religieuze wereld ook ongegronde geruchten verspreiden en Gods werk zwartmaken, het is allemaal tevergeefs. Hoe dan ook, de behaalde resultaten en de geoogste vruchten van alle soorten werkzaamheden van Gods huis zijn voor iedereen duidelijk zichtbaar, en het zijn feiten die door Gods woorden zijn volbracht.

In het werk van de verspreiding van het evangelie van het koninkrijk worden alle werkzaamheden van Gods huis op zeer methodische wijze georganiseerd en verlopen ze ordelijk. Het werk van de evangelieverspreiding is een cruciaal, langdurig en zwaar werk. Daarom moeten degenen die het evangeliewerk op zich nemen, ongeacht of ze supervisors of gewone evangeliewerkers zijn, het belang van dit werk in hun hart bevestigen. Hoewel jullie aan de frontlinie van het evangelie werken en jullie plichten vervullen, zijn er in jullie achterhoede, dat wil zeggen, achter de schermen, vele broeders en zusters die diverse soorten ondersteunend werk doen, en zij vormen de ruggengraat van het werk van de evangelieverspreiding. Wat bedoel Ik hiermee? Al het werk van Gods huis is gericht op de verspreiding van het evangelie, en de plichten die door al Gods uitverkorenen worden vervuld, staan ten dienste van de evangelieverspreiding. Elke broeder en zuster die een plicht vervult, heeft een aandeel in het evangeliewerk, en elke werkzaamheid is nauw en onlosmakelijk verbonden met het evangeliewerk. Kortom, elke werkzaamheid, inclusief het evangeliewerk zelf, is een plicht die goed vervuld behoort te worden om van Gods werk te getuigen. Elke werkzaamheid is nauw verbonden met het belangrijkste werk, namelijk het getuigen van God. Dit is volkomen juist. Daarom plaatst Gods huis het werk van de evangelieverspreiding bovenaan de lijst van alle werkzaamheden, en het staat op de eerste plaats van alle diverse werkzaamheden van Gods huis – dit is volkomen gepast. Het is een belangrijk, zwaar en langdurig werk, en ieder van Gods uitverkorenen, eenieder die God volgt, moet uithoudingsvermogen, geduld en voldoende geloof hebben om zich voor te bereiden dit werk goed te doen en deze langdurige strijd te voeren. Of je nu 10, 20 of 30 jaar volhardt, je moet altijd trouw zijn aan God, je leven en je levensloop toewijden aan het werk van de evangelieverspreiding, en tot het einde toe trouw zijn aan God. Dit is een belangrijke verantwoordelijkheid die iedere persoon die God volgt onontkoombaar op zich moet nemen. Het is ieders plicht, en het is ook de opdracht die God aan iedereen toevertrouwt.

Zijn jullie door deze communicatie van Mij allemaal enthousiast geworden, en zijn jullie het evangeliewerk als belangrijk gaan beschouwen? Sommige mensen hebben eerder gezegd: “Ik heb geen verstand van technische beroepen, ik kan niet acteren en kan geen acteur zijn, ik heb geen solide basis als het gaat om woordgebruik, dus ik weet niet hoe ik artikelen moet schrijven, ik heb geen verstand van muziek en nog minder van kunst. Omdat ik nergens goed in ben, werd ik ingedeeld bij een evangelieteam. Zijn evangelieteams niet het equivalent van een vergeten uithoek in Gods huis? En aangezien ik naar een vergeten uithoek ben gestuurd, heb ik dan nog enige hoop om redding te verwerven?” Is dat zo? Als dat werkelijk is hoe je deze situatie begrijpt, dan heb je God verkeerd begrepen: het evangelie prediken is de onontkoombare verantwoordelijkheid van ieder mens. Als je nergens goed in bent en geen verstand hebt van enig technisch beroep, en het enige wat je kunt doen, is het evangelie prediken, dan zul je worden ingedeeld om je plicht te doen in een evangelieteam. Dit is je laatste kans, en het wordt gedaan om ervoor te zorgen dat je niet als materiaal wordt verspild en zoveel mogelijk benut kunt worden, zodat je je functie als mens in de grootst mogelijke mate vervult. Je bent nergens goed in en je bent traag van begrip in alles wat je doet, maar je bent in staat de plicht van de evangelieprediking goed te vervullen. Zelfs als je gevraagd wordt om potentiële ontvangers van het evangelie op te sporen, kun je dit op een nuchtere manier doen en de potentiële ontvangers die je vindt, doorgeven aan de evangeliepredikers. Tegelijkertijd kun je geleidelijk leren hoe je kunt prediken over Gods woorden, Gods werk en Gods bedoelingen, en mensen voor God brengen. Is dat niet je plicht? Andere mensen boeken resultaten door zich bezig te houden met tekstueel werk, filmproductiewerk en andere soorten werk, maar jij weet niet hoe je deze dingen moet doen en je hebt geen speciale talenten of gaven. Toch wijd je je kracht aan het evangeliewerk, geef je alles en vervul je je plicht, en neem je de door God gegeven opdracht op je. Zijn dat geen goede daden? Dit zijn ook goede daden, en God zal ze gedenken. Daarmee worden deze woorden vervuld: er is geen onderscheid tussen edele en nederige plichten die mensen vervullen; het enige wat telt, is of je trouw bent in je plicht en of je die naar behoren vervult. God behandelt iedereen eerlijk en gelijk; aangezien je niets kunt doen, word je gevraagd het evangelie te prediken – dit gebeurt om je in staat te stellen je laatst mogelijke functie te vervullen, onder omstandigheden waarin je geen andere plicht kunt opnemen. Hierdoor krijg je een kans en een sprankje hoop; je wordt niet het recht ontnomen om je plicht te doen. God heeft nog steeds een opdracht voor je en Hij is niet partijdig tegenover jou. Daarom worden degenen die bij evangelieteams worden ingedeeld niet naar een vergeten uithoek gestuurd, noch worden ze in de steek gelaten, maar vervullen ze veeleer hun plicht op een andere plaats. Hebben jullie, door te communiceren over de werkregelingen voor het evangeliewerk, nu een positieve kijk gekregen op het evangeliewerk en hebben jullie er geen misverstanden meer over? (Ja.) Gaan jullie er dan zelfingenomen over worden? Ongeacht welke plicht mensen vervullen, Gods vereisten voor hen veranderen niet: God verlangt hun loyaliteit en oprechtheid. Als je zegt: “Ik houd me gedeisd, ik zal niet zelfingenomen worden, ik doe gewoon wat God me vraagt te doen,” maar je hebt geen loyaliteit, geen oprechtheid, dan is dat niet goed. Ongeacht hoe je het evangeliewerk opvat, als je hoe dan ook loyaliteit en oprechtheid bezit, dan zal je plichtsvervulling naar behoren zijn. Hoe goed je de plicht van de evangelieprediking ook beschouwt of hoe positief je houding er ook tegenover is, als je geen ontberingen kunt verdragen en geen uithoudingsvermogen en geen loyaliteit hebt, dan is dat evenmin goed. Daarom maakt het niet uit waar je wordt geplaatst, op welk moment of op welke plaats je je bevindt, met welke mensen je in contact komt en welke plicht je vervult. God zal je altijd zien en je diepste hart nauwkeurig onderzoeken. Denk niet dat God, omdat je lid bent van een evangelieteam, geen aandacht aan je besteedt of dat God je niet kan zien, en dat je dus kunt doen wat je wilt. En denk niet dat als je bij een evangelieteam wordt ingedeeld, je geen hoop meer hebt om gered te worden, en het dan negatief gaat benaderen. Deze denkwijzen zijn beide verkeerd. Waar je ook wordt geplaatst of welke plicht je ook wordt opgedragen te vervullen, het is wat je behoort te doen, en je behoort het ijverig en verantwoordelijk te doen. Gods vereisten voor jou veranderen niet, en dus behoort je onderwerping aan Gods regelingen evenmin te veranderen. De status van evangeliewerkers is dezelfde als die van degenen die andere plichten vervullen; iemands waarde wordt niet afgemeten aan de plicht die hij vervult, maar veeleer aan de vraag of hij de waarheid nastreeft en de werkelijkheid van de waarheid bezit. Dit is alles waarover Ik zal communiceren met betrekking tot het evangeliewerk, dit grote en specifieke werk.

IV. Diverse soorten professioneel werk

Punt vierde, diverse soorten professioneel werk. Dit omvat filmproductie, tekstueel werk, muziek, kunst, vertaling, enzovoort. Sommige mensen zeggen: “Wij kostuummakers zijn ook betrokken bij filmproductiewerk. Wordt het maken van kostuums als een soort werk beschouwd?” Het maken van kostuums is inbegrepen bij het werk van filmproductie en muziek; het is een soort ondersteunend werk dat met deze werkzaamheden samenhangt. In elke fase heeft Gods huis specifieke werkregelingen met betrekking tot de specifieke vereisten voor dit soort professioneel werk. Sommige worden schriftelijk doorgegeven, en andere worden mondeling tijdens bijeenkomsten doorgegeven. Hoe ze ook worden doorgegeven, leiders en werkers behoren de verantwoordelijkheid ervoor op zich te nemen, de specifieke vereisten die door Gods huis voor dit werk zijn uitgevaardigd te noteren en deze notities te ordenen, en er vervolgens concreet over te communiceren en zich bezig te houden met de daadwerkelijke implementatie ervan. Dit is ook een omvangrijk werk, en het is het tweede specifieke werk dat na het evangeliewerk komt. Met betrekking tot dit specifieke werk vereist Gods huis dat alle medewerkers die werkzaam zijn in diverse vakgebieden, voortdurend professionele kennis bestuderen die verband houdt met hun plichten, en ook informatie opzoeken om vast te stellen wat nuttig is voor het werk van Gods huis. Tegelijkertijd communiceert Gods huis voortdurend over de waarheidsprincipes en verstrekt het concrete plannen voor de diverse soorten professioneel werk. Soms wordt over dit soort werk gecommuniceerd aan supervisors en teamleden samen, en soms wordt er uitsluitend over gecommuniceerd aan de leiders, werkers en supervisors die verantwoordelijk zijn voor het desbetreffende werk. Ongeacht of ze schriftelijk of via bijeenkomsten worden doorgegeven en gecommuniceerd, worden deze werkzaamheden in ieder geval voortdurend verbeterd en gestandaardiseerd, en worden er voortdurend specifieke regelingen getroffen op basis van de behoeften van het evangeliewerk. Bijvoorbeeld, stel dat Gods huis een film produceert met een relatief nieuw thema, en de film is vrij professioneel opgenomen. Nadat de film online is gezet, wordt deze behoorlijk veel aangeklikt. In een dergelijke situatie stelt Gods huis specifieke vereisten op voor dit type werk op basis van de feedback en de behoeften van het evangeliewerk. Kortom, dit werk wordt voortdurend samengevat en verbeterd, en het is ook voortdurend in ontwikkeling.

Voor de diverse soorten professioneel werk vereisen de regelingen van Gods huis dat mensen meer studeren, en leraren en diverse soorten bronnen en lesmateriaal zoeken om van te leren. Neem bijvoorbeeld zang; een leraar zoeken om van te leren en hem zangcoaching te laten geven, is ook een specifieke werkregeling. Nadat leiders en werkers deze regeling hebben gehoord, behoren ze in overeenstemming met de vereisten van de Boven een leraar te zoeken die geschikt is voor dit werk en die onze zangers kan begeleiden, door de zangers te helpen de juiste kennis van vocale muziek en de juiste manier van zingen te bestuderen, en natuurlijk moeten er klassieke werken worden gezocht om van te leren. Er moet steeds professionele kennis worden bestudeerd met betrekking tot muziekcompositie en koorzang, en de werkregelingen van Gods huis vereisen altijd dat mensen voortdurend professionele kennis bestuderen die verband houdt met hun plichten, en leren hoe ze bepaalde geavanceerde en praktische methoden moeten gebruiken, enzovoort. Deze werkregelingen en vereisten worden niet slechts eenmaal uitgevaardigd, waarna de zaak is afgedaan. Van leiders en werkers wordt veeleer vereist dat ze regelmatig over deze werkregelingen communiceren en degenen die professioneel werk verrichten begeleiden, zodat zij kunnen blijven studeren en ernaar streven dat alle soorten professioneel werk zich voortdurend en effectief ontwikkelen en verdiepen, en niet blijven stilstaan. Sommige mensen denken: “De werkregelingen zijn ons vandaag gegeven, dus we hoeven ze alleen deze maand in praktijk te brengen en daarmee is de zaak afgedaan. Als de Boven er in de toekomst niets meer over zegt, hoeven we ze misschien niet meer in praktijk te blijven brengen.” Is dat werkelijk zo? (Nee.) Leiders en werkers moeten absoluut niet zo denken, maar zouden van tijd tot tijd navraag moeten blijven doen en vragen: “Hoe gaat het met je studie van dit beroep? Ondervind je enige moeilijkheden? Is er iets dat in strijd is met de principes? Wie heeft het best gepresteerd in zijn studie, wie is het meest bedreven en wie heeft zich dit het snelst eigen gemaakt? Welke van de dingen die je hebt geleerd, zijn na het bestuderen van deze theorieën volgens jou geschikt om te worden gebruikt voor het werk van Gods huis?” Bovendien moeten leiders en werkers de mensen in evangelieteams die vreemde talen studeren vragen stellen als: “Hoeveel jaar leer je deze vreemde taal al? Hoe is je studie de laatste tijd gegaan? Hoeveel dagelijkse gesprekken kun je voeren? Kun je algemene spirituele termen vertalen? Kun je deze vreemde taal gebruiken om over deze waarheden met betrekking tot de evangelieprediking te communiceren? Ben je momenteel beter in spreken of schrijven? Heb je een leraar nodig om je te helpen leren? Is er iemand anders die geschikter en bedrevener is in het studeren van vreemde talen? Is het aantal van dit soort medewerkers toegenomen? Is er iemand die het leren van een taal te lastig en moeilijk vindt en er daarom mee wil stoppen? Zijn er mensen die halverwege opgeven en willen overstappen naar een andere plicht?” Naar deze specifieke zaken met betrekking tot dit soort werk moet van tijd tot tijd worden geïnformeerd en er moet toezicht op worden gehouden. Aangezien de Boven specifieke werkregelingen heeft getroffen, behoren supervisors tot het einde toe verantwoordelijk te zijn voor deze specifieke taken. Wacht niet passief tot de Boven navraag doet; zelfs als de Boven zes maanden of een jaar geen navraag doet, behoor je al het werk nog steeds naar beste vermogen goed te doen en te allen tijde klaar te zijn om de inspectie en begeleiding van de Boven te accepteren – dat is de juiste mentaliteit. Dit komt doordat werkregelingen zijn uitgevaardigd en doorgegeven, en jij als supervisor verantwoordelijk bent voor de opvolging van het werk, en je dus je verantwoordelijkheden behoort te vervullen. Als je echter niet in staat bent je verantwoordelijkheden te vervullen, dan ben je een nietsnut en behoor je te worden ontheven en geëlimineerd. Leiders en werkers behoren dus vaak na te denken over en te communiceren over deze specifieke werkregelingen of communicaties van de Boven, en ze vervolgens te implementeren en het werk op te volgen al naargelang de situatie. Ze behoren te kijken welke soorten werk ze de laatste tijd over het hoofd hebben gezien en al lange tijd niet hebben gecontroleerd, en in welke ze persoonlijk niet erg goed zijn en waar ze de laatste tijd niet naar hebben geïnformeerd, en waarvan ze dus de recente status niet kennen, en die moeten ze vervolgens nagaan. Bovendien heeft Gods huis met betrekking tot de diverse soorten professioneel werk nog een andere specifieke regeling: deze vereist dat relevante, getalenteerde individuen voortdurend moeten worden ontdekt, gecultiveerd en gepromoveerd. Wat behoren leiders en werkers dus te doen wanneer ze deze werkregeling ontvangen? Ze moeten erop letten of er iemand is die geschikt is om dit soort werk te doen. Als sommige mensen geschikt zijn om dit soort werk te doen, maar het technische beroep nog niet goed beheersen, dan moeten ze snel worden gecultiveerd en moet er geregeld worden dat ze het bestuderen en erin oefenen. Kortom, de diverse soorten professioneel werk zijn ook belangrijke werkzaamheden. Er zijn zeer veel onderdelen in dit werk inbegrepen, en de reikwijdte ervan is eveneens groot, en Gods huis heeft er vele specifieke werkregelingen voor getroffen. Wat voor dit werk vereist is, is voortdurend studeren, samenvatten en verdiepen, en er moeten ook geschikte principes worden gevonden om voortdurende standaardisatie door te voeren. Daarnaast moeten getalenteerde individuen die geschikt zijn om deze plichten te vervullen, voortdurend worden gecultiveerd. Dit is de werkregeling voor dit grote werk van diverse soorten professioneel werk, en het is ook gemakkelijk te begrijpen.

V. Het kerkelijke leven

Item vijf, het kerkelijke leven. Gods huis heeft specifieke regelingen en bepalingen opgesteld voor wat tijdens het kerkelijke leven wordt gegeten en gedronken, de vorm van het kerkelijke leven en het aantal mensen dat deelneemt aan het kerkelijke leven. Gods huis heeft ook bijbehorende werkregelingen voor de vorm van bijeenkomsten en de inhoud van het kerkelijke leven onder bijzondere omstandigheden en situaties. Dit soort werkregelingen wordt voornamelijk schriftelijk uitgevaardigd. De werkregelingen voor het kerkelijke leven van nieuwkomers in verschillende landen – de vorm en frequentie van hun bijeenkomsten, wat ze tijdens bijeenkomsten eten en drinken, enzovoort – zijn, op enkele bijzondere omstandigheden na, in wezen identiek aan de werkregelingen voor het kerkelijke leven van etnische Chinezen. Ik heb jullie zojuist een overzicht gegeven van de reikwijdte van de werkregelingen met betrekking tot het kerkelijke leven: die omvatten voor de recente periode zowel de inhoud van Gods woorden die men eet en drinkt, als de inhoud voor het communiceren over de waarheid tijdens bijeenkomsten, en de vorm van die communicatie. In de werkregelingen staan bijvoorbeeld concrete bepalingen over specifieke zaken die verband houden met het kerkelijke leven en bijeenkomsten, zoals: dat één persoon de communicatie niet mag domineren, de maximale spreektijd per persoon, hoe om te gaan met mensen die langdradig zijn of zich onduidelijk uitdrukken, enzovoort. Leiders en werkers zijn enerzijds verantwoordelijk voor het uitvaardigen en overbrengen van deze werkregelingen, en anderzijds voor het duidelijk communiceren ervan met de broeders en zusters. Het doel is dat alle kerkleden ze begrijpen en aanvaarden, waarna ze die alleen nog maar strikt hoeven uit te voeren en na te leven. In het bijzonder moeten degenen die tijdens bijeenkomsten vaak van het onderwerp afdwalen, hinder veroorzaken, woorden en doctrines spreken en leuzen roepen, worden ingeperkt; in de werkregelingen staan specifieke bepalingen met betrekking tot dit soort bijzondere omstandigheden. Werkregelingen met betrekking tot het kerkelijke leven hebben voornamelijk te maken met alle verschillende zaken rondom bijeenkomsten; ze zijn niet ingewikkeld, ze zijn heel eenvoudig, en ongeacht welke plicht iemand vervult, hoeft die persoon zich alleen maar aan de principes in deze werkregelingen te houden. Evangelieteams hoeven zich tijdens bijeenkomsten bijvoorbeeld alleen maar te houden aan de principes in de werkregelingen met betrekking tot het kerkelijke leven – daar is niets bijzonders aan. Andere teams voeren alleen ander werk uit dan andere mensen; alles is hetzelfde als het gaat om zaken als bijeenkomsten, communicatie over de waarheid, het biddend lezen van Gods woorden en communicatie over persoonlijke ervaringen – deze reikwijdte wordt niet overschreden. Ze hoeven alleen maar te praktiseren in overeenstemming met de huidige bepalingen van Gods huis met betrekking tot wat tijdens het kerkelijke leven wordt gegeten en gedronken, de vorm die de communicatie aanneemt en de vorm van de bijeenkomsten. Als de omstandigheden het toelaten, kunnen mensen persoonlijk samenkomen, anders kunnen ze online bijeenkomsten houden. Dit zou een heel eenvoudige, duidelijk afgebakende zaak moeten zijn. Sommige kerkleden zijn verspreid over verschillende continenten en landen, sommigen in Europa en sommigen in het Midden-Oosten; in dit soort situaties zijn online bijeenkomsten noodzakelijk. Het is aan de plaatselijke kerken om de tijd en de frequentie van hun bijeenkomsten te bepalen; Gods huis maakt hierover geen specifieke bepalingen en bemoeit zich er ook niet mee. Waarom bemoeit Gods huis zich hier niet mee? Sommige mensen in de kerk vervullen hun plichten niet voltijds; ze hebben een baan en een gezin, hun individuele omstandigheden zijn verschillend, en bovendien zijn de tijdzones in verschillende landen verschillend, dus moeten ze zelf kunnen beslissen hoe vaak per week ze samenkomen en op welk tijdstip elke bijeenkomst plaatsvindt. Gods huis maakt hierover geen specifieke bepalingen, maar geeft slechts een principe. Gods huis heeft de reikwijdte vastgelegd voor hoe vaak nieuwe gelovigen per week samenkomen, en er is een verschil in de frequentie van bijeenkomsten tussen degenen die hun plicht vervullen en degenen die dat niet doen. Is er een werkregeling die vereist dat nieuwe gelovigen zeven keer per week samenkomen? (Nee.) Waarop is het aantal keren dat nieuwe gelovigen per week samenkomen dan gebaseerd? (Het is gebaseerd op de tijd die nieuwe gelovigen hebben.) Hooguit twee of drie keer per week samenkomen, en minstens één keer, is volkomen gepast. Sommige mensen zeggen: “De mensen in ons gebied hebben het in het rustige landbouwseizoen erg rustig, dus iedereen wil elke dag samenkomen – we zouden het zelfs prima vinden om twee keer per dag samen te komen. We willen heel graag samenkomen.” De harten van nieuwe gelovigen zijn vervuld van enthousiasme en ze willen altijd meer waarheden begrijpen. Als hun gezinsomstandigheden het toelaten, is het een goede zaak als ze vragen om meer bijeenkomsten bij te wonen, zolang het hun dagelijks leven niet beïnvloedt. Het specifieke aantal keren dat mensen elke week zouden moeten samenkomen, moet worden bepaald op basis van de gezins- en werksituaties van Gods uitverkorenen in elk gebied – Gods huis maakt hierover geen specifieke bepalingen. Gods uitverkorenen die daartoe in de gelegenheid zijn, kunnen vaker samenkomen. Zij zullen dan meer waarheden begrijpen en sneller in het leven groeien, wat een goede zaak is. Voor degenen die deze mogelijkheid echter niet hebben, is het niet geschikt om zo vaak samen te komen; voor hen volstaat het om minstens een of twee keer per week een bijeenkomst bij te wonen. Het aantal wekelijkse bijeenkomsten van kerken in verschillende gebieden is aan Gods uitverkorenen om te beslissen, en niemand mag zich daarmee bemoeien. Het belangrijkste is dat bijeenkomsten bedoeld zijn om de waarheid te begrijpen, en niet om enige andere reden. Daarom wordt het aantal bijeenkomsten per kerk bepaald op basis van de specifieke omstandigheden. Als Gods uitverkorenen een extra bijeenkomst per week kunnen bijwonen, is dat gunstiger voor hun levensgroei. Als er mensen zijn die de waarheid niet nastreven en niet meer bijeenkomsten willen bijwonen, dan moet dit hun niet worden opgedrongen. Vooral van werknemers in loondienst die het wat drukker hebben en geen tijd hebben voor meer bijeenkomsten, mag dit niet worden geëist. Ongeacht of mensen in de gelegenheid zijn om bijeenkomsten bij te wonen of hoe vaak ze samenkomen, Gods huis bemoeit zich er niet mee en legt geen beperkingen op. Dit komt doordat de omstandigheden en achtergronden van individuele gelovigen allemaal verschillend zijn, en dus mogen ze niet onder druk worden gezet. Wat betreft wat tijdens het kerkelijke leven wordt gegeten en gedronken, heeft Gods huis in zijn werkregelingen bijbehorende bepalingen, en leiders op alle niveaus in de kerk en de broeders en zusters moeten dit duidelijk begrijpen. Leiders en werkers moeten precies begrijpen welke specifieke taken en zaken volgens de werkregelingen van de Boven moeten worden uitgevoerd, en de broeders en zusters moeten er ook op toezien of leiders en werkers dit werk verrichten. Als het gaat om wat tijdens het kerkelijke leven wordt gegeten en gedronken, en de werkregelingen met betrekking tot bijeenkomsten die begrepen en gevolgd moeten worden, moeten leiders en werkers tot een consensus komen met Gods uitverkorenen – afwijkingen zijn absoluut niet toegestaan. De werkregelingen met betrekking tot het kerkelijke leven zijn heel eenvoudig, gemakkelijk te begrijpen voor mensen en niet abstract.

VI. Vermogensbeheer

Item zes, vermogensbeheer. Hoewel voor het werk van vermogensbeheer niet zo vaak werkregelingen worden uitgevaardigd als bij evangeliewerk of de diverse soorten professioneel werk, heeft Gods huis er toch specifieke werkregelingen voor. Wat omvat vermogensbeheer? Het omvat hoe het vermogen wordt bewaard, waar het wordt bewaard, wie het beheert, en hoe het wordt toegewezen, beheerd en overgedragen in geval van gevaar, ongunstige omgevingen of andere dergelijke bijzondere situaties. De werkregelingen bevatten inderdaad bepalingen over al deze zaken, en als het om deze werkzaamheid gaat, moeten leiders en werkers niet wachten tot de Boven rechtstreeks bevelen geeft of werkregelingen uitvaardigt, om dan pas passief het vermogen te gaan beheren. Wat moet je doen als er geen directe werkregelingen zijn die je opdragen hoe je het vermogen specifiek moet behandelen, en je in bijzondere omstandigheden niet weet hoe je met het vermogen moet handelen en geen tijdige reactie van de Boven kunt krijgen? Veiligheid heeft de hoogste prioriteit, en het is jouw verantwoordelijkheid om het vermogen van Gods huis te beschermen. Als het gaat om de boeken met Gods woorden die door Gods huis zijn gedrukt, samen met alle verschillende soorten machines, voedingsmiddelen, geld en ander dergelijk vermogen moeten leiders en werkers die allemaal op veilige locaties bewaren in overeenstemming met de werkregelingen van Gods huis. Ze mogen niet toelaten dat deze dingen vochtig of beschimmeld raken, of door insecten worden aangevreten, en nog veel minder dat ze door kwaadaardige mensen of de grote rode draak in beslag worden genomen. Bovendien moeten leiders en werkers, naast het goed beheren van dit vermogen van Gods huis, ook strikte geheimhouding betrachten; mensen die niets met deze zaken te maken hebben, mogen er zonder uitzondering niets van weten, en degenen die er wel van weten, moeten hun mond houden en niet loslippig zijn. Gods huis heeft specifieke werkregelingen met betrekking tot deze werkzaamheid, en het is niet gepast om sommige daarvan schriftelijk uit te vaardigen of openbaar te maken. Als leiders en werkers betere manieren en methoden bedenken om vermogen te beheren, dan mogen ze, uiteraard met inachtneming van het principe dat het vermogen van Gods huis goed beheerd en bewaard moeten worden tegen enig verlies, de zaak met andere leiders en werkers bespreken en zelfstandig een beslissing nemen. Dit is een bijzondere werkzaamheid, en degenen die loslippig zijn, degenen die geen verantwoordelijkheidsgevoel hebben, degenen met onzuivere motieven, degenen die pas net geloven en geen fundament in hun geloof hebben, en degenen die altijd begerig naar het vermogen van Gods huis kijken, mogen er zonder uitzondering niets van weten. Deze dingen kunnen niet expliciet in de werkregelingen van Gods huis worden vermeld, maar zouden leiders, werkers en betrouwbare bewaarders zich hier niet bewust van moeten zijn? (Ja.) Er is hier een bijzondere omstandigheid. Stel dat een nieuwgekozen leider pas drie jaar in God gelooft, van goed kaliber is, zeer enthousiast is en er op het eerste gezicht goed uitziet, maar het is niet bekend hoe zijn karakter is, hoe hij tegen vermogen aankijkt, of hij hebzuchtig is of niet. Deze dingen zijn onbekend en onzeker, en de broeders en zusters die al lange tijd in God geloven, kennen deze persoon niet goed, ze kennen hem niet door en door. Wat moet er in zo’n situatie worden gedaan? Wanneer het tijd is om het werk aan hem over te dragen, wordt al het andere werk overgedragen – moet het werk met betrekking tot het vermogen aan hem worden overgedragen? (Nee.) Waarom niet? Het belangrijkste werk van leiders en werkers is niet alleen het beheren van vermogen; vermogen vormt slechts een deel van hun werk. Als er echt een geschikte persoon is die het vermogen beheert en deze nieuwgekozen leider niet betrouwbaar is, is het prima om dit werk voorlopig niet aan hem over te dragen, aangezien het onbekend blijft of hij voor lange tijd in God zal geloven of dat hij stand kan houden. In het verleden was er iemand die net tot kerkleider was gekozen en, na zijn aantreden, was het eerste wat hij deed Gods uitverkorenen vragen om de bankrekeningnummers en wachtwoorden van de rekeningen waarop de offergaven werden bewaard. Hij vroeg wie deze bankrekeningnummers en wachtwoorden had en drong er bij hen op aan dit werk onmiddellijk aan hem over te dragen. Moet dit werk in deze situatie aan hem worden overgedragen? Hij maakte zich geen zorgen of bekommerde zich niet om enig ander werk, maar hij was buitengewoon serieus en bezorgd over deze kwestie – was hij een betrouwbaar persoon? Denk niet dat iemand betrouwbaar is alleen maar omdat hij een leider of werker is. In werkelijkheid zijn alleen bewaarders die werkelijk volgens de principes zijn geselecteerd betrouwbaar – zij zijn in staat hun leven te geven om het vermogen van Gods huis te beschermen. Zulke mensen zijn het meest betrouwbaar. Zijn alle leiders en werkers hiertoe in staat? Niet noodzakelijk. In het verleden werd een regionale leider door de grote rode draak gevangengenomen, en hij verraadde al het vermogen van de kerk, wat tot een enorm verlies daarvan leidde. Als hij niet had geweten waar het vermogen van de kerk was, had hij dit zelfs als hij doodgemarteld was niet kunnen onthullen. Zou het vermogen van Gods huis dan geen verlies hebben geleden? Juist omdat hij te veel wist en de martelingen en vreselijke mishandelingen niet kon verdragen, gaf hij alles prijs, waardoor dit geld in handen van de grote rode draak viel. Als hij niet had mogen weten waar dit vermogen was, en als degene die het bewaarde betrouwbaar was geweest, zou het geld van Gods huis dan verlies hebben geleden en met geweld door de grote rode draak in beslag zijn genomen? Nee, dat zou niet zijn gebeurd. Dit is een serieuze les. Daarom is het belangrijkste punt bij de regeling van dit werk dat veiligheid vooropstaat, verliezen tot een absoluut minimum moeten worden beperkt, en het werk moet worden gedaan op de manier die het veiligst is. Zoek iemand die trouw is in het beheren van het vermogen van Gods huis om ze te beheren – dat is de meest betrouwbare handelwijze. Hoewel deze persoon niets anders kan, is hij trouw en zal hij beslist bekwaam zijn als het gaat om het bewaken van geld, dus het is juist om deze persoon te gebruiken om vermogen te bewaken. Omdat deze werkzaamheid een enkele taak is, zijn de werkregelingen ervoor heel eenvoudig: vind de juiste mensen om vermogen te bewaken en vind een veilige plek om het te bewaren. Bovendien staan er in de werkregelingen van Gods huis ook specifieke bepalingen over de toewijzing en besteding van het vermogen van Gods huis; geld kan worden besteed aan noodzakelijke uitgaven, maar niet aan onnodige. Er is nog iets, namelijk dat er een streng toezichtssysteem is voor uitgaven die verband houden met vermogen, en Gods huis heeft specifieke bepalingen voor de verschillende processen en procedures, waarbij handtekeningen van meerdere personen vereist zijn, enzovoort. Er is beheer, er is bewaking, er zijn uitgaven, en er is ook boekhouding – voor al deze zaken zijn er specifieke werkregelingen.

VII. Wegzuiveringswerk

Item zeven, wegzuiveringswerk. Gods huis maakt ook voortdurend specifieke werkregelingen voor deze werkzaamheid. De werkregelingen worden enerzijds gemaakt op basis van de behoeften van het werk van Gods huis, en anderzijds op basis van de classificatie en definitie van verschillende soorten mensen, evenals het indelen van ieder naar zijn soort volgens hun uitingen nadat ze zijn onthuld. Gods huis heeft principes voor de aanpak van allerlei antichristen, kwaadaardige mensen en niet-gelovigen; sommigen worden weggezuiverd uit de gelederen van degenen die plichten vervullen, sommigen worden weggezuiverd uit voltijdsplichtenkerk naar kerken deeltijdsplichtenkerken of gewone kerken gestuurd, sommigen worden weggezuiverd uit gewone kerken en naar B-groepen gestuurd, en er zijn er die direct worden verwijderd of verdreven. Gods huis maakt herhaaldelijk werkregelingen voor het werk van het wegzuiveren van de kerk, en het heeft ook specifieke werkregelingen met betrekking tot de verschillende soorten mensen die aan de voorwaarden voor wegzuivering voldoen. Op basis van de houding die mensen hebben bij het vervullen van hun plichten en de overtredingen die ze daarbij hebben begaan, evenals de verdorven essentie die in verschillende soorten mensen wordt onthuld, stelt Gods huis uiteindelijk specifieke plannen op voor de aanpak van deze mensen. Daarom gebeurt de aanpak van verschillende soorten kwaadaardige mensen, niet-gelovigen en antichristen door Gods huis volledig volgens Gods woorden en de waarheidsprincipes, en volledig in overeenstemming met Gods bedoelingen. Wat deze werkregelingen betreft, is het enerzijds noodzakelijk om over de waarheidsprincipes te communiceren zodat mensen ze begrijpen en leren hoe ze verschillende soorten mensen moeten onderscheiden, terwijl het anderzijds noodzakelijk is om deze werkregelingen aan de kerken uit te vaardigen zodat erover kan worden gecommuniceerd en ze kunnen worden geïmplementeerd. In ieder geval moet het werk van het wegzuiveren van de kerk zo snel mogelijk worden geïmplementeerd en mag het absoluut nooit worden onderbroken. Het moet doorgaan totdat er geen kwaadaardige mensen meer in de kerk zijn. Het is niet zo dat leiders en werkers het wegzuiveringswerk slechts voor een bepaalde periode hoeven uit te voeren nadat de Boven een werkregeling heeft uitgevaardigd die de wegzuivering van de kerk beveelt, en dat, als een tijdje na die wegzuivering opnieuw wordt ontdekt dat er kwaadaardige mensen zijn die verstoringen veroorzaken, maar de Boven hierover geen werkregelingen heeft gemaakt, leiders en werkers zich dan niet om die kwaadaardige mensen hoeven te bekommeren of hen niet hoeven weg te zuiveren – dat zou eenvoudigweg niet deugen. Het wegzuiveringswerk van de kerk moet ordelijk worden voortgezet; zolang er mensen zijn die moeten worden verwijderd of verdreven, moet het wegzuiveringswerk doorgaan. Wacht niet passief op bevelen van de Boven of tot leiders op een hoger niveau die aan je meedelen, en wacht niet passief tot meer broeders en zusters iemand aangeven. Zodra Gods uitverkorenen iemand ontmaskeren en melden, moeten leiders en werkers die zaak gaan onderzoeken en aanpakken. Als de leiders en werkers de melding achterhouden en de zaak niet aanpakken, moeten zij worden onderzocht en aangepakt, en als wordt vastgesteld dat zij een kwaadaardige persoon beschermen, dan moeten zij samen met de kwaadaardige persoon uit de kerk worden verwijderd. Elke leider of werker die het werk van het wegzuiveren van de kerk niet uitvoert, is een valse leider of werker en moet onmiddellijk worden ontheven. Als ze zelfs kwaadaardige mensen beschermen en de hand boven het hoofd houden, dan kunnen ze worden gekenmerkt als een antichrist en uit de kerk worden verwijderd en verdreven. Dit zijn de specifieke bepalingen die Gods huis heeft gemaakt met betrekking tot het werk van het wegzuiveren van de kerk. Het werk van het wegzuiveren van de kerk is een dringende prioriteit en heeft een diepgaande betekenis. Zeg Mij, wordt het wegzuiveren van de kerk niet gedaan om de kerk te zuiveren? Als de kerk is gezuiverd – dat wil zeggen, als er geen kwaadaardige mensen zijn die er hinder veroorzaken en er zijn geen niet-gelovigen onder haar leden – dan zal het een ware kerk zijn, en zal ze ook de beste resultaten voor het kerkelijke leven zien. Zou dit niet weer een grote stap zijn naar de verwezenlijking van het koninkrijk van Christus? Een dergelijke zuivere kerk zou het gunstigst zijn voor de verspreiding van het evangelie van het koninkrijk, aangezien iedereen de waarheidswerkelijkheid zou bezitten, iedereen in staat zou zijn om van God te getuigen en als Gods volk vervolmaakt te worden, en er geen kwaadaardige mensen meer zouden zijn die verstoringen veroorzaken. Vanzelfsprekend zou een dergelijke kerk de meest gezegende zijn. Daarom is het wegzuiveren van de kerk de meest zinvolle werkzaamheid en wordt het volledig gedaan om de omgeving waarin Gods uitverkorenen hun plichten vervullen vreedzamer te maken, vrij van de verstoringen van kwaadaardige mensen. Bovendien ondersteunt Gods huis geen leeglopers en nietsnutten, en het ondersteunt geen parasieten die zich overgeven aan gemak en hun buik vullen met brood. Allen die helemaal geen plichten vervullen en anderen verstoren en beïnvloeden bij het vervullen van hun plichten, en allen die onverantwoordelijke opmerkingen maken, zich overal mee bemoeien en hun eigenlijke werk in de kerk niet doen, moeten ook worden verwijderd. Alle verschillende soorten mensen zijn nu volledig onthuld, het wegzuiveringswerk van de kerk is dringend noodzakelijk en het moet grondig en goed worden gedaan. Al deze kwaadaardige mensen, antichristen, niet-gelovigen, nietsnutten en parasieten die zijn onthuld, zijn degenen die door God worden verworpen en ze zijn niet te redden. Als de kerk het wegzuiveringswerk niet zou ondernemen, dan zou dit het werk van de verspreiding van het evangelie beïnvloeden. Daarom is het werk van het wegzuiveren van de kerk een belangrijke werkzaamheid die momenteel dringend goed moet worden gedaan. Alleen de leiders en werkers die het werk van het wegzuiveren van de kerk goed kunnen doen, zijn het waard om te worden gecultiveerd en kunnen leiders en werkers blijven. Elke leider of werker die het werk van het wegzuiveren van de kerk belemmert, is een struikelblok en een obstakel, en Gods uitverkorenen moeten hen ontmaskeren en aangeven. Leiders en werkers op alle niveaus moeten eerst al deze struikelblokken en obstakels voor het kerkelijke werk grondig verwijderen en oplossen – dit is in overeenstemming met Gods bedoelingen. Alleen dit is bevorderlijk voor de soepele voortgang van de diverse werkzaamheden van de kerk en voor het uitvoeren van Gods wil door de kerk, zodat God alle glorie kan verkrijgen.

VIII. Externe zaken

Item acht, externe zaken. Het werk van externe zaken is geen grote werkzaamheid, noch is het een kleine werkzaamheid, en er zijn verschillende principes in de werkregelingen van Gods huis met betrekking tot externe zaken. Een daarvan is het leren kennen van de plaatselijke wetten en specifieke plaatselijke voorschriften. Dat wil zeggen, wat de kerk ook doet op een bepaalde plaats, je moet eerst de plaatselijke wetten leren kennen – dit is één principe. Een ander principe is dat, wanneer je problemen tegenkomt met betrekking tot externe zaken die je niet begrijpt of waar je geen duidelijkheid over hebt, je een advocaat en de relevante juridische deskundigen moet raadplegen en niet zelf ongefundeerde oordelen moet vellen; je moet specifieke plannen opstellen voor de aanpak van zaken, afhankelijk van de verschillende nationale omstandigheden in verschillende landen. Hoe komen deze plannen dan tot stand? Je moet afgaan op wat de advocaat zegt en de advocaat de beslissingen laten nemen – vel geen willekeurige oordelen of neem geen beslissingen op eigen houtje. De nationale omstandigheden, het beleid, de wetten en de voorschriften zijn in elk land verschillend, dus handel niet op basis van je verbeelding. Stel bijvoorbeeld dat je in China iemand op straat beroofd ziet worden. De wetten in China bepalen dat elke voorbijganger die dit ziet, moedig mag ingrijpen, eerst de dief mag vangen en hem vervolgens aan de politie mag overdragen. Als je dit doet, word je een heldhaftige burger, hoef je geen enkele juridische verantwoordelijkheid te dragen en verdien je lof. Dit is de nationale situatie en het systeem in China, en het is een soort traditionele cultuur in China – Chinezen beschrijven het met de mooie naam ‘traditionele deugd’. In het Westen echter, vooral in landen als de VS en Canada, is het verkeerd en in strijd met de wet als je, wanneer je een dief iets ziet stelen, hem onmiddellijk vangt en wacht tot de politie hem komt arresteren. Dit komt omdat je slechts een gewone burger bent en geen wetshandhaver, en je hebt het recht niet om iemand aan te houden; alleen de politie heeft het recht om iemand te arresteren. Wanneer je een dief iets ziet stelen, kun je dit bij de politie aangeven, maar je mag de dief niet zelf aanhouden. Als je zomaar een dief aanhoudt, overtreed je de wet – dat is de wet in het Westen. Het is niet gepast om de ‘traditionele deugd’ van Chinezen in het Westen toe te passen; het Westen heeft zijn eigen wetten. Als je in een westers land iemand op straat ziet vallen, wat schrijft de wet dan voor? Je moet ernaartoe gaan en vragen: “Gaat het? Heb je hulp nodig?” Als de persoon zegt geen hulp nodig te hebben, dan kun je verdergaan. Als je iemand ziet vallen maar nalaat te informeren of alles in orde is, en gewoon doorloopt, dan overtreed je de wet. Als je zo’n situatie in China tegenkomt, kan het oplichting zijn, en er gebeurt niets als je het negeert. Als je vraagt: “Gaat het? Heb je hulp nodig?”, kun je in de problemen komen; de persoon kan je oplichten, en dan kun je een goed leven wel vergeten. Wat leren deze twee zaken jullie? De opvoeding in verschillende landen en bij verschillende volkeren is compleet anders, net als de sociale omgevingen en sociale systemen, en natuurlijk de wet- en regelgeving. Wat het werk van externe zaken betreft, moeten degenen die dit werk uitvoeren enerzijds de wetten, voorschriften en bepalingen met betrekking tot het kerkelijke werk nauwkeurig begrijpen. Anderzijds moeten ze ook algemene kennis voor het dagelijks leven of wettelijke bepalingen die de broeders en zusters moeten kennen, onder hen verspreiden. Daarom schrijven de werkregelingen van Gods huis voor deze werkzaamheid voor dat de uitvoerders bij alles wat ze doen altijd eerst de relevante wetten en overheidsvoorschriften raadplegen. Vooral wanneer ze problemen tegenkomen die moeilijk op te lossen zijn, moeten ze een advocaat raadplegen en niet blindelings hun eigen oordeel vellen of oplossingen formuleren volgens de denkwijze en logica van Chinezen – dat is een dwaze en onwetende manier van handelen. Zodra jullie deze dingen begrijpen, zouden jullie de betekenis van het werk van externe zaken moeten begrijpen, welke resultaten het beoogt te bereiken, en hoe noodzakelijk het is voor Gods huis om deze werkregelingen te treffen. De reikwijdte van deze werkzaamheid is niet erg groot, dus in de meeste omstandigheden is het voldoende om ervoor te zorgen dat alleen het bij dit werk betrokken personeel een duidelijk begrip van de werkregelingen heeft. Als het iets is wat de broeders en zusters moeten weten, help hen dan om het te begrijpen en te vatten. Het werk van externe zaken is ook heel belangrijk, want het deugt niet als de broeders en zusters de wet- en regelgeving met betrekking tot hun leven en werk in het buitenland niet begrijpen. Gods huis heeft specifieke werkregelingen met betrekking tot wat in dit opzicht vereist is, en het is alleen nodig om dit op basis van de werkregelingen te implementeren. Als er bijzondere omstandigheden ontstaan, zal Gods huis enkele noodoplossingen creëren. Als een taak te maken heeft met het werk van externe zaken, moet je overleggen met het personeel voor externe zaken en nagaan welke specifieke regelingen Gods huis met betrekking tot die taak heeft. Vertrouw niet blindelings op je verbeelding en handel niet ondoordacht. Op die manier handelen kan gemakkelijk problemen veroorzaken, en de gevolgen zullen ondenkbaar zijn. Het werk van externe zaken is ook een enkelvoudige taak, het is niet ingewikkeld, en je zou de meeste specifieke werkzaamheden in de werkregelingen moeten kunnen vinden. Wanneer mensen voor het eerst in het buitenland met externe zaken beginnen, kan het wat ingewikkeld aanvoelen, maar na een tijdje ontdekken ze patronen en methoden, en lijkt het niet meer zo ingewikkeld. In het begin werden Chinezen die naar het buitenland gingen bij de politie gemeld voor het achterlaten van afval, te laat naar bed gaan, te vroeg opstaan, mensen te storen met hun blaffende honden, kleding op balkons te hangen en verkeerd te parkeren – ze werden voor van alles en nog wat aangegeven, en uiteindelijk werden ze zo vaak gerapporteerd dat de politie voortdurend bij hen aan de deur kwam kloppen om hen begeleiding te bieden en pas na lange tijd beseften ze dat ze in het buitenland waren en niet in China. Stukje bij beetje werden ze alert, kregen ze enig rechtsbewustzijn en begrepen ze enkele van de regels met betrekking tot het leven, werk, autorijden, enzovoort. Toen Chinezen voor het eerst naar het buitenland gingen, begrepen ze alleen wat basisetiquette over hoe ze zich moesten gedragen en hadden ze geen algemene kennis van de meeste juridische zaken; ze waren net als wilde dieren, zonder enig rechtsbewustzijn. Na een paar jaar deden ze wat kennis op en begrepen ze enkele regels, alsof ze getemd waren, en ging het wat beter met hen.

IX. Kerkelijk welzijn

Item negen, kerkelijk welzijn. Gods huis heeft eerder werkregelingen getroffen met betrekking tot kerkelijk welzijn. Als degenen die voltijds hun plicht doen of als hun gezinnen ondersteuning nodig hebben om rond te komen, moeten de kerkleiders dit probleem oplossen. Deze werkregelingen bevatten specifieke implementatieplannen en principes; Gods huis heeft hierover specifieke verklaringen en bepalingen verstrekt. De kerk behoort hulp en een oplossing te bieden voor moeilijkheden zoals deze: broeders en zusters die gevangen zijn gezet vanwege hun geloof in God, waardoor hun gezinnen in het dagelijks leven in moeilijkheden komen; ouders die voor langere tijd hun plichten buitenshuis vervullen en niemand hebben om voor hun kinderen te zorgen; en zieke broeders en zusters die vele jaren hun plichten hebben vervuld. Een bijzondere omstandigheid bij deze werkzaamheid is het geval waarin bepaalde gezinnen aan de voorwaarden voldoen om broeders en zusters te ontvangen, maar geen bron van inkomsten hebben. Hoe moeten hun onkosten voor het ontvangen van broeders en zusters dan worden afgehandeld? Dit valt onder het werk van het kerkelijke welzijn. De betreffende bepalingen staan in de werkregelingen, of leiders en werkers kunnen de middelen van de kerk op een redelijke manier verdelen op basis van de plaatselijke situatie om het ontvangstwerk uit te voeren – de kerk heeft voor al deze zaken specifieke bepalingen. Als er zich buiten de reikwijdte van deze specifieke bepalingen speciale omstandigheden voordoen, dan kunnen leiders en werkers hierover communiceren en overleggen, en concrete, redelijke regelingen treffen op basis van de normale levensstandaard van die plaats. Hoewel dit geen grootschalig werk is, noch een zeer belangrijke taak, is het werk dat binnen de reikwijdte van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers valt en het mag niet over het hoofd worden gezien. Als er niemand is die ondersteuning of financiële hulp nodig heeft, hoeven leiders en werkers niet speciaal op zoek te gaan naar mensen die dat wel nodig hebben. Als zulke mensen er wel zijn, dan behoren leiders en werkers hen niet te ontwijken, en nog veel minder hen te negeren, werkeloos toe te zien of te doen alsof ze hen niet zien. Ze behoren te handelen volgens de principes – dit is hun verantwoordelijkheid.

X. Noodplannen

Item tien, noodplannen. Noodplannen zijn bedoeld voor speciale kwesties die zich in welk onderdeel van het werk van Gods huis dan ook voordoen. Of het nu gaat om dringend op te lossen problemen die opduiken in het evangeliewerk, het administratieve werk of het professionele werk, het aanpakken van een geval met antichristen of valse leiders, of het onderscheiden van een speciale situatie waarin mensen zijn misleid, al deze zaken vallen onder de categorie noodplannen. Bijvoorbeeld: als iemand verstoringen en hinder veroorzaken, of als een antichrist willekeurig en dictatoriaal handelt en zijn eigen koninkrijk probeert te stichten, enzovoort, zal Gods huis, zodra het ontdekt dat het de moeite waard is om voor een van deze situaties een specifieke werkregeling op te stellen, een overeenkomstige schriftelijke mededeling uitvaardigen. Noodplannen zijn gebaseerd op bepaalde noodsituaties die zich op dat moment in de kerk voordoen. Afhankelijk van de ernst van de omstandigheden stelt de Boven specifieke werkregelingen op, die vervolgens worden uitgevaardigd en doorgegeven. Het specifieke plan kan betrekking hebben op elke werkzaamheid die leiders en werkers zouden moeten doen; zolang het door de Boven is geregeld en de Boven van leiders en werkers vereist dat ze het implementeren, dan moeten leiders en werkers het uitvaardigen en implementeren conform de werkregelingen van de Boven. Ze mogen niet lichtzinnig over deze werkregelingen denken. Wanneer de Boven dit soort werkregelingen treft, doen ze niet onder voor welk administratief of specifiek professioneel werk dan ook. Hoewel deze werkregelingen slechts tijdelijk zijn, behoren leiders en werkers ze toch als formele werkregelingen uit te vaardigen, door te geven, te implementeren en op te volgen, en later verantwoording en verslag uit te brengen aan de Boven – dit is hun verantwoordelijkheid. Noodplannen zijn niet gericht op één specifieke werkzaamheid; dat wil zeggen, de Boven zal op elk moment een taak toewijzen, een vereiste stellen of een werkregeling geven aan leiders van alle niveaus in alle gebieden. Leiders en werkers mogen dit soort werk niet negeren. Aangezien het werkregelingen zijn die worden uitgevaardigd aan leiders van alle niveaus en aan alle gebieden, is het werk dat binnen de reikwijdte van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers valt. Leiders en werkers behoren niet werkeloos toe te zien, werk naar reikwijdte in te delen of naar de vraag of het wel of niet hun taak is, of te speculeren over de toon en de urgentie van de Boven in de werkregelingen om te bepalen of ze die tijdig moeten implementeren. Dergelijke dingen behoren niet voor te komen; in plaats daarvan behoren leiders en werkers het werk uit te voeren als een formele taak, en het te voltooien terwijl ze het als een belangrijke taak en opdracht behandelen – dit is hun verantwoordelijkheid. Er zijn noodplannen voor bijzondere omstandigheden; dit is werk dat wordt uitgevoerd in speciale contexten. Wanneer bepaalde specifieke, speciale dingen gebeuren, zal de Boven deze contexten en gebeurtenissen gebruiken om leiders en werkers of broeders en zusters de gelegenheid te geven om met behulp van de waarheid mensen en dingen op een meer praktische manier te leren onderscheiden, te leren hoe ze mensen en dingen kunnen doorzien, en een groter begrip van de waarheid te bereiken. Het doel hiervan is om mensen in staat te stellen valse leiders en antichristen te onderscheiden. Daarnaast dient het ertoe de broeders en zusters een rustige, geschikte en ongestoorde omgeving voor hun kerkelijke leven te bieden. In een ander opzicht stelt het mensen in staat tijdig diverse lessen te leren en training te ontvangen; na één zo’n training zullen mensen een enorme vooruitgang in hun leven boeken. Dit is een manier waarop de Boven leiders en werkers van alle niveaus en broeders en zusters traint, in het bijzonder die broeders en zusters die de waarheid nastreven. Er zit geen kwaadwilligheid in, de Boven kwelt de mensen niet of maakt van een mug geen olifant. Hoewel het noodplannen zijn, en dus tijdelijke werkregelingen, zijn ze toch betekenisvol en waardevol, en Ik hoop dat leiders en werkers van alle niveaus en broeders en zusters dit kunnen begrijpen en er correct mee omgaan.

We hebben in totaal tien items van de werkregelingen opgesomd, en over deze tien items heb ik nu in grote lijnen doorgegeven. Ik heb er niet heel gedetailleerd over doorgegeven, maar het is voldoende om jullie te laten begrijpen en bevatten wat werkregelingen precies zijn en welk specifiek werk Gods huis verricht. In een ander opzicht zijn jullie hierdoor in staat gesteld te begrijpen wat God precies doet in de kerk en te midden van degenen die Hij heeft uitverkoren via deze specifieke items. Het werk van Gods huis is geen onderneming, geen politiek en geen mensenrechtenwerk, noch houdt het zich bezig met enige commerciële activiteit; het werk dat Gods huis doet, is het werk dat in de werkregelingen staat. Daarom zijn sommige regerende partijen en maatschappelijke instellingen voortdurend bezig met het volgen, onderzoeken en controleren van wat er gaande is bij De Kerk van Almachtige God. Misschien hebben ze door dit te onderzoeken – door de video’s en websites van Gods huis te bekijken – de bevestiging gekregen dat De Kerk van Almachtige God een waar geloof is en niet betrokken is bij de politieke activiteiten van enig land. De Kerk van Almachtige God heeft vele jaren de krankzinnige onderdrukking en aanvallen van de Chinese Communistische Partij (CCP) doorstaan en toch gaat ze door met het prediken van het evangelie en het getuigen van God. Ze heeft Gods woorden, de waarheid en allerlei getuigenisvideo’s online gezet, wat de menselijke samenleving zulke grote en talrijke voordelen heeft gebracht en volledig bewijst dat God in de laatste dagen voortdurend de waarheid uitdrukt en de mensheid redt. Ze blijven maar onderzoeken en onderzoeken, en welk resultaat levert hun onderzoek op? Raken ze niet vreselijk teleurgesteld? Ze hebben zelfs nagedacht over welk aanknopingspunt ze konden vinden om onze kerk het etiket ‘sekte’ op te plakken en de kerk te bestempelen als antipartij en antistaat. Maar nu zien ze dat dit niet lukt – afgaande op de werkregelingen die de kerk door de jaren heen heeft uitgevaardigd, hebben ze geen enkele manier om deze etiketten op de kerk te plakken, en hun onderzoek is allemaal tevergeefs geweest. Dit is precies hetzelfde als toen de Joden in die tijd de Heer Jezus bestudeerden. De schriftgeleerden, farizeeën en de hoge regeringsfunctionarissen bestudeerden wat de Heer Jezus zei en deed en ontdekten dat niets wat Hij deed tegen de wet of politiek was, dat alles wat de Heer Jezus zei en deed juist was, de waarheid was en volledig in overeenstemming was met de Schriften, en uiteindelijk waren ze teleurgesteld. De religieuze wereld ziet nu dat Gods huis steeds meer films en ervaringsgetuigenisvideo’s produceert, en dat met name het aantal boeken en voordrachten van Gods woorden toeneemt, en wat denken ze dan? Als ze niet kunnen zien dat al deze dingen van God komen, dan zijn ze werkelijk ongelooflijk dwaas! Wat van God komt, moet bloeien – dit is het resultaat van het werk van de Heilige Geest, en niemand kan dit verhullen. Gods woorden hebben zich nu over de hele wereld verspreid en de waarheden die Hij uitdrukt, liggen voor de hele mensheid open; Gods verschijning en werk stromen krachtig voort, geen enkel land of macht kan zich ertegen verzetten. De grote rode draak is al grondig te schande gemaakt en verslagen! Hoe de religieuze wereld het ook mag veroordelen, ze kunnen Gods werk niet weerstaan, en uiteindelijk kunnen ze alleen maar worden geëlimineerd en verzwolgen door de rollende stroom ervan.

Ik ben nu klaar met communiceren over de items van de werkregelingen. Is wat ik heb gecommuniceerd niet al het werk dat door Gods huis wordt gedaan? Dit werk is wat jullie met je ogen zien, wat jullie met je oren horen en wat jullie persoonlijk ervaren en waarderen – er is niets vertrouwelijks aan. De grote rode draak heeft alle werkregelingen van de kerk van de afgelopen jaren – de werkregelingen die zij bezitten zijn talrijk en alomvattend. Ze bestuderen die elke dag, en ze blijven die maar bestuderen tot ze uiteindelijk tot deze conclusie komen: “Als deze mensen voortdurend Gods woorden verspreiden en op deze manier van Gods werk getuigen, dan zal dat verschrikkelijk zijn! Al deze mensen moeten worden uitgeroeid, en ze mogen niet worden gespaard, zelfs niet als ze naar het buitenland vluchten.” Zie je, duivels zijn niet hetzelfde als gewone verdorven mensen – zij zullen zich tot het bittere einde tegen God verzetten. Als gewone verdorven mensen de getuigenissen van de kerk zien, kunnen ze die begrijpen, vinden ze die redelijk en zullen ze niet overgaan tot vervolging. Satan en duivels zijn echter niet zo. Wanneer ze zien dat je God volgt en van God getuigt, haten ze je, willen ze je vermoorden en gunnen ze je het leven niet. Als je niet doet wat ze zeggen en hen niet aanbidt, dan zullen ze nooit klaar met je zijn en je geen leven gunnen. Ze zullen je tot de dood toe opjagen, waar je ook gaat; zelfs als je naar de uiteinden van de aarde gaat, zullen ze je nog niet met rust laten. Dit is wat de grote rode draak doet. Dit is de boosaardigheid van Satan, en die is anders dan die van gewone verdorven mensen. Dit punt moet je duidelijk voor ogen hebben.

Hoe werkregelingen nauwkeurig door te geven en te implementeren

1. Hoe werkregelingen door te geven

Deze tien items van de werkregelingen vormen de reikwijdte en inhoud van al het verschillende werk dat God in de kerk en te midden van Gods uitverkorenen verricht. Inzicht in de inhoud en reikwijdte van dit werk helpt Gods uitverkorenen toezicht te houden op leiders en werkers, zodat zij dit werk goed uitvoeren. In een ander opzicht helpt het leiders en werkers vooral om de reikwijdte van hun verantwoordelijkheden te begrijpen en te vatten, evenals het werk dat ze moeten doen en de verantwoordelijkheden die ze moeten vervullen, en om een nauwkeurige definitie te hebben van de titel ‘leiders en werkers’. Wat zijn de verantwoordelijkheden van leiders en werkers? Wat voor gelijkenis behoren ze na te leven? Behoren ze te zijn als de functionarissen van een staatsregering? (Nee.) ‘Leiders en werkers’ is geen officiële functie of titel. Men moet begrijpen wat leiders en werkers zijn op basis van de plichten die leiders en werkers vervullen, en op basis van de opdracht die God hun toevertrouwt en de normen die Hij van hen eist. Op deze manier zal men een relatief concreet begrip krijgen van de benaming ‘leiders en werkers’, en zal de definitie van leiders en werkers duidelijker worden. Wat zijn de verantwoordelijkheden die leiders en werkers minimaal moeten vervullen? Zoals in het negende item genoemd, behoren ze elke werkregeling nauwkeurig door te geven, uit te vaardigen en te implementeren in overeenstemming met de vereisten van Gods huis. Ongeacht op welk aspect de werkregeling betrekking heeft, zolang die via de leiders en werkers wordt doorgegeven, is het hun plicht om, nadat ze de werkregeling volledig en nauwkeurig hebben begrepen, deze onverwijld en zonder oponthoud aan de kerken door te geven. Wat betreft degenen aan wie de werkregelingen worden doorgegeven: als Gods huis vereist dat de werkregelingen worden doorgegeven aan leiders en werkers van alle niveaus, inclusief mensen op het niveau van predikers, kerkleiders en kerkdiakenen, dan moeten die tot op dat niveau worden doorgegeven, en dat is het. Als de werkregelingen aan elke broeder en zuster moeten worden doorgegeven, dan behoren ze strikt in overeenstemming met de vereisten van Gods huis aan elke broeder en zuster te worden doorgegeven. Als de omgeving het lastig maakt om werkregelingen schriftelijk door te geven, en dit veiligheidsrisico’s of zelfs grotere problemen met zich meebrengt, dan moet de belangrijke en voornaamste inhoud van de werkregeling mondeling en nauwkeurig aan iedere persoon worden doorgegeven. Hoe moet dit dan gebeuren, wil men de werkregelingen als doorgegeven beschouwen? Als de werkregelingen schriftelijk worden doorgegeven, moet worden bevestigd dat iedereen ze heeft ontvangen, dat iedereen ervan op de hoogte is en dat iedereen ze serieus neemt. Als ze mondeling worden doorgegeven, moet, nadat ze zijn doorgegeven, de mensen herhaaldelijk worden gevraagd of ze de werkregelingen duidelijk begrepen en onthouden hebben, en ze kunnen zelfs worden gevraagd de werkregelingen te herhalen – alleen op deze manier kunnen de werkregelingen als werkelijk doorgegeven worden beschouwd. Als mensen kunnen herhalen en duidelijk kunnen aangeven wat de vereiste principes van Gods huis zijn en wat de specifieke inhoud is, bewijst dat dat de werkregelingen in hun gedachten zijn overgebracht, dat ze die hebben onthouden en duidelijk begrijpen. Alleen dan kunnen de werkregelingen als werkelijk doorgegeven worden beschouwd. Als de omstandigheden, de omgeving en andere dergelijke factoren allemaal geschikt zijn om de werkregelingen schriftelijk door te geven, dan moeten ze absoluut schriftelijk worden doorgegeven. Als ze niet schriftelijk kunnen worden doorgegeven omdat de omgeving dit niet toelaat en ze in plaats daarvan mondeling moeten worden doorgegeven, dan moet worden bevestigd dat wat mondeling wordt doorgegeven identiek is aan de werkregelingen, dat ze niet zijn verdraaid, dat er geen persoonlijk begrip aan is toegevoegd en dat de oorspronkelijke tekst wordt weergegeven – alleen op deze manier kunnen de werkregelingen als werkelijk en nauwkeurig doorgegeven worden beschouwd. Werkregelingen moeten volledig volgens hun specifieke bewoordingen worden doorgegeven; ze moeten niet op een onverantwoordelijke manier worden doorgegeven of met verdraaide of absurde interpretaties op basis van persoonlijk begrip en persoonlijke verbeeldingen van mensen. Als het gaat om het nauwkeurig doorgeven ervan, moeten mensen de mate van striktheid voor het doorgeven van werkregelingen begrijpen; dat wil zeggen, het doorgeven ervan moet nauwkeurig gebeuren. Sommige mensen zeggen: “Moeten we ze precies doorgeven?” Nee, dat is niet nodig. Precisie is wat van apparaten wordt vereist; als mensen ze gewoon nauwkeurig kunnen doorgeven, doen ze het al behoorlijk goed. Bijvoorbeeld, met betrekking tot het kerkelijke leven vereisen de werkregelingen van Gods huis dat Gods uitverkorenen Gods woorden over het kennen van God eten en drinken – is dit gemakkelijk door te geven? (Ja.) Werkregelingen geven mensen een reikwijdte en ze kunnen al deze relevante woorden van God lezen. Echter, als iemand de werkregelingen verkeerd interpreteert en zijn persoonlijke begrip, noties en verbeeldingen toevoegt en enkele extra woorden doorgeeft, betekent dit dan niet dat hij van de werkregelingen is afgeweken? Geeft hij de werkregelingen dan nauwkeurig door? (Nee.) Ze geven de werkregelingen met hun eigen toevoegingen door – dit is pure onzin. Elke werkregeling van de Boven moet meerdere keren worden gelezen om de correcte betekenis, de betekenis van het uitvaardigen van deze werkregeling en de beoogde resultaten ervan te doorgronden, en vervolgens moet de juiste manier worden uitgezocht om de specifieke werkzaamheden die door de Boven zijn geregeld te beoefenen, om zo fouten te vermijden. Als de werkregeling wordt doorgegeven nadat over deze zaken is gecommuniceerd en ze zijn begrepen, zal dit volledig nauwkeurig zijn. Wat eerst moet gebeuren, is de werkregelingen van de leiders en werkers van de pastorale gebieden overdragen aan alle andere niveaus van leiders en werkers, die ze op hun beurt uiteindelijk zullen doorsturen naar de supervisor van elk team in elke kerk. Vervolgens moet er tijdens bijeenkomsten meerdere keren over de werkregelingen van Gods huis worden gecommuniceerd, zodat alle uitverkorenen van God die begrijpen en weten hoe ze die in praktijk moeten brengen. Pas wanneer dit effect is bereikt, kunnen de werkregelingen als doorgegeven worden beschouwd. Werkregelingen moeten worden doorgegeven volgens de door Gods huis vereiste methode en reikwijdte. De inhoud die wordt doorgegeven, moet uiteraard nauwkeurig en vrij van fouten zijn. Leiders en werkers mogen die niet zomaar verkeerd interpreteren en hun eigen ideeën toevoegen – dat is niet nauwkeurig doorgeven en het komt neer op het niet vervullen van hun verantwoordelijkheden als leider of werker. Zo moet het nauwkeurig doorgeven en implementeren van werkregelingen worden begrepen.

Wat moeten leiders en werkers doen als ze nog steeds niet zeker weten hoe ze werkregelingen nauwkeurig moeten doorgeven? Er is een zeer eenvoudige en makkelijke methode. Nadat leiders en werkers werkregelingen hebben ontvangen, moeten ze die eerst communiceren met de andere leiders en werkers. Ze moeten bekijken hoeveel specifieke items de Boven voor deze werkregelingen vereist en deze een voor een opsommen. Vervolgens moeten ze, op basis van deze werkregelingen, de feitelijke situatie van de plaatselijke kerk in overweging nemen – zoals de omstandigheden van het evangeliewerk, de diverse soorten professioneel werk en het kerkelijke leven, evenals het kaliber en de gezinsomstandigheden van alle verschillende soorten mensen, enzovoort – en al deze zaken integreren om te zien hoe deze werkonderdelen moeten worden geïmplementeerd. Door middel van communicatie moeten alle leiders en werkers tot een identiek en nauwkeurig begrip van de werkregelingen komen en overeenkomstige methoden hebben om ze door te geven. Alleen op die manier zullen de werkregelingen nauwkeurig worden doorgegeven. Is het gepast als een leider of werker, nadat hij werkregelingen heeft ontvangen, blindelings de broeders en zusters bijeenroept om die uit te vaardigen en door te geven, zonder de specifieke inhoud te kennen? Het gevolg is dat men een maand of twee nadat de werkregelingen zijn doorgegeven ontdekt dat er afwijkingen zijn in de manier waarop ze in elke kerk zijn geïmplementeerd, en pas wanneer de leider of werker de werkregelingen nauwkeurig bekijkt, ontdekt hij dat de werkregelingen afwijkend zijn doorgegeven. Als die leider of werker destijds de werkregelingen gewetensvol had gelezen en erover had gecommuniceerd, was het goed gekomen, maar door een moment van luiheid en plichtmatigheid ontstaan er veel fouten en afwijkingen in het kerkelijke werk, die achteraf moeten worden gecorrigeerd. Dit voegt een volkomen onnodige extra stap toe en verspilt tijd. Het was beter geweest als ze de werkregelingen direct duidelijk hadden gecommuniceerd en die dan een voor een hadden doorgegeven en geïmplementeerd. Als het werk niet goed wordt gedaan, is dat dan geen fout? (Ja.) Om werkregelingen nauwkeurig door te geven, zijn er dus stappen. Leiders en werkers moeten eerst een werkelijk en nauwkeurig begrip hebben van de specifieke inhoud van werkregelingen, en vervolgens moeten ze concrete implementatieplannen, implementatiemethoden en beoogde personen voor de implementatie in gedachten hebben. Alleen zo kunnen werkregelingen nauwkeurig worden doorgegeven. Is het gepast als leiders en werkers blindelings werkregelingen uitvaardigen en doorgeven terwijl ze er zelf maar een onvolledig begrip van hebben, alleen maar de indruk wekken dat ze het begrijpen, er een vaag of onduidelijk beeld van hebben, of de specifieke vereisten en inhoud ervan gewoonweg niet begrijpen? (Nee.) Kunnen zulke leiders en werkers hun werk goed uitvoeren? Overduidelijk niet. Dus, in situaties waarin broeders en zusters de specifieke vereiste normen en principes in werkregelingen nog niet kennen, of niet precies weten hoe ze die moeten uitvoeren, zullen de leiders en werkers al een nauwkeurig begrip van de werkregelingen hebben, evenals concrete plannen en stappen voor de implementatie ervan. Alleen zo kunnen leiders en werkers de eerste stap zetten, namelijk het doorgeven van de werkregelingen. Nadat de werkregelingen zijn doorgegeven en de broeders en zusters de inhoud van de werkregelingen allemaal nauwkeurig hebben begrepen en enige kennis hebben van de betekenis, waarde en normen van dit werk van Gods huis, moeten de leiders en werkers direct communiceren over hoe de mensen en de specifieke werkonderdelen moeten worden toegewezen, en over het concrete plan wie dit werk zal implementeren en uitvoeren. Dit zijn de stappen voor het uitvoeren van het werk. Wat vinden jullie ervan om het werk op deze manier op te volgen? Kan het worden beschouwd als het werk nauwgezet opvolgen? Is het het werk tijdig opvolgen? (Ja.)

II. Hoe werkregelingen te implementeren

Het is niet zo dat leiders en werkers, nadat ze een werkregeling hebben ontvangen, die alleen maar hoeven door te geven en uit te vaardigen en dat het daarmee is afgedaan. Kan de werkregeling als geïmplementeerd worden beschouwd zodra Gods uitverkorenen in elke kerk weten dat die is uitgevaardigd? Dit is niet het werkelijk uitvoeren of implementeren van een werkregeling, het is niet het vervullen van hun verantwoordelijkheid en het is ook niet de norm die God uiteindelijk vereist. Het doorgeven en uitvaardigen van een werkregeling is niet het doel; de implementatie ervan is het doel. Dus, hoe moeten werkregelingen specifiek worden geïmplementeerd? Leiders en werkers moeten alle relevante supervisors en broeders en zusters bijeenroepen om met hen te communiceren over hoe het werk moet worden gedaan, en tegelijkertijd een hoofdverantwoordelijke en teamleden selecteren om het werk uit te voeren. Het eerste wat leiders en werkers moeten doen bij het implementeren van werk is communiceren – communiceren over hoe het werk in overeenstemming met de principes en conform deze werkregeling van Gods huis kan worden gedaan, en hoe het op zo’n manier kan worden gedaan dat deze werkregeling van Gods huis wordt geïmplementeerd en uitgevoerd. Tijdens de communicatie behoren broeders en zusters en leiders en werkers verschillende plannen voor te stellen, en uiteindelijk een manier, methode en stappen te selecteren die het meest geschikt zijn en het meest in overeenstemming met de principes, waarbij wordt besloten wat eerst te doen en wat daarna, zodat het werk ordelijk kan verlopen. Zodra dit in theorie is begrepen, wanneer mensen geen moeilijkheden of verbeeldingen meer hebben, wanneer ze geen weerstand meer voelen tegen dit werk en de betekenis en het doel van deze werkregeling van Gods huis kunnen begrijpen, kan het werk nog steeds niet als geïmplementeerd worden beschouwd. Er moet ook worden besloten wie het meest geschikt is voor en bedreven in dit werk, wie de verantwoordelijkheid voor dit werk kan dragen en wie de bekwaamheid heeft om dit werk te voltooien. De mensen die dit werk op zich zullen nemen, moeten worden geselecteerd, het implementatieplan en de deadline voor voltooiing moeten worden vastgesteld, en de middelen, materialen en andere dergelijke dingen die nodig zijn om het werk te voltooien, moeten worden voorbereid en duidelijk worden vermeld – pas dan kan het werk als geïmplementeerd worden beschouwd. Vanzelfsprekend is het vóór de implementatie ook noodzakelijk om afzonderlijk specifieke communicatie en besprekingen te voeren met de mensen die verantwoordelijk zijn voor dit werk, en te vragen of ze dit werk eerder hebben gedaan en wat hun opvattingen en gedachten erover zijn. Als zij plannen en gedachten aandragen die in overeenstemming zijn met de principes, dan kunnen deze worden overgenomen. Bovendien moet bij de implementatie van elk werk ook aandacht worden besteed aan het ontdekken van hoeveel problemen er daadwerkelijk bestaan – deze stap mag niet worden veronachtzaamd. Nadat problemen zijn ontdekt, moeten er manieren worden bedacht om de problemen tijdig op te lossen, en pas nadat alle bestaande problemen grondig zijn opgelost, zal de werkregeling daadwerkelijk zijn geïmplementeerd. Verder moet je toch ook uitzoeken hoe je dit werk kunt doen op een manier die in overeenstemming is met de vereiste principes van Gods huis? Bovendien zijn de vragen of Gods huis tijdseisen stelt aan dit werk, binnen welk tijdsbestek het moet worden voltooid, of er concrete bepalingen zijn op het gebied van professionele vaardigheden, enzovoort, allemaal onderwerpen waarover leiders en werkers met de relevante supervisors zouden moeten communiceren. Dit is implementatie. Implementatie eindigt niet bij mondelinge communicatie of bij theorie, maar omvat veeleer de daadwerkelijke voortgang van het betreffende werk, evenals bepaalde specifieke problemen en moeilijkheden die moeten worden opgelost. Dit zijn allemaal zaken die leiders en werkers in overweging moeten nemen wanneer ze de werkregeling met supervisors implementeren. Dat wil zeggen, voordat dit specifieke werk wordt uitgevoerd, behoren leiders en werkers dit soort communicatie, analyse en discussie met de supervisors te voeren – dit is implementatie. Deze implementatie is de verantwoordelijkheid van leiders en werkers, en het is wat leiders en werkers behoren te bereiken. Op deze manier praktiseren is praktisch werk verrichten. Stel dat een leider zegt: “Op dit moment weet ik ook niet hoe ik dit werk moet doen. Hoe dan ook, ik heb het aan jou overgedragen. Ik heb de werkregeling ook aan jou doorgegeven en uitgevaardigd, en ik heb je over alle gerelateerde zaken verteld. Wat betreft of je weet hoe je het moet doen of niet, hoe je het doet, of je het goed of slecht doet, en hoeveel tijd het je kost, dat is allemaal aan jou. Deze dingen hebben niets met mij te maken. Door zoveel werk te doen, heb ik mijn verantwoordelijkheid vervuld.” Is dit iets wat leiders en werkers zouden moeten zeggen? (Nee.) Als een leider dit zegt, wat voor soort persoon is hij dan? Hij is een valse leider. Telkens wanneer de Boven eisen stelt en het noodzakelijk is om werk volgens de werkregelingen uit te voeren, schuift dit soort persoon het volledig op iemand anders af en zegt: “Doe jij het maar, ik weet niet hoe. Jij begrijpt het toch allemaal. Jij bent een expert, ik ben een leek.” Dit is een ‘beroemde uitspraak’ die vaak door valse leiders wordt gebezigd; ze vinden een excuus en sluipen er dan tussenuit.

Samengevat zijn valse leiders niet verantwoordelijk in hun werk. Ongeacht of hun kaliber hoog of laag is, of dat ze het werk aankunnen, het belangrijkste is dat ze niet aandachtig zijn en hun hart er niet in leggen; ze zijn altijd plichtmatig. Dit zijn uitingen van onverantwoordelijkheid. Stel dat een leider of werker enigszins tekortschiet in kaliber en diepgang van ervaring, maar hij kan aandachtig werken en zijn hart in zijn werk leggen. Hoewel de resultaten die hij in zijn werk behaalt niet zo geweldig zijn, is hij op zijn minst een verantwoordelijk persoon, legt hij zijn hele hart in zijn werk en geeft hij alles wat hij heeft. Het is alleen omdat hij enigszins tekortschiet in kaliber en klein van gestalte is dat hij het werk niet goed doet. Als hij na enige tijd van training volledig bekwaam wordt in zijn werk, dan moet dit soort leider verder worden gecultiveerd. Als een leider geen greintje geweten of rede heeft, en hij alleen vasthoudt aan zijn positie en zich tegoed doet aan de voordelen van status, maar helemaal geen praktisch werk verricht, dan is hij een rasechte valse leider en moet hij onmiddellijk worden ontheven, en mag hij nooit meer worden gepromoveerd of gebruikt. Een ware leider, een verantwoordelijke leider, geeft alles voor zijn werk – hij wijdt zijn geest eraan, hij vindt allerlei manieren om Gods opdracht te volbrengen, en hij levert de grootst mogelijke inspanning – op deze manier vervult hij zijn verantwoordelijkheid. Terwijl ze de werkregelingen van Gods huis implementeren, zullen verantwoordelijke leiders ook de status van de implementatie observeren en opvolgen. Wanneer zich een onverwachte situatie voordoet, zullen ze in staat zijn om tegenmaatregelen te nemen en oplossingen te zoeken in plaats van weg te sluipen en hun handen van de zaak af te trekken. Werk op deze manier implementeren, dat heet verantwoordelijk zijn. Wanneer een werkregeling wordt uitgevaardigd, behoren leiders en werkers dat werk te beschouwen als het belangrijkste van dat moment en de leiding ervan op zich te nemen; ze moeten het persoonlijk opvolgen, er van begin tot eind verantwoordelijk voor zijn, en het werk pas loslaten als het op de rails staat en de leiders van elk team weten hoe ze het moeten uitvoeren. Maar na het loslaten moeten leiders en werkers nog steeds van tijd tot tijd de status van het werk begrijpen en het inspecteren; alleen op deze manier kan worden gegarandeerd dat het werk goed wordt gedaan. Leiders en werkers die hun post niet verlaten, van begin tot eind volharden en het werk op de rails krijgen – dit heet praktisch werk verrichten. Gedurende deze tijd moeten leiders en werkers ook aandacht besteden aan en de voortgang van andere werkzaamheden nagaan. Ongeacht welke moeilijkheden of problemen er in het werk ontstaan, behoren leiders en werkers snel naar de werkplek te gaan om leiding en een oplossing te bieden. De hoofdleider moet vasthouden aan het meest cruciale werk, en tegelijkertijd is het ook noodzakelijk dat hij ander werk van de kerk opvolgt, begrijpt, inspecteert en er toezicht op houdt, en ervoor zorgt dat alles normaal verloopt. Als het gaat om het meest cruciale werk, moet de hoofdleider persoonlijk ter plaatse werken en de leiding over dit werk nemen, en vooral als het gaat om cruciale onderdelen van het werk, mag hij de werkplek beslist niet verlaten. Als één persoon niet genoeg is, moet er een ander worden aangesteld om met hem samen te werken en het werk te leiden – dit is alles in het werk stellen en met een gemeenschappelijk doel samenwerken om het cruciale werk goed te doen. Omdat Gods huis in elke fase en periode een uiterst belangrijk werk heeft, is er, als de hoofdleider het cruciale werk niet goed doet, een probleem met zijn kaliber en moet hij worden ontheven. De hoofdleider moet de leiding nemen over het meest cruciale werk, terwijl andere leiders hetzelfde doen voor het gewone werk; leiders en werkers moeten leren hoe ze werk moeten prioriteren op basis van belangrijkheid en urgentie, en hoe ze de voor- en nadelen moeten afwegen. Als leiders en werkers deze principes kunnen beheersen, dan zijn ze leiders en werkers die aan de norm voldoen.

De meeste leiders en werkers in Gods huis zijn jonge mensen. Het zijn beginners, in opleiding om werk te leren uitvoeren. Daarom is het allerbelangrijkste dat ze de principes leren beheersen. Sommigen zeggen misschien: “Zijn de eisen die Gods huis aan leiders en werkers stelt niet te hoog?” In feite helemaal niet. Waarom zou het een hoge eis zijn om van mensen te verlangen dat ze de principes beheersen? Hoe kan iemand kerkelijk werk goed doen als hij de principes niet beheerst? Hoe kan iemand een leider of werker zijn als hij zonder principes handelt? Het beheersen van de principes is een vereiste voor leiders en werkers, niet voor gewone mensen; als iemand de principes niet beheerst, zal hij het werk niet goed kunnen doen. Mensen met een te laag kaliber voldoen niet aan de principes: Gods huis zal hen niet cultiveren, en ze zijn ook niet geschikt om leider te zijn. Sommige mensen vinden het altijd moeilijk om leider te zijn, en daar zijn twee redenen voor. Enerzijds begrijpen ze de waarheid totaal niet en zijn ze niet in staat om de waarheid te gebruiken om problemen op te lossen; anderzijds schieten ze tekort aan kaliber, weten ze niet wat het betekent om werk te doen, kunnen ze de principes en het beoefeningspad voor het werk niet helder uitleggen en kunnen ze zelfs doctrines niet duidelijk verwoorden. Zulke mensen zijn niet geschikt om leider te zijn. Stel dat iemands kaliber te laag is, hij niet weet hoe hij werk moet doen en totaal niet efficiënt is in het vervullen van zijn plicht – dat wil zeggen, hij doet meerdere dagen over een taak die één dag zou moeten duren, en zes maanden over een taak die één maand zou moeten duren – zulke mensen zijn nutteloos, het zijn nietsnutten. Mensen met een te laag kaliber kunnen geen enkele plicht goed vervullen. Het is zowel billijk als redelijk dat ik deze eisen aan mensen stel, en het zijn dingen die leiders en werkers kunnen bereiken. Sommige mensen vinden dat de eisen die Gods huis stelt te hoog zijn – dit toont aan dat hun kaliber te laag is, dat ze niet geschikt zijn om leiders en werkers te zijn en dat ze de verantwoordelijkheid op zich moeten nemen en moeten aftreden. Je kunt de verantwoordelijkheden van een leider of werker niet aan en je bent niet geschikt om er een te zijn, dus ook al ben je een leider, je bent een valse leider. Als je niet eens één taak goed kunt uitvoeren, hoe zou je je dan tegelijkertijd met ander werk kunnen bezighouden? Zijn mensen met een te laag kaliber het waard om leiders en werkers te zijn? Als ze niet eens even goed zijn als een waakhond, zijn ze het niet waard om mens genoemd te worden. Wanneer een hond een huis bewaakt, bewaakt hij niet alleen de voor- en achtertuin en de moestuin, maar kan hij zelfs de kippen, ganzen en schapen van het huis bewaken. Zodra hij een vreemde ziet naderen, slaat hij aan – hij laat niemand de tuin in en weet zijn baas te waarschuwen voor de naderende vreemdeling. Zelfs het verstand van een hond is niet eenvoudig. Als iemands kaliber te laag is en hij niet eens met een hond vergeleken kan worden, is zo iemand dan niet nutteloos? Sommige mensen zijn gemakzuchtig en werkschuw, vraatzuchtig en lui, en ze willen van Gods huis profiteren zonder zelf iets te doen – zijn dat geen parasieten? Door van leiders en werkers te eisen dat ze zaken met principes aanpakken, cultiveert en traint Gods huis hen om in staat te zijn de waarheid te beoefenen en de werkelijkheid binnen te gaan bij het vervullen van hun plichten. Sommige leiders en werkers zijn in staat om de waarheid na te streven en zich te onderwerpen aan de regelingen van Gods huis – deze mensen zijn allen door God gezegend. Degenen die van gemak houden en werk haten en die niets praktisch doen, moeten worden geëlimineerd. Al die nutteloze mensen die comfort begeren, die bang zijn voor ontbering en vermoeidheid, die altijd klagen over ontberingen en moeilijkheden en helemaal geen ontbering kunnen verdragen, moeten worden geëlimineerd – er mag er niet één overblijven! Als leiders en werkers bij aanvang van hun werk diverse moeilijkheden tegenkomen, moeten ze de oorzaak van het probleem achterhalen en vervolgens die hinderlijke en onredelijke onruststokers – die struikelblokken en obstakels – wegzuiveren. Wanneer degenen die overblijven allemaal mensen zijn die de waarheid kunnen aanvaarden, gehoorzamen en zich onderwerpen, zal het veel gemakkelijker zijn hen te leiden. Wanneer leiders en werkers werken, moeten ze eerst duidelijk over de waarheid communiceren, zodat mensen na hen te hebben gehoord een weg voorwaarts hebben. Ze moeten geen doctrines uitspreken, geen slogans roepen en nog veel minder mensen dwingen hen te gehoorzamen en te praktiseren. Als leiders en werkers duidelijk over de waarheid communiceren, dan zullen de meeste mensen bereid zijn die in praktijk te brengen. Het is zorgwekkend als leiders en werkers de dingen niet duidelijk of helder uitleggen, maar toch van de broeders en zusters eisen dat ze praktiseren, en de broeders en zusters niet weten hoe ze moeten praktiseren en het pad van de praktijk niet kunnen vinden – dit zal de resultaten van het werk beïnvloeden. Zolang leiders en werkers de waarheidsprincipes die bij elk specifiek soort werk betrokken zijn, helder kunnen uitleggen en er duidelijk over kunnen communiceren, dan zullen de meeste mensen begripvol en redelijk zijn, en zullen ze bereid zijn hun deel te doen. Iedereen is bereid naar iemand te luisteren als wat hij zegt correct is, in lijn met de waarheid, en heilzaam is voor het kerkelijke werk en voor de ingang in het leven van de broeders en zusters. Er is echter een situatie waarin sommige leiders en werkers alleen maar woorden en doctrines uitspreken, en wanneer iemand hen vraagt naar het specifieke pad van de praktijk, kunnen ze het niet uitleggen en spreken ze in plaats daarvan wat grote doctrines uit en roepen ze wat slogans, waarna ze die persoon wegsturen. Die persoon is niet overtuigd en denkt: “Je vraagt me dit in praktijk te brengen, maar je hebt het niet duidelijk uitgelegd – hoe kan ik het dan in praktijk brengen? Ik heb geen pad om te volgen! Ik vroeg het je omdat ik het niet begrijp, maar het blijkt dat jij het ook niet begrijpt en alleen maar doctrines kunt uitspreken en slogans kunt roepen. Je bent niet beter dan ik. Waarom zou ik jou gehoorzamen? Ik gehoorzaam de waarheid, niet jou, die doctrines uitspreekt en slogans roept!” Dit soort situaties komt voor. Als leiders en werkers kunnen vermijden lege doctrines uit te spreken, waarachtig kunnen spreken en de principes en het pad van de praktijk duidelijk kunnen communiceren, dan zullen de meeste mensen in staat zijn om te gehoorzamen. Daarom is het werk van de kerk eigenlijk gemakkelijk te doen; zolang leiders en werkers de werkregelingen serieus kunnen implementeren, hun werkposten kunnen behouden en betrokken kunnen raken bij specifiek werk, dan zullen ze absoluut in staat zijn om het werk goed te doen. Wat zorgwekkend is, is als leiders, werkers en supervisors onverantwoordelijk zijn en zich superieur gedragen, alleen maar doctrines kunnen uitspreken en slogans kunnen roepen, en niet ter plaatse betrokken raken bij specifiek werk – dan zullen er zeker problemen in het werk ontstaan. Dit komt omdat degenen onder hen dit soort dingen niet kunnen doorzien; ze hebben iemand nodig om hen de weg te wijzen, ze hebben een steunpilaar nodig, ze hebben iemand nodig die hen persoonlijk leidt en vertelt wat ze moeten doen, ze hebben iemand nodig die toezicht houdt en inspecties uitvoert, anders wordt het werk niet geïmplementeerd. Als je verwacht dat je vanaf een positie van status slechts een paar doctrines hoeft uit te spreken en een paar slogans hoeft te roepen, en dat de mensen onder je dan in actie zullen komen en doen wat je zegt, droom dan maar lekker verder. De mensen onder je zijn als machines: als niemand ze activeert, komen ze niet in actie. Als degenen die als leiders en werkers dienen dit niet eens kunnen doorzien, dan hebben ze te weinig inzicht! Wanneer valse leiders werken, kunnen ze niets doorzien. Ze weten niet welk werk cruciaal is en welk werk algemene zaken betreft, noch zijn ze in staat om taken te prioriteren op basis van belangrijkheid en urgentie. Wat ze ook doen, ze hebben geen principes, ze kunnen het pad van de praktijk niet duidelijk uitleggen, en ze spreken alleen maar doctrines uit en roepen slogans, en zeggen alleen maar onpraktische dingen. Daarom zijn ze niet in staat om enig werk te doen en kunnen ze alleen maar worden geëlimineerd. Leiders en werkers moeten weten hoe ze werk moeten regelen en implementeren, hoe ze werk moeten inspecteren en leiden, en hoe ze persoonlijk problemen moeten oplossen die zich voordoen. Alleen zulke leiders en werkers kunnen praktisch werk verrichten en mensen volledig overtuigen. Als een leider geen werk kan leiden of problemen kan ontdekken en oplossen, als hij alleen maar in staat is om anderen voortdurend de les te lezen en te snoeien, en hij anderen de schuld geeft wanneer hij zelf de boel verprutst, dan is dit een incompetente leider. Zo’n leider is een nutteloos persoon, hij is een valse leider en hij moet worden geëlimineerd. Als je niet weet hoe je bepaald specifiek werk moet doen, moet je op zijn minst twee geschikte mensen vinden die als je assistenten kunnen fungeren om je te helpen dit specifieke werk goed te doen, en je moet op zijn minst eerst de hinderlijke mensen die verstoringen veroorzaken, aanpakken en verwijderen. Creëer je zo geen gunstige voorwaarden om dit werk goed te doen? Als je mensen vindt die iets praktisch kunnen doen, promoveer hen dan onmiddellijk, en als je degenen die verstoringen en hinder veroorzaken, onmiddellijk aanpakt en wegzuivert, dan zullen er veel minder moeilijkheden zijn wanneer je dit werk voortzet. Leiders die te weinig kaliber hebben, zijn niet in staat om op deze manier te werken. Ze zijn bang om mensen te beledigen, en wanneer ze een kwaadaardig persoon voortdurend verstoringen en hinder zien veroorzaken, pakken ze hem niet aan. Ze kunnen ook niet zien wie in staat is om iets praktisch te doen, en ze weten niet wie geschikt is om te promoveren om de leiding over het werk te nemen. Zulke leiders zijn blind en niet in staat om hun werk uit te voeren. Als leiders en werkers de waarheid of professionele vaardigheden niet begrijpen, zullen ze hun werk niet goed doen, dus moeten leiders en werkers zich er regelmatig in trainen om praktisch werk te verrichten. Zolang ze de principes beheersen, weten hoe ze taken moeten prioriteren op basis van belangrijkheid en urgentie, en weten hoe ze de voor- en nadelen moeten afwegen, dan kunnen ze hun werk goed doen en leiders en werkers worden die aan de norm voldoen.

Nu Ik over deze inhoud heb gecommuniceerd, namelijk het nauwkeurig doorgeven, uitvaardigen en implementeren van werkregelingen in overeenstemming met de vereisten van Gods huis, hebben jullie, leiders en werkers, dan nu enig fundamenteel begrip van hoe je werkregelingen moet benaderen en implementeren? En hebben jullie nu enig specifiek begrip van de verantwoordelijkheden en verplichtingen die je moet vervullen bij het implementeren van werkregelingen? (Ja.) Nu je dit specifieke begrip hebt, moet je overwegen wat je moet doen en in hoeverre je in staat bent om het te doen, en dan zou je in staat moeten zijn om te beoordelen of je al dan niet het kaliber bezit om een leider of werker te zijn, en of je al dan niet het leiderschapswerk aankunt. Wat betreft bepaalde leiders en werkers die van pover kaliber zijn en geen praktisch werk verrichten – dat wil zeggen, degenen die we valse leiders noemen – wat moeten zij doen, nu ze de specifieke inhoud van de negende verantwoordelijkheid van leiders en werkers hebben begrepen? Sommigen zeggen: “Ik begreep de verantwoordelijkheden van leiders en werkers voorheen niet echt, en nadat ik leider werd, vertrouwde ik gewoon op mijn noties en verbeeldingen om wat werk voor de schijn te doen, en ik dacht dat ik, omdat ik enthousiast was en bereid om lijden te verdragen, waarschijnlijk wel een leider was die aan de norm voldeed. Ik sta paf nadat ik God op deze manier heb horen communiceren. Het blijkt dat ik een valse leider ben, mijn kaliber is te pover en ik kan geen praktisch werk verrichten. Ik ben niet eens in staat om één enkele specifieke werkregeling van Gods huis te implementeren. Ik dacht altijd dat het meerdere keren lezen van een werkregeling, die doorgeven aan iedereen en dan de mensen onder mij aansporen en toezicht op hen houden terwijl ze eraan werkten, betekende dat ik die werkregeling implementeerde. Na een tijdje ontdekte ik dat het werk niet goed was gedaan en dat veel specifieke taken over het hoofd waren gezien, en pas toen realiseerde ik me dat mijn kaliber echt tekortschoot en dat ik geen leidersmateriaal was.” Dus, wat moet zo iemand doen? Zou het goed zijn als hij zijn werk opgaf? (Nee.) Is er dan een manier om dit probleem op te lossen? Of is dit probleem onoplosbaar? (Nee, het is niet onoplosbaar. Die mensen moeten ernaar streven om het beter te doen in overeenstemming met Gods vereisten.) Dit is een positieve en actieve zienswijze; het is een zeer goede zienswijze. Ze moeten ernaar streven om het beter te doen in overeenstemming met Gods vereisten, geloof hebben en op God vertrouwen, en niet negatief worden of hun werk opgeven – dit is één oplossing. Is het een goede oplossing? (Ja.) Maar is het de enige oplossing? (Nee, dat is het niet. Als hun kaliber te pover is en ze echt geen praktisch werk kunnen verrichten, dan kunnen ze daarvoor verantwoording afleggen en hun functie neerleggen.) Dit is de tweede oplossing. Als ze het eerder hebben geprobeerd en het gevoel hebben dat ze geen leiderschapswerk kunnen doen – dat wil zeggen, als het erg inspannend en zwaar voor hen is, en ze er erg angstig van worden en niet goed kunnen slapen, en elke dag het gevoel hebben alsof er een grote berg op hen drukt zodat ze hun hoofd niet kunnen optillen of adem kunnen halen, en ze zelfs het gevoel hebben dat hun benen zwaar zijn als ze lopen – en na het luisteren naar deze specifieke vereisten nog meer het gevoel hebben dat hun kaliber te pover is en dat ze het werk gewoon niet aankunnen, wat moeten ze dan doen? Er is iets wat ze kunnen doen, en dat is onmiddellijk aftreden. Als ze geen praktisch werk kunnen verrichten, dan moeten ze het werk van Gods huis niet beïnvloeden – dit is de rede die ze zouden moeten hebben. Ze moeten zichzelf niet blindelings overschatten, erop staan om iets te proberen wat hun capaciteiten te boven gaat, of dwaze dingen doen. Alleen degenen die zich hiervan onthouden, bezitten rede. Mensen met rede hebben zelfbewustzijn; ze hebben duidelijkheid over hun eigen kaliber en ze kennen hun eigen tekortkomingen. Alleen wanneer mensen hun eigen maat duidelijk kennen, kunnen ze nauwkeurig begrijpen waartoe ze in staat zijn, waartoe ze niet in staat zijn en waarvoor ze het meest geschikt zijn. Waarom moeten mensen hun eigen kaliber kennen? Dit helpt hen om de plicht vast te stellen die ze moeten vervullen, en het helpt hen ook om die plicht goed te vervullen. Als je jezelf al hebt onderzocht en hebt gezien dat je slechts dit kaliber hebt en weet dat je geen leiderschapswerk kunt doen, dan is het niet nodig om jezelf opnieuw te onderzoeken en het opnieuw te bewijzen. Je moet onmiddellijk aftreden – houd niet vast aan je positie en weiger niet af te treden; beïnvloed en vertraag andere mensen niet terwijl je niet in staat bent om specifiek werk uit te voeren. Is aftreden geen weg voorwaarts? Deze twee paden liggen voor je, en je kunt er een kiezen; je hebt geen gebrek aan een weg voorwaarts, en er is niet slechts één pad. Je kunt praktische en nauwkeurige oordelen vellen over je feitelijke situatie op basis van je begrip van jezelf, evenals op basis van de evaluaties die van jou zijn gemaakt door de broeders en zusters om je heen die jou kennen, en dan de juiste keuze maken. Gods huis zal het je niet moeilijk maken. Wat vind je hiervan? (Het is goed.) Sommige mensen zeggen: “Ik wil het opnieuw proberen en ernaar streven om het beter te doen. Ik denk dat ik het kan. Ik heb in die jaren gewoon niet veel aandacht besteed aan het nastreven van de waarheid, en nadat ik een leider werd, wist ik nog steeds niet hoe ik de waarheid moest zoeken en werkte ik op een verwarde manier. Ik dacht altijd dat het heel gemakkelijk was om kerkleider te zijn, dat het alleen maar inhield dat je mensen organiseerde om bijeenkomsten bij te wonen, het voortouw nam in het communiceren over de waarheid, problemen tijdig oploste wanneer ze zich voordeden, en onmiddellijk eventuele regelingen van de Boven implementeerde, en het daarbij liet. Ik had nooit gedacht dat ik, na een tijdje leider te zijn geweest, zou ontdekken dat er zoveel problemen waren die ik niet kon oplossen, dat ik, wanneer de Boven naar het werk vroeg, niet wist hoe ik moest antwoorden, en dat ik, wanneer sommige van Gods uitverkorenen praktische problemen aankaartten, geen antwoord kon geven. Gedurende de jaren dat de broeders en zusters in God hebben geloofd, hebben ze allemaal regelmatig Gods woorden gelezen en naar preken geluisterd. Ze begrijpen zeker allemaal enkele waarheden en bezitten enig onderscheidingsvermogen. Zonder de waarheidswerkelijkheid kan ik hen echt niet begieten of voorzien.” Nu is het duidelijk dat het niet zo eenvoudig is om enig specifiek werk in Gods huis goed uit te voeren. Enerzijds moeten mensen kaliber bezitten, terwijl ze anderzijds een last moeten dragen, en ook de waarheid moeten begrijpen – al deze dingen zijn absoluut noodzakelijk. Het is niet goed als iemand de waarheid niet nastreeft of een pover kaliber heeft, noch is het goed als iemand een gebrekkige menselijkheid heeft en geen last draagt. Specifiek werk vereist een specifieke aanpak, en dit is niet zo’n eenvoudige zaak. Sommige mensen blijven echter onovertuigd. Ze willen het nog steeds opnieuw proberen en vragen om nog een kans – moeten zulke mensen nog een kans krijgen? Als hun werkvermogen en kaliber beide gemiddeld zijn, maar ze toch wat specifiek werk kunnen verrichten, niet oppervlakkig zijn, zich richten op het oplossen van problemen en zo resultaten in hun werk bereiken; als ze bovendien kunnen gehoorzamen en zich onderwerpen aan elke regeling die door de Boven wordt getroffen, en in principe werk implementeren volgens de werkregelingen en vereiste principes van Gods huis; en ook al hebben ze hun werk voorheen niet goed gedaan omdat ze jong waren, de waarheid niet begrepen en een oppervlakkige basis hadden, maar het wel de juiste mensen zijn: dan moeten ze nog een kans krijgen en doorgaan met zichzelf te trainen. Onthef hen niet blindelings. Het is niet zo gemakkelijk om een leider of werker te zijn, noch is het zo gemakkelijk om een leider of werker te kiezen. Nu hebben de meeste leiders en werkers enig begrip van hun verantwoordelijkheden, en ze zullen op zijn minst iets beter in hun werk zijn dan voorheen – dit is een feit.

Nu Ik mijn communicatie over de waarheidsprincipes met betrekking tot de negende verantwoordelijkheid van leiders en werkers heb afgerond – de verschillende werkregelingen van het huis van God nauwkeurig doorgeven, uitvaardigen en implementeren in overeenstemming met de vereisten, waarbij begeleiding, toezicht en aansporing worden geboden, en de status van de implementatie wordt geïnspecteerd en opgevolgd – zijn jullie harten allemaal verlicht en hebben jullie een pad voor de praktijk. Jullie zijn nu niet alleen in staat om je plicht te vervullen en ingang in het leven te hebben, maar jullie zouden ook enige kennis of onderscheidingsvermogen van leiders en werkers moeten hebben, en op zijn minst duidelijkheid en begrip te hebben verkregen van de verantwoordelijkheden die leiders en werkers moeten vervullen en het werk dat zij moeten doen. Kortom, weten of leiders en werkers praktisch werk verrichten of niet, is nuttig en heilzaam voor ieder van Gods uitverkorenen, en op deze manier zal hun begrip van de verantwoordelijkheden van leiders en werkers niet langer hol zijn, maar veeleer concreter worden.

10 april 2021

Vorige: De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (6)

Volgende: De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (10)

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Wat weet jij over het geloof?

In de mens bestaat alleen het onzekere woord van geloof, maar de mens weet niet waar geloof uit bestaat, laat staan waarom hij geloof...

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek