De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (8)

Item acht: Rapporteer direct de in het werk ondervonden verwarring en moeilijkheden, en zoek naar manieren om deze op te lossen (deel 2)

De vorige keer hebben we gecommuniceerd over de achtste verantwoordelijkheid van leiders en werkers: ‘Rapporteer direct de in het werk ondervonden verwarring en moeilijkheden, en zoek naar manieren om deze op te lossen.’ Hoewel de achtste verantwoordelijkheid maar één zin lang is en in wezen maar één heel eenvoudige eis stelt aan leiders en werkers wat betreft hun verantwoordelijkheden, hebben we een hele bijeenkomst gewijd aan de communicatie over dit onderwerp. Over welke aspecten van dit onderwerp hebben we de vorige keer specifiek gecommuniceerd? Wat zijn de belangrijkste verantwoordelijkheden van leiders en werkers die erin aan bod komen? (Dat ze moeten samenkomen en communiceren wanneer ze verwarring en moeilijkheden ondervinden, en direct naar oplossingen moeten zoeken en ze aan de Boven moeten rapporteren als ze er door communicatie geen helderheid over kunnen krijgen.) De belangrijkste verantwoordelijkheden van leiders en werkers die in dit item aan bod komen, zijn deelnemen aan het werk en zich onderdompelen in diverse praktische werkzaamheden, zodat men diverse problemen die in het werk worden ondervonden kan ontdekken en tijdig kan oplossen. Als er diverse methoden zijn geprobeerd en de problemen nog steeds niet volledig kunnen worden opgelost, en ze nog steeds bestaan en verwarring en moeilijkheden worden, dan moeten leiders en werkers die verwarring en moeilijkheden niet laten opstapelen of terzijde schuiven en negeren, maar moeten ze in plaats daarvan direct een manier bedenken om ze op te lossen. De beste manier om ze op te lossen is natuurlijk door te zoeken en te communiceren met broeders en zusters, evenals met leiders en werkers op verschillende niveaus, om tot de oplossing van deze problemen te komen. Als de problemen niet kunnen worden opgelost, dan moeten leiders en werkers niet proberen grote problemen te bagatelliseren en die kleine problemen vervolgens als onbeduidend afdoen, of ze simpelweg terzijde schuiven en negeren, maar moeten ze die in plaats daarvan direct aan de Boven rapporteren en bij de Boven naar oplossingen zoeken, zodat ze kunnen worden opgelost. Op deze manier zal het werk soepel vorderen, zonder moeilijkheden en zonder obstakels.

Leiders en werkers behoren in het werk ondervonden verwarring en moeilijkheden direct te rapporteren en op te lossen

I. De definitie van ‘direct’

De achtste verantwoordelijkheid van leiders en werkers vermeldt het direct rapporteren van in het werk ondervonden verwarring en moeilijkheden – dit is heel belangrijk. Als een probleem vandaag wordt ontdekt, maar de oplossing van dat probleem wordt acht of tien dagen uitgesteld, of zelfs een half jaar of een jaar, kan dat dan ‘direct’ worden genoemd? (Nee, dat kan niet.) Wat betekent ‘direct’ dan? (Het betekent het probleem onmiddellijk, meteen en ogenblikkelijk aanpakken.) Is dat niet een beetje streng? Als we het uitleggen met woorden die betrekking hebben op tijd, betekent ‘direct’ dat je het probleem onmiddellijk, meteen en zonder uitstel oplost. Maar als we naar de letterlijke betekenis van deze woorden kijken, is dat voor mensen niet gemakkelijk haalbaar en eigenlijk niet realistisch. Hoe moeten we het woord ‘direct’ dan definiëren om dat nauwkeurig te doen? Als het probleem niet groot is, maar toch een obstakel vormt voor het werk, en als het binnen een paar uur kan worden opgelost, dan moet het binnen een paar uur worden opgelost – kan dit als ‘direct’ worden beschouwd? (Ja.) Stel dat het probleem een beetje ingewikkeld en moeilijk is, en het binnen twee of drie dagen kan worden opgelost, maar mensen zich inspannen om de waarheid te zoeken, meer informatie op te zoeken en ernaar streven het in één dag op te lossen – zou dat niet meer bevorderlijk zijn voor het werk? Stel dat er een probleem is dat nu niet kan worden doorgrond, en dat het onderzoek vereist, wat enige tijd kost. Dit specifieke probleem zal hooguit drie dagen kosten om op te lossen. Als het langer dan drie dagen duurt, dan zal het vermoeden rijzen dat de oplossing ervan opzettelijk wordt vertraagd, en betekent dit dat er tijd wordt verspild. Het probleem moet dus binnen drie dagen worden gerapporteerd, er moet naar een oplossing worden gezocht en het moet worden opgelost. Dit is wat ‘direct’ betekent. Als het oplossen van het probleem communicatie en onderzoek op elk niveau vereist, evenals het verzamelen van informatie op elk niveau, enzovoort – als de diverse processen zeer complex zijn – dan nog zou het niet een maand moeten aanslepen. Stel dat het probleem binnen een week kan worden opgelost als leiders en werkers zich haasten, sneller werken en een paar geschikte mensen selecteren en inzetten, dan betekent ‘direct’ in deze situatie dat de oplossing van het probleem tot één week wordt beperkt. Langer dan een week over de oplossing van het probleem doen is ongepast – dat is niet ‘direct’. Dit is de tijdslimiet voor het afhandelen van zulke relatief complexe zaken. Waar is dit tijdsbestek op gebaseerd? Het wordt bepaald op basis van de omvang van de zaak en de moeilijkheidsgraad ervan. De meeste dingen echter, zoals problemen met betrekking tot professionele vaardigheden of kwesties waarbij de principes voor mensen onduidelijk zijn, kunnen met een paar zinnen worden opgelost – tot welke tijdsduur moet de oplossing van deze problemen worden beperkt zodat het als ‘direct’ kan worden beschouwd? Als we ‘direct’ definiëren op basis van de omvang van een zaak en de moeilijkheidsgraad ervan, dan kunnen de meeste zaken in minder dan een halve dag worden opgelost, waarbij een minderheid ervan misschien hooguit een week nodig heeft om op te lossen; als er een nieuw probleem opkomt, dan is dat een andere zaak. Daarom, als we ‘direct’ definiëren als onmiddellijk, meteen en zonder uitstel, dan lijkt dit, afgaand op de letterlijke betekenis van deze woorden, een strenge eis om aan mensen te stellen, maar als we naar de tijdslimiet kijken, kan de meerderheid van de zaken in hooguit een halve dag of een dag worden opgelost als mensen direct rapporteren en naar oplossingen zoeken. Kan dit vanuit tijdsperspectief als moeilijk worden beschouwd? (Nee.) En aangezien het qua tijd niet moeilijk is, zou het voor leiders en werkers geen probleem moeten zijn om verwarring en moeilijkheden die ze in het werk ondervinden, direct te rapporteren en te zoeken naar oplossingen. Zulke verwarring en moeilijkheden zouden niet voortdurend mogen blijven bestaan en onopgelost blijven, laat staan zich op de lange termijn ophopen in het werk. Jullie zouden nu allemaal het tijdsbegrip ‘direct’ moeten kennen – dit heeft te maken met hoe leiders en werkers de tijdsaspecten moeten inschatten bij het omgaan met in het werk ondervonden verwarring en moeilijkheden. Kortom, de meest nauwkeurige definitie van ‘direct’ is zo snel mogelijk handelen – dat wil zeggen, als een probleem binnen een halve dag kan worden gerapporteerd, er naar een oplossing kan worden gezocht en het kan worden opgelost, dan moet dat gebeuren, en als het binnen een dag kan worden opgelost, dan moet dat gebeuren – en ernaar streven om geen vertragingen te veroorzaken en te voorkomen dat het werk wordt beïnvloed. Dit is de verantwoordelijkheid van leiders en werkers. Wanneer problemen in het werk worden ondervonden en ontdekt, moeten leiders en werkers er direct over communiceren en ze oplossen. Als ze die niet kunnen oplossen, dan moeten ze die zo snel mogelijk rapporteren en bij de Boven navragen hoe die kunnen worden opgelost, in plaats van ze terzijde te schuiven, ze te negeren en ze niet serieus te nemen. Wanneer er problemen rijzen, moeten leiders en werkers ze direct oplossen, in plaats van te treuzelen, te wachten of zich op anderen te verlaten – leiders en werkers zouden dit gedrag niet moeten vertonen.

II. De gevolgen van het niet direct oplossen van problemen

Het belangrijkste principe voor het oplossen van problemen is dat het direct moet gebeuren. Waarom moet het direct gebeuren? Als er veel problemen rijzen die vervolgens niet direct kunnen worden opgelost, zullen mensen enerzijds in een verwarde toestand blijven steken en niet weten hoe ze moeten handelen, en anderzijds, als mensen op basis van een onjuiste methode doorgaan en later het werk dat ze hebben gedaan opnieuw moeten doen en corrigeren, wat zijn dan de gevolgen? Een grote hoeveelheid mankracht, financiële middelen en materiële middelen zal worden verspild en verbruikt – dit is een verlies. Als er problemen in het werk rijzen en leiders en werkers blind zijn en deze problemen niet direct kunnen ontdekken en oplossen, zullen veel mensen op basis van een onjuiste methode blijven doorwerken. Wanneer mensen deze problemen wel ontdekken en ze willen oplossen en corrigeren, zullen deze kwesties het kerkelijke werk al schade hebben berokkend. Zullen al die mankracht en die financiële en materiële middelen dan niet verspild zijn? Is er een verband tussen het veroorzaken van dergelijke verliezen en het feit dat leiders en werkers problemen niet direct oplossen? (Ja.) Als leiders en werkers het werk kunnen opvolgen, er toezicht op kunnen houden, het kunnen inspecteren en er instructies voor kunnen geven, dan zullen ze absoluut in staat zijn om problemen direct te ontdekken en op te lossen. Als leiders en werkers plichtmatig zijn en het werk niet opvolgen, er geen toezicht op houden, het niet inspecteren en er geen instructies voor geven, als ze in dit opzicht zeer passief zijn en wachten tot er zoveel problemen zijn dat de kwesties volledig uit de hand lopen voordat ze eraan denken ze op te lossen, voordat ze eraan denken ze aan de Boven te rapporteren en bij de Boven naar oplossingen te zoeken, hebben zulke leiders en werkers dan hun verantwoordelijkheden vervuld? (Nee.) Dit is een ernstig plichtsverzuim; niet alleen hebben zulke leiders en werkers de problemen niet opgelost, maar hebben ze in plaats daarvan de mankracht en materiële middelen van Gods huis schade berokkend, en bovendien een enorme hindernis voor het kerkelijke werk opgeworpen. Door het plichtsverzuim van de leiders en werkers, hun nalatigheid, afgestomptheid en traagheid van begrip, en omdat ze niet in staat zijn om veel problemen die in het werk rijzen direct te ontdekken en op te lossen, en ze zelfs niet direct aan de Boven kunnen rapporteren en bij de Boven naar oplossingen kunnen zoeken, moeten veel taken opnieuw worden gedaan, en nadat ze opnieuw zijn gedaan, rijzen er meer problemen door een onvermogen om de principes te vinden. Als de dingen zo doorgaan, loopt de voltooiingsdatum van het werk grote vertraging op, en een klus die een maand had moeten duren, duurt drie maanden om te voltooien, en een klus die drie maanden had moeten duren, duurt acht of negen maanden om te voltooien – dit houdt rechtstreeks verband met het feit dat leiders en werkers geen daadwerkelijk werk uitvoeren. Omdat leiders en werkers geen verantwoordelijkheid nemen voor hun werk – dat wil zeggen, ze zijn niet in staat om problemen direct te vinden en te corrigeren wanneer ze rijzen – blijven diverse werkzaamheden zonder resultaat en raken ze verlamd. En wie is direct verantwoordelijk voor dit probleem? (De leiders en werkers.) Daarom is het heel belangrijk dat leiders en werkers daadwerkelijk werk uitvoeren, en het is ook heel belangrijk dat ze problemen ontdekken terwijl ze daadwerkelijk werk uitvoeren. Soms zullen leiders en werkers problemen ontdekken, maar niet weten hoe ze die moeten oplossen, en toch zijn ze in staat om ze direct aan de Boven te rapporteren en bij de Boven naar oplossingen te zoeken om ze op te lossen, wat nog belangrijker is. Veel leiders en werkers denken: “Wij hebben onze eigen manieren van werken. De Boven hoeft ons alleen de principes te vertellen en wij zullen het resterende daadwerkelijke werk zelf doen. Als we moeilijkheden ondervinden, is het voor ons voldoende om beneden samen te communiceren en te bidden.” Wat betreft de effectiviteit van de probleemoplossing, of hun oplossingen grondig of doeltreffend zijn, daar bekommeren ze zich stelselmatig helemaal niet om of vragen er niet naar. Dit is het soort onverantwoordelijke houding die ze aannemen wanneer ze werken, en uiteindelijk betekent dit dat alle onderdelen van het werk in de kerk niet soepel kunnen verlopen en ernstige problemen bevatten die niet worden opgelost. Dit is het gevolg van het feit dat het kaliber van leiders en werkers te pover is, of anders doordat ze geen verantwoordelijkheid nemen en geen daadwerkelijk werk uitvoeren.

Enkele soorten valse leiders ontleden op basis van de achtste verantwoordelijkheid

I. Valse leiders die schijngeestelijk zijn

De vorige keer hebben we gecommuniceerd over wat verwarring en moeilijkheden zijn, en hebben we bepaalde problemen gedefinieerd die direct moeten worden gerapporteerd en waarvoor direct oplossingen moeten worden gezocht. In wezen zijn er twee hoofdtypen problemen. Eén type zijn problemen in het werk waar mensen onzeker over zijn of die ze niet kunnen doorgronden. Als het om deze problemen gaat, vinden mensen het heel moeilijk om de principes te bevatten. Hoewel ze de principes in leerstellige termen misschien begrijpen, weten ze niet hoe ze die moeten beoefenen of toepassen. Deze problemen hebben betrekking op verwarring. Het andere type zijn daadwerkelijke moeilijkheden en problemen die mensen niet weten hoe ze die moeten oplossen. Dit type is iets ernstiger in vergelijking met verwarring, en het zijn problemen die leiders en werkers ook moeten rapporteren en waarvoor ze oplossingen moeten zoeken. De vorige keer hebben we voornamelijk gecommuniceerd dat het de verantwoordelijkheid van leiders en werkers is om problemen die in het werk worden ondervonden te rapporteren en naar oplossingen te zoeken, en we hebben vanuit een positief perspectief gecommuniceerd over bepaalde dingen die leiders en werkers moeten doen en waar ze op moeten letten. Vandaag zullen we ontleden welke manifestaties valse leiders vertonen met betrekking tot de achtste verantwoordelijkheid, en of ze al dan niet het werk uitvoeren dat leiders behoren uit te voeren en de verantwoordelijkheden vervullen die leiders behoren te vervullen. Als het gaat om het oplossen van problemen die in het werk worden ondervonden, zijn valse leiders in dit opzicht zeker niet bekwaam; ze slagen er niet in om dit aspect van het werk te doen en ze slagen er niet in om deze verantwoordelijkheid te vervullen. Er is een type valse leider dat tijdens het werk een bepaalde opvatting heeft en denkt: “Ik doe niet aan die formaliteiten als ik werk, noch besteed ik aandacht aan zoiets als kennis, geleerdheid, vaardigheden of dogma’s. Ik zorg er gewoon voor dat ik de waarheid van Gods woorden duidelijk communiceer tijdens bijeenkomsten, en dat is genoeg. Elke week houd ik twee bijeenkomsten voor kleine groepen, elke twee weken houd ik één bijeenkomst voor leiders en werkers, en elke maand houd ik een grote bijeenkomst voor alle broeders en zusters. Het is voldoende dat ik al dit soort bijeenkomsten goed organiseer.” Dit is hun basis en methode voor het uitvoeren van werk. Dit type leider en werker richt zich uitsluitend voortdurend op het houden van preken, en ze steken veel moeite in het zich toerusten met woorden en doctrines – ze bereiden overzichten, inhoud, voorbeelden en waarheden voor om over te communiceren voor elke bijeenkomst, en ze bereiden ook enkele plannen voor om de toestanden en problemen van bepaalde mensen op te lossen. Ze denken dat ze als leider of werker alleen maar goed hoeven te prediken, en dan hebben ze hun verantwoordelijkheden vervuld. Ze denken dat ze zich niet met andere dingen hoeven te bemoeien, zoals de vraag of de manier waarop het evangelie wordt gepredikt gepast is of niet, hoe het kerkpersoneel wordt toegewezen, of het personeel dat diverse soorten professioneel werk verricht bekwaam is en aan de norm voldoet – ze vinden dat het volstaat om deze zaken gewoon door de supervisors te laten afhandelen. Daarom, waar dit type persoon ook komt, richten ze zich op bijeenkomsten en het houden van preken, en ongeacht wat voor soort bijeenkomst er wordt gehouden, houden ze altijd een preek. Uiterlijk leiden ze mensen in het lezen van Gods woorden en in het leren zingen van gezangen, en af en toe praten ze over het werk. Dit type persoon weet van de problemen waarover vaak wordt gecommuniceerd, zoals welke van Gods woorden moeten worden gebruikt om te vergelijken met de problemen die door diverse soorten mensen worden ondervonden, evenals waarom mensen zich zwak voelen en en in welke gemoedstoestand ze verkeren, en over welke waarheden van Gods woorden moet worden gecommuniceerd om deze dingen op te lossen. Kortom, hun preken en communicaties bestrijken vele aspecten van de waarheid en de beoefening ervan; sommige hebben betrekking op het snoeien, sommige op beproevingen en loutering, sommige op het biddend lezen van Gods woorden, sommige op hoe men oordeel en tuchtiging moet ervaren, enzovoort – ze kunnen een beetje communiceren over diverse aspecten van de waarheid. Wanneer ze nieuwe gelovigen ontmoeten, houden ze preken voor nieuwe gelovigen, en wanneer ze mensen ontmoeten die al vele jaren in God geloven, kunnen ze enkele preken houden over de ingang in het leven. Maar als het gaat om werk dat enige professionele vaardigheid vereist, informeren ze nooit naar het werk of bestuderen ze nooit dingen die ermee te maken hebben, laat staan dat ze enig werk opvolgen, eraan deelnemen of er zich in verdiepen om problemen op te lossen. In hun ogen doen ze werk door preken te houden, Gods woorden te lezen en gezangen te leren, en dit zijn de verantwoordelijkheden van leiders en werkers; daarnaast is al het andere werk onbelangrijk, het is de zaak van andere mensen en het heeft niets met hen te maken, en zolang ze goed preken kunnen houden, kunnen ze gerust zijn. Wat betekent ‘gerust zijn’? Het betekent dat het beëindigen van een bijeenkomst voor hen hetzelfde is als het beëindigen van hun werk, en als het tijd is om te rusten, rusten ze. Ongeacht welke problemen er in het kerkelijke werk rijzen, ze negeren die, en als mensen hen zoeken om een probleem op te lossen, zijn ze heel moeilijk te vinden. Hoe druk het werk ook wordt, ze moeten hun middagdutje doen, en ze zijn gesteld op comfort terwijl andere mensen lijden kunnen verdragen en een prijs kunnen betalen. Ze denken: “Ik heb mijn preek gehouden, de bijeenkomst is voorbij en ik heb alles gezegd wat ik tegen jullie moest zeggen. Wat willen jullie nog meer dat ik zeg? Mijn werk is gedaan. De rest is jullie werk. Ik heb jullie Gods woorden verteld, dus handel gewoon volgens de principes. Wat betreft eventuele problemen die rijzen, dat is jullie zaak en het heeft niets met mij te maken. Jullie moeten zelf voor God gaan en bidden, samenkomen en communiceren om problemen op te lossen. Kom niet bij mij.” Als een bijeenkomst voorbij is, laten ze nooit iemand vragen stellen, willen ze nooit problemen oplossen, laat staan dat ze ooit in staat zijn om een probleem te ontdekken. Na de bijeenkomst beschouwen ze hun werk als gedaan, en slapen, eten en ontspannen ze op vaste tijden. Zijn dat geen valse leiders die helemaal geen daadwerkelijk werk uitvoeren? (Dat zijn ze.)

In sommige gevallen is een leider of werker al zes maanden in functie, en afgezien van degenen die dichter bij hen staan en hen vaak zien, krijgen de meeste broeders en zusters hen niet te zien. Ze horen hen alleen vaak online preken geven, maar als er een probleem is, lost de leider of werker het niet op. Sommige broeders en zusters ondervinden moeilijkheden in hun plichten die ze niet weten op te lossen; ze worden zo angstig dat ze niet stil kunnen zitten, en wanneer ze hun leider gaan zoeken, kunnen ze die niet vinden. Kan dit soort leider goed werk leveren? De broeders en zusters hebben geen idee waar hun leider elke dag zo druk mee is; er is een grote achterstand aan problemen en moeilijkheden, en ze weten niet wanneer hun leider die zal komen oplossen. Iedereen kijkt reikhalzend uit naar de komst van de leider om te helpen, maar hoelang ze ook wachten, de leider komt nooit opdagen. Zulke leiders en werkers zijn zeer ongrijpbaar, en weten zich goed verborgen te houden! Ze houden uitstekende preken en, nadat ze een preek hebben gehouden, kleden ze zich keurig aan en doen verder geen werk; ze trekken zich terug op een plek waar ze gesteld zijn op hun comfort. En ondanks dit alles denken ze nog steeds dat ze heel goed en naar behoren werken. Ze vinden niet dat ze verslappen: ze hebben hun preken en bijeenkomsten gehouden, alles gezegd wat ze moesten zeggen en alles uitgelegd wat ze moesten uitleggen. Ze willen zich nooit echt verdiepen in de broeders en zusters om het werk op te volgen en eraan deel te nemen, hen te helpen door controles uit te voeren, en hen te helpen problemen direct aan te pakken en op te lossen. Als ze op een probleem stuiten dat ze niet kunnen oplossen, weten ze ook niet dat ze het aan de Boven moeten rapporteren en bij de Boven naar een oplossing moeten zoeken. Ze denken er ook niet over na: “Kunnen de broeders en zusters zich aan de principes houden nadat ze die tijdens de communicatie hebben gehoord? En als ze weer moeilijkheden en verwarring in het werk ondervinden, zullen ze dan in staat zijn om aan de waarheid vast te houden en zaken volgens de principes aan te pakken? Verder, wie speelt er een positieve rol in het werk? En welke mensen spelen een negatieve rol? En zijn er mensen die hinder en verstoringen veroorzaken, of mensen die dingen verpesten, of absurde mensen die altijd met slechte ideeën komen? Hoe vordert het werk de laatste tijd?” Ze bekommeren zich stelselmatig niet om dergelijke kwesties en informeren er niet naar. Mensen als dezen lijken aan de oppervlakte werk te doen – ze geven preken, houden bijeenkomsten, bereiden preekconcepten en overzichten voor, en schrijven zelfs werkverslagen. Sommige leiders schrijven ook vaak preken over hun ervaringsgetuigenissen; ze blijven drie of vijf dagen achtereen in hun kamers schrijven en hebben zelfs iemand nodig om speciaal water voor hen in te schenken en eten te brengen, en niemand anders kan hen zien. Als je zegt dat ze geen daadwerkelijk werk uitvoeren, voelen ze zich onrecht aangedaan: “Hoezo doe ik geen daadwerkelijk werk? Ik leef met de broeders en zusters en ik houd altijd bijeenkomsten en preken. Ik preek tot mijn mond kurkdroog is, en soms blijf ik zelfs laat op.” Aan de buitenkant lijken ze echt druk en niet lui – ze geven veel preken en steken veel moeite in spreken en schrijven, ze brengen regelmatig boodschappen en brieven over, en brengen de door de Boven vereiste principes over, en ze communiceren ook ernstig en geduldig en benadrukken inhoud tijdens bijeenkomsten – ze spreken inderdaad heel veel, maar ze nemen nooit deel aan specifiek werk, ze volgen nooit werk op en ze zien nooit samen met de broeders en zusters enig probleem onder ogen. Als je hen vraagt hoe een bepaald werk vordert of wat de resultaten van het werk zijn, weten ze het niet en moeten ze het eerst aan iemand gaan vragen. Als je hen vraagt of de problemen van de vorige keer zijn opgelost, zeggen ze dat ze een bijeenkomst hebben gehouden en over de principes hebben gecommuniceerd. Stel dat je hen dan vraagt: “Hebben de broeders en zusters het werkelijk begrepen nadat je over de principes van de waarheid had gecommuniceerd? Kunnen ze nog steeds op een dwaalspoor raken? Wie van hen heeft een relatief beter begrip van de principes, wie is vaardiger in professioneel werk en wie heeft een beter kaliber en is het waard om gecultiveerd te worden?” Op geen van deze vragen hebben ze het antwoord; ze weten er niets van. Telkens wanneer je hen vraagt naar de status van het werk, zeggen ze: “Ik heb over de principes gecommuniceerd, ik heb net een bijeenkomst gehouden en ik heb hen net gesnoeid. Ze hebben hun toewijding uitgesproken en ze hebben de vastberadenheid om dit werk goed te doen.” Maar als het gaat om hoe het vervolgwerk vordert, hebben ze geen idee. Kunnen ze als leiders en werkers als capabel worden beschouwd? (Nee.) De werkwijze van dit type leider en werker is om alleen Gods woorden te lezen en enkele woorden en doctrines aan mensen te prediken, maar ze besteden geen aandacht aan het oplossen van daadwerkelijke problemen en zijn nog banger om die aan de Boven te rapporteren en bij de Boven naar oplossingen te zoeken – ze zijn erg bang dat de Boven erachter komt wat hun werkelijke situatie is. Wat is de aard van dergelijke handelingen? Wat voor soort persoon zijn ze in wezen? Om precies te zijn, zulke mensen zijn typische farizeeën. De manifestaties van farizeeën zijn als volgt: ze vertonen uiterlijk waardig gedrag, ze spreken en gedragen zich op een elegante manier, ze baseren al hun woorden en handelingen op de Bijbel, en als ze mensen ontmoeten en met hen praten, reciteren ze Bijbelverzen – vaak kunnen ze er vele uit hun hoofd opzeggen. Valse leiders zijn precies hetzelfde als farizeeën – aan de buitenkant kun je geen enkele fout bij hen vinden en ze ogen bijzonder geestelijk. Op hun uiterlijke woorden, handelingen en gedrag valt niets aan te merken, maar toch zijn ze niet in staat de vele problemen in het kerkelijke werk op te lossen. Wat betekent dit ‘geestelijk’ dan? Strikt genomen is het schijngeestelijkheid. Zulke schijngeestelijke mensen zijn elke dag druk in de weer, fladderend tussen grote en kleine groepen, en verkondigen Gods woorden overal waar ze komen. Aan de buitenkant lijkt het alsof zij, meer dan wie dan ook, van Gods woorden houden, er meer moeite voor doen en er meer kennis van hebben; ze kunnen zelfs het paginanummer van elke essentiële passage van Gods woorden uit hun hoofd opzeggen. Als iemand een probleem ondervindt, geven ze hem het paginanummer van een gerelateerde passage van Gods woorden en zeggen ze dat hij die moet gaan lezen. Aan de buitenkant lijkt het alsof ze in alles Gods woorden als criterium nemen, getuigen van Gods woorden wanneer hun iets overkomt, en er geen enkel probleem met hen is. Maar als je goed kijkt naar het werk dat ze uitvoeren, zijn ze dan in staat om problemen te ontdekken en op te lossen terwijl ze deze woorden prediken en doctrines verkondigen? Als ze door over de waarheid te communiceren een probleem ontdekken dat eerder in een werk nog niet was opgemerkt, en problemen oplossen die anderen niet konden oplossen, dan toont dit aan dat ze Gods woorden begrijpen en helder over de waarheid communiceren. Schijngeestelijke mensen zijn hier precies het tegenovergestelde van. Ze prenten Gods woorden in hun geheugen en prediken die overal, en hun gedachten en harten zijn vervuld van Gods woorden. Maar ongeacht of er in het werk een groot of klein probleem rijst, kunnen ze het niet zien of ontdekken. Aan het einde van bijeenkomsten vrezen ze het meest dat iemand een daadwerkelijk probleem aankaart en hen vraagt het op te lossen, en daarom vertrekken ze meteen wanneer de bijeenkomst voorbij is, denkend: “Als iemand me een vraag stelt en ik kan die niet beantwoorden, dan wordt dat zo ongemakkelijk en gênant!” Dit is hun werkelijke geestelijke ontwikkeling en ware toestand.

Denk na over welke leiders en werkers om jullie heen goed zijn in het communiceren over de waarheid om problemen op te lossen, en die zich onder de broeders en zusters kunnen mengen en samen met hen het werk op gang brengen bij het vervullen van hun plichten – deze leiders en werkers zijn in staat om hun verantwoordelijkheden te vervullen. Denk na over welke leiders en werkers om jullie heen goed zijn in het ontdekken en oplossen van problemen, en zich vooral richten op het uitvoeren van daadwerkelijk werk en daarbij de meeste resultaten boeken – dit zijn trouwe mensen, zeer verantwoordelijk en gewetensvol. Omgekeerd, als een leider uitblinkt in het prediken van woorden en verkondigen van doctrines, en op een logische en georganiseerde manier predikt, met een duidelijk kernpunt en inhoud, en op een gestructureerde wijze, en mensen enthousiast zijn over zijn preken, maar hij de broeders en zusters steeds ontwijkt, altijd bang is dat de broeders en zusters vragen zullen stellen, en schroomt om problemen samen met de broeders en zusters te bespreken en op te lossen, dan is die leider schijngeestelijk en is hij een valse leider. Wat voor soort mensen zijn de leiders en supervisors om jullie heen? Volgen ze, naast het bijwonen van bijeenkomsten en het houden van preken, doorgaans het werk op en nemen ze eraan deel, zijn ze in staat om regelmatig problemen in het werk te ontdekken en op te lossen, of verdwijnen ze gewoon na hun opwachting te hebben gemaakt op bijeenkomsten? Schijngeestelijke valse leiders zijn altijd bang dat ze niets te prediken hebben, en dat ze niets te zeggen hebben als ze de broeders en zusters ontmoeten, en dus oefenen ze in hun kamers in het onthouden van Gods woorden en hoe ze preken moeten houden. Ze menen dat prediken iets is wat je kunt aanleren en door memoriseren kunt bereiken, zoals het verwerven van kennis of het volgen van een universitaire opleiding, en dat ze een geest van dag en nacht studeren en onvermoeibare ijver moeten belichamen. Is dit begrip dat deze valse leiders erop nahouden niet afwijkend en absurd? (Ja, dat is het.) Zulke mensen verkondigen doctrines vanaf hun voetstuk en bemoeien zich met enkele irrelevante zaken, en dan denken ze dat ze leiderschapswerk uitvoeren. Ze gaan nooit naar de werkplek om het werk te leiden of problemen op te lossen, maar zitten in plaats daarvan vaak in hun kamers, ‘zich afzonderend om zich op hun zelfcultivering te richten’, en rusten zich toe met Gods woorden – is dit nodig? In welke omstandigheden kunnen leiders en werkers het kerkelijke werk en de broeders en zusters tijdelijk terzijde schuiven en zich gaan toerusten met de waarheid? Wanneer het werk niet druk is, en alle problemen die moeten worden opgelost zijn opgelost, en alle zaken die aandacht vereisen en principes die moeten worden uitgelegd zijn uitgelegd, en de broeders en zusters geen vragen of moeilijkheden hebben, en niemand verstoringen en hinder veroorzaakt, en het werk soepel kan verlopen, en er geen obstakels meer zijn, dan kunnen leiders en werkers Gods woorden lezen en zich toerusten met de waarheid – alleen dit is daadwerkelijk werk uitvoeren. Valse leiders werken niet zo; ze richten zich er altijd op om in de schijnwerpers te staan, en ze doen alleen wat in het oog springend werk dat anderen kunnen zien om op te vallen. Als ze wat nieuw licht kunnen vinden bij het lezen van Gods woorden of het luisteren naar een preek, hebben ze het gevoel dat ze iets hebben verkregen, dat ze de werkelijkheid van de waarheid hebben, en dan zoeken ze haastig naar een gelegenheid om een preek aan anderen te geven. Ze verkondigen doctrines op een systematische, logische en goed georganiseerde manier, met een duidelijk kernpunt en inhoud, en op een manier die krachtiger en diepgaander is dan een toespraak van een beroemdheid of een academische lezing, en ze voelen zich hier heel tevreden over. En toch denken ze bij zichzelf: “Wat zal ik de volgende keer prediken nadat ik deze preek heb gehouden? Ik heb niets anders.” En dus haasten ze zich weer weg en ‘zonderen zich af om zich op hun zelfcultivering te richten’, op zoek naar diepzinnige doctrines. Ze worden nooit gezien op de plek van het kerkelijke werk, en als mensen moeilijkheden hebben en wachten tot die worden opgelost, zijn deze valse leiders nergens te vinden. Voelen valse leiders zich niet beschroomd en ongemakkelijk? Ze kunnen geen daadwerkelijke problemen oplossen en toch willen ze nog steeds verheven preken houden om op te vallen. Deze mensen zijn volkomen schaamteloos.

Alle valse leiders kunnen woorden prediken en doctrines verkondigen; ze zijn allemaal schijngeestelijk, kunnen geen daadwerkelijk werk uitvoeren en begrijpen de waarheid niet, hoewel ze al vele jaren in God geloven – je zou kunnen zeggen dat ze geen geestelijk begrip hebben. In hun ogen volstaat het voor een kerkleider om wat woorden te prediken en doctrines te verkondigen, wat slogans te roepen en Gods woorden wat toe te lichten, waarna de mensen dan wel de waarheid zullen begrijpen. Ze weten niet wat het betekent om werk uit te voeren, ze weten niet wat de precieze verantwoordelijkheden van leiders en werkers zijn, en ze weten niet precies waarom Gods huis iemand als leider of werker aanstelt, of welke problemen daarmee precies opgelost moeten worden. Daarom – hoe Gods huis ook communiceert dat leiders en werkers het werk moeten opvolgen, inspecteren en er toezicht op moeten houden en dat ze problemen in het werk onmiddellijk moeten ontdekken en oplossen, enzovoort – nemen ze daarvan niets in zich op en begrijpen ze het niet. Ze zijn niet in staat om aan de vereisten te voldoen die Gods huis aan leiders en werkers stelt; problemen rond professionele vaardigheden bij het vervullen van plichten ontgaan hun, net als het principe voor het selecteren van supervisors, enzovoort, en zelfs als ze van deze problemen afweten, zijn ze nog steeds niet in staat om ze aan te pakken. Daarom blijven onder het leiderschap van zulke valse leiders allerlei problemen die in het werk van de kerk rijzen, onopgelost. Niet alleen de problemen rond professionele vaardigheden die Gods uitverkorenen ondervinden bij het vervullen van hun plichten, maar ook de moeilijkheden in de ingang in het leven van Gods uitverkorenen blijven voor lange tijd onopgelost. En wanneer sommige leiders, werkers of supervisors voor allerlei werkzaamheden geen daadwerkelijk werk kunnen uitvoeren, worden ze niet onmiddellijk verwijderd of worden hun toegewezen plichten niet onmiddellijk aangepast, enzovoort. Geen van deze problemen wordt tijdig opgelost, met als gevolg dat de efficiëntie van allerlei werkzaamheden in de kerk voortdurend afneemt en de effectiviteit van het werk steeds slechter wordt. Wat het personeel betreft, worden degenen die enigszins begaafd en welbespraakt zijn leiders en werkers, terwijl degenen die de waarheid liefhebben, die zich in zwaar werk kunnen storten en onvermoeibaar en zonder klagen werken, niet worden bevorderd en gecultiveerd en als arbeiders worden behandeld. Ook wordt allerlei technisch personeel met specifieke sterke punten niet op een redelijke manier ingezet. Bovendien ontvangen sommige mensen die hun plicht oprecht vervullen, geen geestelijke voorziening en vervallen daardoor in negativiteit en zwakheid. Sterker nog, ongeacht hoeveel kwaad antichristen en kwaadaardige mensen doen, is het alsof valse leiders het niet hebben gezien. Als iemand een kwaadaardig persoon of een antichrist ontmaskert, zeggen valse leiders zelfs tegen hem dat hij die persoon met liefde moet behandelen en hem een kans moet geven om berouw te tonen. Door dit te doen, laten ze kwaadaardige mensen en antichristen vrij hun gang gaan en verstoringen in de kerk veroorzaken, wat ertoe leidt dat het lang duurt voordat deze kwaadaardige mensen, niet-gelovigen en antichristen worden verwijderd of verdreven, en ze kunnen doorgaan met kwaad doen in de kerk en het kerkelijke werk verstoren. Valse leiders kunnen geen van deze problemen aanpakken en oplossen; ze zijn niet in staat om mensen eerlijk te behandelen of het werk op een redelijke manier te regelen, maar handelen in plaats daarvan roekeloos en voeren alleen wat nutteloos werk uit, waardoor ze van het kerkelijke werk een puinhoop en chaos maken. Ongeacht hoe Gods huis over de waarheid communiceert of hoe het de principes benadrukt die moeten worden nageleefd bij het uitvoeren van het werk van de kerk – het inperken van degenen die ingeperkt moeten worden, het verwijderen van degenen die verwijderd moeten worden uit de verschillende soorten kwaaddoeners en niet-gelovigen, en het bevorderen en cultiveren van mensen met een goed kaliber en bevattingsvermogen, en van mensen die de waarheid nastreven en bevorderd en gecultiveerd behoren te worden – hoewel hierover talloze keren wordt gecommuniceerd, begrijpen of bevatten valse leiders dit niet, maar blijven ze gewoon vasthouden aan hun schijngeestelijke opvattingen en ‘liefdevolle’ benaderingen. Valse leiders geloven dat, onder hun serieuze en geduldige leiding, alle soorten mensen ordelijk hun eigen rol vervullen, zonder chaos, dat iedereen behoorlijk veel geloof heeft, bereid is om zijn plichten te doen, niet bang is om naar de gevangenis te gaan en gevaar onder ogen te zien, en dat iedere persoon vastbesloten is om lijden te verduren en niet bereid is om een Judas te worden. Ze menen dat een goede sfeer in het kerkleven betekent dat ze hun werk goed hebben uitgevoerd. Of er nu in de kerk gevallen zijn van kwaadaardige mensen die verstoringen veroorzaken, of van ongelovigen die ketterijen en drogredenen verspreiden, ze beschouwen dit niet als problemen en voelen geen noodzaak om het op te lossen. Als het gaat om iemand aan wie ze werk hebben toevertrouwd en die roekeloos handelt naar eigen wil en het evangeliewerk verstoort, zijn valse leiders zelfs nog blinder. Ze zeggen: “Ik heb de werkprincipes uitgelegd die ik moest uitleggen en hun keer op keer gezegd wat ze moesten doen. Als er problemen rijzen, heeft dat niets met mij te maken.” Maar ze weten niet of die persoon geschikt is, daar bekommeren ze zich niet om, en ze weten niet of wat ze hebben gezegd toen ze hem uitlegden wat hij moest doen, positieve resultaten kan opleveren, of welke gevolgen het zal hebben. Telkens wanneer valse leiders een bijeenkomst houden, spreken en verkondigen ze eindeloos veel woorden en doctrines, maar dan blijkt dat ze geen enkel probleem kunnen oplossen. Toch menen ze dat ze geweldig werk uitvoeren, zijn ze zelfingenomen en vinden ze zichzelf fantastisch. In feite kunnen de woorden die ze spreken en de doctrines die ze verkondigen alleen die verwarde, domme en dwaze mensen afschepen, die onwetend zijn en een laag kaliber hebben. Nadat deze mensen deze woorden hebben gehoord, zijn ze verward en geloven ze dat wat de valse leiders zeiden zo juist is, dat niets van wat ze zeiden verkeerd is. Valse leiders kunnen alleen deze verwarde mensen tevredenstellen en zijn fundamenteel niet in staat om daadwerkelijke problemen op te lossen. Vanzelfsprekend zijn valse leiders nog minder in staat om problemen aan te pakken rond professionele vaardigheden en kennis – ze zijn volkomen machteloos als het hierover gaat. Neem bijvoorbeeld het tekstuele werk van Gods huis. Dit is het werk dat valse leiders de meeste hoofdpijn bezorgt. Ze kunnen niet goed onderscheiden wie geestelijk begrip en een goed kaliber heeft en geschikt is voor tekstueel werk. Ze beschouwen iedereen met een bril en een hoge opleiding als iemand met een goed kaliber en geestelijk begrip, en dus regelen ze dat die mensen het doen, en zeggen tegen hen: “Jullie zijn allemaal getalenteerd in tekstueel werk. Ik begrijp dit werk niet, dus het rust allemaal op jullie schouders. Gods huis vereist niets anders van jullie, alleen dat jullie je sterke punten benutten, niets achterhouden en alles wat jullie hebben geleerd bijdragen. Jullie behoren dankbaar te zijn en God te danken dat Hij jullie heeft verheven.” Nadat de valse leiders een reeks krachteloze en oppervlakkige woorden hebben gesproken, hebben ze het gevoel dat het werk is geregeld en dat ze alles hebben gedaan wat ze moesten doen. Ze weten niet of de mensen die ze hebben aangesteld geschikt zijn of niet, noch weten ze wat de tekortkomingen van deze mensen zijn op het gebied van vakkennis, of hoe ze die zouden moeten aanvullen. Ze weten niet hoe ze mensen moeten bezien en onderscheiden, ze begrijpen geen vakinhoudelijke problemen en ze hebben geen verstand van kennis over schrijven – ze zijn volkomen onwetend over deze dingen. Ze zeggen dat ze deze dingen niet begrijpen of bevatten, maar in hun hart denken ze: “Jullie zijn toch alleen maar een beetje beter opgeleid en deskundiger dan ik? Hoewel ik jullie niet kan begeleiden in dit werk, ben ik geestelijker dan jullie, kan ik beter prediken dan jullie en begrijp ik Gods woorden beter dan jullie. Ik ben degene die jullie leidt, ik ben jullie meerdere. Ik moet de leiding over jullie hebben, en jullie moeten doen wat ik zeg.” Valse leiders beschouwen zichzelf als superieur, maar toch kunnen ze met geen enkele waardevolle suggestie komen voor wat voor werk dan ook dat professionele vaardigheden vereist, en zijn ze evenmin in staat om enige begeleiding te geven. Hoogstens kunnen ze het personeel redelijk toewijzen; het daaropvolgende werk kunnen ze niet uitvoeren. Ze proberen geen vakkennis op te doen en ze volgen het werk niet op. Alle valse leiders zijn schijngeestelijk; het enige wat ze kunnen is wat woorden prediken en doctrines verkondigen, en dan denken ze dat ze de waarheid begrijpen en scheppen ze voortdurend op ten overstaan van Gods uitverkorenen. Bij elke bijeenkomst preken ze urenlang, en toch blijkt dat ze geen enkel probleem kunnen oplossen. Ze zijn volkomen onwetend als het gaat om problemen met betrekking tot vakkennis bij het vervullen van de plichten van mensen; het zijn duidelijk leken, maar toch doen ze alsof ze geestelijk zijn en geven ze leiding aan het werk van de professionals – hoe kunnen ze op deze manier het werk goed uitvoeren? Dat valse leiders niet proberen om vakkennis op te doen en geen daadwerkelijk werk kunnen uitvoeren, wekt al weerzin bij de mensen op, en bovendien doen ze alsof ze geestelijke mensen zijn en pronken ze met hun geestelijke woorden, wat hun gebrek aan verstand verraadt! Dit is niet anders dan de farizeeën. Het toppunt van het gebrek aan verstand van de farizeeën was dat God hen verafschuwde, en toch waren ze zich daar totaal niet van bewust en vonden ze zichzelf nog steeds behoorlijk goed en zeer geestelijk. Valse leiders hebben zo'n gebrek aan zelfbewustzijn; ze kunnen duidelijk geen daadwerkelijk werk uitvoeren en toch doen ze alsof ze geestelijk zijn, en worden ze huichelachtige farizeeën. Zij zijn precies degenen die God verwerpt en verwijdert.

Wat is het belangrijkste kenmerk van valse leiders die zich voordoen als geestelijke mensen? Dat ze goed zijn in het houden van preken. Deze ‘preken’ zijn geen ware preken. Het zijn geen preken waarin over de waarheid wordt gecommuniceerd, noch zijn het preken die de werkelijkheid van de waarheid bezitten. Het zijn veeleer preken van woorden en verkondigingen van doctrines; het zijn schijngeestelijke preken, preken van de farizeeën. Valse leiders zijn erg goed in hard werken aan de woorden en zinsneden van Gods woorden, ze besteden speciale aandacht aan het prediken van woorden en het verkondigen van doctrines, en toch zoeken ze nooit de waarheid in Gods woorden en denken ze nooit na over hoe ze de werkelijkheid van de waarheid moeten binnengaan. Ze zijn tevreden met het louter kunnen prediken van woorden en verkondigen van doctrines; zodra ze de doctrine helder en logisch hebben verkondigd, vinden ze dat goed genoeg en denken ze dat ze de werkelijkheid van de waarheid bezitten, dat ze voor anderen kunnen staan en hun gewicht in de schaal kunnen leggen, en mensen vanaf hun voetstuk de les kunnen lezen. Oppervlakkig gezien lijkt wat ze zeggen en doen verband te houden met de waarheid, lijken ze geen verstoringen of hinder te veroorzaken, noch lijken ze onjuiste uitspraken te bepleiten of aan te zetten tot onjuiste praktijken. En toch is er één probleem, namelijk dat ze geen daadwerkelijk werk op zich kunnen nemen, of ook maar het geringste deel van hun verantwoordelijkheid kunnen vervullen, wat er uiteindelijk toe leidt dat ze niet in staat zijn om ook maar enig probleem in het werk te ontdekken. De manier waarop ze werken doet denken aan een blinde die op de tast zijn weg zoekt: ze gaan altijd af op hun gevoelens en verbeelding om blindelings regels op zaken toe te passen. Ze zijn totaal niet in staat om de essentie van problemen helder te zien, en toch verkondigen ze er nog onzin over – ze kunnen daadwerkelijke problemen totaal niet oplossen. Als een valse leider de waarheid werkelijk zou begrijpen, zou hij vanzelfsprekend in staat zijn om problemen te ontdekken en de waarheid te zoeken om ze op te lossen. Maar valse leiders begrijpen de waarheid duidelijk niet, en toch doen ze alsof ze geestelijk zijn, denken ze dat ze in staat zijn om het werk van de kerk uit te voeren en durven ze gewetenloos te genieten van de voordelen van hun status. Is dat niet weerzinwekkend? Ze denken dat ze een echte vaardigheid bezitten – dat ze kunnen prediken. Maar ze kunnen simpelweg geen daadwerkelijk werk uitvoeren. De woorden en doctrines die valse leiders kennen en prediken en verkondigen, kunnen hen niet helpen om hun werk goed uit te voeren, noch om problemen in het werk te ontdekken, en nog veel minder om alle problemen op te lossen waarmee ze worden geconfronteerd. Na enige tijd gewerkt te hebben, zijn ze niet in staat om over enige ervaringsgetuigenis te spreken. Is zo’n leider of werker capabel? Het is overduidelijk dat dit niet het geval is. En hoe behoren valse leiders die niet aan de norm voldoen te worden behandeld? Ze moeten niet alleen worden ontheven en verwijderd, maar als ze geen berouw tonen, kunnen ze bij een verkiezing ook niet opnieuw worden gekozen om als leider of werker te dienen. Als iemand een valse leider of valse werker kiest die is verwijderd, verstoort en schaadt hij willens en wetens het werk van de kerk, en dit toont aan dat de kiezer een aanbidder en volgeling van die valse leider is, en niet iemand die werkelijk in God gelooft. Hebben jullie ooit een schijngeestelijke valse leider gekozen? (Ja.) Ik veronderstel dat jullie er heel wat hebben gekozen. Jullie denken dat iemand die al vele jaren in God gelooft, veel van Gods woord heeft gelezen en veel preken heeft gehoord, overvloedige ervaring heeft met prediken en werken, en urenlang kan prediken, zeker in staat is om werk uit te voeren. Nadat jullie hen dan als leider hebben gekozen, ontdekken jullie een ernstig probleem: de broeders en zusters zien hen nooit en kunnen hen nooit vinden als er een probleem is. Niemand weet waar ze zich schuilhouden; ze verschansen zich ergens en laten zich door niemand storen. Dat is een probleem. Ze spelen altijd verstoppertje op kritieke momenten in het werk en broeders en zusters kunnen hen nooit vinden wanneer ze nodig zijn om een probleem op te lossen – verwaarlozen ze niet hun eigenlijke plichten? Waarom durven sommige mensen de broeders en zusters niet onder ogen te komen zodra ze leider worden? Waarom zijn ze nergens te vinden? Wat houdt hen precies bezig? Waarom lossen ze geen daadwerkelijke problemen op? Waarmee ze zich ook bezighouden, hiervan kun je zeker zijn: als ze een tijdje geen daadwerkelijk werk uitvoeren, zijn ze een valse leider en moeten ze snel worden verwijderd en moet er iemand anders worden gekozen. Zouden jullie in de toekomst dit soort valse leiders kiezen? (Nee.) Waarom niet? Wat denken jullie dat het gevolg is van het kiezen van een blinde als je gids? Die persoon is zelf blind, dus kan hij dan anderen op het juiste pad brengen? Het is precies zoals Gods woorden in de Bijbel zeggen: “Als de ene blinde de andere leidt, vallen beiden in een kuil” (Matteüs 15:14). Een blinde loopt zonder richting of doel; hoe kan hij anderen leiden? Als iemand een blinde als gids kiest, dan is hij zelf nog blinder. Er is een gezegde onder de ongelovigen: “Een blinde de weg vragen.” Een valse leider kiezen om als kerkleider te dienen, is als een blinde de weg vragen. Dat is toch absurd? Allen die hun stem uitbrengen op een valse leider zijn blinden die een blinde kiezen en geen van hen begrijpt de waarheid.

Wanneer sommige mensen een schijngeestelijke persoon als leider kiezen, voelen ze zich zo gelukkig en denken: “We hebben nu een geweldige leider. Onze leider is echt goed in het houden van preken. Ze prediken op een zeer logische en gestructureerde manier, en hun preken snijden veel hout.” Sommige mensen die geen onderscheidingsvermogen hebben, zijn tot tranen toe bewogen, voelen een grote gehechtheid aan deze leider en willen niet eens hun plicht vervullen. Ze begrijpen de dingen vrij helder wanneer ze naar communicatie luisteren, maar wanneer ze problemen ontdekken tijdens het vervullen van hun plicht, weten ze niet hoe ze die moeten oplossen, voelen ze zich verward en denken: “Ik lijk alles te begrijpen wanneer ik naar de communicatie van de leider luister, dus hoe komt het dat ik de moeilijkheden die ik in mijn werk tegenkom niet kan oplossen?” Wat is hier het probleem? Alles wat dit soort valse leiders prediken en verkondigen, is woorden en doctrines, lege frasen, slogans en onzin. Wat ze prediken, lost jouw daadwerkelijke problemen niet op; ze houden je voor de gek. Ze voeden je met illusies en roepen een paar slogans om je ten onrechte te laten geloven dat de problemen zijn opgelost, terwijl ze in feite niet communiceren over de principes van de waarheid met betrekking tot je problemen. Hoe kunnen problemen worden opgelost door op deze manier te communiceren? De doctrines die ze verkondigen hebben niets te maken met daadwerkelijke problemen; ze vermijden de essentie van alle problemen en spreken op een lege manier over theorieën. Ze prediken en verkondigen alleen woorden, doctrines en geestelijke theorieën. Ze hebben geen idee wat de werkelijkheid van de waarheid is, en wanneer er problemen ontstaan, raken ze in de war. De preken die ze geven, kunnen geen daadwerkelijke problemen oplossen; die preken zijn slechts theorie, kennis en doctrine. Dit soort valse leiders prediken Gods woorden en de waarheid alsof het slechts woorden, doctrines en slogans zijn. Ze vermijden alle daadwerkelijke problemen en prediken alleen woorden die hol en onpraktisch zijn. En wat zal er uiteindelijk gebeuren? Hoelang ze ook prediken, hun preken zullen hoogstens het effect hebben van het aanmoedigen en aansporen van mensen, waardoor mensen iets enthousiaster worden en een energiestoot krijgen, maar ze kunnen geen enkel ander probleem oplossen. De waarheid staat niet los van de werkelijkheid, maar is juist verbonden met de werkelijkheid en met allerlei problemen die daadwerkelijk bestaan. Zullen jullie nu dus in staat zijn om schijngeestelijke valse leiders te onderscheiden wanneer jullie ze de volgende keer tegenkomen? Zo niet, laat dan, wanneer jullie op iemand willen stemmen om leider te worden, die persoon eerst een paar problemen oplossen. Als die persoon ze in overeenstemming met de principes oplost, en als hij behoorlijk goede resultaten behaalt en de problemen oplost met behulp van de werkelijkheid van de waarheid, dan kunnen jullie op hem stemmen; als die persoon de essentie van de problemen en de werkelijke situatie vermijdt en er niet over praat, en het enige wat hij kan doen is op een lege manier doctrines verkondigen, slogans roepen en zich aan regels houden, dan kunnen jullie niet op hem stemmen. Waarom kunnen jullie niet op die persoon stemmen? (Omdat hij niet in staat is om daadwerkelijke problemen op te lossen.) En wat voor soort persoon is niet in staat om daadwerkelijke problemen op te lossen? Een persoon die alleen woorden kan prediken en doctrines kan verkondigen – hij is een huichelachtige, schijngeestelijke farizeeër. Hij heeft niet het kaliber dat nodig is om de waarheid te begrijpen, hij is niet bekwaam om problemen op te lossen, en dus als je hem als leider kiest, zal hij onvermijdelijk een valse leider zijn. Hij is niet in staat om het werk van een leider uit te voeren of de verantwoordelijkheden van een leider te vervullen. Zou je hem dus niet schaden als je op hem stemde? Sommige mensen zeggen: “Hoe is dat hem schaden? We bedoelen het goed door op hem te stemmen. Hij heeft enig kaliber, en als we hem kiezen, hebben we dan niet iemand die de verantwoordelijkheid voor het werk kan dragen?” Natuurlijk is het een goede zaak om iemand te hebben die verantwoordelijkheid draagt, maar dit soort persoon is niet in staat om verantwoordelijkheid te dragen. Het enige wat hij kan doen is op een lege manier over theorieën spreken; hij houdt geen rekening met de werkelijke situatie en hij dient tot niets bij het oplossen van problemen. Dus door op hem te stemmen, geef je hem dan niet de kans om kwaad te doen? Dwing je hem dan niet om de weg van een valse leider te bewandelen? Daarom moet je zulke mensen niet als leiders kiezen.

Kunnen jullie onderscheiden wie van de mensen in jullie omgeving, met wie jullie vaak contact hebben en die jullie goed kennen, alleen maar over doctrines kan spreken en geen daadwerkelijke problemen kan oplossen? Wie predikt altijd hoogdravende theorieën en stelt nieuwe en unieke plannen voor waar nog nooit iemand van heeft gehoord, maar raakt verward en staat met zijn mond vol tanden als hem gevraagd wordt hoe de specifieke uitvoeringsplannen en concrete details in praktijk gebracht moeten worden en geïmplementeerd? Wat ze zeggen is erg hol en volkomen onrealistisch, en het houdt geen verband met of strookt niet met de werkelijke situatie, de feitelijke omgeving, wat mensen daadwerkelijk kunnen bereiken, de geestelijke ontwikkeling van mensen en het niveau van hun professionele vaardigheden. Sterker nog, wat ze zeggen strookt niet met de vereisten van Gods huis; ze praten gewoon onzin, laten hun fantasie de vrije loop en flappen er impulsief uit wat er maar in hen opkomt. Ze denken dat ze voor niets van wat ze zeggen verantwoording hoeven af te leggen, zelfs niet als ze opscheppen en pochen. Met deze houding uiten ze hun opvattingen en opperen ze hun ideeën – zijn dat geen schijngeestelijke mensen? (Ja.) Sommige mensen geloven dat niemand opschepperij, pocherij of hoogdravende ideeën toch al serieus neemt, en dat het bovendien laat zien hoe capabel ze zijn. Ze denken dat als ze het bij het verkeerde eind hebben, ze er geen verantwoording voor hoeven af te leggen, en als ze het bij het juiste eind hebben, iedereen hen hoog zal achten, en dus zeggen ze wat ze maar willen en stellen ze alles heel eenvoudig voor. Ze hebben tal van ideeën, maar niet één daarvan is voorzien van een concreet uitvoeringsplan dat naar behoren kan worden geïmplementeerd. Ze nemen geen enkele opvatting die ze opperen serieus, of die nu zuiver of afwijkend is. Vandaag zeggen ze het ene en morgen het andere, en hoewel de opvattingen, theorieën en grondslagen die ze aanvoeren allemaal erg hoogdravend zijn, zijn ze stuk voor stuk hol en onuitvoerbaar. Af en toe spreken ze over een plan dat niet hol of afwijkend en absurd is, maar als hen gevraagd wordt hoe het plan concreet moet worden uitgevoerd, kunnen ze niets zeggen. Bij het roepen van leuzen, het uiten van hoogdravende woorden en het verkondigen van opvattingen zijn ze zeer enthousiast en proactief. Maar als het aankomt op het verrichten van concreet werk en het uitvoeren van specifieke plannen, verdwijnen ze spoorloos, duiken ze onder en hebben ze geen enkele opvatting meer. Kunnen zulke mensen leiders zijn? (Nee.) Wat zijn dan de gevolgen als zulke mensen leiders worden? Zullen ze niet zowel anderen als zichzelf schaden? Ze zullen het werk van de kerk vertragen en bovendien berokkenen ze zichzelf grote schade. De doctrines die ze verkondigen zijn slechts beperkte zaken, en als ze die eenmaal hebben verkondigd, hebben ze niets meer te zeggen, en dus zullen ze zich altijd moeten verbergen en ‘zich afzonderen om zich op hun zelfcultivering te richten’. Maakt dit het niet moeilijk voor hen? Zodra ze leider worden, zullen ze het gevoel hebben dat er drie grote bergen op hun hoofd drukken, zullen ze zich elke dag uitgeput en zeer onder druk voelen staan – wat voor zin heeft het dat ze zo lijden? Ze hebben niet het kaliber om leider te zijn, en als ze problemen ondervinden, passen ze lukraak regels toe naar eigen inzicht en kunnen ze geen daadwerkelijke problemen oplossen – zulke mensen kunnen geen leiders zijn. Ze zijn niet in staat om daadwerkelijk werk te doen, dus zullen ze valse leiders zijn, en ze zullen zichzelf nog steeds geweldig vinden, zelfs als ze de ingang in het leven van de broeders en zusters vertragen. Als jullie het kaliber en het karakter van deze schijngeestelijke mensen zouden kunnen ontdekken en doorgronden, zouden jullie dan nog steeds op hen stemmen als leiders? Als jijzelf zo iemand bent en iemand wil op je stemmen, wat zou je dan doen? (Ik zou wat zelfbewustzijn hebben en verklaren dat ik niet geschikt ben om leider te zijn.) En als iedereen, nadat je deze verklaring hebt afgelegd, nog steeds denkt dat je goed bent en erop staat om op je te stemmen, wat zou je moeten doen? Zeg dan tegen hen: “Ik kan geen leiderschapswerk doen, ik kan dat werk niet aan. Oppervlakkig gezien lijk ik wat kaliber te hebben, en soms heb ik goede ideeën en breng ik een beetje licht, maar meestal predik ik alleen maar woorden en verkondig ik alleen maar doctrines. Ik kan echt geen leider of werker zijn. Ik ben niet beter dan jullie. Wat jullie ook doen, stem alsjeblieft niet op mij. Zelfs als ik de meeste stemmen krijg, kan ik nog steeds geen leider zijn. Ik wil niemand schaden! Ik ben eerder leider geweest, en elke keer faalde ik en werd ik ontheven. Elke keer dat ik werd ontheven, was dat omdat mijn kaliber ondermaats was, het me aan werkvermogen ontbrak en ik geen praktisch werk kon doen. Het enige wat ik kon doen was woorden prediken en doctrines verkondigen, en daarnaast was ik niet in staat om goed te presteren of ook maar een van de verantwoordelijkheden te vervullen die leiders behoren te vervullen. Ik was een valse leider.” Dit is zelfbewustzijn hebben, niet slechts in een paar woorden zeggen dat je ongeschikt bent om leider te zijn en het daarbij laten. Sommige mensen denken: “Ik heb zoveel jaren mijn plicht in deze groep vervuld en ik zou hoe dan ook als een oudgediende moeten worden beschouwd. Zelfs als ik nooit een bijdrage heb geleverd, heb ik hard gewerkt, dus hoe komt het dat niemand mijn sterke punten heeft ontdekt? Ik ben ook geschikt als leider. Ik kom vaak met gedachten, ideeën en suggesties die behoorlijk waardevol zijn en praktisch nut hebben. Of leiders ze nu overnemen of niet, ik ben in ieder geval iemand met attitudes, ideeën en opvattingen. Waarom stemt niemand op mij?” Als jij zo denkt, dan kun je jezelf als volgt evalueren: zijn die gedachten, ideeën en suggesties die je hebt slechts uitspraken, of hebben ze werkelijk praktisch nut? Ben je in staat om allerlei moeilijkheden in het werk te ontdekken en op te lossen? Zijn je gedachten en ideeën bruikbaar? Kun je het werk aan? Als je gedachten en opvattingen op het niveau van woorden en doctrines blijven steken, geen praktisch nut hebben en – nog belangrijker – niet overeenstemmen met de werkprincipes van Gods huis, hoe is het dan precies met je kaliber gesteld? Als je tot leider wordt gekozen, kun je dan de verantwoordelijkheden van leiders en werkers vervullen? Is je verlangen om leider te zijn ingegeven door ambitie, of door een gevoel van last? Als je werkelijk werkvermogen bezit en het vermogen om problemen op te lossen, en je wordt angstig wanneer je ziet dat bepaalde leiders en werkers hun werk zeer slecht uitvoeren en geen enkel probleem kunnen oplossen; je doet suggesties, maar ze luisteren niet, ze kunnen de problemen niet oplossen, maar rapporteren die ook niet aan de Boven; als je je daardoor zorgen maakt om het werk van Gods huis en het je onverdraaglijk dwarszit om te zien hoe valse leiders het werk van de kerk vertragen, dan toont dat aan dat je werkelijk een last draagt. Maar als je alleen maar de goedkeuring van iedereen wilt, een groter publiek wilt vinden en meer mensen naar je wilt laten luisteren wanneer je predikt en hoogdravend spreekt, alleen maar omdat je wat ideeën hebt, en als je boven de massa wilt uitsteken, dan getuigt dat niet van een last – dat is ambitie. Ambitieuze mensen kunnen alleen maar woorden spreken en doctrines verkondigen, en alle ideeën die ze hebben zijn ook niets meer dan lege woorden en doctrines. Wanneer zulke mensen leiders worden, zijn het onvermijdelijk valse leiders, en als het boosaardige mensen zijn, zijn het antichristen. Als je ideeën op het niveau van lege woorden blijven steken, dan ben je, zodra je leider wordt, onvermijdelijk net als elke schijngeestelijke valse leider. Je zult je altijd ‘afzonderen om je op je zelfcultivering te richten’, anders raak je in een crisis en heb je niets te prediken. Als je precies hetzelfde bent als zij, en terwijl je vanaf je voetstuk predikt, niet in staat bent om ook maar enig probleem in het werk te ontdekken, en vanzelfsprekend ook niet in staat bent om ook maar enig probleem op te lossen, dan ben je onvermijdelijk een valse leider. En wat gebeurt er uiteindelijk met valse leiders? Ze worden uit hun functie ontheven omdat ze niet in staat zijn om daadwerkelijk werk uit te voeren – ze zijn voorbestemd om dit pad te bewandelen.

Er zijn veel mensen die zich in hun hart altijd verontwaardigd voelen en staan te popelen om hun slag te slaan, en telkens wanneer het tijd is om een leider of een supervisor te kiezen, willen zij altijd degene zijn die wordt gekozen. Sommige mensen denken dat zij het langst in God hebben geloofd, het meeste leed hebben verdragen, het langst hun plicht hebben vervuld en met de meeste trouw, en het meest in aanmerking komen voor het leiderschap, en dus willen ze dat andere mensen hen kiezen. Wat zul je kunnen doen als andere mensen je kiezen? Zul je de titel van valse leider kunnen vermijden? Zul je de verantwoordelijkheden van leiders en werkers kunnen vervullen? Dit zijn allemaal daadwerkelijke problemen, maar niemand overweegt zulke dingen. Onder deze mensen zijn sommigen van voldoende kaliber. Ze kunnen de waarheid zoeken wanneer zich in hun plicht problemen voordoen, en wanneer ze de waarheid begrijpen en in staat zijn om zaken volgens de principes aan te pakken, kunnen ze aan de norm voldoen. Als zulke mensen de waarheid begrijpen, liefhebben en kunnen nastreven, en bovendien een relatief goede menselijkheid hebben, dan is het voor hen geen enkel probleem om leiders en werkers te worden die aan de norm voldoen – dat zal niet erg moeilijk zijn. Sommige mensen klagen er altijd over dat hun werk moeilijk is, ze zijn niet bereid om zich in te spannen of de prijs te betalen als het op de waarheid aankomt, en ze morren als ze worden gesnoeid. Kunnen zulke mensen leiders en werkers zijn die aan de norm voldoen? Hun intenties en attitude zijn gewoon verkeerd, het zijn geen mensen die de waarheid nastreven, en wat God ook van hen eist, ze nemen een negatieve houding aan. Zulke mensen verdienen het niet om leiders en werkers te zijn. Ze dragen geen last in hun hart, en hoe duidelijk of helder de werkregelingen van Gods huis ook worden uiteengezet, ze zijn nog steeds niet bereid om hard te werken om het werk goed te doen. Eigenlijk is het niet moeilijk om het werk goed te doen. Waarom is het niet moeilijk? Ten eerste heeft Gods huis specifieke werkregelingen voor al het werk van de kerk, en heeft de Boven er specifieke bepalingen voor vastgesteld, dus wordt van jullie niet geëist dat jullie innovatief zijn in enig werkonderdeel of het zelfstandig hoeven te voltooien. De Boven heeft jullie een kader en een richting gegeven, heeft jullie principes gegeven, en heeft jullie minimumnormen gegeven; bij het uitvoeren van jullie taken werken jullie niet in het wilde weg, en het ontbreekt jullie niet aan richting. Ten tweede, bij elk werkonderdeel, ongeacht wie de supervisor is, en ongeacht of de focus van het werk in het buitenland of in het binnenland ligt, is het voornaamste dat de broeder Boven het werk opvolgt, begeleidt, er toezicht op houdt, het inspecteert en er regelmatig navraag over doet. Hoe specifiek zijn deze handelingen? De broeder Boven is persoonlijk betrokken bij en volgt elk script, elke film, elk programma, elk gezang, enzovoort op. Ik ben ook betrokken bij een deel van het werk, en geef jullie een algemene richting en een kader. Ten derde, voor elk aspect van het werk dat de waarheidsprincipes betreft, communiceert de Boven ook regelmatig met jullie over de waarheidsprincipes, begeleidt Hij jullie werk, snoeit Hij jullie, houdt Hij toezicht en zal Hij te allen tijde jullie afwijkingen corrigeren. Ten vierde, wat betreft belangrijk personeels- en administratief werk, helpt de Boven jullie persoonlijk door controle uit te oefenen en beslissingen te nemen. Feit is dat, welk werk jullie ook doen, jullie het niet zelfstandig voltooien; het wordt allemaal geregeld, geleid, geïnstrueerd en gecontroleerd door de Boven. Dus wat doen jullie dan? Jullie genieten gewoon van een gespreid bedje – jullie zijn zo gezegend! Jullie hoeven je nergens zorgen over te maken; jullie hoeven alleen maar de handen uit de mouwen te steken. Dat is het werk dat jullie is toevertrouwd. Hebben jullie hiervoor ooit een extra prijs betaald? (Nee.) De Boven heeft al dit grote, belangrijke werk gedaan. Daarom is het werk dat jullie doen heel gemakkelijk en zijn er geen grote moeilijkheden. Als mensen onder zulke omstandigheden hun werk nog steeds niet goed doen, dan is dat onvergeeflijk, en het bewijst dat ze eenvoudigweg niet met hart en ziel hun werk doen of hun verantwoordelijkheden vervullen. Sommige mensen zeggen: “Wie maakt er nu geen fouten in zijn werk? Is het dan niet toegestaan dat mensen fouten maken?” Er wordt niet van jullie geëist dat jullie een perfecte score behalen; een voldoende is al genoeg. Dan geldt dat jullie de verantwoordelijkheden van leiders en werkers hebben vervuld. Is dit veeleisend? (Nee.) Het is gemakkelijk om een voldoende te halen op basis van de richting en het toezicht van de Boven; het hangt er alleen van af of mensen oprecht de waarheid nastreven. Als ze geen enkele inspanning leveren als het op de waarheid aankomt, en altijd plichtmatig willen zijn, en als ze tevreden zijn met enkel het afhandelen van formaliteiten, niets verkeerds doen, geen verstoringen of hinder veroorzaken, en niets hebben wat hun geweten bezwaart, dan kunnen ze geen voldoende halen. De meeste leiders en werkers hebben deze attitude ten opzichte van hun werk; ze voeren een beetje werk uit, maar willen zichzelf niet uitputten, ze zijn tevreden met middelmatigheid, en de resultaten van hun werk zijn, zo denken ze toch, Gods zaak en heeft niets met hen te maken. Is deze attitude aanvaardbaar? Als jij zo’n attitude hebt, dan is het werk dat je kunt uitvoeren zeer beperkt en zet je je niet volledig in, wat betekent dat je ofwel niet in staat bent om daadwerkelijk werk uit te voeren, ofwel geen daadwerkelijk werk uitvoert, en dus behoor je te worden gekenmerkt als een valse leider – dit is volkomen gepast en niet onrechtvaardig. Sommige mensen zeggen altijd: “U stelt te hoge eisen aan ons. Als we dit werk niet doen, zijn we valse leiders, en als we niet voldoen aan die eisen, zijn we dat ook. Waar ziet U ons voor aan? We zijn geen robots, we zijn niet volmaakt. We zijn gewoon gewone mensen, we zijn slechts stervelingen. U zegt ons dat we gewone mensen moeten zijn, normale mensen, dus waarom stelt U zulke hoge eisen aan ons als leiders?” Eigenlijk stel Ik geen hoge eisen aan jullie. Ik vraag jullie alleen de verantwoordelijkheden te dragen die een mens behoort te dragen. Dit is iets wat jullie behoren te doen, en wat jullie als leiders en werkers ook kunnen bereiken. Als je echter niet hard werkt om naar de waarheid te streven, en altijd bang bent om te lijden en altijd naar comfort verlangt, dan ben je, ongeacht je redenen of excuses, onvermijdelijk een valse leider. Het is net als de dingen die bij normale menselijkheid horen en waar volwassenen zelf voor moeten zorgen, zoals hoe laat een volwassene’s ochtends opstaat, hoeveel maaltijden hij eet en hoeveel uur hij per dag werkt, en wanneer hij zijn vuile was doet – je moet deze dingen zelf regelen, en het is niet nodig om er iemand anders naar te vragen. Als je voor alles andere mensen raadpleegt en niets begrijpt, betekent dat dan niet dat je verstandelijk tekortschiet en een sufferd bent? Betekent het niet dat je niet voor jezelf kunt zorgen? Kunnen zulke mensen leiders zijn? Zijn het geen valse leiders? Zulke mensen moeten worden ontheven. Zulke mensen willen nog steeds aan hun positie vasthouden en niet aftreden, en ze willen nog steeds leiders zijn! Nadat sommige valse leiders zijn ontheven, voelen ze zich onrecht aangedaan en houden ze niet op met huilen. Ze huilen tot hun ogen helemaal opgezwollen zijn. Waarom huilen ze? Ze weten niet wat voor een figuur ze slaan. Als Ik zeg dat Ik geen hoge eisen stel aan mensen, bedoel Ik dat wat er van jullie wordt gevraagd, iets is wat jullie kunnen bereiken; de weg is al voor jullie geëffend en het kader is al vastgesteld, en de beslissingen zijn genomen, en jullie hoeven alleen maar aan de slag te gaan. Het is net als eten: graan, groenten, allerlei specerijen, potten en een fornuis zijn voor je klaargezet, en het enige wat je hoeft te doen is leren koken; dit is wat een volwassene behoort te doen en te bereiken. Als je dit niet kunt bereiken, dan ben je een sufferd, en heb je niet het intelligentieniveau van normale volwassenen. Sommige leiders zijn niet in staat om dit daadwerkelijke werk te doen, en dus moeten ze worden ontheven. Hoe kunnen we dan definiëren en bepalen of iemand in staat is om dit soort werk te doen? Als je de intelligentie en het kaliber van een volwassene bezit, en je bezit het plichtsbesef en verantwoordelijkheidsgevoel dat een volwassene behoort te bezitten, dan behoor je in staat te zijn dit soort werk te doen. Als je het niet kunt of het niet doet, dan ben je een valse leider. Zo wordt dit vastgesteld, en dat is een juiste beoordeling. Dit is geen veroordeling van een persoon. Ook geen oordeel over hem. Is dit dan hard? De feiten spreken voor zich. Dit is helemaal niet hard.

II. Valse leiders van pover kaliber

We hebben zojuist gecommuniceerd over de uitingen van een bepaald type valse leiders – hoe zij omgaan met het terstond rapporteren van en het zoeken naar oplossingen voor de verwarring en moeilijkheden die zij in het werk tegenkomen – en over de redenen waarom zulke mensen niet in staat zijn om de verantwoordelijkheden van leiders en werkers te vervullen. Zulke mensen zijn schijngeestelijk; omdat ze de verwarring en moeilijkheden in het werk niet kunnen ontdekken, zijn ze niet in staat om deze verantwoordelijkheid te dragen. Dat is één type persoon. Er is echter nog een ander type: net als die schijngeestelijke mensen kunnen ook zij de problemen in het werk niet ontdekken, en daarom kunnen ze ze ook niet onmiddellijk aan de Boven rapporteren en bij de Boven naar oplossingen zoeken. Zulke mensen hebben het eveneens druk met hun werk; ze zijn de hele dag bezig zonder een moment stil te zitten. Ze zijn druk met het houden van preken, druk met het bezoeken van broeders en zusters op verschillende plaatsen, druk met het treffen van regelingen voor het werk, en zelfs druk met het kopen van allerlei benodigdheden voor het kerkelijke werk. Als iemand ziek wordt, helpen ze hem een dokter te vinden. Als iemand thuis moeilijkheden heeft, regelen ze financiële hulp. Als iemand een slechte gesteldheid heeft, nemen ze het initiatief om hem te ondersteunen en helpen ze actief zijn problemen op te lossen. Kortom, ze zijn voortdurend bezig met allerlei algemene zaken. Ze staan onverschillig tegenover het daadwerkelijke werk van de kerk, het evangeliewerk en de problemen in het kerkleven. Elke dag rennen ze zich uit de naad, druk bezig met het afhandelen en oplossen van kerkelijke aangelegenheden en de persoonlijke kwesties van broeders en zusters. Ze denken dat ze als leiders deze taken behoren te vervullen, maar ze staan er nooit bij stil wat het wezenlijke werk van een leider is. Hoe hard ze ook werken, ze kunnen nog steeds niet de daadwerkelijke en cruciale problemen in de kerk vinden. Wanneer er verstoringen en belemmeringen optreden in het kerkleven, en wanneer Gods uitverkorenen moeilijkheden ondervinden bij hun ingang in het leven, kunnen deze leiders die niet direct oplossen. Hoewel ze druk bezig zijn en dag in, dag uit doorgaan zonder stil te zitten, wat bereiken ze eigenlijk met al die drukte? Er zijn veel problemen in het kerkwerk, maar zij zijn niet in staat om die te ontdekken. Van buitenaf lijken ze ijverig, gewetensvol en allesbehalve lui, maar het ene probleem na het andere duikt op in het werk, en ze zijn druk bezig met brandjes blussen, met het oplossen van allerlei ‘complexe en moeilijke problemen’ en met het aanpakken van kwaadaardige mensen en van mensen die in de kerk verstoringen en hinder veroorzaken. Ze houden zich met dit soort werk bezig, maar kunnen zelfs de meest elementaire problemen niet onderscheiden. Ze kunnen niet helder onderscheiden wat goede en wat slechte menselijkheid is, wat goed en wat pover kaliber is, wat het betekent om echt talent en kennis te hebben, en wat het betekent om gaven te hebben. Ze kunnen ook niet doorgronden wat voor soort mensen Gods huis cultiveert en wat voor soort mensen het elimineert, welke mensen de waarheid nastreven en welke niet, welke mensen gewillig hun plicht vervullen en welke hun plicht niet vervullen, welke mensen vervolmaakt kunnen worden tot Gods volk, en welke mensen arbeiders zijn, enzovoort. Ze beschouwen de mensen die grote woorden kunnen spreken en lege theorieën kunnen uitkramen, maar geen daadwerkelijk werk kunnen uitvoeren, als belangrijke kandidaten voor cultivering en vertrouwen belangrijk werk aan hen toe, terwijl ze de promotie en cultivering uitstellen van degenen die een zuiver bevattingsvermogen, kaliber en het vermogen hebben om de waarheid te begrijpen, alleen maar omdat die mensen nog niet zo lang in God geloven of een arrogante gezindheid hebben onthuld. Dergelijke problemen doen zich vaak voor in de kerk en beïnvloeden de voortgang van het kerkwerk. Dit zijn de daadwerkelijke problemen, maar dit type leider ziet of ontdekt ze niet en is er zelfs totaal niet van op de hoogte. Wanneer kwaadaardige mensen verstoringen en hinder veroorzaken, geeft hij hun de kans om geobserveerd te worden en over zichzelf na te denken. Maar wanneer anderen, die geen kwaadaardige mensen zijn, af en toe wat kleine fouten maken omdat ze jong en onwetend zijn en zonder principes handelen – fouten die geen principiële kwesties zijn – behandelt dit type leider deze fouten als onvergeeflijke zonden en stuurt deze mensen naar huis. Dit type valse leider is elke dag druk aan het werk en van buitenaf lijkt het alsof hij zich enorm inspant en er veel tijd aan besteedt, maar hoe hard hij ook werkt, niemand ontvangt daardoor ware levensvoorziening. Welke problemen en moeilijkheden Gods uitverkorenen ook hebben, dit type valse leider kan ze niet oplossen door over de waarheid te communiceren. Het enige wat hij kan doen, is hen met een liefdevol hart aansporen, woorden prediken en doctrines verkondigen om Gods uitverkorenen aan te moedigen. Daarom ontvangen Gods uitverkorenen onder de leiding van zulke mensen geen levensvoorziening; ze geloven alleen in God en vervullen hun plichten op basis van enthousiasme, maar bereiken geen ingang in het leven – hoelang kunnen ze zo doorgaan? Als gevolg daarvan zijn sommige mensen vaak negatief en zwak, en verlangen ze altijd naar de komst van de dag van God. De visies worden steeds onduidelijker voor hen, en wanneer ze problemen ondervinden, ontstaan er opvattingen en misvattingen over God, en sommigen gaan zelfs aan God twijfelen en worden wantrouwig jegens Hem. Valse leiders zijn, wanneer ze met deze problemen worden geconfronteerd, totaal niet in staat om ze op te lossen; het enige wat ze doen is ze vermijden. Ze lezen nooit Gods woorden noch bidden ze ooit samen met Gods uitverkorenen tot God om de waarheid te zoeken en kwesties op te lossen – dat werk voeren ze nooit uit. Ze houden zich elke dag alleen bezig met wat algemene zaken en bepaalde externe aangelegenheden, dingen die niets te maken hebben met de ingang in het leven of met de waarheid. Ze denken dat, zolang ze druk bezig zijn, dit betekent dat ze hun plicht en hun verantwoordelijkheden vervullen, en dat ze onmogelijk valse leiders kunnen zijn. In werkelijkheid helpt hun drukdoenerij met deze algemene zaken de broeders en zusters helemaal niet om vooruitgang te boeken in het leven, laat staan dat het Gods uitverkorenen in staat stelt om de waarheidswerkelijkheid binnen te gaan. Zeg Mij, is er dan geen probleem met het kaliber van dit type valse leider? Ze kunnen niets doorzien, en ze denken dat zolang ze druk aan het werk zijn, alle problemen vanzelf zullen verdwijnen en indirect worden opgelost. Zijn deze mensen niet ontzettend verward? Is hun kaliber niet ontzettend pover? Ze kunnen niets doorzien, ze kunnen geen daadwerkelijk werk uitvoeren, en dit maakt hen rasechte valse leiders en valse werkers. Dit is een zaak die het gemakkelijkst te onderscheiden is.

Valse leiders en valse werkers zijn nu overal in de kerken aanwezig. Ze vertrouwen alleen op hun enthousiasme om te werken en hebben totaal geen begrip van de waarheid. Ze weten niet wat het werk van een leider of werker inhoudt en ze kunnen niet over de waarheid communiceren om problemen op te lossen – ze houden zich de hele dag blindelings bezig met allerlei algemene zaken. Stel bijvoorbeeld dat de kerk een bepaald item nodig heeft en het moet kopen. Dat stelt niet veel voor; er hoeft alleen maar iemand met kennis van zaken te worden aangewezen om het te gaan kopen. Een valse leider was echter bang om te veel geld uit te geven, en dus regelde hij dat iemand verschillende plaatsen bezocht om het goedkoopste exemplaar te kopen. Het resultaat was dat ze een goedkoop product kochten dat al na een paar dagen kapotging, en dus moesten ze weer een nieuw exemplaar gaan kopen. Niet alleen bespaarden ze geen geld, ze gaven uiteindelijk meer uit. Is dit een principiële manier om zo’n taak aan te pakken? Het is niet nodig om bij een aankoop een bekend merk te kiezen, maar het is wel gepast om op zijn minst iets te kopen dat van degelijke kwaliteit is en bruikbaar. Valse leiders maken zich veel zorgen over algemene zaken, en daar is op zich niets mis mee. Maar ze nemen het wezenlijke werk van Gods huis niet serieus, en dat is een grote fout; het betekent dat ze geen essentieel werk verrichten. Werk zoals evangeliewerk, filmproductiewerk, tekstueel werk, ervaringsgetuigenisvideowerk en het doorvoeren van aanpassingen in het personeel van leiders en werkers, is allemaal cruciaal. Toch vinden valse leiders dat niet belangrijk: ze schuiven dit werk opzij en negeren het. Ze hebben onvoldoende kaliber en weten niet hoe ze het werk moeten uitvoeren, maar ze proberen ook niet te leren. In plaats daarvan denken ze: ‘het is prima zolang er iemand is die de leiding heeft over dit werk. Ik hoef daar toch niet ook nog bij te zijn? Ik handel de belangrijke zaken af. Dit zijn slechts kleine dingen waar ik me niet mee hoef te bemoeien. Zodra ik hen de principes heb verteld, is mijn werk gedaan.’ Valse leiders lijken van buitenaf erg druk, maar als je kijkt naar de dingen waar ze druk mee bezig zijn, is er geen enkel onderdeel dat werkelijk cruciaal is voor het kerkelijke werk, geen enkel werk dat voorziet in het leven van mensen, en geen enkel werk dat inhoudt dat ze de waarheid gebruiken om problemen op te lossen. De dingen waar ze zich mee bezighouden hebben geen enkele waarde, en deze valse leiders zijn gewoon blindelings bezig. Ze weten niet welk werk leiders en werkers behoren uit te voeren om in overeenstemming te zijn met Gods bedoelingen; ze vertrouwen alleen op hun enthousiasme om zich bezig te houden met bepaalde taken die ze zelf graag uitvoeren. Ze stellen gedetailleerde vragen over triviale zaken die niets te maken hebben met het kerkelijke werk, zoals welke kleren broeders en zusters dragen, welk kapsel ze hebben, hoe ze met anderen omgaan, en hoe ze praten en zich gedragen. Ze denken dat dit betekent dat ze minzaam en benaderbaar zijn, en dat het oplossen van problemen in het dagelijkse leven van mensen iets is wat een leider behoort te doen, iets wat bij normale menselijkheid hoort. Toch nemen ze het cruciale werk – zoals evangeliewerk, filmproductiewerk, gezangenwerk, tekstueel werk, administratief werk, het werk van het begieten van nieuwe gelovigen, het werk van het stichten van kerken, het werk van het promoveren en cultiveren van mensen, enzovoort – niet serieus. Ze nemen aan geen van dit werk deel, en ze volgen het niet op; het is alsof dit werk niets met hen te maken heeft. Deze valse leiders lossen de vele problemen die zich in de kerk opstapelen niet op, ze ontheffen de valse leiders niet die ze behoren te ontheffen, ze beperken of behandelen kwaadaardige mensen die kwaad doen en amok maken en slechte dingen doen niet, en ze communiceren niet over de waarheid om het probleem op te lossen van sommige mensen die plichtmatig, onbeteugeld en ongedisciplineerd zijn, en treuzelen bij het vervullen van hun plichten. Wat voor probleem is dit? Ze zoeken de waarheid niet om deze daadwerkelijke problemen op te lossen – zijn zij mensen die daadwerkelijk werk uitvoeren? De onbeduidende en irrelevante taken die ze uitvoeren, voelen in hun hart voor hen cruciaal en belangrijk. Ze houden zich de hele dag bezig met die waardeloze dingen, in de overtuiging dat ze hun verantwoordelijkheden vervullen en trouw zijn, maar ze voeren geen enkele essentiële werkzaamheid uit die God hun heeft toevertrouwd – zijn zulke mensen geen valse leiders? Ze zijn het equivalent van directeuren van buurtcentra in de maatschappij, het zijn gewoon bemoeials uit de buurt – zijn zij dan nog de leiders en werkers van Gods huis? Het zijn rasechte valse leiders en valse werkers. Om welke reden worden deze mensen gekenmerkt als valse leiders en valse werkers? (Omdat hun kaliber te pover is, kunnen ze geen daadwerkelijk werk uitvoeren, en het enige wat ze kunnen, is wat triviale zaken afhandelen.) Dit is de specifieke reden. Het kaliber van deze mensen is te pover; hoeveel preken ze ook horen, hoeveel werkregelingen ze ook lezen, hoeveel jaar ze ook hun plicht vervullen in Gods huis, of hoeveel jaar ze ook leider zijn, ze weten nooit wat ze eigenlijk doen, of wat ze doen goed of fout is, of dat ze de verantwoordelijkheden vervullen die ze behoren te vervullen. Hun definitie van de benaming en titel van leiders en werkers is dat het prima is zolang ze maar druk zijn. Als een ezel die een molensteen ronddraait, blijven ze trekken totdat ze niet meer kunnen bewegen, en dat beschouwen ze als het vervullen van hun verantwoordelijkheden. Ongeacht in welke richting ze trekken, en ongeacht of de energie die ze in het trekken steken correct is of niet, in hun ogen vervullen ze hun verantwoordelijkheden. Er zijn veel kwesties die ze niet kunnen doorgronden, en ze proberen die niet op te lossen of aan de Boven te rapporteren en bij de Boven naar oplossingen te zoeken. Hoeveel jaar ze ook werken of met mensen omgaan, ze weten niet eens of de manifestaties van een persoon die van een nieuwe gelovige zijn – iemand met een oppervlakkig fundament in zijn geloof die de waarheid niet begrijpt – of dat het de manifestaties van een niet-gelovige zijn. Ze weten ook niet hoe ze zulke mensen moeten onderscheiden of kenmerken. Wanneer er twee mensen zijn die beiden in een negatieve toestand verkeren, weten ze niet wie van hen het waard is om te cultiveren en wie niet; en wanneer twee mensen enigszins plichtmatig zijn in het vervullen van hun plichten, kunnen ze niet onderscheiden wie van hen een zoeker van de waarheid is en wie een arbeider, wie in staat is om de waarheidswerkelijkheid binnen te gaan en wie geen waarheidswerkelijkheid heeft. Ze weten niet welke mensen mogelijk de weg van antichristen zullen volgen zodra ze leiders worden, zelfs als ze jarenlang met deze mensen hebben omgegaan. Hoeveel zinloze oefeningen ze ook doen, hoeveel nutteloze taken ze ook uitvoeren of hoeveel problemen er ook om hen heen zijn, ze zijn zich daar niet van bewust en beseffen niet dat dit kwesties zijn. Omdat zulke mensen van pover kaliber zijn, verward van geest en niet in staat om werk uit te voeren, is het voor hen erg moeilijk om de verantwoordelijkheden van een leider of werker te vervullen. Afgezien van wat eenvoudig algemeen werk dat ze kunnen uitvoeren, zijn deze leiders en werkers niet in staat om iets te doen dat verband houdt met het essentiële werk van de kerk, en kunnen ze geen daadwerkelijke problemen in het werk zien of oplossen. Is dit soort leider met dit soort kaliber het waard om gecultiveerd te worden? Ze weten niet eens wat verwarring of moeilijkheden zijn, laat staan dat ze die volgens de principes kunnen behandelen. Zelfs als de problemen die in het kerkelijke werk worden ondervonden heel gewoon zijn, kunnen ze die nog steeds niet samenvatten en indelen, en weten ze ook niet hoe ze over de waarheid moeten communiceren om ze op te lossen – dit type valse leider is zonder uitzondering niet in staat om deze problemen, die vaak in de kerk voorkomen, aan te pakken of op te lossen. Hun grootste probleem is niet dat ze niet bereid zijn om een prijs te betalen, of dat ze bang zijn om het druk te hebben en zich moe te voelen, maar het is eerder dat ze een pover kaliber hebben, een onheldere geest, en ze niet in staat zijn om het belangrijke werk en het daadwerkelijke werk van de kerk uit te voeren. In plaats daarvan voeren ze alleen wat algemeen werk uit of bemoeien ze zich graag met wat irrelevante dingen, en dan willen ze de rol van leiders en werkers spelen – zijn dat geen verwarde mensen met te grote ambities en begeerten? Leiders van een pover kaliber zijn zonder uitzondering niet in staat om het essentiële werk van de kerk uit te voeren – werk dat de waarheidsprincipes omvat – of ingewikkeld professioneel werk, zoals het werk van het verspreiden van het evangelie, het werk van het begieten van nieuwe gelovigen in de kerk, filmproductiewerk, tekstueel werk, en personeelswerk dat leiders en werkers op verschillende niveaus betreft. Waarom zijn ze niet in staat om dit werk te uit te voeren? Dat komt omdat hun kaliber te pover is en ze de principes niet kunnen bevatten; ze schieten zonder uitzondering tekort in al dit werk en zijn niet in staat om te leren hoe ze het moeten uitvoeren. Stel bijvoorbeeld dat zulk een leider vijf mensen krijgt toegewezen en gevraagd wordt om werk onder hen te verdelen op basis van hun opleidingsniveau, hun kaliber en sterke punten, en hun karakter. Is dat een gemakkelijke taak om uit te voeren? Heeft dit iets te maken met het kaliber van leiders en werkers? (Ja.) Leiders en werkers van gemiddeld kaliber zullen het werk relatief nauwkeurig verdelen nadat ze enige tijd de vijf mensen hebben geobserveerd, met hen zijn omgegaan en hen hebben leren kennen. Leiders en werkers van pover kaliber zullen denken dat vijf mensen te veel is; als er te veel mensen zijn, raken ze in de war en weten ze niet hoe ze het werk onder hen moeten verdelen. En zelfs als ze werk aan hen toewijzen, weten ze in hun hart niet of ze dat op een gepaste manier uitvoeren of niet. Dit wat het personeelsaspect betreft. Als het gaat om het behandelen van zaken – bijvoorbeeld als ze twee of drie zaken tegelijk moeten behandelen en oplossen – weten ze niet hoe ze de relatie tussen deze zaken moeten beoordelen en onderscheiden, en kunnen ze niet afwegen welk probleem ze eerst moeten oplossen, en welk probleem later kan worden opgelost zonder dat er vertragingen optreden. Met andere woorden, ze weten niet hoe ze de voor- en nadelen moeten afwegen, ze weten niet hoe ze taken moeten prioriteren op volgorde van belangrijkheid en urgentie, en ze weten niet hoe ze problemen moeten oplossen. Maar omdat ze leiders en werkers zijn, moeten ze, ook al begrijpen ze iets niet, doen alsof ze het wel begrijpen, en ook al vatten ze iets niet, doen alsof ze het wel vatten. Er rest hun niets anders dan vol te houden en wat doctrines te verkondigen om erdoorheen te rommelen, een paar aangenaam klinkende woorden te zeggen en de boel haastig af te ronden. Ze zijn zich er volkomen van bewust of wat ze zeggen juist is of niet, of het in overeenstemming is met de principes of niet, of het problemen kan oplossen of niet, maar ze willen er gewoon doorheen rommelen. Ze weten heel goed dat ze met wat ze doen geen problemen zullen kunnen oplossen, maar ze rapporteren de problemen nog steeds niet aan de Boven, waardoor ze uiteindelijk vertragingen in het werk veroorzaken en worden ontheven van hun functie. Zeg Mij, zijn deze mensen geen dwazen? Wanneer sommige leiders en werkers problemen rapporteren, halen ze alle oude, onbelangrijke gebeurtenissen aan die zich tot op de dag van vandaag hebben voorgedaan, en nadat ze een hoop dingen hebben verteld, moet je hen nog steeds helpen analyseren en beoordelen welke problemen er eigenlijk zijn. Ze begrijpen niet eens hoe ze een kwestie moeten aankaarten, en ze kunnen uren praten zonder duidelijk uit te leggen wat de kern en de essentie van een kwestie zijn. Alles wat ze zeggen heeft alleen betrekking op oppervlakkige zaken en is gewoon een hoop onzin! Is dit geen geval van een te pover kaliber en dat er bij hen een steekje los zit? Zijn mensen met kaliber bereid naar deze dingen te luisteren? De persoon met wie ze spreken wil alleen weten wat de huidige situatie en manifestaties zijn van de persoon over wie ze rapporteren, en in welke verwarde toestand die persoon verkeert die hij niet kan oplossen. En toch praten deze mensen altijd over welk werk die persoon in het verleden heeft uitgevoerd; ze praten niet over de huidige situatie van die persoon, of zeggen niet welke verwarring en problemen ze zelf hebben. Ze zeggen een hoop dingen, maar niemand kan precies zeggen waar ze het eigenlijk over hebben. Zelfs als ze een vraag willen stellen, weten ze niet waar ze moeten beginnen; ze weten niet hoe ze die moeten formuleren op een manier die doeltreffend is en waardoor mensen hen kunnen begrijpen – ze hebben niet eens het vermogen om hun taal te ordenen. Is dit geen manifestatie van een extreem pover kaliber? Sommige valse leiders hebben een pover kaliber, en wanneer ze een kwestie rapporteren, zeggen ze een hoop onzinnige en onverstaanbare dingen, en dan denken ze: ‘ik heb je nu toch een voldoende informatie gegeven? Ik heb je zelfs alles verteld over het verleden en heden van deze kwestie – kun je nu niet zeggen welke vraag ik wil stellen?’ Wat je hen ook vraagt of hoe je hen ook begeleidt, ze weten niet wat ze moeten zeggen en kunnen nooit het kernpunt van de kwestie benoemen. Het is niet dat het hen aan woorden ontbreekt om zich uit te drukken of dat ze een laag opleidingsniveau hebben, maar eerder dat hun kaliber pover is en ze hersenloos zijn; ze weten niet hoe ze deze dingen moeten uitdrukken, hun geest is verward en ze kunnen zich niet duidelijk uitdrukken zodat anderen hen kunnen begrijpen. Ze voelen enige last, en na verloop van tijd krijgen ze enig besef van bepaalde kwesties, maar ze weten niet hoe ze die moeten uitdrukken, ze zijn niet in staat om te begrijpen wat de essentie van de kwesties is, laat staan dat ze ze kunnen samenvatten. Kunnen mensen van zo’n pover kaliber werk uitvoeren? Kunnen ze de verantwoordelijkheden van leiders en werkers vervullen? Nee, dat kunnen ze niet. Zelfs als je hen tijd en kansen geeft en toestaat dat ze de problemen rapporteren en beschrijven, kunnen ze het niet. Kun je dan nog een gesprek voeren met zulke mensen? Kunnen ze nog worden ingezet? (Nee.) Waarom kunnen ze niet worden ingezet? Ze kunnen niet eens duidelijk spreken, en ze hebben niet eens het meest basale instinct van een mens om taal te gebruiken om hun gedachten, ideeën en attitudes uit te drukken. Welk werk kunnen ze dan eigenlijk nog uitvoeren? Hoewel ze misschien wat kracht hebben, oprecht enthousiasme, een beetje verantwoordelijkheidsgevoel en een vrij oprecht hart, is hun kaliber te pover. Hoe je hen ook onderwijst, ze kunnen niets leren, en zelfs als je hen leert hoe ze moeten spreken, zullen ze het niet onder de knie krijgen, waardoor je geagiteerd en boos wordt. Wanneer ze spreken, maken ze er een puinhoop van, waardoor je in de war raakt; ze kunnen niets duidelijk zeggen, en wat ze zeggen is gewoon een hoop onzin. Het meest meelijwekkende aan hen is dat ze de menselijke taal niet begrijpen en toch blindelings blijven handelen. Ze denken nog steeds dat ze capabel zijn en ze worden opstandig wanneer je hen snoeit. Hoe kunnen ze dan het leiderschapswerk goed uitvoeren? Wanneer het kaliber van leiders of werkers zo pover is dat ze zich niet in taal kunnen uitdrukken, kunnen ze dan nog steeds bekwaam zijn in het werk? (Nee.) En wat betekent het om niet bekwaam te zijn in hun werk? Het betekent dat ze niet in staat zijn om direct de moeilijkheden en problemen te ontdekken die ze in het werk ondervinden. Natuurlijk betekent het ook dat, welke problemen er ook in het werk ontstaan, ze die nooit direct kunnen oplossen, noch ze direct aan de Boven kunnen rapporteren en bij de Boven naar oplossingen kunnen zoeken – dit is te moeilijk voor hen, ze zijn er eenvoudigweg niet toe in staat. Als het gaat om zulke mensen van een pover kaliber, valt dit werk hun enorm zwaar; het is als een vis dwingen op het droge te leven of een varken proberen te laten vliegen – dit werk uitvoeren vergt buitengewoon veel inspanningen van hen.

Sommigen zeggen: “Ik heb medelijden met die mensen. Ze hollen druk rond om allerlei taken af te handelen, en uiteindelijk worden ze als valse leiders bestempeld vanwege hun povere kaliber. Betekent dat dan dat al het lijden dat ze hebben doorstaan tevergeefs is geweest? Is dat niet mensen onrechtvaardig behandelen?” Het ontheffen van valse leiders uit hun functie betekent verantwoordelijkheid nemen voor Gods uitverkoren volk en voor het werk van de kerk, dus hoe kan dat worden beschouwd als het onrechtvaardig behandelen van mensen? Als je erop staat dat valse leiders in hun functie blijven, schaadt dat dan niet Gods uitverkoren volk? Wil je zeggen dat het schaden van Gods uitverkoren volk geen onrechtvaardig behandelen van mensen is? Door valse leiders uit hun functie te ontheffen, veroordeelt Gods huis hen niet, noch zendt het hen naar de hel, maar het biedt zulke mensen de kans om gered te worden. Kunnen ze gered worden als ze valse leiders blijven? Wat zal hun uiteindelijke uitkomst zijn? Waarom bekijk je de kwestie niet op deze manier? Bovendien, wat is het doel van geloven in God? Een leider zijn is toch zeker niet de enige weg vooruit? Zijn er geen andere plichten als iemand geen leider is? Is er voor mensen die geen leiders zijn en een pover kaliber bezitten geen manier om te overleven? (Nee, dat is niet zo.) Wat is dan de weg van beoefening? Wat we nu ontleden zijn de manifestaties en de problemen die bestaan bij dit type valse leiders van pover kaliber; we veroordelen of vervloeken hen niet, we ontleden hen alleen. Het doel van dit ontleden is om mensen van dit type zichzelf nauwkeurig te laten kennen en oriënteren, hun eigen maat te kennen, en goed te begrijpen wat leiders en werkers zijn, welk werk leiders en werkers behoren uit te voeren, en dit dan met zichzelf te vergelijken om te zien of ze geschikt zijn om leiders of werkers te zijn. Als je kaliber werkelijk zo pover is dat je niet het vermogen hebt om je in taal uit te drukken, of het vermogen om je gedachten en opvattingen uit te drukken, of het vermogen om problemen te ontdekken, dan ben je niet geschikt om een leider of werker te zijn, niet bekwaam om de plicht van een leider of werker te vervullen, en niet in staat om het werk van een leider of werker uit te voeren. En aangezien je van pover kaliber bent, moet je dit soort zelfbewustzijn hebben. Sommige mensen zeggen: “Mijn kaliber is pover – nou en? Ik heb een goede menselijkheid, dus ik behoor een leider te zijn.” Is dat het principe? Anderen zeggen: “Behalve dat ik een goede menselijkheid heb, ben ik ook bereid om lijden te verduren en een prijs te betalen, ik kan preken houden, ik heb een fundament in mijn geloof en ben gevangengezet omwille van mijn geloof in God. Tellen deze dingen niet als kapitaal voor mij om een leider of werker te zijn?” Is het waar dat iemand kapitaal moet hebben om een leider of werker te zijn? (Nee.) Waar we het nu over hebben, zijn de verantwoordelijkheden van leiders en werkers en, binnen dit onderwerp, spreken we over de kwestie van kaliber. Als je kaliber pover is en je deze verantwoordelijkheden niet kunt vervullen, dan moet je het volgende zelfbewustzijn hebben: “Ik heb dit kaliber niet en ik kan geen leider of werker zijn. Welk kapitaal ik ook heb, het is nutteloos.” Je zegt dat je een goede menselijkheid hebt, dat je betrouwbaar bent, dat je de vastberadenheid hebt om lijden te verduren en je bereid bent om een prijs te betalen – heeft Gods huis je dan onrechtvaardig behandeld? Gods huis zet mensen in op een manier waarbij ieders talenten optimaal worden benut en de rollen precies op maat zijn, op een wijze die volkomen gepast is. Als je een goede menselijkheid hebt, maar je kaliber pover is, dan behoor je je plicht goed te vervullen met heel je hart en kracht; het is niet zo dat je een leider of werker moet zijn om door God goedgekeurd te worden. Zelfs als je bereid bent om je in te spannen, maar niet op de manier waarop een leider dat moet doen, en je niet het kaliber hebt dat een leider behoort te hebben en je daarin tekortschiet, wat kun je dan doen? Dwing jezelf niet of maak het jezelf niet moeilijk; als je 25 kilo kunt dragen, draag dan 25 kilo. Probeer niet op te scheppen door jezelf boven je macht te tillen en te zeggen: “25 kilo is niet genoeg, ik wil nog meer dragen, ik wil 50 kilo dragen, ik ben bereid om het te doen, zelfs als ik sterf van uitputting!” Je bent niet in staat om een leider of werker te zijn, maar als je jezelf toch boven je macht blijft tillen om op te scheppen, zul je, ook al raak je niet uitgeput, het kerkelijke werk vertragen, de voortgang en efficiëntie van het werk beïnvloeden en de groei in het leven van veel mensen belemmeren – dit is geen verantwoordelijkheid die je kunt dragen. Omdat je van onvoldoende kaliber bent, behoor je, als je zelfbewustzijn hebt, proactief aan te bieden om af te treden en iemand van goed kaliber, die de waarheid liefheeft en die verantwoordelijker is dan jij, voor te dragen als een leider of werker. Dat zou de verstandige keuze zijn en alleen door zo te handelen zou je iemand met echte menselijkheid en verstand zijn, iemand die echt de waarheid begrijpt en in praktijk brengt. Als je je functie neerlegt omdat je niet in staat bent om het leiderschapswerk uit te voeren, en vervolgens een plicht kiest die bij je past en je loyaliteit aanbiedt zodat je door God goedgekeurd kunt worden, dan ben je een uitzonderlijk verstandig persoon. Je denkt altijd: ‘hoewel ik van pover kaliber ben, heb ik een goede menselijkheid, ben ik bereid om me in te spannen, lijden te verduren en een prijs te betalen; ik ben vastberaden en veerkrachtiger dan jullie allemaal in alles wat ik doe, en ben ruimdenkend en niet bang om gesnoeid of beproefd te worden. Ook al is mijn kaliber wat pover, ik kan nog steeds een leider zijn.’ Een pover kaliber hebben is geen probleem. Dit is niet bedoeld als een veroordeling, maar alleen om je in te delen en je duidelijk te laten begrijpen wat je precies kunt doen en voor welke plicht je geschikt bent. De huidige kwestie is echter dat je kaliber pover is en je niet in staat bent om een leider of werker te zijn. Ook al ben je gekozen als een leider of werker, je bent niet in staat om dit werk goed uit te voeren, en het enige wat je doet is het werk in de war sturen. Als je een goede menselijkheid hebt, een geweten en verstand hebt, en je bereid bent om je in te spannen, dan zal er een taak zijn die bij je past en een plicht die je behoort te vervullen, en Gods huis zal daar redelijke regelingen voor je treffen. Dat je geen leider mag zijn, is gebaseerd op de regels en principes van Gods huis. Gods huis zal je echter absoluut niet het recht ontzeggen om een plicht te vervullen of het recht om in God te geloven en Hem te volgen, alleen omdat je van pover kaliber bent. Is dit niet gepast? (Ja, dat is het.) Is het nodig dat we over deze kwestie nog uitvoeriger communiceren? Sommige mensen met een pover kaliber horen dit en denken: “Communiceer hier niet meer over. Ik schaam me te diep om iemand onder ogen te komen. Ik weet dat ik van pover kaliber ben, en ik zal geen kerkleider of werker meer zijn. Ik zal gewoon een teamleider of supervisor zijn, of anders doe ik klusjes, kook ik of maak ik schoon. Alles is prima. Ik zal de last van mijn taak zonder klagen dragen, me onderwerpen aan de regelingen van Gods huis en aan Gods orkestraties. Dat ik van pover kaliber ben, is door Gods en Gods goede bedoelingen liggen daarin besloten. Alles wat God doet, is juist.” Als je de dingen op deze manier kunt zien, is dat goed, en betekent het dat je enig zelfbewustzijn hebt. Ik zal niet verder uitvoerig over deze kwestie communiceren. Kortom, wat deze mensen van pover kaliber betreft, ontleden we alleen het probleem en brengen we de waarheid van de feiten aan het licht, zodat meer mensen de juiste houding en zienswijze ten opzichte van deze mensen hebben, en zodat zijzelf de juiste houding en zienswijze hebben tegenover hun eigen povere kaliberr. Zo kunnen ze zichzelf nauwkeurig oriënteren, een positie en plicht vinden die bij hen past, en ervoor zorgen dat hun volharding in het betalen van een prijs en hun vastberadenheid om lijden te verduren op een redelijke manier worden benut en tot hun recht komen. Dit heeft geen invloed op je begrip van de wqaarheid en het in praktijk brengen ervan, noch schaadt het je reputatie in Gods huis.

III. Valse leiders die lui zijn en zich overgeven aan gemakzucht

We hebben zojuist gecommuniceerd over twee soorten valse leiders. Er is nog een ander soort valse leider, waarover we vaak hebben gesproken bij het communiceren over het onderwerp ‘de verantwoordelijkheden van leiders en werkers’. Dit soort mensen heeft enig kaliber, ze zijn niet dom. In hun werk hebben ze bepaalde methoden en plannen om problemen op te lossen. Wanneer hun een taak wordt toevertrouwd, kunnen ze die bijna volgens de verwachte normen uitvoeren. Ze kunnen problemen ontdekken die in het werk opduiken en sommige ervan ook oplossen. Wanneer ze horen over problemen die anderen rapporteren, of het gedrag, de manifestaties, woorden en daden van anderen observeren, reageren ze daar innerlijk op en vormen ze hun eigen mening en standpunt. Als deze mensen de waarheid nastreven en enige last voelen, kunnen al deze problemen natuurlijk worden opgelost. Desondanks blijven de problemen in het werk van het soort mensen waarover we vandaag communiceren, onopgelost. Waarom is dat? Omdat deze mensen geen daadwerkelijk werk uitvoeren. Ze houden van gemak en haten hard werk, voeren hun werk slechts plichtmatig en oppervlakkig uit, zijn liever lui dan moe en genieten graag van de voordelen van hun status, geven graag bevelen, en vinden dat hun werk gedaan is zodra ze hun mond hebben opengedaan en een paar aanwijzingen hebben gegeven. Ze nemen niets van het daadwerkelijke werk van de kerk ter harte of van het cruciale werk dat God hun toevertrouwt – deze last voelen ze niet, en zelfs wanneer Gods huis deze dingen herhaaldelijk benadrukt, raken ze er nog steeds niet door bewogen. Ze willen zich bijvoorbeeld niet mengen in of informeren naar het filmproductiewerk of het tekstuele werk van Gods huis, noch wensen ze te onderzoeken hoe dit soort werk vordert en welke resultaten het oplevert. Ze doen slechts wat indirect navraag, en zodra ze weten dat men met dit werk bezig is, laten ze het erbij. Zelfs wanneer ze heel goed weten dat er problemen zijn in het werk, willen ze er nog steeds niet over communiceren en ze oplossen, en zeinformeren ook niet naar hoe mensen hun plichten vervullen of ze onderzoeken. Waarom informeren ze niet naar of onderzoeken ze deze dingen niet? Ze denken dat als ze die dingen onderzoeken, er dan tal van problemen op hen wachten om opgelost te worden, en dat dat te veel kopzorgen zal geven. Het leven wordt veel te vermoeiend als ze constant problemen moeten oplossen! Als ze zich te veel zorgen maken, zal het eten hun niet langer smaken, en zullen ze niet goed kunnen slapen, ze zullen zich lichamelijk moe voelen en het leven zal ellendig worden. Daarom, wanneer ze een probleem zien, ontwijken en negeren ze het als ze kunnen. Wat is het probleem met dit soort mensen? (Ze zijn te lui.) Zeg Mij, Wie hebben een groter probleem: luie mensen, of mensen van slecht kaliber? (Luie mensen.) Waarom hebben luie mensen een groot probleem? (Mensen met een pover kaliber kunnen geen leiders of werkers zijn, maar ze kunnen nog enigszins effectief zijn wanneer ze een plicht vervullen die binnen hun mogelijkheden ligt. Mensen die lui zijn, kunnen echter niets doen. Zelfs als ze kaliber hebben, heeft dat geen enkel effect.) Luie mensen kunnen niets doen. Samengevat in twee woorden: ze zijn nutteloos, als het ware gehandicapt door hun luiheid. Hoe goed het kaliber van luie mensen ook is, het is niet meer dan uiterlijke schijn. Zelfs al hebben ze goed kaliber, het is volkomen nutteloos. Ze zijn te lui – ze weten wat ze zouden moeten doen, maar doen het niet; en zelfs wanneer ze weten dat er een probleem is, zoeken ze de waarheid niet om het op te lossen. Ze weten welke beproevingen ze moeten doorstaan om effectief werk uit te voeren, maar ze zijn niet bereid dat waardevolle lijden te verdragen. Daarom kunnen ze geen waarheid verwerven en geen daadwerkelijk werk uitvoeren. Ze willen de beproevingen die mensen moeten doorstaan, niet ondergaan, maar willen zich enkel overgeven aan gemakzucht, aan het genot van het vlees, aan plezier en vrije tijd, aan een zorgeloos en ontspannen leven. Zijn ze niet nutteloos? Mensen die geen beproevingen kunnen doorstaan, zijn het leven niet waard. Wie altijd als een parasiet wil leven, is iemand zonder geweten of verstand. Zulke mensen zijn als beesten en ongeschikt om zelfs maar arbeid te verrichten. Omdat ze geen beproevingen kunnen doorstaan, kunnen ze, zelfs wanneer ze arbeid verrichten, die niet goed uitvoeren, en als ze de waarheid willen leren kennen, is daar geen enkele hoop op. Wie niet kan lijden en de waarheid niet liefheeft, is waardeloos en zelfs ongeschikt om arbeid te verrichten. Ze zijn als beesten, zonder een greintje menselijkheid. Zulke mensen moeten worden verwijderd; alleen dat stemt overeen met Gods bedoelingen.

Sommige mensen zijn verantwoordelijk voor landbouwwerk en zijn bijzonder ijverig; ze hebben een plan voor ogen en weten precies welk werk in elk seizoen gedaan moet worden. Wanneer het tijd is om de akkers te bewerken, gaan ze naar elk perceel land om poolshoogte te nemen. Ze vergelijken wat ze van plan waren te planten op elk perceel met de werkelijke staat van het perceel en bekijken of hun plan geschikt is en in overeenstemming met de werkelijke situatie. Daarnaast letten ze erop hoe nat of droog de grond dit jaar is, welke meststof nodig is en wat geschikt is om te planten. Zodra ze dit hebben bekeken en zich hiervan een goed beeld hebben gevormd, informeren ze meteen of er al zaailingen zijn opgekweekt en hoeveel, en gaan dan naar de kas om te zien of de persoon die de zaailingen opkweekt betrouwbaar is of dat hij ze mogelijk laat mislukken. Als één persoon niet genoeg is voor dit werk, wijzen ze iemand anders aan om met hem samen te werken, en de twee houden toezicht op elkaar. Zullen luie mensen dit doen? Nee, zeker niet. Als niemand toezicht op hen houdt en hen aanspoort, zullen ze zeker niet zelf ter plaatse gaan kijken; en als Gods huis niet vraagt naar de voortgang van een werk, zullen zij zeker niet uit zichzelf het initiatief nemen om de daadwerkelijke situatie te inspecteren. Wat ze ook doen, mensen met een pover kaliber doen het altijd zelf, maar ze kunnen niet onderscheiden wat dringend en belangrijk is en wat niet, en handelen gewoon blindelings. Deze luie mensen daarentegen zijn slim genoeg: wat ze ook doen, ze bewegen alleen graag hun mond en commanderen anderen rond om het werk uit te voeren; zelf doen ze nooit iets, en ze zijn ook niet in staat om daadwerkelijk werk uit te voeren. Ze denken ‘ik hoef alleen maar te bellen of een bericht te sturen om wat vragen te stellen, dan is mijn werk gedaan en de kwestie opgelost. Dit bespaart me zoveel moeite! Kijk eens wat voor kaliber ik als leider heb. Met een paar woorden kan ik de klus klaren – is dat niet ook het vervullen van mijn verantwoordelijkheden? Ik verzaak mijn verantwoordelijkheden niet. Als de Boven mij hierover vragen stelt, kan ik die heel vlot beantwoorden en helder uitleggen. Wat heeft het voor zin om zelf naar de werkplek te gaan? Dan zou ik ontberingen moeten doorstaan en zou mijn huid donker worden van de zon. Zo’n formaliteit is echt overbodig. Als ik mezelf moeite kan besparen, zal ik dat zeker doen. Waarom het mezelf onnodig moeilijk maken?.’ Zijn ze niet ‘slim’ genoeg? Dit soort mensen is er bijzonder goed in om de kantjes ervan af te lopen en sluiproutes te zoeken om hun doelen te bereiken, en ze hebben daar hun eigen methoden voor. Ze doen zelf niets en nemen nergens actief aan deel. Ze bellen alleen maar om wat vragen te stellen, puur voor de vorm, en zodra ze de telefoon hebben opgehangen, gaan ze naar bed of laten ze zich masseren en geven zich over aan hun vlees. Dit soort mensen weet echt hoe ze moeten ‘werken’, ze weten echt hoe ze kansen moeten vinden om lui te zijn en hoe ze alles voor de vorm kunnen doen om anderen te misleiden! Wat heb je aan hun beetje kaliber? Ze zijn net als die ambtenaren in het land van de Communistische Partij, die, zodra ze op hun werk aankomen, alleen maar thee drinken en de krant lezen en nog vóór het einde van de werkdag al nadenken over wat ze zullen eten en waar ze zich zullen vermaken – hun leven is bepaald niet slecht. Dat is ook het principe dat dit soort valse leiders in hun werk volgen; ze lijden geen ontberingen, uitputting kennen ze alleen van horen zeggen, maar toch gedragen ze zich als functionarissen die genieten van de voordelen van hun status. De meeste broeders en zusters merken niet eens dat dit een probleem is. Zo werkt dit soort valse leiders, ze voeren geen daadwerkelijk werk uit, en ze gaan niet ter plaatse om het werk op te volgen en te inspecteren. Kunnen ze dan problemen in het werk ontdekken? (Nee.) Pseudospirituele valse leiders en valse leiders van pover kaliber zijn blind, ook al zijn hun ogen wijd open, en ze kunnen geen problemen zien. Hoe zit het dan met dit soort waardeloze mensen? Ze zeggen: “Ik neem niet deel aan daadwerkelijk werk en ga niet ter plaatse om me onder de mensen te mengen die daar werken, dus als er problemen ontstaan, kun je niet zeggen dat mijn ogen open zijn, maar dat ik blind ben. Ik ben niet ter plaatse geweest en heb de problemen niet gezien, dus wat heeft het met mij te maken als er problemen ontstaan? Je moet bij de betrokkenen zijn.” Zijn deze kerels niet buitengewoon sluw? Ze denken dat ze alleen maar bevelen hoeven te geven en mensen goed hoeven in te delen – en daarmee is hun taak volbracht en hun verantwoordelijkheden vervuld. Daarna kunnen ze schaamteloos genieten van hun vrije tijd en vermaak. Wat er zich onder hen ook aan problemen voordoet, ze stellen geen vragen; pas wanneer iemand een probleem bij de Boven meldt, haasten ze zich om erop te reageren. Het enige waar ze zich elke dag op richten, is het genieten van de voordelen van hun status: ze slenteren overal op hun gemak rond en voeren een show op van het inspecteren van het werk. In werkelijkheid gaan ze nooit naar een plek waar echt een probleem is, en ze controleren nooit het cruciale werk. Is dit niet precies zoals functionarissen van de Communistische Partij, die alleen oppervlakkige inspanningen leveren en zich beperken tot werk dat hen in een goed daglicht stelt? Ze doen mooie beloften om het werk dat hun is toevertrouwd uit te voeren, maar ze volgen het niet op of houden er geen toezicht op. Zelfs wanneer ze ter plaatse gaan, doen ze dat alleen voor de vorm. Ze zullen het werk absoluut niet zelf uitvoeren of de problemen zelf oplossen. Ze denken ‘het is niet nodig dat ik lijd en een prijs betaal om deze dingen te doen. Het is genoeg dat er iemand is die ze uitvoert. Ik verdien er toch geen geld mee, dus het is prima als ik er maar net mee doorkom.’ Kunnen ze hun werk goed uitvoeren met zo’n mentaliteit? Ze hebben een plannetje in hun hoofd en denken: “Ik werk alleen zoveel als wat ik te eten krijg, en ik leef maar wat aan van dag tot dag.” Toch voeren ze nooit concreet werk uit, en niemand ziet ze ooit ter plaatse. Waar zijn ze? Ze genieten van een mooi en veilig leven, op een plek waar ze goed kunnen eten, drinken en slapen. Ze leven als een prins: nemen regelmatig een douche, krijgen regelmatig massages en trekken regelmatig schone kleren aan – ze lijden nergens onder. Ze denken nooit na over welk daadwerkelijk werk ze kunnen uitvoeren, welke daadwerkelijke problemen ze kunnen oplossen, welke bijdragen ze hebben geleverd aan het werk van Gods huis, en hoe ze menen recht te hebben om van al deze mooie dingen te genieten – daar staan ze nooit bij stil. Wat voor mensen zijn dit eigenlijk? Deze ellendelingen hebben geen zelfbewustzijn, het zijn schaamteloze wezens en verdienen het niet om leiders en werkers van de kerk te zijn.

Alle valse leiders voeren nooit daadwerkelijk werk uit. Ze doen alsof hun leiderschapsrol een officiële positie is, genieten van de voordelen van status, en ze behandelen de plicht die ze behoren te vervullen en het werk dat ze als leider behoren uit te voeren als een last, als een ongemak. In hun hart zijn ze vervuld van weerstand tegen het werk van de kerk: wanneer hun wordt gevraagd toezicht te houden op het werk en te achterhalen welke problemen erin bestaan die moeten worden opgevolgd en opgelost, zijn ze vol onwil. Dit is het werk dat leiders en werkers behoren uit te voeren, dit is hun taak. Als je het niet uitvoert en daartoe ook niet bereid bent, waarom wil je dan nog een leider of werker zijn? Vervul je je plicht om Gods bedoelingen in acht te nemen, of om een functionaris te zijn en te genieten van de voordelen van status? Als je alleen maar leider bent geworden zodat je een officiële positie kon bekleden, is dat dan niet een beetje schaamteloos? Dit soort mensen heeft het laagste karakter, geen waardigheid en geen schaamte. Als je van vleselijk gemak wilt genieten, moet je je haasten om terug te keren naar de wereld, en strijden, met geweld nemen en grijpen zoals je kunt, en niemand zal zich daarmee bemoeien. Gods huis is een plaats voor Gods uitverkoren volk om hun plichten te vervullen en Hem te aanbidden; het is een plaats voor mensen om de waarheid na te streven en redding te verkrijgen. Het is geen plaats voor iemand om zich over te geven aan vleselijk gemak, en nog veel minder een plaats die mensen toestaat als prinsen te leven. Valse leiders kennen geen schaamte, ze zijn de schaamte voorbij en hebben geen verstand. Ongeacht welk specifiek werk hun wordt toegewezen, ze nemen het niet serieus en schuiven het naar de achtergrond; hoewel ze met hun mond mooie beloften doen, voeren ze niets concreets uit. Is dit niet immoreel? Niet alleen voeren ze geen daadwerkelijk werk uit, maar ze willen ook de alleenheerschappij hebben – de macht over financiën, personeel en alle andere zaken in eigen handen houden, en mensen elke dag aan hen laten rapporteren. Ze zijn eigenlijk heel ijverig als het om deze dingen gaat. Wanneer de tijd komt om verslag uit te brengen over het werk aan de Boven, schrijven ze de resultaten van al het werk dat door broeders en zusters is uitgevoerd aan zichzelf toe, zodat de Boven ten onrechte gelooft dat ze geweldig werk hebben uitgevoerd, terwijl het in feite allemaal door anderen is uitgevoerd. Hoeveel mensen zijn er gewonnen door het prediken van het evangelie, welke mensen zijn gepromoveerd en worden gecultiveerd, welke mensen zijn uit hun functie ontheven, welke mensen zijn verwijderd, enzovoort – geen van deze specifieke taken wordt door hen uitgevoerd, en toch hebben ze het lef om erover te rapporteren. Zijn deze mensen niet ongevoelig voor schaamte? Plegen ze geen bedrog? Zulke mensen zijn zo bedrieglijk en sluw! Ze denken dat ze slim zijn – dit is echt een geval van bedrogen uitkomen, en uiteindelijk worden ze onthuld en verwijderd. Welk werk sommige mensen ook uitvoeren en welke plicht ze ook vervullen, ze zijn er onbekwaam in. Ze kunnen het niet dragen en zijn niet in staat om enige van de verplichtingen of verantwoordelijkheden te vervullen die een mens hoort te vervullen. Zijn ze dan geen uitschot? Zijn ze het nog waard om mens genoemd te worden? Afgezien van de onnozelaars, de geestelijk onbekwamen en de mensen met een lichamelijke beperking, is er iemand op aarde die zijn plichten en verantwoordelijkheden niet zou moeten vervullen? Maar dit soort mensen probeert zich er altijd onderuit te werken en er de kantjes vanaf te lopen. Ze willen hun verantwoordelijkheid niet nemen. Dit houdt in dat ze geen oprecht mens wensen te zijn. God gaf hen de gelegenheid om een mens te zijn, en Hij gaf hen kaliber en gaven, maar ze kunnen die niet gebruiken bij het vervullen van hun plicht. Ze doen niets, maar willen bij elke gelegenheid genieten. Kan zo iemand wel mens genoemd worden? Welk werk ze ook krijgen – belangrijk of gewoon, moeilijk of makkelijk – ze zijn altijd plichtmatig en ze proberen zich er altijd onderuit te werken en de kantjes ervan af te lopen. Als er problemen zijn, proberen ze de verantwoordelijkheid daarvoor op andere mensen af te schuiven. Ze nemen geen verantwoordelijkheid en willen hun parasitaire bestaan voortzetten. Zijn ze geen waardeloos tuig? Wie is er in de maatschappij niet op zichzelf aangewezen om in zijn eigen levensonderhoud te voorzien? Zodra mensen volwassen zijn, moeten ze voor zichzelf zorgen. Hun ouders hebben hun verantwoordelijkheid genomen. Zelfs als hun ouders hen zouden willen ondersteunen, zouden ze zich daar ongemakkelijk bij moeten voelen. Ze zouden in staat moeten zijn om te beseffen dat hun ouders hun taak hebben volbracht door hen op te voeden, en dat ze nu volwassen en gezond van lijf en leden zijn, en in staat zouden moeten zijn om zelfstandig te leven. Is dat niet het minimum aan verstand dat een volwassene zou moeten hebben? Als mensen echt verstand hebben, kunnen ze onmogelijk blijven teren op hun ouders; ze zouden bang zijn om door anderen uitgelachen te worden en hun gezicht te verliezen. Hebben mensen die van gemak houden en hard werken haten, verstand? (Nee.) Ze willen altijd iets voor niets; ze willen nooit verantwoordelijkheid dragen en hopen dat de lekkernijen vanzelf uit de hemel in hun mond vallen. Ze willen altijd drie maaltijden per dag krijgen, bediend worden, en genieten van lekker eten en drinken zonder er iets voor te doen. Is dit niet de mentaliteit van een parasiet? En beschikken mensen die parasieten zijn over een geweten en verstand? Hebben ze integriteit en waardigheid? Absoluut niet. Het zijn allemaal klaplopers, beesten zonder geweten of verstand. Geen van hen is geschikt om in Gods huis te verblijven.

Stel dat de kerk je een taak toewijst en je zegt: “Of de taak me nu wel of niet de mogelijkheid biedt om aandacht te krijgen – aangezien die aan mij is gegeven, zal ik die goed uitvoeren en deze verantwoordelijkheid op me nemen. Als ik word aangewezen om mensen te ontvangen, zal ik mijn uiterste best doen om dat goed uit te voeren; ik zal goed voor de broeders en zusters zorgen en mijn best doen om ieders veiligheid te garanderen. Als ik word aangewezen om het evangelie te prediken, zal ik me toerusten met de waarheid en het evangelie goed prediken met liefde en mijn plicht vervullen. Als ik word aangewezen om een vreemde taal te leren, zal ik die met heel mijn hart bestuderen en er hard aan werken, en proberen de taal zo snel mogelijk te beheersen, binnen een jaar of twee, zodat ik aan buitenlanders van God kan getuigen. Als mij wordt gevraagd om getuigenisartikelen te schrijven, zal ik mezelf er gewetensvol in trainen, de dingen bekijken volgens de waarheidsprincipes en taalkennis opdoen. Hoewel ik misschien geen artikelen met prachtig proza kan schrijven, zal ik op zijn minst in staat zijn om mijn ervaringsgetuigenis duidelijk over te brengen, begrijpelijk over de waarheid te communiceren en een waar getuigenis voor God te geven, zodat mensen door het lezen van mijn artikelen worden opgebouwd en er baat bij hebben. Welke taak de kerk me ook toewijst, ik zal haar met heel mijn hart en kracht op me nemen. Als er iets is dat ik niet begrijp of als er zich een probleem voordoet, zal ik tot God bidden, de waarheid zoeken, problemen oplossen volgens de waarheidsprincipes en de taak goed uitvoeren. Wat mijn plicht ook is, ik zal alles gebruiken wat ik heb om die goed te vervullen en God tevreden te stellen. Voor alles wat ik kan bereiken, zal ik mijn best doen om de verantwoordelijkheid te dragen die ik behoor te dragen, en er op zijn minst voor zorgen dat ik niet tegen mijn geweten en verstand inga, of plichtmatig ben, of mij eronderuit probeer te werken en er de kantjes vanaf loop, of mij te goed doe aan de vruchten van andermans arbeid. Niets van wat ik doe zal onder de norm van het geweten liggen.” Dit is de minimumnorm voor je eigen gedrag, en iemand die zijn plicht op zo’n manier vervult, kan worden aangemerkt als een persoon met geweten en verstand. Je moet bij het vervullen van je plicht op zijn minst een zuiver geweten hebben, en je moet op zijn minst je drie maaltijden per dag waard zijn en niet klaplopen. Dit wordt een gevoel van verantwoordelijkheid hebben genoemd. Of je kaliber nu hoog of laag is, en of je de waarheid nu begrijpt of niet, je moet in ieder geval deze houding hebben: “Aangezien dit werk mij is gegeven om uit te voeren, moet ik het serieus nemen, ik moet het ter harte nemen, en ik moet heel mijn hart en kracht gebruiken om het goed uit te voeren. Wat betreft de vraag of ik het prima kan uitvoeren, kan ik daar geen garantie voor geven, maar mijn houding is dat ik mijn best zal doen om het goed te volbrengen, en ik zal er zeker niet plichtmatig mee omgaan. Als er bij het werk een probleem ontstaat, hoor ik de verantwoordelijkheid te nemen, en ervoor te zorgen dat ik er een les uit trek en mijn plicht goed vervul.” Dit is de juiste houding. Hebben jullie zo’n houding? Sommige mensen zeggen: “Ik hoef het werk dat me is toegewezen niet per se goed uit te voeren. Ik doe gewoon wat ik kan en het eindproduct zal zijn wat het is. Ik hoef mezelf niet zo te vermoeien, of me te laten verteren door bezorgdheid als ik iets verkeerd doe, en ik hoef niet zoveel stress op me te nemen. Wat heeft het voor zin om mezelf zo moe te maken? Ik ben tenslotte altijd aan het werk en ik ben geen klaploper.” Dit soort houding ten opzichte van iemands plicht is onverantwoordelijk. “Als ik zin heb om te werken, voer ik wat werk uit. Ik doe gewoon wat ik kan en het eindproduct zal zijn wat het is. Het is niet nodig om het zo serieus te nemen.” Zulke mensen hebben geen verantwoordelijke houding ten opzichte van hun plicht en het ontbreekt hun aan verantwoordelijkheidszin. Wat voor soort mensen zijn jullie? Als jullie tot de eerste soort behoren, dan zijn jullie mensen met verstand en menselijkheid. Als jullie tot de tweede soort behoren, dan verschillen jullie niet van het soort valse leiders dat ik zojuist heb ontleed. Jullie verdoen gewoon jullie dagen. “Ik zal vermoeidheid en ontberingen vermijden en gewoon meer genieten. Zelfs als ik op een dag uit mijn functie word ontheven, heb ik niets verloren. Ik heb tenminste een paar dagen genoten van de voordelen van status; dat zal voor mij geen verlies zijn. Als ik als leider word gekozen, zal ik zo handelen.” Wat vinden jullie van de mentaliteit van dit soort mensen? Zulke mensen zijn niet-gelovigen die de waarheid niet in het minst nastreven. Als je werkelijk verantwoordelijkheidszin hebt, is het duidelijk dat je geweten en verstand hebt. Ongeacht hoe groot of klein de taak is, ongeacht wie je die taak toewijst – of Gods huis je die toevertrouwt, of een kerkleider of werker die aan je toewijst – behoort je houding te zijn: “Aangezien deze plicht aan mij is toegewezen, is het Gods verheffing en genade. Ik behoor die goed te vervullen volgens de waarheidsprincipes. Ondanks dat ik een gemiddeld kaliber heb, ben ik bereid om deze verantwoordelijkheid op mij te nemen en mijn uiterste best te doen om die goed te vervullen. Als ik het slecht doe, behoor ik daarvoor de verantwoordelijkheid te nemen, en als ik het goed doe, is dat niet mijn verdienste. Dit is wat ik behoor te doen.” Waarom zeg Ik dat de manier waarop iemand omgaat met zijn plicht een principekwestie is? Als je echt verantwoordelijkheidszin hebt en een verantwoordelijke persoon bent, zul je in staat zijn om het werk van de kerk op je te nemen en de plicht te vervullen die je behoort te vervullen. Als je je plicht licht opvat, is je zienswijze op het geloof in God onjuist, en is je houding ten opzichte van God en je plicht problematisch. Je zienswijze op het vervullen van je plicht is om die plichtmatig te vervullen en er maar wat van te maken. Of het nu iets is wat je bereid bent om uit te voeren of niet, of iets waar je goed in bent of niet, je benadert het altijd met een houding van er maar wat van maken. Daarom ben je niet geschikt om een leider of werker te zijn en verdien je het niet om kerkelijk werk uit te voeren. Bovendien, om het heel bot te zeggen: mensen zoals jij zijn nietsnutten, voorbestemd om niets te bereiken, gewoon nutteloze mensen. Wat voor soort mensen zijn nutteloos? Verwarde mensen, mensen die hun dagen verdoen. Mensen van dit type zijn bij niets wat ze doen verantwoordelijk en nemen niets wat ze doen serieus; ze maken er overal een potje van. Ze slaan geen acht op je woorden, ongeacht hoe je over de waarheid communiceert. Ze denken: ‘Ik maak er maar wat van als ik dat wil. Zeg wat je wilt! Hoe dan ook, op dit moment vervul ik mijn plicht en heb ik te eten – dat is goed genoeg. Ik hoef tenminste geen bedelaar te zijn. Als ik op een dag niets te eten heb, denk ik er dan wel over na. De hemel zal altijd wel een uitweg voor de mens bieden. Je zegt dat ik geen geweten of verstand heb, en dat ik verward ben – nou en? Ik heb de wet niet overtreden. Hooguit schiet ik qua karakter wat tekort, maar dat is geen verlies voor mij. Zolang ik te eten heb, is het prima.’ Wat vind je van deze zienswijze? Ik zeg je, verwarde mensen van dit slag die hun dagen verdoen, zijn allemaal voorbestemd om geëlimineerd te worden, en er is geen enkele manier waarop ze gered kunnen worden. Allen die meerdere jaren in God hebben geloofd, maar nooit enige waarheid hebben aanvaard en geen ervaringsgetuigenissen hebben, zullen worden geëlimineerd. Niemand zal overleven. Uitschot en nietsnutten zijn allemaal klaplopers en ze zijn voorbestemd om geëlimineerd te worden. Als leiders en werkers louter klaplopers zijn, moeten ze des te meer uit hun functie worden ontheven en geëlimineerd worden. Verwarde mensen zoals deze willen nog steeds leider en werker zijn; ze zijn het niet waard! Ze voeren geen enkel daadwerkelijk werk uit, maar willen wel leider zijn. Ze kennen werkelijk geen schaamte!

Nadat sommige leiders en werkers uit hun functie zijn ontheven, zeggen ze: “Het is geweldig om geen leider of werker te zijn. Ik hoef me niet zo angstig te maken of me zoveel zorgen te maken. Het is heerlijk om een gewone broeder of zuster te zijn. Waarom zou ik me daar druk om maken? Ik bezit geen kaliber om mezelf uit te putten.” Iemand anders zegt tegen hen: “Wat ga je doen nu je geen leider of werker meer bent?” Ze antwoorden: “Ik vind alles prima, zolang het maar niet te vermoeiend is en niet veel inspanning kost – iets waarbij je wat rondloopt en kijkt, of zit en praat of naar de computer kijkt, en dat geen erg lange uren of lichamelijk lijden vereist, zou prima zijn.” Wat voor gepraat is dat? Als jullie ontdekken dat de leider of werker die jullie hebben gekozen zo iemand is, hoe zullen jullie je dan in je hart voelen? Zullen jullie dan niet veel spijt hebben? (Ja.) Dus, wat gaat er dan door jullie heen? Je zult zeggen: “Oorspronkelijk zag ik dat je wat kaliber had en ik wilde je promoveren en cultiveren, en je een kans geven, zodat je wat meer waarheden kon begrijpen. Ik had nooit gedacht dat je minder dan niets was. Ik betreur het dat ik je destijds als een mens beschouwde. Ik had nooit gedacht dat je er uiteindelijk geen zou zijn. Je bent zelfs nog minder dan een varken of een hond, je bent uitschot. Je verdient het niet om deze menselijke huid te dragen, en je verdient het niet om een mens te zijn!” Klinken deze woorden onaangenaam? (Nee.) Ze klinken voor jullie niet onaangenaam, maar klinken ze niet heel onaangenaam voor dit soort uitschot? (Ja.) Heeft dit soort uitschot een hart? (Nee.) Kunnen ze dan onderscheiden of iemand goede of slechte dingen over hen zegt? Wanneer mensen zonder hart met wat voor kwestie ook worden geconfronteerd, veranderen ze hun attitude niet en blijven ze hun dagen verdoen. Ze denken dat het prima is zolang ze er zelf maar voordeel en profijt van hebben en zich comfortabel voelen. Dus wat anderen ook zeggen, het kan hun niet schelen. Hun beroemde uitspraak is: “Het kan me niet schelen wat je zegt, hoe je me ziet of beoordeelt, of hoe je me indeelt of behandelt!” Zijn deze mensen niet gewoon uitschot? Wat je ook zegt, ze hebben geen enkel gevoel en trekken het zich niet aan. Waarom trekken ze het zich niet aan? Het zijn gewoon leeglopers, en ze hebben geen hart. Mensen die geen hart hebben, hebben geen waardigheid of integriteit, het kan hun niets schelen wat je zegt, en hoe streng je ook tegen hen spreekt, ze zullen geen steek in hun hart voelen. Alleen degenen met waardigheid, integriteit en verstand voelen pijn en hebben het gevoel dat hun hart wordt doorboord wanneer ze zulke woorden horen. Ze zullen zeggen: “Dat was een laaghartige manier om me te gedragen, waardoor mensen op me neerkeken en ik mijn waardigheid verloor. Zo zal ik me dus niet meer gedragen. Ik wil mijn waardigheid terugwinnen en ervoor zorgen dat mensen niet op me neerkijken. Ik zal ernaar streven mijn eer te herstellen en zal alles doen wat nodig is om met waardigheid te leven en God tevreden te stellen.” Ze hebben gevoel voor woorden die hun waardigheid kwetsen en hen op een zere plek, op een zwakke plek raken – dit zijn mensen met een hart. Wanneer degenen die gevoel en waardigheid bezitten, juiste uitspraken horen, positieve dingen zien en onderscheid maken tussen wat juist en verkeerd is, hebben ze de vastberadenheid om te veranderen, omdat ze waardigheid hebben en niet willen dat anderen op hen neerkijken. Die leeglopers en waardeloze mensen hebben geen waardigheid. Wat je dus ook tegen hen zegt – hoe correct of accuraat of in overeenstemming met de waarheid je uitspraken ook zijn, of hoezeer je uitspraken ook positieve dingen bevatten – ze hebben geen effect op deze mensen en beroeren hen niet in het minst. Een persoon zonder waardigheid heeft totaal geen gevoel voor welk positief ding, oordeel of blootlegging ook, noch hebben ze de juiste attitude ten opzichte van welk levenspad hij moet kiezen. Wat je daarom ook tegen hen zegt, hoe je hen ook blootlegt of typeert, ze weigeren het absoluut te aanvaarden en het kan hun niets schelen. Heeft het dus enig nut om de waarheid te prediken en preken te houden voor zulke mensen? Heeft het enig nut om hen te snoeien? Heeft het enig nut om hen te oordelen en te tuchtigen? Nee! Zulke mensen zijn gewoon waardeloos. Ze maken er maar wat van en behoren tot de categorie van beesten – om precies te zijn, ze zijn geen mensen. Ze verdienen het niet om Gods woorden te horen. Als deze nietsnutten, deze parasieten, kerkleiders worden, kunnen ze dan de problemen ontdekken die in de kerk aanwezig zijn? Kunnen ze kwesties oplossen? Zeker niet. Als Gods uitverkoren volk een kwestie aankaart, kunnen ze die dan oplossen? Dat kunnen ze zeker ook niet. Ze zijn niet in staat om enige kwestie op te lossen, dus hoe zouden ze leiderschapswerk kunnen uitvoeren? Dat zou ondenkbaar zijn! Als leiders en werkers moeten mensen op zijn minst in staat zijn om problemen op te lossen die aanwezig zijn in het kerkelijke werk en problemen die bestaan met de ingang in het leven van Gods uitverkoren volk. Als ze een tijdlang trainen en wat ervaring opdoen, en ze ook over enkele waarheden kunnen communiceren en over enige ervaringsgetuigenis kunnen spreken, kunnen ze geleidelijk bekwaam worden in leiderschapswerk. Als ze niet in staat zijn om enige problemen te ontdekken of op te lossen, dan is er geen enkele manier waarop ze leiderschapswerk kunnen uitvoeren; ze zijn dan valse leiders en behoren te worden ontheven, en er behoren nieuwe leiders te worden gekozen.

Zij die als leiders dienen, moeten op zijn minst iets van de waarheid begrijpen en enige praktische ervaring hebben. Als ze helemaal geen ervaring hebben, dan begrijpen ze beslist niets van de waarheid. Sommige mensen die als leiders dienen, zijn goed in het prediken van woorden en doctrines en weten de goedkeuring en lof van de meeste mensen te winnen. Hoewel valse leiders oppervlakkig gezien vragen kunnen beantwoorden, zijn ze niet in staat om over de waarheidsprincipes te communiceren. Alles wat ze prediken is lege theorie, zonder enige praktische inhoud. Wanneer mensen hun prediking horen, voelen ze dat die aansluit bij hun eigen smaak, en mensen zonder onderscheidingsvermogen vinden dat erg goed. Naderhand hebben ze echter nog steeds geen pad van beoefening en kunnen ze de beoefeningsprincipes niet vinden. Kan dit dan worden beschouwd alsof er problemen zijn opgelost? Is dit niet plichtmatig van hen? Kan het proberen problemen op deze manier op te lossen worden beschouwd als het uitvoeren van daadwerkelijk werk? Valse leiders voeren geen daadwerkelijk werk uit, maar ze weten hoe ze zich als een functionaris moeten gedragen. Wat is het eerste wat ze doen zodra ze leider worden? Dat is de gunst van de mensen kopen. Ze hanteren de aanpak van ‘nieuwe bezems vegen schoon’: eerst doen ze een paar dingen om bij mensen in de gunst te komen en regelen ze een paar zaken die het dagelijks welzijn van iedereen verbeteren. Ze proberen eerst een goede indruk op mensen te maken, om iedereen te laten zien dat ze op één lijn zitten met de massa, zodat iedereen hen prijst en zegt: “Deze leider gedraagt zich als een ouder voor ons!” Daarna nemen ze officieel de leiding over. Ze voelen dat ze de steun van het volk hebben en dat hun positie veilig is gesteld; daarna beginnen ze te genieten van de voordelen van hun status, alsof die hun rechtmatig toekomen. Hun motto’s zijn: “Het leven draait om goed eten en mooie kleren”, “Het leven is kort, dus geniet ervan zolang het kan”, en “Vandaag is er wijn, dus geen zorgen voor morgen.” Ze genieten van elke dag zoals die komt, hebben plezier zolang het kan, en denken niet aan de toekomst, laat staan aan de verantwoordelijkheden die een leider hoort te vervullen en de plichten die hij hoort te doen. Ze preken wat woorden en doctrines en doen een paar taken voor de vorm, uit gewoonte – ze voeren geen daadwerkelijk werk uit. Ze brengen geen echte problemen in de kerk aan het licht om die volledig op te lossen, dus wat heeft het dan voor zin dat ze zulke oppervlakkige taken uitvoeren? Is dat niet misleidend? Kunnen belangrijke taken aan dit soort valse leiders worden toevertrouwd? Houden ze zich aan de principes en voorwaarden van Gods huis voor de selectie van leiders en werkers? (Nee.) Deze mensen hebben geen geweten of verstand, ze missen elke verantwoordelijkheidszin en toch willen ze nog steeds een of andere officiële positie bekleden – een leider zijn – in de kerk. Waarom zijn ze zo schaamteloos? Sommige mensen met verantwoordelijkheidszin kunnen, als hun kaliber pover is, geen leiders zijn – laat staan nutteloze mensen die helemaal geen verantwoordelijkheidszin hebben; zij zijn nog minder geschikt om leiders te zijn. Hoe lui zijn zulke gulzige en gemakzuchtige valse leiders wel niet? Zelfs als ze een probleem ontdekken en beseffen dat het een probleem is, nemen ze het niet serieus en besteden er geen aandacht aan. Ze zijn volkomen onverantwoordelijk! Hoewel ze goed kunnen praten en enig kaliber lijken te hebben, kunnen ze verschillende problemen in het werk van de kerk niet oplossen, waardoor het werk volledig tot stilstand komt; de problemen blijven zich opstapelen, maar deze leiders bekommeren zich er niet om en blijven koppig een paar oppervlakkige taken uitvoeren uit gewoonte. En wat is het eindresultaat? Maken ze het werk van de kerk niet tot een puinhoop, verknoeien ze het niet volledig? Veroorzaken ze geen chaos en een gebrek aan eensgezindheid in de kerk? Dat is de onvermijdelijke uitkomst. Zullen valse leiders in deze situatie aan de Boven rapporteren? Zeker niet. Als iemand in de kerk de problemen van de valse leiders wil rapporteren aan de Boven, zullen zij daarmee instemmen? Ze zullen die persoon beslist onderdrukken en buitensluiten, ze zullen niemand toestaan een probleem aan de Boven te rapporteren, en iedereen die dat doet, zullen ze beperken, onderdrukken en isoleren. Zeg Mij, zijn deze valse leiders niet uiterst verachtelijk? Ongeacht in welke mate ze het werk van de kerk hebben geschaad, ze staan niet toe dat de Boven dit te weten komt, laat staan het oplost. Het enige waar ze om geven is zich overgeven aan de voordelen van hun status en hun eigen ijdelheid en trots beschermen – zulke mensen zijn zo volkomen verachtelijk en schaamteloos! Zijn ze niet totaal zonder geweten en zonder menselijkheid? Wanneer de Boven naar het werk informeert, zeggen ze stellig dat er geen problemen zijn en proberen ze de Boven met uitvluchten en smoesjes af te wimpelen – bedriegen ze daarmee de Boven niet en verbergen ze de zaken niet voor wie onder hen staan? De problemen in het kerkelijke werk blijven zich opstapelen, en de valse leiders kunnen ze zelf niet oplossen, maar ze rapporteren deze kwesties ook niet aan de Boven. Onder deze omstandigheden doen ze alsof er niets aan de hand is; ze geven zich op dezelfde manier over aan gemakzucht, zitten de hele dag niets te doen en verdoen hun dagen, en ze maken zich totaal geen zorgen. En wanneer de problemen aan het licht komen en de Boven dit onderzoekt, zeggen ze nog steeds: “Ik heb mensen opgedragen dit werk uit te voeren. Ik heb mijn verantwoordelijkheden vervuld. Als het werk niet goed wordt uitgevoerd, is dat de schuld van anderen. Wat heeft dat met mij te maken?” Met deze paar woorden ontdoen ze zich volledig van hun verantwoordelijkheid. Het is alsof ze voor deze zaak totaal geen verantwoordelijkheid dragen. Niet alleen denken ze niet over zichzelf na, ze voelen zich ook gerechtvaardigd en op hun gemak, en zeggen: “Hoe dan ook, ik ben niet lui geweest in mijn plicht; ik ben geen klaploper. Als de Boven me niet ontheft, blijf ik als leider dienen. Als ik mijn ontslag indien, verraad ik God dan niet? Toon ik dan geen ontrouw aan mijn plicht?” Als je hen snoeit, kunnen ze tal van redenen bedenken om je te weerleggen. Ze zullen niet zeggen dat zij voor deze zaak verantwoordelijk zijn, ze zullen niet zeggen wat hun verantwoordelijkheden zijn, en ze zullen niet nadenken over de aard ervan: dat ze geen problemen oplossen en geen daadwerkelijk werk uitvoeren. Zijn zulke mensen niet uiterst hatelijk? Ze brengen het werk van de kerk tot stilstand en schaden Gods uitverkoren volk zo lang, zonder een greintje berouw in hun hart – zijn dit nog mensen? Hebben ze nog een greintje geweten of verstand? Sommige mensen zeggen: “Zulke mensen zouden niet tot leiders gekozen moeten worden.” Theoretisch is dat zo; toch zijn er onder de gekozen leiders en werkers wel degelijk zulke mensen; dat is een feit. Dit alles gebeurt omdat Gods uitverkoren volk geen onderscheidingsvermogen heeft, en ook omdat de meeste mensen allemansvrienden waarderen en dientengevolge enkele valse leiders en valse werkers kiezen. Daarom moet vóór de kerkverkiezingen vaker worden gecommuniceerd over de principes voor het kiezen van leiders en werkers, evenals over de principes voor het onderscheiden van valse leiders en valse werkers; dit zal ervoor zorgen dat meer mensen hun stem uitbrengen in overeenstemming met de principes. Alleen op deze manier kunnen kerkverkiezingen goede resultaten opleveren.

Zeg Mij, kunnen zulke verachtelijke en schaamteloze leeglopers als leiders en werkers het werk van de kerk goed uitvoeren? Kunnen zij de problemen in de kerk of de moeilijkheden oplossen die Gods uitverkoren volk ondervindt? (Nee.) Wat moeten jullie dus doen wanneer jullie zulke valse leiders tegenkomen? Stel dat iemand zegt: “Ons kaliber is pover en het ontbreekt ons aan onderscheidingsvermogen, dus we kunnen niets doen als we een valse leider tegenkomen.” Is dat juist? Het kan toch niet zo zijn dat iedereen in de kerk van pover kaliber is en geen onderscheidingsvermogen heeft? Er moeten op zijn minst enkele mensen zijn die de waarheid relatief goed begrijpen. Als iemand dus ontdekt dat een valse leider geen daadwerkelijk werk kan uitvoeren of geen problemen kan oplossen, zou hij moeten communiceren met degenen die de waarheid begrijpen en hen vragen hun onderscheidingsvermogen te gebruiken en een oordeel te vellen. Is dat gepast? (Ja, dat is het.) Waarom is het gepast? Wat zullen de gevolgen zijn als een kerkleider geen daadwerkelijk werk kan uitvoeren? Wie zullen de slachtoffers zijn? Zullen dat niet Gods uitverkorenen in de kerk zijn? Als een valse leider de kerk drie of vijf jaar lang controleert, hoeveel mensen zullen dan in hun begrip van de waarheid en hun ingang in de werkelijkheid worden beïnvloed? Hoeveel mensen zullen dan vertraging oplopen in het verkrijgen van Gods redding? De gevolgen daarvan zijn niet te overzien. Wanneer dus wordt ontdekt dat een valse leider geen daadwerkelijk werk uitvoert en niet in staat is om enig probleem op te lossen, is dat een grote zaak voor ieder van Gods uitverkorenen, en zij zouden die valse leider onmiddellijk moeten ontmaskeren en rapporteren om vertraging in het werk te voorkomen. Degenen die geschaad worden doordat kerkleiders geen daadwerkelijk werk uitvoeren, zijn Gods uitverkoren volk. Als geen van Gods uitverkorenen hen ontmaskert of rapporteert, en ze hier allemaal apathisch tegenover staan, dan is er geen hoop voor die kerk. Stel dat jullie in je hart altijd gedachten koesteren om geen verantwoordelijkheid te nemen, zoals: hoe dan ook, jij bent de leider. Je kunt geen daadwerkelijk werk uitvoeren en toch rapporteer je geen problemen aan de Boven – als dit het werk van de kerk vertraagt, zal de Boven jou verantwoordelijk houden. Wat heeft dat met ons te maken? Wat voor zin heeft het dat wij ons daar zorgen over maken? Wij hebben de leiding niet in handen. Deze verantwoordelijkheid ligt bij jou. Als jullie deze notie altijd in je hart koesteren, zal dat de zaken dan niet vertragen? Zal dat jullie niet beïnvloeden in het nastreven van de waarheid, het binnengaan in de werkelijkheid en het verkrijgen van Gods redding? Als niemand in de kerk verantwoordelijkheid neemt, is het moeilijk om te zeggen of deze kerk voor God kan getuigen en Gods zegeningen kan ontvangen, en nog moeilijker om te zeggen hoeveel mensen in deze kerk redding zullen verkrijgen. Als iedereen in deze kerk zo denkt en deze zienswijze heeft, is er absoluut geen hoop voor deze kerk. Hebben de filmproductieteams op dit moment dit probleem niet? Sommige van jullie leiders pakken geen problemen aan en rapporteren ze ook niet – het zijn valse leiders. Kunnen jullie dit zien? Deze leiders lossen geen problemen voor jullie op – hebben jullie niet ontdekt dat dit een probleem is? Voelen jullie je hier eigenlijk blij over? Onze leider rapporteert dit probleem niet en dit probleem kan niet worden opgelost, dus dit is een goed moment voor ons om even uit te rusten. Dat is geweldig! Bovendien heeft de Boven de laatste tijd niet persoonlijk naar deze zaak gevraagd, dus we hoeven het probleem ook niet te rapporteren. Waarom zouden we niet proberen wat vrije tijd voor onszelf te regelen? Moeten we de film zo snel opnemen en op tijd klaar hebben? De vooruitgang die we boeken is prima! Dus wat als we nog niet klaar zijn met filmen? Zullen we daarvoor veroordeeld worden? Is dit jullie attitude? Denken jullie dat er geen zulk strikt schema is voor het werk van Gods huis, zodat jullie het onbeperkt kunnen uitstellen, en dat zolang de Boven er niet naar vraagt of het onderzoekt, jullie je geen zorgen hoeven te maken of enige druk hoeven te voelen, en jullie gewoon de problemen kunnen oplossen die jullie kunnen oplossen, en de problemen die jullie niet kunnen oplossen, op hun beloop kunnen laten? Is dit jullie zienswijze? (Nee.) Waarom rapporteren jullie dan geen problemen wanneer jullie die hebben? Is het omdat deze valse leiders jullie onder controle hebben, of omdat ze jullie een magisch, verdovend drankje hebben gegeven waardoor jullie wartaal uitslaan en niet meer kunnen spreken? Wat is hier het probleem? Wanneer er problemen zijn, weten jullie daar dan van? Als je zegt dat je er niets van weet, lieg je; als je ervan weet, maar ze niet rapporteert, ben je nalatig, pleeg je ernstig plichtsverzuim, en toon je totaal geen trouw aan je plicht. Zelfs als je in de wereld werkt om geld te verdienen, moet je je schamele loon nog waard zijn. Om nog maar te zwijgen van het feit dat je vandaag het voedsel van Gods huis eet; je streeft naar redding terwijl je je plicht vervult, en door dit te doen, baan je de weg en bereid je je voor op je eigen bestemming. Je doet dit niet voor Gods huis, noch voor enig individu, en nog veel minder voor Mij – je doet het voor jezelf. Om het mooi te zeggen, vervullen mensen hun plicht om redding te verkrijgen, maar om precies te zijn, doen ze het voor zichzelf om zegeningen te ontvangen en een goede bestemming te hebben. Je moet deze zaak duidelijk begrijpen; wees geen dwaas. Je vervult je plicht niet voor andere mensen of voor je ouders, en je doet het niet om je voorouders te eren of je achternaam eer aan te doen – je doet het voor jezelf. God heeft je geschapen, en sinds Hij de wereld schiep, heeft Hij voorbeschikt dat je in de laatste dagen geboren zou worden. Hij heeft je naar Zijn huis gebracht, Hij heeft je Zijn stem laten horen, Hij heeft je elke dag Zijn woorden laten eten en drinken en levensvoorziening laten ontvangen, en Hij heeft je een kans gegeven zodat je je plicht in Gods huis kunt vervullen. Dit is je beste kans als schepsel om redding te verkrijgen, en het is ook je enige kans. Als je, terwijl je je plicht vervult, deze kans verspeelt, dan zal het, ongeacht of je straf ontvangt of weent en tandenknarst wanneer je uiteindelijk in de rampen terechtkomt, allemaal door je eigen toedoen zijn, en zul je het verdienen! Het zal je eigen schuld zijn. Het is niet nodig dat andere mensen je verantwoordelijkheden dragen, en het is niet nodig dat jij de verantwoordelijkheden van andere mensen draagt. Alleen jij kunt de verantwoordelijkheid nemen voor de weg die je bewandelt en alles wat je vandaag doet, en alleen jij kunt de uiteindelijke gevolgen dragen. Wat Ik kan doen, is jullie de dingen laten begrijpen die Ik moet zeggen en jullie moet vertellen, en de weg voor jullie banen zodat jullie het pad van redding kunnen betreden. Ik heb alles duidelijk uitgelegd, dus hoe jullie daar specifiek naar handelen, is aan jullie. Ik bemoei Me niet met jullie zaken; Ik voer alleen het werk uit dat Mij toekomt, en Ik doe geen werk meer dan dat. Is het niet een feit dat je je plicht vervult omwille van je eigen bestemming? Als je zegt: “Er zijn zoveel problemen, maar mijn leider rapporteert ze niet, dus ik zal ze ook niet rapporteren,” is dat dan niet dom? Is dat niet berekenend? Wat is je verantwoordelijkheid wanneer je een probleem ziet? Je verantwoordelijkheid is om iedereen bijeen te roepen en samen tot rust te komen om het probleem te onderzoeken en erover te communiceren, om te zien op welk gebied het probleem is ontstaan en om de werkelijke oorzaak van het probleem te vinden. Als, na enige discussie, de werkelijke oorzaak is gevonden, maar jullie het probleem zelf niet kunnen oplossen, moeten jullie het onmiddellijk aan de Boven rapporteren. Wie moet het rapporteren? Je moet jezelf aanbieden en zeggen: “Ik zal het rapporteren. Als dat niet werkt, kunnen we een paar vertegenwoordigers kiezen en het samen rapporteren.” Sommige mensen zeggen: “Hebben we dan geen leider?” Je antwoordt: “Hij is geen leider! Hij vervult de verantwoordelijkheden van een mens totaal niet. Hij is slechts een beest in mensenhuid, en hij zou aan de kant geschopt en ontheven moeten worden! Hij rapporteert het probleem niet, dus moeten wij het zelf rapporteren – dat is onze verantwoordelijkheid. Alleen wanneer we onze verantwoordelijkheden hebben vervuld, zal God ons als mensen behandelen. Als we duidelijk weten wat onze verantwoordelijkheden zijn, maar we ze niet vervullen, dan verdienen we het niet om mens te zijn, en is het onmogelijk dat God ons als zodanig zal beschouwen.” Als God je niet als een mens beschouwt, wat impliceert dit dan – dat Hij je als wat beschouwt? Het impliceert dat Hij je als een varken of een hond beschouwt. En zou God je dan nog redden? Geen sprake van. Dus, als je niet met een goede bestemming eindigt, heb je dat dan niet aan jezelf te wijten? En heb je je plicht dan niet voor niets vervuld? Het is aan jou om je pad te kiezen, en het is ook aan jou om het te bewandelen. Welk pad je ook kiest, of wat de uiteindelijke gevolgen ook zijn, jij bent degene die de verantwoordelijkheid draagt; niemand zal de verantwoordelijkheid nemen voor het pad dat je bewandelt en de daaruit voortvloeiende gevolgen.

Als jullie, als leiders en werkers, problemen negeren die zich voordoen bij de uitvoering van jullie plichten, en jullie zelfs allerlei voorwendsels en excuses zoeken om verantwoordelijkheid te ontlopen, en sommige problemen die jullie kunnen oplossen niet oplossen, en de problemen die jullie niet kunnen oplossen niet aan de Boven rapporteren, alsof ze niets met jullie te maken hebben, is dat dan geen plichtsverzuim? Is het werk van de kerk op deze manier behandelen een slimme of een domme daad? (Het is een domme daad.) Zijn zulke leiders en werkers niet glad? Ontbreekt het hun niet volledig aan verantwoordelijkheidszin? Wanneer ze met problemen worden geconfronteerd, negeren ze die – zijn dat geen onverschillige mensen? Zijn dat geen listige mensen? Listige mensen zijn de domste mensen van allemaal. Je moet een eerlijk mens zijn, je moet verantwoordelijkheidszin hebben wanneer je met problemen wordt geconfronteerd, en je moet al het mogelijke doen en de waarheid zoeken om ze op te lossen. Je mag absoluut geen listig iemand zijn. Als je je alleen maar bezighoudt met het ontlopen van verantwoordelijkheid en je handen ervan af te trekken wanneer er problemen ontstaan, zou je zelfs onder ongelovigen voor dit gedrag worden veroordeeld, laat staan in Gods huis! Dit gedrag zal zeker door God worden veroordeeld en vervloekt, en wordt verafschuwd en verworpen door Gods uitverkoren volk. God houdt van eerlijke mensen, en Hij verafschuwt bedrieglijke en gladde mensen. Als je een listig iemand bent en je je glad gedraagt, zal God je dan niet verafschuwen? Zal Gods huis je er dan zomaar mee weg laten komen? Vroeg of laat zul je ter verantwoording worden geroepen. God houdt van eerlijke mensen en heeft een hekel aan listige mensen. Iedereen zou dit duidelijk moeten begrijpen, en ophouden verward te zijn en dwaze dingen te doen. Tijdelijke onwetendheid is vergeeflijk, maar als iemand de waarheid helemaal niet aanvaardt, dan is hij te koppig. Eerlijke mensen kunnen verantwoordelijkheid nemen. Ze denken niet aan hun eigen voordeel en verlies; ze waken alleen over het werk en de belangen van Gods huis. Ze hebben een vriendelijk en eerlijk hart, als een kom helder water waarvan de bodem in één oogopslag te zien is. Ook in hun handelen zijn ze transparant. Een bedrieglijk iemand handelt altijd glad, doet zich altijd anders voor, verdoezelt en verbergt dingen, en schermt zichzelf ongelooflijk sterk af. Niemand kan zo iemand doorzien. Mensen kunnen je innerlijke gedachten niet doorzien, maar God kan nauwkeurig onderzoeken wat er in het diepst van je hart leeft. Wanneer God ziet dat je geen eerlijk iemand bent, dat je een glad ding bent, dat je de waarheid nooit aanvaardt, altijd bedrog tegen Hem pleegt, en je hart nooit aan Hem overgeeft, houdt Hij niet van je, en verafschuwt en verlaat Hij je. Wat voor mensen zijn al degenen onder de ongelovigen die welvarend zijn, en degenen die gladgebekt en scherpzinnig zijn? Is dit jullie duidelijk? Wat is hun essentie? Men kan zeggen dat ze allemaal buitengewoon ondoorgrondelijk zijn, ze zijn allemaal extreem bedrieglijk en listig, ze zijn echte duivels en Satans. Zou God zulke mensen kunnen redden? God verafschuwt niets meer dan duivels – mensen die bedrieglijk en listig zijn – en Hij zal zulke mensen beslist niet redden. Jullie moeten absoluut niet dit soort mensen zijn. Degenen die altijd oplettend en alert zijn wanneer ze spreken, die glad en gewiekst zijn en zich anders voordoen al naargelang de situatie wanneer ze zaken afhandelen – Ik zeg je, God verafschuwt zulke mensen het meest, zulke mensen zijn niet meer te redden. Wat betreft al degenen die tot de categorie van bedrieglijke en listige mensen behoren: hoe mooi hun woorden ook klinken, het zijn allemaal misleidende, duivelse woorden. Hoe mooier hun woorden klinken, des te meer zijn deze mensen duivels en Satans. Dit is precies het soort mensen dat God het meest verafschuwt. Dit is absoluut juist. Wat zeggen jullie: kunnen bedrieglijke mensen, mensen die vaak liegen en gladde praters het werk van de Heilige Geest verkrijgen? Kunnen zij de verlichting en illuminatie van de Heilige Geest ontvangen? Absoluut niet. Wat is Gods houding ten opzichte van mensen die bedrieglijk en listig zijn? Hij verwerpt hen, Hij zet hen opzij en slaat geen acht op hen, volgens Hem behoren ze tot dezelfde categorie als dieren. In Gods ogen dragen zulke mensen slechts een mensenhuid en in essentie zijn het duivels en Satans; het zijn wandelende lijken, en God zal hen absoluut niet redden. Dus, in welke gesteldheid verkeren deze mensen nu? Er heerst duisternis in hun hart, het ontbreekt hun aan waar geloof, en wat er ook met hen gebeurt, ze worden nooit verlicht of geïllumineerd. Wanneer ze met rampen en tegenspoed worden geconfronteerd, bidden ze tot God, maar God is niet met hen, en in hun hart hebben ze niets waar ze werkelijk op kunnen vertrouwen. Om zegeningen te verkrijgen, proberen ze zich van hun beste kant te laten zien, maar ze kunnen er niets aan doen, want ze zijn verstoken van geweten en verstand. Zelfs als ze wilden, zouden ze geen goede mensen kunnen zijn; zelfs als ze wilden ophouden slechte dingen te doen, zouden ze zichzelf niet kunnen beheersen, het zou gewoon niet lukken. Zullen ze in staat zijn om zichzelf te leren kennen nadat ze zijn weggestuurd en geëlimineerd? Hoewel ze zullen weten dat ze dit verdiend hebben, zullen ze het aan niemand toegeven, en zelfs als ze in staat lijken om enigszins hun plicht te vervullen, zullen ze zich blijven glad gedragen en zal hun werk geen duidelijke resultaten opleveren. Dus wat zeggen jullie: kunnen deze mensen werkelijk berouw tonen? Absoluut niet. Dat komt omdat ze geen geweten of verstand hebben en de waarheid niet liefhebben. God redt dit soort listige en boosaardige mensen niet. Welke hoop is er voor zulke mensen in het geloven in God? Hun geloof heeft al elke betekenis verloren, en ze zijn voorbestemd om er niets uit te halen. Als mensen gedurende hun geloof in God de waarheid niet nastreven, zal het, ongeacht hoeveel jaar ze geloven, geen effect hebben; zelfs als ze tot het einde toe geloven, zullen ze niets verkrijgen. Om God te verkrijgen, moeten mensen de waarheid verkrijgen. Alleen als ze de waarheid begrijpen, de waarheid beoefenen en de waarheidswerkelijkheid binnengaan, zullen ze de waarheid hebben verkregen en Gods redding hebben verworven; en alleen dan zullen ze Gods erkenning en zegeningen ontvangen; en alleen dat is werkelijk het verkrijgen van God. Als mensen de waarheid willen verkrijgen, is de eerste stap die ze moeten zetten: hun verantwoordelijkheden leren na te komen, dat wil zeggen, ze moeten hun plicht goed vervullen – dit is het meest elementaire. Mensen mogen absoluut niet leren van valse leiders, die alleen woorden en doctrines prediken, geen echt werk uitvoeren, geen verantwoordelijkheid nemen voor wat ze ook doen, alles plichtmatig doen, en uiteindelijk worden geëlimineerd. Je plicht vervullen is geen kleinigheid; mensen worden het duidelijkst onthuld in hoe ze hun plicht vervullen, en God bepaalt de uitkomsten van mensen op basis van hun consequente prestaties bij het vervullen van hun plicht. Wat betekent het als iemand zijn plicht niet goed vervult? Het betekent dat hij de waarheid niet aanvaardt of werkelijk berouw toont, en door God wordt geëlimineerd. Wanneer valse leiders en valse werkers worden ontheven, wat geeft dat dan aan? Dit is de houding van Gods huis jegens zulke mensen, en het vertegenwoordigt natuurlijk ook Gods houding jegens zulke mensen. Wat is dus Gods houding jegens zulke waardeloze mensen? Hij verwerpt hen, veroordeelt hen en elimineert hen. Willen jullie je dan nog steeds overgeven aan de voordelen van status en een valse leider zijn?

Nadat mensen in God zijn gaan geloven, wat is dan het pijnlijkste en meest verontrustende dat hen kan overkomen? Het ergste is niets anders dan te vernemen dat ze zijn verwijderd of verdreven, en dat ze door God zijn onthuld en geëlimineerd – dit is het pijnlijkste en meest verdrietige, en niemand wil dat dit hem overkomt nadat hij in God is gaan geloven. Hoe kunnen mensen dus voorkomen dat dit hen overkomt? Ze moeten op zijn minst handelen volgens hun geweten, dat wil zeggen, ze moeten eerst leren hoe ze hun verantwoordelijkheden moeten vervullen, ze mogen absoluut niet plichtmatig zijn, en ze mogen niet vertragen wat God hun heeft toevertrouwd. Aangezien je een mens bent, moet je nadenken over wat de verantwoordelijkheden van een mens zijn. Verantwoordelijkheden die de niet-gelovigen het meest waarderen, zoals kinderlijke gehoorzaamheid, het zorgen voor je ouders en naam maken voor je familie, hoeven niet te worden genoemd. Deze zijn allemaal leeg en verstoken van werkelijke betekenis. Wat is de meest basale verantwoordelijkheid die een mens zou moeten vervullen? Het meest realistische is hoe je nu je plicht goed vervult. Tevreden zijn met slechts de schijn ophouden is niet je verantwoordelijkheid vervullen, en alleen woorden en doctrines spreken is niet je verantwoordelijkheid vervullen. Alleen door de waarheid te beoefenen en volgens principes te handelen vervul je je verantwoordelijkheid. Alleen wanneer het beoefenen van de waarheid effectief is geweest en anderen ten goede komt, zul je werkelijk je verantwoordelijkheid hebben vervuld. Ongeacht welke plicht je vervult, alleen wanneer je in alles volhardt in het handelen naar de waarheidsprincipes, zul je werkelijk je verantwoordelijkheid hebben vervuld. De dingen doen volgens menselijke gewoonten, louter als een formaliteit, is plichtmatig te werk gaan; alleen vasthouden aan de waarheidsprincipes betekent je plicht juist uitvoeren en je verantwoordelijkheid vervullen. En wanneer je je verantwoordelijkheid vervult, is dat dan niet de manifestatie van trouw? Dat is de manifestatie van het trouw vervullen van je plicht. Alleen wanneer je deze verantwoordelijkheidszin hebt, deze vastberadenheid en dit verlangen, en deze manifestatie van plicht met betrekking tot je plicht, zal God je gunstig gezind zijn en je goedkeuren. Als je niet eens deze verantwoordelijkheidszin hebt, zal God je behandelen als een nietsnut en een dwaas, en Hij zal je verachten. Vanuit menselijk oogpunt betekent dit dat Hij je niet respecteert, je niet serieus neemt en op je neerkijkt. Het is zoals wanneer je een tijdje met iemand contact hebt gehad en je ziet hem spreken over fantasievolle, onpraktische zaken, en hij ratelt maar door met onrealistische dingen, en je merkt dat hij graag opschept en grote woorden gebruikt, en dat hij niet betrouwbaar is – zou je hem dan respecteren? Zou je hem enige taak durven toevertrouwen? Misschien zou hij de taak die je hem toevertrouwt om de een of andere reden vertragen, en daarom zou je mensen zoals hij niets durven toevertrouwen. Je zou hen vanuit het diepst van je hart verafschuwen en betreuren dat je ooit met hen te maken hebt gehad. Je zou je gelukkig prijzen dat je hen niets had toevertrouwd en denken dat, als je dat wel had gedaan, je er de rest van je leven spijt van zou hebben gehad. Stel dat je met iemand omgaat en, door gesprek en contact met hem, ziet dat hij niet alleen een goede menselijkheid bezit, maar ook verantwoordelijkheidszin heeft. Wanneer je hem een taak toevertrouwt, prent hij het, zelfs als je er terloops iets over zegt, in zijn gedachten, en bedenkt hij manieren om de taak goed uit te voeren om jou tevreden te stellen. Als hij de taak die je hem hebt gegeven niet goed uitvoert, schaamt hij zich om je daarna onder ogen te komen – dit is iemand met verantwoordelijkheidszin. Zolang hun iets wordt verteld of iets wordt opgedragen – ongeacht of dat door een leider, werker of de Boven is – zullen mensen met verantwoordelijkheidszin altijd denken: wel, aangezien ze zo hoog van me opgeven, moet ik deze zaak goed afhandelen en hen niet teleurstellen. Zou je je niet op je gemak voelen om een taak toe te vertrouwen aan zulke mensen die geweten en verstand bezitten? De mensen aan wie je een taak kunt toevertrouwen, zijn zeker degenen die je gunstig gezind bent en vertrouwt. In het bijzonder, als ze verschillende taken voor je hebben afgehandeld en ze allemaal zeer gewetensvol hebben uitgevoerd, en volledig aan je eisen hebben voldaan, zul je denken dat ze betrouwbaar zijn. In je hart zul je hen echt bewonderen en hoogachten. Mensen zijn bereid om met dit type persoon om te gaan, om nog maar te zwijgen van God. Denken jullie dat God bereid zou zijn om het kerkelijke werk en de plicht die de mens gehouden is te vervullen, toe te vertrouwen aan een persoon die niet betrouwbaar is? (Nee, dat zou Hij niet doen.) Wanneer God een stuk kerkelijk werk aan iemand toewijst, wat is Gods verwachting van hem? Ten eerste hoopt God dat hij ijverig en verantwoordelijk is, dat hij dit stuk werk als iets belangrijks beschouwt en het dienovereenkomstig afhandelt, en het goed uitvoert. Ten tweede hoopt God dat hij een persoon is die het vertrouwen waard is, dat, ongeacht hoeveel tijd er verstrijkt, en ongeacht hoe de omgeving verandert, zijn verantwoordelijkheidszin niet wankelt, en zijn integriteit de proef doorstaat. Als hij een betrouwbaar persoon is, zal God gerustgesteld zijn, en Hij zal geen toezicht meer houden op deze zaak of haar verder opvolgen. Dit komt omdat Hij hem in Zijn hart vertrouwt, en hij de taak die hem is toevertrouwd zeker zal voltooien zonder dat er iets misgaat. Wanneer God iemand een taak toevertrouwt, is dit dan niet wat Hij hoopt? (Jawel.) Als je dan eenmaal Gods bedoeling begrijpt, behoor je in je hart te weten hoe je moet handelen om aan Gods vereisten te voldoen, in Gods ogen gunst te vinden en Gods vertrouwen te verdienen. Als je je eigen manifestaties en gedrag, en de attitude waarmee je je plicht benadert, duidelijk kunt zien, als je zelfbewustzijn hebt en weet wat je bent, is het dan niet onredelijk van je om te eisen dat God je gunstig gezind is, je genade toont of je een speciale behandeling geeft? (Ja, dat is het.) Zelfs jij denkt heel weinig van jezelf, zelfs jij kijkt op jezelf neer, en toch eis je dat God je gunstig gezind is – dat houdt geen steek. Als je dus wilt dat God je gunstig gezind is, moet je er op zijn minst voor zorgen dat je betrouwbaar bent in de ogen van andere mensen. Als je wilt dat anderen je vertrouwen, je gunstig gezind zijn, hoog van je opgeven, dan moet je op zijn minst waardig zijn, verantwoordelijkheidszin hebben, je aan je woord houden en betrouwbaar zijn. Bovendien moet je ijverig, verantwoordelijk en trouw worden voor God – dan zul je in wezen aan Gods vereisten voor jou hebben voldaan. Dan zal er hoop zijn dat je Gods goedkeuring verkrijgt, nietwaar? (Ja, die zal er zijn.) Is dit moeilijk te bereiken? (Nee.) Zelfs mensen willen een betrouwbaar persoon vinden om taken af te handelen en mee om te gaan, dus is het dan overdreven van God om te vragen dat mensen hun plichten goed vervullen, en dat Hij deze kleine eis aan hen stelt? (Nee, dat is niet overdreven.) Het is helemaal niet overdreven. Dat is niet om het mensen moeilijk te maken, maar juist heel passend. Het is alleen dat mensen niet het hart hebben om dit te doen, ze denken niet na over Gods gedachten of waarderen Gods bedoelingen niet. Het enige wat ze kunnen doen is voortdurend eisen stellen aan God, en zeggen: “Je moet me zegenen! Je moet me genade tonen! Je moet me leiden!” Wat is het dus dat je doet? Kun je werkelijk je plicht vervullen volgens je geweten en verstand? Kun je werkelijk ijverig, verantwoordelijk en trouw zijn? Dat is de minimale voorwaarde waaraan je moet voldoen opdat God je gunstig gezind is. Is dit niet de richting waar mensen hard naartoe zouden moeten werken? Aangezien je in God gelooft, moet je streven naar de waarheid en Gods vereisten – dit is de richting waar mensen hard naartoe zouden moeten werken. Mensen moeten hard werken in de juiste richting. Op die manier zal hun streven om God tevreden te stellen niet langer hol zijn.

Hebben valse leiders in hun hart enig begrip van wat het betekent om God in hun geloof in Hem tevreden te stellen? Hebben ze enige attitude? Duidelijk niet. Ze hebben slechts een attitude van er in de wereld maar wat van maken, en ze behandelen God op dezelfde manier, op een ongelooflijk oneerbiedige en minachtende manier. Dit soort attitude brengt God ernstig te schande en lastert Hem, en God verafschuwt het. God gaf hun het leven en alles wat een mens bezit, en toch is hun attitude ten opzichte van alles wat God hun heeft gegeven, ten opzichte van de regelingen die God voor hun leven treft, ten opzichte van Gods opdracht en werk, en ten opzichte van hun eigen plichten, er een van verachting en minachting. Wat betekent ‘minachting’? Het betekent de dagen willen doorkomen door er maar wat van te maken en niets serieus te nemen. God verafschuwt deze attitude van hen ten zeerste, en daarom zal Hij zulke mensen absoluut niet redden. Wat moeten jullie hieruit begrijpen? Dat jullie niet dit soort mensen moeten zijn. Ongeacht of je een leider bent of niet, of je de ambitie en het verlangen hebt om een leider te worden of niet, je moet eerst leren hoe je je moet gedragen, en absoluut geen leegloper, nietsnut of verwerpelijk persoon zijn. In je gedrag moet je een oprechte attitude, waardigheid en verantwoordelijkheidszin hebben – dit is het absolute minimum. Alleen op dit fundament kunnen mensen aan Gods vereisten voldoen en Zijn opdracht voltooien. Als je zelfs dit beetje fundament niet hebt, dan valt er niets te bespreken.

3 maart 2021

Vorige: De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (7)

Volgende: De verantwoordelijkheden van leiders en werkers (9)

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek