De slechtheid van de dominee doorzien

31 juli 2022

Door Xiaoci, Myanmar

In september 2020 ontmoette ik een zuster online. Ze vertelde me dat de Heer Jezus is teruggekeerd als Almachtige God en dat Hij waarheden uitdrukt om het oordeelswerk te doen. Ik was opgetogen toen ik hoorde over de terugkeer van de Heer en begon online bijeenkomsten bij te wonen en Almachtige Gods werk te onderzoeken. Door Almachtige Gods woorden te lezen leerde ik over de oorsprong van het verderven van de mens door Satan, de drie fasen van Gods werk om de mens te redden, mysteries van de incarnatie, Gods oordeelswerk van de laatste dagen en meer waarheden die ik nog nooit had gehoord. Na een periode van zoeken en onderzoeken wist ik zeker dat Almachtige God de teruggekeerde Heer Jezus is en trad ik toe tot De Kerk van Almachtige God. Ik hield van het voeding van het dagelijks lezen van Gods woorden en voelde me geestelijk gevoed als nooit tevoren. Vergeleken daarbij gingen de preken van mijn dominee altijd over dezelfde dingen en waren droog en saai en gespeend van elk licht. Ze waren helemaal niet stichtelijk, dus ik ging niet langer naar kerkdiensten.

In februari 2021 was er een militaire staatsgreep in Myanmar en het internet werd platgelegd. Ik kon geen online bijeenkomsten meer bijwonen. Er kwamen al gauw een paar broeders naar mijn dorp die zeiden dat ze plaatselijke bijeenkomsten wilden organiseren. Die werden toen door 20 mensen bijgewoond. Maar na enkele bijeenkomsten werden we door iemand verraden aan onze plaatselijke dominee. Hij begon mensen in de kerk te vertellen dat we online bijeenkomsten bezochten in plaats van de kerk, en niet naar de geestelijken luisterden. Hij loog dat we onze eigen groep organiseerden. Hij waarschuwde iedereen om zich niet met ons in te laten. Bijna iedereen in ons dorp was christen en ze vereerden allemaal de dominee en luisterden naar hem. Door zijn aanvallen en veroordelingen verspreidde het nieuws van ons geloof in Almachtige God zich snel, en iedereen, zelfs onze familieleden, vrienden en buren, begon ons te verwijten dat we niet meer naar de kerk gingen of naar de dominee luisterden en zei dat dat vreselijk was. Overal waar ik kwam, wezen mensen met hun vinger naar me en ook mijn familie verzette zich tegen mijn geloof in Almachtige God. Ik was echt van streek. Ik had altijd een geweldige relatie gehad met mijn vrienden en buren, we hielpen elkaar altijd, maar nu behandelden ze me als een bron van ergernis, als een vijand. Geloof is een persoonlijke vrijheid. We praktiseerden alleen ons geloof, zonder überhaupt iets illegaals te doen. Waarom zou de dominee ons veroordelen en aanvallen en de dorpelingen opstoken om ons af te wijzen? Voor ik het wist, raakte ik in een depressie en ik bad tot God: “God, de dominee haalt naar ons uit en zelfs al mijn naasten wijzen me af. Ik voel me echt ellendig. God, ik begrijp niet waarom ze ons zo behandelen. Verlicht me zodat ik dit beter begrijp en uit mijn depressie kan raken.” Toen dacht ik aan een passage in Gods woorden. Almachtige God zegt: “God doet Zijn werk, God zorgt voor een persoon, God kijkt naar deze persoon en al die tijd volgt Satan Hem, bij iedere stap. Aan wie God Zijn gunst bewijst, is ook bij Satan in het vizier, die op een afstandje volgt. Als God deze persoon wil hebben, zal Satan zijn uiterste best doen om God tegen te werken. Hij zal allerlei kwaadaardige listen inzetten om Gods werk te tarten, te verstoren en te verwoesten, allemaal om zijn verborgen doel te bereiken. Wat is zijn doel? Hij wil niet dat God iemand voor Zich wint; al degenen die God wil, wil hij voor zichzelf, hij wil hen bezetten, hen controleren en de leiding over hen nemen zodat ze hem aanbidden en samen met hem kwade dingen doen. Is dit niet de duistere beweegreden van Satan? […] Met het oorlog voeren tegen God en het achtervolgen van God is het Satans bedoeling om al het werk dat God wil doen te vernietigen, om al degenen die God wil winnen te bezetten en beheersen, om degenen die God wil winnen volledig te gronde te richten. Als ze niet te gronde gaan, komen ze in het bezit van Satan om door hem te worden gebruikt – dat is zijn doel(Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, God Zelf, de unieke IV). Dit hielp me om in te zien dat de poging van de dominee ons te beletten Christus van de laatste dagen te volgen eigenlijk een geestelijke strijd was. God drukt waarheden uit om mensen te oordelen en te reinigen in de laatste dagen. Dat is om een groep ware gelovigen te redden en te winnen. Maar Satan is Gods vijand en hij gebruikt allerlei tactieken om Gods werk te hinderen en te schaden, zodat mensen God verlaten, Hem verraden en onder Satans macht leven. Dan kan hij ze beheersen en worden ze uiteindelijk met hem gestraft in de hel. Ik zag dat de geestelijken eigenlijk Satans volgelingen waren. Ze hoorden dat de Heer was teruggekeerd, maar onderzochten het niet en weerhielden anderen om dat te doen. Hun preken gaven geen geestelijke voeding, maar ze lieten mensen niet de ware weg zoeken. Toen ze zagen dat we niet langer naar de kerk gingen en hen niet meer volgden, veroordeelden en belasterden ze ons, en wilden ze dat we Almachtige God verraadden en terugkwamen naar hun kerk, terug onder hun controle. Dan zouden we Gods redding van de laatste dagen verliezen. Toen ik dat besefte, zei ik bij mezelf dat ik niet in Satans list mocht trappen. Ik kon Almachtige God niet opgeven om hen te volgen, maar moest standvastig zijn.

Daarna verzwakten sommige nieuwe gelovigen en zij die Gods werk van de laatste dagen onderzochten en trokken zich terug. Hoewel iedereen om ons heen protesteerde, bleef de rest van ons bijeenkomsten houden. De dominee was kwaad toen hij erachter kwam en stuurde steeds medewerkers naar mijn huis die erop aandrongen dat ik naar het huis van de dominee zou gaan. Dat maakte me kwaad, want ik vond dat ik alleen maar God vereerde en communiceerde, en dat ik vrij was om dat te doen. Waarom probeerde de dominee me dan toch steeds te hinderen? Ik wilde hem eigenlijk vragen wat hij vond dat ik verkeerd had gedaan. Die avond ging ik naar zijn huis samen met enkele andere broeders en zusters. Er waren ook wat andere geestelijken. De dominee zei: “Ik heb gehoord over jullie online bijeenkomsten. Als jullie geestelijken moeten we jullie waarschuwen om geen andere weg te kiezen.” Ik antwoordde: “We luisteren naar hun preken, maar we verraden de Heer niet. De Heer Jezus is teruggekeerd en zet een nieuwe stap in het werk …” Voor ik kon uitpraten, onderbrak hij me kwaad: “Zo is het genoeg. We willen er geen woord meer over horen. Jullie moeten vandaag kiezen. Blijven jullie geloven in een andere God, of komen jullie terug naar onze kerk?” Terwijl hij dat zei, haalde hij een notitieboekje tevoorschijn waar al onze namen in stonden. Hij zei op dwingende toon: “Als jullie naar hun preken blijven luisteren, zet dan een vinkje bij je naam, of anders streep je hem door. Jullie zullen veel te lijden krijgen als jullie niet naar me luisteren! We zullen niets doen voor huwelijken, sterfgevallen of geboorten in jullie familie, niets van dat. We zullen jullie niet helpen om dingen te regelen.” Niemand zei iets. Ik aarzelde even en dacht dat ook als ik niets schreef de dominee manieren zou vinden om me te hinderen in mijn geloof. Als ik mijn naam afvinkte, zouden de geestelijken mijn familie nooit meer helpen met regelingen. Dat ware oude dorpsgebruiken die erg belangrijk waren voor iedereen en niet genegeerd konden worden, en iedereen in het dorp luisterde naar de geestelijken. Als zij niet verschenen, zou niemand anders komen en zou niemand helpen. Zou iedereen me afwijzen? Maar ik wist dat de Heer was teruggekeerd, dus als ik mijn naam doorstreepte en terugkeerde in de kerk, zou ik God dan niet verloochenen en verraden? Op dat moment wist ik niet wat ik moest doen, dus ik bad God om leiding. Toen herinnerde ik me iets wat de Heer Jezus zei: “Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het koninkrijk van God(Lucas 9:62). Dat is waar. Ik ben een gelovige, een volgeling. In ons geloof moeten we God vereren, ons onderwerpen aan Zijn werk en Zijn tempo bijhouden. Hoe kon ik mezelf een gelovige noemen als ik de dominee hoger aansloeg dan God? Hoe kon ik in aanmerking komen voor het koninkrijk? Toen bad ik: “O God, ik wil vandaag standvastig staan in mijn getuigenis voor u. Wat er ook gebeurt, ik wil u volgen.” Toen voelde ik me veel kalmer en heel beslist zette ik een vinkje bij mijn naam. Enkele anderen deden dat ook en slechts één zuster streepte haar naam door. De dominee zei kwaad: “Dit is jullie keus en van nu af aan scheiden zich onze wegen. Jullie zaken gaan ons niet aan.”

Toen ik weer thuis was, kwamen mijn zorgen terug. Als er in ons dorp iets gebeurde met onze familie, vroegen we de dominee om voor ons te bidden en de religieuze riten te leiden. We konden dat niet doen als de dominee ons geen aandacht schonk en iedereen zou ons afwijzen en naar ons uithalen. Ik wist niet wat ze nog meer zouden doen om ons te beletten ons geloof te praktiseren of wanneer er een eind aan zou komen. Het was erg pijnlijk voor me om aan dat alles te denken en ik wist niet hoe ik het moest doorstaan. Ik bad onmiddellijk: “God, ik zie hoe armzalig mijn gestalte echt is. Ik maak me altijd zorgen om de laster en afwijzing van anderen. Ik durf dit niet onder ogen te zien en voel me zwak. God, wijs me de weg om dit te doorstaan.” Daarna zocht ik een zuster online om bewaterd te worden en vertelde haar wat ik doormaakte. Ze stuurde me een passage uit Gods woorden. Almachtige God zegt: “Na het ontvangen van een getuigenis van Job na het einde van zijn beproevingen, besloot God dat Hij een groep zou verwerven – of meer dan een groep – van mensen zoals Job, maar Hij besloot om nooit meer toe te staan dat Satan een andere persoon aanviel of misbruikte met de middelen waarmee hij Job had verleid, aangevallen en misbruikt, door te wedden met God. God stond Satan niet toe ooit de mens die zwak, dwaas en onwetend is, weer dergelijke dingen aan te doen – het was genoeg dat Satan Job had verleid! Het is de genade van God om Satan niet toe te staan mensen te misbruiken hoe hij maar wil. Voor God was het genoeg dat Job had geleden onder de verleiding en het misbruik van Satan. God stond Satan niet toe om ooit weer dergelijke dingen te doen, want het leven en alles van mensen die God volgen wordt geregeerd en georkestreerd door God en Satan is niet gerechtigd om de uitverkorenen van God zoals hij dat wil te manipuleren – dit punt moet voor jullie helder zijn! God geeft om de zwakheid van de mens en begrijpt zijn dwaasheid en onwetendheid. Hoewel, om de mens volledig te redden, moet God hem aan Satan overhandigen. God is nooit bereid om te zien dat de mens door Satan voor de gek wordt gehouden en misbruikt. Hij wil de mens niet altijd zien lijden. De mens is door God geschapen, en het is voorgeschreven door de Hemel en erkend door de aarde dat God over alles aangaande de mens heerst en alles aangaande de mens regelt; dit is de verantwoordelijkheid van God, en het is het gezag waardoor God over alle dingen regeert! God staat niet toe dat Satan de mens naar believen misbruikt en mishandelt, Hij staat niet toe dat Satan verschillende middelen aanwendt om de mens te misleiden en, bovendien, staat Hij niet toe dat Satan ingrijpt in Gods soevereiniteit over de mens, noch staat Hij toe dat Satan de wetten vertrapt en vernietigt waarmee God alle dingen beheerst, om nog maar te zwijgen over Gods grote werk om de mensheid te leiden en te redden! Degenen die God wil redden en degenen die getuigenis van God kunnen afleggen zijn de kern en de uitkristallisatie van het werk van Gods zesduizend jaar durende managementplan, evenals de prijs van Zijn inspanningen in Zijn werk van zesduizend jaar. Hoe kon God terloops deze mensen aan Satan geven?(Het Woord, Deel II, Over het kennen van God, Gods werk, Gods gezindheid en God Zelf II). Uit Gods woorden bleek dat God alles toestaat waarmee we geconfronteerd worden en dat alles in Zijn handen ligt. Zonder Zijn instemming kan Satan ons niet deren, hoe woest hij ook is en hoe erg hij ons ook wil kwellen. God stond al die verstorende dingen toe. Zo stelde Hij me op de proef en redde Hij me ook. Hij hoopte dat ik kon zijn als Job en in die situatie standvastig kon staan in mijn getuigenis. Het was ook opdat ik in die omgeving op God kon steunen en Zijn werk en woorden kon ervaren, zodat ik een waar geloof in God kon ontwikkelen. Maar ik zat gevangen in Satans net. Ik wilde mijn onderlinge relaties beschermen en niet worden afgewezen en belasterd. Ik was altijd bang dat er iets ergs zou gebeuren. Ik had Gods wil niet begrepen. Ik werd rustig en bad: “O God, nu begrijp ik dat u dit allemaal toestaat. Het is allemaal om me te redden en te zuiveren en mijn geloof te vervolmaken. Ik ben bereid om van u te getuigen. Maar mijn gestalte is te klein. Help me om mijn geloof te versterken om dit te doorstaan.”

Omdat ik er al voor had gekozen om Almachtige God te volgen, dacht ik dat de dominee me met rust zou laten zodat we gewoon bijeen konden komen. Maar door de agressie en veroordelingen van de dominee bleven de andere dorpelingen ons storen. Ze bespotten en belasterden ons, schreeuwden tegen ons in bijzijn van onze familie en zeiden dat we geen religieuze riten uitvoerden en de regels van het dorp overtraden. Ze zeiden dat ze ons, als we bij ons geloof bleven, zouden aangeven en laten arresteren. Mijn familie kon de stress niet aan. Ze maakten voortdurend ruzie en drongen erop aan dat ik mijn geloof opgaf. De anderen werden ook door hun familie onder druk gezet. Sommigen werden eruit gegooid en konden niet eens hun eigen huis in. De dominee verspreidde leugens en zei dat we thuis alleen maar zoveel problemen hadden omdat we niet naar de geestelijken luisterden of naar de kerk gingen. Hij wilde ook de twee broeders ondervragen die waren gekomen om ons te bewateren. Ik was buiten mezelf van woede. De geestelijken verdraaiden echt de waarheid. Zonder hun aanvallen hadden we die problemen nooit gehad. Een zuster zei later tegen de twee bewaterende broeders om niet meer te komen om geen gevaar te lopen. Iedereen voelde zich in die tijd zwak en negatief en we hadden geen motivatie om bijeenkomsten te houden of onze plicht te doen. Ik voelde me ook een beetje zwak toen ik dit zag gebeuren. Ik wist niet hoe ik broeders en zusters kon helpen en steunen en kreeg opeens het gevoel dat de weg van het geloof te zwaar was. Ik kon het niet begrijpen. We waren slechts gelovigen die bijeenkwamen en Gods woorden lazen. Waarom lieten ze ons niet met rust, maar waren ze vastbesloten ons een doodlopende weg op te sturen? In mijn verdriet riep ik God aan: “God, ik voel me zo zwak en kan mijn gevoelens niet tot rust brengen. Hoe kan ik op deze weg van geloof blijven? Verlicht me en wijs me de weg.” Toen dacht ik aan iets wat de Heer Jezus zei: “Wanneer de wereld je haat, bedenk dan dat ze mij eerder haatte dan jullie. Als jullie bij de wereld zouden horen, zou ze jullie hebben liefgehad als iets van haarzelf, maar jullie horen niet bij haar, want ik heb jullie uit de wereld weggeroepen. Daarom haat ze jullie(Johannes 15:18-19). Toen besefte ik opeens dat ze ons haatten en onderdrukten omdat ze eigenlijk Gods komst haatten en God bestreden. God is geïncarneerd in de laatste dagen en drukt waarheden uit voor Zijn oordeelswerk om de mensheid te reinigen en te redden. Zijn verschijning en werk ontmaskeren wereldse mensen. Die houden niet van de waarheid, maar haten haar en haten God. Ze geloven in een vage God in de lucht, en veroordelen en verketteren daarom het werk en de woorden van God in het vlees. Net als toen de Heer Jezus kwam om te werken en joodse leiders weigerden de waarheden die Hij uitdrukte te aanvaarden en tot het uiterste gingen om Hem te verketteren en belasteren. Joodse gelovigen volgden hen daarin en verwierpen de Heer en ze lieten Hem ten slotte aan het kruis nagelen. De wereld is echt boosaardig. Maar des te wereldser de afwijzing en verkettering door religieuze krachten was, des te duidelijker het werd dat het de ware weg en Gods werk is. Het versterkte mijn wens om op deze weg te blijven!

Toen broeders en zusters hoorden wat er gebeurde, stuurden ze me een passage van Almachtige God. Almachtige God zegt: “Wees niet ontmoedigd, wees niet zwak. Ik zal het je duidelijk maken. De weg naar het koninkrijk is niet zo vlak; niets is zo eenvoudig! Jullie willen dat zegeningen makkelijk komen, nietwaar? Iedereen zal tegenwoordig bittere beproevingen moeten doorstaan. Zonder dergelijke beproevingen zal het liefhebbende hart dat jullie voor mij hebben niet sterker worden en zullen jullie geen werkelijke liefde voor mij hebben. Zelfs als deze beproevingen slechts bestaan uit geringe omstandigheden, zal iedereen ze toch moeten doorstaan. Het is alleen zo dat de zwaarte van de beproevingen van persoon tot persoon zal verschillen. Beproevingen zijn een zegening van mij. Hoeveel van jullie verschijnen vaak voor mij en smeken op je knieën om mijn zegeningen? Dwaze kinderen! Jullie denken altijd dat een paar gunstige woorden gelden als mijn zegening, maar jullie herkennen niet dat bitterheid een van mijn zegeningen is. Degenen die in mijn bitterheid delen, zullen zeker in mijn zoetheid delen. Dat is mijn belofte en mijn zegening voor jullie. Aarzel niet om te eten en te drinken en te genieten van mijn woorden. Wanneer de duisternis verdwijnt, zal er licht zijn. Het is het donkerst voor zonsopkomst; daarna wordt de lucht geleidelijk lichter en dan komt de zon op. Wees niet bang of timide(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Uitspraken van Christus aan het begin, hfst. 41). Ik was zo geroerd toen ik dit las. We volgden Gods nieuwe werk en werden gehinderd door de geestelijken en oneerlijk behandeld door andere dorpelingen. Dat was onvermijdelijk. Want mensen zijn zo ernstig verdorven door Satan en de wereld is zo duister en slecht. Niemand van hen verwelkomt de komst van God. Het valt niet mee om God te volgen. Om in Gods koninkrijk te komen en Zijn goedkeuring te krijgen, moeten we zulke vervolging en tegenspoed ondergaan. God is onze ruggensteun en is altijd bij ons. Ik had niets te vrezen. Ik moest alleen bidden en vertrouwen op God, dan zou Hij ons zeker leiden om de verstoringen van de dominee te overwinnen. Ik dacht aan de ervaringen van de Chinese broeders en zusters die ik in films en video’s had gezien. Ze worden onderdrukt, opgejaagd en in de gaten gehouden door de Chinese overheid, en kunnen ieder moment worden gearresteerd. Ook hun familie raakt betrokken en ze verliezen hun bezit en hun werk. Velen van hen worden gevangengezet en wreed gemarteld. Ze lijden vreselijk, maar ze kunnen op God steunen en getuigen van de overwinning op Satan. Toen dacht ik aan hoe God heeft geleden in Zijn twee incarnaties. Toen de Heer Jezus incarneerde en op aarde kwam om de mensheid te verlossen, werd Hij verketterd en belasterd door het joodse volk en uiteindelijk gekruisigd. In de laatste dagen is God opnieuw geïncarneerd en drukt Hij waarheden uit om de mensheid te redden. Hij wordt bestreden, verketterd, afgewezen en belasterd door Satans regime en de antichristelijke krachten van de religieuze wereld. God lijdt zoveel om de mensheid te redden en mijn geringe lijden was het vermelden niet waard. God is heilig en al Zijn lijden is ten behoeve van onze redding. Mijn lijden diende om de waarheid te verwerven en gered te worden, dus het was iets wat ik moest ondergaan. Hoewel die ervaring pijnlijk voor me was, had ik inzicht gekregen in de geestelijken en had ik meer geloof in God. God gebruikt echt moeilijke omgevingen om ons de waarheid te geven en ons geloof te vervolmaken. Het is een zegen van God. Ik voelde me veel kalmer toen ik Gods wil had ontdekt en ik kwam uit mijn wolk van depressie. Ik organiseerde snel een bijeenkomst voor al mijn broeders en zusters die nog vastzaten in een negatieve gesteldheid. Iedereen kon door onze communicatie Gods wil begrijpen, kreeg het geloof om God te blijven volgen en was niet langer depressief. We begonnen een normaal kerkleven te leiden, deelden het evangelie en legden getuigenis af, en iedereen was gemotiveerd.

Maar de geestelijken bleven van alles proberen om ons tegen te houden. Toen de man van een zuster overleed aan een ziekte, drong haar hele familie erop aan dat ze de dominee haar excuses aanbood, zodat hij zou helpen met gebeden en begrafenisriten. De geestelijken grepen die kans om haar onder druk te zetten haar geloof in Almachtige God op te geven en terug te keren in de kerk. Ik was zo kwaad. Ze rouwde al om haar man, maar de geestelijken wreven zout in de wond en zetten haar onder druk om toe te geven dat ze fout was, alleen om haar weer in de kerk te krijgen. Het was verachtelijk. Een hogere dominee kwam met ons praten en zei veel dingen om God te verketteren en te belasteren. Hij drong er steeds op aan om ons geloof op te geven. Maar we hadden al inzicht, dus het had geen effect op ons. Toen de geestelijken en dorpsleiders onze standvastigheid zagen, kregen ze de andere dorpelingen zover ons te isoleren en buiten te sluiten, en zeiden: “Deze mensen willen niet naar ons luisteren, dus laat ze hun eigen geloof maar hebben. Let op je kinderen en hou ze ver bij deze mensen vandaan. Iedereen die contact met hen heeft of vraagt naar hun geloof, sleurt z’n hele familie mee en we zullen ze nergens mee helpen.” Ze richtten ook een speciale jeugdgroep op die bestond uit jongeren van de kerk, voornamelijk om ons in de gaten te houden. Iedereen die contact met ons had, werd bij de dominee geroepen om ondervraagd te worden. Het hielp me om hun ware God-vijandige gezicht duidelijker te zien. Ze hielden gelovigen stevig in hun greep en stonden ze niet toe om voor God te komen en Zijn stem te horen. Ik dacht aan de farizeeën. Toen de Heer Jezus kwam, waren Zijn werk en woorden vol gezag, maar ze wilden het niet zoeken of onderzoeken. Uit angst dat gelovigen de Heer Jezus zouden volgen en ze hun status en inkomsten zouden verliezen, verketterden ze Hem uit alle macht en lieten Hem zelfs aan het kruis nagelen. Ze hadden gelovigen in hun klauwen en lieten alleen zichzelf vereren en weigerden God Zijn schapen terug te geven. Ze waren slechte dienaren en de dominees en ouderlingen van nu zijn niet anders. Ik herinnerde me de woorden van de Heer die hen veroordeelden: “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de toegang tot het koninkrijk van de hemel. Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe(Matteüs 23:13). “Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bereizen landen en zeeën om één enkele proseliet te winnen, en wanneer je hem eenmaal voor je gewonnen hebt, wordt hij dankzij jullie tot een hellekind in het kwadraat(Matteüs 23:15). De geestelijken van nu zijn net als de farizeeën van vroeger. Ze zijn slechte dienaren die de weg naar het koninkrijk versperren. Het is zoals Almachtige God zegt: “Er zijn mensen die de Bijbel lezen in majestueuze kerken en deze de hele dag lang reciteren, maar toch begrijpt niet één van hen het doel van Gods werk. Niemand van hen is in staat God te kennen en nog minder kan iemand van hen in overeenstemming zijn met Gods wil. Ze zijn allemaal waardeloze, verachtelijke mensen, die allen vanuit de hoogte God de les lezen. Ze verzetten zich moedwillig tegen God, zelfs wanneer ze Zijn banier dragen. Terwijl ze claimen in God te geloven, zijn ze toch degenen die het vlees van de mens eten en zijn bloed drinken. Zulke mensen zijn allemaal duivels die de ziel van de mens verslinden, hoofddemonen die opzettelijk degenen die op het rechte pad willen wandelen in de weg staan, en struikelblokken waarmee degenen die God zoeken belemmerd worden. Ze lijken misschien een ‘gezond gestel’ te hebben, maar hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze niets anders dan antichristen zijn die mensen ertoe aanzetten God te weerstaan? Hoe kunnen hun volgelingen weten dat ze levende duivels zijn gericht op het verslinden van mensenzielen?(Het Woord, Deel I, De verschijning en het werk van God, Alle mensen die God niet kennen, zijn mensen die zich tegen God verzetten). Geestelijken onderzoeken Gods nieuwe werk niet alleen niet, maar als ze ontdekken dat mensen het doen, doen ze alles om het hun te beletten, uit angst dat gelovigen Almachtige God zullen volgen en hen niet langer zullen vereren en volgen, of hun geen offergaven zullen geven. Ze gebruikten oude dorpsgebruiken en traditionele riten om mensen te beheersen, en dwongen hen weer naar de kerk. Ze beweerden gelovigen te zijn, maar hadden totaal geen eerbied voor God. Van nature zijn ze demonen die God en de waarheid haten. Ze zijn struikelblokken op onze weg naar het koninkrijk. Ik wist dat God deze onderdrukking had toegestaan om ons inzicht te ontwikkelen zodat we aan de controle van de geestelijken konden ontsnappen. De aanvallen van de geestelijken konden me niet in mijn negatieve gesteldheid houden, maar versterkten in feite mijn geloof. Ik kon ook ontsnappen aan hun regels en bleef het evangelie delen en getuigenis afleggen. Na verloop van tijd kregen een paar van mijn vrienden en familieleden ook inzicht in het gedrag van de geestelijken en sommigen van hen aanvaardden Almachtige Gods werk van de laatste dagen. Hieruit bleek dat Gods wijsheid wordt uitgeoefend op basis van Satans listen. De onderdrukking en obstakels van de dominee hielpen om de bokken van de schapen te scheiden. Sommigen volgden de geestelijken en bestreden ons, maar anderen kregen inzicht in hun ware wezen. Ze hoorden Gods stem en keerden zich naar God. Gods werk is wonderbaarlijk. Deze ervaring leerde me dat elke situatie wordt bepaald door Gods goede wil. Het is alles wat we nodig hebben en dient om ons te redden en te vervolmaken. Ik besloot dat waar ik in de toekomst ook mee geconfronteerd werd, ik me aan Gods regelingen zou onderwerpen en op Hem zou steunen. Dank Almachtige God.

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud