Gods werk kennen 2

Dagelijkse woorden van God Fragment 188

Het is belangrijk dat jij, als iemand die in God gelooft, begrijpt dat, doordat je het werk van God in de laatste dagen mag ontvangen alsook al het werk van Gods plan in jou, je werkelijk buitengewone glorie en redding van God heb gekregen. Al het werk van God in het hele universum is gericht op deze groep mensen. Hij heeft zich volledig voor jullie ingespannen en alles voor jullie opgeofferd. Vanuit het hele universum heeft Hij al het werk van de Geest herwonnen en aan jullie gegeven. Daarom zeg ik: jullie zijn de gelukkigen. Bovendien heeft Hij Zijn glorie van Israël, Zijn uitverkoren volk, verplaatst naar jullie om het doel van Zijn plan volledig door jullie groep mensen te openbaren. Daarom zijn jullie degenen die Gods erfdeel zullen ontvangen en zelfs meer nog: jullie zullen de erfgenamen van Gods glorie zijn. Misschien herinneren jullie je allemaal deze woorden: “De geringe last die we tijdelijk te dragen hebben, brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft.” Vroeger hebben jullie dit allemaal horen zeggen, maar niemand begreep de ware betekenis van de woorden. Tegenwoordig kennen jullie de echte betekenis hiervan wel. Deze woorden beschrijven wat God in de laatste dagen tot stand zal brengen. En ze zullen worden volbracht in hen die geteisterd zijn door de grote rode draak in het land waar deze zich bevindt. De grote rode draak vervolgt God en is de vijand van God. In dit land zijn zij die in God geloven dus onderworpen aan vernedering en vervolging. Daarom worden deze woorden in jullie groep mensen de realiteit. Aangezien het werk wordt uitgevoerd in een land dat tegen God is, wordt al Zijn werk buitensporig tegengewerkt en veel van Zijn woorden kunnen niet op tijd tot stand worden gebracht. Derhalve worden mensen gelouterd vanwege de woorden van God. Dit is ook een onderdeel van het lijden. Het is bijzonder zwaar voor God om Zijn werk te volbrengen in het land van de grote rode draak, maar het is door deze moeite dat God een fase van Zijn werk doet om Zijn wijsheid en wonderbaarlijke daden openbaar te maken. God grijpt deze gelegenheid aan om deze groep mensen compleet te maken. Vanwege het lijden van mensen, hun kaliber en de hele satanische gezindheid van mensen in dit onreine land doet God Zijn werk van zuivering en overwinning, zodat Hij hierdoor glorie verkrijgt en hen kan winnen die getuigen van Zijn daden. Dit is de volledige betekenis van alle offers die God heeft gebracht voor deze groep mensen. Dat wil zeggen: God doet het werk van de overwinning gewoon door hen die tegen Hem opstaan. Alleen op deze manier kan de grote macht van God duidelijk worden. Met andere woorden: alleen diegenen in het onreine land zijn het waard om de glorie van God te erven en alleen dit kan bekendheid geven aan de grote macht van God. Daarom zeg ik dat de glorie van God wordt verkregen in het onreine land en door hen die erin wonen. Dit is de wil van God. Dit is precies als in de fase van het werk van Jezus. Hij kon alleen verheerlijkt worden te midden van die farizeeërs die Hem vervolgden. Als dergelijke vervolging en het verraad van Judas niet hadden plaatsgevonden, was Jezus niet belachelijk gemaakt of belasterd, laat staan gekruisigd, en kon Hij zodoende de glorie nooit hebben verkregen. Waar God ook werkt in ieder tijdperk, en waar Hij Zijn werk in het vlees ook doet, Hij ontvangt dan en daar de glorie en wint diegenen die Hij wil. Dit is het plan van Gods werk en dit is Zijn management.

uit ‘Is het werk van God zo eenvoudig als men denkt?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 189

In Gods plan van enkele duizenden jaren wordt het werk in het vlees in twee delen voltrokken: Eerst heb je het werk van de kruisiging, waarvoor Hij verheerlijkt wordt, en dan krijg je het werk van de overwinning en vervolmaking in de laatste dagen, waardoor Hij glorie zal krijgen. Dit is het management van God. Schat het werk van God of Gods opdracht voor jou daarom niet te eenvoudig. Jullie zijn allemaal erfgenamen van het ver overstijgende, en eeuwige gewicht van de glorie van God, en dit was speciaal door God voorbestemd. Van de twee onderdelen van Zijn glorie is er één in jullie geopenbaard. Het geheel van één deel van Gods glorie is aan jullie toebedeeld, opdat het jullie erfenis moge zijn. Dit is de verheffing van God en Zijn lang geleden voorbestemde plan. In het licht van de grootheid van het werk dat God heeft gedaan in het land waarin de grote rode draak verblijft kun je zeggen dat, als zo’n werk ergens anders gedaan zou zijn, het allang al veel vruchten zou hebben voortgebracht en gemakkelijk door de mens zou zijn aanvaard. En zo’n werk zou door de geestelijken uit het Westen die in God geloven veel te gemakkelijk aanvaard worden, want de fase van het werk van Jezus dient als een precedent. Hierom kan Hij deze werkfase van verheerlijking niet ergens anders tot stand brengen. Dat wil zeggen: als er een draagvlak is van alle mensen en erkenning van alle naties, dan kan Gods glorie nergens op rusten. En dat is precies de buitengewone waarde van deze werkfase in dit land. Onder jullie is er niemand die door de wet wordt beschermd. Integendeel, jullie worden gestraft door de wet en daar komt als bemoeilijkende factor bij dat niemand jullie begrijpt, noch familieleden, noch ouders, noch vrienden, noch jullie collega’s. Niemand begrijpt jullie. Wanneer God jullie afwijst, houdt het leven op aarde voor jullie zeker op. Mensen kunnen het echter toch niet verdragen om God te verlaten. Dit is de betekenis van Gods overwinning van mensen en dit is Gods glorie. Wat jullie deze dag hebben geërfd, overstijgt alles van eerdere apostelen en profeten en is zelfs geweldiger dan dat van Mozes en Petrus. Zegeningen ontvang je niet in een of twee dagen. Ze moeten via veel opoffering verdiend worden. Dat wil zeggen: jullie moeten een gelouterde liefde hebben, een groot geloof en de vele waarheden, waarvan God wil dat jullie je ze toe-eigenen. Bovendien moeten jullie gericht zijn op gerechtigheid, je nooit laten ontmoedigen of zwichten en een constante en onverminderde liefde voor God hebben. Vastberadenheid wordt van jullie verlangd, evenals verandering in de gezindheid van jullie leven. Jullie moeten genezen van jullie verdorvenheid en alle orkestratie van God zonder klachten accepteren en zelfs gehoorzaam zijn tot in de dood. Dit is wat jullie zouden moeten bereiken. Dit is het uiteindelijke doel van Gods werk en de eisen die God aan deze groep mensen stelt. Naar wat Hij jullie geeft, moet Hij in ruil ook van jullie vragen en een passend beroep op jullie doen. Al het werk van God is dus niet zonder reden en hieruit kan worden geconcludeerd waarom God telkens hoge normen en strikte eisen hanteert in Zijn werk. Hierom zouden jullie vol moeten zijn van geloof in God. Samengevat is al het werk van God voor jullie eigen bestwil, zodat jullie waardig zijn om Zijn erfenis te ontvangen. Dit is niet zozeer voor Gods eigen glorie maar voor jullie eigen redding en voor de vervolmaking van deze in het onreine land zwaar geteisterde groep mensen. Jullie moeten de wil van God begrijpen. En daarom doe ik een dringende oproep aan de vele onwetende mensen zonder inzicht en verstand: beproef God niet en biedt geen weerstand meer. God heeft al het lijden al te verduren gehad dat de mens nooit heeft hoeven te verduren en lang geleden werd Hij in plaats van de mens vernederd. Wat kunnen jullie nog meer niet uit jullie hoofd zetten? Wat kan belangrijker zijn dan de wil van God? Wat kan boven Gods liefde uitsteken? Het is voor God al dubbel zo zwaar om Zijn werk in dit onreine land uit te voeren. Als de mens willens en wetens zondigt, zal het werk van God verlengd moeten worden. Dit is nooit in iemands belang of iemands voordeel. God is niet gebonden aan tijd. Zijn werk en glorie staan voorop. Hoelang het ook duurt, Hij zal daarom kosten noch moeite sparen als het Zijn werk betreft. Dit is de eigenlijke gezindheid van God: Hij zal niet rusten voordat Zijn werk is voltooid. Pas als de tijd komt dat Hij het tweede deel van Zijn glorie verkrijgt, kan Zijn werk worden afgesloten. Als God niet in staat zou zijn om in het heelal het werk van het tweede deel van Zijn verheerlijking te voltooien, dan zou Zijn dag nooit komen, Zijn hand Zijn uitverkorenen nooit verlaten, Zijn glorie nooit op Israël komen en Zijn plan nooit tot stand komen. Jullie moeten de wil van God zien en zien dat het werk van God niet zo eenvoudig is als het scheppen van de hemel, de aarde en alle dingen. Want het werk van vandaag is om de verdorven mensen, die zeer verdoofd zijn, te transformeren, en hen te reinigen die zijn geschapen en toen door Satan zijn bewerkt; niet om Adam en Eva te scheppen, nog minder om het licht of alle soorten planten en dieren te maken. Het is nu Zijn werk om allen te reinigen die door Satan zijn verdorven, zodat zij teruggewonnen mogen worden en Zijn bezit en Zijn glorie mogen worden. Dit werk is niet zo eenvoudig als men denkt dat het is om de hemel, de aarde en alle dingen die er zijn te scheppen, en het is niet te vergelijken met het vervloeken van Satan tot de bodemloze put, zoals men wel denkt. Het is eerder om de mens te transformeren, om datgene wat negatief is in iets positiefs om te zetten en datgene wat Hem niet toebehoort tot Zijn bezit te maken. Dit is de waarheid achter deze fase van Gods werk. Jullie moeten dit beseffen en de zaken niet simpeler zien dan ze zijn. Het werk van God is geen gewoon werk. Het is een wonder dat niet te bevatten is voor de mens en de wijsheid ervan kan door de mens niet worden bereikt. Tijdens deze fase van Zijn werk, maakt God niet alle dingen en vernietigt Hij ze niet. Maar Hij verandert Zijn gehele schepping en zuivert alle dingen die door Satan verontreinigd zijn. Daarom zal God een werk van grote omvang beginnen en dit is de volledige betekenis van het werk van God. Denk je na deze woorden nog steeds dat het werk van God zo eenvoudig is?

uit ‘Is het werk van God zo eenvoudig als men denkt?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 190

Het 6000-jarig werk van Gods management is onderverdeeld in drie fasen: het Tijdperk van de Wet, het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van het Koninkrijk. Deze drie fasen van werk zijn allemaal omwille van de redding van de mensheid, dat wil zeggen dat ze zijn voor de redding van een mensheid die ernstig verdorven is gemaakt door Satan. Tegelijkertijd zijn ze er echter zodat God strijd voert met Satan. Zoals dus het werk van redding is onderverdeeld in drie fasen, is ook de strijd met Satan onderverdeeld in drie fasen en deze twee aspecten van Gods werk worden tegelijkertijd uitgevoerd. De strijd met Satan is in feite omwille van de redding van de mensheid en omdat het werk van de redding van de mensheid niet iets is dat met succes kan worden voltooid in een enkele fase, is de strijd met Satan ook onderverdeeld in fasen en periodes en wordt oorlog tegen Satan gevoerd in overeenstemming met de behoeftes van de mens en de mate van Satans verdorvenheid in hem. Misschien gelooft een mens, in zijn verbeelding, dat God in deze strijd wapens opneemt tegen Satan, op dezelfde manier als dat twee legers elkaar zouden bestrijden. Dit is enkel iets dat het intellect van de mens kan bedenken en is een uiterst vaag en onrealistisch idee, maar toch is het wat de mens gelooft. En omdat ik hier zeg dat de manier om de mens redding te brengen door de strijd met Satan is, beeldt de mens zich in dat dit de manier is waarop de strijd wordt gevoerd. In het werk van de redding van de mens worden drie fasen uitgevoerd, dat wil zeggen dat de strijd met Satan is verdeeld in drie fasen die voorafgaan aan het compleet verslaan van Satan. Doch, de innerlijke waarheid van het gehele werk van de strijd met Satan is dat de effecten daarvan worden behaald tijdens verschillende stappen van het werk: het schenken van genade aan de mens, het worden van een zondoffer voor de mens, het vergeven van de zonden van de mens, het overwinnen van de mens en het vervolmaken van de mens. In werkelijkheid is de strijd met Satan niet het ter hand nemen van wapens tegen Satan, maar de redding van de mens, het bewerken van het leven van de mens en het veranderen van de gezindheid van de mens, zodat hij getuigenis mag geven voor God. Dit is hoe Satan wordt verslagen. Satan wordt verslagen door het veranderen van de verdorven gezindheid van de mens. Wanneer Satan is verslagen, namelijk wanneer de mens volledig is gered, dan zal de beschaamde Satan compleet gebonden zijn en op deze manier zal de mens volledig zijn gered. Dus de substantie van de redding van de mens is de strijd met Satan en de oorlog met Satan is voornamelijk weerspiegeld in de redding van de mens. De fase van de laatste dagen, waarin de mens moet worden overwonnen, is de laatste fase in de strijd met Satan en is ook het werk van de complete redding van de mens van het domein van Satan. De innerlijke betekenis van de overwinning van de mens is de terugkeer van de belichaming van Satan, de mens die door Satan verdorven is gemaakt, naar de Schepper volgend op zijn overwinning, waardoor hij Satan zal verlaten en compleet naar God terug zal keren. Op deze manier zal de mens volledig worden gered. Daarom is het werk van overwinning het laatste werk in de strijd tegen Satan en de laatste fase in Gods management met als doel Satan te verslaan. Zonder dit werk, zou de volledige redding van de mens uiteindelijk onmogelijk zijn. Satan totaal verslaan zou ook onmogelijk zijn en de mensheid zou nooit in staat zijn om de geweldige bestemming te bereiken of vrij te komen van Satans invloed. Derhalve kan het werk van redding van de mens niet worden voltooid voordat de strijd met Satan is besloten, want de kern van het werk van Gods beheer is omwille van de redding van de mensheid. De eerste mensheid was in de handen van God, maar vanwege Satans verleiding en verdorvenheid, werd de mens gebonden door Satan en viel hij in de handen van de kwade. Zo werd Satan het object om te worden verslagen in het werk van Gods management. Omdat Satan de mens in bezit nam en omdat de mens de voorraad is van al Gods management, moet de mens, om te worden gered, worden teruggegrepen uit de handen van Satan, dat wil zeggen dat de mens terug moet worden genomen na gevangen te zijn gehouden door Satan. Zodoende moet Satan worden verslagen door de veranderingen in de oude gezindheid van de mens, veranderingen die zijn oorspronkelijke verstand herstellen. Op deze manier kan de mens, die gevangen is gehouden, terug worden gegrepen uit de handen van Satan. Als de mens wordt bevrijd uit de invloed en gebondenheid van Satan, zal Satan worden beschaamd, de mens zal uiteindelijk worden teruggenomen en Satan zal worden verslagen. En omdat de mens is bevrijd uit de duistere invloed van Satan, zal de mens de buit worden van deze hele strijd en Satan zal het object worden dat zal worden gestraft wanneer deze strijd eenmaal is voltooid, waarna het totale werk van de redding van de mensheid zal zijn voltooid.

uit ‘Het normale leven van de mens herstellen en hem meenemen naar een geweldige bestemming’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 191

God is vlees geworden op het vasteland van China, wat de medepatriotten in Hongkong en Taiwan het binnenland noemen. Toen God van boven naar de aarde kwam, wist niemand in de hemel en op aarde daar iets van, want dit is de ware betekenis van God die op verborgen wijze terugkeert. Hij werkt en leeft al heel lang in het vlees, toch heeft niemand er iets van geweten. Zelfs tot op de dag van vandaag herkent niemand het. Dit zal wellicht een eeuwig raadsel blijven. Gods komst in het vlees is deze keer niet iets waar iedereen zomaar van op de hoogte kan zijn. Hoe grootschalig en machtig het werk van de Geest ook is, God blijft altijd beheerst en geeft Zichzelf nooit bloot. Men kan zeggen dat het is alsof deze fase van Zijn werk plaatsvindt in het hemelse rijk. Hoewel het voor iedereen zonneklaar is, herkent niemand het. Wanneer God deze fase van Zijn werk voltooit, zal de hele mensheid hun gebruikelijke houding niet langer aannemen[1] en uit zijn langdurige droom ontwaken. Ik weet nog dat God eens heeft gezegd: “In het vlees komen is deze keer als het vallen in het hol van de tijger.” Dit betekent dat, omdat in deze ronde van Gods werk God in het vlees komt en bovendien geboren wordt in de woonplaats van de grote rode draak, Hij deze keer nog meer dan voorheen geconfronteerd wordt met extreem gevaar door naar de aarde te komen. Hij wordt met messen, geweren en knuppels geconfronteerd; Hij wordt met verleiding geconfronteerd; Hij wordt met hordes geconfronteerd die er moordlustig uitzien. Hij loopt het risico om elk moment vermoord te worden. God kwam wél met toorn. Hij kwam echter om het werk van vervolmaking te doen, oftewel het tweede deel van Zijn werk dat verdergaat na het verlossingswerk. Ten behoeve van deze fase van Zijn werk heeft God er uiterste zorg en aandacht aan besteed en gebruikt Hij elk denkbaar middel om de aanvallen van verleiding te vermijden, waarbij Hij Zichzelf nederig verbergt en nooit met Zijn identiteit te koop loopt. In het redden van de mens vanaf het kruis voltooide Jezus alleen het verlossingswerk; Hij was niet bezig met het werk van vervolmaking. Dus slechts de helft van Gods werk werd gedaan en voltooiing van het verlossingswerk was maar de helft van Zijn hele plan. Terwijl het nieuwe tijdperk op het punt stond om te beginnen en het oude op het punt stond om afgesloten te worden, begon God de Vader plannen te maken voor het tweede deel van Zijn werk en er voorbereidingen voor te treffen. Deze vleeswording in de laatste dagen was vroeger niet duidelijk geprofeteerd, waardoor een fundament is gelegd voor de toegenomen geheimzinnigheid rond Gods komst in het vlees op deze keer. In de morgenstond kwam God zonder medeweten van wie dan ook naar de aarde en begon Hij Zijn leven in het vlees. Mensen waren zich niet bewust van dit moment. Misschien waren ze allemaal in diepe slaap, misschien waren er velen klaarwakker aan het wachten en misschien waren er velen in stilte tot God in de hemel aan het bidden. Toch wist niemand onder al deze vele mensen dat God al op aarde was aangekomen. God werkte op deze manier om Zijn werk zo soepeler uit te voeren en betere resultaten te bereiken, alsook om meer verleidingen uit de weg te gaan. Als de mens uit zijn lentesluimer ontwaakt, zal Gods werk al lang zijn voltooid, zal Hij vertrekken en Zijn zwervende leven en verblijf op aarde tot een einde brengen. Aangezien Gods werk vereist dat God persoonlijk handelt en spreekt, en aangezien de mens er zich op geen enkele manier in kan mengen, heeft God extreme pijn verdragen door naar de aarde te komen om het werk Zelf te doen. De mens is niet in staat om als plaatsvervanger op te treden voor Gods werk. Daarom riskeerde God gevaren die duizenden malen groter zijn dan die tijdens het Tijdperk van Genade om af te dalen naar waar de grote rode draak woont om Zijn eigen werk te doen, om al Zijn aandacht en zorg te stoppen in het redden van deze groep armoedige mensen, het redden van deze groep mensen die is weggezonken in een mesthoop. Hoewel niemand van Gods bestaan afweet, maalt God daar niet om, want het komt Gods werk zeer ten goede. Iedereen is afschuwelijk slecht, dus hoe kan wie dan ook Gods bestaan verdragen? Daarom is God op aarde altijd stil. Hoe overmatig wreed de mens ook is, God trekt Zich daar niets van aan, maar blijft gewoon het werk doen dat Hij moet doen om de grotere opdracht te vervullen die de hemelse Vader Hem gaf. Wie onder jullie heeft Gods lieflijkheid herkend? Wie bekommert zich meer om de last van God de Vader dan Zijn Zoon dat doet? Wie is er in staat om de wil van God de Vader te begrijpen? De Geest in de hemel van God de Vader is vaak bezorgd en Zijn Zoon op aarde bidt vaak over de wil van God de Vader, waarbij Zijn hart van zorgen in stukken breekt. Is er iemand die van de liefde van God de Vader voor Zijn Zoon afweet? Is er iemand die weet hoe de geliefde Zoon God de Vader mist? Verscheurd tussen hemel en aarde houden ze elkaar van veraf constant in het oog, zij aan zij in de Geest. O mensheid! Wanneer houden jullie rekening met Gods hart? Wanneer zullen jullie Gods bedoeling begrijpen? Vader en Zoon hebben altijd op elkaar vertrouwd. Waarom moeten Zij dan gescheiden zijn, een in de hemel boven en een op de aarde beneden? De vader houdt van Zijn Zoon zoals de Zoon van Zijn Vader houdt. Waarom moet Hij dan met zo’n verlangen wachten en met zo’n spanning smachten? Hoewel Zij niet lang gescheiden zijn, weet iemand wel dat de Vader al zo veel dagen en nachten een smachtend verlangen heeft en al heel lang uitkijkt naar de spoedige terugkeer van Zijn geliefde Zoon? Hij observeert, Hij zit in stilte, Hij wacht. Het is allemaal voor de spoedige terugkeer van Zijn geliefde Zoon. Wanneer zal Hij weer samen met de Zoon zijn die op aarde zwerft? Zelfs al waren zij eens samen en al zullen Zij voor eeuwig samen zijn, hoe kan Hij de duizenden dagen en nachten verdragen dat Zij gescheiden zijn, één in de hemel boven en één op aarde beneden? Tientallen jaren op aarde zijn als duizenden jaren in de hemel. Hoe zou God de Vader Zich geen zorgen kunnen maken? Wanneer God naar de aarde komt, ervaart Hij de vele wisselvalligheden van de mensenwereld net zoals de mens dat doet. God Zelf is onschuldig, dus waarom God dezelfde pijn laten lijden als de mens? Geen wonder dat God de Vader zo naar Zijn Zoon smacht; wie kan Gods hart begrijpen? God geeft de mens teveel; hoe kan de mens Gods hart afdoende terugbetalen? Toch geeft de mens God te weinig; hoe zou God Zich dan geen zorgen kunnen maken?

uit ‘Werk en intrede (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Voetnoot:

1. “Hun gebruikelijke houding niet langer aannemen” duidt op hoe de opvattingen en ideeën van mensen over God veranderen wanneer ze God eenmaal hebben leren kennen.


Dagelijkse woorden van God Fragment 192

Onder de mensen begrijpt amper iemand de urgentie in de geestesgesteldheid van God, omdat het kaliber van menselijke wezens te minderwaardig is en hun geest behoorlijk is afgestompt, en omdat zij geen van allen opmerken noch aandacht schenken aan wat God aan het doen is. God blijft Zich dus zorgen maken om de mens, alsof de dierlijke natuur van de mens op elk moment de kop op zou kunnen steken. Dit laat verder zien dat Gods komst naar de aarde gepaard gaat met grote verleidingen. Maar omdat God een groep mensen compleet wil maken, liet Hij, vol glorie, de mens al Zijn bedoelingen weten, zonder iets te verbergen. Hij heeft Zich vast voorgenomen om deze groep mensen compleet te maken. Daarom schenkt Hij geen aandacht aan moeilijkheden of verleidingen en negeert Hij die volkomen. Hij doet alleen stilletjes Zijn eigen werk, in de vaste overtuiging dat de mens God op een dag zal kennen wanneer Hij glorie heeft verkregen, en met het geloof dat de mens Gods hart volledig zal begrijpen wanneer hij door God compleet is gemaakt. Op dit moment zijn er misschien mensen die God in verzoeking brengen of God verkeerd begrijpen of God verwijten maken; God trekt Zich daar helemaal niets van aan. Wanneer God in glorie afdaalt, zullen alle mensen begrijpen dat alles wat God doet voor het welzijn van de mensheid is en zullen alle mensen begrijpen dat alles wat God doet de mensheid helpt om beter te overleven. Gods komst gaat gepaard met verleidingen en God komt ook met majesteit en toorn. Tegen de tijd dat God de mens verlaat, zal Hij al glorie hebben verkregen en zal Hij vol glorie vertrekken en met de vreugde over Zijn terugkeer. De God die op aarde werkt, trekt Zich nergens iets van aan, hoe mensen Hem ook verwerpen. Hij doet gewoon Zijn werk. Gods schepping van de wereld gaat duizenden jaren terug, Hij is naar de aarde gekomen om een onmetelijke hoeveelheid werk te doen en Hij heeft de afwijzing en lasterpraat van de mensenwereld volop ervaren. Niemand heet God welkom; iedereen beziet Hem slechts met een koude blik. In de loop van deze duizenden jaren aan moeilijkheden heeft het gedrag van de mens Gods hart lang geleden al verbrijzeld. Hij schenkt geen aandacht meer aan de opstandigheid van mensen, maar maakt in plaats daarvan een afzonderlijk plan om de mens om te vormen en te reinigen. De spot, de lasterpraat, de vervolging, de beproeving, het lijden aan het kruis, de uitsluiting door de mens enzovoort die God in het vlees heeft ervaren − God heeft hier al genoeg van geproefd. God in het vlees heeft de ellende van de mensenwereld volop ondergaan. De Geest van God de Vader in de hemel kon zulke dingen al lang geleden niet aanzien, gooide Zijn hoofd achterover en sloot Zijn ogen, wachtend op de terugkeer van Zijn geliefde Zoon. Alles wat Hij verlangt, is dat mensen allemaal luisteren en gehoorzamen, in staat zijn om zich zeer te schamen in het aangezicht van Zijn vlees en niet tegen Hem in opstand komen. Alles wat Hij verlangt, is dat mensen allemaal geloven dat God bestaat. Hij hield er lang geleden mee op om hogere eisen aan de mens te stellen, want God heeft een te hoge prijs betaald, toch maakt de mens zich niet druk[1] en neemt hij Gods werk geenszins ter harte.

uit ‘Werk en intrede (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Voetnoot:

1. “Maakt de mens zich niet druk” geeft aan dat mensen zich niet bekommeren om Gods werk en het niet belangrijk achten.


Dagelijkse woorden van God Fragment 193

Toen God in het Tijdperk van Genade terugkeerde naar de derde hemel, was Gods werk van verlossing van de gehele mensheid eigenlijk al in de slotfase beland. Alles wat op aarde achterbleef, waren het kruis dat Jezus droeg, het fijne linnen waarin Jezus was gewikkeld, de doornenkroon en de scharlaken mantel die Jezus aanhad (dit waren voorwerpen waarmee de Joden de spot met Hem dreven). Dat wil zeggen, nadat het werk van Jezus’ kruisiging voor een enorme opschudding had gezorgd, waren de dingen weer geluwd. Van toen af begonnen Jezus’ discipelen Zijn werk voort te zetten, overal in de kerken te hoeden en te bewateren. De inhoud van hun werk was dit: alle mensen tot bekering brengen, hun zonden laten belijden en zich laten dopen; de apostelen verspreidden allemaal uit eerste hand het verhaal van Jezus’ kruisiging en wat er feitelijk was gebeurd, iedereen kon niet anders dan voor Jezus neervallen om zijn zonden te belijden, en bovendien verspreidden de apostelen overal de woorden die Jezus had gesproken. Vanaf dat punt begon het opbouwen van de kerken in het Tijdperk van Genade. Waar Jezus over sprak in dat tijdperk richtte zich ook op het leven van de mens en de wil van de hemelse Vader. Het is alleen zo dat de tijdperken verschillend zijn en daardoor veel van die uitspraken en praktijken erg verschillen van die van deze tijd. Maar de essentie van beide is gelijk. Beide zijn niets meer of minder dan het werk van Gods Geest in het vlees. Dat soort werk en die woorden zijn tot op de dag van vandaag doorgegaan, en dus wordt dit soort dingen in de huidige religieuze instellingen nog steeds verkondigd en is er geen greintje veranderd. Toen Jezus’ werk werd afgesloten en de kerken al op het juiste pad van Jezus Christus terecht waren gekomen, begon God plannen te maken voor een andere fase van Zijn werk, de kwestie van vleeswording in de laatste dagen. Voor de mens besloot Gods kruisiging het werk van Gods vleeswording, verloste het de hele mensheid en was Hij in staat om de sleutel tot het dodenrijk te bemachtigen. Iedereen denkt dat Gods werk volledig is volbracht. In feite is voor God nog maar een klein gedeelte van Zijn werk volbracht. Hij heeft de mensheid slechts verlost; Hij heeft de mensheid niet overwonnen, laat staan de lelijkheid van Satan in de mens veranderd. Vandaar dat God zegt: “Hoewel mijn geïncarneerde vlees de pijn van de dood heeft ondergaan, was dat niet het hele doel van mijn vleeswording. Jezus is mijn geliefde Zoon en werd voor mij aan het kruis genageld, maar Hij heeft mijn werk niet volledig afgerond. Hij heeft er maar een deel van gedaan.” Dus begon God de tweede ronde met plannen om het werk van de vleeswording voort te zetten. Gods ultieme bedoeling is iedereen die is gered uit Satans handen te vervolmaken en te winnen, daarom maakte God Zich wederom op om gevaren te riskeren door in het vlees te komen. Wat met ‘vleeswording’ wordt bedoeld, heeft betrekking op Hij die geen heerlijkheid brengt (omdat Gods werk nog niet is voltooid), maar die verschijnt in de identiteit van de geliefde Zoon en de Christus is, in wie God welbehagen heeft. Daarom wordt er gezegd dat hiermee “gevaren worden getrotseerd”. Het geïncarneerde vlees heeft uiterst geringe macht en moet grote voorzichtigheid betrachten,[1] en Zijn macht verschilt hemelsbreed van het gezag van de Vader in de hemel; Hij vervult alleen de bediening van het vlees, volbrengt het werk en de opdracht van God de Vader zonder zich met ander werk in te laten. Hij volbrengt slechts één deel van het werk. Daarom wordt God bij Zijn komst op aarde ‘Christus’ genoemd. Deze betekenis is erin vervat. De reden waarom er wordt gezegd dat de komst gepaard gaat met verleidingen is omdat er slechts één werkproject wordt volbracht. Bovendien is de reden waarom God de Vader Hem slechts ‘Christus’ en ‘geliefde Zoon’ noemt en Hem niet alle glorie heeft gegeven precies omdat het geïncarneerde vlees één werkproject komt doen, niet om de Vader in de hemel te vertegenwoordigen, maar veeleer om de bediening van de geliefde Zoon te vervullen. Wanneer de geliefde Zoon de hele opdracht voltooit die Hij op Zijn schouders heeft genomen, zal de Vader Hem alle heerlijkheid geven samen met de identiteit van de Vader. Men kan zeggen dat dit de hemelse heerschappij is. Omdat de Ene die in het vlees is gekomen en de Vader in de hemel in twee verschillende omstandigheden zijn, staren de twee alleen in de Geest naar elkaar, de Vader houdt een oog op de geliefde Zoon, maar de Zoon kan de Vader niet van veraf zien. Omdat de functie van het vlees ontoereikend is en Hij de kans loopt om elk moment vermoord te worden, wordt er gezegd dat deze komst gepaard gaat met groot gevaar. Dit komt erop neer dat God Zijn geliefde Zoon wederom afstaat en Hem in de bek van de tijger plaatst. God plaatste Hem met gevaar voor Zijn leven op de plaats waar Satan het meest geconcentreerd is. Zelfs in zulke benarde omstandigheden stond God Zijn geliefde Zoon af aan de mensen van een vuile, losbandige plaats om Hem in ‘groot te brengen’. Dit komt omdat het de enige manier is waarop Gods werk volledig zin heeft en de enige manier om alle wensen van God de Vader te vervullen en het laatste deel van Zijn werk onder de mensen te volbrengen. Jezus volbracht slechts één fase van het werk van God de Vader. Vanwege de barrière van het geïncarneerde vlees en de verschillen in het volbrachte werk, wist Jezus Zelf niet dat er een tweede terugkeer naar het vlees zou zijn. Daarom heeft geen enkele Bijbel-uitlegger of profeet duidelijk durven profeteren dat God in de laatste dagen opnieuw zou incarneren, dat wil zeggen, dat Hij opnieuw in het vlees zou komen om het tweede deel van Zijn werk in het vlees te verrichten. Daarom heeft niemand zich gerealiseerd dat God Zichzelf al lang geleden in het vlees had verborgen. Een klein wonder, want pas nadat Jezus was herrezen en naar de hemel was opgevaren, aanvaardde Hij deze opdracht, dus daarom is er geen duidelijke profetie over Gods tweede vleeswording en is het moeilijk in te schatten voor het menselijk verstand. In al de vele boeken met profetieën in de Bijbel zijn geen woorden te vinden waarmee dit duidelijk wordt vermeld. Maar toen Jezus met Zijn werk begon, was er al een duidelijke profetie geweest die zei dat er een maagd met een kind zou zijn en dat zij een zoon voort zou brengen, wat betekende dat Hij was verwekt door de Heilige Geest. Toch zei God dat dit onder levensgevaar was gebeurd, dus in welke mate zal dit vandaag de dag nog sterker het geval zijn? Geen wonder dat God zegt dat de vleeswording deze keer gevaren riskeert die duizenden malen groter zijn dan die tijdens het Tijdperk van Genade. Op veel plaatsen heeft God geprofeteerd dat Hij een groep overwinnaars in het land Sinim zal vormen. Aangezien overwinnaars in het Oosten van de wereld moeten worden gevormd, is dus de plek waar God bij Zijn tweede vleeswording voet zet ongetwijfeld het land Sinim, precies waar de grote rode draak opgerold ligt. Daar zal God de nakomelingen van de grote rode draak winnen zodat hij compleet verslagen en te schande gemaakt wordt. God wil deze zwaar lijdende mensen opwekken, ze compleet opwekken, en ze uit de mist laten wandelen en de grote rode draak laten verwerpen. God wil ze opwekken uit hun droom, ze de essentie van de grote rode draak laten weten, ze hun gehele hart aan God laten geven, ze de verdrukking van de duistere machten laten ontstijgen, ze in het Oosten van de wereld laten opstaan en ze bewijs van Gods overwinning laten worden. Pas dan zal God glorie verkrijgen. Om juist die reden bracht God het werk dat tot een einde kwam in Israël naar het land waar de grote rode draak opgerold ligt en is Hij, bijna tweeduizend jaar nadat Hij vertrokken is, weer gekomen in het vlees om het werk van het Tijdperk van Genade voort te zetten. Voor het blote oog van de mens introduceert God nieuw werk in het vlees. Maar wat God betreft, zet Hij het werk van het Tijdperk van Genade voort, alleen met een tijdsverschil van een paar duizend jaar en alleen met een verandering van werklocatie en werkproject. Hoewel de beeltenis van het vlees die God in het huidige werk heeft aangenomen een heel andere persoon is dan Jezus, hebben Zij hetzelfde wezen en dezelfde basis en komen Zij uit dezelfde bron. Zij mogen dan wel veel uiterlijke verschillen hebben, maar de innerlijke waarheden van Hun werk zijn volkomen identiek. De tijdperken verschillen immers ook als dag en nacht. Hoe kan Gods werk onveranderd blijven? Of hoe kan het werk elkaar verstoren?

uit ‘Werk en intrede (6)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Voetnoot:

1. Met “heeft uiterst geringe macht en moet grote voorzichtigheid betrachten” wordt aangegeven dat de moeilijkheden van het vlees talrijk zijn en het verrichte werk te gering.


Dagelijkse woorden van God Fragment 194

De mens beseft pas in deze tijd dat wat de mens ontbeert niet enkel de toevoer van geestelijk leven en de ervaring van het kennen van God is, maar meer nog, veranderingen aan hun gezindheid. Doordat de mens helemaal niets afweet van de geschiedenis en de eeuwenoude cultuur van de mensheid, heeft hij geen greintje kennis over Gods werk. De mens hoopt dat hij diep in zijn hart aan God gehecht kan zijn, maar omdat het vlees van de mens buitensporig verdorven is, zowel gevoelloos als dom, weet hij helemaal niets over God. God verschijnt tegenwoordig voor de mens met geen ander doel dan het transformeren van de gedachten en geest van de mensen, alsook het beeld van God in hun hart dat zij al miljoenen jaren hebben. Hiermee heeft Hij de gelegenheid om de mens te vervolmaken. Dat wil zeggen, door de kennis van de mens zal Hij de manier waarop zij Hem leren kennen veranderen, evenals hun houding ten opzichte van Hem, zodat hun kennis van God met een schone lei kan beginnen, en hun harten daardoor vernieuwd en getransformeerd kunnen worden. Aanpak en discipline zijn het middel, terwijl overwinning en vernieuwing de doelstellingen zijn. De bijgelovige gedachten wegnemen die de mens heeft over de vage God is altijd al Gods bedoeling geweest en is de laatste tijd een dringende kwestie voor Hem geworden. Dachten alle mensen maar aan de langere termijn bij het overdenken van deze situatie. Veranderen hoe ieder individu ervaart, zodat dit dringende streven van God spoedig verwezenlijkt kan worden en het laatste stadium van Gods werk op aarde tot een vruchtbare afsluiting gebracht kan worden. Toon je trouw zoals je behoort te doen, en beur het hart van God nog een laatste keer op. Ik hoop dat geen van de broeders en zusters deze verantwoordelijkheid uit de weg gaan of enkel de routine doorlopen. God komt deze keer op uitnodiging in het vlees en met het oog op de toestand van de mens. Dat wil zeggen, Hij komt om de mens te voorzien in wat nodig is. Hij zal elk mens in staat stellen, van wat voor kaliber of opvoeding hij ook is, het woord van God te zien en, vanuit Zijn Woord, het bestaan en de manifestatie van God te zien en Gods volmaaktheid daarvan accepteren. Zijn woord zal de gedachten en opvattingen van de mens veranderen zodat het ware aangezicht van God stevig geworteld wordt in de diepten van het hart van de mens. Dit is Gods enige wens op aarde. Hoe groot de natuur van de mens ook is, hoe arm het wezen van de mens ook is, of hoe de mens ook in het verleden gehandeld heeft, God schenkt er geen aandacht aan. Hij hoopt enkel dat de mens het beeld van God dat hij in zijn hart heeft volledig zal vernieuwen en dat hij de essentie van de mensheid zal leren kennen, waarbij de ideologische zienswijze van de mens veranderd wordt. Hij hoopt dat de mens in staat is hevig naar God te verlangen en een eeuwige verbondenheid met Hem zal hebben. Dit is alles wat God van de mens verlangt.

uit ‘Werk en intrede (7)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 195

Ik heb zo vaak gezegd dat het Gods werk van de laatste dagen is om de geest van elke persoon te veranderen, om de ziel van elke persoon te veranderen, zodat hun hart, dat veel trauma heeft ondergaan, wordt hervormd en hun ziel aldus wordt gered, die zo diep door het kwaad is gekwetst; het is om de geest van mensen op te wekken, om hun kille hart te laten ontdooien en om ze tot vernieuwing te brengen. Dit is Gods grootste wens. Zet praatjes over hoe verheven of diepzinnig het leven en de ervaringen van de mens zijn aan de kant; wanneer het hart van mensen is opgewekt, wanneer ze uit hun dromen zijn ontwaakt en heel goed beseffen welk kwaad de grote rode draak heeft aangericht, zal het werk van Gods bediening zijn voltooid. De dag waarop Gods werk wordt voltooid, is ook de dag waarop de mens officieel begint op het juiste pad van geloof in God. Op dat moment zal Gods bediening tot een einde zijn gekomen: het werk van de vleesgeworden God zal volkomen zijn voltooid en de mens zal officieel de plicht gaan vervullen die hij behoort te vervullen – hij zal zijn bediening uitvoeren. Dit zijn de stappen van Gods werk. Dus jullie dienen jullie pad voor intrede tastend te zoeken op basis van jullie kennis van deze dingen. Dit alles dienen jullie te begrijpen. De intrede van de mens zal alleen verbeteren wanneer diep in zijn hart veranderingen hebben plaatsgevonden, want Gods werk is de complete redding van de mens – de mens die is verlost, die nog steeds onder de machten van duisternis leeft en die zichzelf nooit heeft opgewekt – van deze verzamelplaats van demonen; het is opdat de mens bevrijd mag worden van duizenden jaren aan zonde en door God te worden bemind, waarbij de grote rode draak volkomen wordt verslagen, Gods koninkrijk wordt gevestigd en Gods hart sneller rust krijgt, het is om de haat die in jullie opwelt zonder terughoudendheid te ventileren, om die beschimmelde ziektekiemen uit te roeien, om jullie dit leven te laten verlaten dat niet anders is dan dat van een os of een paard, om niet langer een slaaf te zijn, om niet langer vrijelijk vertreden of rond gecommandeerd te worden door de grote rode draak; jullie zullen niet langer van deze mislukte natie zijn, niet langer behoren tot de verschrikkelijke grote rode draak, jullie zullen geen slaaf meer van hem zijn. Het demonennest zal zeker in stukken worden gereten door God en jullie zullen naast God staan – jullie behoren God toe en behoren niet tot dit imperium van slaven. God verafschuwt deze duistere maatschappij al lang tot op Zijn botten. Hij knarst Zijn tanden, hunkerend om Zijn voeten te zetten op deze slechte, verschrikkelijke oude slang, opdat hij nooit meer op mag staan en de mens nooit meer kwaad zal doen; Hij zal geen pardon hebben met zijn vroegere daden, Hij zal zijn misleiding van de mens niet tolereren, Hij zal afrekenen met elke zonde die hij door de eeuwen heen heeft begaan; God zal deze aanvoerder van al het kwaad[1] allerminst sparen, Hij zal hem volkomen vernietigen.

uit ‘Werk en intrede (8)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Voetnoot:

1. “Aanvoerder van al het kwaad” verwijst naar de oude duivel. Deze uitdrukking geeft extreme afkeur aan.


Dagelijkse woorden van God Fragment 196

God heeft veel slapeloze nachten doorstaan omwille van het werk met de mensheid. Van hoog boven tot de laagste diepten is Hij afgedaald naar de levende hel waarin de mens leeft om Zijn dagen bij de mens door te brengen. Hij heeft nooit geklaagd over de haveloosheid onder de mensen, heeft de mens nooit berispt om zijn ongehoorzaamheid, maar verdraagt de grootste vernedering terwijl Hij Zijn werk persoonlijk uitvoert. Hoe kon God tot de hel behoren? Hoe kon Hij Zijn leven in de hel doorbrengen? Maar ten behoeve van de hele mensheid, zodat de ganse mensheid eerder rust kan vinden, heeft Hij vernedering doorstaan en onrecht geleden door naar de aarde te komen, en is Hij persoonlijk de ‘hel’ en het ‘dodenrijk’ binnengegaan, in het hol van de tijger, om de mens te redden. Hoe is de mens gekwalificeerd om tegen God op te staan? Welke reden heeft hij om wederom over God te klagen? Hoe kan hij het lef hebben om God weer aan te kijken? God is uit de hemel gekomen naar dit uiterst vuile land van kwaad en heeft Zijn grieven nooit geventileerd of over de mens geklaagd, maar aanvaardt in plaats daarvan de plagen[1] en verdrukking van de mens kalm. Hij heeft de onredelijke eisen van de mens nooit terug gesmeten, Hij heeft nooit buitensporige eisen aan de mens gesteld en Hij heeft nooit onredelijke eisen aan de mens gesteld; Hij doet al het werk dat de mens eist gewoon zonder klacht: onderrichten, verlichten, terechtwijzen, de loutering van woorden, in herinnering roepen, aansporen, troosten, oordelen en openbaren. Welke stappen van Hem zijn niet voor het leven van de mens geweest? Hoewel Hij de vooruitzichten en het lot van de mens heeft weggenomen, welke door God uitgevoerde stappen zijn niet voor het lot van de mens geweest? Welke zijn niet ten behoeve van de overleving van de mens geweest? Welke zijn er niet geweest om de mens te bevrijden van dit lijden en van de verdrukking van duistere machten die zo zwart als de nacht zijn? Welke zijn er niet ten behoeve van de mens? Wie kan Gods hart begrijpen, dat als een liefdevolle moeder is? Wie kan Gods zeer bereidwillige hart vatten? Gods bevlogen hart en vurige verwachtingen zijn terugbetaald met kille harten, met verharde, onverschillige ogen, met de herhaalde uitbranders en beledigingen van de mens, met scherpe opmerkingen, sarcasme en kleinering, ze zijn terugbetaald met de spot van de mens, met zijn vertrappen en verwerping, met zijn onbegrip, klaagzang, vervreemding en vermijding, met niets anders dan bedrog, aanvallen en bitterheid. Warme woorden zijn onthaald door fronsende wenkbrauwen en het kille verzet van duizend vermanende vingers. God kan slechts volharden, met gebogen hoofd, mensen dienend als een bereidwillige os.[2] Zoveel zonnen en manen, zo vaak heeft Hij de sterren aanschouwd, zo vaak is Hij in de ochtendschemer vertrokken en in de avondschemer teruggekeerd en heeft Hij liggen woelen en draaien van zielenpijn, duizend keer groter dan de pijn van Zijn vertrek bij de Vader, de aanvallen en het breken van de mens verdragen, plus de behandeling en snoeiing van de mens. Gods nederigheid en verborgenheid zijn terugbetaald met het vooroordeel[3] van de mens, met de oneerlijke opvattingen en behandeling van de mens, en Zijn anonimiteit, verdraagzaamheid en tolerantie zijn terugbetaald met de gulzige blik van de mens; de mens probeert God dood te stampen, zonder wroeging, en probeert God de grond in te trappen. De houding van de mens in zijn behandeling jegens God is er een van ‘zeldzame slimheid’ en God, die door de mens op de kop gezeten en veracht wordt, wordt platgewalst onder de voeten van tienduizenden mensen terwijl de mens zelf hoog oprijst, alsof hij de koning van het kasteel is, alsof hij absolute macht wil grijpen,[4] om audiëntie te houden van achter een scherm, om God de nauwgezette en gezagsgetrouwe bestuurder achter de schermen te maken, die niet terug mag vechten of problemen mag veroorzaken; God moet de rol van de laatste keizer spelen, Hij moet een marionet[5] zijn, zonder enige vrijheid. Er zijn geen woorden voor de daden van de mens, dus hoezo is hij gekwalificeerd om dit of dat van God te eisen? Hoezo is hij gekwalificeerd om God suggesties aan de hand te doen? Hoezo is hij gekwalificeerd om te eisen dat God met zijn zwakheden meevoelt? Hoezo is hij geschikt om Gods barmhartigheid te ontvangen? Hoezo is hij geschikt om Gods grootmoedigheid keer op keer te ontvangen? Hoezo is hij geschikt om Gods vergeving keer op keer te ontvangen? Waar is hun geweten? Hij heeft Gods hart lang geleden gebroken, hij heeft Gods hart lang geleden al in gruzelementen achtergelaten. God kwam fris en monter onder de mensen, in de hoop dat mensen barmhartig jegens Hem zouden zijn, al was het maar met een beetje warmte. Maar de mens is traag om Gods hart te vertroosten, Hij is alleen maar aangevallen en gekweld met sneeuwballen[6]; het hart van de mens is te gulzig, zijn verlangen is te groot, hij heeft nooit genoeg, hij is altijd ondeugend en dwaas, hij gunt God nooit enige vrijheid of recht van spreken en hij laat God geen andere keuze dan Zich aan vernedering te onderwerpen en de mens toe te staan Hem naar wens te manipuleren.

uit ‘Werk en intrede (9)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Voetnoten:

1. “Plagen” legt de ongehoorzaamheid van de mensheid bloot.

2. “Te maken gekregen met fronsende wenkbrauwen en het kille verzet van duizend vermanende vingers, met gebogen hoofd, mensen dienend als een bereidwillige os” is oorspronkelijk één zin, maar is hier voor de duidelijkheid in twee zinnen gesplitst. De eerste zin verwijst naar de daden van de mens, terwijl de tweede zin wijst op het lijden dat God heeft ondergaan en dat God nederig en verborgen is.

3. “Vooroordeel” verwijst naar het ongehoorzame gedrag van mensen.

4. “Absolute macht grijpen” verwijst naar het ongehoorzame gedrag van mensen. Zij achten zichzelf zeer hoog, ketenen anderen en dwingen ze hen te volgen en voor hen te lijden. Zij zijn vijandig jegens God.

5. “Marionet” wordt spottend gebruikt voor hen die God niet kennen.

6. “Sneeuwballen” markeert het lage gedrag van mensen.


Dagelijkse woorden van God Fragment 197

De vleeswording van God heeft schokgolven veroorzaakt in alle religies en sectoren, de oorspronkelijke orde van religieuze kringen is ‘op de kop gezet’ en het hart in beroering gebracht van allen die naar de verschijning van God hunkeren. Wie aanbidt er niet? Wie verlangt er niet naar om God te zien? God is vele jaren persoonlijk onder de mensen geweest, toch heeft de mens dat nooit beseft. Vandaag is God Zelf verschenen en heeft Zijn identiteit aan de massa getoond – hoe kan dit het mensenhart niet verblijden? God deelde eens vreugde en verdriet met de mens en vandaag is Hij herenigd met de mensheid en wisselt hij verhalen van voorbije tijden uit met hem. Nadat Hij uit Judea vertrok, konden mensen geen spoor meer van Hem vinden. Zij hunkeren ernaar om God wederom te ontmoeten, maar beseffen niet dat zij Hem vandaag weer ontmoet hebben en met Hem herenigd zijn. Hoe zou dit geen gedachten aan gisteren kunnen oprakelen? Tweeduizend jaar geleden vandaag aanschouwde Simon Barjona, de nakomeling van de Joden, Jezus de Heiland, hij at met Hem aan dezelfde tafel en nadat hij Hem vele jaren gevolgd had, voelde hij een diepe genegenheid voor Hem. Hij had Hem vanuit het diepst van Zijn hart lief, hij hield zielsveel van de Heer Jezus. Het Joodse volk wist totaal niet hoe deze baby met gouden lokken, geboren in een koude kribbe, de eerste beeltenis van Gods vleeswording was. Ze dachten allemaal dat Hij aan hen gelijk was, niemand vond Hem anders – hoe konden mensen deze alledaagse en gewone Jezus ook herkennen? Het Joodse volk zag Hem als een Joodse zoon van die tijd. Niemand beschouwde Hem als een liefderijke God en mensen stelden alleen maar blinde eisen aan Hem, zij vroegen Hem om rijke en overvloedige genadegaven, vrede en vreugde. Zij wisten alleen dat Hij, als een miljonair, alles had wat iemand ooit kon wensen. Toch behandelden mensen Hem nooit als iemand die geliefd was; de mensen in die tijd hielden niet van Hem, protesteerden alleen maar tegen Hem en stelden irrationele eisen aan Hem. Maar Hij verzette Zich nooit en bleef de mens genadegaven verlenen, ook al kende de mens Hem niet. Hij schonk mensen op stille wijze warmte, liefde en barmhartigheid. Hij gaf mensen bovendien nieuwe manieren voor de praktijk om ze uit de banden van de wet te leiden. De mens had Hem niet lief, hij benijdde Hem alleen maar en herkende Zijn uitzonderlijke talenten. Hoe kon de blinde mensheid weten hoe groot de vernedering was die de lieflijke Jezus de Heiland onderging toen Hij onder de mensen kwam? Niemand dacht aan Zijn nood, niemand wist van Zijn liefde voor God de Vader en niemand kon van Zijn eenzaamheid weten; ook al was Maria Zijn aardse moeder, hoe kon zij de gedachten in het hart van de barmhartige Heer Jezus kennen? Wie wist van het onuitsprekelijke lijden dat de Zoon des mensen verduurde? Nadat de mensen in die tijd eisen aan Hem hadden gesteld, verdrongen ze Hem kil naar de achtergrond en wierpen ze Hem eruit. Dus zwierf Hij door de straten, dag na dag, jaar na jaar, vele jaren dolend tot Hij 33 zware jaren had geleefd, jaren die zowel lang als kort waren geweest. Wanneer mensen Hem nodig hadden, nodigden ze Hem met een glimlach op hun gezicht bij hen thuis uit en probeerden ze eisen aan Hem te stellen – maar nadat Hij Zijn bijdrage aan hen had geleverd, schoven ze Hem onmiddellijk buiten de deur. Mensen aten waarin Zijn mond voorzag, zij dronken Zijn bloed, zij genoten de genadegaven die Hij over hen uitstortte, toch keerden ze zich ook tegen Hem, want zij wisten nooit aan wie zij hun leven te danken hadden. Uiteindelijk nagelden ze Hem aan het kruis, maar toch gaf Hij geen kik. Zelfs vandaag houdt Hij Zich stil. Mensen eten Zijn vlees, zij drinken Zijn bloed, zij eten het voedsel dat Hij voor hen bereidt, en zij bewandelen de weg die Hij voor hen geopend heeft en toch zijn zij nog steeds van plan om Hem te verwerpen; zij behandelen de God die ze hun leven gegeven heeft feitelijk als de vijand en behandelen degenen die net als zij slaven zijn juist als de hemelse Vader. Keren zij zich hiermee niet opzettelijk tegen Hem? Hoe kwam het dat Jezus aan het kruis stierf? Weten jullie dat? Werd Hij niet verraden door Judas, die Hem het meest nabij stond en Hem gegeten, Hem gedronken en van Hem genoten had? Verraadde Judas Jezus niet omdat Hij maar een onbeduidende, normale leraar was? Als mensen echt hadden gezien dat Jezus uitzonderlijk en die Ene uit de hemel was, hoe hadden ze Hem dan 24 uur lang levend aan het kruis kunnen nagelen totdat Hij geen adem meer in Zijn lichaam had? Wie kan God kennen? Mensen genieten alleen maar van God met onverzadigbare hebzucht, maar zij hebben Hem nooit gekend. Zij kregen een vinger maar namen de hele hand en zij maken “Jezus” totaal gehoorzaam aan hun geboden, aan hun orders. Wie heeft er ooit enige barmhartigheid getoond jegens deze Zoon des mensen, die nergens een plaats heeft om Zijn hoofd neer te leggen? Wie heeft er ooit aan gedacht om zijn krachten met Hem te bundelen en zo de opdracht van God de Vader te vervullen? Wie heeft er ooit een gedachte aan Hem besteed? Wie heeft er ooit oog voor Zijn moeilijkheden gehad? De mens neemt Hem zonder een greintje liefde in de tang; de mens weet niet waar zijn licht en leven vandaan kwamen en plant alleen maar in het geheim hoe hij de “Jezus” van tweeduizend jaar geleden, die pijn onder de mensen heeft ervaren, wederom kan kruisigen. Inspireert “Jezus” werkelijk tot zulke haat? Is alles wat Hij deed al lang vergeten? De haat die zich duizenden jaren heeft opgehoopt, zal uiteindelijk tot uitbarsting komen. Jullie, die als de Joden zijn! Wanneer is “Jezus” ooit vijandig naar jullie geweest dat jullie Hem zo haten? Hij heeft zoveel gedaan en zoveel gesproken – is daar niets van in jullie voordeel? Hij heeft Zijn leven aan jullie gegeven zonder daar iets voor terug te vragen, Hij heeft Zich helemaal aan jullie gegeven – willen jullie Hem nog steeds levend opeten? Hij heeft Zijn alles aan jullie gegeven, zonder iets achter te houden, zonder ooit enige wereldse glorie, de warmte onder mensen en de liefde onder mensen of alle zegeningen onder mensen te genieten. Mensen zijn zo gemeen tegen Hem, Hij heeft nooit alle rijkdommen op aarde genoten, Hij wijdt heel Zijn oprechte, bevlogen hart aan de mens toe, Hij heeft Zich helemaal aan de mensheid toegewijd – en wie heeft Hem ooit warmte geschonken? Wie heeft Hem ooit comfort geboden? De mens heeft alle druk op Hem gelegd, hij heeft alle tegenspoed bij Hem neergelegd, hij heeft Hem met de onfortuinlijkste ervaringen onder de mensen belast, hij verwijt Hem voor alle onrecht en Hij heeft het stilzwijgend aanvaard. Heeft Hij ooit tegen iemand geprotesteerd? Heeft Hij ooit van iemand enige beloning gevraagd? Wie heeft er ooit enige sympathie jegens Hem getoond? Wie van jullie heeft als normaal mens geen romantische kindertijd gehad? Wie heeft geen kleurrijke jeugd gehad? Wie heeft er niet de warmte van dierbaren? Wie is er zonder de liefde van familieleden en vrienden? Wie is er zonder het respect van anderen? Wie is er zonder een warm gezin? Wie is er zonder de troost van vertrouwelingen? En heeft Hij hier ooit iets van genoten? Wie heeft Hem ooit enige warmte geschonken? Wie heeft Hem ooit een greintje comfort geboden? Wie heeft Hem ooit enige menselijke moraliteit getoond? Wie is er ooit tolerant jegens Hem geweest? Wie heeft Hem in moeilijke tijden ooit bijgestaan? Wie heeft er ooit het zware leven met Hem doorstaan? De mens heeft zijn eisen aan Hem nooit bijgesteld; hij stelt gewoon zonder enige scrupules eisen aan hem, alsof Hij met Zijn komst naar de mensenwereld zijn os of paard, zijn gevangene moet zijn en Zijn alles aan de mens moet geven; zo niet, dan zal de mens Hem nooit vergeven, Hem nooit rust gunnen, Hem nooit God noemen en Hem nooit hoogachten. De mens is te streng in zijn houding jegens God, alsof hij God per se dood wil martelen, waarna hij zijn eisen aan God pas bij gaat stellen; zo niet, dan zal de mens de normen voor zijn eisen aan God nooit naar beneden bijstellen. Hoe zou God zulke mensen niet kunnen verafschuwen? Dat is niet de tragedie van vandaag? Het geweten van de mens is nergens te bekennen. Hij blijft zeggen dat hij Gods liefde zal terugbetalen, maar hij ontleedt God en martelt Hem dood. Is dit niet het ‘geheime recept’ voor zijn geloof in God, door zijn voorouders doorgegeven? De ‘Joden’ zijn overal te vinden en zij doen vandaag nog steeds hetzelfde werk, zij voeren nog steeds hetzelfde werk uit met hun verzet tegen God en toch geloven zij dat ze God hoogachten. Hoe kunnen de ogen van de mens zelf God kennen? Hoe kan de mens, die in het vlees leeft, de vleesgeworden God die van de Geest is gekomen als God behandelen? Wie onder de mensen kan Hem kennen? Waar is de waarheid onder de mensen? Waar is echte rechtvaardigheid? Wie is er in staat om de gezindheid van God te kennen? Wie kan met de God in de hemel wedijveren? Geen wonder dat niemand God gekend heeft toen Hij onder de mensen is gekomen en dat Hij verworpen is. Hoe kan de mens het bestaan van God tolereren? Hoe kan hij toelaten dat het licht de duisternis van de wereld verdrijft? Is dit allemaal niet de eerzame toewijding van de mens? Is dit niet de oprechte intrede van de mens? En is het werk van God niet gecentreerd rondom de intrede van de mens? Ik zou graag willen dat jullie Gods werk samenvoegen met de intrede van de mens, een goede relatie ontwikkelen tussen de mens en God en de plicht doen die de mens behoort te doen naar jullie beste vermogen. Zo zal Gods werk vervolgens tot een einde komen en met Zijn verheerlijking besluiten!

uit ‘Werk en intrede (10)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 198

Tegenwoordig werk ik te midden van Gods uitverkorenen in China om heel hun opstandige gezindheid te onthullen en hun smerigheid te ontmaskeren en dit levert de context voor alles wat ik moet zeggen. Daarna zal ik een volgende stap nemen en het hele universum veroveren. Ik zal mijn oordeel over jullie gebruiken om de ongerechtigheid van alle mensen in het hele universum te beoordelen, omdat jullie de vertegenwoordigers zijn van de opstandigen onder de mensheid. Degenen die niet meer van zichzelf kunnen geven, zullen niet meer dan contrast of presenteerbladen blijken te zijn, terwijl degenen die daar wel toe in staat zijn, gebruikt zullen worden. Waarom zeg ik dat degenen die niet meer van zichzelf kunnen geven als contrast zullen dienen? Omdat de woorden die ik nu zeg en de dingen die ik nu doe allemaal gericht zijn op jullie achtergrond en omdat jullie de vertegenwoordigers en de belichaming van de opstandigen onder de gehele mensheid zijn geworden. Later zal ik de woorden die jullie veroveren meenemen naar het buitenland en ze gebruiken om de mensen daar te veroveren, maar jullie zullen ze je niet hebben toegeëigend. Maakt dat geen contrast van je? De verdorven gezindheid van de hele mensheid, de opstandige daden van de mens, de lelijke kanten en verschijningen van de mens – ze worden vandaag allemaal vastgelegd in de woorden die worden gebruikt om jullie te overwinnen. Ik zal deze woorden gebruiken om de mensen van alle naties en elke denominatie te veroveren, omdat jullie het model zijn, het precedent. Ik was echter niet van plan om jullie bewust in de steek te laten. Als je het niet goed doet in je streven en ongeneeslijk blijkt te zijn, zou je dan niet gewoon een gebruiksvoorwerp en een contrast zijn? Ik heb wel eens gezegd dat ik mijn wijsheid uitoefen op basis van Satans plannen. Waarom heb ik dat gezegd? Is dat niet de waarheid achter wat ik nu zeg en doe? Als je niet meer van jezelf kunt geven, als je niet wordt vervolmaakt, maar bestraft, zou je dan geen inpakmateriaal zijn? Misschien heb je veel geleden in je leven, maar je begrijpt nog steeds niets. Je bent onwetend ten aanzien van alles in het leven. Ook al ben je getuchtigd en geoordeeld, je bent niets veranderd en diep vanbinnen heb je nog geen leven gevonden. Als de tijd komt om je werk te testen, zul je een beproeving ervaren die hevig is als vuur en zelfs nog grotere beproevingen. Dat vuur zal je hele wezen in as veranderen. Als je iemand bent zonder leven, zonder een greintje puur goud vanbinnen, als je iemand bent die nog steeds vastzit aan zijn oude verdorven gezindheid en niet eens geschikt is om contrast te zijn, hoe zou je dan niet kunnen worden geëlimineerd? Wat is de zin van overwinningswerk voor iemand die geen een cent waard is en geen leven heeft? Als die tijd komt, zullen jullie dagen moeilijker zijn dan die van Noach en Sodom! Je gebeden zullen je dan niet helpen. Hoe kun je, zodra het reddingswerk is voltooid, opnieuw beginnen om je te bekeren? Zodra al het heilswerk is gedaan, zal er geen reddingswerk meer zijn. Het werk dat er dan zal zijn, is dat van de bestraffing van het kwaad. Je verzet je, je rebelleert en je doet dingen waarvan je weet dat ze slecht zijn. Word je daarmee niet het doelwit van zware straffen? Ik zeg dit vandaag tegen je. Als je ervoor kiest om niet te luisteren, zullen deze rampen je later overkomen. Is het niet te laat als je dan pas spijt krijgt en begint te geloven? Ik geef je vandaag een kans om je te bekeren, maar je bent niet bereid om dat te doen. Hoe lang wil je nog wachten? Tot de dag van de tuchtiging? Nu kan ik me je vroegere overtredingen niet herinneren. Ik vergeef je keer op keer en wend me af van je negatieve kanten om alleen het positieve te zien, want al mijn woorden en werken zijn nu bedoeld om je te redden. Want ik heb geen slechte bedoelingen met je. Toch weiger je om binnen te gaan. Je weet het goede niet te onderscheiden van het kwade en weet niet hoe je vriendelijkheid moet waarderen. Wacht dit soort mensen niet gewoon op straf en rechtvaardige vergelding?

uit ‘De innerlijke waarheid van het werk van de overwinning (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 199

Toen Mozes de rots sloeg, en het water dat door Jehova werd geschonken opsprong, was het vanwege zijn geloof. Toen David de lier speelde ter ere van mij, Jehova – met zijn hart vervuld van vreugde – kwam het vanwege zijn geloof. Toen Job zijn vee verloor dat de bergen vulde en onnoemelijke massa’s rijkdom, en zijn lichaam werd bedekt met zere steenpuisten, was het vanwege zijn geloof. Toen hij de stem van mij, Jehova, kon horen en de glorie van mij, Jehova, zag, was het vanwege zijn geloof. Dat Petrus Jezus Christus kon volgen, was door zijn geloof. Dat hij vanwege mijn wil aan het kruis genageld kon worden en een glorieuze getuigenis kon geven, was ook door zijn geloof. Toen Johannes het glorieuze beeld van de Mensenzoon zag, was het door zijn geloof. Toen hij het visioen van de laatste dagen zag, was het des te meer door zijn geloof. De reden waarom de zogenaamde menigten van de heidense naties mijn openbaring hebben verkregen, en kwamen te weten dat ik in het vlees ben teruggekeerd om mijn werk onder de mensen te doen, is ook vanwege hun geloof. Hebben alle mensen die door mijn harde woorden werden geraakt maar ook getroost, en die gered zijn, dat niet gedaan vanwege hun geloof? Mensen ontvangen veel door geloof. En wat ze ontvangen is niet altijd zegen – het geluk en de vreugde die David voelde, of water ontvangen van Jehova zoals Mozes meemaakte. Zo werd Job bijvoorbeeld door Jehova gezegend vanwege zijn geloof, maar hij heeft ook onder rampspoed geleden. Of je nu zegening ontvangt of onder een plaag lijdt, beiden zijn gezegende gebeurtenissen. Zonder geloof zou je dit overwinningswerk niet kunnen ontvangen, laat staan Jehova’s daden vandaag voor ogen kunnen zien. Je zou het niet kunnen zien, en nog minder zou je het kunnen ontvangen. Deze kwellingen, deze rampen en al deze oordelen – zou je vandaag Jehova’s daden zien, als ze je niet waren overkomen? Vandaag is het geloof dat je in staat stelt om overwonnen te worden. En door overwonnen te worden kun je in alle daden van Jehova geloven. Het is slechts door het geloof dat je dit soort tuchtiging en oordeel ontvangt. Door deze tuchtigingen en oordelen word je overwonnen en vervolmaakt. Zonder het soort tuchtiging en oordeel dat je vandaag ontvangt, zou je geloof tevergeefs zijn. Omdat je God niet kent, ongeacht hoeveel je in Hem gelooft, blijft je geloof altijd een lege expressie die niet gegrond is in de werkelijkheid. Pas nadat je dit soort overwinningswerk hebt ontvangen, word je volledig gehoorzaam, zodat je geloof waarachtig en betrouwbaar wordt en je hart zich tot God wendt. Zelfs als je min of meer veroordeeld of vervloekt wordt vanwege dit woord ‘geloof’, heb je een waar geloof en ontvang je het meest ware, het meest echte en meest waardevolle. Dat komt omdat je alleen in de loop van het oordeel de uiteindelijke bestemming van Gods scheppingen gaat zien. Het is door het oordeel dat je gaat inzien dat de Schepper bemind moet worden. Het is bij dergelijk overwinningswerk dat je de arm van God aanschouwt. Het is in deze overwinning dat je het menselijk leven volledig gaat doorgronden. Het is in deze verovering dat je de juiste weg door het menselijk leven vindt en de ware betekenis van ‘de mens’ gaat begrijpen. Het is alleen in deze overwinning dat je de rechtvaardige gezindheid van de Almachtige en zijn prachtige, glorieuze gelaat gaat zien. Het is in dit overwinnend werk dat je de oorsprong van de mens leert kennen en de ‘onsterfelijke geschiedenis’ van de mensheid gaat doorgronden. Het is in deze verovering dat je de voorouders van de mensheid gaat begrijpen evenals de oorsprong van de verdorvenheid van de mensheid. Het is in deze overwinning dat je vreugde en troost ontvangt, evenals eindeloze kastijding, discipline en woorden van berisping van de Schepper, gericht tot de mensheid die Hij schiep. In dit overwinningswerk ontvang je zegeningen, maar ontvang je ook de rampen die de mens zou moeten ontvangen … Is dit niet allemaal te wijten aan dat kleine beetje geloof van je? Is je geloof na het verkrijgen van deze dingen niet gegroeid? Heb je niet heel veel gewonnen? Je hebt niet alleen Gods woord gehoord en Gods wijsheid gezien, maar je hebt zelf ook elke stap van het werk ervaren. Misschien zeg je dat als je geen geloof zou hebben, je niet zou lijden aan deze vorm van tuchtiging of soortgelijk oordeel. Maar je moet weten dat je zonder geloof niet alleen niet in staat zou zijn om deze vorm van tuchtiging of dit soort zorg van de Almachtige te ontvangen, maar dat je voor altijd de kans zou verliezen om de Schepper te zien. Je zou nooit de oorsprong van de mensheid leren kennen en nooit de betekenis van het menselijk leven begrijpen. Zelfs als je lichaam sterft en je ziel heengaat, zou je niet alle daden van de Schepper leren kennen. Nog minder zou je weten dat de Schepper op aarde zo’n groot werk heeft verricht nadat Hij de mensheid maakte. Ben je als lid van de mensheid die Hij maakte, bereid om zonder begrip hiervan in de duisternis te vallen en de eeuwige straf te ondergaan? Als je jezelf afschermt van de tuchtiging en het oordeel van vandaag, wat is het dan dat je zult ondervinden? Denkt je dat je, afgeschermd van het huidig oordeel, ooit kunt ontsnappen aan dit moeilijke leven? Is het niet waar dat als je ‘deze plek’ verlaat, je pijnlijke kwellingen en wrede verwondingen zult ondervinden die je door de duivel zullen worden toegebracht? Zou je onvergankelijke dagen en nachten kunnen tegenkomen? Denk je dat je, omdat je vandaag aan dit oordeel weet te ontsnappen, je deze toekomstige marteling voor eeuwig zult kunnen ontwijken? Wat zal het zijn dat er op je af komt? Zal het echt het aards paradijs zijn waar je op hoopt? Denk je dat je de eeuwige straf kunt ontlopen door weg te lopen voor de werkelijkheid zoals je nu doet? Ben je na vandaag nog steeds in staat om dit soort kansen en dit soort zegeningen te vinden? Zul je ze kunnen vinden als de rampen je overkomen? Kun je ze vinden als de hele mensheid de rust zal binnengaan? Je gelukkige leven van nu en je harmonieuze gezinnetje – kunnen ze een vervanging zijn van je toekomstige eeuwige bestemming? Als je echt geloof bezit, en als je veel te danken hebt aan je geloof, dan zul je dat alles – als geschapen wezen – winnen en ook wat je had moeten hebben. Dat soort overwinning is het meest heilzaam voor je geloof en het meest gunstig voor je leven.

uit ‘De innerlijke waarheid van het werk van de overwinning (1)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 200

Nu moet je weten hoe je overwonnen kunt worden, en hoe mensen zich gedragen nadat ze overwonnen zijn. Je kunt wel zeggen dat je overwonnen bent, maar kun je gehoorzaam zijn tot in de dood? Je moet in staat zijn om te volgen tot het bittere eind, ongeacht of er vooruitzichten zijn, en je mag het geloof in God niet verliezen ongeacht de omstandigheden. Uiteindelijk moet je twee aspecten van getuigenis bereiken: het getuigenis van Job – gehoorzaamheid tot in de dood – en het getuigenis van Petrus – de hoogste liefde van God. Aan de ene kant moet je zijn als Job: hij had geen bezittingen en werd ondergedompeld in de pijn van het vlees, toch verwierp hij de naam van Jehova niet. Dit was Jobs getuigenis. Petrus was in staat God lief te hebben tot in de dood. Toen hij stierf – toen hij gekruisigd werd – had hij God nog steeds lief; hij dacht niet aan zijn eigen verwachtingen en streefde geen glorieuze dromen of overdreven ideeën na en hij streefde er alleen naar om God lief te hebben en aan al Gods plannen te gehoorzamen. Dat is de norm waaraan je moet voldoen voordat je kunt zeggen dat je getuigenis hebt gegeven, voordat je kunt worden beschouwd als iemand die na overwonnen te zijn is vervolmaakt. Als mensen op dit moment hun eigen inborst en positie echt kenden, zouden ze dan nog verwachtingen en dromen blijven najagen? Je moet dit weten: ik moet God volgen, ongeacht of God mij vervolmaakt; alles wat Hij nu doet is goed en wordt gedaan voor mijn bestwil en zodat onze gezindheid verandert en wij ons van Satans invloed kunnen bevrijden, zodat we in het onreine land geboren kunnen worden en ons toch kunnen ontdoen van de onreinheid, de zonde en de invloed van Satan van ons kunnen afschudden en achter ons kunnen laten. Dit wordt sowieso al van jou verwacht, maar het gaat God uitsluitend om overwinning, zodat mensen kunnen besluiten om te gehoorzamen en zich aan al Gods plannen kunnen onderwerpen. Zo zullen dingen volbracht worden. Op dit moment zijn de meeste mensen al overwonnen, maar in hun binnenste heerst nog veel opstandigheid en ongehoorzaamheid. De ware gestalte van mensen is nog te kleinzielig en ze worden alleen vervuld van energie wanneer er verwachtingen en vooruitzichten zijn; bij het ontbreken van verwachtingen en vooruitzichten worden ze negatief en overwegen ze zelfs om God te verlaten. En mensen verlangen er verder niet echt naar om naar een normale menselijkheid te leven. Dat is onaanvaardbaar! Daarom moet ik nog steeds over overwinning spreken. In feite vindt vervolmaking tegelijkertijd plaats met overwonnen worden: als je overwonnen bent, bereik je ook al het eerste effect van volmaaktheid. Het verschil tussen overwonnen worden en volmaakt zijn ligt in de mate waarin mensen veranderen. Overwonnen worden is de eerste stap naar vervolmaking en houdt niet in dat iemand al helemaal vervolmaakt is, en bewijst evenmin dat God hem volledig voor zich gewonnen heeft. Nadat mensen zich hebben overwonnen verandert hun gezindheid enigszins, maar zulke veranderingen vallen in het niet bij mensen die volledig voor God gewonnen zijn. Wat nu wordt uitgevoerd, is de eerste stap in de vervolmaking van mensen – hen overwinnen – en als je al niet overwonnen kan worden, kun je ook niet worden vervolmaakt en volledig voor God worden gewonnen. Je zult een en ander aanhoren over tuchtiging en oordeel, maar niet genoeg om je hart te veranderen. Daarom zul je een van de uitgestotenen zijn; het is alsof je naar een tafel met een heerlijke feestmaaltijd kijkt zonder ervan te eten. Dat is toch tragisch? Daarom moet je verandering nastreven: of het nu overwonnen worden of vervolmaking is, bij beide draait het erom dat er iets in jou verandert en of je al of niet gehoorzaam bent – en dit bepaalt of je wel of niet voor God kan worden gewonnen. Onthoud dat ‘overwonnen worden’ en ‘vervolmaakt worden’ gewoon gebaseerd zijn op de mate van jouw verandering en gehoorzaamheid, net als op hoe zuiver jouw liefde voor God is. Op dit moment moet je volledig kunnen worden vervolmaakt, maar allereerst moet je overwonnen worden – je moet genoeg weten over Gods tuchtiging en oordeel, je moet over het geloof beschikken om te volgen en iemand zijn die verandering nastreeft en kennis van God. Dan pas ben je iemand die vervolmaking nastreeft. Jullie moeten inzien dat jullie overwonnen zullen worden in de loop van jullie vervolmaking, en dat jullie vervolmaking zal plaatsvinden in de loop van de tijd dat jullie overwonnen worden. Op dit moment kun je streven naar vervolmaking of kaliberverbetering of uiterlijke verandering, maar het belangrijkste is dat je inziet dat alles wat God nu doet betekenis heeft en goed is: het geeft jou, die bent geboren in een land vol vuiligheid, de kans om aan de vuiligheid te ontsnappen en haar af te schudden, het staat je toe de invloed van Satan te overwinnen en zijn duistere invloed achter te laten – en door je hierop te richten, word je beschermd in dit land. Welke getuigenis zal uiteindelijk van je worden verlangd? Je bent geboren in een vuil land maar kunt heilig worden, om nooit meer door vuil bezoedeld te worden. Je leeft binnen het domein van Satan, maar onttrekt je aan Satans invloed en wordt niet beheerst of lastiggevallen door Satan en je leeft in handen van de Almachtige. Dit is het getuigenis en het bewijs van de overwinning in de strijd met Satan. Je kunt Satan vaarwel zeggen, in wat je uitdraagt laat je niet langer satanische gezindheden zien maar in plaats daarvan datgene wat God verlangde van de mens toen Hij de mens schiep: normale menselijkheid, gezond verstand, normaal inzicht, normale vastberadenheid om God lief te hebben en trouw aan God. Dat is het getuigenis van een schepsel over God. Jij zegt: “We zijn geboren in een land vol vuiligheid, maar door Gods bescherming, Zijn leiderschap en omdat Hij ons overwonnen heeft, hebben we onszelf bevrijd van de invloed van Satan. Dat we vandaag de dag kunnen gehoorzamen komt ook omdat we overwonnen zijn door God, en niet doordat we goed zijn of omdat we God van nature liefhebben. Wij zijn nu overwonnen en kunnen getuigenis geven van God en Hem dienen omdat Hij ons heeft uitverkoren en voorbestemd; zo zijn wij ook gered en bevrijd uit het domein van Satan en kunnen wij de vuiligheid achter ons laten en gereinigd worden in de natie van de grote rode draak, omdat Hij ons heeft uitverkoren en beschermd.”

uit ‘De innerlijke waarheid van het werk van de overwinning (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 201

Het werk van de laatste dagen breekt alle wetten, en ongeacht of je vervloekt of gestraft wordt, zolang je meehelpt met mijn werk en het huidige overwinningswerk tot nut bent, en ongeacht of je een afstammeling van Moab bent of het nageslacht van de grote rode draak, zolang je de taak van een schepsel Gods in dit stadium van het werk uitvoert en je uiterste best doet, zal het gepaste effect worden bereikt. Jij bent het nageslacht van de grote rode draak en een afstammeling van Moab; kort samengevat is iedereen van vlees en bloed een schepsel van God en door de Schepper gemaakt. Jij bent een schepsel Gods. Je zou helemaal geen keus moeten hebben, en dit is jouw plicht. Natuurlijk is het werk van de Schepper vandaag op het gehele universum gericht. Van wie je ook afstamt, je bent bovenal één van Gods schepselen, jullie – de afstammelingen van Moab – horen bij Gods schepselen – jullie zijn alleen minderwaardig. Omdat Gods werk vandaag onder alle schepselen wordt uitgevoerd en op het hele universum gericht is, staat het de Schepper vrij om te kiezen uit alle mogelijke mensen, kwesties of dingen om Zijn werk uit te voeren. Het maakt Hem niet uit van wie je oorspronkelijk afstamt; zolang je een van Zijn schepselen bent en zolang je Zijn werk tot nut bent – het overwinningswerk en getuigenis – zal Hij zonder scrupules Zijn werk in jou uitvoeren. Dit doet de heersende menselijke opvattingen teniet die inhouden dat God nooit onder de heidenen zal werken, vooral niet hen die minderwaardig en vervloekt zijn. voor diegenen die vervloekt zijn zullen alle generaties die na hen komen ook tot in de eeuwigheid vervloekt worden, zonder dat ze ooit een kans maken op redding; God zal nooit afdalen en in een heidens land werken, en Hij zal nooit afdalen in een vuil land want Hij is heilig. Al deze opvattingen zijn verbrijzeld door Gods werk in de laatste dagen. Onthoud dat God de God van alle schepselen is, Hij heerst over hemel en aarde en alle dingen, en Hij is niet alleen de God van het volk Israëls. Daarom is dit werk in China van het grootste belang en het zal zich toch verspreiden onder alle naties? De geweldige getuigenis in de toekomst zal zich niet beperken tot China. Als God alleen jullie had overwonnen, zouden de demonen dan overtuigd kunnen worden? Zij begrijpen niet wat overwonnen worden is, en kennen de grote kracht van God niet, en pas wanneer Gods gekozen volk in het gehele universum de ultieme effecten van Zijn werk aanschouwt, zullen alle schepselen overwonnen worden. Niemand is echter meer onderontwikkeld of verdorven dan de afstammelingen van Moab. Alleen als dit volk overwonnen wordt – zij die het meest verdorven zijn, die God niet erkenden of geloofden dat er een God is, zijn overwonnen en erkennen God met hun mond, prijzen Hem en kunnen Hem liefhebben – dan zal dat het getuigenis van de overwinning zijn. Al zijn jullie Petrus niet, jullie dragen het beeld van Petrus uit, jullie kunnen beschikken over het getuigenis van Petrus en Job, en dat is het grootste getuigenis. Uiteindelijk zullen jullie zeggen: “Wij zijn dan wel geen Israëlieten maar de vervloekte afstammelingen van Moab, we zijn geen Petrus wiens inborst wij nooit kunnen hebben, en ook geen Job, en we komen niet eens in de buurt bij Paulus’ beslissing om te lijden voor God en zijn volledige toewijding aan God, en we zijn onderontwikkeld en daarom Gods zegeningen onwaardig. Toch heeft God ons vandaag verheven; dus moeten wij God tevredenstellen en al schieten we tekort in inborst of geschiktheid, we zijn bereid om God tevreden te stellen – dat is ons voornemen. Wij zijn de afstammelingen van Moab en wij waren vervloekt. Dit is besloten door God en wij kunnen het niet veranderen, maar ons gedrag en onze kennis kunnen we wel veranderen en wij zijn vastbesloten om God tevreden te stellen.” Als je dit voornemen hebt, zal eruit blijken dat je getuigenis hebt gegeven van het feit dat je overwonnen bent.

uit ‘De innerlijke waarheid van het werk van de overwinning (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 202

Het te bereiken resultaat met het overwinningswerk is voornamelijk dat het vlees van de mens ophoudt met rebelleren, dat wil zeggen dat de geest van de mens nieuw inzicht krijgt in God, dat hij God hartgrondig gehoorzaamt en dat hij besluit om voor God te zijn. Wanneer bij mensen het temperament of het vlees verandert, betekent zoiets niet dat hij overwonnen is; wanneer de denkwijze, het bewustzijn en het verstand van de mens veranderen, dat wil zeggen, wanneer je hele mentale houding verandert – dat zal het geval zijn wanneer je door God bent overwonnen. Wanneer je vastbesloten bent om te gehoorzamen en een nieuwe mentaliteit hebt aangenomen, wanneer je niet langer je eigen opvattingen of intenties in Gods woorden of werk legt, en wanneer je brein normaal kan denken, dat wil zeggen wanneer je je met heel je hart voor God kunt inzetten – zo iemand is volkomen overwonnen. In het domein van religie lijden veel mensen hun hele leven behoorlijk. Ze bedwingen hun lichaam of dragen hun kruis, ze lijden en volharden zelfs tot hun laatste ademtocht! Sommigen zijn nog op de ochtend van hun dood aan het vasten. Ze onthouden zich hun leven lang van heerlijk voedsel en fijne kleding, ze stellen het lijden voorop. Ze zijn in staat om hun lichaam te bedwingen en hun vlees te verzaken. Hun geest om lijden te verdragen is prijzenswaardig. Maar hun denkwijze, hun opvattingen, hun mentale houding en inderdaad hun oude natuur zijn helemaal niet aangepakt. Ze hebben geen werkelijk begrip van zichzelf. Hun mentale beeld van God is het traditionele beeld van een abstracte, vage God. Hun besluit om te lijden voor God komt door hun godsdienstijver en hun positieve natuur. Ook al geloven ze in God, ze begrijpen God niet en kennen evenmin Zijn wil. Ze werken en lijden alleen blind voor God. Ze hechten geen waarde aan enig onderscheidingsvermogen en malen er weinig om hoe ze ervoor kunnen zorgen dat hun dienst ook werkelijk aan Gods wil voldoet. Ze weten nog minder hoe ze begrip van God kunnen verkrijgen. De God die ze dienen, is niet God volgens Zijn oorspronkelijke beeld, maar een God die ze zelf hebben verzonnen, een God van wie ze gehoord hebben of een legendarische God die je in geschriften kunt vinden. Ze gebruiken vervolgens hun levendige verbeelding en hun godvrezende hart om te lijden voor God en voor God het werk op te pakken dat God wil doen. Hun dienst is te onnauwkeurig, zodat vrijwel niemand van hen werkelijk in staat is om volgens Gods wil te dienen. Hoe gewillig ze ook zijn om te lijden, hun oorspronkelijke kijk op dienen en hun mentale beeld van God blijven onveranderd omdat ze Gods oordeel en tuchtiging en Zijn loutering en volmaking niet hebben ondergaan, en omdat niemand ze met de waarheid heeft geleid. Ook al geloven ze in Jezus de Heiland, niemand van hen heeft de Heiland ooit gezien. Ze kennen Hem alleen uit legendes en van horen zeggen. Hun dienst heeft dus niets meer om het lijf dan willekeurig dienen met gesloten ogen, zoals een blinde zijn eigen vader dient. Wat valt er uiteindelijk met een dergelijke dienst te bereiken? En wie zou ermee instemmen? Hun dienst verandert van begin tot eind helemaal niet. Ze krijgen alleen door de mens bedachte lessen en baseren hun dienst alleen op hun natuurlijkheid en waar ze zelf dol op zijn. Wat voor beloning kan dit oogsten? Zelfs Petrus, die Jezus zag, wist niet hoe hij zo moest dienen dat hij aan Gods wil voldeed. Pas op het eind, op zijn oude leeftijd, ging hij het begrijpen. Wat zegt dit over die blinde mensen die geen enkele aanpak of snoeiing hebben ondervonden en die door niemand zijn geleid? Lijkt de dienst van velen onder jullie vandaag niet veel op die van deze blinde mensen? Allen die geen oordeel hebben ontvangen, geen snoeiing en aanpak hebben ondervonden, en niet veranderd zijn – zijn zij niet de ten dele overwonnenen? Wat heb je aan zulke mensen? Als je denkwijze, je begrip van het leven en je begrip van God geen nieuwe verandering laten zien en niet echt iets opleveren, zul je nooit iets opmerkelijks in je dienst tot stand brengen! Zonder visie en zonder nieuw begrip van Gods werk kun je geen overwonnen persoon zijn. Je manier om God te volgen zal dan lijken op die van de mensen die lijden en vasten – die zal van weinig waarde zijn! Juist omdat er weinig getuigenis is in wat ze doen, zeg ik dat hun dienst zinloos is! Zij brengen hun leven door met lijden en in de gevangenis zitten; ze zijn steeds geduldig en minzaam en ze dragen het kruis, ze worden door de wereld belachelijk gemaakt en verworpen, ze ondervinden allerlei moeilijkheden en hoewel ze helemaal tot aan het einde toe gehoorzaam zijn, zijn ze nog steeds niet overwonnen en kunnen ze geen getuigenis aandragen dat ze overwonnen zijn. Ze hebben heel erg geleden, maar van binnen kennen ze God helemaal niet. Al hun oude denkwijzen, oude opvattingen, religieuze praktijken, door de mens bedachte inzichten en menselijke ideeën zijn niet aangepakt. Ze zijn totaal niet tot nieuw inzicht gekomen. Geen greintje van hun begrip van God is waar of accuraat. Ze hebben Gods wil verkeerd begrepen. Kan dit zo zijn om God te dienen? Hoe je God in het verleden ook hebt begrepen, stel dat je je daar vandaag aan vasthoudt en je begrip van God blijft baseren op je eigen opvattingen en ideeën, wat God ook doet. Dat wil zeggen: stel dat je geen nieuw, waar begrip van God hebt en je Gods ware beeld en ware gezindheid niet leert kennen. Stel dat je begrip van God nog steeds is gebaseerd op een feodale, bijgelovige denkwijze, en nog steeds voorkomt uit menselijke denkbeelden en opvattingen. Als dit het geval is, ben je niet overwonnen. Mijn doel met al deze woorden aan jullie is om je deze kennis te laten begrijpen en te laten gebruiken zodat je tot accuraat en nieuw inzicht komt. Ze beogen ook je oude opvattingen en oude kennis weg te nemen die je meedraagt, zodat je nieuw inzicht kunt verwerven. Als je mijn woorden werkelijk eet en drinkt, zal je begrip aanzienlijk veranderen. Zolang je een gehoorzaam hart houdt terwijl je Gods woorden eet en drinkt, zal je kijk veranderen. Zolang je de herhaalde tuchtigingen kunt aanvaarden, zal je oude mentaliteit stapje voor stapje veranderen. Zolang je oude mentaliteit grondig wordt vervangen door de nieuwe, zullen je praktijken navenant veranderen. Zo snijdt je dienst steeds meer hout en voldoet die steeds meer aan Gods wil. Als je je leven, je kennis van menselijk leven en je vele opvattingen over God kunt veranderen, zal je natuurlijkheid gestaag afnemen. Dit is echt het resultaat nadat God de mens overwint; dit is de verandering die in de mens te zien zal zijn. Als je in je geloof in God alleen maar je lichaam weet te bedwingen, weet te volharden en weet te lijden, en je niet zeker weet of wat je doet goed of verkeerd is, en al helemaal niet voor wie je het doet, hoe kan een dergelijke praktijk dan tot verandering leiden?

uit ‘De innerlijke waarheid van het werk van de overwinning (3)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 203

Wat betekent het om vervolmaakt te worden? Wat betekent het om overwonnen te worden? Aan welke criteria moet je voldoen om overwonnen te worden? En aan welke criteria moet je voldoen om vervolmaakt te worden? Overwinnen en vervolmaken hebben beide het doel de mens compleet te maken, zodat hij kan worden teruggebracht tot zijn oorspronkelijke gelijkenis en vrij kan zijn van zijn verdorven satanische gezindheid en de invloed van Satan. Dit overwinnen vindt vroeg plaats in het proces van de bewerking van de mens, dat wil zeggen het is de eerste stap van het werk. Vervolmaken is de tweede stap, ofwel het afsluitende werk. Ieder menselijk wezen moet doormaken dat hij overwonnen wordt; anders is hij niet in staat God te kennen en weet hij niet dat er een God is; met andere woorden, hij is dan niet in staat God te erkennen. En wanneer iemand God niet erkent, is het onmogelijk dat hij door God vervolmaakt wordt, want hij voldoet dan niet aan de criteria voor zijn vervolmaking. Als je God niet eens erkent, hoe kun je Hem dan kennen? En hoe zou je Hem zoeken? Je zou ook niet in staat zijn om getuigenis af te leggen aan Hem en al helemaal niet om het vertrouwen te hebben dat je Hem tevredenstelt. Dus voor eenieder die compleet gemaakt wil worden, moet de eerste stap het doormaken van het overwinningswerk zijn. Dit is de eerste voorwaarde. Maar of het nu om overwinning of vervolmaking gaat, beide zijn bedoeld om de mens te bewerken en hem te veranderen en beide zijn een onderdeel van het werk om de mens te beheren. Deze twee stappen zijn nodig om iemand in een compleet mens te veranderen; geen van beide stappen kan worden overgeslagen. Het is waar dat ‘overwonnen worden’ niet erg prettig klinkt, maar in feite is het proces van iemand overwinnen het proces van hem veranderen. Wanneer je eenmaal overwonnen bent, kan je verdorven gezindheid al dan niet zijn volledig zijn uitgeroeid, maar je hebt er dan wel kennis van genomen. Door het overwinningswerk zul je je beperkte menselijkheid hebben leren kennen en ook je grote mate van ongehoorzaamheid. Hoewel je niet in staat zult zijn deze beide kwijt te raken of te veranderen in de korte periode van het overwinningswerk, zul je ze leren kennen. Dit legt de basis voor jouw vervolmaking. Dus worden overwinnen en vervolmaken beide verricht om de mens te veranderen, om hem van zijn verdorven satanische gezindheid te ontdoen, zodat hij zichzelf volledig aan God kan geven. Het is gewoon zo, dat overwonnen worden de eerste stap is bij het veranderen van de gezindheid van de mens en ook de eerste stap bij de mens is om zich volledig aan God te geven, een stap die lager is dan volmaakt te worden gemaakt. De levensgezindheid van een overwonnen persoon verandert veel minder dan dat van een vervolmaakt persoon. Overwonnen en vervolmaakt worden zijn conceptueel verschillend van elkaar, omdat ze verschillende fasen van het werk vertegenwoordigen en omdat ze aan mensen verschillende maatstaven stellen, waarbij overwinning lagere maatstaven stelt en vervolmaking hogere. Zij die vervolmaakt zijn, zijn rechtschapen mensen, mensen die heilig en puur zijn gemaakt; zij zijn de kristallisaties van het werk van het beheer van de mensheid, ofwel de eindproducten. Hoewel het geen perfecte mensen zijn, zijn het mensen die een zinvol leven proberen te leiden. Maar de overwonnen mensen erkennen alleen verbaal dat God bestaat; zij erkennen dat God Zichzelf heeft geïncarneerd, dat het Woord verschijnt in het vlees, en dat God naar de aarde is gekomen om het werk van oordeel en tuchtiging uit te voeren. Ze erkennen ook dat Gods oordeel en tuchtiging evenals Zijn slaan en loutering heilzaam zijn voor de mens. Dat wil zeggen: ze beginnen net de menselijke gelijkenis aan te nemen en ze hebben enig begrip van het leven, maar nog geen duidelijk beeld. Met andere woorden, ze beginnen net controle te krijgen over hun menselijkheid. Dit zijn de resultaten van overwonnen worden. Wanneer mensen het pad van vervolmaking betreden, kan hun oude gezindheid veranderd worden. Daarnaast blijven hun levens zich ontwikkelen en komen zij geleidelijk aan tot een diepere waarheid. Ze zijn in staat de wereld en allen die niet op zoek zijn naar de waarheid te verafschuwen. Ze verafschuwen vooral zichzelf, maar nog meer kennen ze zichzelf klaarblijkelijk goed. Ze zijn bereid om volgens de waarheid te leven en zij maken het tot hun doel om de waarheid te zoeken. Zij willen niet leven volgens de gedachten die door hun eigen hersenen worden voortgebracht, en ze voelen weerzin tegen de zelfingenomenheid, hoogmoed en eigenwaan van de mens. Ze spreken met een sterk gevoel voor fatsoen, behandelen zaken met inzicht en wijsheid en zijn trouw en gehoorzaam aan God. Als ze een moment van tuchtiging en oordeel ervaren, worden ze niet passief of zwak, maar zijn ze zelfs dankbaar voor Gods tuchtiging en oordeel. Ze geloven dat ze niet zonder Gods tuchtiging en oordeel kunnen; ze kunnen daardoor Zijn bescherming ontvangen. Ze streven geen geloof na van vrede en vreugde en van het zoeken naar brood om de honger te stillen. Evenmin streven ze naar tijdelijk vleselijk genot. Dit zijn de eigenschappen van vervolmaakte mensen. Nadat mensen overwonnen zijn, erkennen ze dat er een God is. Maar welke acties ook het gevolg zijn van het erkennen van Gods bestaan, deze acties in hen zijn beperkt. Wat betekent het eigenlijk: het Woord verschijnt in het vlees? Wat betekent incarnatie? Wat heeft de geïncarneerde God gedaan? Wat zijn het doel en de betekenis van Zijn werk? Wat heb je bereikt als je zoveel van Gods werk hebt ervaren en de daden hebt ervaren van de vleesgeworden God? Alleen wanneer je al deze dingen begrepen hebt, zul je een overwonnen mens zijn. Als je alleen zegt dat je erkent dat er een God is, maar niet datgene achterlaat wat je zou moeten achterlaten en er niet in slaagt het vleselijke genot op te geven dat je op zou moeten geven, maar in plaats daarvan, zoals altijd, blijft hunkeren naar vleselijk comfort, en als je niet in staat bent vooroordelen tegen je broeders en zusters los te laten, en je bij veel simpele toepassingen niet in staat bent de tol te betalen om je acties te volbrengen, dan bewijst dit dat je nog steeds niet overwonnen bent. Zelfs als je veel begrijpt, zal dit in dat geval allemaal voor niets zijn. Zij die overwonnen zijn, zijn mensen die enkele eerste veranderingen en een eerste intrede hebben bereikt. Door Gods oordeel en tuchtiging te ervaren krijgen zij basiskennis over God en een basisbegrip van de waarheid. Hoewel je niet in staat bent volledig de werkelijkheid te betreden van veel diepere, gedetailleerde waarheden, ben je wel in staat veel oppervlakkige waarheden in je echte leven in praktijk te brengen, zoals de waarheden betreffende je vleselijke genot of je persoonlijke status. Dit alles wordt natuurlijk bereikt door diegenen die doormaken overwonnen te worden. Ook enkele veranderingen in gezindheid kunnen worden waargenomen in de overwonnen mensen. Hun kledij, hun uiterlijke verzorging en hun leven kunnen bijvoorbeeld veranderen. Hun kijk op het geloof in God verandert, ze krijgen duidelijkheid over het onderwerp van hun zoektocht en hun ambities nemen toe. Tijdens het overwonnen worden kan ook hun levensgezindheid overeenkomstig veranderen. Het is niet zo dat zij helemaal niet veranderen. Het is alleen zo dat hun verandering oppervlakkig is, initieel, en veel kleiner dan de verandering in gezindheid en het nagestreefde doel die zou worden waargenomen wanneer iemand vervolmaakt is. Als tijdens het overwonnen worden de gezindheid van de betreffende persoon helemaal niet verandert en hij niet eens een beetje van de waarheid verwerft, dan wordt deze persoon slechts een stuk afval en is hij totaal nutteloos! Wie niet overwonnen is, kan niet volmaakt worden gemaakt. En als iemand alleen overwonnen wil worden, kan hij niet helemaal volmaakt worden gemaakt, zelfs wanneer zijn gezindheid enkele overeenkomstige veranderingen laat zien tijdens het overwinningswerk. Hij zal ook de initiële waarheden verliezen die hij had verworven. Er is een enorm verschil tussen de mate van verandering in gezindheid in de overwonnen en de vervolmaakte mensen. Maar overwonnen worden is de eerste stap van verandering; het is de basis. Het ontbreken van deze eerste verandering is het bewijs dat iemand God in feite helemaal niet kent, omdat deze kennis afkomstig is van het oordeel. En dit oordeel is een belangrijk onderdeel van het overwinningswerk. Dus ieder vervolmaakt mens heeft doorgemaakt overwonnen te worden. Anders had hij nooit vervolmaakt kunnen worden.

uit ‘De innerlijke waarheid van het werk van de overwinning (4)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 204

Vandaag vermaan ik jullie aldus met het oog op jullie eigen overleving, om mijn werk soepel voort te laten gaan, en opdat mijn inaugurele werk dat zich in het gehele universum voltrekt op een gepastere en volmaakte manier wordt uitgevoerd en mijn woorden, autoriteit, majesteit en oordeel worden geopenbaard aan de mensen van alle landen en naties. Het werk dat ik onder jullie doe is het begin van mijn werk dat zich uitstrekt over het gehele universum. Hoewel het nu al de laatste dagen zijn, dienen jullie te beseffen dat ‘de laatste dagen' niet meer is dan een naam voor een tijdperk: Net als het Tijdperk van de Wet en het Tijdperk van Genade, verwijst het naar een tijdperk en duidt het een compleet tijdperk aan, niet slechts de laatste paar jaren of maanden. Toch zijn de laatste dagen geheel verschillend van het Tijdperk van Genade en het Tijdperk van de Wet. Het werk van de laatste dagen worden niet uitgevoerd in Israël, maar onder de heidenen; het is de overwinning voor mijn troon van de mensen van alle naties en stammen buiten Israël, zodat mijn glorie vanuit het hele universum de kosmos en het firmament kan vullen. Op deze manier kan ik grotere glorie verwerven, zodat alle schepsels op aarde mijn glorie kunnen doorgeven aan elke natie, eeuwig, van generatie op generatie, en alle schepsels in de hemel en op de aarde de glorie die ik op aarde heb verworven kunnen zien. Het werk dat tijdens de laatste dagen wordt uitgevoerd is het werk van overwinning. Het is niet het leiden van de levens van alle mensen op aarde, maar het einde aan het onverwoestbare, millennia lange leven van lijden op aarde. Als gevolg daarvan kan het werk van de laatste dagen niet op het duizenden jaren durende werk in Israël lijken, noch lijken op de slechts enkele jaren werk in Judea, dat vervolgens tweeduizend jaar duurde tot de tweede incarnatie van God. De mensen van de laatste dagen maken alleen de terugkeer van de Verlosser in het vlees mee en ontvangen het persoonlijke werk en de woorden van God. Het zal geen tweeduizend jaar duren voor de laatste dagen aan hun einde komen; ze zijn kort, vergelijkbaar met de tijd dat Jezus Zijn werk uitvoerde in het Tijdperk van Genade in Judea. Dit is omdat de laatste dagen het einde van een geheel tijdperk vormen. Zij vormen de voltooiing en het einde van Gods zesduizendjarige managementplan en ze vormen de afsluiting van de lijdensweg van de mensheid. Ze nemen niet de hele mensheid mee naar een nieuw tijdperk of maken het de mensheid mogelijk te blijven leven. Dat zou geen betekenis hebben voor mijn managementplan of voor het bestaan van de mens. Als de mensheid op deze wijze door zou gaan, zou ze vroeg of laat geheel door de duivel worden verslonden en zullen de zielen die mij toebehoren uiteindelijk worden verwoest door zijn handen. Mijn werk duurt niet meer dan zesduizend jaar en ik heb beloofd dat de controle van de boze over de mens zich niet zou uitstrekken tot meer dan zesduizend jaar. En de tijd is dus op. Ik ga niet langer door en stel het niet langer uit: Tijdens de laatste dagen zal ik Satan verslaan, al mijn glorie terugvorderen en al de zielen die op aarde aan mij toebehoren terugeisen, zodat deze bedroefde zielen zullen ontsnappen aan de zee van lijden en aldus zal mijn gehele werk op aarde worden voltooid. Vanaf deze dag zal ik nooit meer vlees worden op aarde en zal mijn allesbeheersende Geest nooit meer op aarde werken. Ik zal nog maar een ding op aarde doen: ik zal de mensheid herstellen, een mensheid die heilig is en die mijn trouwe stad op aarde vormt. Maar weet dat ik niet de gehele aarde zal vernietigen, noch zal ik de gehele mensheid vernietigen. Ik behoud dat overgebleven derde deel – het derde deel dat mij liefheeft en grondig door mij is overwonnen, en ik zal er voor zorgen dat dit derde deel vruchtbaar is en zich zal vermenigvuldigen op aarde, net zoals de Israëlieten dit deden onder de wet; ik zal hen voeden met overvloedige aantallen schapen en vee en alle rijkdommen van de aarde. Deze mensheid zal voor altijd bij mij blijven. Dit is echter niet de betreurenswaardige, vuile mensheid van vandaag, maar een mensheid die de verzameling vormt van allen die door mij zijn gewonnen. Zo’n mensheid zal niet door Satan worden beschadigd, verstoord of belegerd, en zal de enige mensheid zijn die op aarde bestaat nadat ik over Satan heb getriomfeerd. Het is de mensheid die vandaag door mij is overwonnen en mijn belofte heeft ontvangen. En dus is de mensheid die tijdens de laatste dagen is overwonnen ook de mensheid die zal worden gespaard en mijn eeuwige zegeningen zal ontvangen. Dit zal het enige bewijs zijn van mijn triomf over Satan, en de enige buit die ik overhoud aan mijn strijd met Satan. Deze oorlogsbuit wordt door mij van Satans domein gered en vormt de enige kristallisatie en vrucht van mijn zesduizendjarige managementplan. Ze komen uit elk land en denominatie en uit elke plek en elk land uit het universum. Ze zijn afkomstig uit verschillende rassen, spreken verschillende talen en hebben verschillende gewoonten en huidskleuren. Ze zijn verspreid over elk land en elke denominatie van de aardbol en zijn zelfs te vinden in elke uithoek van de wereld. Uiteindelijk zullen ze samenkomen om een complete mensheid te vormen, een verzameling van mensen die onbereikbaar is voor de machten van Satan. Degenen onder de mensheid die niet door mij zijn gered en overwonnen, zullen geluidloos naar de diepten van de zee zinken en zullen tot in eeuwigheid verbranden door mijn verterend vuur. Ik zal de oude, uitermate vuile mensheid vernietigen, net zoals ik de eerstgeboren zonen en de eerstgeborenen van het vee van Egypte heb vernietigd, waarbij alleen de Israëlieten die het vlees van een lam aten, het bloed van een lam dronken en hun deurposten met het bloed van een lam markeerden, gespaard bleven. Zijn de mensen die door mij zijn overwonnen en die tot mijn familie behoren niet ook de mensen die het vlees van mij, het Lam, eten en het bloed van mij het Lam drinken, degenen die door mij zijn gered en mij vereren? Worden zulke mensen niet altijd vergezeld door mijn glorie? Zijn degenen die zonder het vlees zijn, van mij het Lam, niet reeds geluidloos naar de diepten van de zee gezonken? Vandaag verzetten jullie je tegen mij en vandaag zijn mijn woorden net als de woorden die door Jehova tegen de zonen en kleinzonen van Israël zijn gesproken. Maar met de hardheid in de diepten van jullie harten stapelt mijn toorn zich op, wat ertoe leidt dat jullie vlees meer lijdt, jullie zonden strenger worden veroordeeld en jullie onrechtvaardigheid meer toorn oproept. Wie zou kunnen worden gespaard op mijn dag van toorn wanneer jullie mij vandaag zo behandelen? Wiens onrechtvaardigheid zou kunnen ontsnappen aan de ogen van mijn tuchtiging? Wiens zonden zouden aan de handen van mij, de Almachtige, kunnen ontglippen? Wiens opstandigheid zou kunnen ontsnappen aan het oordeel van mij, de Almachtige? Ik, Jehova, spreek aldus tot jullie, de afstammelingen van de heidense familie, en de woorden die ik tot jullie spreek overtreffen alle uitspraken van het Tijdperk van de Wet en het Tijdperk van Genade, maar toch zijn jullie harder dan die van al het volk van Egypte. Halen jullie je niet mijn toorn op de hals wanneer ik mijn werk in alle rust verricht? Hoe kunnen jullie ongedeerd ontsnappen aan de dag van mij, de Almachtige?

uit ‘Niemand die van vlees en bloed is kan ontsnappen aan de dag van toorn’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 205

Jullie behoren alles te geven voor mijn werk. Jullie behoren werk te doen ten behoeve van mij. Ik wil jullie vertellen over alles wat voor jullie onduidelijk is zodat jullie van mij alles kunnen krijgen wat jullie missen. Ook al zijn jullie gebreken niet te tellen, ik ben bereid het werk met jullie te blijven doen dat ik behoor te doen. Ik wil jullie mijn laatste barmhartigheid schenken zodat jullie van mij kunnen profiteren en de glorie verkrijgen die in jullie ontbreekt en die de wereld nooit gezien heeft. Ik heb al zo veel jaren gewerkt, toch heeft niemand onder de mensen mij ooit gekend. Ik wil jullie geheimen vertellen die ik nooit aan een ander heb verteld.

Onder de mensen was ik de Geest die ze niet konden zien, de Geest met wie ze nooit in contact konden komen. Vanwege mijn drie fasen van het werk op aarde (schepping van de wereld, verlossing en vernietiging), verschijn ik op verschillende tijden in hun midden (nooit in het openbaar) om mijn werk onder de mensen te doen. De eerste keer dat ik onder de mensen kwam, was tijdens het Tijdperk van Verlossing. Uiteraard kwam ik te midden van de Joodse familie; daarom zag het Joodse volk God als eerste op aarde komen. Ik deed dit werk persoonlijk omdat ik mijn geïncarneerde vlees wilde gebruiken als zondeoffer in mijn verlossingswerk. De Joden in het Tijdperk van Genade zagen mij dus het eerst. Dat was de eerste keer dat ik in het vlees werkte. In het Tijdperk van het Koninkrijk is het overwinnen en het vervolmaken mijn werk, dus doe ik wederom herderlijk werk in het vlees. Dit is de tweede keer dat ik in het vlees werk. In de laatste twee fasen van het werk komen de mensen niet meer in contact met de onzichtbare, ontastbare Geest, maar met een persoon, waarvan de Geest bekleed is in het vlees. In de ogen van de mens word ik dus weer een persoon die er niet als God uitziet en aanvoelt. Bovendien is de God die mensen zien niet alleen mannelijk maar ook vrouwelijk, wat zeer verbazingwekkend en raadselachtig voor hen is. Steeds weer doet mijn buitengewone werk oude opvattingen van vele, vele jaren uiteenspatten. Mensen staan versteld! God is niet alleen de Heilige Geest, die Geest, de zevenvoudig versterkte Geest, de allesomvattende Geest, maar ook een persoon, een gewone persoon, een uitzonderlijk gewone persoon. Hij is niet alleen mannelijk, maar ook vrouwelijk. Ze lijken op elkaar in de zin dat beiden geboren zijn uit mensen, en ze lijken niet op elkaar in de zin dat de een is ontvangen uit de Heilige Geest en de ander is geboren uit een mens maar rechtstreeks uit de Geest afkomstig is. Ze lijken op elkaar in de zin dat beiden als geïncarneerd vlees van God het werk van de Vader uitvoeren, en ze lijken niet op elkaar in de zin dat de een het werk van verlossing doet en de ander het werk van overwinning. Beiden vertegenwoordigen God de Vader, maar de een is de Heer van verlossing vol van goedertierenheid en barmhartigheid, en de ander is de God van gerechtigheid vol van toorn en oordeel. De een is de Opperbevelhebber die het verlossingswerk in gang zet en de ander is de rechtvaardige God die het werk van overwinning tot stand brengt. De een is het begin, de ander het einde. De een is zondeloos vlees, de ander is vlees dat de verlossing voltooit, het werk voortzet en nooit zondig is. Beiden zijn dezelfde Geest, maar Zij vertoeven niet in hetzelfde vlees en zijn in verschillende plaatsen geboren. En Zij zijn door enkele duizenden jaren van elkaar gescheiden. Toch vult al Hun werk elkaar aan, zonder met elkaar te botsen en kan het in één adem genoemd worden. Beiden zijn mensen, maar de een is een baby jongetje en de ander is een peutermeisje. Mensen hebben al deze vele jaren niet alleen de Geest en niet alleen een mens gezien, een mannelijke, maar ook veel dingen die niet stroken met de opvattingen van de mens, daarom kunnen ze mij nooit helemaal doorgronden. Ze blijven half geloven en half aan mij twijfelen, alsof ik besta en toch ook een fantasievolle droom ben. Daarom weten mensen tot op de dag van vandaag nog steeds niet wat God is. Kun je mij echt in één simpele zin beschrijven? Durf je werkelijk te zeggen “Jezus is niemand anders dan God en God is niemand anders dan Jezus”? Waag je werkelijk te stellen “God is niemand anders dan de Geest en de Geest is niemand anders dan God”? Zeg je gerust “God is gewoon een persoon die met vlees is bekleed”? Heb je echt de moed om te beweren “De beeltenis van Jezus is simpelweg de grote beeltenis van God”? Ben je in staat om Gods gezindheid en beeltenis volledig te verklaren op basis van je gave om woorden te spreken? Durf je waarlijk te zeggen “God heeft alleen de man geschapen, niet de vrouw, naar Zijn beeld”? Als je dit zegt, dan zouden er geen vrouwen onder mijn uitverkorenen zijn en zouden vrouwen niet eens als soort tot de mensheid behoren. Welnu, weet je echt wat God is? Is God een mens? Is God een Geest? Is God werkelijk een man? Kan alleen Jezus het werk volbrengen wat ik wil doen? Als je slechts een van de bovenstaande opties kiest om mijn wezen te beschrijven, zou je een zeer onwetende trouwe gelovige zijn. Als ik slechts één keer werk als geïncarneerd vlees, kunnen jullie mij dan afbakenen? Kun je mij werkelijk volkomen begrijpen met één blik? Kun je mij werkelijk volledig beschrijven op basis van wat je tijdens je leven hebt gezien? En als ik in mijn twee incarnaties vergelijkbaar werk doe, hoe zouden jullie mij dan zien? Zouden jullie mij voor altijd aan het kruis genageld laten? Kan God zo simpel zijn als je zegt?

uit ‘Wat is jouw begrip van God?’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 206

Eén fase van het werk van de voorafgaande twee tijdperken vond plaats in Israël; een andere vond plaats in Judea. In het algemeen gezegd: geen van de twee fasen van dit werk werd voltrokken buiten Israël; ze waren de fasen van werk dat verricht werd onder het oorspronkelijke uitverkoren volk. Dus, vanuit het oogpunt van de Israëlieten is Jehova God alleen de God van de Israëlieten. Vanwege Jezus’ werk in Judea, en vanwege Zijn volmaking van het werk van de kruisiging, vanuit het perspectief van de Joden is Jezus de Verlosser van het Joodse Volk. Hij is alleen de Koning van de Joden en niet van enig ander volk; Hij is noch de Heer die de Engelsen verlost, noch de Heer die de Amerikanen verlost, maar Hij is de Heer die de Israëlieten verlost, en in Israël zijn het de Joden die Hij verlost. In werkelijkheid is God de Meester van alle dingen. Hij is de God van heel de schepping. Hij is niet alleen de God van de Israëlieten, en Hij is niet alleen de God van de Joden. Hij is de God van heel de schepping. De twee eerdere fasen van Zijn werk vonden plaats in Israël en zodoende zijn er bepaalde opvattingen ontstaan in mensen. Mensen denken dat Jehova in Israël aan het werk was, en Jezus Zelf Zijn werk in Judea volbracht − sterker nog: Hij deed Zijn werk in Judea via incarnatie − maar hoe dan ook, dit werk strekte niet buiten Israël. Hij was niet aan het werk met de Egyptenaren; Hij was niet aan het werk met de Indiërs; Hij was alleen aan het werk met de Israëlieten. Zodoende vormen mensen verschillende opvattingen en schematiseren Gods werk binnen een bepaald domein. Zij zeggen dat wanneer God aan het werk is, dit uitgeoefend moet worden onder het verkoren volk en in Israël; afgezien van de Israëlieten, heeft God geen andere ontvanger van Zijn werk, en Hij heeft ook geen ander domein om in te werken; ze zijn in het bijzonder streng met het ‘disciplineren’ van de geïncarneerde God, die ze niet toestaan om Zich buiten het domein van Israël te begeven. Zijn dit niet allemaal menselijke opvattingen? God heeft de hele hemel en aarde geschapen en alle dingen, en heeft de hele schepping gecreëerd; hoe zou Hij Zijn werk kunnen beperken tot Israël alleen? Wat zou, in dat geval, voor Hem het nut zijn van de rest van de schepping? Hij heeft de gehele wereld geschapen; Hij heeft Zijn managementplan van zesduizend jaar niet alleen in Israël ten uitvoer gebracht maar ook met elk persoon in het heelal. Ongeacht of zij in China wonen, of de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk of Rusland, elk persoon is een afstammeling van Adam; ze zijn allemaal gemaakt door God. Geen enkel persoon kan uitbreken uit het domein van Gods schepping en geen enkel persoon kan ontsnappen aan het etiket ‘afstammeling van Adam’. Ze zijn allemaal Gods schepsels en ze zijn allemaal Adams afstammelingen; ze zijn ook de gecorrumpeerde afstammelingen van Adam en Eva. Het zijn niet alleen de Israëlieten die Gods schepping zijn maar alle mensen; niettemin, sommige schepsels zijn vervloekt en anderen gezegend. De Israëlieten hebben vele begerenswaardige kwaliteiten; God was oorspronkelijk aan het werk met hen omdat zij het minst gecorrumpeerde volk waren. De Chinezen verbleken als je ze met hen vergelijkt en kunnen het wel vergeten om ze te evenaren. Zodoende werkte God van oorsprong onder het volk van Israël, en de tweede fase van Zijn werk is uitgevoerd in Judea alleen. Ten gevolge hiervan vormen mensen vele opvattingen en vele regels. Als Hij inderdaad zou handelen volgens menselijke opvattingen dan zou God alleen de God van de Israëlieten zijn. Op die manier zou Hij niet in staat zijn om Zijn werk naar de heidense volken uit te breiden omdat Hij alleen de God van de Israëlieten zou zijn in plaats van de God van heel de schepping. De profetieën zeiden dat Jehova’s naam groot zou zijn onder de heidense volken en dat Jehova's naam verspreid zou worden onder de heidense volken − waarom zouden zij dit zeggen? Als God alleen de God van de Israëlieten zou zijn, dan zou Hij alleen in Israël werken. Bovendien zou Hij niet Zijn werk uitbreiden, en Hij zou niet deze profetie maken. Aangezien Hij deze profetie gemaakt heeft, was het nodig dat Hij Zijn werk naar de heidense volken uitbreidde, en naar elk land en plaats. Aangezien Hij dit verklaard heeft, wilde Hij dit dus zo doen. Dit is Zijn plan want Hij is de Heer die de hemel en de aarde en alle dingen gemaakt heeft, en de God van heel de schepping. Ongeacht Hij aan het werk is met de Israëlieten of in het gehele Judea, het werk dat Hij doet is het werk van het gehele heelal en het werk van de gehele mensheid. Het werk dat Hij tegenwoordig doet in het land van de grote rode draak − in een heidens land − is nog steeds het werk van de gehele mensheid. Israël kan de basis zijn voor Zijn werk op aarde; insgelijks kan China de basis worden voor Zijn werk onder de heidense volken. Heeft Hij nu niet de profetie vervuld die zegt: “de naam van Jehova zal groot zijn onder de heidense volken”? De eerste stap in Zijn werk onder de heidense volken heeft te maken met dit werk dat Hij nu doet in het land van de grote rode draak. Voor de geïncarneerde God om aan het werk te zijn in dit land en tussen deze verdoemde mensen gaat in het bijzonder in tegen menselijke opvattingen; deze mensen zijn het laagst en zonder enige waarde. Dit zijn al de mensen die Jehova in eerste instantie heeft verlaten. Mensen kunnen verlaten worden door andere mensen maar als ze verlaten worden door God dan hebben deze mensen geen status, en zullen ze de minste hoeveelheid waarde hebben. Als onderdeel van de schepping, is het zowel pijnlijk om bezeten te zijn door Satan als verlaten te zijn door andere mensen, maar als een onderdeel van de schepping door de Heer van de schepping is verlaten, dan geeft dat aan dat zijn of haar status een absoluut dieptepunt heeft bereikt. De afstammelingen van Moab werden vervloekt en zij waren geboren in dit onderontwikkelde gebied; zonder twijfel zijn de afstammelingen van Moab de mensen met de laagste status onder de invloed van de duisternis. Omdat deze mensen het verleden de laagste status hadden is het werk dat onder hen is verricht het meest in staat om menselijke opvattingen te verbrijzelen, en dat is ook het meest voordelig voor Zijn hele managementplan van zesduizend jaar. Hij werkt onder deze mensen en met die handeling kan Hij het best menselijke opvattingen verbrijzelen; hiermee begint Hij een tijdperk; hiermee verbrijzelt Hij alle menselijke opvattingen; hiermee beëindigt Hij het werk van het gehele Tijdperk van Genade. Zijn oorspronkelijke werk was uitgevoerd in Judea, in het domein van Israël; onder heidense volken deed Hij geen enkel tijdperk-beginnend werk. De slotfase van Zijn werk wordt niet alleen uitgevoerd onder de mensen van heidense volken, het wordt zelfs uitgevoerd onder die vervloekte mensen. Dit ene punt is het bewijs dat het meest in staat is om Satan te vernederen; zodanig dat God de God van heel de schepping in het heelal ‘wordt’ en de Heer van alle dingen wordt, het onderwerp van aanbidding van alles dat leven heeft.

uit ‘God is de Heer van heel de schepping’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 207

Er zijn momenteel enige mensen die nog steeds niet begrijpen wat voor soort nieuw werk God begonnen is. God is een nieuw begin aangegaan onder de heidense volken en is een nieuw tijdperk begonnen en is een nieuw werk begonnen, en Hij is aan het werk onder de afstammelingen van Moab. Is dit niet Zijn nieuwste werk? Door alle eeuwen heeft niemand dit werk ervaren en heeft niemand ervan gehoord, laat staan het gewaardeerd. Gods wijsheid, Gods wonderbaarlijkheid, Gods onpeilbaarheid, Gods grootheid, Gods heiligheid hangen af van deze fase van het werk in de laatste dagen om duidelijk geopenbaard te worden. Is dit geen nieuw werk dat de menselijke opvattingen verbrijzelt? Er zijn er nog steeds die denken: Aangezien God Moab heeft vervloekt en zei dat Hij Moabs afstammelingen zou verlaten, hoe zou Hij hen nu redden? Dat zijn die mensen uit heidense volken die vervloekt en uit Israël verdreven zijn; de Israëlieten noemden hen ‘heidense honden’. Het is voor iedereen duidelijk dat zij niet alleen heidense honden zijn maar erger nog: zonen der vernietiging. Met andere woorden: ze zijn niet Gods uitverkoren volk. Al waren ze oorspronkelijk geboren binnen het domein van Israël toch zijn ze niet onderdeel van het volk van Israël en bovendien werden ze verdreven naar de heidense volken. Zij zijn de laagste mensen. Juist omdat zij de laagste der mensen zijn voert God Zijn werk van het beginnen van een nieuw tijdperk onder hen uit, aangezien zij een representatie zijn van een corrupte mensheid. Gods werk is niet zonder onderscheid of doel, het werk dat Hij heden ten dage uitvoert onder deze mensen is ook het werk dat onder de schepping wordt volbracht. Noach was onderdeel van de schepping, en zo ook zijn afstammelingen. Elk individu van vlees en bloed is onderdeel van de schepping. Gods werk richt zich op de gehele schepping; het wordt niet uitgevoerd naargelang iemand vervloekt is nadat hij werd geschapen. Zijn managementwerk is gericht op de gehele schepping, niet de uitverkoren mensen die niet vervloekt zijn. Omdat God verlangt om Zijn werk onder de schepping uit te voeren, zal Hij het zeker tot een succesvol einde brengen; Hij zal onder de mensen werken die Zijn werk bevorderen. Daarom vernietigt Hij al de regels door onder de mensen te werken. Voor Hem betekenen de woorden ‘vervloekt’, ‘getuchtigd’ en ‘gezegend’ niets! De Joodse mensen zijn behoorlijk goed, en het uitverkoren volk van Israël is ook niet slecht; zij zijn mensen van goed kaliber en menselijkheid. Jehova begon Zijn werk in eerste instantie onder hen en voerde Zijn eerste werk uit, maar het zou niets betekenen als Hij hen zou gebruiken als ontvangers van Zijn overwinningswerk nu. Ook al zijn zij onderdeel van de schepping en hebben zij vele positieve aspecten, toch zou het zinloos zijn om deze fase van het werk onder hen uit te voeren. Hij zou niet in staat zijn om iemand te overwinnen, of om de gehele schepping te overtuigen. Dit is de betekenis van de overdracht van Zijn werk naar de mensen van het land van de grote rode draak. Het meest betekenisvol hier is dat Hij een tijdperk is begonnen, dat Hij alle regels en menselijke opvattingen heeft verbrijzeld, en ook dat Hij het werk van het gehele Tijdperk van Genade heeft voleindigd. Als Zijn huidige werk zou worden uitgevoerd onder de Israëlieten, tegen de tijd dat Zijn managementplan van zesduizend jaar is volbracht, dan zou iedereen geloven dat God alleen de God is van de Israëlieten, dat alleen de Israëlieten Gods uitverkoren volk zijn, en dat alleen de Israëlieten het verdienen om Gods zegeningen en beloftes te beërven. Gedurende de laatste dagen is God geïncarneerd in het heidense land van de grote rode draak; Hij heeft het werk van God voleindigd als de God van de gehele schepping; Hij heeft Zijn managementplan volledig volbracht, en Hij zal de kernzaak van Zijn werk voltooien in het land van de grote rode draak. De kern van de drie fasen van het werk is de redding van de mensheid − namelijk ervoor zorgen dat de gehele schepping de Heer van de schepping aanbidt. Elke fase van dit werk is daarom erg betekenisvol. God zal absoluut nooit iets doen dat geen betekenis of waarde heeft. Enerzijds bestaat deze fase van het werk uit het beginnen van een tijdperk en het beëindigen van de voorgaande twee tijdperken; anderzijds bestaat het uit het verbrijzelen van alle menselijke opvattingen en alle oude manieren van menselijk geloof en kennis. Het werk van de voorgaande twee tijdperken is uitgevoerd volgens verschillende menselijke opvattingen; deze fase echter elimineert menselijke opvattingen volkomen, en overwint de mensheid daarmee volledig. Gebruikmakend van de overwinning op de afstammelingen van Moab en gebruikmakend van het werk dat is uitgevoerd onder de afstammelingen van Moab, zal God de gehele mensheid in het gehele heelal overwinnen. Dit is de diepste betekenis van deze fase van Zijn werk, en het is het meest waardevolle aspect van Zijn werk. Zelfs als je nu weet dat je status laag is en dat je een lage waarde hebt, zal je nog steeds voelen dat je de meest vreugdevolle belevenis hebt gehad: je hebt een grote zegening geërfd en een grote belofte ontvangen, en je kan dit grote werk van God volbrengen, en je kan Gods ware gezicht zien en ware gezindheid kennen en Gods wil doen. De voorgaande twee fasen van Gods werk werden uitgevoerd in Israël. Als deze fase van Zijn werk gedurende de laatste dagen nog steeds zou worden uitgevoerd onder de Israëlieten, dan zou niet alleen de hele schepping geloven dat alleen de Israëlieten het uitverkoren volk van God waren, maar dat Gods hele managementplan niet het beoogde effect zou hebben. Gedurende de periode waarin de twee fasen van Zijn werk in Israël werden uitgevoerd werd geen nieuw werk uitgevoerd en geen van Gods tijdperk-beginnend werk was ooit uitgevoerd in de heidense landen. Deze fase van tijdperk-beginnend werk is eerst uitgevoerd in de heidense landen; sterker nog, het is eerst uitgevoerd onder de afstammelingen van Moab. Dit heeft het hele tijdperk doen beginnen. God heeft alle kennis aanwezig in de menselijke opvattingen verbrijzeld en heeft niet toegestaan dat iets ervan bleef voortbestaan. In Zijn werk van overwinning heeft Hij menselijke opvattingen verbrijzeld, die oude, vroegere menselijke manieren van weten. Hij laat mensen zien dat er bij God geen regels zijn, dat er niets ouds aan God is, dat het werk dat Hij doet compleet bevrijd is, volledig vrij, dat Hij rechtvaardig is in alles wat Hij doet. Je moet je volledig onderwerpen aan elk werk dat Hij doet in de schepping. Elk werk dat Hij doet heeft betekenis en wordt gedaan volgens Zijn eigen wil en wijsheid en niet volgens menselijke keuzes en opvattingen. Hij doet die dingen die nut hebben voor Zijn werk; als iets geen nut heeft voor Zijn werk zal Hij het niet doen. Het maakt niet uit hoe goed het is! Hij werkt en verkiest de ontvanger en locatie van Zijn werk volgens de betekenis en het doel van Zijn werk. Hij houdt niet vast aan eerdere regels en Hij volgt ook geen oude formules. In plaats daarvan bereidt Hij Zijn werk voor volgens de betekenis van Zijn werk. Uiteindelijk wil Hij het werkelijke effect bereiken en het verwachte doel. Als je deze dingen nu niet begrijpt zal dit werk op jou helemaal geen effect hebben.

uit ‘God is de Heer van heel de schepping’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 208

Hoe groot zijn de obstakels voor Gods werk? Heeft iemand dat ooit geweten? Met mensen die vastzitten aan diepgewortelde bijgelovige inkleuringen, wie is er in staat om Gods ware gezicht te kennen? Met deze achterlijke culturele kennis die zo oppervlakkig en absurd is, hoe zouden zij de door God gesproken woorden volledig kunnen begrijpen? Zelfs wanneer ze van aangezicht tot aangezicht worden toegesproken en van mond tot mond worden gevoed, hoe zouden ze het kunnen begrijpen? Soms is het alsof Gods woorden aan dovemansoren zijn gericht: mensen geven geen enkele reactie, zij schudden hun hoofd en begrijpen niets. Hoe zou dit niet zorgelijk kunnen zijn? Deze ‘verre,[1] oude culturele geschiedenis en culturele kennis’ hebben zo’n waardeloze groep mensen opgevoed. Deze oude cultuur – dit kostbare erfgoed – is een berg rommel! Het is lang geleden een blijvende schandvlek geworden en is het niet waard om vermeld te worden! Het heeft mensen de trucjes en technieken geleerd om tegen God op te staan en door de ‘verplichte, subtiele begeleiding’[2] van het nationale onderwijs zijn mensen nog ongehoorzamer aan God geworden. Elk onderdeel van Gods werk is extreem moeilijk en elke stap van Zijn werk op aarde heeft God zorgen gebaard. Wat is Zijn werk op aarde moeilijk! De stappen van Gods werk op aarde omvatten grote moeilijkheden: voor de zwakheid van de mens, zijn tekortkomingen, kinderlijkheid, onwetendheid en alles van de mens – maakt God zeer nauwgezette plannen en heeft Hij weloverwogen meningen. De mens is als een papieren tijger die men niet durft uit te dagen of te stangen; bij de geringste aanraking bijt hij terug of anders valt hij neer en raakt hij de weg kwijt, en het is alsof hij bij het geringste verlies aan concentratie terugvalt, of anders God negeert, of naar zijn ouders rent, die veel weghebben van varkens en honden, om zich over te geven aan de onreine dingen van hun lichaam. Wat een grote belemmering! Bij vrijwel elke stap van Zijn werk wordt God aan verleiding onderworpen en bij vrijwel elke stap riskeert God groot gevaar. Zijn woorden zijn oprecht en eerlijk en zonder kwaadwilligheid, maar wie is bereid ze aan te nemen? Wie is bereid zich volledig te onderwerpen? Het breekt Gods hart. Hij zwoegt dag en nacht voor de mens, Hij gaat gebukt onder zorgen voor het leven van de mens en Hij voelt mee met de zwakheid van de mens. Hij heeft veel kronkels doorstaan in elke stap van Zijn werk, voor elk woord dat Hij spreekt; Hij zit altijd tussen twee vuren en denkt aan de zwakheid, ongehoorzaamheid, kinderlijkheid en kwetsbaarheid van de mens … dag en nacht, steeds weer. Wie heeft dit ooit geweten? Wie kan Hij in vertrouwen nemen? Wie zou in staat zijn om Hem te begrijpen? Hij verafschuwt immer de zonden van de mens en het gebrek aan ruggengraat, de karakterloosheid, van de mens, en Hij is altijd bezorgd om de kwetsbaarheid van de mens en overpeinst het pad dat vóór de mens ligt; als Hij de woorden en daden van de mens waarneemt, vult dat Hem altijd met barmhartigheid en boosheid, en het zien van deze dingen doet Zijn hart altijd pijn. De onschuldigen zijn namelijk gevoelloos geraakt; waarom moet God dingen altijd moeilijk voor hen maken? De zwakke mens ontbreekt het volledig aan doorzettingsvermogen; waarom moet God altijd zo’n niet-aflatende boosheid jegens hem hebben? De zwakke en krachteloze mens heeft geen greintje vitaliteit meer; waarom moet God hem altijd berispen om zijn ongehoorzaamheid? Wie kan de dreigementen van God in de hemel weerstaan? De mens is uiteindelijk broos en God heeft ten einde raad Zijn boosheid diep in Zijn hart gestopt, zodat de mens zichzelf stilaan onder de loep kan nemen. Toch heeft de mens, die in ernstige moeilijkheden verkeert, geen greintje waardering voor Gods wil; hij is vertreden onder de voet van de oude koning van de duivels, toch is hij zich daar volkomen onbewust van, hij stelt zichzelf altijd tegenover God op of is warm noch koud jegens God. God heeft zo veel woorden gesproken, maar wie heeft ze ooit serieus genomen? De mens begrijpt Gods woorden niet, toch blijft hij onverstoord en zonder hunkering, en hij heeft het wezen van de oude duivel nooit echt gekend. Mensen wonen in het dodenrijk, in de hel, maar geloven dat ze wonen in het paleis van de zeebodem; ze worden vervolgd door de grote rode draak, toch menen ze dat ze ‘in de gunst staan,[3] bij het land; ze worden belachelijk gemaakt door de duivel, toch denken ze de overtreffende artisticiteit van het vlees te genieten. Wat een stelletje vuile, lage misbaksels zijn ze! De mens heeft tegenspoed gehad, maar hij weet het niet, en in deze duistere maatschappij overkomt hem het ene ongeluk na het andere,[4] toch is dit nooit tot hem doorgedrongen. Wanneer zal hij zich ontdoen van zijn zelfvriendelijkheid en slaafse gezindheid? Waarom geeft hij niets om Gods hart? Staat hij deze verdrukking en moeilijkheden zwijgend toe? Verlangt hij niet naar de dag waarop hij duisternis in licht kan veranderen? Verlangt hij er niet naar om het onrecht jegens gerechtigheid en waarheid nog eens te verhelpen? Is hij bereid om toe te kijken en niets te doen, terwijl mensen de waarheid verzaken en de feiten verdraaien? Is hij er gelukkig mee om deze slechte behandeling te blijven ondergaan? Is hij bereid om een slaaf te zijn? Is hij bereid om te komen door de handen van God samen met de slaven van deze mislukte staat? Waar is je vastberadenheid? Waar is je ambitie? Waar is je waardigheid? Waar is je integriteit? Waar is je vrijheid? Ben je bereid om je hele leven[5] neer te leggen voor de grote rode draak, de koning van de duivels? Of laat je je blijmoedig door hem tot de dood toe martelen? Het oppervlak van het diep is chaotisch en donker, het gewone volk, dat zo veel ellende meemaakt, roept de hemel aan en klaagt tot de aarde. Wanneer zal de mens in staat zijn om zijn hoofd hoog te houden? De mens is mager en uitgemergeld, hoe zou hij het tegen deze wrede en tirannieke duivel kunnen opnemen? Waarom geeft hij zijn leven niet aan God zodra hij dat kan? Waarom weifelt hij nog steeds, wanneer kan hij Gods werk voltooien? Zo op de kop gezeten en verdrukt, zal zijn hele leven uiteindelijk zinloos zijn geweest; waarom heeft hij zo’n haast om te komen en wil hij zo snel weer vertrekken? Waarom houdt hij niet iets kostbaars om aan God te geven? Is hij de duizenden jaren van haat vergeten?

uit ‘Werk en intrede (8)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Voetnoten:

1. “Verre” wordt spottend gebruikt.

2. “verplichte, subtiele begeleiding” wordt spottend gebruikt.

3. “In de gunst staan” wordt spottend gebruikt voor mensen die er stijfjes uitzien en geen zelfbewustzijn hebben.

4. “Overkomt hem het ene ongeluk na het andere” geeft aan dat de mensen geboren zijn in het land van de grote rode draak en dat ze hun hoofd niet omhoog kunnen houden.

5. “Je hele leven neerleggen” wordt neerbuigend bedoeld.


Dagelijkse woorden van God Fragment 209

Het pad van vandaag is niet makkelijk te bewandelen. Je zou kunnen zeggen dat het moeilijk te vinden is en buitengewoon zeldzaam, iets dat door de eeuwen heen altijd al het geval was. Wie had echter kunnen denken dat alleen al het vlees van een mens genoeg zou zijn om hem te gronde te richten? Het werk van nu is zeker zo kostbaar als een lenteregen, en zo waardevol als Gods goedheid jegens de mensheid. Als de mens echter geen kennis heeft van het doel van Zijn hedendaagse werk, en het wezen van de mensheid niet begrijpt, hoe kunnen we dan bespreken hoe kostbaar en waardevol hij is? Het vlees behoort de mensen zelf niet toe, niemand kan duidelijk zien waar de bestemming ervan eigenlijk zal liggen. Niettemin moet je goed weten dat de Heer van de schepping de mensheid, die geschapen is, naar zijn oorspronkelijke positie zal terugbrengen, en zijn beeltenis uit de tijd van de schepping zal herstellen. Hij zal de adem die Hij in de mens geblazen heeft volledig terugnemen. Dat geldt ook voor zijn beenderen en zijn vlees. Kortom, alles zal aan de Heer van de schepping worden teruggeven. Hij zal de mensheid volledig veranderen en vernieuwen, en de hele erfenis die eigenlijk nooit aan de mensheid heeft toebehoord, maar altijd aan God, van de mens terug nemen. Hij zal hem niet meer aan de mens overhandigen. Want geen van die dingen behoorden de mensheid oorspronkelijk toe. Hij zal ze allemaal terug nemen. Dit is geen oneerlijke plundering, maar het is nodig om de hemel en de aarde in hun oorspronkelijke staat terug te brengen, en de mens te veranderen en te vernieuwen. Dit is de redelijke bestemming voor de mensheid, ofschoon het niet op de manier wordt teruggenomen zoals de mensen het zich voorstellen, na de tuchtiging van het vlees. God wil de skeletten van het vlees nadat het verwoest is niet hebben, maar de oorspronkelijke elementen in de mens die in het begin aan God toebehoorden. Daarom zal Hij de mensheid niet verdelgen of het vlees van de mens volledig uitvagen. Het vlees van de mens is niet het privé-eigendom van de mens. Het is eerder een toevoegsel van God, die de mensheid beheert. Hoe zou Hij plezier kunnen beleven aan het uitvagen van het vlees van de mens? Heb je echt al alles laten varen van dat vlees van je dat nog geen cent waard is? Als je dertig procent van het werk van de laatste dagen kon begrijpen (dertig procent slechts en dan gaat het over het begrijpen van het hedendaagse werk van de Heilige Geest en ook het werk dat God doet door middel van Zijn woord in de laatste dagen ), dan zou je je vlees niet zo koesteren of er zoveel aandacht aan besteden als je vandaag doet, wetende dat het al lang geleden vergaan is. Je moet begrijpen dat de mens zich ontwikkeld heeft tot iets dat nooit eerder bestaan heeft en dat hij geen gunstige vooruitgang meer zal boeken, zoals de tandwielen van de geschiedenis die gestadig voortgaan. Je vergane vlees is sinds lange tijd overdekt met vliegen, dus hoe kan het de kracht opbrengen om de tandwielen van de geschiedenis, die God tot op heden heeft laten draaien, om te laten keren? Hoe kan het de klok van de laatste dagen, die stil staat en verstomd is, opnieuw laten tikken en de wijzers in de juiste richting laten ronddraaien? Hoe kan het de wereld die in een dichte mist gehuld lijkt te zijn, opnieuw veranderen? Kan jouw vlees de bergen en de rivieren weer gezond maken? Kan jouw vlees, dat slechts een kleine functie heeft, het soort menselijke wereld herstellen waar jij naar verlangd hebt? Kun je je nageslacht werkelijk zo opvoeden dat ze ‘menselijke wezens’ worden? Begrijp je het nu? Waar hoort je vlees precies bij? De oorspronkelijke bedoeling van God met het redden van de mens, met het vervolmaken van de mens en met het veranderen van de mens, was niet om je een mooi vaderland te geven of vredige rust aan het vlees van de mens te geven. Integendeel, het was ter wille van Zijn glorie en ter getuigenis van Hem, opdat de mensheid in de toekomst gelukkiger zou worden en opdat zij spoedig zouden mogen rusten. Maar het is niet voor je vlees, want de mens is het hoofddoel van God en het vlees van de mens is slechts bijzaak. (Een mens is een persoon met zowel een geest als een lichaam, terwijl vlees enkel maar een ding is dat aftakelt. Dit betekent dat vlees een werktuig is voor het managementplan.) Je moet weten dat al het werk van vervolmaken, compleet maken en winnen van de mens niets anders heeft voortgebracht dan zwaarden en het neerslaan van hun vlees en eindeloos lijden heeft voortgebracht, brandende vuren, genadeloos oordeel, tuchtiging en vervloeking, evenals grenzeloze beproevingen. Dat is het achterliggende verhaal en waarheid aangaande het beheren van de mens. Al deze dingen zijn echter tegen het vlees van de mens gericht en alle speerpunten van vijandelijkheden worden genadeloos op het vlees van de mens gericht (want oorspronkelijk was de mens onschuldig). Al deze dingen zijn ter wille van Zijn glorie en Zijn getuigenis en voor Zijn beheer. Dit komt doordat Zijn werk niet alleen gedaan wordt ter wille van de mensheid, maar het is ten behoeve van het plan in zijn geheel en om Zijn oorspronkelijke bedoeling die Hij met het scheppen van de mens voor ogen had, ten uitvoer te brengen. Daarom bestaat misschien negentig procent van wat mensen doormaken uit lijden en vurige beproevingen, maar er zijn heel weinig of geen fijne en gelukkige dagen waar het vlees van de mens naar verlangd heeft en ze zijn nog minder in staat om van gelukkige momenten in het vlees te genieten en prachtige tijden met God door te brengen. Het vlees is vervuild, dus wat het vlees van de mens ziet, of waar het van geniet, is niets anders dan de tuchtiging van God waar de mens een hekel aan heeft en het is alsof het ontbreekt aan normale redelijkheid. Dat komt doordat Hij Zijn rechtvaardige gezindheid zal laten zien, dat niet geliefd is bij de mens, dat de beledigingen van de mens niet tolereert en dat een afkeer heeft van vijanden. God onthult openlijk alles van Zijn gezindheid op elke mogelijke manier die nodig is. Daarmee voltooit Hij het werk van Zijn strijd met Satan die al zesduizend jaar gaande is; het werk van de redding van de gehele mensheid en de vernietiging van de oude Satan!

uit ‘Het doel van het beheren van de mensheid’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 210

De laatste dagen zijn aangebroken, en over de hele wereld zijn landen in beroering. Er is politieke chaos; overal doen zich hongersnoden, pestilenties, overstromingen en droogtes voor. Er zijn catastrofes in de wereld van de mens; ook de Hemel heeft rampspoed omlaag gezonden. Dit zijn tekenen van de laatste dagen. Maar voor mensen lijkt het een wereld van vrolijkheid en pracht, een wereld die steeds vrolijker en prachtiger wordt. De harten van de mensen worden er allemaal door aangetrokken; veel mensen komen erin vast te zitten en kunnen zich er niet uit losmaken. Grote aantallen zullen worden misleid door hen die zich met bedrog en tovenarij inlaten. Als je niet naar vooruitgang streeft, geen idealen hebt en jezelf niet op de ware weg hebt geworteld, zullen de toenemende golven van zonde je wegvagen. China is het meest achterlijke land van allemaal; het is het land waarin de grote rode draak ligt opgerold; het heeft de meeste mensen die afgoden vereren en aan tovenarij doen, het heeft de meeste tempels en het is een plaats waar vuile demonen verblijven. Je bent eruit voortgekomen, je bent erdoor opgevoed en bent er grondig door beïnvloed; je bent erdoor verdorven en gekweld, maar na wakker te worden gemaakt keer je je ervan af en word je volledig door God gewonnen. Dit is de heerlijkheid van God, en dit is waarom deze fase van het werk van grote betekenis is. God heeft werk op zo’n grote schaal gedaan, heeft zo veel woorden gesproken, en Hij zal jullie uiteindelijk volledig winnen. Dit is één deel van het werk van Gods management, en jullie zijn de ‘overwinningsbuit’ van Gods strijd met Satan. Hoe meer jullie de waarheid begrijpen en hoe beter jullie leven van de kerk is, hoe meer de grote rode draak op zijn knieën wordt gebracht. Dit zijn allemaal kwesties van de geestelijke wereld; het zijn de gevechten van de geestelijke wereld, en wanneer God zegeviert, zal Satan te schande worden gemaakt en neervallen. Deze fase van Gods werk is van immense betekenis. God werkt inderdaad op zo’n grote schaal, en redt deze groep mensen volledig zodat jij kunt ontsnappen aan de invloed van Satan, in het heilige land kunt leven, in Gods licht kunt leven, en geleid en begeleid wordt door het licht. Dan heeft je leven betekenis. Wat jullie eten en dragen, is anders dan wat ongelovigen eten en dragen; jullie genieten de woorden van God en hebben een zinvol leven – en wat genieten zij? Zij genieten alleen de ‘nalatenschap van hun voorouders’ en hun ‘nationale geest’. Ze hebben niet het geringste overblijfsel van menselijkheid! Jullie kleren, woorden en daden verschillen allemaal van die van hen. Uiteindelijk zullen jullie volledig ontsnappen aan het vuil, niet langer verstrikt zijn in de verzoeking van Satan, en Gods dagelijkse voorziening verkrijgen. Jullie moeten altijd voorzichtig zijn. Hoewel jullie op een vuile plek leven, zijn jullie niet bezoedeld door vuil en kunnen jullie naast God wonen en Zijn grote bescherming ontvangen. God heeft jullie gekozen uit iedereen in dit gele land. Zijn jullie niet de meest gezegende mensen? Je bent een geschapen wezen – uiteraard moet je God aanbidden en een zinvol leven nastreven. Als je God niet aanbidt maar binnen je vuile vlees leeft, ben je dan niet slechts een beest in menselijke kledij? Aangezien je een menselijk wezen bent, moet je jezelf uitputten voor God en alle lijden verduren! Je moet het weinige lijden dat je tegenwoordig ondergaat blijmoedig en met vertrouwen aanvaarden en je moet een zinvol leven leiden, zoals Job en Petrus. In deze wereld draagt de mens de kleren van de duivel, eet hij voedsel van de duivel en werkt en dient hij onder de duim van de duivel, waarbij hij volledig in het vuil ervan wordt getrapt. Als je de betekenis van het leven niet begrijpt of de ware weg niet verwerft, wat voor betekenis heeft het dan om zo te leven? Jullie zijn mensen die het juiste pad nastreven, degenen die verbetering zoeken. Jullie zijn mensen die opstaan in de natie van de grote rode draak, degenen die God rechtvaardig noemt. Is dat niet het meest zinvolle leven?

uit ‘Praktijk (2)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 211

Vandaag is het werk dat ik in jullie bewerkstellig bedoeld om jullie een leven van normale menselijkheid binnen te brengen; het is het werk van het inluiden van een nieuw tijdperk en van het voeren van de mensheid naar het leven van het nieuwe tijdperk. Stapje voor stapje wordt dit werk uitgevoerd en ontwikkelt het zich onder jullie, direct: ik onderwijs jullie persoonlijk; ik neem jullie bij de hand; ik vertel jullie alles wat jullie niet begrijpen en geef jullie alles wat jullie tekortkomen. Men kan zeggen dat voor jullie al dit werk jullie voorziening voor het leven is, wat jullie ook een leven van normale menselijkheid binnenleidt; het is specifiek bedoeld om levensvoorziening te bieden aan deze groep mensen tijdens de laatste dagen. Voor mij is al dit werk bedoeld om het oude tijdperk te beëindigen en een nieuw tijdperk in te luiden. Wat Satan betreft: ik ben specifiek vleesgeworden om hem te verslaan. Het werk dat ik nu onder jullie verricht is jullie voorziening voor tegenwoordig en jullie tijdige redding, maar gedurende deze paar korte jaren zal ik jullie alle waarheden, de hele weg van het leven en zelfs het werk van de toekomst vertellen; dit zal genoeg zijn om jullie in staat te stellen dingen in de toekomst normaal te ervaren. Al mijn woorden zijn het enige wat ik jullie toevertrouwd heb. Ik druk geen andere vermaning uit; tegenwoordig zijn alle woorden die ik tot jullie spreek mijn vermaning aan jullie, want vandaag hebben jullie veel van de woorden die ik spreek niet ervaren en begrijpen jullie er de innerlijke betekenis niet van. Er zal een dag komen waarop jullie ervaringen vrucht zullen dragen, precies zoals ik daar vandaag over gesproken heb. Deze woorden zijn jullie visies van vandaag, en ze zijn datgene waar jullie in de toekomst op zullen vertrouwen; ze zijn voeding voor het leven van vandaag en een vermaning voor de toekomst, en geen vermaning zou beter kunnen zijn. Dit is omdat de tijd die ik heb om op aarde te werken niet zo lang is als de tijd die jullie hebben om mijn woorden te ervaren; ik ben eenvoudigweg mijn werk aan het voltooien, terwijl jullie het leven nastreven, een proces waar een lange reis door het leven voor nodig is. Pas nadat jullie veel dingen hebben ervaren, zullen jullie de weg van het leven volledig kunnen winnen; pas dan zullen jullie de innerlijke betekenis van de woorden die ik vandaag spreek kunnen doorzien. Wanneer jullie mijn woorden in jullie handen hebben, wanneer elk van jullie al mijn opdrachten heeft ontvangen, wanneer ik jullie alles heb opgedragen wat ik jullie hoor op te dragen, en wanneer het werk van woorden is beëindigd, dan zal, ongeacht hoe groot het resultaat is, de uitvoering van de wil van God ook volbracht zijn. Het is niet zoals je je voorstelt, dat je tot op zekere hoogte veranderd moet worden; God werkt niet volgens jouw noties.

uit ‘Praktijk (7)’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 212

In de laatste dagen werd God vlees om het werk te verrichten dat Hij moest doen en om Zijn bediening van woorden uit te voeren. Hij kwam persoonlijk om te werken te midden van de mensen met het doel om die mensen te vervolmaken die naar Zijn hart zijn. Vanaf de schepping tot vandaag heeft Hij dit soort werk alleen gedaan gedurende de laatste dagen. Pas in de laatste dagen is God vleesgeworden om zulk grootschalig werk te doen. Hoewel Hij ontberingen doorstaat die mensen maar moeilijk zouden doorstaan, en hoewel Hij een grote God is die niettemin de nederigheid heeft om een gewoon mens te worden, heeft geen enkel aspect van Zijn werk vertraging opgelopen en is Zijn plan niet in het minst in chaos vervallen. Hij voert het werk uit volgens Zijn oorspronkelijke plan. Een van de doelen van deze incarnatie is om mensen te overwinnen, een ander doel is om de mensen van wie Hij houdt te vervolmaken. Hij wil graag met eigen ogen de mensen die Hij vervolmaakt zien, en Hij wil met eigen ogen zien hoe de mensen die Hij vervolmaakt van Hem getuigen. Het zijn niet één of twee mensen die vervolmaakt worden. In plaats daarvan is het een groep die uit maar een paar mensen bestaat. De mensen in deze groep komen uit verschillende landen in de wereld en hebben verschillende nationaliteiten. Het doel van zo veel werk is om deze groep mensen te winnen, om de getuigenis te winnen die deze groep mensen van Hem aflegt, en om de glorie te verkrijgen die Hij bij hen kan vinden. Hij doet geen werk dat geen betekenis heeft, noch doet Hij werk dat geen waarde heeft. Je zou kunnen zeggen dat God met het doen van zo veel werk als doel heeft om al diegenen te vervolmaken die Hij wenst te vervolmaken. In de vrije tijd die Hij dan nog overhoudt, zal Hij hen die slecht zijn verstoten. Weet dat Hij dit geweldige werk niet doet vanwege hen die slecht zijn; integendeel, Hij zet alles op alles vanwege dat kleine aantal mensen dat door Hem vervolmaakt moet worden. Het werk dat Hij doet, de woorden die Hij spreekt, de mysteries die Hij openbaart en Zijn oordeel en tuchtiging zijn allemaal omwille van dat piepkleine aantal mensen. Hij is niet vleesgeworden omwille van hen die slecht zijn, laat staan dat die slechte mensen grote toorn in Hem opwekken. Hij spreekt de waarheid en spreekt over intrede vanwege degenen die vervolmaakt moeten worden; Hij is vleesgeworden vanwege hen, en het is vanwege hen dat Hij Zijn beloften en zegeningen schenkt. De waarheid, intrede en het leven in menselijkheid waarover Hij spreekt worden niet bewerkt omwille van hen die slecht zijn. Hij wil het praten met hen die slecht zijn vermijden, en wil in plaats daarvan alle waarheden schenken aan hen die vervolmaakt moeten worden. Toch vereist Zijn werk dat voorlopig wordt toegestaan dat zij die slecht zijn genieten van sommige van Zijn rijkdommen. Zij die de waarheid niet uitvoeren, die God niet tevredenstellen en die Zijn werk verstoren zijn allemaal slecht. Zij kunnen niet vervolmaakt worden en worden door God verafschuwd en verworpen. Omgekeerd zijn de mensen die de waarheid in praktijk brengen, die God tevreden kunnen stellen en die zich volledig uitputten in Gods werk de mensen die door God moeten worden vervolmaakt. Degenen die God compleet wenst te maken zijn geen anderen dan deze groep mensen, en het werk dat God doet is omwille van deze mensen. De waarheid waarover Hij spreekt is gericht tot de mensen die bereid zijn deze in praktijk te brengen. Hij richt Zich niet tot de mensen die de waarheid niet in praktijk brengen. De toename in inzicht en groei van onderscheidingsvermogen waarover Hij spreekt, zijn gericht tot de mensen die de waarheid kunnen uitvoeren. Wanneer Hij spreekt over degenen die vervolmaakt moeten worden, spreekt Hij over deze mensen. Het werk van de Heilige Geest is gericht op de mensen die de waarheid in praktijk kunnen brengen. Dingen zoals het bezit van wijsheid en menselijkheid zijn gericht op de mensen die bereid zijn de waarheid in praktijk te brengen. Zij die de waarheid niet uitvoeren, horen misschien veel woorden van waarheid, maar omdat ze van nature zo slecht zijn en niet geïnteresseerd zijn in de waarheid, bestaat wat ze begrijpen slechts uit doctrines en woorden en loze theorieën, zonder ook maar enig nut voor hun intrede in het leven. Geen van hen is trouw aan God; het zijn allemaal mensen die God zien, maar Hem niet kunnen verkrijgen; ze zijn allemaal veroordeeld door God.

uit ‘Alleen diegenen die zich richten op de praktijk kunnen vervolmaakt worden’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 213

Het overwinningswerk is bovenal bedoeld om de mensheid te reinigen zodat de mens de waarheid kan bezitten, want de mens begrijpt nu te weinig waarheid! Overwinningswerk op deze mensen verrichten, is van het grootste belang. Jullie zijn allemaal onder de invloed van duisternis gevallen en zwaar beschadigd. Het doel van dit werk is dan ook om jullie de menselijke aard te leren kennen en daardoor naar de waarheid te laten leven. Alle geschapen wezens zouden hun vervolmaking moeten accepteren. Als het werk in dit stadium alleen de vervolmaking van mensen betreft, zou het in Engeland, Amerika of Israël kunnen plaatsvinden. Het zou dan op mensen uit om het even welk land kunnen worden toegepast. Maar het overwinningswerk is selectief. De eerste stap ervan is op de korte termijn gericht. Daarbij wordt Satan vernederd en het hele universum overwonnen. Dit is het aanvankelijke overwinningswerk. Je kunt zeggen dat elk schepsel dat in God gelooft, vervolmaakt kan worden. Vervolmaakt worden is immers iets dat men alleen na een verandering op de lange termijn kan bereiken. Maar overwonnen worden is anders. Het voorbeeld en model die overwonnen moet worden, moet het verst zijn achtergebleven, in de diepste duisternis leven, ook het meest laaghartig zijn, totaal niet bereid zijn God aan te nemen en God uiterst ongehoorzaam zijn. Een dergelijke persoon kan ervan getuigen dat hij overwonnen is. Het hoofddoel van het overwinningswerk is Satan verslaan. Het hoofddoel om mensen te vervolmaken, aan de andere kant, is mensen te winnen. Het is mensen in staat stellen om te getuigen nadat ze zijn overwonnen dat dit overwinningswerk hier is geplaatst, op mensen zoals jullie. Het doel is mensen te laten getuigen nadat ze zijn overwonnen. Deze overwonnen mensen zullen worden gebruikt om het doel te bereiken, namelijk Satan vernederen. Wat is dan de voornaamste methode om te overwinnen? Tuchtigingen, oordelen, vervloekingen en openbaringen – de rechtvaardige gezindheid gebruiken om mensen te overwinnen zodat ze helemaal overtuigd raken, vanwege Gods rechtvaardige gezindheid. De realiteit en het gezag van het woord gebruiken om mensen te overwinnen en hen volledig te overtuigen – dat is wat het betekent om overwonnen te worden. Zij die zijn vervolmaakt, weten niet alleen gehoorzaamheid te bereiken nadat ze zijn overwonnen, maar zijn ook in staat om kennis van het werk des oordeels te verkrijgen, hun gezindheid te veranderen en God te kennen. Zij ervaren het pad van God liefhebben en zijn vervuld met de waarheid. Zij weten hoe ze Gods werk moeten ervaren, zijn in staat om voor God te lijden en hebben hun eigen wil. De vervolmaakten zijn degenen die werkelijk begrip van de waarheid hebben omdat zij Gods woord hebben ervaren. De overwonnenen zijn degenen die de waarheid kennen maar de echte betekenis van de waarheid niet hebben aanvaard. Nadat ze overwonnen zijn, gehoorzamen ze, maar hun gehoorzaamheid komt volledig voort uit het oordeel dat ze hebben ontvangen. Zij hebben geen enkel begrip van de echte betekenis van vele waarheden. Zij erkennen de waarheid met hun mond, maar zijn de waarheid niet binnengegaan. Zij begrijpen de waarheid, maar hebben de waarheid niet ervaren. Het werk dat wordt verricht op degenen die vervolmaakt worden, omvat tuchtigingen en oordelen, naast het verschaffen van leven. Iemand die eraan hecht om de waarheid binnen te gaan, is iemand die vervolmaakt kan worden. Het verschil tussen degenen die vervolmaakt kunnen worden en de overwonnenen, ligt in de vraag of ze de waarheid kunnen binnengaan. Zij die de waarheid begrijpen, de waarheid zijn binnengegaan en naar de waarheid leven, zijn de vervolmaakten. Zij die de waarheid niet begrijpen, gaan de waarheid niet binnen; dat wil zeggen, zij die niet naar de waarheid leven, zijn mensen die niet vervolmaakt kunnen worden. Als zulke mensen nu in staat zijn om volledig te gehoorzamen, dan zijn ze overwonnen. Als de overwonnenen de waarheid niet zoeken – als zij de waarheid volgen maar er niet naar leven, als zij de waarheid zien en horen maar er geen waarde aan hechten om ernaar te leven – kunnen zijn niet vervolmaakt worden. Zij die vervolmaakt kunnen worden, beoefenen de waarheid overeenkomstig het pad van volmaaktheid, dat wil zeggen, zij beoefenen de waarheid op basis van het pad van volmaaktheid. Zij vervullen daardoor Gods wil en worden vervolmaakt. Iemand die tot het eind volhardt voordat het overwinningswerk eindigt, is een overwonnene, maar je kunt niet zeggen dat hij een vervolmaakte is. De vervolmaakte verwijst naar hen die in staat zijn om, nadat het overwinningswerk eindigt, naar de waarheid te streven en door God te worden gewonnen. Het verwijst naar degenen die, nadat het overwinningswerk eindigt, standvastig blijven in moeilijkheden en naar de waarheid leven. De verschillen in de werkzame stappen en de mate waarin men de waarheid begrijpt en binnengaat, onderscheiden overwonnen zijn van vervolmaakt zijn. Allen die zich niet op het pad naar volmaaktheid hebben begeven, dat wil zeggen zij die de waarheid niet bezitten, zullen uiteindelijk alsnog worden geëlimineerd. Alleen zij die de waarheid bezitten en naar de waarheid leven, kunnen volledig door God worden gewonnen. Dat wil zeggen, zij die naar Petrus’ beeld leven, zijn de vervolmaakten, terwijl alle anderen de overwonnenen zijn. Het werk dat wordt verricht op allen die worden overwonnen, bestaat eenvoudigweg uit het uitspreken van vervloekingen, tuchtigingen en uitingen van toorn. Zij ontvangen simpelweg rechtvaardigheid en vervloekingen. Op zo iemand inwerken is botweg openbaren – de verdorven gezindheid in hem openbaren, zodat hij deze zelf herkent en volledig overtuigd raakt. Zodra de mens volkomen gehoorzaam wordt, eindigt het overwinningswerk. Ook al proberen de meeste mensen nog steeds de waarheid niet te begrijpen, het overwinningswerk zal dan beëindigd zijn.

uit ‘Alleen de vervolmaakten kunnen een zinvol leven leiden’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 214

Hoe maakt God de mens volmaakt? Wat is de gezindheid van God? En wat ligt vervat in Zijn gezindheid? Om al deze dingen te verduidelijken: de een noemt dit het verspreiden van Gods naam, de ander het getuigen van God en weer een ander het verhogen van God. De mens zal op basis van het fundament van het kennen van God uiteindelijk veranderd worden in zijn levensgezindheid. Hoe meer aanpak en loutering de mens ondergaat, hoe meer hij gesterkt is, en hoe talrijker de stappen van Gods werk, hoe meer de mens vervolmaakt wordt. In de ervaring van de mens slaat elke stap van Gods werk vandaag de dag terug op zijn opvattingen, en ze stijgen allemaal boven het intellect van de mens uit, en liggen buiten zijn verwachtingen. God verschaft alles wat de mens nodig heeft en in alle opzichten staat het haaks op zijn opvattingen. God spreekt zijn woorden uit op het moment dat je zwak bent; alleen op deze manier kan Hij je leven voorzien. Doordat Hij terugslaat op je opvattingen, zorgt Hij ervoor dat je de aanpak van God accepteert; alleen op deze manier kun je jezelf ontdoen van je verdorvenheid. Vandaag de dag werkt de vleesgeworden God aan de ene kant in een gesteldheid van goddelijkheid, en aan de andere kant in een gesteldheid van normale menselijkheid. Als je geen enkel werk van God meer kunt ontkennen, als je in staat bent je te onderwerpen ongeacht wat God zegt of doet binnen de gesteldheid van normale menselijkheid, als je in staat bent je te onderwerpen en te begrijpen ongeacht de soort normaliteit die Hij manifesteert, en als je werkelijke ervaring hebt verkregen, alleen dan kun je er zeker van zijn dat Hij God is, alleen dan zul je ophouden opvattingen voort te brengen en alleen dan zul je Hem tot het einde kunnen volgen. Er is wijsheid in Gods werk en Hij weet hoe de mens standvastig kan zijn in getuigen van Hem. Hij weet waar de vitale zwakheid van de mens ligt, en de woorden die Hij spreekt, kunnen je treffen in je vitale zwakheid, maar Hij gebruikt Zijn majestueuze en wijze woorden ook om je standvastig te maken in getuigen van Hem. Dat zijn de wonderbaarlijke daden van God. Het werk dat God doet is onvoorstelbaar voor het menselijk intellect. De soorten verderf waardoor de mens, een wezen van vlees en bloed, bezeten is, en de dingen waaruit de essentie van de mens is samengesteld, worden allemaal geopenbaard door Gods oordeel en dat het laat voor de mens geen enkele plek over om zich te verbergen voor zijn schaamte.

God verricht het werk van oordeel en tuchtiging zodat de mens kennis van Hem kan verkrijgen, en omwille van Zijn getuigenis. Zonder Zijn oordeel over de verdorven gezindheid van de mens, zou de mens Zijn rechtvaardige gezindheid die geen belediging duldt, onmogelijk kunnen kennen en zijn oude kennis van God niet in een nieuwe kunnen veranderen. Omwille van Zijn getuigenis, en omwille van Zijn management, maakt Hij Zijn totaliteit openbaar, en door Zijn publieke verschijning stelt Hij de mens in staat kennis van God te bereiken, veranderd te worden in zijn gezindheid, en een klinkend getuigenis van God af te leggen. De verandering van de gezindheid van de mens wordt bereikt door verschillende soorten van Gods werk; zonder zulke veranderingen in zijn gezindheid zou de mens niet in staat zijn om een getuigenis van God af te leggen en zou hij niet iemand naar Gods hart kunnen zijn. Veranderingen in de menselijke gezindheid betekenen dat de mens zich heeft bevrijd van de slavernij van Satan en van de invloed van duisternis en werkelijk een model en voorbeeld van Gods werk is geworden, een getuige van God en iemand naar Gods hart. Tegenwoordig is de vleesgeworden God gekomen om Zijn werk op aarde te verrichten, en Hij eist dat de mensen kennis over Hem verwerven, gehoorzaamheid aan Hem tonen, een getuigenis van Hem afleggen – Zijn praktische en normale werk kennen, al Zijn woorden en werk gehoorzamen die niet overeenstemmen met de opvattingen van de mens, en getuigen van al het werk dat Hij doet om de mens te redden, en alle daden die Hij verricht om de mens te overwinnen. Degenen die getuigen van God, moeten kennis van God hebben; alleen dit soort getuigenis is accuraat en echt, en alleen dit soort getuigenis kan Satan beschaamd doen staan. God gebruikt degenen die Hem hebben leren kennen door Zijn oordeel en tuchtiging, aanpak en snoei te ondergaan, om een getuigenis van Hem af te leggen. Hij gebruikt degenen die verdorven zijn door Satan om een getuigenis van Hem af te leggen, en zo ook gebruikt Hij degenen wiens gezindheid is veranderd en die aldus Zijn zegeningen hebben verkregen, om een getuigenis van Hem af te leggen. Hij heeft de mens niet nodig om Hem met zijn mond te prijzen, noch heeft Hij de lof en de getuigenis nodig van het soort van Satan, mensen die niet door Hem gered zijn. Alleen degenen die God kennen, zijn gekwalificeerd om een getuigenis van Hem af te leggen, en alleen degenen die veranderd zijn in hun gezindheid, zijn gekwalificeerd om een getuigenis van Hem af te leggen. God zal niet toestaan dat de mens opzettelijk schande brengt over Zijn naam.

uit ‘Alleen zij die God kennen, kunnen een getuigenis van God afleggen’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 215

Denk aan de scene in de Bijbel waarin God Sodom vernietigde, en denk ook aan hoe Lots vrouw een zoutpilaar werd. Herinner je je hoe de mensen van Ninevé zich in zak en as bekeerden van hun zonden, en denk aan wat er gebeurde nadat de Joden Jezus aan het kruis nagelden, 2000 jaar geleden. De Joden werden verdreven uit Israël en vluchtten naar alle landen van de wereld. Velen werden gedood, en de hele Joodse staat onderging een nooit eerder vertoonde intensiteit van vernietiging. Ze hadden God aan het kruis genageld – een gruwelijke misdaad begaan – en Gods gezindheid geprovoceerd. Ze moesten voor hun daden betalen, en de consequenties van hun handelen ondergaan. Ze veroordeelden God, verwierpen God, en daarom hadden ze maar één lot: ze werden gestraft door God. Dit is de bittere consequentie en rampspoed die hun leiders voor hun land en natie veroorzaakt hadden.

Heden ten dage is God naar de aarde teruggekeerd om Zijn werk te doen. Zijn eerste halte is de grote verzameling van dictatoriale regeerders: China, het onwankelbare bolwerk van atheïsme. Door Zijn wijsheid en macht heeft God een groep mensen verkregen. In deze periode wordt Hij op alle manieren door China’s regeringspartij opgejaagd, en onderworpen aan groot lijden, zonder een plaats te hebben om Zijn hoofd te laten rusten of een schuilplaats te kunnen vinden. Ondanks dit gaat God verder met het werk dat Hij van plan is te doen: Hij laat Zijn stem horen en verspreidt het evangelie. Niemand kan de almacht van God peilen. In China, een land dat God als vijand beschouwt, is God nooit opgehouden met Zijn werk. In plaats daarvan hebben meer mensen Zijn werk en woord geaccepteerd, want God doet wat Hij kan om elk menselijk individu te redden. Wij vertrouwen dat geen enkel land en geen enkele macht in de weg kan staan van wat God wil bereiken. Zij die Gods werk dwarsbomen, zich tegen het woord van God verzetten, het plan van God verstoren of aantasten zullen uiteindelijk door God worden gestraft. Wie het werk van God tart zal naar de hel worden gestuurd; elk land dat het werk van God tart zal worden vernietigd; elke natie die opstaat om zich tegen het werk van God te keren zal van de aardbodem worden weggevaagd, en zal niet meer bestaan. Ik heb het dringende verzoek aan de mensen van alle landen, naties en zelfs industrieën om te luisteren naar de stem van God, om het werk van God te aanschouwen, om aandacht te geven aan het lot van de mensheid, om zodoende van God de allerheiligste te maken, de meest eerbare, de allerhoogste en het enige onderwerp van aanbidding voor de mensheid, en om toe te staan dat de gehele mensheid onder de zegening van God leeft, net zoals de afstammelingen van Abraham onder de belofte van Jehova leefden, en net zoals Adam en Eva, die oorspronkelijk gemaakt waren door God, leefden in de hof van Eden.

Het werk van God is als machtige, aanzwellende golven. Niemand kan Hem tegenhouden en niemand kan Zijn voetstappen stoppen. Alleen zij die zorgvuldig naar Zijn woorden luisteren, en die naar Hem zoeken en dorsten, kunnen Zijn voetstappen volgen en Zijn belofte ontvangen. Zij die dat niet doen zullen worden onderworpen aan overweldigende rampspoed en welverdiende straf.

uit ‘God beschikt over het lot van de gehele mensheid’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 216

Het werk van Gods management begon bij de schepping van de wereld en de mens staat centraal in dit werk. Je kunt zeggen dat Gods schepping van alle dingen er omwille van de mens is. Het werk van Zijn management strekt zich over duizenden jaren uit. Dat werk gebeurt niet in luttele minuten of seconden of een oogwenk, en evenmin in een of twee jaar. Hij moest immers meer dingen scheppen die nodig zijn voor het overleven van de mens. Denk bijvoorbeeld aan de zon, de maan, allerlei levende wezens, voedsel plus een leefomgeving voor de mensheid. Dit was het begin van Gods management.

Daarna droeg God de mensheid over aan Satan. De mens leefde onder het domein van Satan, wat gaandeweg leidde tot Gods werk in het eerste tijdperk: het verhaal van het Tijdperk van de Wet … Gedurende enkele duizenden jaren van het Tijdperk van de Wet raakte de mensheid gewend aan de leiding van het Tijdperk van de Wet. Men begon er lichtvaardig mee om te gaan en zich langzaam maar zeker aan de zorg van God te onttrekken. Zo kwam het dat ze niet alleen onder de wet vielen maar ook afgoden aanbaden en slechte dingen deden. Ze genoten de bescherming van Jehova niet meer. Ze leefden eigenlijk alleen maar voor het altaar in de tempel. Het werk van God was in feite lang daarvoor al niet meer onder hen. Ook al hielden de Israëlieten vast aan de wet en gebruikten ze de naam van Jehova, en geloofden ze zelfs met trots dat alleen zij het volk en de uitverkorenen van Jehova waren, onttrok de heerlijkheid van God zich onopgemerkt aan hen …

Wanneer God Zijn werk doet, verlaat Hij de ene plaats altijd onopgemerkt terwijl Hij het nieuwe werk stilletjes in een andere plaats begint. Dit lijkt voor mensen die gevoelloos zijn niet te geloven. Mensen hebben het oude altijd gekoesterd en nieuwe, onbekende dingen altijd met vijandigheid of als iets vervelends beschouwd. Wat voor nieuw werk God dus ook doet, de mens is er van begin tot eind als laatste van op de hoogte.

Zoals altijd het geval is geweest, begon God Zijn nieuwe werk van de tweede fase na het werk van Jehova in het Tijdperk van de Wet: het vlees aannemen – als vleesgeworden mens tien, twintig jaar – en Zijn werk verkondigen en doen onder gelovigen. Toch wist niemand en erkende maar een klein groepje mensen dat Hij de vleesgeworden God was nadat de Heer Jezus aan het kruis genageld en herrezen was. […] Zodra de tweede fase van Gods werk was voltooid − na de kruisiging − was Gods werk volbracht om de mens van zonde terug te winnen (dat wil zeggen: de mens uit de handen van Satan terug te winnen). Vanaf dat moment hoefde de mens alleen maar de Heer Jezus als de Heiland aan te nemen voor de vergeving van zijn zonden. De zonden van de mens waren zogezegd geen belemmering meer om het heil te verkrijgen en tot God te komen. Satan kon ze ook niet meer ter beschuldiging tegen de mens inbrengen. God had namelijk Zelf het echte werk gedaan. Hij was in de gedaante van het zondige vlees gekomen en God was Zelf het zondoffer. Op die manier kwam de mens van het kruis af, verlost en gered dankzij het vlees van God, de gelijkenis van dit zondige vlees. De mens kwam zo na de gevangenschap door Satan een stap dichter bij het aanvaarden van de verlossing voor Gods aangezicht. Deze fase van het werk was uiteraard het management van God, één stap verder dan het Tijdperk van de Wet en van een dieper niveau dan het Tijdperk van de Wet.

Zo is het management van God: de mensheid overdragen aan Satan − een mensheid die niet weet wat God is, wat de Schepper is, hoe God te aanbidden en waarom onderwerping aan God noodzakelijk is − en de verdorvenheid van Satan vrij spel geven. God wint de mens vervolgens stap voor stap terug uit de handen van Satan, totdat de mens God met zijn hele wezen aanbidt en Satan verwerpt. Dit is het management van God. Dit alles klinkt als een mythisch verhaal en lijkt een raadsel. Mensen zien het als een mythisch verhaal omdat ze geen flauw benul hebben van wat er de laatste paar duizend jaar allemaal met de mens is gebeurd. Ze weten ook helemaal niet hoeveel verhalen zich in de kosmos en het firmament hebben afgespeeld. Bovendien hebben zij geen weet van de nog verbazingwekkendere, angstaanjagende wereld die buiten de materiële wereld om bestaat, maar die zij met hun menselijke ogen niet kunnen zien. Het komt de mens onbegrijpelijk voor, omdat de mens de betekenis van Gods verlossing van de mensheid en van het werk van Gods management niet inziet. De mens begrijpt Gods uiteindelijke bedoeling met de mensheid niet. Gaat het om een mensheid zoals Adam en Eva, onverdorven door Satan? Nee! Het management van God is erop gericht een groep mensen te vormen die God aanbidt en zich aan Hem onderwerpt. Deze mensheid is door Satan verdorven, maar ziet Satan niet meer als hun vader. Men herkent het lelijke gezicht van Satan en verwerpt het. Men komt voor God om Zijn oordeel en tuchtiging te aanvaarden. Men weet wat lelijk is en hoe het in contrast staat met wat heilig is. Men herkent de grootsheid van God en het kwaad van Satan. Een dergelijke mensheid werkt niet langer voor Satan, aanbidt Satan niet en plaatst Satan niet op een voetstuk. Dat komt omdat ze een groep vormt die waarlijk door God is gewonnen. Dit is de betekenis van Gods management onder de mensheid. Gedurende het werk van Gods management in deze tijd is de mensheid het doelwit van Satans verdorvenheid en tegelijkertijd het doelwit van Gods heil. De mensen zijn het product waar God en Satan om strijden. God voert Zijn werk uit en wint de mens tegelijkertijd gestaag terug uit de handen van Satan. Zo komt de mens steeds dichter tot God …

En toen kwam het Tijdperk van het Koninkrijk, een meer praktische fase van het werk en tevens het moeilijkst door de mens te aanvaarden. Hoe dichter die mens namelijk tot God komt, hoe dichter Gods roede de mens nadert en hoe duidelijker Gods aangezicht voor de mens verschijnt. Na de verlossing van de mensheid keert de mens officieel terug naar de familie van God. De mens dacht dat het nu tijd was om te genieten, maar hij krijgt een frontale aanval van God te verduren die niemand had voorzien. Dit blijkt een doop te zijn die het volk van God moet “genieten”. Met een dergelijke behandeling kunnen mensen niet anders dan bij zichzelf denken: ik ben het lam, vele jaren verloren, dat God tegen een hoge prijs heeft teruggekocht. Waarom behandelt God mij dan zo? Is dit Gods manier om mij uit te lachen en aan de kaak te stellen? … Na jaren is de mens verweerd geraakt, na raffinering en tuchtiging aan den lijve te hebben ondervonden. De mens heeft weliswaar de ‘glorie’ en ‘romantiek’ van voorbije tijden verloren, maar is, zonder het te weten, de principes van menselijk gedrag gaan begrijpen. Hij is Gods jarenlange toewijding aan het redden van de mensheid gaan waarderen. De mens begint zijn eigen barbaarsheid langzaamaan te verafschuwen. Hij begint te haten hoe verwilderd hij is, al zijn misvattingen jegens God en de onredelijke eisen die hij aan Hem heeft gesteld. De tijd kan niet worden teruggedraaid. Voorbije gebeurtenissen worden de spijtige herinneringen van de mens. De woorden en liefde van God worden echter de drijvende kracht in het nieuwe leven van de mens. De wonden van de mens genezen dag na dag. Zijn kracht keert terug, hij staat op en ziet op naar het aangezicht van de Almachtige … Dan ontdekt hij dat Hij altijd aan zijn zijde is geweest, en dat Zijn glimlach en Zijn mooie gestalte nog steeds zo intrigerend zijn. Zijn hart is nog steeds vervuld met zorg voor de mensheid die Hij heeft geschapen. Zijn handen zijn nog steeds zo warm en krachtig als in het begin. Het lijkt alsof de mens is teruggekeerd naar de hof van Eden, maar dat de mens deze keer niet langer naar de verleidingen van de slang luistert, zich niet meer afwendt van het aangezicht van Jehova. De mens knielt voor God neer, kijkt op naar Gods glimlachende gelaat en offert zijn kostbaarste offerande − O! Mijn Heer, mijn God!

De liefde en compassie van God doordrenken elk detail van het werk van Zijn management. Of mensen Gods goede bedoelingen nu wel of niet kunnen begrijpen, Hij blijft het werk dat Hij wil volbrengen onvermoeibaar doen. Hoe veel of weinig mensen ook van het management van God begrijpen, iedereen kan de voordelen en hulp van het werk dat God doet, waarderen. Misschien heb je vandaag niets gevoeld van Gods liefde of het leven dat Hij biedt, maar zolang je God niet verlaat en je de waarheid vastberaden blijft nastreven, komt er altijd een dag waarop Gods glimlach aan jou zal worden geopenbaard. Want het werk van Gods management heeft als doel de mensheid terug te winnen die onder Satans domein is. Hij wil de mensheid niet in de steek laten die door Satan is verdorven en zich tegen God verzet.

uit ‘De mens kan alleen gered worden onder Gods management’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 217

Alle mensen moeten het doel van mijn werk op aarde begrijpen, dat wil zeggen, het einddoel van mijn werk en welk niveau ik moet bereiken in dit werk voordat het compleet kan zijn. Als mensen niet begrijpen waar mijn werk over gaat, nadat ze tot op heden met mij zijn meegegaan, hebben ze dan niet tevergeefs met mij gewandeld? Mensen die mij volgen moeten mijn wil kennen. Ik werk al duizenden jaren op aarde en tot op de dag van vandaag werk ik nog steeds op deze manier. Hoewel er uitzonderlijk veel dingen zijn opgenomen in mijn werk, blijft het doel van dit werk ongewijzigd; net zoals, bijvoorbeeld, wat ik doe nog steeds omwille van het redden van de mens is, hoewel ik vol van oordeel en tuchtiging jegens hem ben, en omwille van het beter verspreiden van mijn evangelie en het verder uitbreiden van mijn werk onder alle heidense volken, nadat de mens compleet is gemaakt. Dus heden, in een tijd dat veel mensen al lang zeer teleurgesteld zijn in hun hoop, ga ik nog steeds door met mijn werk en ga ik door met het werk dat ik moet doen om de mens te oordelen en te tuchtigen. Ondanks het feit dat de mens wat ik zeg beu is en ongeacht het feit dat hij geen verlangen heeft om zich bezig te houden met mijn werk, ben ik nog steeds mijn plicht aan het doen, omdat het doel van mijn werk onveranderd blijft en mijn oorspronkelijke plan niet zal worden verbroken. De functie van mijn oordeel is om de mens beter in staat te stellen mij te gehoorzamen en de functie van mijn tuchtiging is om de mens effectiever te laten veranderen. Hoewel wat ik doe in het belang van mijn management is, heb ik nooit iets gedaan wat zonder voordeel voor de mens was. Dat is omdat ik alle naties buiten Israël net zo gehoorzaam wil maken als de Israëlieten en om ze tot echte mensen te maken, zodat ik voet aan de grond zal krijgen in de landen buiten Israël. Dit is mijn management; het is het werk dat ik volbreng onder de heidense naties. Zelfs nu nog begrijpen veel mensen mijn management nog steeds niet, omdat ze geen interesse hebben in deze dingen, maar alleen geven om hun eigen toekomst en bestemmingen. Wat ik ook zeg, mensen zijn nog steeds onverschillig voor het werk dat ik doe, in plaats daarvan richten ze zich uitsluitend op hun bestemmingen in de toekomst. Hoe kan mijn werk dan worden uitgebreid, als het zo doorgaat? Hoe kan mijn evangelie over de hele wereld worden verspreid? Jullie zouden moeten weten dat, wanneer mijn werk is uitgebreid, ik jullie zal verstrooien en ik jullie zal slaan, net zoals Jehova elke stam van Israël sloeg. Dit alles zal gedaan worden om mijn evangelie over de aarde te verspreiden en om mijn werk onder de heidense volken te verspreiden, zodat mijn naam zowel door volwassenen als kinderen verhoogd kan worden en mijn heilige naam verheven kan worden in de monden van mensen uit alle stammen en naties. Het is zo dat in dit laatste tijdperk mijn naam verhoogd zal worden onder de heidense volken, dat mijn daden door de heidenen zullen worden gezien, en dat zij mij de Almachtige mogen noemen vanwege mijn daden en dat mijn woorden spoedig zullen geschieden. Ik zal alle mensen laten weten dat ik niet alleen de God van de Israëlieten ben, maar ook de God van alle naties van de heidenen, zelfs degenen die ik heb vervloekt. Ik zal alle mensen laten zien dat ik de God van de hele schepping ben. Dit is mijn grootste werk, het doel van mijn werkplan voor de laatste dagen en het enige werk dat in de laatste dagen moet worden vervuld.

uit ‘Het werk van het verspreiden van het evangelie is ook het werk van de redding van de mens’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 218

Het werk dat ik al duizenden jaren beheer, wordt pas in de laatste dagen volledig aan de mens geopenbaard. Het is pas nu dat ik het volledige mysterie van mijn management heb onthuld voor de mens. De mens kent het doel van mijn werk en heeft bovendien begrip gekregen van al mijn mysteries. En ik heb de mens alles verteld over de bestemming waar hij zich zorgen over maakt. Ik heb voor de mens reeds al de mysteries onthuld die voor meer dan 5900 jaar verborgen waren gebleven. Wie is Jehova? Wie is de Messias? Wie is Jezus? Jullie zouden dit allemaal moeten weten. Mijn werk draait om deze namen. Hebben jullie dat begrepen? Hoe moet mijn heilige naam worden verkondigd? Hoe moet mijn naam worden verspreid naar enige natie die door een van mijn namen een beroep op mij heeft gedaan? Mijn werk is in het proces van uitbreiding en ik zal de volheid ervan verspreiden naar elke afzonderlijke natie. Aangezien mijn werk in jullie is uitgevoerd, zal ik jullie slaan net zoals Jehova de herders van het huis van David in Israël sloeg, waardoor jullie worden verspreid onder elke natie. Want in de laatste dagen zal ik alle naties in gruzelementen slaan en ervoor zorgen dat hun volkeren opnieuw worden verdeeld. Als ik weer terugkom, zullen de naties al verdeeld zijn volgens de grenzen die zijn vastgesteld door mijn brandende vlammen. In die tijd zal ik mijzelf opnieuw manifesteren aan de mensheid als de verzengende zon, mijzelf openlijk aan hen tonen in het beeld van de Heilige die ze nooit hebben gezien, terwijl ze door de talrijke landen wandelen, precies zoals ik, Jehova, eens tussen de Joodse stammen wandelde. Vanaf dat moment zal ik de mensheid in hun leven op aarde leiden. Daar zullen zij zeker mijn glorie zien en zij zullen zeker ook een wolkkolom in de lucht zien om hen in hun leven te leiden, want ik zal op heilige plaatsen verschijnen. De mens zal mijn dag van gerechtigheid zien en ook mijn glorieuze manifestatie. Dat zal gebeuren wanneer ik de hele aarde zal regeren en mijn vele zonen in heerlijkheid zal brengen. Overal op aarde zullen mensen buigen en mijn tabernakel zal stevig worden opgericht te midden van de mensheid, op de rots van het werk dat ik vandaag uitvoer. Mensen zullen mij ook in de tempel dienen. Het altaar, bedekt met smerige en walgelijke dingen, zal ik in stukken slaan en opnieuw opbouwen. Pasgeboren lammeren en kalveren zullen op het heilige altaar worden gestapeld. Ik zal de tempel van heden afbreken en een nieuwe bouwen. De tempel die nu staat, vol met afschuwelijke mensen, zal instorten en die ik bouw zal gevuld worden met dienaren die loyaal zijn aan mij. Ze zullen opnieuw opstaan en mij dienen voor de glorie van mijn tempel. Jullie zullen zeker de dag zien waarop ik grote glorie zal ontvangen en jullie zullen zeker ook de dag zien wanneer ik de tempel neerhaal en een nieuwe bouw. Ook zullen jullie met zekerheid de dag van de komst van mijn tabernakel in de mensenwereld zien. Zo zal ik mijn tabernakel in de mensenwereld brengen, wanneer ik de tempel verpletter, net zoals zij mijn neerdaling aanschouwen. Nadat ik alle naties heb verbrijzeld, zal ik hen opnieuw bijeen vergaren. Ik zal vanaf die tijd mijn Tempel bouwen en mijn altaar oprichten, zodat allen mij offers kunnen brengen, mij kunnen dienen in mijn tempel en trouw toegewijd kunnen zijn aan mijn werk onder de heidense naties. Zij zullen gelijk zijn aan de Israëlieten van tegenwoordig, getooid met een priesterlijk kleed en kroon, met de glorie van mij, Jehova, in hun midden en mijn majesteit die over hen zweeft en bij hen blijft. Mijn werk onder de heidense naties zal ook op dezelfde manier worden uitgevoerd. Zoals mijn werk in Israël was, zo zal mijn werk onder de heidense naties zijn, omdat ik mijn werk in Israël zal uitbreiden en het zal verspreiden naar de naties van de heidenen.

uit ‘Het werk van het verspreiden van het evangelie is ook het werk van de redding van de mens’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 219

Dit is de tijd waarin mijn Geest grote dingen bewerkstelligt en de tijd waarin ik mijn werk onder de heidense naties begin. Sterker nog, het is de tijd waarin ik alle geschapen wezens classificeer en ze allemaal in hun categorie plaats, zodat mijn werk sneller en effectiever kan verlopen. En wat ik dus van jullie vraag is nog steeds dat je je gehele wezen opoffert voor al mijn werk en bovendien dat je duidelijk onderscheid moet maken en zeker moet zijn van al het werk dat ik in je gedaan heb en dat je al je kracht in mijn werk stopt zodat het effectiever kan worden. Dit is wat je moet begrijpen. Zie af van vechten onder elkaar, van zoeken naar een weg terug en van het najagen van vleselijke gemakken, wat mijn werk zou vertragen en je prachtige toekomst zou verpesten. Als je zoiets doet, breng je vernietiging over jezelf heen, in plaats van jezelf bescherming te kunnen bieden. Zou dit niet dwaas van je zijn? Hetgeen je vandaag gretig geniet, is juist wat je toekomst verwoest, terwijl de pijn die je vandaag de dag lijdt, precies datgene is wat je beschermt. Je moet je duidelijk bewust zijn van deze dingen, om de verleidingen, waarvan je je moeilijk kunt losmaken, te ontwijken en te vermijden dat je verloren raakt in de dichte mist en niet in staat bent de zon te vinden. Wanneer de dichte mist verdwijnt, zul je jezelf aantreffen in het oordeel van de grote dag. Tegen die tijd zal mijn dag de mensheid genaderd zijn. Hoe ontsnap je aan mijn oordeel? Hoe kun je de verzengende hitte van de zon verdragen? Wanneer ik mijn overvloed aan de mens schenk, koestert hij deze niet in zijn boezem, maar werpt deze terzijde op een plaats waar niemand deze zal opmerken. Wanneer mijn dag op de mens neerdaalt, zal hij niet langer in staat zijn mijn overvloed te ontdekken of de bittere woorden van waarheid te vinden die ik lang geleden tot hem heb gesproken. Hij zal jammeren en huilen, omdat hij de helderheid van het licht heeft verloren en in duisternis is beland. Wat jullie vandaag zien, is slechts het scherpe zwaard van mijn mond. Jullie hebben de roede niet gezien in mijn hand of de vlam waarmee ik de mens verbrand en daarom zijn jullie nog steeds hoogmoedig en onmatig in mijn aanwezigheid. Dat is waarom jullie nog steeds met mij in mijn huis vechten, en betwisten met de menselijke tong wat ik met mijn mond heb gesproken. De mens vreest mij niet en hoewel hij tot op de dag van vandaag nog steeds vijandig tegenover mij is, is hij nog steeds helemaal niet bang. Jullie hebben de tong en de tanden van de onrechtvaardigen in jullie monden. Jullie woorden en daden zijn zoals die van de slang die Eva verleidde om te zondigen. Jullie eisen van elkaar oog om oog en tand om tand en jullie wedijveren in mijn aanwezigheid om positie, roem en winst voor jezelf te bewerkstelligen, maar jullie weten niet dat ik in het verborgene naar jullie woorden en daden kijk. Voordat jullie zelfs in mijn tegenwoordigheid komen, heb ik de bodem van jullie harten gepeild. De mens wil altijd aan de greep van mijn hand ontsnappen en de waarneming van mijn ogen ontwijken, maar ik ben nooit weggedoken voor zijn woorden of daden. In plaats daarvan sta ik doelbewust toe dat die woorden en daden mijn ogen binnendringen, zodat ik de ongerechtigheid van de mens kan tuchtigen en een oordeel kan vellen over zijn rebellie. Zodoende blijven de verborgen woorden en daden van de mens altijd voor mijn rechterstoel, en mijn oordeel heeft de mens nooit verlaten, omdat zijn rebellie te buitensporig is. Mijn werk is om alle woorden en daden van de mens, die werden geuit en verricht in de tegenwoordigheid van mijn Geest, te verbranden en te zuiveren. Op deze manier[a] zullen mensen, wanneer ik de aarde verlaat, nog steeds hun loyaliteit aan mij behouden en zullen ze mij nog dienen zoals mijn heilige dienaren doen in mijn werken en het mogelijk maken om mijn werk op aarde te laten doorgaan tot de dag dat het voltooid is.

uit ‘Het werk van het verspreiden van het evangelie is ook het werk van de redding van de mens’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Voetnoot:

a. De oorspronkelijke tekst bevat niet de zinsnede: ‘Op deze manier’.


Dagelijkse woorden van God Fragment 220

Hebben jullie gezien wat voor werk God tot stand zal brengen in deze groep mensen? God heeft eens gezegd dat mensen Zijn woorden zelfs tot in het Duizendjarig Koninkrijk moeten blijven volgen. Gods woorden zullen het leven van de mens ook in de toekomst rechtstreeks in het goede land Kanaän leiden. Toen Mozes in de wildernis was, instrueerde God hem en sprak Hij rechtstreeks tot hem. God zond vanuit de hemel voedsel, water en manna waar de mens van kon smullen en dat is vandaag de dag nog steeds zo: God heeft persoonlijk dingen omlaag gezonden die de mens tot zijn genot kan eten en drinken. Hij heeft ook persoonlijk vloeken doen neerkomen om mensen te kastijden. God voert elke stap van Zijn werk aldus persoonlijk uit. Mensen zien tegenwoordig reikhalzend uit naar gebeurtenissen. Ze proberen tekenen en wonderen te zien en al die mensen blijven mogelijk verlaten achter, want het werk van God wordt steeds werkelijker. Niemand weet dat God uit de hemel is neergedaald. Ze beseffen nog steeds niet dat God voedsel en dranken uit de hemel heeft gezonden. Toch bestaat God werkelijk en de hartverwarmende taferelen van het Duizendjarig Koninkrijk die mensen zich voorstellen, zijn ook de persoonlijke uitingen van God. Dit is een feit en alleen dit is met God op aarde regeren. Met God op aarde regeren heeft betrekking op het vlees. Wat niet van het vlees is, is niet op aarde en daarom is het zo, dat allen die sterk hun best doen om naar de derde hemel te gaan, hier tevergeefs mee bezig zijn. Op een dag, wanneer het hele universum tot God terugkeert, zal de kern van Zijn werk door de kosmos heen de uitspraken van God volgen. Op andere plaatsen zullen sommige mensen telefoneren, sommigen zullen een vliegtuig nemen of een boot over de zee, en sommigen zullen lasers gebruiken om de woorden van God te ontvangen. Iedereen zal aanbidden en vol verlangen zijn. Ze zullen allemaal dicht bij God komen en tot God samenkomen. Allen zullen God aanbidden en dit alles zal aan Gods daden zijn toe te schrijven. Vergeet dat niet! God zal nooit ergens anders opnieuw beginnen. God zal dit feit tot stand brengen: Hij zal ervoor zorgen dat alle mensen in het hele universum voor Hem komen te staan en de God op aarde zullen vereren. Zijn werk in andere plaatsen zal ophouden en mensen zullen gedwongen worden om de ware weg te zoeken. Het zal zijn zoals bij Jozef: iedereen kwam bij hem om voedsel en boog zich voor hem neer, want hij had eten. Mensen zullen gedwongen worden de ware weg te zoeken om hongersnood te vermijden. De hele religieuze gemeenschap zal ernstige honger lijden en alleen de God van het heden is de bron van levend water, in het bezit van de eeuwig stromende bron tot vreugde van de mens, en mensen zullen komen en zich op Hem verlaten. Dat zal zijn wanneer de daden van God geopenbaard zullen worden en God verheerlijkt wordt; alle mensen in het hele universum zullen deze onopvallende “man” vereren. Zal dit niet de dag van Gods heerlijkheid zijn? Op een dag zullen oude voorgangers telegrammen versturen en op zoek zijn naar het water uit de bron van levend water. Ze zullen op leeftijd zijn, maar toch zullen ze deze man, die ze veracht hebben, komen vereren. In hun mond zal erkenning zijn en in hun hart vertrouwen – is dit geen teken en geen wonder? De dag waarop het hele koninkrijk zich verheugt is de dag van Gods heerlijkheid en wie ook tot jullie komt en Gods goede nieuws ontvangt, zal door God worden gezegend. God zal deze landen en deze mensen zegenen en voor ze zorgen. De toekomstige koers is als volgt: degenen die de woorden uit Gods mond krijgen, zullen een pad ter bewandeling op aarde hebben en degenen die zonder Gods woord zijn, of ze nu zakenlieden, wetenschappers, leerkrachten of industriëlen zijn, zullen heel veel moeite hebben om zelfs maar één stap te zetten, en zullen gedwongen worden om de ware weg te zoeken. Dat wordt er bedoeld met: “Met de waarheid wandel je over de hele wereld, zonder de waarheid kom je nergens.” De feiten zijn als volgt: God zal de Weg (oftewel al Zijn woorden) gebruiken om het hele universum te gebieden en de mensheid te besturen en te overwinnen. Mensen hopen altijd op een grote wisseling in de werkwijze van God. Om het duidelijk te zeggen: God bestuurt mensen door middel van woorden en jullie moeten doen wat Hij zegt, of je dat nu wilt of niet. Dit is een objectief feit, dat iedereen moet gehoorzamen. Het is dan ook onverbiddelijk en bij allen bekend.

uit ‘Het Duizendjarig Koninkrijk is gekomen’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 221

Gods woorden zullen zich verspreiden naar talloze huizen. Ze zullen iedereen bekend worden en alleen dan zal Zijn werk zich in het hele universum verspreiden. Dat wil zeggen, wil Gods werk zich in het hele universum verspreiden, dan moeten Zijn woorden verspreid worden. Op de dag van Gods heerlijkheid zullen Gods woorden hun kracht en gezag tonen. Al Zijn woorden sinds mensenheugenis tot op heden zullen bewaarheid en vervuld worden. Zo zal God op aarde heerlijkheid toekomen. Dat wil zeggen: Zijn woorden zullen op aarde regeren. Allen die goddeloos zijn, zullen door de woorden in Gods mond getuchtigd worden. Allen die rechtvaardig zijn, zullen door de woorden in Zijn mond gezegend worden. En alles zal door de woorden in Zijn mond tot stand worden gebracht en vervolmaakt worden. Hij zal geen tekenen of wonderen tonen. Alles zal door Zijn woorden tot stand worden gebracht en Zijn woorden zullen feiten voortbrengen. Iedereen op aarde zal Gods woorden vieren. Alle mensen, groot of klein, man of vrouw, oud of jong, zullen zich aan de woorden van God onderwerpen. Gods woorden verschijnen in het vlees, zodat mensen ze op aarde kunnen zien, levendig en levensecht. Dat wordt er bedoeld met het Woord dat vlees wordt. God is voornamelijk op aarde gekomen om “het vleesgeworden Woord” te bewerkstelligen. Dat wil zeggen: Hij is gekomen zodat Zijn woorden vanuit het vlees zullen uitgaan (niet zoals in de tijd van Mozes in het Oude Testament, toen God rechtstreeks vanuit de lucht sprak). Daarna zullen al Zijn woorden vervuld worden tijdens het Tijdperk van het Duizendjarig Koninkrijk. Ze zullen voor de ogen van mensen zichtbare feiten worden, en mensen zullen ze zonder enig verschil met eigen ogen aanschouwen. Dit is de opperste betekenis van Gods vleeswording. Dat wil zeggen: het werk van de Geest wordt volbracht door het vlees en door woorden. Dit is de ware betekenis van “het vleesgeworden Woord” en “de verschijning van het Woord in het vlees”. Alleen God kan de wil van de Geest spreken en alleen God in het vlees kan namens de Geest spreken. De woorden van God worden duidelijk in de vleesgeworden God en iedereen wordt er verder door geleid. Niemand is uitgezonderd, iedereen bestaat binnen dit opzicht. Alleen uit deze woorden kunnen mensen tot kennis komen. Mensen die niet op deze manier kennis verkrijgen, zijn aan het dagdromen als ze menen dat ze woorden uit de hemel kunnen ontvangen. Zo is het gezag dat van het vlees van de vleesgeworden God uitgaat: allen tot geloof brengen. Zelfs de meest eerbiedwaardige experts en religieuze voorgangers kunnen deze woorden niet spreken. Ze moeten zich er allemaal aan onderwerpen en niemand kan opnieuw beginnen. God zal woorden gebruiken om het universum te overwinnen. Dat zal Hij niet doen door Zijn vleesgeworden vlees, maar door de uitspraken uit de mond van de vleesgeworden God te gebruiken om alle mensen in het hele universum te overwinnen. Alleen dit is het vleesgeworden Woord en alleen dit is de verschijning van het Woord in het vlees. Misschien schijnt het mensen toe dat God niet veel werk heeft gedaan – maar God hoeft slechts Zijn woorden te uiten om mensen volkomen te overtuigen en versteld te doen staan. Mensen schreeuwen en gillen als er geen feiten zijn. Met de woorden van God vallen ze stil. God zal dit feit zeker bewerkstelligen, want dit is Gods reeds lang gemaakte plan: de komst van het Woord op aarde bewerkstelligen. Ik hoef het eigenlijk niet uit te leggen: de komst van het Duizendjarig Koninkrijk op aarde is de komst van Gods woorden op aarde. Het neerdalen van het nieuwe Jeruzalem uit de hemel is de komst van Gods woorden om onder de mens te leven, om alle daden van de mens en al zijn diepste gedachten te vergezellen. Dit is ook het feit dat God wil bewerkstelligen en het prachtige tafereel van het Duizendjarig Koninkrijk. Dit is het door God gemaakte plan: Zijn woorden zullen duizend jaar lang op aarde verschijnen, al Zijn daden manifesteren en al Zijn werk op aarde voltooien. Daarna zal deze fase van de mensheid tot een einde komen.

uit ‘Het Duizendjarig Koninkrijk is gekomen’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 222

Wanneer Sinim op aarde wordt verwezenlijkt – wanneer het koninkrijk wordt verwezenlijkt – zal er geen oorlog meer zijn op aarde, zullen er nooit meer hongersnoden, pestilentiën en aardbevingen zijn, zullen mensen geen wapens meer produceren, zal iedereen in vrede en stabiliteit leven en zullen zowel mensen als landen normaal met elkaar omgaan. Toch lijkt het heden hier in de verte niet op. Alles onder de hemel is in chaos, in elk land beginnen zich geleidelijk aan staatsgrepen voor te doen. Als God Zijn stem laat horen, veranderen mensen geleidelijk en wordt elk land intern langzaam uiteengescheurd. De stabiele fundamenten van Babylon beginnen te schudden, zoals een kasteel dat tot de hemel reikt. Met de veranderende wil van God treden er enorme veranderingen op die de wereld niet opmerkt en verschijnen er op ieder moment allerlei tekenen, waaraan mensen kunnen zien dat de laatste dag van de wereld is aangebroken! Dit is Gods plan, dit zijn de stappen waarmee Hij werkt en elk land zal zeker uiteen worden gereten, het oude Sodom zal voor de tweede keer worden weggevaagd en aldus zegt God: “De wereld valt! Babylon is verlamd!” Niemand dan God Zelf kan dit volledig begrijpen; het besef van de mens is immers beperkt. De ministers van binnenlandse zaken weten bijvoorbeeld wel dat de huidige omstandigheden instabiel en chaotisch zijn, maar zij zijn niet in staat om er iets aan te doen. Zij kunnen de rit alleen uitzitten met hoop in hun hart dat ze eens het hoofd kunnen opheffen, smachtend dat de dag zal aanbreken wanneer de zon weer in het oosten opkomt, over het land schijnt en deze miserabele stand van zaken ten goede keert. Ze hebben echter geen idee dat wanneer de zon voor de tweede keer opkomt dat niet is om de oude orde te herstellen, maar om op te krabbelen en grondige verandering te bewerkstelligen. Aldus is Gods plan voor het hele universum. Hij zal een nieuwe wereld bewerkstelligen, maar Hij zal bovenal eerst de mens vernieuwen.

uit ‘Hoofdstukken 22 en 23’ van ‘Interpretaties van de mysteriën van Gods woorden aan het hele universum’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 223

In de wereld zijn aardbevingen het begin van rampspoed. Eerst laat ik de wereld, de aarde, veranderen. Dat wordt gevolgd door epidemieën en hongersnoden. Dat is mijn plan, dat zijn mijn stappen, en ik zal alles mobiliseren om mij te dienen, om mijn managementplan te verwezenlijken. Zo zal de gehele universum-wereld worden vernietigd, zelfs zonder mijn directe tussenkomst. Toen ik voor het eerst vlees werd en aan het kruis genageld werd, schudde de aarde hevig; zo zal het ook aan het einde zijn. Aardbevingen zullen zich voordoen vanaf het moment dat ik de spirituele wereld vanuit het vlees binnenga. Ik zeg daarom dat de eerstgeborenen absoluut niet zullen lijden onder rampspoed. Mensen die niet tot deze eerstgeborenen behoren zullen echter in de rampspoed achterblijven en wel lijden. Daarom wil elk mens een eerstgeborene zijn. In hun voorgevoel wil men dit; niet om zegeningen te ervaren, maar om te kunnen ontsnappen aan het lijden onder rampspoed. Dat is ook het plan van de grote rode draak. Maar ik zal hem nooit laten wegkomen. Ik zal hem mijn zware straf laten ondergaan en hem dan nog laten opstaan en mij laten dienen (dit verwijst naar het compleet maken van mijn zonen en mijn volk); laat hij voor altijd door zijn eigen intriges bedrogen worden, voor altijd mijn oordeel accepteren en voor altijd mijn vuur aanvaarden. Dit is de ware betekenis van het mij laten prijzen door dienstdoeners (hen gebruiken om mijn grote macht te openbaren). Ik zal de grote rode draak niet toestaan mijn koninkrijk binnen te sluipen, en ik zal de grote rode draak het recht niet gunnen om mij te prijzen! (Want hij is dat niet waard, nee nooit waard!) Ik zal hem mij slechts laten dienen tot in eeuwigheid! Ik zal hem zich slechts voor mij in het stof laten werpen. (Degenen die vernietigd worden zijn beter af dan degenen die verdoemd zijn. Vernietiging is slechts een tijdelijke zware straf, maar degenen die verdoemd zijn zullen voor altijd lijden onder zware bestraffingen; daarom maak ik gebruik van ‘prosterneren’. Omdat deze mensen mijn huis binnensluipen en veel van mijn genade ervaren en enige kennis van mij hebben, pas ik zware bestraffingen toe. Van degenen die buiten mijn huis zijn zou je kunnen zeggen dat deze onwetenden niet zullen lijden.) Naar de opvatting van mensen zijn degenen die vernietigd worden slechter dan degenen die verdoemd zijn, maar integendeel: degenen die verdoemd zijn moeten voor altijd zwaar worden gestraft, maar degenen die vernietigd worden zullen voor altijd tot niets terugkeren.

uit ‘Hoofdstuk 108’ van ‘Uitspraken van Christus aan het begin’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 224

Als het saluut voor het koninkrijk luidt – wat ook het moment is dat de zeven donderslagen klinken – brengt dit geluid hemel en aarde in beroering, laat het hele firmament schudden en raakt het bij alle mensen de gevoelige snaar. Een volkslied van het koninkrijk wordt ceremonieel aangeheven in het land van de grote rode draak, wat bewijst dat ik het land van de grote rode draak heb vernietigd en mijn koninkrijk heb gevestigd. En, belangrijker nog, dat mijn koninkrijk op aarde is gevestigd. Op dit moment begin ik mijn engelen naar iedere natie in de wereld uit te zenden om mijn zonen, mijn volk te hoeden. Dit doe ik ook omdat het nodig is voor de volgende stap van mijn werk. Maar ik ga zelf naar de plek waar de grote rode draak opgekruld ligt om de strijd met hem aan te gaan. En als de hele mensheid mij vanuit het vlees leert kennen en mijn daden vanuit het vlees kan zien, zal het hol van de grote rode draak tot as vergaan en spoorloos verdwijnen. Aangezien jullie, het volk van mijn koninkrijk, de grote rode draak tot op het bot verafschuwen, moeten jullie mijn hart geruststellen met jullie daden en de draak zo te schande maken. Voelen jullie echt haat voor de grote rode draak? Voelen jullie echt dat het de vijand van de Koning van het koninkrijk is? Vertrouwen jullie er echt op dat jullie geweldig van mij kunnen getuigen? Vertrouwen jullie er echt op dat jullie de grote rode draak kunnen verslaan? Dat is wat ik van jullie vraag. Ik vraag alleen of jullie zover kunnen gaan. Kunnen jullie dat? Vertrouwen jullie erop dat jullie dat kunnen bereiken? Waartoe is de mens in staat? Is het niet eerder zo, dat ik het zelf doe? Waarom zeg ik dat ik zelf naar de plek afdaal waar de strijd wordt aangegaan? Wat ik wil, is jullie vertrouwen, niet je daden. Mensen kunnen mijn woorden niet op een rechtstreeks manier ontvangen, maar ze kunnen alleen gluren van opzij. En hebben jullie zo het doel bereikt? Hebben jullie mij zo leren kennen? Om eerlijk te zijn, van alle mensen op aarde is er niet één die mij recht in het gezicht kan aankijken, niet één die de pure en onvervalste betekenis van mijn woorden kan ontvangen. Daarom heb ik een ongekend project in gang gezet op aarde, zodat ik mijn doel kan bereiken en een ware gelijkenis van mijzelf in het hart van de mensen kan vestigen en zo de periode tot een einde kan brengen waarin ideeën de macht hebben over de mens.

Ik daal nu niet alleen neer op de natie van de grote rode draak, ik keer mijn gezicht ook naar het hele universum, zodat het hele firmament schudt. Is er één plek die aan mijn oordeel ontsnapt? Is er één plek die niet bestaat onder de plagen die ik naar beneden werp? Waar ik ook ga, overal heb ik rampen in alle soorten gezaaid. Dit is een van de manieren waarop ik werk, en zonder twijfel is dit een reddingsactie voor de mens, en wat ik hem aanreik is nog steeds een soort liefde. Ik wil ervoor zorgen dat zelfs meer mensen mij leren kennen, mij kunnen zien, en zo God leren eren, die ze al zovele jaren niet hebben gezien, maar die nu wel reëel is. Waarom heb ik de wereld geschapen? Waarom heb ik, toen de mensheid verdorven werd, haar niet helemaal vernietigd? Waarom leeft het hele menselijke ras met plagen? Waarom heb ik zelf het vlees aangetrokken? Als ik mijn werk doe, kent de mensheid zowel de smaak van bitter als zoet. Van alle mensen op de wereld, wie leeft er niet in mijn genade? Als ik de mensen niet had begiftigd met tastbare zegeningen, wie zou er dan van een toereikende voorraad in de wereld kunnen genieten? Maar jullie je plaats als mijn volk laten innemen, is niet de enige zegen, of wel soms? Stel dat jullie mijn volk niet waren, maar gewoon dienstdoeners, zouden jullie dan niet in mijn zegen leven? Niemand van jullie kan zich voorstellen waar mijn woorden vandaan komen. Mensen, in plaats van de titels te koesteren die ik hen geschonken heb, wekken velen van hen boosheid op in hun hart vanwege de titel ‘dienstdoener’ en vanwege de titel ‘mijn volk’ kweken ze liefde voor mij in hun hart. Niemand mag mij voor de gek proberen te houden; mijn ogen zien alles! Wie van jullie ontvangt bereidwillig, wie van jullie geeft zijn volledige gehoorzaamheid? Als het saluut niet zou luiden, zouden jullie dan echt tot het einde toe kunnen gehoorzamen? Waar de mens toe in staat is, wat de mens kan denken, hoe ver hij kan gaan – dat heb ik allemaal al lang geleden voorbestemd.

uit ‘Hoofdstuk 10’ van ‘Gods woorden aan het hele universum’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 225

Ondanks het feit dat de bouw van het koninkrijk formeel van start is gegaan, moet het saluut voor het koninkrijk formeel nog worden uitgebracht – nu is het nog maar een profetie van wat te komen staat. Als alle mensen compleet gemaakt zijn en alle naties op aarde het koninkrijk van Christus zijn geworden, dan is de tijd aangebroken waarin de zeven donderslagen klinken. De dag van vandaag is een flinke stap in de richting van dat stadium, de aanval op de komende tijd is ingezet. Dit is Gods plan – het zal gerealiseerd worden in de nabije toekomst. Maar God heeft alles al bereikt wat Hij zei. Zo blijkt dat de naties op aarde slechts zandkastelen zijn die schudden onder de naderende vloed: de laatste dag is ophanden en de grote rode draak zal geveld worden door Gods woord. Om ervoor te zorgen dat Gods plan succesvol wordt uitgevoerd zijn de engelen uit de hemel naar de aarde afgedaald en doen zij hun uiterste best om God tevreden te stellen. De vleesgeworden God heeft Zichzelf op het slagveld ingezet om oorlog te voeren met de vijand. Overal waar de incarnatie verschijnt wordt de vijand op die plaats vernietigd. China zal als eerste vernietigd worden, verwoest door de hand van God. God zal genadeloos optreden tegen China. Je kunt het bewijs zien van de toenemende instorting van de grote rode draak in de voortdurende ontwikkeling van het volk. Dit kan goed gezien worden door iedereen. De ontwikkeling van het volk is een teken van de ondergang van de vijand. Dit is een stukje uitleg over wat er bedoeld wordt met “de strijd aangaan”. Bij ontelbare gelegenheden herinnerde God de mensen eraan zo een prachtige getuigenis af te leggen voor God om in de harten van de mens de status van opvattingen, de verfoeilijkheid van de grote rode draak, teniet te doen. God gebruikt dit om het geloof van de mens nieuw leven in te blazen, verworvenheden te bereiken in Zijn werk. Dit is omdat God gezegd heeft: “Waartoe is de mens in staat? Is het niet eerder zo, dat ik het zelf doe?” Zo is de hele mensheid. Ze is niet alleen onbekwaam, ze verliest ook snel de moed en is vlug teleurgesteld. Daarom is ze niet in staat om God te kennen. God laat niet alleen het geloof van de mens herleven, heimelijk doordrenkt Hij de mens ook nog onafgebroken met kracht.

Toen begon God het hele universum toe te spreken. God startte niet alleen Zijn nieuwe werk in China, Hij begon het huidige nieuwe werk in het universum. In dit stadium van het werk, omdat God al Zijn daden over de hele wereld wil openbaren zodat de hele mensheid die Hem verraden heeft zich weer in overgave voor Zijn troon zal neerbuigen, is er dus binnen het oordeel van God plaats voor Gods mededogen en liefde. God gebruikt de huidige gebeurtenissen in de wereld als gelegenheid om de mensen in paniek te laten raken en hen aan te sporen God te zoeken, zodat ze terug kunnen stromen en voor Hem kunnen staan. Zo zegt God: “Dit is een van de manieren waarop ik werk, en zonder twijfel is dit een reddingsactie voor de mens, en wat ik hem aanreik is nog steeds een soort liefde.”

uit ‘Hoofdstuk 10’ van ‘Interpretaties van de mysteriën van Gods woorden aan het gehele universum’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 226

Ik wend mijn gezag op de aarde aan en ontvouw mijn werk in zijn geheel. Alles in mijn werk wordt weerspiegeld op het aardoppervlak. De mensheid heeft op aarde nooit mijn bewegingen in de hemel kunnen vatten, noch de banen en paden van mijn Geest uitputtend kunnen overpeinzen. Veruit de meeste mensen vatten alleen de details die buiten de geest liggen. Ze zijn niet in staat om de feitelijke toestand van de geest te begrijpen. De eisen die ik aan de mensheid stel, komen niet van de vage ik die in de hemel is, of van de onvoorstelbare ik die op de aarde is. Ik stel gepaste eisen volgens de gestalte van de mens op aarde. Ik heb nooit iemand in moeilijkheden gebracht en evenmin ooit iemand gevraagd om ‘zijn bloed uit te gieten’ voor mijn welbehagen. Kan het zijn dat mijn eisen beperkt zijn tot alleen deze omstandigheden? Wie van de talrijke schepselen op aarde onderwerpt zich niet aan de beschikking van de woorden in mijn mond? Wie van deze schepselen kan voor mijn aangezicht verschijnen en niet volledig worden verbrand door mijn woorden en mijn brandende vuur? Wie van deze schepselen durft in trotse verrukking voor mijn aangezicht te paraderen? Wie van deze schepselen buigt zich niet voor mij neer? Ben ik de God die de schepping alleen maar het zwijgen oplegt? Van de legio dingen in de schepping kies ik die dingen die aan mijn intentie voldoen. Van de talrijke mensen die deel uitmaken van de mensheid kies ik wie om mijn hart geeft. Ik kies de beste van alle sterren en voeg daarmee een zwak straaltje licht toe aan mijn koninkrijk. Ik wandel over de aarde en verspreid mijn aangename geur overal en op elke plek laat ik mijn vorm na. Op iedere plek weergalmt het geluid van mijn stem. Mensen blijven overal nostalgisch lang stilstaan bij de prachtige taferelen van gisteren, want de hele mensheid denkt aan het verleden …

De hele mensheid verlangt ernaar om mijn gezicht te zien, maar wanneer ik in eigen persoon naar de aarde afdaal, is iedereen tegen mijn komst. Ze jagen allemaal de komst van het licht weg, alsof ik de vijand van de mens in de hemel ben. De mens begroet mij met een defensieve flikkering in zijn ogen en blijft voortdurend op zijn hoede, ontzettend bang dat ik wellicht andere plannen voor hem heb. Mensen beschouwen mij als een onbekende vriend, daarom hebben zij het gevoel alsof ik de intentie heb om ze lukraak te vermoorden. In de ogen van de mens ben ik een dodelijke tegenstander. De mens heeft mijn warmte weliswaar geproefd ten tijde van rampspoed, maar is zich toch altijd nog niet bewust van mijn liefde. Hij wil mij nog steeds afweren en mij trotseren. Ik ben geenszins van plan om actie tegen hem te ondernemen vanwege deze toestand. Integendeel, ik omring de mens met omhelzende warmte, vul zijn mond met zoetheid en stop het nodige voedsel in zijn maag. Maar wanneer mijn brandende toorn de bergen en rivieren schudt, zal ik de mens wegens zijn lafheid niet langer van deze verschillende vormen van hulp voorzien. Op dat moment zal mijn grimmigheid toenemen en ontzeg ik alle levende wezens een kans om zich te bekeren. Ik zal alle hoop van de mens wegnemen en de vergelding uitdelen die hij zo ruimschoots verdient. Op dat moment zal de donder razen en de bliksem flitsen, alsof de golven van de oceaan woest tekeer gaan, alsof tienduizenden bergen in elkaar storten. De mens wordt als gevolg van haar opstandigheid door de donder en bliksem geveld. Andere schepselen worden door de donderslagen en bliksem weggevaagd. Het hele universum vervalt abrupt tot chaos en de schepping kan de oeradem van het leven niet herstellen. De talloze horden mensen kunnen niet aan het gebulder van de donder ontkomen. Horde na horde mensen valt te midden van bliksemschichten in de kolkende stroom en wordt weggevoerd door krachtige stromingen die van de bergen af gutsen. Plotseling verzamelt zich op de plaats van ‘bestemming’ van de mens een ‘mensenwereld’. Lijken dobberen op het oppervlak van de oceaan. De hele mensheid verwijdert zich ver van mij wegens mijn toorn, want de mens heeft tegen de essentie van mijn Geest gezondigd, zijn opstandigheid heeft mij beledigd. Maar op de plaatsen zonder water genieten andere mensen, met gelach en gezang, nog wel van de zekere beloften die ik aan hen gedaan heb.

Wanneer de hele mensheid tot zwijgen is gebracht, zend ik een straaltje licht uit ter aanschouwing. Daarop worden mensen helder van geest en kijken ze helder uit de ogen. Ze willen niet langer zwijgen en roepen aldus meteen geestelijke gevoelens op in hun hart. Op dat moment wordt de hele mensheid weer tot leven gebracht. Alle mensen zetten hun onuitgesproken grieven opzij en komen voor mijn aangezicht. Ze hebben nog een kans op overleving verdiend door de woorden die ik verkondig. Alle mensen wensen namelijk op de aarde te leven. Maar wie onder hen heeft ooit de intentie gehad omwille van mij te leven? Wie onder hen heeft ooit prachtige dingen in zichzelf ontdekt om mij te behagen? Wie onder hen heeft ooit een verleidelijke geur aan mij bespeurd? Mensen bestaan allemaal uit grof en ongeraffineerd materiaal. Aan de buitenkant lijken ze oogverblindend, maar in hun kern hebben ze mij niet oprecht lief, omdat er in de diepe krochten van het mensenhart namelijk nooit maar een greintje van mij is geweest. De mens schiet te vaak tekort. Vergelijk ik hem met mijzelf, dan lijken we evenveel van elkaar te verschillen als de aarde van de hemel. Toch val ik de mens niet aan op zijn zwakke en kwetsbare plekken, evenmin lach ik hem honend uit vanwege zijn tekortkomingen. Mijn handen zijn al duizenden jaren op aarde aan het werk en al die tijd hebben mijn ogen over de gehele mensheid gewaakt. Toch heb ik nooit ook maar één mensenleven in beslag genomen om er als speelgoed mee te spelen. Ik observeer de pijnen die de mens ten deel zijn gevallen en begrijp de prijs die hij heeft betaald. Terwijl hij voor mij staat, wil ik de mens niet onverhoeds grijpen om hem te tuchtigen en wil ik hem geen onwenselijke dingen aandoen. Integendeel, heel die tijd heb ik alleen maar voor de mens gezorgd en hem van alles gegeven. Heel die tijd dus. En zo is alles wat de mens geniet geheel mijn genade, geheel de overvloed die uit mijn hand voortkomt. Ik ben immers op aarde, daarom heeft de mens nooit de kwellingen van honger hoeven ondergaan. Ik sta de mens juist toe om uit mijn handen datgene te ontvangen waar hij vreugde aan kan beleven en laat de mensheid te midden van mijn zegeningen leven. Leeft de gehele mensheid niet onder mijn tuchtiging? Hebben de mensen die tegenwoordig in mijn woorden leven, enkel omdat er diep in de bergen een overvloed heerst en er een overvloed aan dingen in de wateren te genieten zijn, dan niet des te meer het voedsel dat ze waarderen en proeven? Ik ben op aarde en de mensheid geniet mijn zegeningen op aarde. Wanneer ik de aarde verlaat, is mijn werk voltooid. Op dat moment zal ik naar de mensheid niet langer toegeeflijk zijn waar het hun zwakheid betreft.

uit ‘Hoofdstuk 17’ van ‘Gods woorden aan het hele universum’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 227

Haten jullie de grote rode draak echt? Haten jullie hem echt uit het diepst van jullie hart? Waarom heb ik jullie dat zo vaak gevraagd? Waarom blijf ik jullie deze vraag steeds opnieuw stellen? Welk beeld van de grote rode draak dragen jullie in jullie hart? Is het echt verwijderd? Beschouwen jullie de draak echt niet als jullie vader? Alle mensen zouden mijn bedoeling uit mijn vragen moeten kunnen opmaken. Het is niet mijn bedoeling de mensen boos te maken of in opstand te brengen, en ook niet om ze op eigen initiatief een uitweg te laten vinden, maar om alle mensen de kans te geven zich te bevrijden uit de slavernij van de grote rode draak. Toch hoeft niemand zich zorgen te maken. Alles zal door mijn woorden volbracht worden; geen mens mag deelnemen en geen mens kan het werk doen dat ik zal uitvoeren. Ik zal de luchten van alle landen schoonvegen en ieder spoor van de demonen op aarde uitroeien. Ik ben al begonnen en de eerste stap van mijn tuchtigingswerk zal ik zetten in het nest van de grote rode draak. Zo wordt het duidelijk dat het hele universum aan mijn tuchtiging is onderworpen, en dat de grote rode draak en allerlei soorten onzuivere geesten niet bij machte zullen zijn om aan mijn tuchtiging te ontkomen, want ik observeer alle landen. Als mijn werk op aarde klaar is, dat wil zeggen: als het tijdperk van het oordeel teneinde is gekomen, zal ik de grote rode draak formeel tuchtigen. Mijn volk zal mijn rechtvaardige tuchtiging van de grote rode draak zien, de lof over mijn rechtvaardigheid zal stromen en mijn heilige naam zal voor eeuwig hoog geprezen worden vanwege mijn rechtvaardigheid. Vanaf dat moment zullen jullie je plicht formeel vervullen, mij formeel prijzen in alle landen, voor eeuwig en altijd!

Als het tijdperk van het oordeel zijn hoogtepunt bereikt, zal ik niet haastig mijn werk afmaken, maar verwerk ik het in het bewijs van het tijdperk van de tuchtiging en zal ik mijn hele volk in de gelegenheid stellen om dit bewijs te zien: en dit zal betere vruchten dragen. Dit bewijs is het middel waarmee ik de grote rode draak tuchtig, en ik zal ervoor zorgen dat mijn volk het met eigen ogen ziet, zodat men mijn gezindheid beter leert kennen. De tijd dat mijn volk van mij geniet is wanneer de grote rode draak getuchtigd is. Het is mijn plan het volk van de grote rode draak ertegen in opstand te laten komen. Dit is mijn manier om mijn volk te vervolmaken en het is een geweldige kans voor mijn gehele volk om gedurende het leven te groeien.

uit ‘Hoofdstuk 28’ van ‘Gods woorden aan het hele universum’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 228

Als de heldere maan opkomt, barst plotseling de stille nacht uiteen. Al is de maan aan flarden, de mens voelt zich prima, zit vredig in het maanlicht en kijkt bewonderend naar het prachtige tafereel waar het licht op schijnt. De mens kan zijn emoties niet omschrijven. Het lijkt wel alsof hij zijn verleden wil overdenken, alsof hij vooruit wil kijken naar de toekomst, alsof hij van het heden geniet. Er verschijnt een glimlach op zijn gezicht, en een frisse geur dringt door in de aangename lucht. Er steekt een zacht windje op en de mens ontdekt een rijke geur; hij lijkt wel bedwelmd, hij kan niet opstaan. Dit is precies het moment waarop ik persoonlijk onder de mensen ben gekomen, en de mens ervaart het rijke aroma intensiever, en zo leven alle mensen in deze geur. Ik heb vrede met de mens, hij leeft met mij in harmonie, hij is niet meer afwijkend in zijn respect voor mij, ik snoei zijn tekortkomingen niet meer, het lijden staat niet langer op het aangezicht van de mens te lezen, en de dood bedreigt de hele mensheid niet meer. Vandaag treed ik samen met de mens het tijdperk van de tuchtiging binnen, ik loop verder met de mens aan mijn zijde. Ik doe mijn werk, wat betekent dat ik tussen de mensen in het rond sla met mijn staf en dat deze datgene raakt wat opstandig is in de mens. In de ogen van de mens lijkt mijn staf bijzondere gaven te bezitten: Hij raakt allen die mijn vijand zijn en spaart ze niet gemakkelijk; de staf oefent zijn eigen functie uit jegens allen die tegen mij zijn; allen die in mijn handen zijn vervullen hun taak volgens mijn bedoeling en hebben nooit mijn wens getrotseerd of hun wezen veranderd. Als gevolg zullen de wateren razen, de bergen omvallen, de grote rivieren uiteenvallen, de mens zal altijd aan verandering onderhevig blijven, de zon zal vervagen en de maan verduisteren, de mens zal geen dagen van vredig leven meer kennen, er zullen geen rustige tijden meer zijn op het land, het firmament zal nooit meer kalm en rustig blijven en zal niet langer standhouden. Alles zal vernieuwd worden en zijn oorspronkelijke uiterlijk terugkrijgen. Alle huishoudens op aarde zullen worden verscheurd en alle landen ter wereld zullen in stukken gereten worden; de dagen dat man en vrouw bij elkaar waren zullen voorbij zijn, moeder en zoon zullen elkaar nooit meer ontmoeten, niet langer zullen vader en dochter bijeenkomen. Alles wat op aarde bestond zal door mij worden vernietigd. Ik geef de mensen geen kans hun gevoelens te uiten, want ik heb geen gevoelens, en ik heb in enorme mate een afkeer gekregen van de gevoelens van de mens. Door de gevoelens tussen mensen ben ik terzijde geworpen en zo ben ik in hun ogen een ‘ander’ geworden. Door de gevoelens tussen mensen ben ik vergeten. Door zijn gevoelens grijpt de mens de kans zijn ‘geweten’ op te poetsen. Door zijn gevoelens is de mens mijn tuchtiging altijd moe. Vanwege zijn gevoelens noemt de mens mij oneerlijk en onrechtvaardig en zegt hij dat ik achteloos omspring met zijn gevoelens in wat ik doe. Heb ik ook familie op aarde? Wie heeft er ooit, net als ik, dag en nacht gewerkt zonder aan eten of slaap te denken in het belang van mijn hele managementplan? Hoe zou de mens met God kunnen worden vergeleken? Hoe zou hij verenigbaar kunnen zijn met God? Hoe zou God, die schept, van dezelfde soort kunnen zijn als de mens, die geschapen is? Hoe zou ik altijd samen met de mens op aarde kunnen leven en handelen? Wie maakt zich zorgen om mijn hart? Zijn het de gebeden van de mens? Ooit ging ik ermee akkoord om me bij de mens aan te sluiten – en ja, tot op vandaag de dag heeft de mens onder mijn hoede en bescherming geleefd, maar zal er ooit een dag komen waarop de mens onder mijn hoede uit kan? Al heeft de mens zich nooit met zorgen overladen om mijn hart, wie kan er in een land zonder licht blijven leven? Alleen door mijn zegeningen is de mens tot op heden blijven leven.

uit ‘Hoofdstuk 28’ van ‘Gods woorden aan het hele universum’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 229

Landen bevinden zich in grote chaos omdat de staf van God met zijn rol op aarde is begonnen. Het werk van God kan in de toestand van de aarde herkend worden. Als God zegt: “De wateren zullen razen, de bergen omvallen, de grote rivieren uiteenvallen”, is dit het eerste werk van de staf op aarde, met als gevolg dat “Alle huishoudens op aarde zullen worden verscheurd, en alle naties op aarde uiteen zullen worden gereten; de dagen van de hereniging tussen man en vrouw in het verleden zullen liggen, moeder en zoon elkaar nooit meer zullen ontmoeten, vader en dochter niet langer zullen bijeenkomen. Alles wat op aarde bestond zal door mij worden vernietigd.” Dat zal de algemene toestand van gezinnen op aarde zijn. Het zou natuurlijk niet de toestand van alle gezinnen kunnen zijn, maar het is de toestand van de meeste. Aan de andere kant verwijst het naar de omstandigheden die de mensen uit deze stroming in de toekomst ervaren. Het voorspelt dat als zij de tuchtiging van woorden hebben ondergaan en de ongelovigen aan ramspoed zijn blootgesteld, er geen familierelaties meer zullen zijn tussen de mensen op aarde. Allen zullen dan het volk van Sinim zijn, en allen zullen getrouw zijn in Gods koninkrijk. Aldus, zullen de dagen van hereniging tussen man en vrouw in het verleden liggen, moeder en zoon zullen elkaar nooit meer ontmoeten, vader en dochter zullen niet langer bijeenkomen. En zo worden de gezinnen op aarde verscheurd, in stukken gescheurd, en dit is het eindwerk dat God in de mens verricht. En omdat God dit werk over het universum zal verspreiden, maakt Hij van de gelegenheid gebruik het woord ‘emotie’ uit te leggen aan de mensen. Zo laat Hij ze zien dat het Gods wil is om de gezinnen van alle mensen te verscheuren en dat Hij tuchtiging gebruikt om alle familiegeschillen tussen mensen op te lossen. Als Hij dat niet deed, zou er geen manier zijn om het laatste deel van het werk van God op aarde tot een eind te brengen. Het laatste deel van de woorden van God legt de grootste zwakte van de mensheid bloot − de hele mensheid leeft in de emotie − en God gaat er dus geen enkele uit de weg, Hij toont de verborgen geheimen in de harten van alle mensen. Waarom vinden mensen het zo moeilijk om zich van hun emotie los te maken? Gaat zoiets de normen van het geweten te boven? Kan het geweten de wil van God vervullen? Kan emotie de mens helpen bij tegenslag? In Gods ogen is de emotie Zijn vijand − is dit niet duidelijk gezegd in Gods woorden?

uit ‘Hoofdstuk 28’ van ‘Interpretaties van de mysteriën van Gods woorden aan het gehele universum’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Voetnoot:

a. In de brontekst is “het is precies zoals God zegt” weggelaten.


Dagelijkse woorden van God Fragment 230

Alle woorden van God bevatten een deel van Zijn gezindheid. Gods gezindheid kan niet volledig in woorden worden uitgedrukt, wat afdoende aantoont hoeveel rijkdom er wel niet in Hem is. Wat mensen kunnen zien en aanraken is immers beperkt, net als het menselijke vermogen. Hoewel Gods woorden duidelijk zijn, zijn mensen niet in staat ze volledig te begrijpen. Neem bijvoorbeeld deze woorden: “In een bliksemschicht wordt de werkelijke vorm van elk dier blootgelegd. Ook de mensheid, geïllumineerd door mijn licht, heeft de heiligheid die ze ooit bezat herwonnen. Oh, dat de verdorven wereld van het verleden eindelijk in het vuile water is geworpen en, zinkend naar de bodem, is opgelost in modder!” Alle woorden van God bevatten Zijn wezen, en hoewel alle mensen zich bewust zijn van deze woorden, heeft niemand ooit de betekenis ervan gekend. In Gods ogen zijn allen die zich tegen Hem verzetten Zijn vijanden, dat wil zeggen: zij die de kwaadaardige geesten toebehoren zijn beesten. Op basis hiervan kan men de ware gesteldheid van de kerk observeren. Alle mensen worden geïllumineerd door Gods woorden, en in dit licht onderzoeken ze zichzelf zonder dat anderen hun de les lezen, hen kastijden of hen rechtstreeks verdrijven, zonder dat ze gehouden zijn aan andere menselijke handelswijzen en zonder dat anderen dingen aanwijzen. Vanuit het ‘microscopische perspectief’ zien ze heel duidelijk hoeveel ziekte er werkelijk in hen zit. In Gods woorden wordt elke soort geest gerubriceerd en onthuld in zijn oorspronkelijke vorm. De geesten van engelen worden meer geïllumineerd en verlicht, vandaar Gods woorden: “De mensheid [heeft] de heiligheid die ze ooit bezat herwonnen.” Deze woorden zijn gebaseerd op het uiteindelijke resultaat dat God bereikt. Voorlopig kan dit resultaat natuurlijk nog niet volledig worden bereikt – het is maar een voorproefje, waaruit Gods wil blijkt. Deze woorden tonen afdoende aan dat een groot aantal mensen uit elkaar zal vallen binnen Gods woorden en verslagen zal worden in het geleidelijke proces van de heiliging van alle mensen. Hier spreekt “[het] is opgelost in modder” niet tegen dat God de wereld met vuur vernietigt, en “bliksemschicht” slaat op de toorn van God. Wanneer God Zijn grote toorn uitstort, zal de hele wereld als gevolg daarvan allerlei rampen ondervinden, zoals het uitbarsten van een vulkaan. Hoog in de hemel staand valt te zien dat op aarde allerlei soorten rampspoed op de hele mensheid afkomen en elke dag dichterbij komen. Van hoog boven naar beneden kijkend is op aarde een verscheidenheid aan taferelen te zien, zoals de taferelen die aan een aardbeving voorafgaan. Vloeibaar vuur verplaatst zich snel en ongecontroleerd, lava vloeit vrijuit, bergen verschuiven en over alles fonkelt een koud licht. De hele wereld is in het vuur gezonken. Dit is het tafereel van God die Zijn toorn de vrije loop laat, en het is de tijd van Zijn oordeel. Niemand die van vlees en bloed is zal kunnen ontsnappen. Zo zullen er geen oorlogen tussen landen en conflicten tussen mensen nodig zijn om de hele wereld te vernietigen; in plaats daarvan zal de wereld ‘bewust genieten’ binnen de wieg van Gods tuchtiging. Niemand zal kunnen ontsnappen; alle mensen moeten deze beproeving doorstaan, een voor een. Daarna zal het volledige heelal opnieuw sprankelen van heilige glans, en de hele mensheid zal opnieuw een nieuw leven beginnen. En God zal rusten boven het heelal en zal de hele mensheid elke dag zegenen. De hemel zal niet ondraaglijk verlaten zijn, maar zal de levenskracht herwinnen die de hemel niet heeft gekend sinds de schepping van de wereld, en de komst van de ‘zesde dag’ zal zijn wanneer God een nieuw leven begint. God en de mensheid zullen allebei in rust treden en het heelal zal niet langer troebel of vuil zijn, maar zal vernieuwd worden. Dit is waarom God heeft gezegd: “De aarde is niet langer dodelijk rustig en stil, de hemel niet langer troosteloos en verdrietig.” In het hemelse koninkrijk is er nooit sprake geweest van onrechtvaardigheid of menselijke gevoelens, of ook maar iets van de verdorven gezindheid van de mensheid, omdat Satans verstoring hier niet aanwezig is. ‘Mensen’ kunnen allemaal Gods woorden begrijpen, en het leven in de hemel is een leven vol vreugde. Iedereen in de hemel heeft wijsheid en de waardigheid van God.

uit ‘Hoofdstuk 18’ van ‘Interpretaties van de mysteriën van Gods woorden aan het gehele universum’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Dagelijkse woorden van God Fragment 231

Men kan stellen dat alle uitspraken van vandaag over toekomstige zaken profeteren; deze uitspraken zijn de manier waarop God regelingen treft voor de volgende stap van Zijn werk. God heeft Zijn werk in de mensen van de kerk bijna voltooid. Daarna zal Hij in alle woede verschijnen voor alle mensen. Zoals God zegt: “Ik zal de mensen op aarde mijn daden laten erkennen. Mijn daden zullen voor ‘de rechterstoel’ worden bewezen, zodat zij worden erkend door alle mensen op aarde, die zich er aan zullen onderwerpen.” Heb je iets opgemerkt in deze woorden? Hierin ligt de samenvatting van het volgende deel van Gods werk. Ten eerste zal God alle waakhonden die politieke macht uitoefenen oprecht overtuigen. Hij zal ervoor zorgen dat ze zich uit eigen beweging terugtrekken van het toneel van de geschiedenis, nooit meer om status vechten en zich nooit meer inlaten met plannetjes en intriges. Dit werk moet via God worden verricht door verschillende rampen op aarde op te wekken. Maar het is geenszins het geval dat God zal verschijnen. In deze tijd zal de natie van de grote rode draak nog steeds een land van vuilheid zijn. Daarom zal God niet verschijnen, maar alleen maar door tuchtiging tevoorschijn komen. Zo is de rechtvaardige gezindheid van God, waaraan niemand kan ontkomen. Gedurende deze tijd zal iedereen die in de natie van de grote rode draak woont met rampspoed te maken krijgen, en hieronder valt natuurlijk ook het koninkrijk op aarde (de kerk). Dit is precies het moment waarop de feiten boven tafel komen. Zo wordt het door alle mensen ervaren en kan niemand ontsnappen. Dit is door God voorbestemd. Het is precies vanwege deze stap van het werk dat God zegt: “Dit is het moment om grootse plannen uit te voeren.” Omdat er in de toekomst geen kerk op aarde zal zijn, en vanwege de komst van rampspoed, zullen mensen alleen kunnen denken aan wat ze vóór zich zien en alle andere dingen negeren, en zal het hun moeilijk vallen om van God te genieten te midden van rampspoed. Daarom wordt mensen gevraagd om God met heel hun hart lief te hebben in deze prachtige tijd, zodat ze de kans niet mislopen. Wanneer dit feit voorbijgaat, zal God de grote rode draak grondig hebben verslagen. Zo zal het werk van getuigenis van het volk van God ten einde komen. Daarna zal God de volgende stap van het werk beginnen: Hij zal het land van de grote rode draak verwoesten en uiteindelijk mensen in het hele heelal ondersteboven aan het kruis spijkeren. Daarna zal Hij de hele mensheid vernietigen – dit zijn de toekomstige stappen van Gods werk. Jullie moeten er daarom naar streven je best te doen om God lief te hebben in deze vredige omgeving. In de toekomst zullen jullie geen kansen meer hebben om God lief te hebben, want alleen mensen in het vlees hebben de kans om God lief te hebben. Wanneer ze in een andere wereld leven, zal niemand het hebben over het liefhebben van God. Is dit niet de verantwoordelijkheid van een schepsel? En hoe moeten jullie God liefhebben in jullie levensdagen? Heb je daar ooit over nagedacht? Wacht je met het liefhebben van God tot na je dood? Is dit geen lege praat? Waarom streef je het liefhebben van God vandaag niet na? Kan het liefhebben van God terwijl je steeds druk bent echte liefde voor God zijn? De reden waarom wordt gezegd dat deze stap van Gods werk spoedig ten einde zal komen, is dat God al een getuigenis tegenover Satan heeft. De mens hoeft daarom niets te doen; de mens wordt alleen gevraagd om het liefhebben van God na te streven gedurende zijn levensjaren – dat is de sleutel. Omdat Gods eisen niet hoog zijn en ook omdat er een brandende bezorgdheid in Zijn hart is, heeft Hij een samenvatting van de volgende stap van het werk geopenbaard vóór het einde van deze stap van het werk. Hieruit blijkt duidelijk hoeveel tijd er is; als God in Zijn hart niet bezorgd was, zou Hij deze woorden dan zo vroeg uiten? Het is omdat er weinig tijd is dat God op deze manier werkt. Het is te hopen dat jullie God met heel je hart, met heel je verstand en met al je kracht kunnen liefhebben, net zoals jullie je eigen leven koesteren. Is dit geen leven met de hoogste betekenis? Waar anders zouden jullie de zin van het leven kunnen vinden? Zijn jullie niet stekeblind? Ben je bereid God lief te hebben? Is God de liefde van de mens waard? Zijn mensen de aanbidding van mensen waard? Nu dan: wat moet je doen? Heb God moedig lief, zonder voorbehoud, en kijk wat God met je zal doen. Kijk of Hij je zal doden. Kortom: de opdracht om God lief te hebben is belangrijker dan het overnemen en opschrijven van dingen voor God. Je moet voorrang geven aan wat het belangrijkst is, zodat je leven waardevoller wordt en vol geluk zal zijn. Vervolgens moet je wachten op Gods ‘vonnis’ voor jou. Ik vraag me af of het liefhebben van God deel zal uitmaken van je plan. Ik hoop dat ieders plannen datgene zullen worden wat door God compleet wordt gemaakt, en dat ze allemaal werkelijkheid zullen worden.

uit ‘Hoofdstuk 42’ van ‘Interpretaties van de mysteriën van Gods woorden aan het gehele universum’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

Vorige: Gods werk kennen 1

Volgende: Gods gezindheid en wat Hij heeft en is

Rampen zoals oorlogen en pandemieën komen vaak voor over de hele wereld. Hoe kunnen we de terugkeer van de Heer verwelkomen en Gods bescherming krijgen tijdens rampen? Neem deel aan onze gebedsbijeenkomst om de weg te vinden.

Gerelateerde inhoud

Wat is jouw begrip van God?

Mensen geloven al heel lang in God, toch hebben de meesten geen begrip van dit woord ‘God’. Ze volgen gewoon de meute zonder verder benul....

Instellingen

  • Tekst
  • Thema's

Effen kleuren

Thema's

Lettertype

Lettergrootte

Regelruimte

Regelruimte

Paginabreedte

Inhoud

Zoeken

  • Zoeken in deze tekst
  • Zoeken in dit boek